Ministerie van Financiën
TER BEHANDELING
Directie Financiële Markten
Aan
De Minister
Datum 4 januari 2011
notitie
Notitlenummer FM/2011/14 N
Kamervragen betalingsverkeer via internet
Rubriek 27.5 Betalingsverkeer Auteur
Paraaf De Minister
Via De SG
Via De directeur FM
Aan
Van De afdeling FS Kopie aan De staatssecretadi
Medeparaaf V&C
Bijlagen
1
Bijgevoegd ontvangt u de (concept)beantwoording van de kamervragen van het lid Braakhuis (GroenLinks) over betalingsverkeer via internet. Kernpunt en advies
De vragen zijn gesteld naar aanleiding van berichtgeving dat het vrij eenvoudig is om via de internetbankieromgeving van ING, rekeningnummers met bijbehorende naam en woonplaats te bemachtigen. In de beantwoording wordt aangegeven dat het risico dat fraude nu op grotere schaal gaat plaatsvinden door het beschikbaar zijn van dergelijke gegevens niet groot wordt geacht. Uiteraard is er altijd een risico op fraude, maar dat zal door de gegevens van ING niet per se veel groter warden. De beantwoording is afgestemd met DNB en ING. Wij adviseren u de bijgevoegde brief te ondertekenen.
Pagina 1 van 1
Ministerie van Financiën
tita-1 > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
4 JAN, 2011
Datum 1 Betreft Beantwoording kamervragen 2010Z18866 van het lid Braakhuis inzake betalingsverkeer via internet
Directie Financiële Markten Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 ZE Den Haag www.rijksoverheld.n/
Ons kenmerk FM/2010/240181) Uw brief (kenmerk) Bijlagen
Geachte voorzitter,
Bijgaand ontvangt u de antwoorden op de in hoofde genoemde vragen.
Hoogachtend, de mi er van Financiën,
r drs .C. de Jager
Pagina 1 van 1
2010Z18866 Vragen van het lid Braakhuis aan de minister van Financiën over betalingsverkeer via internet. (Ingezonden 8 december 2010) Bent u bekend met het bericht dat basale gegevens van alle klanten van de ING-bank via Internet te achterhalen zijn? 1)
Ja. 2 en 3. Is het waar dat De Nederlandsche Bank (DNB) betaling per machtiging via internet toestaat en dat daarmee de deur openstaat voor zeer eenvoudige fraude? Zo ja, op welke wet- en regelgeving baseert DNB dit besluit? Bent u bereid DNB te vragen het betalen via machtiging zonder handtekening onmogelijk te maken? Kunt u toelichten wat de risico's zijn van de verschillende andere betalingsopties via internet voor de consument en voor de beheerder van de betrokken leverancier?
Volgens de bestaande regelgeving is voor een eenmalige incasso een schriftelijke machtiging met handtekening vereist. Is een dergelijke machtiging niet afgegeven, dan is het financiële risico voor de incassant op het moment dat de incasso betwist wordt door de debiteur. De debiteur wordt in dat geval gecompenseerd. Een webwinkelier kan er ook voor kiezen andere betaalmethoden aan te bieden. Er zijn diverse betaalmethoden om een internetaankoop te doen. Variërend van betaling onder rembours en het verzenden van een acceptgiro tot het gebruik maken van een creditcard of betalen via een systeem als iDeal. Het voert te ver om op al deze betaalmethoden en de risico's ervan uitvoerig in te gaan. Bij betaalmethoden die gebruik maken van internet, bestaat in beginsel uiteraard de kans dat derden ongemerkt en ongewild meelezen met gegevens die gepersonaliseerd zon en geheim moeten blijven Dit zijn niet meer of andere risico's dan de risico's die verbonden zijn aan regulier internetverkeer. Een betalingssysteem als iDeal is hier zoveel mogelijk tegen beveiligd doordat een beveiligde lijn wordt gebruikt waarmee direct contact gemaakt wordt met de eigen internetbankieromgeving. Ook het gebruik van creditcards is tegenwoordig beter beveiligd bij het doen van transacties. Bovendien geniet de debiteur bij het gebruik van een creditcard ook een zekere bescherming. Een nieuwe betaalmethode die in sommige andere lidstaten gesignaleerd is, is de zogenoemde overlay service. Deze betaalmethode, die in Nederland overigens nog niet of nauwelijks gesignaleerd is, kan wel risico's met zich meebrengen voor de veiligheid van het betalingsverkeer omdat klanten hun inlogcodes voor internetbankieren aan een derde geven. Dit onderwerp is inmiddels ook op Europees niveau geagendeerd Mocht het zo zijn dat uiteindelijk regelgeving nodig is om de veiligheid van het betalingsverkeer op een voldoende niveau te kunnen waarborgen, dan zal ik dat niet nalaten. Door heb ik uw Kamer ook op geattendeerd in mijn brief van 13 juli 2010 waarbij ik de rapportage van het maatschappelijk overleg betalingsverkeer over het jaar 2009 aan u heb aangeboden. 4. Deelt u de zorg dat de uitgelekte Idantgegevens van de ING-bank misbruikt kunnen worden om op grote schaal te frauderen? Kunt u dat toelichten?
Fraude met incasso is een reeds bestaand risico. Mijn verwachting is niet dat de, overigens al jaren bestaande, dienst van ING-bank die inhoudt dat klanten kunnen controleren of bij een betaling een correct rekeningnummer is ingevuld er nu voor zal gaan zorgen dat er op veel grotere schaal gefraudeerd gaat worden. 5. Kunt u garanderen dat de klanten van de ING-bank en beheerders van webshops geen nadelige financiële of materiële gevolgen zullen ondervinden van zo'n mogelijke fraude? Zo nee, welke maatregelen bent u van plan te nemen om te voorkomen dat consumenten en beheerders het slachtoffer worden van dergelijke fraude? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Uiteraard kan ik niet garanderen dat er niemand slachtoffer wordt vanfraude. Feit is wel, dat als de webwinkelier zich houdt aan de regel dat een schriftelijke volmacht van de debiteur moet zijn verkregen alvorens tot een eenmalige incasso kan worden overgegaan, het risico dat hij met fraude te maken krijgt, een stuk kleiner wordt 6. Kunt u deze vragen met spoed behandelen, met het oog op de urgentie van het probleem? Bij deze.
tae
Ministerie van Financiën
Directie Financiële Markten Inlichtingen
Datum 25 mei 2011
dossierbijdrage
NotitienumMer
Rubriek
Vergademaarn
Vergaderdatum Agendapunt
Periodiek Overleg Betalingsverkeer 31 mei 2011 Veiligheid Betalingsverkeer
Auteur
5. b Cvbercrime
Het kabinet heeft in februari 2011 bij monde van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie de National Cyber Security Strategie gepresenteerd. Het kabinet heeft hiermee echt aangegeven dit een belangrijk thema te vinden. Hoewel dit een brede strategie is heeft ook het betalingsverkeer hier een rol in. Als bewijs hiervan is er een Erectronic Crime Task Force (ECTF) bankenteam opgericht. Hierin gaan de banken, de KLPD en het Landelijk Parket samenwerken om digitale criminaliteit, zoals fraude met internetbankieren aan te pakken.
Een ander onderdeel van de strategie is dat er een Cyber Security Raad wordt opgericht en er komt een Nationaal Cyber Security Centrum -g
De afgelopen tijd zijn er op het terrein van cyberaanvallen in het betalingsverkeer vooral een aantal zogenaamde Distributed Denial of Service (DDoS) aanvallen geweest. Een DDoS-aanval legt websites (of systemen) plat doordat in korte tijd een zeer grote hoeveelheid dataverkeer naar een website komt. Meestal gebeurt dit doordat een netwerk van computers geautomatiseerd een constante stroom aanvragen naar een website sturen. Deze website wordt overstroomd door aanvragen en kan daarom niet meer laden. Dit heeft het internetbankieren van diverse banken en de websites van creditcardmaatschappijen en Paypal getroffen.
Pagina 1 van'2
Ministerievan Financiën
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Directie Financiële Markten Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag wenv.minfIn.n1 Inlichtingen
Datum —
5
Au 21117
Betreft Rapportage vaiiiiet Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer over 2010
Geachte voorzitter,
Ons kenmerk FM/2011/9247 M Uw brief (kenmerk) Bijlagen Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
Hierbij bied ik u de rapportage aan van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) over 2010. In deze rapportage worden de bereikte resultaten en voortgang in het afgelopen jaar beschreven. Ook worden de prioriteiten voor 2011 belicht. Hierna stip ik de meest in het oog springende ontwikkelingen kort aan. Tevens ga ik In op de motie van de leden Koolmees en Braakhuis inzake nummerportablliteitz. SEPA Centraal in 2010 en ook in 2011 staat de overgang naar het Europees betalingsverkeer. Na uitvoerige consultaties heeft de Europese Commissie op 16 december 2010 een voorstel voor een verordening gepresenteerd die aanbieders en gebruikers - bedrijven en consumenten - verplicht over te stappen op Europese betaalproducten en standaarden. Dit voorstel wordt in 2011 behandeld in de Europese Raad en het Europees Parlement, waardoor nog niet duidelijk is wanneer die verplichting in gaat. Wel lijkt er in Nederland een versnelling van de migratie gewenst, daarom wordt in MOB-verband dan ook gewerkt aan voorstellen DM te komen tot een steviger nationale invoeringsorganisatie. Overgang naar "het nieuwe pinnen" De overgang naar "het nieuwe pinnen" is in volle gang. In 2010 zijn grote vorderingen gemaakt met de overgang van pinnen met de magneetstrip naar het pinnen met de EMV-chip. Veel winkels zijn ai overgegaan op het "nieuwe pinnen" waarbij de chipkaart in de automaat wordt gestoken in plaats van dat deze door de automaat wordt gehaald. In 2011 kunnen consumenten nog zowel pinnen met de magneetstrip als met de chip. Doel Is dat per 1 januari 2012 in Nederland enkel met een EMV-chip op de betaalpas kan worden gepind. Het nationale merk PIN maakt dan plaats voor pinnen met een internationaal merk, Maestro of V PAY, dat In binnen- én buitenland geaccepteerd wordt. De EMV-chip is minder fraudegevoelig dan de magneetstrip en verhoogt daarmee de veiligheid van het betalingsverkeer.
Vergaderjaar 2010-2011, Kamerstuk 31980 nr. 2B
Pagina 1 van 3
Directie FinancliOn Markten Ons kenmerk FM/2010/4805 IJ
Veiligheid
In 2010 is het totale schadebedrag door skimming vergeleken met 2009 met 46% gedaald van 36 naar 19,7 miljoen euro. De in 2009 genomen maatregelen en de intensivering van de aanpak hebben duidelijk resultaat. Verwachting is dat deze fraude met de grootschalige overgang naar het nieuw pinnen verder zal afnemen. Het aantal fraude-incidenten met internetbankieren is in 2010 gestegen van 154 in 2009 naar 1383 in 2010 met een totale schadelast van 9,8 miljoen euro. Om de bewustwording van de risico's van internet te vergroten zijn er in 2010 diverse campagnes gestart. Door het bieden van een platform voor informatie-uitwisseling, het uitvoeren van onderzoek en het vervaardigen van voorlichtingsmateriaal ondersteunt het MOB de deelnemende partijen om de veiligheid van betalingsverkeer op niveau te houden. Toegankelijkheid en bereikbaarheid
Het MOB heeft in 2010 met tevredenheid geconstateerd dat er geen generieke bereikbaarheidsknelpunten voor betaaldiensten zijn. Uit de Bereikbaarheidsmonitor 2010, die Ik reeds naar de Kamer heb gezonden', blijkt dat consumenten en ondernemers nog steeds tevreden zijn over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten. In de motie van de leden Koolmees en Braakhuis wordt de regering verzocht nummerportabiliteit te stimuleren en de Kamer voor het zomerreces te informeren over de stappen die hiertoe werden genomen. Laat Ik vooropstellen dat Ik de wenselijkheid van nummerportabiliteit deel. Het makkelijk kunnen wisselen van bank is een effectief middel om de werking van de betaalmarkt optimaal te houden en het is evident dat men bij het wisselen van de bank idealiter het betaalrekeningnummer meeneemt. Echter, met de Invoering van IBAN/BICrekeningnummers (ingevoerd sinds de jaren '90) is het zeer complex om nummerportabilitett door te voeren zonder een aanpassing van deze rekeningnummersystematlek. Nummerportabiliteit is daarnaast Iets dat, met de totstandkoming van een Europese betaalmarkt in de vorm van SEPA, Europees moet worden bezien. Op korte termijn nummerportabiliteit doorvoeren is dan ook niet mogelijk. Inmiddels heeft Nederland voor dit onderwerp aandacht gevraagd op Europees niveau. Naar aanleiding van deze motie heeft Nederland In de Payments Committee (werkgroep van de Europese Commissie op het terrein van betalingsverkeer) nummerportabiliteit onder de aandacht gebracht. Hiernaast zijn er, op verzoek van de Europese Commissie, door banken in Europa algemene richtlijnen opgesteld voor het probleemloos kunnen wisselen van bank Het aanbieden van overstapservices in alle lidstaten is dan ook een goede eerste stap voor het makkelijker kunnen overstappen van bank. De verschillen tussen de lidstaten nu in overstapfaciliteiten zijn nu overigens erg groot. Een Overstapservice zoals wij die momenteel in Nederland kennen komt in andere lidstaten niet voor of Is had anders ingericht.
Vergadertaar 2010-2021, Xamerstuk 27863, nr.
Pagina 2 val 3
Directie Financiële Markten
In Nederland is er vanwege de technische complexiteit en de hoge kosten van nummerportabiliteit in 2004 al gekozen voor de Introductie van de Overstapservice als alternatieve oplossing. Deze oplossing voldoet aan de hierboven genoemde Europese algemene richtlijnen. Deze gestandaardiseerde verhuisservice Is in 2007 geëvalueerd in opdracht van het Ministerie van Financiën (in januari 20013 is het rapport "Drempelvrees?" van onderzoeksbureau SE0 aan de Tweede Kamer gezonden). Gebruikers zijn hier over het algemeen tevreden over.
Ons kenmerk FM/2010/4805 U
De OverstapservIce zal ook binnen SEPA blijven bestaan met behoud van alle huidige functionaliteiten. Hiernaast zullen de NVB en de Consumentenbond dit jaar de Overstapservice opnieuw evalueren, waarbij het MOB als klankbord zal fungeren voor het eindrapport. Uiteraard zal ik de Kamer informeren over dit eindrapport en zal ik in Europa blijven pleiten voor Europese nummerportabiliteit.
Hoogachtend,
De n ister van Financiën,
d I.C. de Jager
Pagina 3 van 3
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
"Het nieuwe pinnen"
Rapportage aan de Minister van Financiën Mei 2011
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aow
2
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
5
1. RESULTATEN 2010
7
MOB adviseert over einddatum SEPA-Verordening
7
Bereikbaarkeldsmonitor 2010: betaaldiensten nog goed bereikbaar
7
MOB stemt in met oprichting Betaalvereniging Nederland
7
MOB verwerpt Aanbeveling Europese Commissie over wettig betaalmiddel
8
Landelijke uitrol van het nieuwe pinnen.........
8
Afname sluMming
8
Campagnes voor veilig internetten
9
Resultaten onderzoek naar acceptatie creditcards
9
2. SEPA
10
Overgang naar SEPA wordt bij wet verplicht.
