NOTITIE VOLKSTUINIEREN IN CHARLOIS
Inhoudsopgave 01 Inleiding
pagina 2
02 De cultuur van het volkstuinieren
pagina 3
03 De functies van volkstuinen
pagina 5
04 De volkstuinen in Charlois
pagina 6
05 Huidig beleid
pagina 11
07 Visie op de toekomst van de volkstuinverenigingen
pagina 14
08 Groot onderhoud
pagina 20
09 Beleid
pagina 23
Bijlage: Bespiegelingen langere termijn
pagina 27
Bijlage: Beschrijving van de volkstuinverenigingen
pagina 29
Bijlage: Volkstuinen internationaal
pagina 37
Bijlage: Voorbeeldprojecten
pagina 39
Oktober 2007
01 INLEIDING Charlois beschikt over veel groene ruimte. Dit is belangrijk voor een goed woon- en leefklimaat voor de bewoners. De deelgemeente heeft elf volkstuinencomplexen binnen haar grenzen. Deze complexen leggen aan flink beslag op de beschikbare groene ruimte. De volkstuincomplexen staan om die reden onder druk. In de concept-Stadsvisie worden voorstellen gedaan om meer ruimte beschikbaar te stellen voor woningbouw. Deze notitie is onder meer tot stand gekomen naar aanleiding van een rapportage van de Rotterdamse Rekenkamer over het volkstuinenbeleid. In december 2006 is overleg gestart tussen de unit volkstuinverenigingen Charlois, de dienst Sport en Recreatie en de deelgemeente. Het groot onderhoud op de complexen vormt een belangrijk onderwerp in dit overleg. In deze beleidsnotitie geeft de deelgemeente haar visie op de wijze waarop de volkstuinverenigingen de komende tijd meer betekenis kunnen krijgen voor de bewoners van Charlois. Er wordt een algemeen beeld van de volkstuinverenigingen geschetst met ook een beschrijving per afzonderlijk complex. De mogelijke toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen worden aangegeven. Verder wordt in de notitie een overzicht van de prioriteiten en de planning op het gebied van het groot onderhoud gegeven. Deze beleidsnotitie wil geen knellend kader vormen. De noodzaak om de volkstuinverenigingen een grotere betekenis te geven voor de bewoners in Charlois en de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen vormen een stimulans voor de verenigingen om hun beleid aan te passen. De volkstuinverenigingen zijn zelf primair verantwoordelijk voor het vormgeven van hun toekomst. Zij zullen ook draagvlak bij de leden van de vereniging moeten vinden voor veranderingen. Voor een goede toekomst zijn echter sterke, vitale verenigingen nodig met een interessant aanbod op het gebied van groene recreatie.
2
02 DE CULTUUR VAN HET VOLKSTUINIEREN Vroege voorlopers: de roots van de Nederlandse volkstuin Tuinieren is tot aan de 15e eeuw een elitaire bezigheid voor adel en geestelijkheid. Dat verandert met de opkomst van de steden in de Gouden eeuw. Landeigenaren staan het aan burgers toe er een ‘coolghaerden’ (letterlijk kooltuinen) op na te houden. In de 17e eeuw ontstaan in Rotterdam de ‘laanorganisaties’ - tuinen langs de uitvalswegen buiten de stad, waar naast groenten waarschijnlijk ook siergewassen werden geteeld. De Maatschappij tot Nut van het Algemeen stelt vanaf 1838 zogeheten ‘arbeiderstuinen’ beschikbaar. Men zag de volkstuin als ideaal middel om de arbeider in de natuur te brengen en uit de kroeg te houden.
Arbeidsvitaminen: brandstof voor de Industriële revolutie Het moderne volkstuincomplex lijkt een typisch Nederlands fenomeen. Het vindt echter zijn oorsprong in Engeland. Daar begint in de 18 eeuw de Industriële Revolutie. De stedelijke e
bevolking groeit explosief. Al deze mensen hebben behoefte aan verse groenten en fruit. Zij beginnen deze aan de randen van de stad in tuintjes te verbouwen. De ontstane chaos leidt ertoe dat deze tuinders zichzelf gaan organiseren: ze richten Allotment Associations op. Hiermee is het concept van het volkstuincomplex geboren. Met het verspreiden van de industrialisatie worden overal in stadsranden volkstuincomplexen opgericht in Duitsland, België en tenslotte rond 1900 ook in Nederland. In 1909 wordt het Comité voor Volkstuinen opgericht en dit betekent het einde van de liefdadigheidstuinen.
Vers voedsel in barre tijden Het ‘hoogtepunt’ van de volkstuinbeweging ligt ten tijde van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De bevolking blijft groeien, terwijl voedsel steeds schaarser en duurder wordt. Als gevolg van de grote werkeloosheid werd de volkstuin een economische pijler onder het gezin. Men stak wekelijks veel tijd in het bijhouden van de tuin. Amsterdam stelde tijdens de Eerste Wereldoorlog grond beschikbaar stelt voor noodtuinen. Langs spoorlijnen en op overhoeken wordt iedere vrije vierkante meter benut voor de voedselvoorziening.
Van bittere noodzaak naar liefhebberij In 1921 komen de eerste recreatieve tuinen op, omdat de vraag naar nutstuinen (met verbouw van groenten en fruit) drastisch afneemt. In 1928 wordt met het oprichten van het Algemeen Verbond van Volkstuinders Vereenigingen voor het eerst ook sierteelt toegestaan en wordt het mogelijk een huisje op het perceel te plaatsen. De Tweede Wereldoorlog betekent een tijdelijke terugval naar nutstuinen, maar een trend is gezet. Tijdens de wederopbouw nemen de welvaart en de beschikbare vrije tijd enorm toe. Gevolg is de opkomst van recreatie en toerisme voor de middenklasse. Het aantal volkstuinen neemt af en het tuinieren ontwikkelt zich van bittere noodzaak tot liefhebberij. Gemeenten ruimen de noodtuinen op. Zij ontwikkelen volkstuincomplexen en nemen die op in de bestemmingsplannen. Tuinders krijgen betere voorzieningen. Siertuinen met kleurige boeketten van rozen en hortensia’s en vrolijke huisjes beginnen geleidelijk op te komen tussen de aardappels en tuinbonen.
De sixties: terug naar het aardse paradijs De jaren zestig en zeventig leiden de opkomst van de milieubeweging in. De keerzijden van de industrialisatie beginnen zich te tonen in vervuiling, massaliteit en anonieme leefomgevingen. De volkstuin wordt ontdekt door een nieuwe jonge groep mensen als kleinschalige leefwereld, waar in harmonie met de natuur samengewerkt kan worden. Het is de tijd waarin de Green Guerrilla’s in de
3
achterstandswijken community gardens beginnen om het gebrek aan openbaar groen te compenseren en om de sociale samenhang te verbeteren. Onder aanvoering van kunstenaar Louis Leroy komt in Nederland de natuurlijke of ‘wilde’ tuin op: heemtuinen of siertuinen met inheemse soorten, waarmee een natuurlijk beeld wordt beoogd. Een groot succes bij de nieuwe generatie, maar de schrik van meer traditionele volkstuinders.
Vrijheid, blijheid wordt een gated community Van het naïeve enthousiasme waarmee in de jaren zestig de openheid wordt gepredikt, is in de jaren zeventig en tachtig geen sprake meer. Ook in de volkstuinwereld zet de individualisering in. Economisch gaat het voor de wind en op steeds meer complexen is het toegestaan te overnachten op de tuin. Tuinders investeren dus steeds meer geld in hun tuintjes. Gevolg is dat diefstal en vandalisme ook sterk toenemen. Veel volkstuinders besluiten hun tuintje te omheinen. Veel volkstuincomplexen gaan op slot. Van een fraai stukje semi-openbare ruimte worden de complexen gated communities. Dit doet het imago van de volkstuin geen goed. Ooit stond de volkstuin midden in de samenleving. Het hele gezin werkte in de tuin. Nu zien velen het als een oubollig tijdverdrijf voor gepensioneerden aan de rand van de stad.
Perestrojka en glasnost: het moderne gezin (her)ontdekt de volkstuin Stedelijke ontwikkelingen leiden ertoe dat er de afgelopen jaren elk jaar 300 hectare aan volkstuin verdwijnt. Maar de volkstuin is op diverse plaatsen bezig aan een comeback. Er bestaan daar weer wachtlijsten. Vooral rond nieuwbouwprojecten worden soms weer nieuwe volkstuinen opgericht. Jonge, hippe gezinnen wonen weer graag in de binnensteden en zoeken een buiten om een deel van hun vrije tijd en hun sociale leven door te brengen. In Engeland is er een sterk toegenomen vraag naar volkstuinen sinds Jamie Oliver de teelt van biologische groente promoot voor eigen consumptie. Ook in Nederland is de volkstuin een populair onderdeel van een urban life style. Gemeenten gaan de volkstuinen anders benaderen, namelijk als een essentieel onderdeel van het recreatieve netwerk van de stad. Belangrijk hierbij is dat de complexen weer openbaar en beter toegankelijk worden. Zo kunnen de volkstuincomplexen een waardevolle schakel in de stadsecologie vormen.
Volkstuinverenigingen in Charlois Het bovenstaande historisch overzicht van de cultuur van het volkstuinieren is gebaseerd op landelijke en internationale ontwikkelingen. Deze zijn lang niet allemaal van toepassing op de volkstuinen in Charlois, die grotendeels zijn aangelegd in de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Voor een beschrijving van de situatie in Charlois verwijzen wij naar hoofdstuk vier.
4
03 DE FUNCTIES VAN VOLKSTUINEN Volkstuinverenigingen hebben verschillende functies voor de samenleving:
- De verenigingen hebben een sociale functie. De leden kunnen elkaar ontmoeten en met elkaar samen werken aan het in goed staat houden van de complexen. De volkstuin van nu is een hobbytuin. Wat mensen bindt op de verenigingen is dat iedereen tuinieren als hobby heeft. Het onderlinge contact ontstaat bijvoorbeeld tijdens de verplichte werkbeurten die op de verenigingen zijn ingesteld om het gemeenschappelijke groen te onderhouden. De kantine vormt ook een plek voor sociaal contact tijdens georganiseerde avonden of gewoon achter de bar. Op de grotere verblijfsparken worden veelal activiteiten georganiseerd die bijdragen aan de sociale cohesie.
- Het tuinieren is een vorm van recreatieve invulling van de vrije tijd. Naast de volkstuinen zijn er veel andere aanbieders van recreatieve voorzieningen. Volkstuinen gaan de concurrentie aan met deze andere vormen van recreatie zoals campings, tweede huizen of boten. Voor veel stedelingen is de volkstuin het groen dat ze rondom hun appartement met balkon niet hebben: het vervangt de achtertuin en een veilige speelomgeving. In de Randstad zien we ook een toename van mensen die een volkstuin nemen om eigen groenten te telen. Het economische motief maakt plaats voor een ecologisch motief. Het is prettig om zelfgeteelde, onbespoten groenten te kunnen eten.
- Het tuinieren heeft een educatieve component. Tuinieren is ook het op plezierige wijze zorgvuldig leren omgaan met de natuur. Hier ligt een relatie met vormen van natuureducatie zoals de kinderboerderij en de educatieve tuinen (schooltuinen). Op de volkstuinen komen mensen in contact met de natuur. Dit leidt tot een beter begrip van en respect voor de natuur en het milieu. Actieve verenigingen kunnen een bijdrage leveren aan natuureducatie door schooltuinen in te richten of door ecologische cursussen te geven.
- De volkstuincomplexen leveren een bijdrage aan natuur en milieu. Planten en dieren vinden een heenkomen of doorgangsgebied op de volkstuincomplexen. De ecologische waarde van een volkstuincomplex hangt af van de inrichting en het beheer van het terrein. Vaak neemt de ecologische waarde van een volkstuincomplex toe met de ouderdom. Oudere complexen hebben meer volwassen bomen en struiken. Een natuurlijke inrichting van oevers en bermen draagt bij aan de biodiversiteit, net als het voorkomen van gebruik van gif- en meststoffen. Dit geldt zowel voor het gemeenschappelijke deel van het complex als voor de afzonderlijke volkstuinen. Deze functies zijn zowel voor de leden van de verenigingen als voor de samenleving van belang. Voorwaarde is dat de complexen openstaan voor de omliggende wijken. Ook wordt verwacht dat de verenigingen actief zijn in deze wijken.