10
Nederland prefereert één einddatum na 2013
10
MOB gaat gevolgen SEPA-verordening analyseren.—
10
Nederlandse markt nog lang niet klaar
10
Gebruik Europese overschrijving en incasso
14
De Europese incasso is nog kort op de markt
16
Tarieven Europese betaalproducten
16
Het nieuwe pinnen in Nederland is begonnen
17
3. TOEGANKELIJKHEID EN BEREIKBAARHEID
19
Bereikbaarkeidsmonitor 2010: betaaldiensten blijven goed bereikbaar
19
Werkafspraak bereikbaarheid
22
Telefonisch bankieren goed toegankelijk
22
Toegankelijkheid betalingsverkeer voor allochtone Nederlanders
23
4. EFFICIENCY
24
MOB verwerpt Aanbeveling Europese Commissie over wettig betaalmiddel
24
Resultaten onderzoek verhoging efficiëntie laagwaardig betalingsverkeer
24
Pinnen gaat door grens van 2 miljard betalingen
25
Chippen stabiel gebleven
25
Aantal en omzet MAL-betalingen verdubbeld
25
Uitkomsten onderzoek naar motivatie acceptatie creditcards
27
Verdere optimalisatie bankbiljetteninfrastructuur
28
5. VEILIGHEID
29
Ontwikkeling valse eurobiljetten
29
Afname slcimming bij geld- en betaalautomaten in Nederland
30
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer toto
3
Veiligheid op Internet
31
Voorlichting risico's en veiligheid Internet
32
Nieuwe ontwikkelingen
34
6. PRIORITEITEN 2011
36
MOB gaat SEPA-invoering strakker organiseren en nieuw migratieplan maken
36
Toegankelijkheid en bereikbaarheid
36
Position paper: efficiency betalen met cash en pin
36
Bestrijden cybercrime
36
Aanpak Skirnming
37
BIJLAGE 1 Missie en organisatiestructuur MOB
38
Missie en taakopdracht
38
Samenstelling MOB
38
Procedure deelname MOB
39
Werkgroepen
40
BIJLAGE 2 Statistische informatie betalingsverkeer in Nederland
41
A. Infrastructuur betalingsverkeer
41
B. Gebruik van betaalmiddelen
43
C. Efficiency betalingsverkeer
44
D. Tarieven
45
BIJLAGE 3 Lijst van gebruikte afkortingen
46
BIJLAGE 4: Bibliografie
47
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
4
VOORWOORD
Er komen wettelijke termijnen voor de overgang naar Europees betalingsverkeer. Dat is goed nieuws om mee te beginnen. Na uitvoerige consultaties van betrokkenen bij het nationale en Europese betalingsverkeer, heeft de Europese Commissie op 16 december 2010 een voorstel tot verplichte SEPA-migratie ingediend. Europese beleidsmakers buigen zich dit jaar over de inhoud van een verordening die banken, bedrijven en consumenten verplicht te betalen en te incasseren op basis van Europese standaarden. Op dit moment is de inhoud van de SEPA-Verordening nog teveel in beweging om al aan te kunnen geven wat de tijdlijnen en andere bepalingen van de verordening zullen worden. In Nederland is versnelling van de migratie gewenst. Daarom wordt in MOB-verbruid gewerkt aan voorstellen om te komen tot een steviger nationale invoeringsorganisatie. Uit de jongste SEPA-monitor van DNB van voorjaar 2011 blijkt dat een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven nog maar nauwelijks bekend is met SEPA of zich erop voorbereidt. Vooral het midden- en kleinbedrijf is zich nog nauwelijks bewust van de ingrijpende veranderingen die de overgang naar SEPA met zich mee zal brengen. Vooral bedrijven die incasseren zullen hun processen en administraties anders moeten inzichten. Ook is het essentieel dat de softwareproducenten hun administratieve pakketten tijdig aanpassen aan de Europese standaarden. Uit DNB onderzoek blijkt dat ook veel consumenten nog nauwelijks weet hebben van de komst
en gevolgen van SEPA- Zij hoeven weliswaar geen administraties aan te passen, maar ook zij gaan de veranderingen merken, vooral het gebruik van een langer rekeningnummer. Het is de bedoeling dat de Europese betaalmiddelen uiteindelijk hetzelfde betaalgemak genereren als de huidige nationale betaalmiddelen. Bij de invoering is speciale aandacht gewenst voor kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een functiebeperking Voor het betalen met de huidige betaalpas is er al een einddatum. We streven er in Nederland naar om op 1 januari 2012 over te zijn op de internationale kaartmerken. In 2010 zijn grote vorderingen gemaakt met de overgang van "strip" naar "chip" en van het nationale merk PIN naar de internationale merken Maestro en V PAY. Veel winkels zijn al overgegaan op het "nieuwe
Rapportsge MaatuthappeEjk Onzleg Bebilingsverkeeriero
5
pinnen" waarbij de chipkaart in de betaalautomaat wordt gestoken in plaats van dat deze door de automaat wordt gehaald. Het nieuwe pinnen met de EMV-chip gaat skimmingfraude tegen, en verhoogt daarmee de veiligheid van het betalingsverkeer. In 2010 is al succes geboekt in de strijd tegen skimming door intensivering van de aanpak, het totale schadebedrag door skimming daalde vergeleken met 2009 met 46%. Op het-vlak van veiligheid van het betalingsverkeer (cybercrime, skimming) blijft samenwerking tussen marktpartijen en tussen de private en publieke sector van groot belang. Het MOB steunt de verbeteringen in de samenwerking tussen alle betrokkenen. Door het bieden van een platform voor informatie-uitwisseling, het uitvoeren van onderzoek en het vervaardigen van voorlichtingsmateriaal ondersteunt het MOB de deelnemende partijen om de veiligheid van betalingsverkeer op niveau te houden. Vertrouwen in de veiligheid en integriteit van het betalingsverkeer is essentieel en het voorkomen van aantasting 'ervan verdient hoge prioriteit bij alle betrokken partijen in de private en de publieke sector. Vooruitlopend op de open Europese betaalmarkt, richten NVB en Currence Betaalvereniging Nederland in, die verantwoordelijk wordt voor het regisseren en uitvoeren van gemeenschappelijke niet-commerciële taken die zij nu zelf voor een belangrijk deel uitvoeren. Doelstelling van de nieuwe vereniging is het bevorderen van een efficiënt en veilig betalingsverkeer. Het MOB heeft met instemming kennis van genomen van de voorgenomen oprichting van de nieuwe vereniging en is tevreden met de open en constructieve wijze waarop de initiatiefnemers de gebruikers hebben geconsulteerd. Het MOB onderschrijft de doelstellingen en constateert dat voldoende rekening is gehouden met belangen en wensen van gebruikers. Uiteraard blijft het MOB volgen of de gebruikers ook in de praktijk voldoende worden betrokken. In 2010 heeft het MOB niet tevredenheid geconstateerd dat er geen generieke bereficbaarheidsknelpunten voor betaaldiensten zijn. Uit de Bereikbaarheidsmonitor 2010, opgesteld in goede samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen, blijkt dat consumenten en ondernemers nog steeds tevreden zijn over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten. Dit is goed nieuws om mee te eindigen. Prof. dr. L.H. Hoogduin, Voorzitter
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer amo
6
1. RESULTATEN 2010 MOB adviseert over einddatum SEPA-Verordening Het MOB onderschrijft de algemene opinie dat de markt zelf niet goed in staat is om de overgang naar SEPA goed op gang te brengen en te voltooien. Dit blijkt ook uit de drie halfjaarlijkse SEPA-monitoren die DNB in 2010 en 2011 onder bedrijven uit de particuliere en publieke sector heeft gehouden. Het SEPA-bewustzijn is bij grote bedrijven en overheidsgebruikers vrij hoog, maar bij het midden- en kleinbedrijf nog vrij laag. Een deel van de grotere (overheids)bedrijven en de ministeries bereiden zich concreet al voor, maar het midden- en kleinbedrijf moet daar nog grotendeels mee beginnen. Verder blijken veel softwarehuizen hun boekhoudpakketten nog aan de Europese standaarden te moeten aanpassen. Ook de Nederlandse consumenten zijn nog niet zo bekend met SEPA. Omdat de migratie ook in de meeste andere landen niet echt op gang komt, heeft de Europese Commissie in december 2010 een voorstel voor een SEPA-Verordening gepresenteerd die aanbieders en gebruilcers verplicht over te gaan op Europese standaarden en producten. Dit voorstel wordt in 2011 behandeld in de Europese Raad en het Europees Parlement, waardoor nog niet duidelijk is wanneer die verplichting in gaat. Het MOB heeft de voorkeur uitgesproken voor één einddatum in plaats van twee einddata voor de nationale overschrijving en de nationale incasso. Deze einddatum dient niet voor 2014 te liggen. Bereikbaarheidsmonitor 2010: betaaldiensten nog goed bereikbaar In haar najaarsvergadering heeft het MOB met tevredenheid geconstateerd dat er geen generieke bereikbaarheidslcnelpunten voor betaaldiensten zijn. De Bereikhaarheidsmonitor 2010 toont aan dat ondanks de verschuivingen in het bankenlandschap, zoals de samenvoeging van Fortis met ABN-AMRO, consumenten en ondernemers nog steeds tevreden zijn over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten. De verwachting is dat een verdere verschuiving van fysieke naar digitale betaaldiensten zal plaatsvinden, vooral via intemetbankieren. Juist tegen deze achtergrond moet blijvend aandacht worden besteed aan de toegankelijkheid van betaaldiensten voor kwetsbare groepen. Voorts is van belang dat ondernemers op acceptabele afstand bankbiljetten en munten kunnen afstorten en wisselgeld kunnen opnemen. MOB stemt in met oprichting Betaalvereniging Nederland Het MOB heeft met instemming kennisgenomen van het plan van banken en Currence tot oprichting van Betaalvereniging Neder/and. De bankensector brengt hierin de gemeenschappelijke, niet-commerciële taken onder, gericht op het stimuleren van efficiënt en Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zolo
veilig betalingsverkeer. Aanleiding is de Europeanisering van het betaallandschap. Nieuwe marktpartijen moeten de Nederlandse markt kunnen betreden, die ook belang hebben bij die taken die nu worden uitgevoerd door de Nederlandse Vereniging van Banken en door Currence, de eigenaar van de Nederlandse betaalproducten. Deze taken worden vanaf najaar 2011 geleidelijk overgeheveld naar Betaalvereniging Nederland, waarvan ook niet-bancaire partijen (met een vergunning als betaaldienstverlener) lid kunnen warden. Het MOB onderschrijft de doelstellingen van de betaalvereniging en constateert dat voldoende rekening is gehouden met belangen en wensen van gebruikers, maar blijft volgen of de gebruikers ook in de praktijk voldoende betrokken worden. Twee jaar na oprichting wordt het functioneren van de betaalvereniging in het MOB geëvalueerd. MOB verwerpt Aanbeveling Europese Commissie over wettig betaalmiddel Het MOB heeft geconstateerd dat de Aanbeveling van de Europese Commissie voor het gebruik van alle eurobiljetten en -munten als wettig betaalmiddel uit maart 2010, in strijd is met in Nederland bestaande praktijkafspraken. Besloten werd de betrokken regelgevers en koepelorganisaties op te roepen de nodige inspanning te leveren om te voorkomen dat deze aanbeveling na de geplande evaluatie in 2013 omgezet wordt in bindende wet- of regelgeving. Hiervoor is een position paper geschreven met daarin de economische en veiligheidsaspecten van de Nederlandse afspraken. Dit document zal in Brussel zal worden gebruikt om de Nederlandse praktijk uit te leggen, te verdedigen, en als voorbeeld te stellen voor de andere EU lidstaten. Landelijke uitrol van het nieuwe pinnen In 2010 zijn goede vorderingen gemaakt met de overgang naar het pinnen met een chip in plaats van met de minder veilige magneetstrip. Vrijwel alle betaalpassen zijn voorzien van de EMVchip en het leeuwendeel van de betaalautomaten kan die chip lezen. Na succesvolle proeven met het nieuwe pinnen in Amsterdam en Leidschendam is de infrastructuur er grotendeels klaar voor. Op 2 maart 2011 gaf Minister De Jager van Financiën het startsein voor de landelijke uitrol.
Inmiddels is de massale EMV-overgang gaande. We streven er in Nederland naar dat in 2012 alleen nog met de betaalpas met chip en de internationale merken Maestro of V PAY kan worden gepind. Afname skimming In 2010 is het totale schadebedrag door skimming vergeleken met 2009 met 46% gedaald van EUR 36 naar EUR 19,7 miljoen. De in 2009 genomen maatregelen en de intensivering van de aanpak hebben duidelijk resultaat. Verwachting is dat deze fraude met de grootschalige overgang naar het nieuw pinnen verder zal afnemen.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zore
g
Campagnes voor veilig internetten Het aantal fraude-incidenten met internetbankieren is in 2010 gestegen van 154 in 2009 naar 1383 met een totale schadelast van EUR 9,8 miljoen. Om de bewustwording van de risico's en de beveiliging van internet te vergoten zijn in 2010 diverse campagnes gestart. De overheid voert de campagne 'Veilig internetten', de NVB de campagne 'Veilig bankieren' en de Consumentenbond
de campagne 'Laat je niet hacken.' Om webwinkeliers te helpen fraude snel te ontdekken heeft het MOB tips voor webvvinkeliers opgesteld en gepubliceerd. Resultaten onderzoek naar acceptatie creditcards Uit vervolgonderzoek van het MOB naar de acceptatie van creditcards en het gebruik van toeslagen door winkeliers blijkt dat klantvriendelijkheid, concurrentie en omzet belangrijke motieven zijn voor hen om betalingen met de creditcard te accepteren. Daarom zien winkeliers meestal af van toeslagen. Slechts een kleine groep winkeliers brengt wel een toeslag in rekening, zowel om de creditcardkosten te kunnen dekken als om de klant bewust te maken van de kosten van hun betaalkeuze. Het MOB heeft geconcludeerd dat het onderzoek voldoende inzicht geeft in
de gevolgen van tarifering van creditcards aan de toonbank.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer som
9
2. SEPA Overgang naar SEPA wordt bij wet verplicht De Europese Commissie heeft geconstateerd dat de SEPA-migratie als zelfregulerend proces onvoldoende op gang is gekomen. Het MOB heeft steun uitgesproken om de migratie te bevorderen met een Europese verordening waait de einddatum voor het gebruik van de nationale overschrijving en nationale incasso wordt vastgelegd. Nederland prefereert één einddatum na 2013 Op 16 december 2010 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een verordening gepresenteerd die aanbieders en gebruikers - bedrijven en consumenten - verplicht over te stappen op Europese betaalproducten en standaarden. Het voorstel was om een jaar na inwerkingtreding van de verordening de eurolanden te verplichten hun nationale overschrijvingen uit te faseren en een jaar later ook hun nationale incasso's. Met een verwachte doorlooptijd in de Europese Raad en het Europese Parlement van ongeveer een jaar, liggen de einddata rond begin 2013 respectievelijk begin 2014. Dat zou voor Nederland snel komen. Het Nederlandse migratieplan van 2009 gaat, rekeninghoudend met gebruikelijke cycli van bedrijfsinvesteringen, uit van een massale migratie die pas in de loop van 2013 op gang komt. Het MOB heeft een voorkeur voor één uniforme einddatum die niet voor 2014 ligt. Veel markpartijen willen om redenen van efficiency in een keer overgaan op de nieuwe betaalproducten.
MOB gaat gevolgen SEPA-verordening analyseren Het MOB heeft in december 2010 vastgesteld dat met deze verordening de migratie niet meer vrijblijvend is en de Nederlandse overgang naar SEPA naar eerste verwachting versneld zou moeten worden. Daarom gaat het MOB analyseren wat de gevolgen zijn voor de tijdlijnen van de migratie en welke mogelijkheden er zijn voor een versnelling van de migratie. Hierbij wordt gedacht aan een strakkere invoeringsorganisatie. Ook bereidt het MOB ter ondersteuning een campagne voor om de bekendheid met SEPA en de gevolgen te vergroten, gericht op het brede publiek, als ook op specifieke sectoren, zoals de ICT-bedrijven. Van belang voor een goede analyse en communicatie is dat snel duidelijk wordt welke einddata resulteren. Nederlandse markt nog lang niet klaar Nederland is nog lang niet klaar voor SEPA, zo blijkt uit de halfjaarlijkse SEPAbedrijvenmonitor die DNB tweemaal in 2010 en in het voorjaar van 2011 heeft gehouden onder bedrijven en instellingen uit de particuliere en publieke sector.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Be talingsverkeer aow
/0
Om een beeld te krijgen van de status van de migratie in Nederland wordt de mate van het bewustzijn van SEPA, de status van de voorbereidingen en het gebruik van SEPAbetaalproducten gemeten bij het grootbedrijf, het midden- en kleinbedrijf, gemeenten, ministeries en grotere (semi-) overheidsbedrijven. Verder inventariseert de monitor de ontwikkeling en actieve aanbieding bij softwareleveranciers van boekhoudpakketten die aan de Europese standaarden voor Europese overschrijving en incasso voldoen. Uit de SEPA-voorjaarsmonitor van 2011 (zie figuur 1) blijkt dat het SEPA-bewustzijn bij grote bedrijven en overheidsgebruikers vrij hoog, maar bij het midden- en kleinbedrijf nog vrij laag is. Een aanzienlijk deel van de grotere (overheids)bedrijven en de ministeries bereiden zich al voor, maar een concrete overgangsdatum ontbreekt echter veelal. Van het midden- en kleinbedrijf is minder dan 20% bekend met SEPA, de meeste bedrijven zijn nog niet met de voorbereiding gestart. Bijna 80% van de gemeenten heeft al een beeld van wat SEPA voor de eigen organisatie inhoudt, maar nog slechts 15% geeft aan zich voor te bereiden dan wel al via Europese overschrijvingen te betalen Voor de Europese incasso is dit percentage nog lager. Vooral in het midden- en kleinbedrijf maar ook onder grote bedrijven en overheden is nog grote behoefte aan informatie over SEPA oude nieuwe betaalproducten. Die worden dan ook nog maar weinig gebruikt en dan nog vooral in het grensoverschrijdende betalingsverkeer. Uit de jongste monitor blijkt dat veel softwarehuizen nog flink bezig zijn met het aanpassen van hun boekhoudpakketten aan de Europese standaarden. Minder dan 30% is klaar niet het aanbieden van software waarin WAN kan worden verwerkt en waarmee Europese overschrijvingen kunnen worden gefaciliteerd. Voor de Europese incasso is dit circa 15%. De rol van de IT-sector is medebepalend voor het kritische pad van de SEPA-migratie. Het tijdig beschikbaar hebben van SEPA-aanpassingen in softwarepakketten voor betalingsverkeer en gerelateerde administraties is een voorwaarde voor het bedrijfsleven om de overstap te kunnen maken. Naar zeggen van de software leveranciers is er nog weinig vraag vanuit de markt en daardoor is de mate van ontwikkeling gevarieerd; de een is nagenoeg gereed, de ander wacht nog op meer dui delijkheid.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aow
n
FIGUUR 1 Fase overgang Europese Overschrijving
MK8 (n=502)
Middelgrootbedrijf (n=100)
Grootbedrijf (n=21)
Gemeenten (4=134)
Publieke instellingen (n=11)
Kan betalingen verrichten/ontvangen 1:1 Concreet bezig met voorbereiding OUitzoeken water moet gebeuren • Weinig tot niets
Ook de Nederlandse consumenten zijn nog niet zo bekend met SEPA, zo blijkt uit het vierde onderzoek van DNB naar de beleving van grensoverschrijdend betalen. 40% geeft aan eerder iets over SEPA gehoord te hebben. De meeste consumenten staan er neutraal (65%) of positief (22%) tegenover. Van de ondervraagde Nederlanders weet 55% de eigen IBAN en 73% de IBAN van de tegenpartij niet te vinden. Veel consumenten realiseren zich niet dat SEPA grote invloed heeft op het binnenlandse betalingsverkeer. Bovendien blijken ze niet altijd een juist beeld te hebben van de gevolgen van SEPA. Positief punt is dat de Nederlanders aangeven vaker te (kunnen) pinnen in het buitenland en hierover meer tevreden te zijn dan bij de vorige meting. Dat is goed nieuws op weg naar SEPA, dat ook moet gaan inhouden dat met de nationale pas even gemakkelijk in binnen- en buitenland kan worden afgerekend. Zie verder Box 1.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer wie
/2
_ Betalmoeenxaarèitnm een ancit ,pfrpHoild worden VOOS). gedaan via het ifitethetbankieren: Voor onlffle aankopen nemen ook de crediteard en PayPal een sfrech belangrijkere plaats Waardtriitg:
Oteeklgest ~en:gijn tetteden:45,;* op . 'Van
hagen KinteittroingeVíng ~Se: De 'naamsbekendheid' vaÏiSEMd&i20ti9 toegenomen; 40% van de respondenten heeft eerder is over StPA gehoord. Dat was in 2008 28%. Net tal respondenten dat via MIA eigen hnak over SEPAis gernformeerd ismn1jaar.tijd ,• ie/tOeidvna 06) mar 10%. adat do Tam 1(010 en t:
'g-ar gra:A...gr. g
3.E
Rapportage Maatselappelijk Overleg Betalingsvelkeer 1010
/3
Gebruik Europese overschrijving en incasso is nog bescheiden Nederland bevindt zich in Europa in de staartgroep van de landen die de Europese overschrijving gebruiken (Zie figuur 2). In Nederland bedroeg het marktaandeel circa 1%, voor het overgrote deel grensoverschrijdend betalingsverkeer. In Europa is het aandeel van de Europese overschrijving per maart 201117%. Toch is het gebruik ten opzichte van 2009 met 40 % toegenomen, vooral door toedoen van de overheid die ernaar streeft dat het uitgaande betalingsverkeer van de ministeries nog in de eerste helft van 2011 over is naar SEPA. FIGUUR 2 Migratieratio Europese Overschrijving Percentage van totaal overschrijvingen 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 20081 200811 2003 EI 2008W 2009 1 200911 2009 111 20091V 20101 201011 2010W 2010W Euro gebied — s• • Nederland Bron: ECB en Banken
Gegeven de relatieve onbekendheid en de beperkte voorbereidingen bij bedrijven is het niet vreemd dat de Europese overschrijvingen vooral voor grensoverschrijdende betalingen worden gebruikt, daarvoor zijn IBAN (het internationale banknununer) en BIC (de code van de bank) al verplicht. Belangrijk punt bij de migratie is dat gebruikers ook voor betalingen binnen Nederland vertrouwd raken niet het gebruik van IRAN. Banken hebben de IBANBIC-service opgezet om klanten te ondersteunen bij het omzetten van Nederlandse rekeningnununers naar IBAN. Voorts komen de afzonderlijke banken met oplossingen om het adressenbestand in het internetbankieren om te zetten naar IRAN. Zie verder Box 2.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
4
1;efaSel, te a-
' Waarom Om het betalingsverkeer in Europa te kannen : integreren, is het van belang dat banken snel en gemakkelijk l*eildmar zijn. KSt een Opdracht bij : een yegkeen4algink,V411.3.0 de uitY90.01Z. 35.7, kel#444:01,041.4 gxr4 ~0~04 battluMilgibb-0041 --“;
Webaltel ~,2,12g1210411 &dee bedrijven, met lionderddnizendenskbitelnen, kunnen Se1?estandett insturen omdie in édakeer te laten 'omnummeren'. De ETC krijg je er altijd bij. I;BAN baltenhind Meestal langer J: Van f5
—
fl
± t1
rei:
#1 , th
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer oom
De Europese incasso is nog kort op de markt De Europese incasso is nog maar kort op de markt. In Europa kunnen rekeninghouders sinds 1 november 2010 bij rond de 4.000 banken euro's betalen en incasseren met een Europese incasso (SEPA Direct Debit). Het gebruik is logischerwijze nog zeer bescheiden. In het laatste kwartaal van 2010 was het aandeel van alle Europese incasso's in het totaal van alle incasso's in het eurogebied minder dan 1%. In Nederland is het marktaandeel verwaarloosbaar klein. Massale migratie wordt niet eerder dan in 2013-2014 verwacht. Dit is uitsluitend een binnenlandse migratie, omdat het eerder niet mogelijk was om grensoverschrijdend te machtigen of incasseren. Tarieven Europese betaalproducten Het MOB monitort de tarieven die de drie grote banken hun zakelijke klanten voor transacties met Nederlandse en Europese betaalproducten berekenen op basis van de tabellen die zij op hun websites publiceren. Deze geven de maximumtarieven weer, ook wel geveltarieven genoemd. De monitor beperkt zich tot de zakelijke tarieven, omdat banken hun particuliere klanten voor overboekingen en incasso's in euro's in de regel geen transactietarieven berekenen. Tabel 1 geeft de openbare tarieven voor de Europese betaalproducten voor deze banken per 1 januari 2011. Tarieven Europese overschrijving De tarieven voor de Europese overschrijving zijn niet veranderd ten opzichte van de vorige meting. Dat houdt ook in dat zowel de zakelijke debet- als credittarieven voor de Europese overschrijving gelijk zijn gebleven aan die voor de uitgaande en inkomende Nederlandse (elektronische) overschrijvingen. Informatie over de tarieven voor de Europese overschrijving uit voorgaande jaren is terug te vinden in Bijlage 2. Tarieven Europese incasso Voor de tarieven van de Europese incasso kan nog geen vergelijk gemaakt worden, omdat het product nog te kort op de markt is Bovendien bieden de banken de Europese incasso nog niet actief aan hun zakelijke klanten aan. Tarieven pin ontvangsten De drie grote banken bieden winkeliers de mogelijkheid van acceptatie van betaalpassen met de merken PIN, Maestro en V-Pay tegen eenzelfde standaardtarief per transactie. De geveltarieven uit de bancaire tarieftabellen van 2011 zijn dezelfde als die uit de tabellen van 2010. Volgend jaar zal PIN niet meer bestaan en zijn vervangen door de internationale merken.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aoto
r6
TABEL 1
TrangaetktarMven Zaktijjk Bctaljie:yerkeer Per 1 Januari 2011 - Euro's)
.07
. 9,07
ode- . Ho,o8 + 2,00 p..b." 0,1
0,07
0,07
0,07
M165'-
o,os +
4.ob p.b. • 4,Ért p.e.
2,00 p.b.
200, .. p.b.
0,09
.0,09
0,07
0,09
.91:8
0,082 +
9.1.4 _ 0,08+
:2,009k
2,00 p.b.
.0114 .
0,058
9,14
0,14 0,14 :0,08+ .0,08+ 200 p.h. 2,00 p.b.
0,098 . • 0,066 4058
0,052 0,092
,0,05 0,09
• per batch
Bron: tarietiabellen banken "Het nieuwe pinnen" in Nederland Is begonnen Het "nieuwe pinnen" houdt twee veranderingen in. De eerste is dat pinnen met de magneetstrip plaats maakt voor pinnen met de EMV-chip, die moeilijk is te kopiëren en zo helpt
sldmmingfraude te voorkornen. De tweede verandering is dat pinnen met het nationale merk PIN plaats maakt voor pinnen met een internationaal merk, Maestro of V PAY, dat in binnen- én buitenland geaccepteerd wordt. Bovendien is omwille van de transactiesnelheid van belang dat de data-uitwisseling tussen de betaalautomaat en de bank niet meer over gewone telefoonlijnen, maar over breedband (ADSL, kabel, glas) gaat. Ook in andere landen is de aanpassing van het pinnen gaande of al klaar, zodat Nederlandse consumenten bij steeds meer buitenlandse winkels met hun Nederlandse pinpas kunnen betalen én Nederlandse winkeliers steeds meer betaalpassen uit andere landen kunnen accepteren. Op deze wijze wordt Nederland deel van de geïntegreerde Europese betaalpasniarkt De overgang naar het nieuwe pinnen is in volle gang. Na succesvolle proeven in Amsterdam en Leidschendam was de infrastructuur er begin 2011 grotendeels klaar voor. Alle Nederlandse betaalpassen zijn voorzien van een EMV-chip die pashouders kunnen gebruiken bij alle geldautomaten in Nederland en bij ruim 90% van de betaalautomaten in de winkels. Op 2 maart 2011 heeft Minister De Jager van Financiën het startsein 1/001" de landelijke uitrol van het nieuwe pinnen gegeven. In 2011 kunnen consumenten nog zowel pinnen met magneetstrip (merk 11.14) als met chip (merk Maestro of V PA?). Geleidelijk zal bij steeds meer hetaatautoraaten de 'knop' worden omgezet die de software activeert die ervoor zorgt dat met chippassen niet meer met de onveilige magneetstrip gepind kan worden. Het doel is dat er in Nederland vanaf 1 januari 2012 alleen nog maar met een EMV-chip op de betaalpas kan worden gepind. Voor winkeliers en consumenten een flinke verandering. Voor consumenten is de grootste wijziging dat zij voortaan de betaalpas moeten Insteken in plaats van door de automaat te halen.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betaling:n=102z aow
Meer informatie over de migratie naar het nieuwe pinnen is te vinden op
www,hetnieuwepinnen.nl. Het nieuwe pinnen is begonnen!
Van links naar rechts: Jan-Kees De Jager, minister van Financiën; Bode Staal, voorzitter NVB; Piet Malldcoote, directeur Currence en voorzitter van de Mitemgroep EMV sa Henk van den Broek, bestuurder van Detailhandel Nederland
Rapporthge Maaisdarppekik Overleg Betalingsverkeer zou>
18
3. TOEGANKELIJKHEID EN BEREIKBAARHEID Bereikbaarheldsmonitor 2010: betaaldiensten blijven goed bereikbaar De bereikbaarheidsmonitor toetst om de drie jaar in hoeverre de generieke bereikbaarheid van betaaldiensten ten opzichte van de nulmeting in 2007 is veranderd. Daarnaast brengt deze ontwikkelingen en trends op het gebied van toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten in kaart. De monitor richt zich op consumenten en ondernemers, en besteedt speciaal aandacht aan kwetsbare groepen: ouderen, mensen met een functiebeperking, mensen zonder internet en laagopgeleiden/inactieven.
&..
il _c, i ribancn k ...a.15 peningsajden o IIe ben-elgAcceptgito L
4 2 'g gi-2 a han 5E en overschrijviráCNB m« -2 lokáa18 ma = Im 3 calaagodgeleididémálitoniaatbrinc, / __ .124 = .2 =• —81" 0 .2 leefbaarheidegobleniatiek 5- internetbanigerecal ffi 2 = ? k, -1' h= Toegankelijitheid 4-/ 0-12. .42 .10 01 twikkeltn"32 8 Betalingsverkeer significant 2 aatschappejk Overleg-g -ffl g onderzoek t Convenantgehandicapten .- amer kaant ANBOa Parer44 -Eskhtziendenci '' . eTwee " og trendsig 0. Ein gmaatschappelijk nj fo ..— 2 ?MB-Nederland @> e 3 5
•=-6
Het MOB constateert in de december 2010 gepubliceerde tereficbaarheidsmonitor 2010' dat er
geen generieke bereikbaarheidskrielpunten voor betaakliensteaa zijn_ Ondanks de verschuivingen in het bankenlandschap, zoals de samenvoeging van Fortis met ABN-AMRO en de integratie van ING en Postbvk, zijn consumenten en ondernemers nog steeds tevreden over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van bentaldiensten. Consumenten geven, afhankelijk van de doelgroep, gemiddeld een 7,5— 8,0 en ondernemers een 7,1. Tabel 2 laat de positionering zien van betaaldiensten ten opzichte van de andere basisdiensten in een gemeente. Consumenten kennen aan betaaldiensten een hogere waardering toe in vergelijking tot andere basisdiensten.
Rapportage Maatschappelik Overleg Betalingsverkeer mto
19
TABEL 2 Tevredenheid hasisdlensten, 2010
OMES. 7,7 7,1 . 7,5 7,1.1 7,3. 6,9 7,8 . 7,5 7,9 103
7,6 6,8 7,3 7,3 7,3 . 6,4 7,41 7' . 7,7 .
8,1' : 7,1 • 7,6 7,7 7,9 7,2 .
8. 7,4
8
388
202
.
7,9 . 7,2 7.6. 7,5 : 7,6 7,1 . 7,8- . 7,6 7,9
k i.
7,3 7,7 7,9 7,1 8,1. 7,2 7,9.
227
248
Bron: Bereikbaarbeldsmooftor 2010, tabel 2,9
Tabel 3 toont de waardering van ondernemers voor bankdiensten en andere basimlicasten in een gemeente. Als bankdienst is hierbij genomen het openen van een bankrekening. Ondernemers geven net als de consumenten in dit onderzoek de bankdienst een relatief hoog cijfer in vergelijking met andere diensten
TABEL 3 Gemak waarmee een ondernemer het volgende regelt
7* • . 7,5 6,0 5,7 . 5,9 6,7 7,1 6,8 7,5 7,5 7,9 5,8 5,8 5 :
,
7,6 6,1 6,8 7,8 5,9
• 7, - • .7,5 6,0 5,9 6,9 6,9 6,0
5,8
Bron: Bereikbeerheidstnooltar 2010, tabel 2.15
De gebruiksvriendelijkheid van specifieke diensten waarderen ondernemers gemiddeld hoger dan de bereikbaarheid hiervan (tabel 4). Zij zijn tevreden over de ondersteuning van betaalautomaten, de zakelijke service in het bankkantoor en de afstortfaciliteiten binnen en buiten het kantoor. Ondernemers zijn wel iets kritischer dan de consumenten die, afhankelijk van de doelgroep, gemiddeld een 7,5-8,0 hebben gegeven.
Rapportage Maattehappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
zo
TABEL 4 Tevredenheid over bereikbaarheid en gebridksvriendelijkheld bank- en betaaldiensten
7,1 6,9 6,7 5,8 4,7 7,0 6,8 6,3 .
7,1 7,0 6,9 6,2 5,6 7,1 7,0 6,6
Bron: Bereikbaarheidsmonitor 2010, tabel 2.14
Geldautomaten zijn meestal nabij en openingstijden van bankkantoren in combinatie met intemetdiensten zijn dekkend. Een analyse van de dekking van de fysieke betalingsverkeerdienstverlening in Nederland laat zien dat meeste huishoudens niet verder dan vijf kilometer van een geldautomaat zich bevinden (figuur 3). Figuur 3 Dekking/spreiding bancaire voorzieningen yam 99,7% (kantoren, geldautomaten en overige maat-werk-voorzieningen')
"nr"-PACS-4.101,44. 41"5451);
Bron: Bereikbaarheidsmonitor 2010, figuur 2.2 1 Manrwerkdiensten rijn geinventariseerd voor zover in een 4 cijferig postcodegebied geen bankkantoor of geldeutornaatvoorziening aanwezig was. Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingrverkeer zo,0
2,1
Wat consumenten betreft hebben knelpunten eerder betrekking op specifieke groepen in de samenleving, zoals ouderen, gehandicapten en mensen zonder internetaansluiting. De wensen van ondernemers hebben vooral betrekking op de bereikbaarheid van de diensten voor het afstorten van contant geld. De verwachting is dat in de toekomst een verdere verschuiving van fysieke naar digitale betaaldiensten zal plaatsvinden, vooral via internetbankieren. De WTB onderschrijft het belang van deze accentverschuiving voor consumenten en banket De volgende monitor zal een ruimere opzet hebben om een volledig beeld te krijgen. Werkafspraak bereikbaarheid Om lokale bereikbaarheidsknelpunten op te lossen, hebben het MOB, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) in 2007 de Werkafspraak Bereikbaarheid gemaakt. Deze beschrijft hoe deze partijen gezamenlijk knelpunten op het gebied van bereikbaarheid in het betalingsverkeer aanpakken waarbij zij zich hebben gecommitteerd zich tot het uiterste in te spannen om deze in redelijkheid op te lossen. Indien de knelpunten niet lokaal worden opgelost, kunnen partijen deze melden hij het speciaal hiervoor ingestelde meldpunt bereikbaarheidOnvb.nl. In 2010 zijn geen meldingen in de zin van de Werkafspraak bij het bereikbaarheidsmeldpunt binnengekomen. Problemen die zijn gesignaleerd, zijn door lokale partijen opgelost zoals bij de opheffing van een aantal geldautomaten in Zeeland. Andere zorgpunten met raakvlakken aan bereikbaarheid en toegankelijkheid, die consumenten direct bij in het MOB deelnemende organisaties hebben gemeld zijn daar opgepakt. Deze organisaties hebben in samenwerking met de desbetreffende banken en consumenten actie ondernomen om de punten, waar wenselijk en noodzakelijk, op te lossen. Telefonisch bankieren goed toegankelijk Uit onderzoek van Heiview naar hoe kwetsbare groepen als ouderen en gehandicapten hun dagelijkse bankzaken regelen, is gebleken dat blinden en slechtzienden het telefonische kanaal relatief veel gebruiken. Het MOB heeft nader onderzocht welke functionaliteiten voor blinden en slechtzienden nodig zijn om via de telefoon te bankieren en betalingen te doen. In 2010 zijn de resultaten van een rapport van Viziris gepubliceerd waarin in algemene termen de `good practices' van basisfunctionaliteiten van het telefonisch bankieren zijn beschreven. Ook is een expert meeting georganiseerd met bancaire kanaalexperts. Bén van de bevindingen van het onderzoek is dat banken verschillende limieten hanteren voor telefonisch bankieren en dat klanten dit als verwarrend ervaren. Tijdens de expert meeting hebben de bancaire experts beloofd intern in hun organisatie te informeren of wijziging van bedraglimieten bespreekbaar is.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aow
n
Op basis van de geïnventariseerde fraudegevallen bij het telefonisch bankieren is besloten de huidige limieten niet te verruimen en de bestaande praktijk te handhaven. Naast de kwetsbare groepen maken andere groepen veelvuldig gebruik van dit kanaal. Er zijn geen plannen om dit
kanaal op korte termijn af te schaffen. Met de inventarisatie en expert meeting is veel informatie verkregen over hoe mensen met een visuele beperking het telefonische kanaal gebruiken. Op basis van de informatie van individuele banken uit de expert meeting concludeert de WTB dat er op korte termijn geen aanleiding is aan te nemen dat het telefonische kanaal voor mensen met een visuele beperking minder toegankelijk zal worden. Het voorgenomen gesprek tussen de WTB en kanaalexperts in het vierde kwartaal van 2011 zal de eventuele ontwikkelingen voor de verdere toekomst in beeld brengen. Toegankelijkheid betalingsverkeer voor allochtone Nederlanders In 2010 is de eerste fase afgerond van het onderzoek naar het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders waarbij gekeken is naar het gebruik van en de perceptie over betaalmiddelen aan de toonbank en op afstand. Uit het onderzoek blijkt dat ondanks dat een groot aantal nieuwe Nederlanders een voorkeur heeft voor de betaalpas, 65% van de uitgaven contant wordt afgerekend. Dit lijkt samen te hangen met de pasacceptatie. Westerse en niet-westerse allochtonen geven aan meer met de betaalpas te willen betalen in de horeca, op de markt, in kleinere winkels en de dienstverlenende sector. Het onderzoek toont aan dat in deze winkels ruim 75% van de betalingen contant is. Helemaal zonder contanten boodschappen doen is voor de meeste groepen trouwens nog lang geen vanzelfsprekendheid. Ruim 50% van de allochtone en autochtone Nederlanders betaalt contant in supermarkten en warenhuizen. Nieuwe Nederlanders zijn overwegend positief over internetbankieren, maar niet iedereen kan en wil erop overstappen. De WTB heeft kennis genomen van dit rapport en concludeert dat er grote gelijkenissen zijn in voorkeuren en gewoontes van nieuwe Nederlanders en andere kwetsbare groepen Nederlanders, zoals ouderen. De vraag is of de nieuwe Nederlanders als separate kwetsbare groep gezien moeten worden. Op dit moment wordt binnen DNB nog gewerkt aan verdieping van het onderzoek. De resultaten worden in 2011 aan het MOB gepresenteerd.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
4. EFFICIENCY MOB verwerpt Aanbeveling Europese Commissie over wettig betaalmiddel Het MOB heeft geconstateerd dat de Aanbeveling van de Europese Commissie voor het gebruik van alle enrobiljetten en -munten als wettig betaalmiddel uit maart 2010, haaks staat op huidige praktijkafspraken aan de toonbank. De Europese Commissie vindt in haar aanbeveling dat er geen beperkingen mogen worden gesteld aan het gebruik van eurobankbiljetten en -munten als wettig betaalmiddel, terwijl er in Nederland om efficiency- of veiligheidsredenen een aantal praktische afspraken worden gehanteerd. Zo kennen we in Nederland onder meer de afronding van contante betalingen op eenheden van vijf cent aan de kassa en het niet overal accepteren van hoge coupures bankbiljetten. Beide praktijken worden aangegeven via een sticker op de winkeldeur of bij de kassa. De aanbeveling bindt de huidige Nederlandse wet- en regelgeving en praktijkafspraken niet, maar het MOB is bevreesd dat de aanbeveling in de toekomst kan worden omgezet in bindende wetgeving. Besloten is de krachten te bundelen om te voorkomen dat de geplande evaluatie in 2013 omgezet wordt in bindende wet- of regelgeving. Daarom is een position paper gemaakt om het Nederlandse standpunt te verduidelijken en onderbouwen. De invalshoek van de gezamenlijke lobby tegen bindende wetgeving is om ervoor te zorgen dat de Nederlandse situatie als voorbeeld wordt gesteld voor een efficiënt betalingsverkeer. Op deze wijze kannen andere EU lidstaten lering trekken uit de manier waarop het toonbankbetalingsverkeer in Nederland is ingericht. Het MOB gaat ervan uit dat winkeliers begrip en een tegemoetkomende behandeling bieden in situaties waar niet-ingezetenen bij betrokken zijn. Resultaten onderzoek verhoging efficiëntie laagwaardig betalingsverkeer In 2010 hebben de banken de resultaten van hun onderzoek gepresenteerd naar de technische mogelijkheden om laagwaardige (contante) betaaltransacties te vervangen door elektronische betaalpastransacties. Conclusie is dat een concrete en innovatieve oplossing voor een laagwaardige betaalalternatief voor de betaalpas technisch nu nog niet mogelijk is, maar dat door diverse maatregelen nog wel kostenbesparing in de keten kan worden bereikt. Hierbij wordt gedacht aan pinnen over open intemetlijnen, dat eerder niet mogelijk was. Bovendien hebben de individuele grootbanken zich door middel van afspraken in de Nadere Overeenkomst 2009 bij het Convenant Betalingsverkeer toegezegd om medio 2010 proposities in de markt te zetten die gericht zijn op het vervangen van contante betalingen door een laagwaardig elektronisch betaalalternatief
Rapportage Maatschappelijk Overleg Beralingsverkeer aow
24
Pinnen gaat door grens van 2 miljard betalingen In 2010 werd in Nederland 2,15 miljard keer met een betaalpas aan de kassa afgerekend. Dat is een stijging van 10,7% ten opzichte van 2009. Het aantal pinbetalingen onder EUR 10 steeg zelfs met 16% tot een totaal van 561 miljoen en bedraagt nu meer dan een kwart van alle transacties. Het doel is om in 2012 2,7 miljard betaalpastransacties te hebben. De vorig jaar ingezette trend van minder contant betalen komt hiermee in een stroomversnelling. Naar schatting wordt nog bijna 60% van alle aankopen over de toonbank contant afgerekend, voornamelijk kleine bedragen onder EUR 10. Het gemiddelde gepinde bedrag daalde in 2010 mede als gevolg van de campagne Klein bedrag? Pinnen mag! - met bijna 4% van EUR 39,07 tot EUR 37,55. Het aantal locaties waar men kan pinnen steeg met 15.000 tot bijna 220.000. De Nederlandse winkeliers maken zich sterk voor meer pinnen en meer locaties waar gepind kan worden. Pinnen is efficiënt en ook veiliger voor winkeliers, hun medewerkers en hun klanten. Een van de branches waar het pinnen sterk groeide is de ambulante handel. Hier steeg het aantal betaalautomaten met 37% en het aantal pintransacties met 22%. Chippen stabiel gebleven Het aantal Chiplcniptransacties groeide in 2010 licht met 0,7% en kwam uit op ruim 178 miljoen. De Chipknip wordt nog vooral buiten de winkelomgeving gebruikt in het parkeersegment, de catering en bij snoep- en drankautomaten. Het gemiddelde bedrag dat met de Chipknip werd afgerekend was EUR 2,61. Naar verwachting loopt de acceptatie van Chipknip in winkels in 2011 sterk terug door de overgang naar het nieuwe pinnen. Het gebruik van de chiplezer voor zowel het nieuwe pinnen als de Chipknip kan leiden tot onduidelijkheid en vertraging aan de kassa. Ook kwetsbare groepen kunnen hier hinder van ondervinden. Zij hebben extra instructie nodig kunnen het scherm niet lezen of hebben moeite met het bedienen van de betaalterminal. Organisaties als ANBO, CO-Raad, Viziris en Stichting HEB doen onderzoek naar adequate terminaloplossingen voor kwetsbare groepen. Aantal en omzet DEAL-betalingen verdubbeld In 2010 is het aantal iDEAL-betalingen met 51,7% gestegen naar ruim 69 miljoen. Het totaal van de aankopen die met /DEAL zijn betaald, bedroeg ruim EUR 5 miljard. Dit is een groei van circa 48% ten opzichte van 2009. De waarde van een gemiddelde iDEAL-betaling was in 2010 circa EUR 73. Hiermee is iDEAL het meest gebruikte online betaalmiddel (zie figuur 4).