5
04 DE VOLKSTUINEN IN CHARLOIS Inleiding De deelgemeente Charlois beschikt over relatief veel groene ruimte. Dit is een sterk punt. Groene ruimte is schaars in stedelijke omgevingen. De deelgemeente Charlois heeft op Zuid de meeste volkstuinen (circa 1150 tuintjes) binnen haar grenzen. Het recreatief tuinieren heeft in Charlois een voor stad en regio unieke vorm gekregen in het Zuiderpark. De volkstuincomplexen maken hier onderdeel uit van een groot parklandschap. Ook liggen de complexen op een kleine loopafstand van de woonwijken, waardoor het gebruik van een tuin in het groen nabij de drukke stedelijke woning mogelijk is. Door de ligging en bereikbaarheid hebben enkele complexen last van overlast en vandalisme. Het recreatief tuinieren op de volkstuinen is voor de bewoners van Rotterdam-Zuid en in het bijzonder voor de Charloise bevolking een belangrijke vorm van vrijetijdsbesteding. Volkstuinders werken met veel plezier in hun vrije tijd aan de groene ruimte. Bovendien kunnen ook anderen genieten van de groene ruimte, omdat de complexen overdag van zonsopgang tot zonsondergang openbaar zijn. Het ontstaan van andere vormen van recreëren en het verhuizen naar een betere woning buiten Rotterdam-Zuid hebben er toe geleid dat de directe binding met de naastgelegen woonwijk op sommige volkstuincomplexen is afgenomen. Hoewel nog kleinschalig van opzet, is ook de vraag naar parkeren en autobereikbaarheid toegenomen ten opzichte van de eerste aanleg in de vijftigerjaren van de twintigste eeuw. De toegenomen vrije tijd en een veranderend recreatiegedrag sinds de jaren van de wederopbouw hebben ertoe geleid dat de huisjes meer gebruikt worden als goedkoop vakantiehuisje, dus ook voor overnachten. De meeste complexen zijn daar met de aanleg van riolering en verlichting en door de grotere huisjes ook steeds beter voor uitgerust. Dit niveau wordt anno 2007 door velen als de norm beschouwd. De ‘volkstuin’ heeft zich ontwikkeld tot een vakantiehuisje binnen de stad. Tegelijkertijd zijn vanaf de zestiger jaren van de twintigste eeuw door het toegenomen autobezit en door de toegenomen vrije tijd de complexen met vakantiehuisjes en de campings met vaste stacaravan in het buitengebied ontstaan. Veel Rotterdammers gaan naar Brabant en Zeeland. De tarieven voor een stacaravanplek zijn het vier- of vijfvoudige van die voor de volkstuin in de stad. Er zijn veel overeenkomsten in het gebruik: het tuintje, de gezelligheid en de activiteiten in de kantine. Veel verenigingen kennen nog een kern van oude, trouwe leden die ooit, na op een wachtlijst gestaan te hebben, lid zijn geworden. Ze hebben een wooncarrière gemaakt op Zuid of zij zijn verhuisd naar de omliggende gemeenten op het eiland IJsselmonde. Zij zijn wel de tuin trouw gebleven. De tuin is in de veranderende stedelijke samenleving een spil in familie en vriendennetwerken. Door het verhuizen en door het aantrekken van leden uit de wijde omgeving is de binding met de naastgelegen woonwijken in Charlois en met sociale netwerken in de buurten en scholen voor een deel verdwenen. Daarmee vermindert het belang van de volkstuin voor het welzijn van de burger van Zuid of van de deelgemeente Charlois. De druk in de stad op de schaarse gronden voor woningbouw en wegen heeft er toe geleid dat de ruimte voor volkstuinen (en vooral voor moestuinen) geleidelijk aan minder is geworden. Er is stedelijk een tekort aan zogeheten ‘nutstuinen’. De animo voor volkstuinen (verblijfstuinen) is de
6
afgelopen jaren na eerst een geleidelijke afname in de tachtiger jaren weer enigszins aangetrokken. De animo blijft echter achter bij het aanbod aan tuintjes. Er zijn geen of slechts beperkte wachtlijsten. Hier en daar is er zelfs wat leegstand ondanks het ‘verlies’ aan tuinen vanwege de vernieuwing van het Zuiderpark en vanwege de afname aan tuintjes op andere plaatsen in Rotterdam. Er is sprake van vergrijzing op de complexen door het ouder worden van de naoorlogse generatie volkstuinders en door de ledenaanwas vanuit de ‘vutters’. Ondertussen zijn er wel meer jonge en meer allochtone families die een tuin gaan huren. Op enkele complexen is er sprake van een duidelijke achterstand in het groot onderhoud. Enkele verenigingen hebben verbeteringen op hun complex kunnen realiseren die pasten in de vernieuwing van het Zuiderpark.
Ontwerp Zuiderpark 1951 Alle volkstuincomplexen van Charlois, behalve de verenigingen Pomona en Heijplaat, liggen in het Zuiderpark, zoals dat in 1951 door Hanekroot en Bijhouwer is ontworpen. Het Zuiderpark is ontworpen als een modern stadspark. Functioneel is het park uitverkaveld in ruimtes om te sporten, te tuinieren, te wandelen, in het gras te liggen, te zwemmem, varen, spelen, fietsen, enzovoort. Eén van de uitgangspunten bij de planvorming was een eerder verrichte studie, waarbij de recreatiebehoefte van de Rotterdamse bevolking per leeftijdscategorie werd vastgesteld. Planologisch is het Zuiderpark onderdeel van het Uitbreidingsplan-in-hoofdzaak-Linker-Maasoever uit 1949 van Van Traa en Bos. Bos schreef eerder in ‘De stad der toekomst, de toekomst der stad’ dat het contact met groen en bodem een onderdeel moest vormen van het dagelijkse leven van de stadbewoner. Geen wonder dat volkstuinen zo een prominente plaats in het park hebben gekregen.
De volkstuinverenigingen in Charlois In Rotterdam waren er in 2005 totaal 43 complexen met 5043 verblijfstuinen. In Charlois gaat het om de volgende elf verenigingen, die totaal circa 1150 tuintjes hebben. VERENIGING 1.
AANTAL TUINEN
ATV Maasglorie, Keyenburg 8
74
2.
VTV De Beukhoeve, Slinge 17
235
3.
ATV Phoenix, Keyenburg 1
4.
VTV Zonnehof, Keyenburg 4
5.
VTV Pomona, Hansweertstraat 10
6.
VTV Oldegaarde, Oldegaarde 951
7.
VTV De Wielewaal, Schulpweg 425
94 97 104 55 128
8.
VTV Heijplaat, Rondolaan 76
46
9.
VTV Reyerwaard, Kromme Zandweg 8
37
10.
VTV De Zandweg, Kromme Zandweg 66a
133
11.
VTV Zuiderhof, Zuiderparkweg 100
150
De volkstuincomplexen liggen in het Zuiderpark met uitzondering van de VTV Heijplaat. De VTV Pomona ten zuiden van Pendrecht in het Zuidelijk Randpark en de VTV Wielewaal liggen niet in de kern van het Zuiderpark, maar wel in het CBS-gebied Zuiderpark. De verenigingen hebben allemaal een eigen verenigingsgebouw. De verenigingen zijn zelf verantwoordelijk voor de eigen voorzieningen op het terrein, zoals het verenigingsgebouw. De meeste verenigingsgebouwen liggen er in goede staat bij. Het gebouw van de vereniging Oldegaarde is afgekeurd voor gebruik. Het gebouw van de vereniging Heijplaat is beperkt
7
bruikbaar. De vereniging De Beukhoeve wil graag een aanbouw aan het verenigingsgebouw realiseren. Het aantal tuintjes (en dus het aantal leden) varieert per vereniging van 37 tuintjes bij de vereniging Reyerwaard tot 235 tuintjes bij vereniging De Beukhoeve. Een landelijke norm voor een vereniging is tussen de 80 en 100 leden. De verenigingen hebben gemiddeld 103 tuinen per vereniging. Er is een heel grote vereniging in Charlois, namelijk de vereniging De Beukhoeve. Drie verenigingen zijn als middelgroot te beschouwen, namelijk De Zuiderhof, De Zandweg en Wielewaal. Drie verenigingen zijn gemiddeld qua grootte, namelijk Phoenix, Zonnehof, Pomona. Ten slotte zijn er drie kleine verenigingen, namelijk Reyerwaard, Oldegaarde en Maasglorie. De vereniging Heijplaat heeft alleen nutstuinen. Dit is ook een kleine vereniging. De volkstuinverenigingen werken samen in de unit volkstuinverenigingen Charlois. De deelgemeente overlegt met de unit over de gemeenschappelijke onderwerpen. Het complex nutstuinen aan de Keyenburg is niet opgenomen in deze notitie. Dit complex telt 25 tuinen. Het is echter geen vereniging. De tuinders huren rechtstreeks van de dienst Sport en Recreatie.
De samenstelling van de leden van de verenigingen Uit gesprekken met de verenigingen in mei 2007 bleek dat de samenstelling van de leden de afgelopen jaren behoorlijk is veranderd. Veel tuinders behoren tot de groep ouderen. Uit de Volkstuinmonitor 2003 blijkt dat 32% van de leden van de Rotterdamse volkstuinverenigingen ouder dan 65 jaar is en dat 74% ouder dan 45 jaar is. Voor een behoorlijke groep ouderen wordt het onderhoud van de tuin steeds zwaarder. Regelmatig moeten ouderen daarom hun hobby opgeven. Soms houden zij nog enige tijd hun tuintje aan, omdat in de praktijk blijkt dat hun huisje moeilijk te verkopen is. Sommige complexen trekken ook jongere tuinders, bijvoorbeeld gezinnen met kinderen. Een speelplek op het complex trekt gezinnen aan. De meeste startende tuinders zijn overigens van middelbare leeftijd. Het aantal leden uit een ander land van herkomst neemt toe. Zo zijn steeds meer tuinders afkomstig uit Turkije of uit de Antillen of uit Zuid-Europese en Oost-Europese landen. Op basis van de ledenlijsten van de Charloise verenigingen (peildatum 27 augustus 2007) is een overzicht gemaakt van de woonplaats van de leden. Het aandeel Rotterdammers op de volkstuinen in Charlois bedraagt 88%. Niet-Rotterdammers komen voornamelijk uit de randgemeenten zoals Vlaardingen, Barendrecht en Ridderkerk. Het grootste deel van de leden van de volkstuinverenigingen in Charlois woont op Zuid (iets minder dan 80%). Van de leden uit Rotterdam-Zuid is het aandeel uit Charlois en het aandeel van de rest van Zuid ongeveer even groot: 42% tegen 37%. Hieruit blijkt dat de volkstuinverenigingen beter een voorziening voor heel Rotterdam-Zuid zijn te noemen dan een voorziening voor de deelgemeente Charlois.
8
Gegevens over de tuinen De oppervlakte van de tuinen verschilt. Vroeger waren veel tuinen rond de 250m2. Later zijn er grotere tuinen bij gekomen. Nu zijn er ook een behoorlijk aantal grotere tuinen, die kunnen oplopen tot 400 m2. De meeste complexen beschikken over voorzieningen als elektra, water en riolering. Op enkele complexen ontbreekt elektra op de tuintjes en/of verlichting op de paden. De leegstand bedroeg tijdens een ronde langs de volkstuinen in mei 2007 grofweg tussen de 5 en 10 procent. Alleen de VTV Heijplaat heeft een behoorlijke wachtlijst. Leegstand is overigens een moeilijk begrip. In het voorjaar is de belangstelling voor het kopen van een tuintje het grootst. In enkele weken worden er dan veel tuinen verkocht. De indruk bestaat dat de belangstelling voor een volkstuin na enkele moeilijke jaren weer enigszins aantrekt. Wel zijn er nog veel oudere leden die de komende jaren waarschijnlijk zullen gaan stoppen, veelal omdat het onderhoud niet meer op te brengen valt. Regelmatig doen belangstellenden voor een volkstuin een impulsaankoop. Zij realiseren zich niet hoeveel werk er bij komt kijken om een volkstuin te onderhouden. Na korte tijd haken ze dan af. Soms blijkt het lastig te zijn om tuinders die niet betalen en ook (bijna) nooit aanwezig zijn op hun tuin op juridisch zorgvuldige wijze van de tuin af te krijgen. De prijzen van tuinen variëren van geheel gratis voor een verwaarloosde tuin zonder huisje of met een vervallen huisje tot € 15.000 voor een tuin met een zeer luxe huisje. Meestal liggen de prijzen tussen de € 700 en de € 7000. De prijzen zijn lager dan vroeger het geval was. Voor het vaststellen van de vraagprijs is het bijvoorbeeld van belang of een huisje van hout of van steen is, of de tuin in goede staat verkeert en of er veel losse zaken overgenomen kunnen worden zoals planten en gereedschappen. Op de verblijfstuinen is overnachten toegestaan in het seizoen (van 1 april tot 1 oktober). In de winter is overnachten niet toegestaan. De opbouw van de huur van een gemiddelde verblijfstuin ziet er volgens een berekening van de Rotterdamse Rekenkamer als volgt uit.
Huur grond
€345,-
Water en electra
€100,-
Verzekering
€ 70,-
Reinigingsrecht
€ 60,-
Contributie bond
€ 45,-
Contributie vereniging
€ 35,-
Totaal
€655,-
Uit gesprekken met de verenigingen blijkt dat de kosten van een tuin voor een lid enigszins verschillen per vereniging. Over het algemeen komen de kosten boven de € 700 per jaar uit. De verenigingen hebben inkomsten uit de contributies van de leden van de vereniging. Daarnaast levert ook de verkoop van consumpties in het verenigingsgebouw, de verkoop in de winkel en de inkomsten uit activiteiten geld op. Grotere verenigingen hebben meer financiële mogelijkheden dan de kleine verenigingen.
9
Tarieven In 2006 bedroeg de jaarlijkse huur van grond van een gemiddelde tuin op een volkstuincomplex in Charlois € 340.
Regelgeving De wettelijke bepalingen op het gebied van milieu en veiligheid zijn ook op de volkstuinen van toepassing. De verenigingen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de bepalingen. Het toezicht op veiligheid en milieu wordt vooral door de bestuurders van de complexen zelf verricht. De besturen hebben wisselende ervaringen met de handhaving. Soms komen (vooral nieuwe) leden de regels niet na. Het blijkt juridisch niet altijd gemakkelijk om handhaving af te dwingen. Het toezicht in de zin van handhaving van wet en regelgeving is bij volkstuinen hetzelfde als bij andere voorzieningen. Alle vergunningen en bijbehorende handhavingprocedures zijn van kracht: horecavergunning, bouwvergunning, kapvergunning, milieueisen ten aanzien mest en gifstoffen, enzovoort.
10
05 HUIDIG BELEID Rol van de deelgemeente Volkstuincomplexen zijn deelgemeentelijke, wijkgebonden voorzieningen. De deelgemeente geeft opdracht aan de dienst Sport en Recreatie om deze complexen binnen bepaalde kaders te exploiteren. Sport en Recreatie verhuurt de complexen aan de Rotterdamse Bond van Volkstuinders (RBvV). De bond verhuurt weer (via de verenigingen) aan de individuele volkstuinders. De volkstuinder betaalt voor het lidmaatschap van vereniging en bond. De deelgemeente stelt de tarieven voor verhuur van de grond vast. Ook stelt de deelgemeente middelen voor het groot onderhoud beschikbaar. De deelgemeente Charlois heeft een heel ruim aanbod aan voorzieningen op het gebied van sport en recreatie. Dit loopt uiteen van zwembad, gymzalen, sportvelden tot educatieve tuinen, kinderboerderij, Centrum voor Natuur- en Milieueducatie. De volkstuinen maken deel uit van dit aanbod. De deelgemeente draagt ongeveer 45% van de kosten van alle voorzieningen sport en recreatie. De overige 65% van de kosten wordt uit verhuur of inkomsten van activiteiten binnengehaald. Volkstuinverenigingen maken deel uit van de sociale infrastructuur in Charlois. Daarom zijn allerlei beleidsmaatregelen van de deelgemeente ook van toepassing op de verenigingen. De deelgemeente bevordert de maatschappelijke betrokkenheid van de verenigingen. De deelgemeente beschikt over beperkte subsidiemogelijkheden voor incidentele kleine activiteiten, voor het groot onderhoud verenigingsgebouwen en voor activiteiten zoals het betrekken van ouderen bij de complexen. De volkstuinverenigingen in Charlois werken samen in de unit Charlois. Het is de bedoeling om twee keer per jaar met alle verenigingen te overleggen. Op 7 december 2006 vond het eerste overleg plaats tussen de deelgemeente en het platform van volkstuinverenigingen in Charlois. Ook vertegenwoordigers van Sport en Recreatie waren bij dit overleg aanwezig.