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2oro
25
FIGUUR 4 LDEAL TRANSACTIES Aantal in duizenden
80.000 70.000 80.000 50.000 40 000 90.000 20.000 10.803
2008
2907
2008
2009
2010
2011
Brow Currenee. Opmerking 2011 gegevens zijn 12-rnaands som tot en met maart 2011.
Ook de waardering van de consument voor het betaalmiddel blijft groeien: 56% van de online
shoppers prefereert iDEAL boven elke andere betaalwijze (zie figuur 5). Online consumenten waarderen het gebruilcsgemak. Dit blijkt onder meer uit bet onderzoek naar de Top 100 2
Onmisbare merken van 2010, samengesteld door het KRIB . int dit onderzoek blijkt dat van alle financiële merken DEAL op de eerste plaats staat Over alle categorieën heen eindigde DEAL op 12de plaats. FIGUUR 5 Voorkeur betaalmiddelen °Mine aankopen
Overschrijving 8% Acceptgiro
Creditcard 5%
Machtiging gy. PayPM 5%
Anders 4%
Maal 54%
Bron: Currence 2
Het European Institute for Brand Management Eurlb Top 100 Onmisbare Merken van 2010 Rapportage Maatschappthik Overleg Betalingsverkeer aow
26
Steeds meer webwinkels (89%) bieden iDEAL als betaalmiddel aan. Ook het aantal banken dat iDEAL aan hun klanten biedt, is in 2010 gestegen (naar negen aanbieders). Verder wordt in samenwerking niet de brancheorganisatie voor web-ondernemers Thuiswinkelorg onderzocht hoe DEAL het beste geschikt kan worden gemaakt voor gebruik op de mobiele telefoon. In Nederland blijkt iDEAL een flinke stimulans voor de e-commerce markt. Verwachting is dat de groei van iDEAL in 2011 verder zal doorzetten. Op weg naar Europees gebruik Het Nederlandse DEAL is een betaalsysteem voor on online aankopen op het internet af te rekenen. Evident is dat deze moderne betaalsystemen de groei van e-commerce versnellen. Om het grensoverschrijdend gebruik van deze vorm van online betalen te bevorderen, werkt iDEAL samen met vergelijkbare betaalmethoden uit Oostenrijk (eps) en Duitsland (Giropay), aan een model dat de opmaat moet worden voor acceptatie van elkaars betaalmethoden. Doelstelling is een open infrastructuur te ontwikkelen waarmee een consument in het ene Europese land online en reel time een betaling voor bestelde goederen en diensten kan verrichten bij een webwinkel in een ander Europees land, door gebruik te maken van zijn normale faciliteiten voor internetbankieren. Uitkomsten onderzoek naar motivatie acceptatie creditcards Uit onderzoek van het MOB naar de acceptatie van creditcards en het gebruik van toeslagen door winkeliers blijkt dat zij het zowel uit oogpunt van klantvriendelijkheid als van concurrentie en omzet, van groot belang achten dat klanten met een creditcard kunnen betalen. Daarom zien zij meestal ook af van toeslagen. Zij willen de klant niet beletten in de betaalkeuze en willen geen extra koopdrempels opwerpen, maar hebben uit kostenoogpunt wel liever dat klanten hun pinpas of voor intemetaankopenIDEAL gebruiken. Vaak proberen zij hun klanten dan ook actief te sturen in hun betaalkeuze, vooral met niet-financiële prikkels. Slechts een kleine groep winkeliers
brengt hun klanten wel een toeslag in rekening, zowel om de creditcardkosten te kunnen deldcen als om de klant bewust te maken van de kosten van hun betaalkeuze. Als belangrijkste nadelen noemden de ondervraagde winkeliers naast de relatief hoge kosten nog de lagere veiligheid en de grotere onzekerheid, omdat klanten de creditcardbetalingen nog achteraf kunnen terugdraaien. De ondernemers gaven aan bij hun afwegingen al dan niet creditcards te accepteren geen beperkingen te ervaren.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zoro
De conclusie van het onderzoek is dan ook dat het al dan niet accepteren en tariferen van croditcardbetalingen een keuze van de ondernemer is. Het MOB heeft geconcludeerd dat het onderzoek voldoende inzicht geeft in de consequenties van tarifering van creditcards aan de toonbank en dat verder onderzoek niet nodig is. In 2010 accepteerden Nederlandse ondernemers ongeveer 88 miljoen keer een creditcard als betaalmiddel, 36 miljoen keer van Nederlanders en 52 miljoen keer van buitenlanders die Nederland bezochten. Dat is meer dan in 2009, toen 73 miljoen keer met een creditcard werd betaald, waarvan 34 miljoen keer door Nederlanders. • Verdere optimalisatie bankbiljetteninfrastruetuur Minder contante betalingen impliceren ook minder door banken en DNB gerecirculeerde bankbiljetten. De kosten van een fijnmazige infrastructuur voor banken en retailers zijn vrij hoog. Bankbiljetten moeten elke dag worden opgehaald, geteld, gesorteerd, gecontroleerd, bewaard, beveiligd en weer worden gedistribueerd. Naarmate het aandeel pintransacties verder stijgt, worden contante transacties snel duurder omdat het grootste gedeelte van de infrastructurele kosten vast is. Daarom hebben DNE1 en de grote Nederlandse banken de mogelijkheden onderzocht om via nauwere samenwerking inefficiënties weg te nemen om zo de verwachte kostenstijging van contante transacties te voorkomen. Hieruit is gebleken dat de effectiviteit en efficiëntie in de keten kan worden verhoogd door het samenbrengen van de bankbiljetteninfrastructuur en door het standaardiseren en implementeren van diensten, processen en systemen. Op basis hiervan hebben de drie grootbanken in 2010 besloten hun krachten te bundelen in een
nieuwe organisatie: Geldservice Nederland (GSN). Deze is verantwoordelijk voor de geldverwerldng en de chartale logistiek voor de grootbanken. Op termijn kunnen andere banken hun chartale activiteiten eveneens bij GSN onderbrengen. Partijen hebben nu overeenstemming bereikt over de oprichting, de toekomstige inrichting van en transitie naar GSN. De planning gaat ervan uit dat GSN in 2013 volledig operationeel is. Om maximale effectiviteit en efficiency in de betaalketen te creëren hebben de gezamenlijke toonbanidnstellingen de banken opgeroepen om te bekijken wat de mogelijkheden zijn voor ondernemers om aan de 'voorkant' gebruik te kunnen maken van de nieuwe organisatie. Voorts is vanwege de veiligheid de mogelijkheid van dichtbij en regelmatig afstorten van contant geld van groot maatschappelijk belang.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer ano
28
5. VEILIGHEID Ontwikkeling valse eurobiljetten Voor het eerst na drie jaar is het aantal in Nederland aangetroffen valse eurobiljetten afgenomen (zie figuur 6). In 2010 zijn 39.600 valse eurobiljetten aangehouden, 28% minder dan de 54.900 stuks in 2009. De totale fictieve waarde van de valse eurobiljetten, EUR 1,9 miljoen, was 30% lager dan vorig jaar. Hoewel een exacte verklaring niet kan worden gegeven, hebben de verhoogde alertheid van toonbankinstellingen en de verhoogde inzet van politie en justitie zeker bijgedragen aan de succesvolle strijd tegen deze vorm van criminaliteit. In Nederland bleef het biljet van 50 euro met een aandeel van 70% in het totale aantal vervalste coupures het meest vervalst, op afstand gevolgd door dat van 20 euro met een aandeel van 21% (zie tabel 5). Ook wereldwijd nam het aantal valse eurobiljetten af. In totaal werden 752.000 valse eurobiljetten
onderschept, een atharne van 13% ten opzichte van 2009. Er werden minder valse biljetten van EUR 20 aangetroffen. De criminaliteit richt zich nu vooral op de coupure van EUR 50. FIGUUR 6 Aangetroffen valse bankbiljetten in Nederland
50,000
50,000
40,000
30,000
20,000
10,000
0 2003
2004
2005
2005
2007
2008
2000
2010
TABEL 5 Aandeel vervalsingen per coupure (% van alle aangetroffen vervalsingen in 2010) Denominatie Nederland Eurogebied
EUR 5
EUR 10 1
1
Bron: DNB, ECB.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aolo
EUR 20
EUR 50 EUR 100 EUR 200 EUR 500
21 40
70 43
6 13
1 2
0
De eurobiljetten zijn door middel van echtheidskenmerken goed beschermd tegen valsemunterij. Het is belangrijk dat het publiek alert is en voldoende kennis heeft over deze echtheidskemnerken. Daarom geeft DNB actief voorlichting, vooral via haar website. Daarnaast geeft zij opfristrainingen eurobiljetten aan managers van retailers, die op hun beurt kassiers en baliemedewerkers kunnen trainen. Voorts informeert DNB via het MOB winkeliers en andere contant geldgebruikers over de meest recente ontwikkelingen rondom valse eurobiljetten. Het onderwerp 'valse eurobiljetten' heeft de aandacht van politie en justitie. Het afgelopen jaar hebben regiokorpsen diverse onderzoeken uitgevoerd naar valse eurobiljetten en zijn verdachten aangehouden. Uit de politie-informatie blijkt dat valse biljetten niet alleen worden aangeboden bij retailers (zoals supermarkten, winkels en horeca), maar ook bij kooptransacties via internet of tijdens plaatselijke festiviteiten en zomerfestivals. Verder maken retailers in toenemende mate gebruik van detectieapparatuur om de echtheid van biljetten te controleren. In 2010 hebben Nederlandse winkeliers ruim tienduizend SMS-alerts verstuurd om elkaar te waarschuwen bij verdachte situaties of calamiteiten in hun winkelgebied. Zij gebruiken de SMS-berichten om elkaar te attenderen op zakkenrollers, winkeldieven en op vals geld dat aangeboden wordt. Ook kunnen zij via SMS de wijkagent of beveiligingsbeambte alarmeren. Winkeliers geven aan dat zij zich door dit waarschuwingssysteem veiliger voelen. Afname skimming bij geld- en betaalautomaten in Nederland Skimming houdt in dat criminelen de magneetstrip van een betaalpas kopiëren en de pincode van de pashouder bemachtigen om met een kopie van de pas in binnen- en/of buitenland geldopnames te doen. In 2010 bedroeg deze sldmmingschade EUR 20 miljoen, tegenover EUR 36 miljoen in 2009. Deze schade komt volledig voor rekening van de banken. De maatregelen die in 2009 zijn ingevoerd, zoals verbeterde monitoring van betaaltransacties (24 uur per dag zeven dagen in de week) met versnelde interbancaire opvolging van skimming,incidenten, hebben een sterke bijdrage geleverd aan de daling van de fraudeschade in 2010.
Verbeterde veiligheid door invoering EMV Een belangrijke maatregel om skimmingfraude terug te dringen is het gebruik van een EMV-chip in plaats van de magneetstrip. S inds 1 mei 2011 zijn alle betaalpassen voorzien van deze chip en kunnen alle geldautomaten en 94 % van de betaalautomaten de chip ook lezen. Ruim 70% van de winkeliers heeft inmiddels een accjuiring contract voor de internationale betaalpasmerken met zijn bank gesloten. Eind 2011 zal de hele infrastructuur klaar zijn voor de chiptechnologie, vanaf 2012 zijn transacties met de magneetstrip niet meer mogelijk. Voor het toonbankbetalingsverkeer betekent de invoering van EMV een hoger niveau van beveiliging. Ondanks alle maatregelen zal ook in 2011 skiraming niet volledig uit Nederland verdwijnen. Het is daarom zaak dat alle partijen goed blijven samenwerken in deze en de ontwikkelingen blijven volgen, om indien nodig daarop in te kunnen spelen met maatregelen. Rapportage Maa tschappelijk Overleg Betalingsverkeer win
30
Veiligheid op Internet Nederlanders zijn de laatste jaren het internet massaal gaan gebruiken om online te winkelen en te bankieren. Volgens recente cijfers van het CBS heeft negentig procent van de mensen in Nederland toegang tot het internet, de meesten (77 procent) via breedband. Van de internetgebruikers winkelt 74 procent via internet en 78 procent doet aan internetbanlcieren. Nederland behoort met deze cijfers tot de koplopers in Europa. De omzet van e-commerce in Nederland bedroeg in 2010 circa EUR 8 miljard, een stijging van 10% ten opzichte van het jaar ervoor. Opvallend daarbij was dat de gemiddelde ordergrootte bij webwinkeliers daalde van EUR 140 naar EUR 119, dus meer orders van kleinere omvang. Als betaalmethode was Deal veruit favoriet met 65 — 70 %, creditcards waren goed voor circa 10%. De rest werd verdeeld over de andere methoden als rembours, acceptgiro, achteraf op factuur, PayPal (Bron: Thuiswinketorg). In de Nederlandse markt zijn alle cards van de grote creditcarduitgevers momenteel voorzien van 3D Secure (MasterCard SecureCode of Verified by Visa). Hierdoor en door andere preventieve maatregelen (zoals de PCI-DSS standaard) is de fraude sterk gedaald en neemt het vertrouwen en daarmee de omzet toe. Binnen de Nederlandse markt wordt iets meer dan 60% van het creditcardvolume met Nederlandse creditcards via 3D Secure afgewikkeld. (Brok: International Card Services). Internet biedt niet alleen consumenten, maar ook criminelen veel gemak. Juist het grote aantal en de grote omvang van financiële handelingen vormen voor hen dan ook een aantrekkelijk doelwit Dit blijkt ook uit de stijging van het aantal fraude-incidenten met internetbankieren, van 154 gevallen in 2009 naar 1383 gevallen in 2010 met een totale schadelast van EUR 9,8 miljoen. De meest voorkomende methode van fraude bij het internetbankieren is phishing. Phishing is een vorm van fraude waarbij mensen e-mail berichten ontvangen en worden opgelicht door ze te lokken naar een valse (bank)website die een bedrieglijk echte kopie is van de originele website. Op het moment dat de klant daar nietsvermoedend inlogt — in de veronderstelling op de echte website te zijn— bemachtigt de fraudeur de inloggegevens, authenticatie gegevens of andere persoonlijke gegevens van de klant.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
31
Vervolgens kunnen deze gegevens worden misbruikt Banken vergoeden in de regel de schade en proberen met zoveel mogelijk preventieve en detectieve maatregelen fraude te voorkomen. Banken informeren voortdurend over de in omloop zijnde phishingmails. Bij phishing wordt mede gebruik gemaakt van zogeheten social engineering. Hiermee wordt bedoeld het overtuigen van mensen om zo gevoelige informatie te ontfutselen, zoals bankgegevens. Door de vele informatie die mensen achterlaten op sociale media, zoals Facebook en Twitter, wordt het voor criminelen steeds makkelijker om betrouwbaar over te komen en zo mensen te manipuleren informatie af te staan. Een andere methode van criminelen is om malafide software (malware) te installeren waarmee zij informatie uit computers stelen, of de computers inzetten voor andere praktijken, zoals het versturen van spanaberichten. Het is daarom zaak dat aanbieders van betaalproducten, serviceproviders en consumenten bewust blijven van het belang van veiligheid op internet. Zij dienen adequate maatregelen te nemen om digitale financiële criminaliteit te bestrij den. Verschillende organisaties hebben in 2010 campagnes gericht op bewustwording met tips en informatie over de risico's en beveiliging. Hieronder volgt een overzicht Voorlichting risico's en veiligheid internet De overheid voert de campagne 'Veilig internetten'. Het doel is burgers bewust te maken van het risico dat het gebruik van internet met zich meebrengt. Speerpunt van de campagne van 2010 is mensen te waarschuwen niet te veel prijs te geven over hun digitale identiteit om geen slachtoffer te worden van identiteitsfraude. Ook worden tips gegeven over wat mensen zelf kunnen doen om dit te voorkomen. Op de website www.nederIandveilia.nliveiliginternetten staat alle informatie, tips en een test om te beoordelen of men voorzichtig genoeg omgaat met persoonlijke informatie op internet Partijen kunnen desgewenst bij het Ministerie van Justitie aangeven dat ze de campagne wensen te ondersteunen, o.a. door plaatsing van hun logo op de campagne-website Daarnaast vindt de overheid het van belang dat bedrijven en burgers melding maken van vormen van identiteitsfraude. Om dit proces te begeleiden is het Centraal Meld- en Informatiepunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI) ingericht Doelstelling is burgers, bedrijven en overheden die te maken hebben met identiteitsfraude of met een fout in de registratie van persoonsgegevens, te ondersteunen en te adviseren. Het meldpunt bevordert dat meldingen worden afgehandeld door haar partners, zoals de politie, de Koninklijke Marechaussee, het ministerie van Justitie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het meldpunt ondersteunt ook door onder meer de voortgang van meldingen te bewaken. Het meldpunt is te vinden op de website www.overheid.nllidentileitsfraude. Op deze website staat meer informatie over identiteitsfraude en over foutieve registratie van persoonsgegevens. Tevens geeft de website informatie over hoe mensen in contact kunnen komen met het meldpunt.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aoto
32
Overige partijen uit het MOB zijn ook campagnes in 2010 gestart met betrekking tot veilig internetten en bankieren. De NVB is op 14 oktober de publiekscampagne 'Veilig bankieren' gestart. De campagne is een vervolg op `3x kloppen' en heeft als motto: 'Samen houden we bankieren veilig'. De website www.veiligbankieren.n1 staat in de campagne centraal. Therop kunnen consumenten veel informatie, korte animaties en een documentaire over intemetfraude vinden. De slogan is 'als je weet hoe ze opereren, kun je je ertegen wapenen.' De voorlichtingscampagne is zeer succesvol gebleken. Uit een effectmeting is gebleken dat de boodschap 6,5 miljoen mensen heeft bereikt en dat 620.000 personen de website (www.veiliebankiereanl) hebben bezocht. Daarnaast hebben 231.170 mensen de voorlichtingsfilm via het Youtube kanaal bekeken. Voorts is door de NVB speciaal voor scholieren de actie 'Wordt geen money mul& gevoerd (zie box 3). Box 3 Money Mades Een Money /vJule— ook wel katvanger of drop genoemd— laat 4fi oftaar bankrekening tegen bekagliidSbn'aen vi:19r.,~elt# fiothriteiten, pe: m9neyMidié glit* hierbij (on)begispsifrtnidnleus. e 610:doOr heat r."." Or k 3frnaeii:d'g '" Wil 'cle • IL t.