Deelgemeentelijk beleid De hoofdlijnen van het deelgemeentelijk beleid zijn vastgelegd in het Bestuursprogramma 2006 2010. De volkstuinen maken onderdeel uit van het programma VII Sport, Cultuur en Recreatie. Doel van het programma is een bij de bevolking van Charlois passend voorzieningenpakket op het gebied van sport, cultuur en recreatie in stand te houden op basis van de mogelijkheden en bevoegdheden van de deelgemeente. Enkele belangrijke algemene uitgangspunten voor het beleid op het gebied van sport, cultuur en recreatie kunnen worden toegespitst op de volkstuinverenigingen. Het gaat dan om:
Een goede benutting van voorzieningen;
Samenwerking tussen de volkstuinverenigingen onderling;
Samenwerking tussen volkstuinverenigingen en andere instellingen in de deelgemeente;
Goede aansluiting van activiteiten op de (veranderende) vraag vanuit de bevolking.
Volkstuinen hebben raakvlakken met verschillende andere beleidsterreinen zoals jeugd, ouderen, wijkgericht werken, ruimtelijke ontwikkeling en buitenruimte en vergunningen (zoals kapvergunningen).
11
Het algemene beleid van de deelgemeente zet zeer in op de jeugd: de deelgemeente streeft naar kindvriendelijke wijken. Vanuit dit oogpunt is het betrekken van de jeugd bij de volkstuinen gewenst. Ook nieuwe groepen wijkbewoners moeten op de volkstuinen terecht kunnen. Zij zijn nu nog ondervertegenwoordigd. Er zijn veel mogelijkheden om de verenigingen meer actief te laten worden in de wijk. Omgekeerd zouden bijvoorbeeld groepen uit de wijk terecht moeten kunnen in het verenigingsgebouw op de complexen. Deze wisselwerking moet de komende tijd beter op gang komen. De afgelopen jaren heeft de deelgemeente in het beleid volkstuinen de nadruk gelegd op beheer. Dit vloeide voort uit de contacten met de verenigingen via werkbezoeken en overleggen. Hierin was vooral aandacht voor praktische zaken op het gebied van onderhoud, beheer in en rond de complexen, parkeerplekken, verlichting en vergunningen.
Rapportage Rekenkamer Rotterdam De Rekenkamer Rotterdam heeft in juli 2006 het rapport ‘Vergeet-mij-nietjes aan de Maas, volkstuinenbeleid in Rotterdam’ uitgebracht. De Rekenkamer onderzocht het beleid dat de deelgemeenten voor volkstuinen voeren, met welke financiële middelen dit beleid wordt uitgevoerd en hoe de verantwoordelijkheden tussen stad en deelgemeenten zijn verdeeld. Volgens de Rekenkamer vormen de volkstuinen een beleidsarm onderwerp. Deelgemeenten maken nauwelijks beleid voor volkstuinen. Verder voeren deelgemeenten het beheer van volkstuinen zonder over voldoende informatie te beschikken. Op basis van het rapport vraagt de Rekenkamer aan de deelgemeenten een keuze te doen tussen beleid of beheer. De eerste keuze impliceert het vaststellen van beleid in een aparte beleidsnotitie of het onderdeel laten zijn van breder recreatiebeleid. Verder raadt de Rekenkamer de deelgemeenten aan een meerjaren onderhoudsplan voor de volkstuinen op te stellen op basis waarvan de deelgemeente een voorziening kan opnemen op de balans. Het dagelijks bestuur onderschrijft in algemene zin de conclusies van de Rotterdamse Rekenkamer. In het rapport van de Rekenkamer is op pagina 21, 22 en 23 de deelgemeentelijke reactie en een nawoord van de Rekenkamer opgenomen. Relevante beleidsontwikkelingen
1. Stadsvisie Rotterdam 2030 In het voorjaar 2007 bracht het College van burgemeester en wethouders de concept-Stadsvisie 2030 uit. De stadsvisie gaat vooral in op de ruimtelijke ontwikkeling van Rotterdam, op de grote vraag naar ruimte voor woningbouw binnen de stad en op de economische kansen voor de stad. De grote opgave is de middeninkomens in de stad te houden. Dit is mogelijk door het bouwen van aantrekkelijke woningen en door het creëren van een aantrekkelijke woonomgeving. Daarnaast neemt Rotterdam zich voor niet verder buiten de stadsgrenzen uit te breiden om de landelijke omgeving zoveel mogelijk te sparen. De groene ruimte binnen de stad wordt bekeken op geschiktheid voor woningbouw. De volkstuincomplexen op Zuid (waaronder Charlois) worden voor de langere termijn als ‘studielocatie’ genoemd. Ze zijn aantrekkelijk voor de bouw van woningen voor midden- en hogere inkomens vanwege de veelal parkachtige, rustige omgeving met veel voorzieningen in de aangrenzende wijken. Ook liggen de complexen niet ver van het stadscentrum en in de buurt van kantoren en bedrijven. De complexen van de verenigingen De Beukhoeve, Maasglorie, Phoenix, De Zonnehof en Pomona zijn opgenomen in de studiezones. Dit betekent dat gekeken gaat worden naar de mogelijkheden om hier een zekere mate van bebouwing te realiseren.
12
2. Waterplan 2 Waterplan 2 is op hoofdlijnen geïntegreerd in de concept-Stadsvisie 2030. In het waterplan wordt gezocht naar oplossingen voor de waterproblematiek die speelt in Rotterdam: vanwege het veranderende klimaat en het verouderde stadswatersysteem is er een groot tekort aan oppervlaktewater. Het graven van meer wateropvang voorkomt wateroverlast. Voor de woonomgeving zijn aantrekkelijke waterpartijen ook waardevol. Overal in de groene zone rond de Zuidelijke tuinsteden wordt de aanleg van wateropvang voorgesteld. Uit recreatief oogpunt is het belangrijk dat er een plan bestaat om een waterverbinding te maken tussen Rotterdam-Zuid en het buitengebied van de gemeente Albrandswaard onder de rijksweg A15 door.
3. Masterplan Zuiderpark 2001 Het renovatieplan voor het Zuiderpark is in 2001 opgesteld door dS+V. Het Zuiderpark in Rotterdam moet een multicultureel 'Wereldpark op Zuid' worden. Het oude park functioneerde alleen voor een deel van de autochtone bevolking. Door de veranderde bevolkingssamenstelling zijn er andere behoeften ontstaan. De allochtone bevolkingsgroepen hebben een grote inbreng gehad in het ontwerp; ook de vormgeving krijgt een multicultureel karakter. Uit het plan: ‘Combinatie van de verzakelijkte natuur met andere verrassende, spannende, kleurrijke of overweldigende natuur zou een verhoging van de waarde van het park betekenen’ Verder wordt er met het plan vorm gegeven aan de ‘Gordel van smaragd’, een oost-west lopende groenstructuur van de Waalhaven naar de Nieuwe Maas. Deze structuur moet de verschillende openbare gebruiksruimten met elkaar verbinden. In deze zone wordt ook veel nieuwe wateropvang gegraven. Met nieuwe wandel- en fietsroutes en verbeterde ingangen wordt de relatie met de omliggende wijken vergroot. De grote ingrepen worden gedaan in dat deel van het Zuiderpark, dat ten noorden van de zuidelijke tuinsteden ligt. Het zuidoostelijke en het zuidwestelijke gedeelte van het park worden voor een groot deel ongemoeid gelaten.
13
06 VISIE OP DE TOEKOMST VAN DE VOLKSTUINVERENIGINGEN
6.1 Uitgangspunten De volkstuinen dragen bij aan het groene karakter van Charlois. Een vitale volkstuinvereniging staat midden in de samenleving, biedt gelegenheid tot sociale recreatie en richt zich op het bewust omgaan met natuur en milieu.
1. Volkstuinvereniging midden in de samenleving - De paden op de complexen zijn openbare paden. - Complexen hebben een open uitstraling met bijvoorbeeld uitnodigende toegangspoorten, duidelijke informatie over openbaarheid van de paden en bewegwijzering op het complex. - De paden op de complexen hebben een aansluiting op de wandelroutes; de paden worden gebruikt door groepen uit de deelgemeente die sportief wandelen. - De verenigingen ontvangen groepen uit de omliggende wijken zoals ouderen, gehandicapten, jeugd. - De verenigingen bieden ook nutstuinen aan en zij geven gestalte aan nieuwe, andere vormen van tuinieren zoals seniorentuinen, gehandicaptentuinen en schooltuinen.
2. Volkstuinen bieden gelegenheid voor sociale recreatie - De verenigingen bevorderen de ontmoeting tussen de leden. - De activiteiten in de verenigingsgebouwen zijn bedoeld voor de leden, maar ook voor buitenstaanders. - De verenigingen organiseren ook activiteiten in de omliggende wijken of doen mee aan algemene activiteiten in de wijken. - Op het terrein zijn faciliteiten voor recreatie aanwezig, zoals een picknick plaats, voorbeeldtuinen, informatievoorziening op het gebied van natuurlijk tuinieren.
3. Volkstuinieren is gericht op bewust omgaan met natuur en milieu - Het tuinieren wordt zoveel mogelijk milieuvriendelijk verricht met aandacht voor verschillende tuinstijlen. - De verenigingen schenken aandacht aan natuurrecreatie. Het is mogelijk cursussen voor wijkbewoners te organiseren. Ook kunnen activiteiten worden gehouden samen met de educatieve tuinen van Sport en Recreatie of samen met scholen of met jeugdinstellingen. - Op de complexen is ruimte voor dieren, bijzondere planten en bomen waardoor een parkkarakter ontstaat.
6.2 Huurbeleid De huren van de volkstuinen zijn in Charlois tot nu toe op een bescheiden niveau gebleven. Dit gelet op de ontwikkeling van het prijsniveau van allerlei andere recreatieve voorzieningen. De huur maakt ongeveer de helft uit van alle kosten van een volkstuin. De tuinders betalen ook energiekosten, kosten van contributies aan vereniging en bond, kosten van verzekering enzovoort. Uitgangspunt van het huurbeleid is harmonisatie van inkomsten en uitgaven. Dit houdt in dat de huurtarieven in relatie staan tot het kwaliteit van het onderhoudsniveau van de complexen. De huidige huur is gerelateerd aan een basispakket op het gebied van groot onderhoud en aan het gebruik van algemene voorzieningen op een bepaald niveau rond de complexen (bijvoorbeeld
14
toezicht en verlichting). Een uitbreiding van dit pakket betekent een evenredige verhoging van de huurprijs. In het algemeen geldt hierbij dat de huurprijzen met ten minste het jaarlijkse acres worden verhoogd. Het meerdere kan worden aangewend voor verhoging van het kwaliteitsniveau van het groot onderhoud of andere voorzieningen. De bepaling van de huurverhogingen en het hiermee gepaard gaande kwaliteitsniveau van het groot onderhoud of andere voorzieningen zal na overleg met de volkstuinverenigingen plaatsvinden.
6.3 Visie voor 2030 Concentratie en verdichting van groene complexen is een van de gekozen lijnen voor de strategische ontwikkeling van de stad. Op middellange termijn is de vraag naar het bestaansrecht van de volkstuinencomplexen aan de orde. Het deelgemeentebestuur is zich bewust van de noodzaak om op Zuid en binnen de Ring meer grondgebonden woningen te realiseren om ook voor gezinnen met jonge kinderen een aantrekkelijk woonmilieu te bieden. Om de belangrijke voorzieningen op goed niveau te kunnen behouden, is het nodig het aantal inwoners op peil te houden. Een mogelijkheid is dan de verdichting van de groene ruimte. Voor aantrekkelijk wonen zal er een goede verhouding tussen groen en stenen gevonden moeten worden. Het deelgemeentebestuur wil dat er de komende jaren met het stadsbestuur en met de woningcorporaties stevig wordt ingezet op een verbetering van de Charloise wijken en op herstructurering – de sloop en nieuwbouw in de naoorlogse buurten. Voorlopig ligt in deze opgave nog voor jaren werk. Het is daarom nu niet zinvol mogelijke nieuwe woningbouwlocaties aan te wijzen ten koste van volkstuinen. Voor de langere termijn is de stadsgrond echter te schaars voor passieve recreatie. De beschikbare ruimte binnen de stad, vooral binnen de Ring, is beperkt. Het stadsbestuur zal keuzes moeten maken tussen wonen, werken en recreatie. Alleen voorzieningen die een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van grote groepen bewoners van de stad en aan het leefklimaat van de stad kunnen blijven bestaan. De volkstuinverenigingen zullen zich moeten vernieuwen in verschillende richtingen om een belangrijke voorziening in de stad te zijn, die kan concurreren met woningbouw en ander gebruik.
6.4 Interne en externe vernieuwingen
Bestaansrecht voor de volkstuin De doelgroep van de volkstuinen in Charlois ligt op Zuid. De bevolkingssamenstelling en leeftijdsopbouw op Zuid is veel gevarieerder dan die van de volkstuinverenigingen. Ook vergeleken met verenigingen in andere grote steden is het beeld van de Charloise volkstuinder eenzijdig: een autochtone Nederlander van rond de vijftig à zestig jaar oud. Dat beeld is aan het veranderen, maar willen de volkstuinverenigingen hun bestaansrecht behouden dan zullen ze een evenwichtige afspiegeling van de Rotterdamse samenleving moeten zijn.