De Consumentenbond informeert met de campagne 'Laat je niet backen' over de risico's van internet met praktische informatie en hulpmiddelen. Zo staan er op de site www.laatieniethacken.nl een scanner die de po onderzoekt op lekke software, een quiz over gevaren op internet en een checklist om het 'hang en sluitwerk' van de pc na te lopen. En veel tips voor veilig thuis en onderweg internetten, kopen en bankieren op internet en het privé houden van persoonlijke gegevens. Ook in de bladen zoals de Digitaalgids wordt aandacht aan (digitale) veiligheid besteed. Om webwinkeliers te helpen om fraude in een vroeg stadium te ontdekken heeft het MOB "Tips voor webwinkeliers veiligheid creditcardbetalingen op interner opgesteld met praktische tips om fraude te voorkomen. De tips zijn geplaatst op de MOB-pagina's op de website van DNB (http://www.dnb,nlibetalinstsverkeer/mobLactuele-onderwerneniveilighcidinidex.iscd en op www.allesoverbetalen.nl .
Rapportage Maatrehappelijk Overleg Betalingsverkeer aow
33
Nieuwe ontwikkelingen Overlay betaaldiensten Het MOB heeft in een persbericht op 13 november 2009 aangegeven dat ze ernstige zorgen heeft bij de ontwikkeling van zogeheten overlay betaaldiensten. Bij deze betaalmethodiek plaatst een derde partij zich tussen de klant en diens bank zodat deze zogeheten overlay aanbieder namens die klant aan de hand van zijn inlog- en autorisatiegegevens in zijn internetbankiertoepassing een betaling kan uitvoeren. De overdracht van deze geheime klantgegevens vindt plaats via de website van deze derde partij, waarbij de end-to-end beveiliging van het bank-klant domein in beginsel wordt doorbroken. In Nederland hebben zich in 2010 geen nieuwe overlay initiatieven aangediend, mede door de alerte houding van Nederlandse partijen ten behoeve van de veiligheid. Er is echter nog wel een kloof tussen dit soort nieuwe ontwikkelingen en de gevolgen die ze met zich meebrengen voor de veiligheid van het betalingsverkeer op internet. Deze ontwikkeling blijft daarbij overigens niet beperkt tot het internet; de eerste toepassingen op mobiele telefoons die klanten om hun geheime gegevens wagen, zijn er al . Deze worden als zogeheten apps (een Engelse afkorting van applications, oftewel toepassingen) aangeboden voor sntartphones (bijvoorbeeld de iPhone van Apple en op Google Android gebaseerde mobiele telefeoons). Gezien de grote groei die het gebruik van smartphones doormaakt is alertheid geboden op de ontwildteling van dit soort apps die om persoonlijke gegevens vragen, Zo was er in januari 2011 een incident met een toepassing voor de iPhone waarbij werd gevraagd om de inloggegevens voor het internetbankieren van een grote bank in te voeren om het saldo en de laatste transacties op het scherm te krijgen. De bank reageerde alert door bezwaren te uiten bij Apple en te eisen dat het programma uit de downloadwinkel zou worden verwijderd. De bank stelde dat het programma in strijd is met de algemene voorwaarden en met haar veiligheidsbeleid. In de huidige situatie blijft gezien de veelheid aan nieuwe ontwikkelingen en toepassingen waakzaamheid bij iedere partij geboden ten behoeve van de eigen veiligheid bij het gebruiken van betaal- en bankierdiensten op het internet of op de mobiele telefoon. Partijen in het MOB blijven onverminderd bezorgd over de ontwikkeling van overlay
betaaldiensten en de veiligheidsrisico's die deze met zich meebrengen. Het MOB herhaalt daarom de ernstige zorgen die het in de brief aan de Minister van Financiën heeft uitgesproken en vraagt om zorg te dragen voor adequate maatregelen op wetgevend niveau in Nederland en Europa.
Rapportage Maatschappelijk Overleg RetalingsverIceer 2010
34
Het mobiele Internet In 2010 zijn veel nieuwe smartphones gelanceerd: telefoons met het besturingssysteem Android, nieuwe versies van BlackBerry en een nieuwe iPhone. Daarnaast is er een sterke opkomst van 2tablet-computers, zoals de iPad. Smartphones hebben toegang hebben tot internet en worden ook gebruikt vaar online betalen en intemetbankieren. Met het sterk toenemende gebruik en de verwachte groei van applicaties waarmee betaald kan warden op smartphones en tablets, wordt ook de markt voor cybereriminelen vergroot.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zoro
35
6. PRIORITEITEN 2011 MOB gaat SEPA-invoering strakker organiseren en nieuw migratieplan maken Het MOB gaat analyseren wat de gevolgen zijn de SEPA-verordening voor de tijdlijnen
van de migratie en voor het Nederlandse migratieplan. Deze impactanalyse moet leiden tot een nieuw nationaal migratieplan dat eind 2011 kan worden vastgesteld. In ieder geval is het gewenst dat Nederland het huidige lage tempo van de SEM-migratie gaat versnellen. Daarom wordt in de eerste helft van 2011 in MOB-verband een steviger invoeringsorganisatie ingericht. Ook gaat het MOB ter ondersteuning van de overgang naar de nieuwe betaalmiddelen een campagne voorbereiden om de bekendheid met SEPA en de gevolgen te vergroten, gericht op het brede publiek als ook op specifieke sectoren, zoals de softwareleveranciers. Toegankelijkheid en bereikbaarheid Het MOB zal op basis van een gesprek met bancaire kanaalexperts eventuele ontwikkelingen voor de verdere toekomst van liet telefonisch bankieren in beeld brengen. Ook zal in 2011 de analyse werden afgerond van het onderzoek naar het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders met een onderzoeksrapport met begeleidend advies aan het MOB. Verder evalueren de NVB en de Consumentenbond dit jaar de Overstapservice, waarbij het MOB als klankbord zal fungeren voor het eindrapport. De Overstapservice is in 2008 voor het laatst geëvalueerd en blijft ook in het SEPA-tijdperk bestaan. Voorts zal het MOB, wanneer eenmaal precies duidelijk is wanneer en hoe Nederland overgaat naar SEPA, monitoren of de toegankelijkheid van betalingsverkeer geborgd is. Position paper: efficiency betalen met cash en pin Het MOB gaat een position paper opstellen over in Nederland bereikte efficiency door breed gedragen praktijkafspraken over (verminderd) gebruik van contant geld in winkels e.d. Dit paper is deel van de nader in te vullen strategie om Nederlandse standpunten in het Europese lobbycircuit uit te dragen om te voorkomen dat Europese regelgeving deze efficiency gaat belemmeren. Die regelgeving resulteren uit de evaluatie van de aanbeveling van de Europese Commissie van maart 2010 over de status van euromunten en -bankbiljetten als wettig
betaalmiddel Bestrijden cybercrime Het MOB onderzoekt in 2011 verder hoe cybercrime zich ontwikkelt en adviseert welke maatregelen ertegen genomen kunnen worden. Criminaliteit via internet breidt zich steeds meer
uit, de fraudemogelijkheden worden met de komst van nieuwe hard- en software steeds groter en Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 20/0
36
de criminelen worden steeds professioneler. Daarom is het zaak dat mensen zich voldoende bewust zijn van de risico's van cybercrirne in zowel hun werkomgeving als hun privé-omgeving. Aanpak Skimming Ofschoon 2011 het jaar wordt van het nieuwe pinnen, zijn er nog steeds mogelijkheden tot skimming op plekken waar de magneetstrip nog kan worden uitgelezen. Om hier adequate maatregelen tegen te kunnen blijven nemen, is enerzijds samenwerking tussen betrokken marktpartijen vereist en anderzijds is effectieve samenwerking van belang tussen de private en publieke sector. Het MOB steunt de verbeteringen in de samenwerking tussen alle betrokkenen.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zero
37
BIJLAGE 1 Missie en organisatiestructuur MOB Missie en taakopdracht Het MOB is in 2002 door de minister van Financiën ingesteld en heeft als opdracht bij te dragen aan een maatschappelijk efficiënte inrichting van het Nederlandse retailbetalingsverkeer door: •
periodiek te overleggen over knelpunten en maatschappelijke gevolgen van ontwikkelingen in het betalingsverkeer;
•
samen te werken bij het verzamelen, analyseren en publiceren van cijfermatige, nietconcurrentiegevoelige gegevens;
•
principeafspraken te maken over efficiencymaatregelen en maatregelen op het terrein van veiligheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid in het betalingsverkeer en standaardisatie (bijv. gezamenlijke campagnes om gebruik efficiënte betaalproducten te stimuleren);
•
tijd te reserveren voor een open en vrije gedachtewisseling met betrekking tot
• beleidsvraagstukken in het betalingsverkeer. Samenstelling MOB Het MOB is breed samengesteld en bestaat uit instanties die aanbieders en gebruikers van het betalingsverkeer vertegenwoordigen. De Nederlandsche Bank zit het MOB voor en verzorgt tevens de secretariaatsfunctie. Het MOB komt twee keer per jaar bijeen. Deelnemers:
ANBO voor 50-plussers Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland Consumentenbond Detailhandel Nederland Gebruikersplatform Betalingsverkeer Koninklijke Horeca Nederland MKB-Nederland Nederlandse Vereniging van Banken Nederlandse Thuiswinkel Organisatie Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie Viziris
Waarnemers: Ministerie van Financiën Ministerie van Economische Zaken Cturence
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer jojo
38
Procedure deelname MOB Instellingen en organisaties kunnen een aanvraag indienen om deel te nemen aan het MOB. Deelnemer kunnen zijn organisaties of instellingen die:
•
optreden namens vragers c(aanbieders in het betalingsverkeer; dat wil zeggen die de belangen vertegenwoordigen van een bepaalde achterban (banken, ondernemers als aanbieder, consumenten, specifieke of kwetsbare groepen, ondernemers als afnemers);
• representatief zijn, dat wil zeggen: koepelorganisaties/brancheorganisaties die een achterban in het betalingsverkeer vertegenwoordigen; groepen die in dit verband al elders vertegenwoordigd zijn in meer algemene zin maar niet ten aanzien van bet specifieke belang dat zij vertegenwoordigen;
•
een professionele bijdrage leveren aan het tot stand brengen van maatschappelijk efficiënt ingericht betalingsverkeer. Deze bijdrage moet blijken uit: -
inbreng van expertise in de werkgroepen; een professionele/beleidsmatige/inhoudelijke bijdrage aan het overleg.
Ook kunnen er waarnemers deelnemen aan het MOB. Voor waarnemers geldt dat zij, gelet op de maatschappelijk relevante positie die zij vervullen en de taakopdracht die zij in het betalingverkeer hebben: •
een beleidsmatig belang dienen te hebben om als waarnemer deel te nemen in het MOB; en
•
indien nodig, inbreng leveren om zodoende de doelstelling van het MOB - maatschappelijk efficiënt betalingsverkeer - te ondersteunen.
Organisaties die zich wensen aan te melden bij het MOB dienen dit schriftelijk te doen bij de voorzitter van het MOB, met een onderbouwing waarom vertegenwoordiging of deelname als waarnemer in het MOB gerechtvaardigd is. Een verzoek tot een beslissing over deelname wordt voorbereid door de kerngroep van het MOB die als taak heeft de voortgang van de MOBactiviteiten te bewaken en de coördinatie daarvan te verzorgen. Over verzoeken tot deelname beslist de voorzitter van het MOB.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010
"
Werkgroepen De taken van het MOB zijn verdeeld over vijf werkgroepen. • De Werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid heeft als taak te bezien hoe de fysieke toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer voor consumenten en ondernemers gewaarborgd en verbeterd kan worden. • De Werkgroep Maatschappelijke Efficiency beziet, mede in het licht van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, hoe de maatschappelijke efficiency in het betalingsverkeer kan worden verbeterd. Gekeken wordt naar kostenstructuren en effectiviteit van prikkels voor efficiënt betaalgedrag. • De Werkgroep Veiligheid heeft als taak te bezien hoe de veiligheid van het betalingsverkeer gewaarborgd kan worden, mede in het licht van het vergroten van de maatschappelijke efficiency. Het werkterrein betreft zowel de persoonlijke veiligheid als de veiligheid van betaalproducten. • De Werkgroep Statistiek heeft als opdracht het structureel verzamelen en publiceren van cijfermatige niet-concurrentiegevoelige gegevens over het Nederlandse betalingsverkeer. • De Afitemgroep SEPA Nederland heeft als opdracht de invoering van de uniforme eurobetaalruiinte (Single Euro Payments Area; SEPA) voor Nederland zo soepel mogelijk te laten verlopen. Deze bewaakt de continuïteit, kwaliteit en efficiëntie bij de overgang die vanaf 2008 plaatsvindt.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aow
40
BIJLAGE 2 Statistische informatie betalingsverkeer In Nederland Met behulp van statistische informatie kunnen nadere analyses warden uitgevoerd om verdere verbeteringen in het retailbetalingsverkeer in Nederland te bewerkstellingen. Ten behoeve van het MOB zijn cijfers verzameld over de (infrastructuur van) het elektronische betalingsverkeer, betaalsystemen en betaalproducten (zie hieronder). Ook op de website van het MOB (www.dnb.n1 > Betalingsverkeer > MOB) zijn deze tabellen beschikbaar.
A. Infrastructuur betalingsverkeer
estglttAk -
4
4
4
4
4
4
1
95 3811
93 3524
546
4
1
1
Rilriksn
110 3490
102
102
103
103
99
1.900
3121 1.490
2877 1.617
2980 1.368
3452 807
3469 660
4
4
0
4 1
4
0
1
• 1
4 1
88
•81
878
3237 810
2968 1.100.
4 1
1
Hi
gere.
erac astibtt2^-5
Vdiï L.-4Addleffitai".S1
1
4 0
Bron: DNB en banken Algemene en CoOperatieve banken. Begin nieuwe reeks per 2005 aas gevolg van Rapportage Nieuwe Stijl. Vanaf dan zijn hier de postkantoren ai agentschappen opgenomen. 2 Geregistreerde Waselkantoren gedaanten en tot 2005 tevens de postkantoren en postagentschappen. Schatting DNB 3 Vanaf 2007 register Wft. 4 Met ingang van 1 november 2009 Is In de Wet op financieel Toezicht (Wit) de Richtlijn betaaldiensten (P3D) geimplementeerd. In de PSD Is ook een mogelijkheid opgenomen VOCf een nieuwe type betaald amati/effener de betealinstellIng.
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2.0M
1 •
3
2.382,9 2531,7 2.785,6 1.558 1.655 1.760
2.940,8 3.083,7 3.332,4 3593,3 3.823.2 4.057,9 4.276,7 1,817 1.922 2.098 2.035 1.992 1.935 1.964
60
46
43
44
42
1,86
2,25
2.39
2,82
2,79
42 3,01
4,0
4,6 20.802
4,7 21360
4,8
20,689
23.520
4,5 24.943
25.288
48
ss
3,44
6,31
84 5,16
7,98
7,1 30.619
9,0 40.589
8,6 73.478
77.458
133
eir.14:40E12 4,5
7,9
Bron: Equens (voorheen Interpay), CCV en DNB / De productlegegevens van Equens zijn exclusief gastgebrulictransaddes van geldautomaten en buitenlandse transacties 2 Op 18 februari 2008e TOP overgegaan in TARGET2 Vanaf 1 jan 2009 hanteert de ECB een nieuwe definitie voor transmitters volgens het statist:kal framework TARGE1'2
7.142 7.530 7.558 7.869 7.448 8.114 8.548 8.654 8.508 7.919 165.773 177.168 186.272 184.966 206.392 214.474 223.981 234389 244.240 25A enk 21,1 21,6 21,7 22 25,4 25,5 25,3 25,2 24,4 24,4
148.237 164.863 180.106 192.255 15,4 17,3 17,6 18,0 4,258 4.258 5062 5.401
50
5,1
5,7
98.386 105.052 17,5 18,2 4.954 4.154
50 •
6,0
6,2
99.364 18,1
82.200 24,1 4.134
88.266
4.192
88.704 18,2 4.187
6,0
5,7
6,8
5,8
. . Brost ONS, banken, Currenoa (voorheen Interpay) en credloardmaatschsprijan Begin nieuwe reeks per 2005 als gevolg van Rapportage Nletnve stijl. 2 Vanaf 2005 Actieve combi- en alp-only automaten; voordien de gecontracteerde Com ti automaten. 3 Opschoning bestand In 2001 (oplaadpunten dle zijn opgeheven of de laatste 2 maanden van 2001 niet actief zijn geweest)
Rapportage IdaatschappeliDc Overkg Betalingsverkeer aow
42
23.8 3.763
B. Gebruik van betaalmid delen
thiit. thiCk , eget LOM-211C
2.103
2.208
2.272
2.316
2212
2.494
2.580
2.668
2.775
2.662
1.227 243 878
1.261 241 947
1.271 231 1.001
1264 217 1.051
1262 231 1.059
1.350 208 1.139
1.388 209 1.177
1.434 204 1.228
1.458 195
1.483 187
1272
1.310
0,1
4,4
14,9
77,9
45,4
98,9
0,1
4,4
14.9
27$
46,4
68,8
2.157 1,948 177
2.315 2.101
1.021
1.186
1.235
1.407
1.509
1.646
1.796
1.968
954
1.069
1.167
31 31 5
87 31
109 30
1247 127 33
1.334 147 29
0
0
0
0
1.451 165 31 0
1.588 175 33 0
1.758 176 38 0
3.124
3294
3.588
3,723
3.621
4.140
4.377
4.656
4.933
5.177
490
493
494
484
471
475 14
489 13
473 12
455 10
434 7
16
178 38
34 0
0
Bron; IDN13, bonken, Clarence, credkcardrnaatschappilan en tocnbafficketefilngen 1 Begin dame reeks per 2aos als g avc49 ven Rapportage Nieuwe Sla Giraal Is Ind. IDEAL 2 Gebruik Nederlandse kaarthouder, In Nederland, 3 Geldopnames ven Nederlandse kaarthouders met cr edtt en debet kaart in Nederland
Toonbank
r,,r4
3.455
3.551
3.926
4.559
5248
5.757
5-915
5.830
8.568
5.460
3.280 44 175
3.364 48 188
3214 47 211
4.340 46
5.015 52
8592 54
231
254
5.527 62 301
8285 62 278
5.166
219
5.643 59 270
0,3. 0,3
1,2 1,2
2,3
0,0
2,3
3,4 3,4
5,1 5,1
ao 75 0,5 4 0
83 79
5.848
5.543
52 8
an
54
50-
61
63
68
44 9,1
61 0,2
sa
60 0,4
64 0,4
20 • 0,5
a o
a 0
0
57 0,4 4 0
3 Q
4 0
4 0
79 7$ 0,5 4 0
3.504
3.608
3.963
4.820
5.309
5,825
5.988
5.909
45
53
61
51
55 16
55 16
ss
ss
sa
• 16
16
11
0,3 3
-
Brui: DNB, banken, Currenca (voorheen Interpay),. deditcarcknaatatb . applien en toonbank HnstalUngen Begin dauw@ raaks per 2005 als gevolg van Rapportage Nieuwe GAL Giraal Ia End. DEAL 2 Gebruik Nederlandse kaarthoudars In Nederland. 3 Galdopnernes van Nederlandse keedhouders mat credt en debet kaart In Nederland
Rappoline Maatschappelijk Ovedeg Betalingsverkeer acuo
43
74
67 289
BS 4 0
C. Efficiency betalingsverkeer
Grafiek Cl Papierratio giraal betalen Percentage transacties in het totaal volume
ESchriftelijk
Elektronisch
1997 1998 1999 2000 2001
2002 2003 2004 2005 2008 2007 2008 2009 2010
Toelichting: Uitgangspunt bij deze papierratio is de maatschappelijke efficiency. Deze ratio wordt berekend als bet aandeel van bet totale aantal overschrlfringstbrmulleren en acceptgiro's in het totaal aantal schriftelijke en elektronische overboekingen «aoL machtigingen). Omdat ruim tweederde van de ontvangers de acceptgiro-infonnatie vIa internetbankferen bij zijn bank aanlevert, is deze ratio voor de interbancaire verwelking nog iets lager. In het algemeen geldt hoe lager deze ratio, boe efficiffmect et wordt betaald.
Grafiek C2 Verhouding gebruik tonnbankbetaalmlddelen 2001 en 2010
Aandeel In totaal aantal toonbanktransaclies 2002
In contant Iipin
• chip ▪ credtteard
Rapportage Maatichappelijk Overleg Betalingsverkeer 20w
44
D. Tarieven
Tabel Dl Tarieven (Europese) overschrijving 2008-2011 Eenheld (eurcls)
()kei
ti C
k
0,06 0,07 0,07 0,07
0,06 0,065 0,07 0,07
. 0,07 0,07 0,07 0,07
en. Cl bk ■ Cl.t11.: .:111(1 W ill I -
0,14 0,14
0,14 0,14 SLP
0,06 0,07 0,07 0,07 -
0,14 0,14 0,14 0,14
0,06 0,065 0,07 0,07
0,07 0,07 0,07
0,14 0,14 0,14 0,14
0,14 0,14 0,14
ilvh,:,
\
EP. %.
0,14 0,14 0,14 0,14
0%
cji?tI_I.i:1!
jt
0,14 0,14 0,14 0,14
Riappettage Maatschappelijk Overtel; Betalingsverkeer 20 H)
45
BIJLAGE 3 Lijst van gebruikte afkortingen
ASN
Afstemgroep SEPA Nederland (MOB)
BIC
Bank Identifier Code
CMI
Centraal Meld- en Informatiepunt Identiteitsfraude
DNB
De Nederlandsche Bank
ECB
Europese Centrale Bank
EER
Europese Economische Ruimte
EMV
Europay, MasterCard, VISA
EPC
European Payments Council
EltP
Enterprise Resource Planning
EU
Europese Unie
GSN
Geldservice Nederland
IBAN
International Bank Account Number
LVICK
Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen
MOB
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
NVB
Nederlandse Vereniging van Banken
SEPA
Single Euro Payments Area
SCT
SEPA Credit Transfer
SDD
SEPA Direct Debit
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
WTB
Werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid (MOB)
WV
Werkgroep Veiligheid (MOB)
Rapportage Maatschappelijk Ovedeg Betalingsverkeer 2010
46
BIJLAGE 4: Bibliografie
MOB-Publicaties 2010 Bereikbaarheidsmonitor 2010 MOB Tweede SEPA mlgratiemonitor, najaar 2010 (PDF: 144,4 Kb) Grensoverschrijdend betaaleedrag door Nederlanders in 2009 Tips voor webvvinkeliers veiligheid creditcardbetalingen OP internet, MOB, november 2010 Rapport Telefonisch bankieren door mensen met een visuele handicap, Vizirs, 2009 Inzicht in de wereld van creditcards Dutch Consultative Platform's resoonse on Commision's end date consultation 23 June 2010 Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2009 MOB SEPA-migratiemonitor, mei 2010 Creditcards accePtatie en gebruik van toeslagen door winkeliers Voorkeuren en gewoontes: Hoe betalen nieuwe Nederlanders in winkels n op
Websites www.allesoverbetalen.n1 www.consumentenbond.n1 www.dnb.nlibetalingsverkeer/mobruidex.jsp (de MOB-pagina's) www.dnb.nlibetalingsverkeer/sena/index.is0 (SEPA-pagina's DNE) • www.ibanbicservice.n1 • www.senanl.n1 www.eturence.n1 • www.dedetailhandel.n1 • www.digibewust.n1 www.dnb.n1 • www.ecb.int www.efficientbetalen.n1 www.govcert.n1 www.laatjenietbacken.n1 www.mkb.n1 www.thuiswinkel.org
www.anbo.n1 • www.cg-raad.n1 www.viziris.n1 www.hetnieuwepinnen.n1 www.veiligbankieren.n1 www.velligintemetten.n1 www.emi-identiticitsfraudonl www.wordgeonmonevrnule.n1 www.3,dcloopen.n1
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betafingsverkeer aow
47
afstand?
Ministerievan Financiën
TER BEHANDELING
Directie Financiële Markten
Aan De Minister
Datum 7 maart 2012
notitie
Notttienummer FM/2012-0374
beantwoording kamervragen problemen internetbankleren ING
Rubriek 27.5 Betalingsverkeer ,Auteur
1/a
Vla De (plv)
Van De afdaling Finandêle stabiliteit
.—. Med eparaaf V&C &
west oi/
Kepie aal Bias, V ai Bijlagen Ja
Aanleiding De kamerleden Van Dijck en Bommel (beiden PVV) hebben aan u en aan de minister van ELI vragen gesteld naar aanleiding van problemen die ING recent heeft ondervonden in haar internetbankieromgeving. Kernpunt Bijgaande antwoorden zijn afgestemd met zowel ELI als met ING.rlen u instemt met de antwoorden, verzoeken wij u deze te ondertekendr
Pagina 1 van 1
--
MiniSterievan Financiën
> Retouradres Postbus 20201 2500 EZ Den Haag
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
Directie Financiële Markten Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.nhisevetheld.el InliChtingen
Ons kenmerk FM/2012/263 t/
1•5 MART 2012
Datum Betreft beantwoording kamervragen 2012Z02573
Uw brief (kenmerk) 2012Z02573 Bijlagen ja
Geachte voorzitter, Bijgevoegd ontvangt u de beantwoording van de hierboven genoemde vragen gesteld door de leden Van Bemmel en Van DUck.
Hoogachtend,
De filister van Financiën,
J.C. d ager
Pagina 1 van 1
2012Z02573 Vragen van de leden Van Bemmel en Tony van Dijck (beiden PVV) aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën over de storingen bij ING (ingezonden 10 februari 2012) 1 Bent u bekend met de storingen bij de bank ING (en de reactie van ING op de vele storingen van afgelopen tijd), waardoor Internetbankleren bij ING veelvuldig onmogelijk was? 1)
2 Deelt u de mening dat de ING te allen tijde bereikbaar moet zijn voor klanten die willen internetbankieren en dat een continue toegankelijkheid goed is voor de omloopsnelheid van geld en daarmee voor de economie? Zo nee, waarom niet?
3 Bent u bereid een gesprek aan te gaan met de directie van ING, om duidelijk te maken dat er een back-upsysteem voor intemetbankieren gerealiseerd moet worden binnen afzienbare tijd? Zo nee, waarom niet? 1) NRC Handelsblad 08-02-2012, voorpagina.
Antwoord 1: ja
Antwoord 2 + 3: Met de leden Van Bemmel en Van Dijck ben ik èens dat een goed functionerend betalingsverkeer
essentieel is. In Nederland verkeren wij in de gelukkige omstandigheid dat In het algemeen ons betalingsverkeer goed functioneert en efficiënt is ingericht, waardoor ook de kosten van betalingstransacties relatief laag zijn. Van ING heb ik begrepen dat zij, omdat zij er belang aan hechten dat hun klanten vertrouwen hebben en houden in het betalingsverkeer van ING, met regelmaat hun systeem evalueren. ING heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de oorzaken van de storingen en dit ook besproken met de Nederlandsche Bank. De recente storingen waren het gevolg van een uitzonderlijke samenloop van omstandigheden met betrekking tot menselijk falen en techniek. ING heeft een aantal verbeterpunten in techniek, processen en communicatie onderkend en is direct begonnen om deze maatregelen te implementeren.
In reactie op de vragen van de leden Van Bemmel en Van Dijck, merk ik op dat ik van ING heb begrepen dat ING reeds jaren een volledige achtervang van het internetbankieren- en betaalsysteem bezit. Dit betreft een uitwijkomgeving waarin permanent schaduwdraalende systemen zijn geïnstalleerd. Systemen die dus een 100% kopie zijn van de primaire productiesystemen en die in noodsituaties ingezet kunnen worden. Overschakelen naar dit
reservesysteem kost enige uren. Als er een incident is, heeft Inzetten van het reservesysteem daarom pas zin als het probleem niet binnen enige uren verholpen kan zijn.
Het belang dat ING heeft bij het behoud van het vertrouwen van klanten is in mijn ogen verder dusdanig, dat dit op zichzelf al voldoende stimuleert tot het optimaliseren van de intemetbankieromgeving. Gelet op vorenstaande zie ik geen redenen om hier met de directie van ING verder nog over van gedachten te wisselen.
Ministerie van Financiën
TER BEHANDELING, SVP UW REACTIE VOOR MA 16-07
Directie Financial« Markten
Aan
Inlichtingen
De Minister
Datum 11 juli 2 012
notitie Paraaf Oe Mist
Notitienummer Nu/2012/1092
Aanbieding jaarrapportage MOB aan de Tweede Kamer en verzending consultatiereactie aan Europese Commissie
Rubriek 27.5 Betalingsverkeer
‘4CA
a, re.-
°
De 5
Van De afdeling EN/Financiële ril Sla bilitelt Oe
ofrtiacitrecttuK
Kopie aan sj-i ivan, ciretari Bijlagen
Aanleiding Bijgevoegd ontvangt u: a. ter ondertekening de brief waarmee u de MOB-jaarrapportage aan de Tweede Kamer kunt aanbieden; b. ter instemming de reattie op de Europese consultatie over toegang tot bankrekeningen.
1.
Brief MOB
2.
Consuitatlereactre toegang tot
3.
CommIsslon services
betaalrekeningen
working document 'Consultation on bank accounts'
Kernpunt a. Bijlage bij deze notitie is een brief gevoegd ter ondertekening. U biedt
middels deze brief de jaarrapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) aan de Tweede Kamer aan. U wordt verzocht, indien akkoord, om bilaevoeude brief te ondertekenen. b. Bijlage bij deze notitie Is een concept-reactie op de Europese consultatie over het onderwerp "toegang tot de bankrekening". Deze reactie zal met uw instemming door de directeur FM warden verzonden aan (medewerkers van) de Europese Commissie, Graao uw akkoord met het verzenden van deze reactie DP het consultatiedocument naar de EC door de directeur Financiële Markten. Toelichting
Ad a In de ipprra000rtage van het MOB zin de activiteiten over 2011 toe elicht n
1
0m dergelijke
Pagina 1van 2
fraude beter te kunnen bestrijden is het samenwerkingsverband Landelijk Skimming Point opgericht
Pagina 2 van 2
Ministerie van Financiën
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 FA Den Haag
Directie Financiële Markten Korte voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijk5Overheithril Inlichtingen
Ons kenmerk FM/2012/1091 M Uw brief (kenmerk)
Datum 17 juli 2012 Betreft Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2011
Bijlagen 1
Geachte voorzitter, Bijgevoegd ontvangt u ter kennisname de jaarrapportage 2011 van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. Het MOB is in 2002 opgericht ter bevordering van de betrouwbaarheid, veiligheid, efficiency en toegankelijkheid van het retairbetalingsverkeer. Belangrijke activiteiten in het jaar 2011 waren de oprichting van de Betaalvereniging, de evaluatie van de Overstapservice en de begeleiding van de invoering van de Single Euro Payments Area (SEPA). Daarnaast blijft het MOB via onderzoek het betaalgedrag in Nederland monitoren om zodoende goed in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. Tot slot verdient de oprichting van het Landelijk Skimmingpoint aandacht. Dit samenwerkingsverband van politie en justitie draagt bij aan het bestrijden van skimming.
De minister van Financiën,
J.C. de lager
Pagina 1 van 1
Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2011
Rapportage aan de Minister van Financiën Mei 2012
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
4
RESULTATEN 2011
6
NFS is opgericht om SEPA-migratie in goede banen te leiden
6
Inrichting betalingsverkeer is afgerond en de Betaalvereniging is opgericht
6
Derde evaluatie Overstapservice 2011: Eenvoudig veranderd van betaalrekening
6
Het betaalgedrag van Nieuwe Nederlanders in winkels
7
Grensoverschrijdend betaalgedrag door Nederlanders in 2010
7
Oproep aan de betaaldienstverleners betreffende de micropayments voor de creatieve
1.
sector
7
Eurobiljet app
7
Allesoverbetalen.n1 vernieuwd
8
Fraudecijfers en aanpak
8
INVOERING SEPA IN NEDERLAND
9
MOB richt NFS op om SEPA-migratie in goede banen te leiden
9
NFS stelt Nationaal Migratieplan vast: Nederland per 1 februari 2014 over op SEPA
9
Migratie in Nederland moet nog daadwerkelijk beginnen
13
2. TOEGANKELIJKHEID EN BEREIKBAARHEID
15
3.
De Overstapservice geëvalueerd
15
Werkafspraak bereikbaarheid
16
Inventarisatie toegankelijkheidsaspecten in het kader van migratie naar SEPA
17
Follow- up onderzoek: betaalgedrag Nieuwe Nederlanders
18
EFFICIENCY
19
Aanbeveling van de Europese Commissie over wettig betaalmiddel
19
Stimuleren van elektronisch betalen
19
Pinnen
19
Chippen
20
iDEAL
21
Storingen in het betalingsverkeer
21
Verdere optimalisatie bankbiljetteninfrastructuur
22
Micropayments
22
4. VEILIGHEID
24
Ontwikkeling valse bankbiljetten
24 2
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Fraudecijfers skimming en internetbankieren
25
Maatregelen fraude skimming en internetbankieren
26
5. PRIORITEITEN 2012
30
Toegankelijk telefonisch bankieren
30
Derde Bereikbaarheidsmonitor 2013
30
Inventarisatie en monitoring toegankelijkheidsaspecten in het kader van migratie naar SEPA
30
Richtlijnen inrichting betaalautomaten
30
Toegankelijke websites voor internetbankieren
30
Pin-arm
31
Mobiel bankieren
31
Voortgang Werkafspraak Bereikbaarheid
31
Status Aanbeveling Europese Commissie over wettig betaalmiddel
31
Onderzoek naar sturing betaalgedrag
31
Storingen in het betalingsverkeer
32
Nieuwe betaalvormen
32
Cybercrime
32
BIJLAGE 1 MISSIE EN ORGANISATIESTRUCTUUR MOB
33
Missie en taakopdracht
33
Samenstelling MOB
33
Werkgroepen
35
BIJLAGE 2 ORGANISATIE VAN DE SEPA-MIGRATIE IN NEDERLAND
36
BIJLAGE 3 STATISTISCHE INFORMATIE BETALINGSVERKEER IN NEDERLAND
38
A. Infrastructuur betalingsverkeer
38
B. Gebruik van betaalmiddelen
40
C. Efficiency betalingsverkeer
42
BIJLAGE 4 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN
43
BIJLAGE 5 BIBLIOGRAFIE
44
3
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
VOORWOORD
Zowel voor de Nederlandsche Bank als voor het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer betekende 2011 een wisseling van de wacht. Na het vertrek van mijn zeer gewaardeerde voorganger Lex Hoogduin, heb ik de eer om het MOB voor te zitten. Onder het voorzitterschap van Lex Hoogduin heeft de efficiëntere inrichting van het Nederlandse betalingsverkeer verder gestalte gekregen. In dat kader verdient zijn rol tijdens de totstandkoming van de Nadere overeenkomst convenant betalingsverkeer zeker een eervolle vermelding. De eerste vergadering onder het nieuwe voorzitterschap op I juli 2011 stond in het teken van de oprichting van het Nationaal Forum SEPA-migratie (NFS). Het forum heeft als doel om de overgang naar de Single Euro Payments Area (SEPA) soepel, efficiënt en succesvol te laten verlopen. Dat is goed nieuws om mee te beginnen want deze overgang vergt dat de Nederlandse maatschappij de handen ineen slaat om deze klus te klaren. De grote bereidheid van alle betrokken partijen om zich aan dat project te binden is daarvoor een absolute voorwaarde. Gezien de onderlinge interacties is het buitengewoon belangrijk dat ook alle partijen zich aan het nationaal SEPA-migratie plan gecommitteerd hebben. Uiterlijk op de in Europese besluitvorming vastgelegde einddatum van 1 februari 2014 zullen consumenten en bedrijven met Europese overschrijvingen en incasso's betalen en ontvangen, en is iedereen overgegaan op het verlengde rekeningnummer MAN. Een mooi moment om nog een keer kort toe te lichten wat SEPA is. In het eurogebied betalen we elkaar met euro's, zowel contant als giraal via de betaalrekening. Contant kunnen we overal met dezelfde bankbiljetten en munten terecht. Giraal hebben we echter nog vooral op nationale leest geschoeide betaalmiddelen die alleen in eigen land te gebruiken zijn. Dat verandert. Er zijn nu ook girale betaalmiddelen die in het hele eurogebied te gebruiken zijn, omdat ze op dezelfde, Europese, leest geschoeid zijn: Europese overschrijvingen en incasso's. Ook de bankpassen krijgen een groot Europees bereik. Voor de inwoners en bedrijven van de eurolanden zijn er over een paar jaar geen verschillen meer tussen betalen in eigen land en in en naar de andere eurolanden. We zijn onderweg naar één grote Europese betaalmarkt, met meer concurrentie en grotere schaalvoordelen in de transactieverwerking dan nationaal mogelijk is. Nu investeren dus in een aanpassingsproces dat zeker voor banken en bedrijven de nodige kosten met zich meebrengt, om daar op termijn de vruchten van te plukken. 4 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
In 2011 heeft het MOB kennis genomen van de resultaten van de derde evaluatie van de Overstapservice. Belangrijkste conclusie van de evaluatie is dat de doelstelling van de Overstapservice om veranderen van betaalrekening van de ene naar de andere bank gemakkelijk te maken door er voor te zorgen dat het betalingsverkeer soepel doorloopt, ruim wordt gehaald. De toekomst van de Overstapservice zal uiteindelijk in een Europese context moeten worden bezien, maar afgesproken is dat deze dienst in zijn huidige vorm ook in het SEPA tijdperk voor Nederlandse rekeninghouders beschikbaar is. Voor het betalen met de magneetstrip op de pinpas was er in Nederland al een einddatum. Het streven was om op 1 januari 2012 over te zijn op de internationale kaartmerken, en dat is op een enkele uitzondering na gehaald. In 2011 is de overgang van "strip" naar "chip" afgerond en Nederland betaalt vanafjanuari 2012 met een EMV-chip op de betaalpas. Het nieuwe pinnen met de EMV-chip gaat skimmingfraude tegen, en verhoogt daarmee de veiligheid van het betalingsverkeer. De veiligheid van het betalingsverkeer blijft overigens een onderwerp dat attentie van alle betrokkenen verdient. Zowel in het pinverkeer als bij het internetbankieren lopen fraudecijfers op, terwijl de fysieke geldstromen van bankbiljetten en munten nog zo omvangrijk zijn dat ook die het doel blijven van criminele activiteiten. Met inzet van aanbieden en gebruikers in het betalingsverkeer, en ook die van opsporings- en vervolgingsinstanties, nationaal maar ook internationaal, kan het efficiënte elektronische betalingsverkeer ook veilig worden gehouden. In 2011 is de Betaalvereniging Nederland operationeel geworden, die namens de banken en de betaalinstellingen de (vele) collectieve taken in het betalingsverkeer zal verzorgen. De MOB-partijen zijn nadrukkelijk betrokken geweest bij de totstandkoming van de Betaalvereniging, en vertrouwen erop dat deze een nuttige en constructieve rol in het Nederlandse betalingsverkeer zal spelen. En uiteraard verwelkom ik de Betaalvereniging als nieuwe deelnemer aan het MOB-overleg. Dit is goed nieuws om mee te eindigen. Mr. F. Elderson Voorzitter
5
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
RESULTATEN 2011 NFS is opgericht om SEPA-migratie in goede banen te leiden Het MOB heeft het Nationaal Forum Single Euro Payments Area (SEPA)-migratie (NFS) opgericht om de overgang op Europese girale betaalmiddelen in Nederland zo efficiënt en soepel mogelijk te laten verlopen. Het NES brengt, geïnspireerd door de overgang naar de euro, verschillende groepen bij elkaar: aanbieders van betaaldiensten (banken), zakelijke en particuliere gebruikers, softwareleveranciers en andere ondersteunende partijen. Inrichting betalingsverkeer is afgerond en de Betaalvereniging is opgericht Op 29 november 2011 is de "Betaalvereniging Nederland "opgericht. De Betaalvereniging vervult een groot aantal collectieve, niet-competitieve taken binnen het Nederlandse betalingsverkeer. Tijdens het totstandkoming van de Betaalvereniging Nederland is het MOB zeer actief betrokken geweest. Twee jaar na oprichting zal de Betaalvereniging haar functioneren evalueren en bespreken in het MOB. Derde evaluatie Overstapservice 2011: Eenvoudig veranderd van betaalrekening. In haar najaarsvergadering heeft het MOB geconstateerd dat zowel consumenten als ondernemers tevreden zijn over de overstapdienst. Belangrijkste conclusie van de evaluatie is dat de doelstelling van de Overstapservice om veranderen van betaalrekening van de ene naar de andere bank gemakkelijk te maken, ruim wordt gehaald. De werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het MOB heeft als klankbord gefungeerd tijdens het tot stand komen van het rapport. Het rapport is door de minister van Financiën naar de Tweede Kamer gestuurd. Van de kant van het bedrijfsleven en de consumenten blijft de voorkeur uitgaan naar nummerportabiliteit. Wel dient dit vraagstuk in de Europese context te worden bezien. Inventarisatie toegankelijkheidsaspeeten in het kader van migratie naar SEPA De overgang van nationale naar Europese betaalmiddelen heeft gevolgen voor consumenten en ondernemers. De SEPA-compliant producten zullen voornamelijk via elektronische kanalen worden aangeboden en afgenomen. Om de toegankelijkheidsaspecten voor de kwetsbare groepen te waarborgen heeft het MOB besloten om de SEPA-compliant producten periodiek te monitoren. In het kader daarvan is door de NVB een inventarisatie uitgevoerd en aan het MOB voorgelegd. Belangrijkste conclusie is dat tijdens de migratie naar de SEPA-standaarden, dat zowel banken als bedrijven bij de inrichting van hun contacten met de klant en de technische klant-interface rekening moeten houden met senioren en mensen met een functiebeperking zodat zij zelfstandig hun bankzaken en betalingen kunnen doen. 6 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Het betaalgedrag van Nieuwe Nederlanders in winkels
Het MOB heeft kennis genomen van de uitkomsten van het DNB-onderzoek "Voorkeuren en gewoontes aan de kassa: Hoe betalen nieuwe Nederlanders?" Doel van het onderzoek is enerzijds inzicht te krijgen in het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders en anderzijds te analyseren in hoeverre afkomst en generatie naast andere sociaal demografische factoren van invloed zijn op hun betaalkeuze. Het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders verschilt in het algemeen niet significant van dat van autochtone Nederlanders. Zowel autochtone als allochtone Nederlanders gebruiken voor circa 2/3 van hun betalingen aan de kassa contant geld. De belangrijkste bevindingen zijn opgenomen in een factsh eet. Grensoverschrijdend betaalgedrag door Nederlanders in 2010
Om inzicht te krijgen in de mate waarin veranderingen in het betalingsverkeer als gevolg van de naderende SEPA consumenten beïnvloeden, onderzoekt DNB het grensoverschrijdende betaalgedrag en de betaalbeleving. De resultaten laten zien dat er steeds minder verschil is tussen binnenlandse en buitenlandse betalingen, zowel in het gebruik van betaalmiddelen als qua waardering. Qua veiligheid is er zelfs geen verschil meer tussen binnen- en buitenland. Het 'nieuwe pinnen' heeft niet geleid tot een lagere waardering van het betalen met de pinpas: consumenten zijn juist positiever geworden, vooral wat betreft de veiligheid. De gevolgen van de integratie van de Europese betaalmarkt worden dus steeds beter zichtbaar, maar de bekendheid van SEPA onder consumenten is nog altijd laag. Ook weten de meeste consumenten nog niet waar zij hun IBAN kunnen vinden. Oproep aan de betaaldienstverleners betreffende de micropayments voor de creatieve sector
De afgelopen tien jaar is in de mediabranche op het gebied van koop en verkoop van producten veel veranderd. In de jaren negentig kocht men cd's in de muziekwinkel, maar van begin 2000 verschoof dat naar het kopiëren van cd's en het distribueren van de muziek via Internet. Voor het legaal aanschaffen van muziek, beeld of games is een snel, eenvoudig en betaalbaar betaalsysteem noodzakelijk. Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer vraagt hier aandacht voor en doet een algemene oproep aan de betaaldienstaanbieders om in de behoefte te voorzien. Eurobiljet app
Sinds december vorig jaar biedt DNB voorlichting over de eurobankbiljetten en de echtheidskenmerken ook via smartphones aan. Daarvoor is een applicatie ontwikkeld waarmee de smartphone-gebruiker in vier stappen het eurobiljet kan verkennen en controleren. De 'Eurobiljet AND' is gratis te verkrijgen via de App-stores voor Apple en Android.