Meer differentiatie in voorzieningen en percelen Voor meer variatie in het ledenbestand is meer variatie op de volkstuincomplexen nodig. Senioren hebben een andere verwachting van een volkstuin dan jonge gezinnen of allochtonen. Er zijn veel
15
mogelijkheden om de verschillende volkstuincomplexen in aanbod te differentiëren. Denk aan schooltuinen, gehandicaptentuinen, vlindertuinen, een kinderboerderij. Momenteel zijn veel percelen en huisjes gelijk in grootte en vrij ruim bemeten. Niet iedereen hoeft zo’n grote tuin, voor veel ouderen en beginnende tuinders zijn kleinere percelen geschikter. Gezinnen willen wellicht een grotere tuin met de privacy van bomen en struiken. Nutstuinen zijn juist weer heel open met lage hagen. Het beeld en de sfeer van de volkstuincomplexen wordt hiermee ook veel rijker en gevarieerder. Het zou bovendien een veel afwisselender ruimtelijk beeld opleveren en een rijkere en groenere uitstraling, vanwege de vele haagjes.
Meer activiteiten op en rond de complexen De meeste verenigingen beschikken over een mooi verenigingsgebouw. Een verruiming van de toegankelijkheid en de mogelijkheden voor ontmoeting zouden de aanloop en de sociale functie in de wijk aanzienlijk kunnen vergroten. Incidenteel ontvangen de verenigingen al groepen uit de omringende wijken zoals ouderen, gehandicapte en jeugd; dit zou een structureel karakter kunnen krijgen. Groepen uit de wijk zouden er hun thuis kunnen vinden, zoals een schaakvereniging, koor of bridgeclub. Ook gebruik voor naschoolse opvang of voor peuteropvang behoort tot de mogelijkheden. Het gaat hierbij niet alleen om zaalverhuur. Bekendheid geven aan groene recreatie staat voorop. Andersom zouden de complexen ook activiteiten kunnen organiseren in de omliggende wijken. Dit kan variëren van deelnemen aan een braderie in de wijk tot het organiseren van groene wandelingen in de wijk en op de complexen en het ondersteunen van wijktuinen of schooltuinen.
Visueel aantrekkelijk en beter toegankelijk De complexen zijn openbaar toegankelijk, maar zij nodigen niet altijd uit voor een wandeling. De entrees liggen vaak enigszins verborgen en de routes zijn niet altijd aantrekkelijk. Een open uitstraling met bijvoorbeeld uitnodigende toegangspoorten, duidelijke informatie over de openbaarheid van de paden en over de routing zou al veel verbeteren. Om een wandeling uit te lokken, moet er ook wat te zien zijn. Daarom zouden er op de complexen plekken - bijvoorbeeld in de openbare ruimte - moeten zijn die aantrekkelijk zijn ingericht.
Beheer openbaar gebied Leefbaarheid en aantrekkelijkheid hangen samen met een goed beheerde openbare ruimte. De sociale controle op volkstuincomplexen is van oudsher groot. Maar het verleden heeft ook geleerd dat een goed beheer van de openbare ruimte niet vanzelfsprekend is. Hier raken de verantwoordelijkheden van verschillende partijen elkaar. Goede afspraken en een heldere organisatie zijn essentieel.
6.5 Duurzame tuinen voor plant en dier
Natuurlijk tuinieren De ecologische waarde van de volkstuincomplexen kan en moet omhoog. De traditie van de verenigingen is nog teveel gericht op de ‘nette’ cultuurtuin. Het verder invoeren van natuurlijk tuinieren is nodig als de verenigingen een grotere bijdrage willen gaan leveren aan het milieu en aan de kwaliteit van de stadsnatuur. Het gaat hierbij om het gerichter gebruik van meststoffen en een verminderd gebruik van gifstoffen. Meer bomen en struiken op de complexen verbeteren de opname van fijnstof. Uiteindelijk levert dit een interessante flora en fauna op met een hogere natuurwaarde. De belangstelling voor dergelijke zaken is bij de bond van volkstuinders en bij de
16
verenigingen aanwezig. De kennis hierover is te beperkt. In de praktijk is er nog veel mogelijk om het natuurlijk tuinieren op een hoger plan te brengen.
Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is van matige kwaliteit. Dit komt deels door achterstanden in het baggeren. Het beheer van de sloten door leden, vereniging en gemeente moet sterk verbeterd worden. Een belangrijke factor voor de vervuiling is het uitspoelen van meststoffen en bestrijdingsmiddelen van tuin naar sloot. In overleg met het waterschap en de vereniging zullen de eisen worden aangescherpt. Hier en daar is de smalle oever opgehoogd ter vergroting van de teeltoppervlakte. Dit is in strijd met de regels en funest voor een goed beheer van de sloot. Tegelijkertijd zijn er ook goede voorbeelden, waarbij de tuin in terrassen afloopt naar de sloot. Tuinders kunnen veel van elkaar leren over deze werkwijze. Het streven is om binnen vijf jaar schone sloten met een spannend waterleven te hebben.
Wateroverlast en waterberging Op enkele complexen is sprake van wateroverlast. In het meerjarenplan voor het beheer van het complex kan worden ingezet op de aanleg van greppels of drains. Maar water kan juist ook een kans zijn. Met slimme combinaties is soms veel mogelijk. Bij de vereniging De Beukhoeve is bijvoorbeeld een klein waterparkje aangelegd op een locatie waar sprake was van grote wateroverlast.
Bomen, beplanting en veiligheid De meeste complexen dateren uit de vijftiger jaren. De beplanting is volgroeid. Veel populieren hebben een leeftijd bereikt dat er takken uitbreken en het risico van omwaaien toeneemt. De gemeente zal tijdig de complexen inspecteren, maar vanwege de natuurwaarde niet overgaan tot preventief kappen. Bij overlast door schaduwwerking en bladval is de afspraak met de verenigingen om nut en noodzaak eerst goed af te wegen. Een belangrijk voordeel van de beplante singels rondom het complex is het tegengaan van inbraak en vandalisme. Waar de afscherming rond de complexen wordt vernieuwd, zal de deelgemeente inzetten op natuurlijke oplossingen. Ook zullen de toegangen tot de complexen minder verstopt en voor wandelaars meer uitnodigend gemaakt worden. Over de situatie van en de aanpak van de directe omgeving van de complexen worden met Gemeentewerken afspraken gemaakt.
Natuureducatie Een manier om een nieuwe generatie volkstuinders te kweken, is via natuureducatie. Met cursussen voor wijkbewoners zijn nieuwe potentiële leden enthousiast te krijgen voor het wroeten in de natuur. Ook kunnen activiteiten worden gehouden samen met de educatieve tuinen van Sport en Recreatie of samen met scholen of met jeugdinstellingen.
Voorlichting en winkelverkoop De richtlijnen voor natuurlijk tuinieren worden maar beperkt gehanteerd in het dagelijks beheer van tuinen en complexen. En dat terwijl kennis en kunde vrij beschikbaar is vanuit het Nationaal Keurmerk Natuurlijk Tuinieren van de Algemene Vereniging voor Volkstuinders Nederland. Deze organisatie kan de volkstuinverenigingen begeleiden met ecologisch tuinieren en een duurzame inrichting en terreinbeheer. Cruciaal is daarbij de verkoop via de verenigingswinkel. Veel van de vervuilende meststoffen en bestrijdingsmiddelen komen via de eigen winkel op de complexen binnen. Tekenend is dat slechts één volkstuinvereniging in Charlois werkt met een centrale composthoop. Het is noodzakelijk dat de verenigingen richtlijnen voor zuinig gebruik van deze middelen opstellen.
17
6.6 Voorwaarden voor vernieuwing
Bestuurlijke kracht Voor het organiseren van vernieuwing is bestuurlijke kracht nodig. Charlois heeft nu feitelijk veel kleine volkstuinverenigingen. Er wordt in de praktijk al beperkt samengewerkt. De verenigingen vormen met elkaar de unit volkstuinverenigingen Charlois. Grotere, vitale verenigingen zijn over het algemeen beter in staat vernieuwingen door te voeren dan kleine verenigingen. De veranderingen die gevraagd worden van de verenigingen vereisen een beleidsvisie voor de middellange en langere termijn, en een sterke organisatie met veel kader. Ook allerlei praktische zaken als het bestrijden van overlast, het omgaan met lastige leden, het handhaven van regelgeving kunnen beter in gezamenlijk verband worden opgezet. De ruimtelijke situatie is zodanig dat het merendeel van de tuinen gegroepeerd ligt in clusters. Dit vormt een aanknopingspunt voor het versterken van de samenwerking. Verenigingen die bij elkaar in de buurt liggen, kunnen op het gebied van beheer en activiteiten gezamenlijk veel sterker voor de dag komen. Samenwerking heeft veel voordelen. Deskundig kader kan voor verschillende verenigingen een betekenis hebben. De verenigingen kunnen met elkaar een veel professioneler cursusaanbod in elkaar zetten. Externe contacten vanuit de gezamenlijke verenigingen heeft meer effect. Hierboven zijn drie uitgangspunten genoemd voor het volkstuinieren in de toekomst. Er is behoefte aan verenigingen die midden in de samenleving staan, die gelegenheid bieden tot sociale recreatie en die bewust omgaan met natuur en milieu. Deze uitgangspunten zullen ook draagvlak moeten krijgen bij de leden van de verenigingen. De leden zullen actief moeten meewerken aan de uitvoering van deze drie punten. Dit alles vraagt veel van het bestuur van de verenigingen. Door het bundelen van deskundigheden kan een sterk gezamenlijk kader worden ontwikkeld dat goed op de toekomst is voorbereid. Er zijn vele vormen van samenwerking bekend, van afstemming en overleg tot een fusie van verenigingen. Stevig inzetten op verdergaande vormen van samenwerking ligt voor de hand om te komen tot krachtige, vitale verenigingen. Samenwerking is eenvoudiger voor verenigingen die een min of meer gelijke keuze maken voor de toekomstige ontwikkeling. Ook verenigingen die dicht bij elkaar liggen, kunnen gemakkelijker samenwerken. Een welafgewogen keuze voor vormen van samenwerking en omvang van de samenwerking en partners voor samenwerking is nodig. De unit volkstuinverenigingen Charlois kan een belangrijke rol spelen bij het vormgeven van de toekomstige samenwerking tussen de verenigingen in de deelgemeente. De deelgemeente verwacht van de verenigingen duidelijke en concrete stappen op het gebied van vergaande samenwerking, onder meer gerelateerd aan het groot onderhoud. De deelgemeente zal met de verenigingen en de unit afspraken maken over deze samenwerking.
Een breder financieel draagvlak Een gezamenlijke financiële planning is nodig om gestalte te kunnen geven aan toekomstige vernieuwingen. Om investeringen te kunnen doen in de volkstuincomplexen, is een breder
18
financieel draagvlak nodig. Een sterkere positie midden in de samenleving maakt het mogelijk meer geldstromen te benutten. Ook kunnen commerciële activiteiten beter gezamenlijk worden opgezet. Nieuwe inkomsten kunnen komen uit fondswerving, door een deel van de huisjes tijdelijk te verhuren als een soort stadscamping of door naschoolse opvang te bieden. De volkstuinverenigingen die zijn aangesloten op het watersysteem van het Zuiderpark zouden kano’s kunnen verhuren. Wellicht zijn er mogelijkheden om de horecafunctie uit te breiden. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Er valt nog veel meer te bedenken.
6.7 Wandelroute langs de volkstuinen Charlois bezit een rijkdom aan volkstuinen, alleen niet iedereen weet dat. Om de volkstuinen meer onder de aandacht te brengen, kan een volkstuinenroute worden samengesteld langs de volkstuinen in Charlois. Om wandelaars te informeren, komt op elk volkstuincomplex een bord te staan met daarop een overzicht van alle complexen, georganiseerde activiteiten, en openingstijden van de verenigingsgebouwen. De gebouwen moeten dan ook open zijn voor niet-leden. Bekeken kan worden of een dergelijke route niet aantrekkelijk is als beeldenroute. Het oude Zuidpleintheater had bijvoorbeeld een aantal fraaie standbeelden, die momenteel in een depot in Dordrecht staan opgeslagen. Herkenbare borden (met vrij wandelen in plaats van verboden toegang) en herkenbare toegangspoorten zouden van de route en de aanliggende volkstuinen een eenheid kunnen maken. De deelgemeente Charlois zet zich in om een dergelijke wandelroute langs de volkstuinen in 2008 te realiseren.
19
07 GROOT ONDERHOUD
7.1. Uitgaven In het Meerjaren Onderhoud Plan (MOP 2007) vraagt Sport en Recreatie de deelgemeente voor de periode 2008 – 2016 een jaarlijks budget voor het groot onderhoud volkstuinen van € 183.000. Hierin is het baggeren van de binnensloten op de complexen inbegrepen. Het groot onderhoud volkstuinen maakt onderdeel uit van het groot onderhoud aan alle voorzieningen sport en recreatie. De deelgemeente heeft jaarlijks voor alle voorzieningen sport en recreatie een budget voor groot onderhoud beschikbaar van € 214.000 (peiljaar 2007). Dit is veel minder dan Sport en Recreatie nodig heeft. Aan de hand van de toekenning van het budget door de deelgemeente stelt Sport en Recreatie jaarlijks op basis van een schouw de prioriteiten in het groot onderhoud. De afgelopen vijf jaar is er door Sport en Recreatie gemiddeld jaarlijks € 53.000 aan het groot onderhoud volkstuincomplexen uitgegeven. Dit betrof naast diverse kleine werkzaamheden voornamelijk de kosten van aanpak van de beschoeiingen langs de slootkanten. Ook zijn er werkzaamheden op het gebied van groot onderhoud uitgevoerd ten laste van het budget voor de vernieuwing Zuiderpark. Dit was nodig omdat de aanleg van het nieuwe Zuiderpark aanpassingen van enkele volkstuincomplexen met zich mee brachten. Naast de bijdrage voor groot onderhoud stelt de deelgemeente een jaarlijks budget beschikbaar voor klein onderhoud, belastingen en kapitaalslasten. Het onderdeel klein onderhoud bedraagt voor alle volkstuincomplexen ongeveer € 38.000 per jaar.