7
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Allesoverbetalen.n1 vernieuwd De website Alles over betalen bevat een uitgebreide hoeveelheid aan informatie over het betalingsverkeer in Nederland. Bezoekers vinden er informatie over betaalproducten, maar ook achtergrondinformatie over de efficiency, veiligheid en toegankelijkheid van betalingsverkeer. Op 1 juli 2011 is een geheel vernieuwde versie van de website gelanceerd om bezoekers naar de wensen van deze tijd informatie te bieden. Bezoek de website via: www.allesoverbetalen.n1 Fraudecijfers en aanpak De schade in het betalingsverkeer als gevolg van fraude was in 2011 in totaal EUR 92 miljoen. De twee belangrijkste trends zijn de stijging als gevolg van fraude bij het internetbankieren en skimming (het kopiëren van de magneetstrip van de betaalpas en de pincode afkijken). De schade als gevolg van skimming is bijna verdubbeld ten opzichte van 2011 (EUR 39 miljoen) en de schade met internetbanlcieren is bijna 3,5 keer zoveel als het jaar daarvoor (EUR 35 miljoen). In december is het Landelijk Skimmingpoint ingesteld, waar Politie, Justitie en marktpartijen samenwerken. Het Skimmingpoint werkt ook samen met het Electronic Crimes TaskForce (ECIF). Het ECTF is een samenwerkingsverband tussen opsporingsautoriteiten en de banken, opgericht begin 2011.
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
1. INVOERING SEPA IN NEDERLAND MOB richt NFS op om SEPA-migratie in goede banen te leiden Vooruitlopend op de Europese SEPA-Verordening die op 30 maart 2012 is gepubliceerd, heeft het MOB in haar vergadering van 1 juli 2011 het Nationaal Forum SEPA-migratie opgericht. Het NFS is de nationale projectorganisatie van stakeholders en financiële autoriteiten om de overgang naar de Single Euro Payments Area soepel, efficiënt en succesvol te laten verlopen. Het gaat hierbij om de invoering in het binnenlandse betalingsverkeer van de Europese overschrijving en de Europese incasso, en daarmee ook het langere bankrekeningnummer (IRAN). Met de dwang van de naderende SEPA-Verordening en het besef dat de SEPA-migratie een groot en complex proces is, waarbij er tal van onderlinge afhankelijkheden zijn tussen economische sectoren en marktpartijen, was duidelijk geworden dat sturing en nationale coördinatie gewenst was. In het NFS werken aanbieders, gebruikers, softwareleveranciers en ondersteunende partijen nauw met elkaar samen om de overgang naar SEPA zo goed mogelijk te laten verlopen. De Nationaal Forum-aanpak is ook bij de invoering van de euro in 2002 succesvol gebleken. Nederland heeft geen tijd te verliezen gezien de relatief krappe tijd en omvang van de migratie die mede door de invoering van IRAN veel verder gaat dan het betalingsverkeer en vrijwel alle zakelijke gebruikers in het hart raakt van hun bedrijfsvoering. Het is cruciaal dat ook consumenten vertrouwd raken met IRAN en de veranderingen in het betalingsverkeer. Voor een overzicht van het NFS wordt verwezen naar bijlage 2 'Organisatie van de SEPA-migratie in Nederland'. NFS stelt Nationaal Migratieplan vast: Nederland per 1 februari 2014 over op SEPA Het NFS heeft met inachtneming van de voorlopige uitgangspunten van de SEPA-Verordening in november 2011 het Nationaal Migratieplan opgesteld. Inmiddels is de SEPA-Verordening aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Het NFS heeft geen aanleiding gezien om het migratieplan op onderdelen te amenderen. Op 17 februari 2012 is het definitieve SEPA Migratieplan Nederland vastgesteld en gepubliceerd. Op 31 maart 2012 is de SEPA-verordening officieel van kracht geworden.
9
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Aanbieding SEPA-Migratieplan: Nederland gaat flink aan de slag!
Op de foto de officiële aanbieding van het Nationaal SEPA Migratleplan d.d. 27 februari 2012 door DNB SEPA-programmamanager Bernard Juffermans (midden) aan Hans Biesheuvel (voorritter,MKB-Nederland, links) en Bernard WientJes (voorzitter VNO-NCW, rechts).
Het migratieplan beschrijft hoe, conform de wettelijke Europese einddatum, Nederland per 1 februari 2014 zal zijn overgeschakeld naar [BAN, de Europese overschrijving en de Europese incasso . Om dit te kunnen realiseren is het essentieel dat banken eind 2012 het basisassortiment van betaalproducten gereed hebben en dat op I oktober 2012 de softwareleveranciers ERF- en CRM-software hebben aangepast voor SEPA. Het basisassortiment betaalproducten bestaat uit: •
de Europese overschrijving via internet
•
het standaardoverschrijvingsformulier
•
de periodieke Europese overschrijving
•
de Europese incasso (papieren machtiging).
De SEPA-overgang of toekomst van producten uit het aanvullende assortiment zoals de Acceptgiro, iDEAL, digitale nota (FiNBOX), de kansspelincasso en de business-to-business incasso en de spoedbetaling warden binnenkort ook bepaald. Uit oogpunt van risicobeheersing en om de contintifteit van het betalingsverkeer veilig te kunnen stellen is een gefaseerde overgang van klantgroepen van banken naar SEPA gewenst Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen early movers en de massale migratie. 10
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
De nieuwe betaalproducten brengen een ingrijpende wijziging met zich mee in de technische formaten waarin betaalopdrachten worden aangeleverd en betaalinstrumenten wordt verstrekt. Voortaan zal (bulk)aanlevering van Europese betaal- en incassoproducten via XML-taal (150 20022/PAIN) en de reporting via XML/MT 940 (CAMT) standaarden gebeuren. Figuur 1 geeft een samenvatting van de planning van de migratie voor de verschillende groepen. . Voor de zakelijke gebruikers is aangegeven wanneer de daadwerkelijke migratie plaatsvindt. Hieraan voorafgaand vinden uiteraard voorbereidingen plaats. De massale migratie is vooral in 2013 voorzien. In 2012 zullen enkele grote marktpartijen, waaronder UWV, migreren naar de Europese overschrijving. Voorts heeft de rijksoverheid zich gecommitteerd om per 31 december 2012 de Europese overschrijving in te voeren. Consumenten zullen steeds meer vertrouwd raken met het gebruik van IBAN. De publiekscampagne start in mei 2012. Sinds 1 maart 2012 is zowel voor bedrijven als consumenten de website www.overopIBAN.n1 in de lucht Figuur 1 SEPA Migratieplan Nederland 1 februari: einddatum migratie naar SCT, SDD Infrastructuur gereed voor massale migratie r—
Banken
Softwareleveranciers Groolzakeliike SCT-gebruilters Early movers
1 aáSalá'
Kleinzakelijke SCT-gebruikers Early movers Grootzakelijke Incassanten
Early movers
Kleinzakellike Incassanten
karly movers
Consumenten
Toenemend IBAN-gebrulk
Communicatie
Communicatie vanuit koepel; intermediairs, banken
11
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
BOX! De MAN/SEPA communicatiecampagne
Drietrapsraket In het MOB is een drietrapsraket afgesproken voor de voorlichtingsaanpak over SEPA/invoering IBAN: er komt een landelijke campagne gericht op bedrijven en consumenten (trap 1), de koepelorganisaties informeren de eigen achterban (trap 2) en bedrijven en organisaties informeren de eigen klanten/relaties (trap 3). Organisaties kunnen voor hun communicatie gebruik maken van een toollcit die centraal beschikbaar wordt gesteld.
Centrale campagne In de campagne staat het handelingsperspectief centraal: wat gaat er concreet veranderen voor bedrijven en consumenten. De campagne bestaat uit 3 hoofdfasen: 1)wake-up call voor bedrijven, overheidsgebruikers en andere zakelijke gebruikers, 2) bedrijven en consumenten informeren en activeren en 3) aftellen naar de einddatum. Zowel voor consumenten als voor bedrijven wordt een mix van PR/free publicity en betaalde media ingezet, online en offline. OveropIBAN vormt de vlag voor de gehele campagne, zowel voor bedrijven als consumenten
Bedrijven Voor bedrijven staan naast de veranderingen voor het rekeningnummer ook de veranderingen voor overschrijvingen en incasso's centraal. Er is een checklist ontwikkeld met punten waar bedrijven rekening mee moeten houden: 1) Stel een plan van aanpak op 2) Bepaal de overgangsdatum 3) Informeer medewerkers, klanten en leveranciers 4) Maak tijdig afspraken met uw softwareleverancier 5) Bepaal de consequenties voor uw overschrijvingen en incasso's
Consumenten De campagne voor consumenten draait om IBAN: wat is MAN, waarom wordt het ingevoerd en waar is het te vinden. Consumenten worden erop gewezen dat ze steeds meer gevraagd zullen worden om IBAN te gaan gebruiken. Hierbij worden ze geholpen door banken, die adresboeken voor intemetbankieren automatisch om zullen zetten. In de campagne is speciale aandacht voor kwetsbare groepen, zoals ouderen en gehandicapten. Zo is de campagnewebsite www.overopIBAN.n1 ook toegankelijk gemaakt voor mensen met een visuele beperking en worden in samenwerking met belangenorganisaties voor deze doelgroepen MAN-ambassadeurs ingezet
12 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Migratie in Nederland moet nog daadwerkelijk beginnen DNB meet ieder halfjaar het SEPA-bewustzijn, de voorbereidingen, alsmede het concrete gebruik van de Europese betaalproducten door zakelijke gebruikers. Uit de in het voorjaar van 2012 gehouden vijfde SEPA-monitor blijkt dat vergeleken met de vorige monitor het SEPA-bewustzijn over de gehele linie is gestegen en dat vooral bij grootzakelijke bedrijven en publieke instellingen de mate van voorbereidingen licht is toegenomen. Niettemin blijft het feitelijk gebruik van de Europese overschrijving nog altijd laag en is een belangrijk aandachtspunt dat het merendeel (75%) van het midden- en kleinbedrijf (MKB) nog niet beseft dat SEPA voor de deur staat. De campagne voor publiek en bedrijven en de extra inspanningen van de in het NFS deelnemende organisaties zullen hier naar verwachting snel verandering in brengen. Figuur 2 Status migratie naar Europese overschrijving (voorjaar 2012)
MKB
MIddetgroolbeddif
Grootbedrijf
Gemeenten
Publl ke instellingen
• Nog niet begonnen met voorbereidingen
ineezig met uitzoeken wat er moet gebeuren
El Concreet bezig met voorbereidingen
• Volledig over op de Europese averschdjvi g
Ook de Nederlandse consumenten zijn nog niet zo bekend met SEPA, zo blijkt uit het vijfde onderzoek van DNB naar de beleving van grensoverschrijdend betalen. Het onderzoeksrapport is geplaatst op de MOB-pagina's op de website van DNB (http:f/www.dnb.nl/betalingsverkeer/mob/publicaties/index.jsp). 35% geeft aan eerder iets over SEPA gehoord te hebben. De meeste consumenten staan er neutraal (55%) of positief (30%) tegenover. Van 13
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
de ondervraagde Nederlanders weet 45% de eigen IBAN en 30% de IRAN van de tegenpartij niet te vinden. Veel consumenten realiseren zich niet dat SEPA grote invloed heeft op het binnenlandse betalingsverkeer. Positief punt is dat de Nederlanders aangeven vaker te (kunnen) pinnen in het buitenland en hierover meer tevreden te zijn dan bij de vorige meting.
14
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
2. TOEGANKELIJKHEID EN BEREIKBAARHEID De Overstapservice geëvalueerd De Overstapservice is een initiatief van de gezamenlijke banken in Nederland. Deze service maakt veranderen van betaalrekening van de ene naar de andere bank eenvoudiger en zorgt ervoor dat het betalingsverkeer soepel doorloopt. Zowel particulieren als ondernemers kunnen van Overstapservice gebruik maken. In 2011 is een evaluatie van de dienst uitgevoerd. Ten behoeve van het onderzoek heeft de werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid (WTB) van het MOB als klankbord gefungeerd. De onderzoeksopzet, de resultaten en de conclusies zijn besproken met de leden van de WTB, en het MOB heeft de conclusies onderschreven. De doelstelling van de Overstapservice om veranderen van betaalrekening van de ene naar de andere bank gemakkelijk te maken door er voor te zorgen dat het betalingsverkeer soepel doorloopt, wordt ruim gehaald: gebruikers geven de service gemiddeld een 8,5 en de belangrijkste beweegreden Om van de service gebruik te maken is het gemak. Informatie over de Overstapservice, zowel schriftelijk als mondeling, wordt door 9 van de 10 gebruikers als goed gekwalificeerd. Jaarlijks is er een stabiel aantal gebruikers in de bandbreedte van 80.000 â 100.000 gebruikers. Het aandeel zakelijke gebruikers — voornamelijk klein-MKB en ZZP'ers — daarin wordt geschat op 10%. De belangrijkste beweegreden om een nieuwe betaalrekening bij een andere bank te openen blijkt niet zozeer de (betaal)service/dienstverlening maar het (gepercipieerde) algemene beleid van een bank (figuur 3), bijvoorbeeld ten aanzien van beleggingen of bonussen. Bijna 50% van de respondenten gaf dit aan. De evaluatie geeft ook enkele verbetersuggesties. Wat gebruikers betreft hebben de verbetersuggesties betrekking op de verstrekte informatie. Voor gebruikers is het belangrijk om te weten wat de Overstapservice precies wel of niet voor hen doet. Zo eisen sommige instanties, zoals de Belastingdienst of werkgevers, dat een wijziging van een rekeningnummer persoonlijk wordt doorgegeven. Ook dient voor een gebruiker expliciet te zijn dat het eventueel aanhouden van de oude rekening dubbele kosten met zich meebrengt. Banken moeten er dus voor zorgen dat de gebruikers daar nadrukkelijk op geattendeerd worden. Ook wordt de suggestie gedaan of het haalbaar is om nog meer zaken in de Overstapservice op te nemen, zoals periodieke overboekingen via internetbankieren, of om na 6 maanden een herinneringsbericht te krijgen. Het is belangrijk om informatie over de Overstapservice gemakkelijk te kunnen vinden. Het rapport is door de minister van Financiën naar de Tweede Kamer gestuurd. 15 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Figuur 3 Gebruik overstapservice in detail, 2009-2011
Werkafspraak bereikbaarheid
Om lokale bereikbaarheidsknelpunten op te lossen, hebben het MOB, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) in 2007 de Werkafspraak Bereikbaarheid gemaakt. Deze beschrijft hoe deze partijen gezamenlijk knelpunten op het gebied van bereikbaarheid in het betalingsverkeer aanpakken waarbij zij zich hebben gecommitteerd zich tot het uiterste in te spannen om deze in redelijkheid op te lossen. Indien de knelpunten niet lokaal worden opgelost, kunnen partijen deze melden bij het speciaal hiervoor ingestelde meldpunt
[email protected]. In 2011 zijn geen meldingen in de zin van de Werkafspraak bij het bereikbaarheidsmeldpunt binnengekomen. Andere zorgpunten met raakvlakken aan bereikbaarheid en toegankelijkheid, die consumenten direct bij in het MOB deelnemende organisaties hebben gemeld zijn daar opgepakt. Deze organisaties hebben in samenwerking met de desbetreffende banken en consumenten actie ondernomen om de punten, waar wenselijk en noodzakelijk, op te lossen. In verband met het toegenomen belang van internetbankieren in het betalingsverkeer, is binnen de WTB, in aanvulling op de werkafspraak, afgesproken dat meldingen op dit punt in de WTB aan de orde zullen worden gesteld. De NVB kan deze melding dan indien nodig doorgeven aan de betreffende bank. 16
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Inventarisatie toegankelijkheidsaspecten in hef kader van migratie naar SEPA De SEPA betekent dat binnen de Eurolanden er niet alleen één munt is, maar ook gelijke betaalmiddelen kunnen worden gebruikt. De verwachting is dat —gelijk met het huidige productaanbod/-afname — SEPA-compliant producten voornamelijk via elektronische kanalen zullen worden aangeboden en afgenomen. Aangezien het gebruik van schriftelijke overschrijvingen, automatische incasso en telefonische overboekingen onder senioren en mensen met een functiebeperking hoger is dan bij particulieren jonger dan 50 jaar en zonder handicap is binnen het MOB besloten om de toegankelijkheidsaspecten van de SEPA-compliant producten in het kader van de SEPA migratie periodiek te monitoren. De NVB heeft een inventarisatie uitgevoerd en aan het MOB voorgelegd. Dit leverde de volgende aandachtspunten op: •
Telefonisch bankieren: mogelijk een toekomstige issue; de analoge telefoon mist een directe invoermogelijkheid voor niet-numerieke karakters. Momenteel is het nog niet bekend of individuele telefoon services zullen wijzigen. Daarmee is nog niet vast te stellen of daar specifieke toegankelijkheidsaspecten in het geding zijn.