7.2 Overzicht wensen De volkstuinverenigingen en de deelgemeente Charlois hebben in december 2006 aan Sport en Recreatie gevraagd een overzicht van de situatie op het gebied van het groot onderhoud op te stellen. Er is door Sport en Recreatie vervolgens bij de verenigingen een korte inventarisatie gehouden van de wensen op het gebied van het groot onderhoud. Aan de hand hiervan heeft Sport en Recreatie een wensenlijst opgesteld. Voor de uitvoering van deze wensen is € 3,26 miljoen nodig. De wensenlijst ziet er globaal als volgt uit:
1. Vernieuwing van de paden. Bij het complex De Zandweg zijn de meeste paden opnieuw geasfalteerd in het kader van de vernieuwing van het Zuiderpark. De overige verenigingen hebben de vernieuwing van de paden opgevoerd voor een bedrag van € 1,43 miljoen.
2. Beschoeiingen. Enkele complexen hebben geen binnensloten op het terrein. De overige verenigingen hebben de aanpak van beschoeiingen langs de slootkanten opgevoerd voor een bedrag van € 1,4 miljoen.
20
3. Hekken. De verenigingen Oldegaarde, Wielewaal en Heijplaat hebben de wens om nieuwe hekken rond het complex te realiseren voor een bedrag van € 117.600.
4. Openbaar groen op het complex. De verenigingen De Beukhoeve, Maasglorie, Pomona en Zonnehof hebben wensen op het gebied van onderhoud of verwijderen van groen op het complex voor een bedrag van € 245.000. Dit overzicht is besproken in een overleg tussen de unit volkstuinen Charlois, Sport en Recreatie en de deelgemeente. In dit overleg werd afgesproken alle verenigingen te bezoeken om de situatie ter plekke in kaart te brengen.
7.3 Ronde langs de complexen Een delegatie van de deelgemeente Charlois en van Sport en Recreatie heeft op 10, 11 en 12 mei een bezoek gebracht aan alle volkstuincomplexen in Charlois. Tijdens deze bezoeken werd met de aanwezige bestuursleden en/of met andere aanwezigen gesproken. Er is een goed beeld ontstaan van de huidige situatie en van de diverse problemen. In een bijlage is per vereniging een overzicht opgenomen van de bevindingen tijdens het bezoek in mei 2007. Op basis van deze ronde langs de complexen is de volgende aanpak groot onderhoud opgesteld.
7.4 Aanpak groot onderhoud op korte termijn De belangrijkste gemeenschappelijke onderwerpen op het gebied van het groot onderhoud zijn de hekken, de paden, de sloten (baggeren en beschoeiingen), het openbaar groen binnen de complexen en het onderhoud rond de complexen. Deze zaken worden op de volgende manier aangepakt.
A. Hekken Hekken rond het complex worden in principe alleen vervangen als zij functioneel duidelijk niet meer voldoen en als er sprake is van herhaald vandalisme. Een goede mogelijkheid is het laten dichtgroeien van de hekken met struiken. De toegangspoorten tot de complexen moeten er uitnodigend uitzien met bijvoorbeeld een entree met bloeiende planten en informatie over de toegankelijkheid. In sommige gevallen lijkt een toegangspoort potentiële bezoekers eerder af te schrikken dan uit te nodigen voor een bezoek.
B. Paden De paden op de volkstuinen bestaan voor een deel uit doorgaande paden en voor een deel uit zijpaden. De doorgaande paden worden ook door wandelaars gebruikt. Het is nodig dat een pad goed begaanbaar is. In een parkomgeving is het echter niet erg als een pad een meer natuurlijke uitstraling heeft. Er gelden hier voor de paden andere eisen dan in een druk bezocht winkelcentrum. Op de meeste complexen zijn slechte plekken op de paden. Het is echter veelal niet nodig om de paden geheel te vernieuwen. Op de meeste complexen kunnen de slechte plekken worden aangepakt.
C. Sloten
21
Het waterschap controleert elke zeven jaar de watergangen. Deze controles staan van te voren vast. Het ligt voor de hand om het baggeren uit te voeren vlak voordat de controles plaatsvinden. Dit betekent dat het goed mogelijk is een meerjaren planning voor het uitvoeren van het baggeren van de sloten op te stellen. Ook de beschoeiingen kunnen worden meegenomen in deze planning. Door het baggeren raken de platen langs de slootkant soms beschadigd. Daarom is aanpak nodig in combinatie met baggeren. Een vuistregel is dat na twee keer baggeren de beschoeiingen aangepakt moeten worden. De buitensloten worden via Gemeentewerken gebaggerd, de binnensloten via Sport en Recreatie. In beide gevallen is dit voor rekening van de deelgemeente. Bij de beschoeiingen is het zo dat de tuinders 1,5 meter moeten vrijlaten vanaf de slootkant. Dit is bijna nergens het geval. Sommige tuinders hebben alle ruimte tot aan de slootkant bij hun tuin getrokken. Soms hebben zij een vlonder gemaakt over het water van de sloot. In een aantal gevallen zakken de slootkanten in doordat de tuinders de grond aan de slootkant te zwaar belasten. De tuinders moeten zelf het kroos uit de sloot halen. Iedere tuinder is verantwoordelijk voor het deel van de sloot direct achter zijn tuin. Het toezicht hierop moet door het bestuur van de vereniging plaatsvinden. Op sommige complexen zijn veel binnensloten, op andere complexen zijn helemaal geen binnensloten. De vraag is of deze binnensloten wel altijd nodig zijn en of er een goed alternatief voor afwatering mogelijk is, door aanleg van drainage.
D. Openbaar groen op de complexen Het onderhoud van het gemeenschappelijk groen binnen de complexen wordt nu in de praktijk voor een belangrijk deel uitgevoerd door de verenigingen. Enkele verenigingen hebben gevraagd om een machine (zoals een zitgrasmaaier) om dit onderhoud beter te kunnen uitvoeren. Machines kunnen het zelfbeheer vergemakkelijken. Het ligt voor de hand om hierbij te kiezen voor het gezamenlijk gebruik van de machines door de verenigingen. Dit zou bijvoorbeeld binnen de unit volkstuinverenigingen Charlois geregeld kunnen worden.
E. Onderhoud rond de complexen In de meeste gevallen is Gemeentewerken verantwoordelijk voor het onderhoud rond de complexen. Sport en Recreatie en Gemeentewerken hebben de taak om onderling af te stemmen over het verloop van de uitvoering van onderhoud op de complexen. De verenigingen en de deelgemeente moeten op de hoogte blijven van dit overleg. Eventuele knelpunten moeten gezamenlijk worden opgelost.
22
08 BELEID
Beleid voor de korte termijn
1. Realisatie van een wandelroute langs de volkstuincomplexen In 2008 wordt een wandelroute opgezet langs de verschillende volkstuinverenigingen. Op deze wijze worden de verschillende verenigingen meer onder de aandacht gebracht van de bewoners van Charlois.
2. Planning en uitvoering groot onderhoud In de Voorjaarnota 2007 van de deelgemeente Charlois zijn twee posten opgenomen op het gebied van onderhoud volkstuinen: 1. Een bedrag van € 90.000 voor baggeren van binnensloten op enkele complexen op grond van bestuurlijke aanschrijving wordt aangewend in de periode 2007/2008 voor de verenigingen Maasglorie, Zonnehof en Phoenix. 2. Een bedrag van € 300.000 voor overige knelpunten. Het voorstel is dit bedrag als volgt te besteden:
A. Paden. Het asfalteren van de paden van de vereniging Zonnehof
€ 75.000
B. Beheer. De meeste verenigingen nemen zelf bepaald onderhoud op het complex voor hun rekening. Er is behoefte aan machines om dit onderhoud beter te kunnen verrichten. Het ligt voor de hand deze machines door de verenigingen gezamenlijk te laten gebruiken. Hiervoor is gereserveerd
€ 25.000
C. Openbaar groen. - Vereniging Oldegaarde (het beplanten van groen tegen het hek aan de zuidzijde van het complex om zo de veiligheid te vergroten) - Vereniging Maasglorie (snoeiwerkzaamheden waardoor deze vereniging het onderhoud van het openbaar groen verder zelf beter kan verrichten) Totaal
€ 25.000
D. Aanpak van slechte plekken op de paden vereniging De Beukhoeve € 40.000 vereniging Wielewaal
€ 40.000
vereniging Maasglorie
€ 20.000
vereniging Reijerwaard
€ 20.000
Totaal
€ 120.000
23
E. Aanpak beschoeiingen
€ 25.000
Hierbij wordt prioriteit gegeven aan knelpunten die zich na het baggeren van de sloten bij de verenigingen Maasglorie, Phoenix en Zonnehof voordoen
F. Voor kleine wensen en initiatieven die passen binnen het kader van deze beleidsnotitie wordt voor de verschillende volkstuinverenigingen een beperkt bedrag beschikbaar gesteld. Voor de elf verenigingen is beschikbaar
€ 30.000
Vanaf 2008 wordt met een systematiek gewerkt waarin de verschillende onderdelen van het groot onderhoud een plek krijgen.
Op basis van de planning onderhoud voor baggeren en beschoeiingen wordt een bepaald bedrag gereserveerd.
Voor incidenteel onderhoud, bijvoorbeeld door stormschade of calamiteiten, en voor klein onderhoud moet een bepaald bedrag worden gereserveerd.
Voor vernieuwing van paden, hekken en herinrichting van delen van complexen voor zover nodig en voor zover geen middelen aanwezig zijn moet een claim worden ingediend voor eenmalige middelen.
Sport en Recreatie moet de afspraken die gemaakt worden over de inzet van het budget voor groot onderhoud nakomen en zorgen voor een helder inzicht in de besteding van dit budget. Verder stelt Sport en Recreatie een meerjarenplanning op voor het baggeren van complexen en voor de aanpak van beschoeiingen voor de periode 2008 en verder. Deze planning moet aansluiten op de planning van de controles door het Waterschap. Het dagelijks bestuur heeft nog geen uitspraak gedaan over het opnemen van een voorziening groot onderhoud volkstuinen op de balans. Als blijkt dat een dergelijke voorzieningen binnen een betere systematiek voordelen heeft voor een goede afwikkeling van het groot onderhoud, dan bestaat hiertegen geen bezwaar.
3. Financiële middelen De huurprijzen voor de volkstuinen worden met ten minste het jaarlijkse acres verhoogd. Het meerdere kan worden aangewend voor verhoging van het kwaliteitsniveau van het groot onderhoud of voor extra andere voorzieningen. De bepaling van de huurverhogingen en het hiermee gepaard gaande kwaliteitsniveau van het groot onderhoud of andere voorzieningen zal na overleg met de volkstuinverenigingen plaatsvinden.
Beleid voor de langere termijn Het is zeer van belang om nu al na te denken over de komende ontwikkelingen en om nu al voorbereidingen te treffen voor de toekomst. Essentieel hierbij is dat de volkstuinverenigingen midden in de samenleving komen te staan en dat zij een waardevolle recreatieve voorziening voor een groot deel van de bevolking gaan vormen.
24
De volkstuincomplexen in Charlois zijn voorzieningen voor de bewoners van Zuid. Dit betekent dat de leden van de verenigingen ook grotendeels uit dit gebied moeten komen. Dat een deel van de leden (bijvoorbeeld 20%) elders woonachtig is, vormt geen probleem. De verenigingen moeten zich bij de ledenwerving wel richten op de huidige bewoners van Zuid. De samenstelling van het ledenbestand moet in de toekomst gemengd zijn qua leeftijd en herkomst. De deelgemeente Charlois wil vitale volkstuinverenigingen binnen haar grenzen hebben, die intern de vereniging organisatorisch goed op orde hebben, maar ook extern een stevige positie in de wijken en in de deelgemeente innemen. Dit betekent dat de verenigingen over voldoende bestuurskracht beschikken, een goed intern beheer van het complex opzetten, dat conflicten tussen leden goed worden opgelost en dat de handhaving van de regels door de besturen op effectieve wijze wordt uitgevoerd. Bij de verenigingen moet niet het verblijf de belangrijkste functie zijn. Recreatie op de complexen door leden en door buitenstaanders staat voorop. Bezoekers moeten zich welkom voelen. De complexen moeten goed toegankelijk zijn. Een flinke stap is nodig op het gebied van milieuvriendelijk tuinieren. De verenigingen kunnen hier de komende jaren via voorlichting en educatie en via het maken van afspraken met de leden nog veel verbeteren. Het moet mogelijk zijn in 2015 het milieuvriendelijk tuinieren op alle complexen als standaard ingevoerd te hebben. Het gebruik van gifstoffen en het gebruik van meststoffen wordt hierbij geminimaliseerd. De deelgemeente ziet op termijn door samenwerking tussen verenigingen minder, maar wel grotere complexen ontstaan. Het aantal tuinen kan worden teruggebracht naar ongeveer 1000 om een goed evenwicht te hebben tussen vraag en aanbod. De deelgemeente geeft helder aan welke inzet zij heeft op het gebied van groot onderhoud op de complexen. Deze inzet moet worden vertaald in meerjaarlijkse onderhoudsplannen. De tarieven zullen hierbij op een hoger niveau worden gebracht. Dit kan via geringe extra tariefsverhogingen stapsgewijs plaatsvinden verspreid over enkele jaren. De ruimtelijke ontwikkelingen zullen de komende jaren veel aandacht vragen. De deelgemeente hecht hierbij aan het groen houden van de grenzen van het Zuiderpark. Buiten het Zuiderpark zijn er op verschillende locaties betere mogelijkheden voor verdichting. Andere, nieuwe vormen van recreatief tuinieren zijn mogelijk. Een voorbeeld is het creëren van kleinere gebieden in de wijken op binnenterreinen of gekoppeld aan instellingen als scholen of verzorgingshuizen of bedrijven. De volkstuinverenigingen zijn in eerste instantie zelf aan zet bij het vormgeven van de toekomst. Het is hierbij onze overtuiging dat alleen vitale verenigingen die een belangrijke recreatieve bijdrage aan de samenleving leveren een goede toekomst tegemoet gaan.
25
Bij de beoordeling van de maatschappelijke bijdrage van de volkstuinverenigingen staan de drie beleidsuitgangspunten (midden in de samenleving, gelegenheid bieden voor sociale recreatie en bewust omgaan met natuur en milieu) centraal. Het is mogelijk de resultaten die de verenigingen scoren op deze uitgangspunten te gebruiken als een soort monitor voor de ontwikkeling van de vitaliteit van de verenigingen. Ook de bestuurskracht van de verenigingen zal worden verwerkt in de monitor. Deze monitor kan worden gebruikt bij het maken van afwegingen op het gebied van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De deelgemeente blijft graag meedenken bij de uitwerking van de vernieuwingen. In enkele gevallen kan er ondersteuning worden geboden bij vernieuwende initiatieven. Veel kan worden geregeld via goed overleg tussen de betrokken partijen, zoals de unit volkstuinverenigingen Charlois, Sport en Recreatie, Gemeentewerken en de deelgemeente. Dit overleg moet worden voortgezet en zo nodig versterkt.
26
BIJLAGE BESPIEGELINGEN LANGERE TERMIJN
Ontwikkelingslijnen voor de langere termijn Het jaar 2030 lijkt nog ver weg. Nu worden al de eerste stappen gezet voor de ontwikkeling van de hoofdlijnen waarlangs de complexen zich zullen ontwikkelen. Hieronder volgen enkele creatieve bespiegelingen over mogelijke ontwikkelingen op langere termijn. Deze bespiegelingen geven een doorkijk naar de toekomst vanuit een ander perspectief.
A. Water, wonen en recreatie
Transformeren naar woningbouw Een of meer locaties zouden op lange termijn (deels) kunnen worden getransformeerd tot woningbouwlocaties. In de concept-Stadsvisie 2030 is een groep van volkstuincomplexen aangegeven als mogelijke woonlocatie. Een geleidelijke overgang naar permanent woongebied is mogelijk. In het buitenland zijn voorbeelden te vinden (zoals in Duitsland en Oostenrijk) van situaties waar permanente bewoning op sommige complexen mogelijk is.
Nieuwe locaties: de wijk in Er kan in combinatie met deze transformatie ook naar andere locaties gezocht worden. Nieuwe volkstuinen in gemeenschappelijke tuinen of in parkstroken. De complexen zullen veel kleiner zijn en meer verspreid door de wijk. In Amerika zijn hier veel voorbeelden van. Het ledenbestand kan veel meer wijkgebonden zijn. Ook kunnen deze tuinen worden gekoppeld aan functies in de wijk, zoals scholen of verzorgingstehuizen. Doordat de tuinders op deze manier een deel van het openbaar groen beheren, worden de hoge beheerkosten van het openbaar groen enigszins verlaagd, zodat andere plekken in de wijk beter kunnen worden onderhouden. Een voorbeeld is het GWL-terrein in Amsterdam, waar volkstuinen zijn geïntegreerd in een hoogbouwomgeving. Bewoners kunnen daar tegen een geringe vergoeding een perceel van 12 m2 huren. Om het volkstuinieren in de wijk te stimuleren, zou er een werkgroep wijktuinen opgericht moeten worden. Deze werkgroep kan belangstellende bewoners inlichten over de mogelijkheden en helpen bij het oprichten van een tuinclub.
Nieuwe locaties: verder uitplaatsen De groene zone ten noorden van de A15 is uitermate geschikt om één of meerdere nieuwe verenigingen te ontwikkelen. Er is nog geen krachtige visie op dit gebied ten zuiden van Charlois. De nieuwe complexen zouden kunnen worden gecombineerd met bedrijven, naar voorbeeld van Papendorp bij Utrecht of volkstuinencomplex Groenewoud in Utrecht. Deze strategie vraagt om een beleid dat de grenzen van de deelgemeente overstijgt, aangezien de zone ten noorden van de A15 doorloopt tot in het grondgebied van Barendrecht en IJsselmonde.
Waterpark Een transformatie biedt ook een mogelijkheid voor vergroten van de wateropvang. Een nieuw systeem van sloten en kanalen kan water bufferen voor de stad. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om de complexen aan te laten sluiten op de geplande vaarroute onder de A15. Op sommige
27
percelen zouden zelfs boothuizen kunnen worden gezet. In Neu Venedig (nieuw Venetië) bij Berlijn is zo een prachtig waterpark ontstaan.
B. Stadsparktuinen
Stadsparklocaties Een aantal volkstuinen ligt in het deel van het Zuiderpark dat onlangs is heringericht. Met deze herinrichting is geprobeerd het Zuiderpark meer aan te laten sluiten bij de wensen van de bewoners op Zuid. Sinds de oorspronkelijke aanleg van het park heeft Zuid een multiculturele samenstelling gekregen. De volkstuinparken zullen deze aanpassingsslag nog moeten maken. De complexen zijn door de renovatie kleiner geworden.
Meer parkfuncties en betere parkrelaties De verenigingen in het park liggen in zichzelf gekeerd ten opzichte van het Zuiderpark. Zij zijn nu monofunctioneel. De complexen in het park zouden veel meer verweven kunnen worden met het park. In de plannen voor het nieuwe Zuiderpark is een aantal demonstratietuinen gepland, maar die komen vooralsnog niet van de grond. Een aaneengesloten hoofdroute door de complexen zou een goede eerste stap zijn. Een combinatie met een of meer nieuwe functies zou een mooie stap zijn naar vanuit het huidige besloten karakter van de tuinen naar de open sfeer van het park. De kantines van Zuiderhof of Zandweg hebben een perfecte ligging in het park om te worden omgebouwd tot openbare horecalocatie.
C. Allianties met instellingen in de wijken Verschillende volkstuinverenigingen liggen gunstig ten opzichte van de omliggende wijk en/of bepaalde instellingen in de wijk zoals een verzorgingshuis of verpleeghuis. Dit biedt mogelijkheden om deze relatie te versterken, bijvoorbeeld door een wandelroute langs de volkstuinen die aansluit op het verzorgingscomplex. Meer ouderen zouden in staat moeten zijn een stuk tuin op maat te onderhouden. Een ouderensociëteit zou zich bijvoorbeeld naar het complex kunnen verplaatsen. Een voorbeeld is de vereniging Pomona. Deze ligt niet ver van een basisschool, een educatieve tuin en een naschoolse kinderopvang. Sinds de aanleg van het fietspad over het oude havenspoor is de wijk binnen handbereik gekomen. Ten zuiden van Pomona ligt een prachtig, maar geïsoleerd parkje. Door deze functies meer op elkaar te betrekken, ontstaat er een interessante combinatie: naschoolse opvang in de verenigingskantine, boomhuttendag in het parkje, natuuronderwijs in een ecologische omgeving.
D. Vrije tuinen Een voorbeeld hiervan is de vereniging Heijplaat, een kleine vereniging met een lage organisatiegraad. Er zijn weinig voorzieningen op het terrein aanwezig, er staan geen weekendhuisjes. Hierdoor blijven de kosten laag. Dit maakt de vereniging erg populair. Het is de enige vereniging met een wachtlijst. De leden komen uit heel Rotterdam. Het complex maakt geen deel uit van een ecologische structuur. De ecologische waarde van het terrein zelf is laag, doordat er weinig volwassen beplanting op het complex staat. Al met al is de vereniging ongebonden. Het vrije karakter en de lage kosten spreekt veel Rotterdammers kennelijk aan. Dit past binnen het beeld dat de Rekenkamer Rotterdam schetst, namelijk dat er een tekort aan nutstuinen in Rotterdam is.
28
BIJLAGE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE VOLKSTUINVERENIGINGEN
1. Volkstuinvereniging Heijplaat Complex: Rondolaan 76, 3089 JG Rotterdam, telefoon 429.67.85
beschrijving Deze vereniging heeft geen verblijfstuinen, maar alleen nutstuinen. Het complex is gelegen aan de oostzijde van de wijk Heijplaat tussen een doorgaande weg en een spoorlijn. Vanuit het complex zijn de kranen en containers in de haven te zien. De paden verkeren in redelijke staat. Er zijn geen binnensloten op het complex. Enkele tuinders kweken tropische groenten in een kas.
voorzieningen Er is geen elektriciteit op de tuinen, wel in het verenigingsgebouw. Ook is er geen riolering op de tuinen. Wel staan er verspreid over het complex langs de paden enkele watertappunten. Parkeren is mogelijk op het terrein.
verenigingsgebouw Het gebouw lekt op enkele plaatsen. Aan de achterzijde is een toilet voor de tuinders. Dit toilet is kapot. Het gebouw wordt gebruikt als opslagruimte, als winkel en als kantoor. Er zijn geen activiteiten. Achter het gebouw staat een container voor opslag.
leden/tuinen Het complex telt ongeveer 45 tuintjes. De leden komen uit heel Rotterdam. Er zijn nog maar drie leden uit de wijk Heijplaat overgebleven. Er is een wachtlijst met 7/8 personen. De oppervlakte van de tuintjes is ongeveer 250 m2. De huur bedraagt ongeveer 300 euro per jaar. Er worden veel groenten verbouwd. Helaas eten duiven en konijnen veel op.
wensen en knelpunten
De jeugd uit de buurt klimt soms op enkele plekken over het hek. Er ontbreekt begroeiing achter het hek. Het terrein achter het hek is eigendom van de NS.
De vereniging wil graag een freesmachine om de grond te kunnen bewerken, geld voor vernieuwing van het toilet, een gemeenschappelijk hek tussen het looppad en de tuintjes en vernieuwing van het verenigingsgebouw.
2. Volkstuinvereniging de Wielewaal Complex: Schulpweg 425, 3084 NH Rotterdam, telefoon 429.27.22
beschrijving Het complex ligt in de wijk Wielewaal aan de Schulpweg. Er is een klein parkeerterrein op het complex. De meeste leden moeten buiten het complex parkeren. Er is recent een nieuwe toegangspoort geplaatst. De algemene toestand van de paden is redelijk. Er zijn op diverse plaatsen slechte plekken op de paden. Dit is vooral aan de uiterste westzijde en aan de uiterste oostzijde. Het complex heeft geen binnensloten. Aan de zuidzijde van het complex heeft zich kort geleden een grote wateroverlast voorgedaan. Een greppel aan de buitenzijde van het terrein is overstroomd. Voor het onderhoud aan deze greppel voelt zich op dit moment geen enkele
29
instantie verantwoordelijk. Sport en Recreatie heeft nu een drainagepijp aangelegd naar het riool. Dit helpt enigszins.
voorzieningen Er is geen elektriciteit op de paden en bij de tuinen. Water en riolering zijn aanwezig.
verenigingsgebouw De vereniging heeft een mooi gebouw. Ongeveer een derde van de leden komt regelmatig in het gebouw. Er zijn veel sociale activiteiten.
leden/tuinen Er zijn 129 tuintjes. Op het moment van het bezoek stonden er 7 te koop. De tuinders zijn ongeveer €650 per jaar kwijt aan vaste lasten. Twee tuinders bezitten al sinds de oprichting van het complex in 1962 een tuin. Veel tuinders zijn uit de wijk verhuisd, maar houden hun tuin nog geruime tijd aan. Het bestuur wil het complex upgraden. Een mogelijkheid is om als vereniging zelf betere huisjes op de tuinen neer te zetten.
wensen en knelpunten
De vereniging wil graag het parkeerterrein opnieuw laten bestraten.
Drie grote populieren naast het parkeerterrein vormen een mogelijk gevaar. Ook elders op het terrein staan diverse grote populieren die een gevaar kunnen gaan vormen.
De vereniging wil graag een nieuw hek rond het terrein.
Het opnieuw asfalteren van de paden en het aanbrengen van verlichting op de paden.
Het doorspuiten van de drainage
3. Volkstuinvereniging Pomona Complex: Hansweertstraat 10, 3084 LN Rotterdam, telefoon 480.85.04
beschrijving Het complex ligt aan de zuidzijde van de wijk Pendrecht naast het tenniscomplex Zuidelijk Randpark. De vereniging heeft zelf op het terrein een speelplek voor de kinderen aangelegd. De staat van de paden is in het algemeen redelijk tot goed met enkele slechte plekken. Enkele sloten moeten dringend worden gebaggerd. Er ligt een flink parkeerterrein op het complex zelf. Voor de ingang van het complex staan vaak auto’s geparkeerd, waardoor anderen met de auto de draai niet kunnen maken om het complex binnen te rijden.
voorzieningen Er is geen elektriciteit op de tuintjes. Wel heeft iedereen de beschikking over water en riolering. Op een van de huisjes op het complex zijn twee zonnepanelen aangebracht. Dit werkt uitstekend. Op deze wijze is aanleg van elektra niet nodig.
verenigingsgebouw In het verenigingsgebouw worden diverse activiteiten georganiseerd, zoals film, bingo en gourmetten. Binding met de wijk is moeilijk te krijgen. De vereniging zou bijvoorbeeld graag deelnemen met een stand op de braderie. Voor de toegang naar de wijk zou een bruggetje van het complex de wijk in heel goed zijn.
30
leden/tuinen Er zijn 104 tuinen. Op het moment van het bezoek stonden er 6 tuinen te koop. Er zijn diverse Turkse en Kaapverdiaanse leden. De vereniging heeft ook een Turks bestuurslid. Veel huisjes staan er al vanaf de start van de vereniging. De kwaliteit van de huisjes wordt nu minder. De prijzen van de tuinen op het terrein lopen op tot € 5000 tot € 7000.
wensen en knelpunten
De vereniging wil een openbaar toiletgebouw op het complex vervangen door een bestuurskamer.
De vereniging wil graag een deel van een (doorlopend) openbaar pad rechts naast de ingang van het complex bij het terrein trekken. In de praktijk doet de vereniging het onderhoud van dit stuk grond al.
Er zijn klachten over onderhoud van het groengebied rond het complex. Op enkele plaatsen vallen regelmatig bomen om.
Om parkeren vlak voor de ingang van het complex te voorkomen, zouden hier bomen langs de weg geplant kunnen worden.
4. Volkstuinvereniging de Beukhoeve Complex: Slinge 17, 3084 EA Rotterdam, telefoon 480.79.70
beschrijving De vereniging De Beukhoeve beschikt over het grootste complex in Charlois. De ligging van het complex is aan de oostzijde van het Zuiderpark tussen de verkeerswegen De Slinge en de Oldegaarde in. Er is een parkeerterrein buiten het complex naast de sportboerderij De Beukhoeve. Het complex beschikt over vier ingangen. Er is recent een nieuw bestuur voor de vereniging gekozen. Dit bestuur heeft veel nieuwe plannen voor de toekomst. De vereniging heeft de afgelopen tijd veel aandacht geschonken aan beveiliging. Er zijn camera’s opgehangen en er is nachtbewaking ingesteld. Hierdoor hebben er zich de laatste tijd geen nachtelijke inbraken meer voorgedaan. De vereniging heeft een gebied met veel wateroverlast omgevormd tot een natuurgebied onder de naam de Beukebeek. Er ligt een plan om hier een voorziening voor gehandicapten aan te leggen.
voorzieningen Bijna overal op het complex is er water, riolering, elektra en draadloos internet aanwezig.
verenigingsgebouw De vereniging heeft een gebouw dat door het bestuur te klein wordt bevonden. Er is een plan om een serre aan te bouwen. De vereniging heeft allerlei activiteiten. Er zijn regelmatig ongeveer 60 kinderen en kleinkinderen op het terrein. De vereniging heeft een speelplek met diverse toestellen aangelegd tegenover het verenigingsgebouw. De avondvierdaagse loopt door het complex. Er zijn veel wandelaars op het complex, vooral in de weekenden.
leden/tuinen Het complex telt 225 tuintjes. De grootte varieert tussen de 250 m2 en 340 m2. Vorig jaar waren er 17 mutaties. Nu staan er 10 tuinen met huisje en 2 tuinen zonder huisje leeg. De tuinen kosten meestal tussen de € 3000 en de € 8000. De leegstand loopt terug. De lasten voor de tuinders bedragen ongeveer € 600 per jaar. Er komen steeds meer jonge gezinnen bij en ook wordt de samenstelling van de leden multicultureler.
31
wensen en knelpunten
Een openbaar sportveldje buiten het complex op het terrein tussen het complex en de sportboerderij.
Een deel van de paden heeft slechte plekken. Door verzakking van een deel van het complex is er regelmatig sprake van wateroverlast. Vroeger heeft er een watergang door het complex gelopen. Deze is gedempt. De grond blijft hier echter verzakken. De paden verzakken dan ook.
Er zijn klachten over vies water in de sloten. Dit is een tijdelijke situatie vanwege de aanleg van een waterbuffer in het Zuiderpark. Volgend jaar worden de sloten doorgespoeld.
De vereniging wil graag meer informatie over de eisen op het gebied van veiligheid die voor de speeltoestellen gelden. Sport en Recreatie wordt gevraagd om hierover informatie te verschaffen.
5. ATV Phoenix Complex: Keyenburg 1, 3085 KA Rotterdam, telefoon 481.13.60
beschrijving Dit complex ligt aan de oostzijde van het Zuiderpark tussen de complexen De Beukhoeve en Zonnehof is. Er is weinig openbaar groen op dit terrein. Het complex heeft heel strakke heggen die de tuinen afgrenzen. De vereniging heeft geen last van nachtelijke inbrekers die op het complex overnachten. Vorig jaar is er een enkele inbraak geweest. Er zijn drie ingangen. Bij de noordoostelijke ingang is het pad verzakt. Hier ligt de opslag en de winkel. De paden zijn over het algemeen in aanvaardbare toestand. Er zijn weinig binnensloten op het complex.
voorzieningen Er is overal elektra, water en riolering aanwezig.
verenigingsgebouw In het verenigingsgebouw vinden vele activiteiten plaats. Er is een eigen kaartclub, tafeltennis, speciale activiteiten. Er is externe verhuur aan een kaartclub van schippers.
leden/tuinen Er zijn 94 tuinen. Er staat 1 tuin leeg. De tuinen zijn tussen de 250 m2 en 330 m2. De prijzen liggen tussen de € 1700 en de € 7500 (voor een stenen huisje).
wensen en knelpunten
De sloten moeten dringend worden gebaggerd. Twee buitensloten zijn niet (goed) gedaan door Gemeentewerken. Aan de noordoostzijde staat maar 10 cm water in de sloot. De afzuiging door de duiker is geblokkeerd.
Bij de sloot met aan de overkant de nutstuinen is er onderhoud gepleegd door Gemeentewerken. De groenafval is in het water van de sloot terecht gekomen.
32
6. Volkstuinvereniging Zonnehof Complex: Keyenburg 4, 3085 KA Rotterdam, telefoon 210.02.78/210.13.54 Postadres: VTV Zonnehof, Postbus 53.013, 3008 HA Rotterdam
beschrijving Het complex is gelegen aan de oostzijde van het Zuiderpark tussen de complexen van Phoenix en Maasglorie. Parkeren op het eigen terrein is niet mogelijk. Buiten het complex liggen enkele parkeerplekken voor gehandicapten. De aanduidingen op deze parkeerplekken ontbreken echter nog. De paden op het complex verkeren in een erg slechte toestand. Er mogen geen auto’s op de paden komen. Er wordt vuil gereden met een lichte tractor.
voorzieningen Overal is elektra, water en riolering beschikbaar.
verenigingsgebouw Rechts van de hoofdingang ligt een verenigingsgebouw, links van de ingang een zandhok en opslag van materialen. De vereniging organiseert bijvoorbeeld feesten in het gebouw. Ook doet de vereniging mee aan de avondvierdaagse.
leden/tuinen Er zijn 96 tuinen op het complex. Er staan er 3 te koop. De prijzen voor een tuin variëren tussen de € 700 en de € 6000. Er zijn vaste tijdstippen om de heggen tussen tuinen en paden te knippen De sloten zijn met latten in vakken verdeeld. Iedere tuinder moet zijn eigen vak schoonhouden.
wensen en knelpunten
Het asfalteren van de paden. Dit is al geruime tijd geleden toegezegd door de deelgemeente, maar de werkzaamheden zijn nog niet in gang gezet. De paden aan de voorkant moeten dubbel verhard worden.
7. Volkstuinvereniging Maasglorie Complex: Keyenburg 8, 3085 KA Rotterdam, telefoon 481.06.01 beschrijving Het complex ligt aan de oostzijde van het Zuiderpark, naast het complex Zonnehof. Er zijn twee ingangen. De hoofdingang ligt aan de noordzijde, naast de winkel. De andere ingang aan de oostzijde naast het verenigingsgebouw is voor buitenstaanders gesloten. De vereniging heeft een grote singel rond het complex. Er ligt op het terrein een grote strook openbaar groen in de vorm van gras en perken met struiken. Op diverse plaatsen zien de paden er niet goed uit. Diverse zijkanten van paden zijn kapot omdat er bijvoorbeeld wagens van Gemeentewerken of van een baggerbedrijf met groot materieel over heen zijn gereden.
voorzieningen Er is overal elektra, water en riolering beschikbaar.
verenigingsgebouw In het verenigingsgebouw organiseert de vereniging allerlei activiteiten zoals klaverjassen, karaoke, bingo en ontmoeting. En verder soms activiteiten voor (klein)kinderen zoals Sinterklaas.
33
leden/tuinen Het complex telt 74 tuinen, waarvan er 4 of 5 te koop zijn. De oppervlakte ligt tussen de 200 m2 en 340 m2. De kosten bedragen tussen de € 400 en de € 600 per jaar voor de tuinders. De prijzen van de tuinen liggen tussen de € 0 en de € 6000, afhankelijk van de staat van onderhoud en van het materiaal (hout of steen). De nieuwe leden zijn vaak mensen die al uit de kinderen zijn. De leden hebben een jaar proeftijd. Er zijn problemen met een van de leden. Betrokkene betaalt geen contributie en onderhoudt de tuin niet meer. Juridisch is het lastig om hem weg te krijgen.
wensen en knelpunten
De vereniging wil graag een eigen elektronische multifunctionele zitgrasmaaier voor het onderhoud van het semi-openbare groen
De vereniging wil graag met andere verenigingen de activiteitenprogramma’s afstemmen. Vragen hierbij zijn hoe je buitenstaanders kunt aantrekken met leuke activiteiten en hoe je een aantrekkelijk programma kunt maken voor de eigen leden
Er is een wens een bossage te laten verwijderen aan de zuidkant van het complex op het semi-openbare deel. Dit vanwege onbeheersbare groei van de struiken.
De boom aan de rand van tuin nummer 52 moet worden gekapt. Deze boom is in erg slechte staat. De boom ernaast is al omgevallen op een huisje.
8. Volkstuinvereniging Reijerwaard Complex: Kromme Zandweg naast nummer 80, 3084 ND Rotterdam, tel 480.45.67
beschrijving Het complex is gelegen ten zuiden van de Kromme Zandweg aan de rand van het Zuiderpark in de wijk Carnisse. Er is een beperkte parkeergelegenheid op eigen terrein. Deze ruimte is onvoldoende. De vereniging is klein. Het bestuur is stabiel. De vereniging staat er financieel goed voor. Een kleine vereniging heeft ook voordelen, er is weinig ruzie op de vereniging. In het kader van de vernieuwing van het Zuiderpark is er aan de zuidzijde van het complex een dijk aangelegd. Ook zijn de oevers opnieuw aangelegd. Er zijn diverse slechte plekken op de paden, vooral in het westelijke en noordwestelijke deel van het complex.
voorzieningen Het complex heeft geen elektra. Wel is er water en riolering. De tuinders gebruiken nu gasflessen.
verenigingsgebouw Het gebouw van de vereniging verkeert in goede staat. Er is een winkel, maar deze maakt geen winst. De vereniging heeft geen inkomsten uit de kantineverkoop. Er zijn wel af en toe gezellige bijeenkomsten. Elke week komen op de donderdag ouderen uit het verpleeghuis Hannie Dekhuijzen langs op de vereniging. De deelgemeente subsidieert deze activiteit.
leden/tuinen De vereniging telt 36 tuinen. Er staat 1 tuin te koop voor € 4500. Over het algemeen is er weinig leegstand. De contributie van de vereniging bedraagt € 54 per jaar. De leden komen veelal uit de buurt.
wensen en knelpunten
De vereniging wil graag de mogelijkheden tot parkeren bij de ingang uitbreiden. Het terrein zou hier heringericht kunnen worden. In het verleden hebben de buren ten
34
onrechte grond bij hun terrein gevoegd. De vraag is of dit nu te herstellen valt. Verder is de wens om lichtmasten neer te zetten bij de ingang.
De vereniging wil graag verlichting op de paden.
9. Volkstuinvereniging De Zandweg Complex: Kromme Zandweg 66a, 3084 NP Rotterdam, telefoon 481.66.68
beschrijving Het complex is gelegen aan de westzijde van het Zuiderpark. Het terrein bestaat uit verschillende delen die verbonden worden door openbare paden. In het kader van de vernieuwing van het Zuiderpark zijn er diverse tuinen weggehaald. De paden zijn geasfalteerd. Aan de westzijde is een milieupark aangelegd. Er is een ruime parkeergelegenheid op het eigen terrein. Er zijn veel ingangen naar het complex. Verschillende hekken zitten regelmatig op slot. Er is een speelplek met toestellen aangelegd. Er zijn niet veel inbraken, maar wel vaak slapers op het complex. De vereniging heeft een medewerker vanuit Werkstad (ID-regeling) die werkzaam is op het terrein voor het groenwerk.
voorzieningen Niet bekend.
verenigingsgebouw In het verenigingsgebouw vinden veel activiteiten plaats zoals een naaiclub, biljarten, klaverjas, dansen en ontmoeting. Ook zijn er rommelmarkten. Iedereen is welkom bij de activiteiten.
leden/tuinen Er zijn 133 tuinen op het terrein. Er staan er nu 9 te koop. Er komen meer en meer (klein)kinderen op het complex. Naast leden zijn er ook donateurs. De contributie bedraagt rond de € 45. Ongeveer 10% van de leden bestaat uit Turkse tuinders.
wensen en knelpunten Niet bekend.
10. Volkstuinvereniging Zuiderhof Complex: Zuiderparkweg 100, 3084 BB Rotterdam, telefoon 481.27.84
beschrijving Het complex ligt in het Zuiderpark naast de Zuiderparkweg ten zuiden van het AHOY-complex. In het kader van de vernieuwing van het Zuiderpark zijn er aan de zuidzijde verschillende tuinen verdwenen. Het verenigingsgebouw is vergroot; er is een nieuw deel aangebouwd. Aan de oostzijde is ruimte vrijgehouden voor elf thematuintjes. Tot nu toe zijn deze niet aangelegd en in gebruik genomen. Parkeren moet buiten het complex aan de noordzijde plaatsvinden. Op deze plek wordt echter veel illegaal geparkeerd door bezoekers van AHOY. In 2006 zijn de sloten gebaggerd. De beschoeiingen zijn niet gedaan.
voorzieningen Er is geen elektra, wel beschikken de tuinders over water en riolering.
35
verenigingsgebouw Het verenigingsgebouw is groot. Er zijn veel activiteiten zoals volksdansen, klaverjassen, biljarten, dansen, spel, rommelmarkt. Verder beschikt de vereniging over een eigen computercentrum.
leden/tuinen Er zijn 150 tuinen, waarvan er 6 leeg staan. Daarnaast zijn er nog 10 plekken voor thematuintjes. De prijzen schommelen rond de € 5000. Er zijn veel leden van verschillende herkomst. Er zijn ook leden uit Barendrecht, Hoogvliet en Rhoon. De leden betalen € 32 contributie aan de vereniging. De verkoop van tuinen trekt weer aan. Ook is er verjonging. Er komen meer kinderen op het complex.
wensen en knelpunten
Verbetering van de toegang aan de zijde van AHOY. Hier rijden vrachtauto’s over het
fietspad. Verbetering van de toegang tot het parkeerterrein, waardoor illegaal parkeren door bezoekers van AHOY wordt tegengegaan.
11. Volkstuinvereniging Oldegaarde Complex: Oldegaarde 951, 3084 AA Rotterdam
beschrijving Dit is een klein complex in het Zuiderpark ten noorden van de wijk Pendrecht tussen de Groene Kruisweg, de Oldegaarde en de Pendrechtse weg. Het complex heeft geen binnensloten. Wel ligt er een greppel rondom het complex. Deze greppel is in ieder geval aan de zuidzijde van het terrein te ondiep. Het huidige hek houdt indringers onvoldoende tegen. Een mogelijkheid zou zijn het hek te laten begroeien met bijvoorbeeld meidoorns. Parkeren is mogelijk op het eigen terrein naast het verenigingsgebouw. De vereniging heeft een winkel in een blokhut aan de westzijde van het terrein. Naast de ingang van het complex ligt een milieupark.
voorzieningen Er is geen elektra op de tuinen. Wel beschikt iedereen over water en riolering.
verenigingsgebouw De vereniging heeft centraal op het complex een verenigingsgebouw staan. Het gebouw is afgekeurd, het dak is te laag en de keuken voldoet niet meer. Verder zijn de brandvoorzieningen onvoldoende. De vereniging heeft geen geld om het gebouw te vervangen. Opknappen van het gebouw is waarschijnlijk niet rendabel. De vereniging heeft geen activiteiten omdat dit in het gebouw nu niet mogelijk is.
leden/tuinen De vereniging telt 55 tuinen, waarvan er nu 1 te koop staat. Dit tuintje is voor niets te verkrijgen, er staat geen huisje op. De tuinen zijn tussen de 250 m2 en de 300m2. De prijzen voor overname liggen rond de € 2000. Er zijn weinig kinderen op het complex. De samenstelling van de leden van de vereniging is divers.
36
BIJLAGE VOLKSTUINEN INTERNATIONAAL “Herr Professor Einstein, U huurt momenteel volkstuin nummer 2 aan de Burgunderweg in Boxfelde. De betreffende volkstuin is al een lange tijd niet onderhouden, onkruid heeft zich over het hele perceel verspreid en is gaan woekeren. Het hek is niet in orde, en de hele volkstuin maakt een onesthetische indruk. We nemen aan dat u niet langer geïnteresseerd bent in het huren van het perceel en daarom zullen we het aan iemand anders toewijzen, tenzij u bezwaar aantekent voor de 25e van deze maand en de volkstuin voor die datum in orde is gemaakt. Neemt u alstublieft de moeite om deze ergernis weg te nemen, en geef ons nader bericht.“ Volkstuinen zijn in veel culturen en lagen van de bevolking populair. Van de Verenigde staten tot Japan, en van Community Garden tot Schrebergarten; het volkstuinieren kent vele inspirerende verschijningsvormen, met soms opvallende overeenkomsten met de oer-Hollandse volkstuin. Groot-Brittannië: tuinieren is een serieuze zaak Het Groot-Brittannië van de industriële revolutie is de bakermat van het volkstuinieren, zoals wij dat ook in Nederland kennen. Het systeem van ‘allotments’ stamt al uit de 18e eeuw. Een afbeelding uit 1732 toont de stad Birmingham omringd door volkstuinen. De grote doorbraak vond eind 19e eeuw plaats; grote groepen fabrieksarbeiders zijn voor verse groenten aangewezen op volkstuintjes aan de rand van hun stad of dorp. In 1873 zijn er circa 250.000 percelen in gebruik, op het hoogtepunt in 1918 maar liefst 1.500.000. Een aantal dat geleidelijk krimpt tot circa 265.000 percelen in 1997. Inmiddels is met de toenemende behoefte aan verse biologische groente ook de populariteit van de volkstuin onder de middenklasse van Groot-Brittannië weer aan het groeien. Kenmerkend voor de Britse volkstuinen is dat ze in dienst staan van de teelt van groente en siergewassen. Groot-Brittannië is beroemd om zijn rijke tuinderscultuur met grootse evenementen als de Chelsea Flower Show. Een ‘vrije tijdscultuur’ zoals in veel Nederlandse volkstuincomplexen heeft er nooit wortel kunnen schieten. Verblijfsfuncties worden binnen het allotment-systeem namelijk niet toegestaan. Dit is terug te voeren op het feit dat volkstuinen al vroeg bij wet omschreven en geregeld werden. Gemeenten zijn sinds 1902 verplicht een geschikt stuk land uit te geven aan volkstuinders. Tuinders dienen zich vervolgens in een allotment association te verenigen en zich aan speciale bepalingen in de wet te houden. De gemiddelde grootte van een Britse volkstuin is 200-400 m2 met daarop een bescheiden huisje voor gereedschap. Bekende Britse volkstuincomplex is het honderd jaar oude Manor Garden Allotments in Londen, dat waarschijnlijk plaats moet maken voor de Olympische Spelen van 2012. Duitsland: oases in de stad In 1864 zet de “Schreber-beweging” in Leipzig het eerste georganiseerde volkstuinencomplex van Duitsland op. De Duitse arts Schreber pachtte in en rond de stad land om de kinderen van de stad ‘vrij in de natuur’ te kunnen laten spelen. De door de kinderen opgestarte tuinen werden echter al vlug door volwassenen overgenomen en het idee werd snel populair in ander steden in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Nog steeds is de Schrebergarten de Duitse benaming voor volkstuin, en staat het ecologische en educatieve aspect van de volkstuin voorop in de Duitse volkstuincultuur. Tegelijk heeft vergelijkbaar met Nederland een verschuiving plaatsgevonden van het verbouwen van voedsel naar recreatief gebruik van de volkstuin. Duitsland heeft nog meer dan Nederland
37
grote periodes van armoede gekend rond de wereldoorlogen, waarin het overgrote deel van de bevolking was aangewezen op groentetuinen om in de voedselbehoefte te voorzien. Een beroemde beeld uit 1939 toont volkstuinen voor de Reichstag in het platgebombardeerde Berlijn. De volkstuin zit dan ook diep ingebed in het Duitse bewustzijn. Een tijd lang waren ze daarom ook niet zo populair, omdat het de nieuw opgekomen middenklasse herinnerde aan barre tijden. Recent wordt net als in Nederland de volkstuin onder jonge gezinnen weer populair als oase in de stad. Nog meer dan op Nederlandse complexen is er een menging van verblijfsrecreatie en tuinieren. Een beroemd voorbeeld is Neu-Venedig (Nieuw-Venetië), net buiten Berlijn, waar volkstuinen, vakantiewoningen en villa’s elkaar afwisselen langs een stelsel van fraaie kanaaltjes. Verenigde Staten: groene guerrillastrijd Vanuit Groot-Brittannië is de volkstuin de oceaan overgestoken naar de Verenigde Staten, waar het op bijzondere wijze tot bloei is gekomen. Hoewel er in de VS ook verschillende traditionele allotment garden associations zijn, is vooral de community garden populair. Aan land is immers geen gebrek in Amerika, maar aan openbaar groen en sociale samenhang in de grote steden des te meer. In 1973 begint in New York een collectief genaamd de Green Guerrillas braakliggende terreinen in de stad om te toveren tot community gardens; groene oases met tuinen, speelvoorzieningen voor kinderen en sociale activiteiten. Inmiddels zijn er overal in de VS community gardens te vinden op lege percelen in de kenmerkende gridstructuur van de Amerikaanse stad. Een Community Garden heeft in tegenstelling tot een allotment garden of volkstuin doorgaan geen of hele kleine (3x3 en 6x6 m) individuele percelen. Het kweken van groente en siergewassen gebeurt meestal collectief, waarbij het sociale en educatieve aspect centraal staat. Vanuit de community garden worden ook veel activiteiten in de buurt georganiseerd, zoals benefietfestivals, sportactiviteiten en (natuur)educatie. Bekende community gardens zijn Clinton Street Garden in Manhattan (NY) en de Peralta Garden in Berkley (Cal). Frankrijk: de mooiste pompoenen Het aangename Franse klimaat maakt lange groeiseizoenen mogelijk, zodat tuinieren en het buitenleven rond het huis een eeuwenoude traditie hebben. Balkons, terassen en tuinen worden opgefleurd met bloemen en benut voor het telen van tuinkruiden, groente en fruit. De volkstuin is hoewel geliefd in de grote steden, maar één van de facetten van een uitbundige tuincultuur. Geïnspireerd door het succes van de Schrebergarten in Duitsland ontstonden voor de Eerste Wereldoorlog de eerste volkstuinen, of jardins familiaux. Zoals de naam doet vermoeden is het sociale en educatieve karakter prominent aanwezig, zoals ook bij de oorspronkelijke Schrebergarten. Een jardin familial is gemiddeld 300 m2 groot en heeft een bescheiden tuinhuisje voor materiaalopslag. Vergelijkbaar met Groot-Brittanië worden de volkstuinen vooral voor de teelt van bloemen en voedsel gebruikt en niet als siertuin. Commerciële teelt is er verboden, maar de Franse volkstuinders zijn erg competitief: iedere gemeente heeft z’n eigen wedstrijden voor de mooiste pompoen en de grootste meloen. Ook is er een ‘concours des plus beaux jardins’ voor de mooiste volkstuinen op lokaal tot aan nationaal niveau. Het gaat daarbij om zowel de kwaliteit van de tuin als de te oogsten gewassen.
38
BIJLAGE VOORBEELDCOMPLEXEN
Runde Haver, Naerum (Denemarken): functioneel en esthetisch In 1952 ontworpen door C. Th. Sørensen. Het complex bestaat uit 50 ovale tuinen. Sørendsen wilde in deze volkstuinen esthetiek en functionaliteit combineren. Het ontwerp is geinspireerd op primitieve nerderzettingsvormen. Tussen de volkstuinen is ongeprogrammeerde ruimte, waar kinderen hun fantastie kwijt kunnen.
Kirschallee Potsdam (Duitsland): park en volkstuinen Ontworpen door landschapsarchitectenbureau Kiefer voor de Bundesgartenschau Potsdam 2001. In het ontwerp zijn stroken openbare ruimte en stroken volkstuinen afgewisseld.
Volkstuinenpark Groenewoud, Utrecht: werken en tuinieren Het volkstuinenpark is onderdeel van kantorenpark Papendorp in Utrecht. Hier zijn kantoorvilla´s en volkstuinen geintegreerd in één ontwerp. Vanuit de kantoren is er zicht op de volkstuinen en in de pauze kunnen werknemers een wandeling langs de tuinen maken. Als secundaire arbeidsvoorwaarde zijn werknemers in staat een volksntuin te nemen. Door deze combinatie van functies is het kantorenpark ook buiten kantooruren om levendig.
Neu-Venedig, Berlin-Rahnsdorf (Duitsland): wonen en recreëren Neu-Venedig is een siedlung met een mix van woonhuizen en weekendhuizen: woonwijk en volkstuinen lopen in elkaar over. In DDR-tijd hadden veel SED-functionarissen hier hun datscha. Dankzij de vijf kanalen die door het gebied lopen grenzen de meeste percelen aan het water, dat in open verbinding staat met onder andere de Grosser Mueggelsee. Veel percelen hebben een boothuis.
Ons Buiten, Utrecht: volkstuinen centraal in de wijk Vanouds heeft Ons Buiten het karakter van een siertuinencomplex. Met de komst van de wijk Voordorp heeft Ons Buiten zich ontwikkeld tot een tuinpark waar iedereen kan komen wandelen. Op het terrein staan veel bijzonder planten en bomen en heeft een fauna die je niet zo gauw zou verwachten in een stedelijke omgeving.De vereniging organiseert regelmatig activiteiten, niet alleen voor leden maar ook voor buurtbewoners.
Amstelglorie, Amsterdam: natuurlijk tuinieren
39
Aan Amstelglorie is als eerste tuinpark in Nederland de hoogst mogelijke kwalificatie voor Natuurlijk Tuinieren toegekend. Dit houdt onder meer in dat de natuurwaarden van het gebied actief worden beschermd. Zo worden er op het algemene deel geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest gebruikt. Ook zijn er inmiddels verschillende kleinschalige natuurontwikkelingsprojecten gerealiseerd, waaronder de wespenflat, de paddenpoel, de amfibiënoverwinteringsheuvel, takkenwallen, natuurvriendelijke oevers en het IJsvogellandje. Amstelglorie is ook een belangrijke leverancier van zaden van wilde planten aan de Nationale Proeftuin. Het complex telt 439 tuinen.
Strathcona, British Columbia (Canada) Strathcona Community Garden (SCG) is in de laatste 12 jaar opgezet door een groep bewoners. Er zijn onder andere nutstuinen, schooltuinen, invalidetuinen, een kruidentuin, een boomgaard, picknickplekken en een natuurpark. De gemeente heeft de grond beschikbaar gesteld, maar draagt verder nauwelijks in de kosten bij. Naast vele uren vrijwilligerswerk hebben ook veel bedrijven en professionals een vrijwillige bijdrage geleverd aan SCG, zoals constructeurs, (landschaps)architecten, grafisch vormgevers, fotografen, plantwetenschappers, truckers en schrijvers. Ook zijn er veel fondsen aangeschreven en waren universiteiten en scholen betrokken. In ruil hiervoor biedt SCG voorzieningen voor dagopvang, voor- en naschoolse porgramma’s, welzijnswerk, tuinclubs, studenten en media. SCG wordt dagelijks bezocht door toeristen. Tijdens de jaarlijkse open dag worden demonstraties gegeven over kruiden telen, bijen houden, compost maken, grijswaterfiltratie, ga zo maar door.
MOBY, Vancouver, British Columbia (Canada): community building Op een brakliggend terrein in de stad hebben bewoners een kleinschalige community garden opgericht, die weliswaar niet uitblinkt in schoonheid, maar wel in betrokkenheid. Community building staat hier voorop. MOBY (My Own Back Yard) bestaat uit nutstuinen, een speeltuin en een parkje.
40
41
42