•
Acceptgiro: Gezien de relatief beperkte volumes zal mogelijk aanpassing in de verlengde overgangsperiode plaatsvinden. Op korte termijn treden er geen wijzigingen op in de beschikbaarheid van het huidige formulier, waarmee de toegankelijkheid onveranderd blijft.
•
Overboekingformulieren: De ontwikkeling in het kader van de invoering van SEPA, van een meer gestandaardiseerd overschrijvingsformulier is een goede gelegenheid om rekening te houden met zaken als lettergrootte, (uniforme) indeling, contrast, etc. Ook een uniforme schrijfwijze van IBAN is hier onderdeel van. Banken zullen bij de uitwerking een toegankelijkheidstoets uitvoeren. Bij wijziging of vervanging zal er aandacht uitgaan naar de specifieke doelgroepen.
•
Incassomachtiging: Met de komst van de SEPA zullen de rechten niet veranderen. Om gebruik van incasso eenvoudiger te maken, biedt het terugbrengen van variaties in incassomachtigingen vanuit een toegankelijkheidsperspectief mogelijkheden. De standaardisatie van formulieren is daarbij van belang.
17
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Follow- up onderzoek: betaalgedrag Nieuwe Nederlanders In 2010 heeft het MOB de eerste resultaten van het onderzoek naar het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders ontvangen waarbij gekeken was naar het gebruik van en de perceptie over betaalmiddelen aan de toonbank en op afstand. De conclusie luidde dat er grote gelijkenissen waren in voorkeuren en gewoontes van nieuwe Nederlanders en andere kwetsbare groepen Nederlanders, zoals ouderen. De vraag was of de nieuwe Nederlanders als separate kwetsbare groep gezien moesten worden. Naar aanleiding van die vraag heeft DNB een verdiepingsonderzoek gedaan. In 2011 heeft het MOB kennis genomen van de resultaten van het follow-up onderzoek: betaalgedrag Nieuwe Nederlanders. Doel van het onderzoek is enerzijds inzicht te krijgen in het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders en anderzijds te analyseren in hoeverre afkomst en generatie naast andere sociaal demografische factoren van invloed zijn op hun betaalkeuze. Centraal staat de vraag in welke mate de betaalkeuze van nieuwe Nederlanders aan de kassa verschilt van die van autochtone Nederlanders en in hoeverre deze wordt beïnvloed door betaalgewoontes verworven in het land van herkomst. De resultaten laten zien dat betaalgewoontes verworven in het land van herkomst in sterke mate het betaalgedrag beïnvloeden ná migratie: mensen afkomstig uit cash georiënteerde landen betalen nog steeds significant vaker met contant geld in Nederland dan de rest van de Nederlandse bevolking. Het gevonden home country effect verdwijnt namelijk na één generatie: tweede generatie allochtonen hebben hetzelfde betaalgedrag als mensen met een Nederlandse achtergrond. Betaalgedrag wordt dus niet doorgegeven tussen generaties, maar juist gevormd door de betaalgewoontes in het land waar men geboren is. Resultaten zijn gepubliceerd op de MOB-pagina's op de website van DNB (http://www.dnb.nnetalingsverkeerhnob/publicaties/index.jsp).
18
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
3. EFFICIENCY Aanbeveling van de Europese Commissie over wettig betaalmiddel De Europese Commissie vindt in een Aanbeveling uit maart 2010 dat er geen beperkingen mogen worden gesteld aan het gebruik van eurobanlcbiljetten en — munten als wettig betaalmiddel. Dit is in bepaalde gevallen strijdig met de in Nederland om efficiency- en of veiligheidsredenen gehanteerde praktijkafspraken. Zo kennen we in Nederland onder meer de afronding van contante betalingen op eenheden van vijf cent aan de kassa en het niet overal accepteren van hoge coupures bankbiljetten. Beide praktijken worden aangegeven via een sticker op de winkeldeur of bij de kassa. De Aanbeveling bindt de huidige Nederlandse wet- en regelgeving en praktijkafspraken niet, maar het MOB houdt rekening met mogelijke initiatieven om de Aanbeveling in de toekomst om te zetten in bindende wetgeving na de geplande evaluatie in 2013. Het MOB richt zich op de uitleg van de Nederlandse praktijk. Hiertoe hebben vertegenwoordigers van de NVB en Detailhandel Nederland een tweetal gesprekken gehad met de voorzitter van de werkgroep die deze Aanbeveling heeft opgesteld, er wordt gewerkt aan een best practices document. Stimuleren van elektronisch betalen Het MOB richt zich op het bevorderen van de maatschappelijke efficiency van het Nederlandse betalingsverkeer. Verlaging van de maatschappelijke kosten kan worden bereikt door vervanging van contante betalingen door elektronische betalingen. Eind 2005 hebben banken en toonbankinstellingen dan ook de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen opgericht die zich voornamelijk richt op het stimuleren van betalingen met de pinpas. Voorbeelden van activiteiten in 2011 verricht ter bevorderen van het gebruik van de pinpas zijn: de georganiseerde pinkampioenschappen voor toonbankinstellingen; vijf grote bedrijven hebben meegedaan aan de "alleen pinnen" campagne; in de tankstation branche is de campagne "liever pin dan contant" georganiseerd; een aparte campagne voor de horeca.en ten slotte deelname aan de "Week van de veiligheid" Daarnaast is de subsidieregeling voor de slimme pinpaklcetten in 2011 gecontinueerd en zijn er vijf 100% pingebieden bijgekomen. Pinnen Eind mei 2009 ondertekenden toonbankinstellingen, de NVB en banken een Nadere Overeenkomst bij het in 2005 afgesloten Convenant Betalingsverkeer. Dit maakte voor Nederland de weg vrij om onderdeel te worden van de Europese `pinmarke in SEPA, met een hogere graad van veiligheid en — naar verwachting ook - efficiëntie. Met de Nadere Overeenkomst van 2009 wordt dit Convenant aangepast aan de ontwikkelingen richting SEPA. 19 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
De afspraken van 2009 zorgen voor een snellere overgang van magneetstrip- naar veiliger chiptechnologie (EMV), de standaardtechnologie in SEPA, en omvatten plannen en financiële middelen voor het bevorderen van de efficiëntie van het betalingsverkeer in Nederland. In 2011 werd in Nederland 2,29 miljard keer met een betaalpas aan de kassa afgerekend met een totale waarde van EUR 82,5 miljard (zie figuur 4). Dat is een stijging in aantal transacties van 6,1% ten opzichte van 2010. Op basis van het Convenant Betalingsverkeer is Nederland in snel tempo overgeschakeld op "het nieuwe pinnen". Eind 2011 waren vrijwel alle geldautomaten en betaalautomaten zonder grote problemen gereed gemaakt voor het betalen met de chip op de pas en vond 95% van alle pintransacties plaats via het nieuwe pinnen. Op 31 december 2011 om 24:00 uur precies hield het 'oude" merk PIN officieel op te bestaan. Een van de branches waar het pinnen het sterkst groeide was de supermarktbranche. Het gemiddelde
gepinde bedrag nam in 2011 weer lets verder af van EUR 37,58 in 2010 tot EUR 36,11 in 2011. Dit betekent dat een toename heeft plaatsgevonden in het afrekenen van kleine bedragen met de pinpas. Uit onderzoek is gebleken dat in 2010 nog 65% van alle aankopen over de toonbank contant werd afgerekend, in waarde is dit 38% van de totale uitgaven aan de toonbank'. Met de pinpas wordt 58% van de uitgaven aan de toonbank afgerekend. Chippen Het aantal Chipkniptransacties is in 2011 gedaald met 3,7% tot 172 miljoen (zie figuur 4). De totale
waarde van de aankopen met Chipknip was EUR 428 miljoen. Het gemiddeld bedrag per chipkniptransactie is van EUR 2,61 gedaald ten opzichte van 2010 tot EUR 2,5. Met de komst van het nieuwe pinnen en de al langer lopende campagne "Klein bedrag? Pinnen mag!" loopt de acceptatie van Chipknip in winkels steeds verder terug. De Chipknip wordt vooral gebruikt in het parkeersegment, catering en bij snoep- en drankautomaten.
Bron: DNB Occasional Studies, Cash usage in the Netherlands: How much, where, when, who and whenever one wants? 20
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
In winkels is het aantal betaalautomaten wat de chipknip accepteert in 2011 teruggelopen van 33.249 naar 11.533 blijkt uit cijfers van Currence/Betaalvereniging. 1DEAL In 2011 is het aantal iDEAL betalingen gestegen met 36% naar 94 miljoen (zie figuur 3). Het totaal van de aankopen die met iDEAL zijn betaald, bedroeg ruim EUR 6 miljard. De waarde van een gemiddelde iDEAL-betaling is in 2011 gestegen van circa EUR 73 naar circa EUR 74. Op 15 december 2011 is, sinds de start van iDEAL in oktober 2005, de 250 miljoenste transactie verricht. iDEAL is het meest gebruikte online betaalmiddel en wordt als katalysator gezien voor de snelle ontwikkeling van de Nederlandse e-commerce. Storingen in het betalingsverkeer
In de laatste maanden van 2011 en in januari 2012 is een aantal storingen in het betalingsverkeer opgetreden. De storingen betroffen pinstoringen en storingen bij internetbetalingen. In het Convenantteam (overleg tussen banken en toonbankinstellingen) worden mogelijke oplossingen besproken om het aantal storingen te reduceren en een alternatief te bieden wanneer een storing optreedt. Het MOB monitort de voortgang. Figuur 4 Ontwikkeling toonbankbetalingen Aantal in miljoenen
2.500 Pinnen 2.000 Chippen 1.500
1.000 Creditcard 500
• 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Bron: Currence, Creditcardmaatschappijen en NVB.
21
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Verdere optimalisatie bankbiljetteninfrastructuur
Op 1 oktober 2011 is Geldservice Nederland (GSN) opgericht. GSN gaat voor aangesloten banken de geldverwerking verzorgen en de chartale logistiek aansturen. Dat betekent dat de geldactiviteiten van de huidige drie aangesloten grootbanken geconcentreerd warden in drie locaties in plaats van de bestaande 11. Daarnaast verzorgt GSN de planning en aansturing van het bevoorraden van de geldautomaten en het ophalen van geld bij de retail klanten en afstortautomaten van de aangesloten banken. Nadat de processen voor de drie aandeelhoudende banken zijn ingericht, zal GSN ook haar diensten aanbieden aan andere banken. Door de markt wordt inmiddels twee miljard eurobankbiljetten gecontroleerd, terwijl DNB nog circa 500 miljoen biljetten per jaar ter verwerking binnenkrijgt. Voor de maatschappij als geheel is deze verschuiving efficiëntie verhogend en kosten reducerend. Niet alleen banken brengen bankbiljetten opnieuw in omloop, maar ook een groeiend deel van de recirculatie wordt verzorgd door winkeliers. Winkeliers verstrekken steeds vaker via door henzelf gevulde geldautomaten bankbiljetten aan het publiek. Voor de betrouwbaarheid van het chartale betalingsverkeer is het essentieel dat bij het recirculeren alleen biljetten die echt en schoon zijn weer in omloop worden gebracht. De controles op echtheid en geschiktheid moeten daarom plaatsvinden volgens door de ECB opgestelde richtlijnen, DNB voert het toezicht hierop uit. Micropayments
Online wordt een verscheidenheid aan producten en diensten verkocht. Producten die per post worden opgestuurd, maar ook producten die digitaal blijven, door te downloaden of waarbij alleen een code wordt verkregen, zoals bij een vliegticket. Muziek en films worden op cd en dvd verkocht, dit wordt echter steeds meer in digitale vorm aangeboden, zowel legaal als illegaal. Eén van de door de regering geïdentificeerde 'topsectoren', de creatieve industrie, ondervindt op dit gebied een knelpunt op het gebied van betalen. Eén van de knelpunten in het online betalen van mediacontent zijn de kosten van een betaling. De verschillende betaalmogelijkheden hebben hun eigen kosten. Enkele betaalmogelijkheden kosten meer dan EUR 1, dat is gelijk aan de kosten van bijvoorbeeld een muzieknummer. Minimale gemiddelde kosten liggen rond EUR 0,50. Dit kan 10 tot 25% van de prijs per product betekenen. iDeal wordt bijvoorbeeld te duur geacht voor de betaling van deze producten. Bovendien kunnen media-aanbieders niet altijd direct onderhandelen over de prijs van een
betaalproduct, omdat andere partijen daar als schakel tussen zitten. Voor het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen die gebaseerd zijn op het legaal gebruiken van muziek, beeld of games is een snel, eenvoudig en betaalbaar betaalsysteem (in verhouding tot betalingen van EUR 0,01 tot EUR 5) noodzakelijk. Een ander obstakel ligt in het betaalproces. De voornaamste reden is dat bij de aanschaf van bijvoorbeeld een film, de klant dat product direct wil kijken of downloaden. De betaling dient daarom zo gemakkelijk en snel mogelijk uitgevoerd te kunnen worden. 22
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer vraagt hier aandacht voor en doet een algemene oproep aan de betaaldienstaanbieders om in de behoefte te voorzien. De media-industrie wordt gevraagd om over haar eisen en wensen met betaaldienstaanbieders in gesprek te gaan.
23
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
4. VEILIGHEID Ontwikkeling valse bankbiljetten 111 2011 is het aantal in Nederland aangetroffen valse eurobiljetten opnieuw afgenomen (zie figuur 5). In totaal werden 29.700 valse eurobiljetten onderschept, 25% minder de 39.600 stuks in het jaar daarvoor. De totale fictieve waarde van de valse eurobiljetten, EUR 1,5 miljoen, was eveneens 25% lager dan in 2010. Hoewel een exacte verklaring voor deze ontwikkeling niet kan worden gegeven, hebben alerte toonbankinstellingen en de verhoogde inzet van politie en justitie bijgedragen aan de strijd tegen deze vorm van criminaliteit. In Nederland bleef de EUR 50 met 63% het meest vervalste biljet, op afstand gevolgd door de EUR 20 met 27% (zie tabel 1). Ook wereldwijd nam het aantal valse eurobiljetten af. In totaal werden 606.000 valse eurobiljetten onderschept, een afname van 19% ten opzicht van 2010. Figuur 5 Aantal aangetroffen valse biljetten in Nederland
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000 --
2003
2004
2005
24
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Tabel 1 Aandeel vervalsingen per coupure (als % van alle aangetroffen vervalsingen in 2011)
Denominatie
EUR 5
EUR 10
Nederland Eurogebied
EUR 20
EUR 50 EUR 100 EUR 200 EUR 500
27 45
63 34
6 16
3 2
0 1
Bron: DNB, ECB.
Fraudecijfers skimming en internetbankieren
Op 26 maart 2012 heeft de NVB de fraudecijfers over 2011 gepubliceerd. De totale schade in het betalingsverkeer als gevolg van fraude was in 2011 in totaal EUR 92 miljoen. De twee belangrijkste trends zijn de stijging als gevolg van fraude bij het internetbankieren en skimming (het kopiëren van de magneetstrip van de betaalpas en de pincode afkijken). De schade als gevolg van skimming is bijna verdubbeld ten opzichte van 2011 (EUR 39 miljoen) en de schade met internetbankieren is bijna 3,5 keer zoveel als het jaar daarvoor (EUR 35 miljoen). Fraude met betaalpassen: skimming In Nederland zijn zo'n 22 miljoen betaalpassen in omloop. In 2011 zijn daarvan ruim 87.000 geskimd. In 2011 zijn er bijna 45.700 incidenten geregistreerd, waarbij met een geskimde pas daadwerkelijk geld werd bemachtigd. Met de overschakeling op de EMV-chip per 1 januari 2012 hebben criminelen in 2011 alles op alles gezet om nog zoveel mogelijk passen te skimmen en deze te verzilveren. Hierdoor is de schade fors opgelopen naar bijna EUR 39 miljoen. Afgezet tegen de omzet door betaalpassen (EUR 138 miljard in 2011) bedraagt dit 0,03%. De verwachting is dat in de loop van 2012 de voorraad geskimde passen zal
opdrogen en de schade aanmerkelijk terugloopt. Fraude met internetbankieren Inmiddels doen circa 11 miljoen klanten hun bankzaken via het internet en wordt ongeveer 93% van de overboekingen via het internet gedaan. Ook criminelen hebben hun werkterrein aangepast aan de digitale omgeving. In 2011 zijn cybercriminelen er in geslaagd om in 7.500 gevallen daadwerkelijk geld te bemachtigen. De totale schade hiervan bedroeg in 2011 ruim EUR 35 miljoen. Afgezet tegen de totale omzet bij het internetbankieren (EUR 3,2 biljoen) is dit overigens slechts 0,0011%
25
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Maatregelen fraude skimming en internetbankieren Inrichting Landelijk Skimming Point Per 1 december 2011 is officieel het Landelijk Skimming Point (LSP) van start gegaan. Het LSP is een samenwerkingsverband tussen Politie, Justitie en Equens namens de Betaalvereniging. Het punt is bedoeld om informatie van politie en Openbaar Ministerie centraal te beleggen, te analyseren en te combineren met de centraal opgeslagen bancaire informatie bij Equens. Met deze gecentraliseerde aanpak en samenwerking willen de partners bereiken dat er een effectievere aanpak van skimming wordt gerealiseerd. Het Skimming Point is in nauw contact met internationale partners. Dit is zeer belangrijk omdat de geskim de betaalpassen veelal in het buitenland worden misbruikt en omdat de daders ook vaak uit het buitenland afkomstig zijn. In 2011 zijn 156 arrestaties geweest en is een belangrijke dadergroep in Roemenië opgepakt. Dit legt een goede basis voor de daling van skimmingfraude. Het Landelijk Skimming Point, zal een belangrijke positieve bijdrage leveren. Standpunt betaalpassen chip-only Nederland is in 2011 volledig overgegaan op het pinnen met de EMV-chip (het nieuwe pinnen). Dit is een belangrijke maatregel in de strijd tegen het skimmen. Het is namelijk niet meer mogelijk om met een (gekopieerde) magneetstrip in Nederland te betalen. Echter de magneetstrip zit nog altijd op de pas. Dat betekent dat die gegevens geskimd kunnen worden en vervolgens met een kopie-pas geld kan worden buit gemaakt in niet EMV-landen. Een mogelijkheid is om de magneetstrip van de betaalpas te halen en alleen passen met chip uit te geven, om skimfraude te voorkomen. Het MOB heeft geconcludeerd dat de Nederlandse banken voorlopig voldoende maatregelen hebben getroffen tegen skimmen. Het wordt niet nodig geacht om versneld betaalpassen uit te geven zonder magneetstrip, dan wel het uitschakelen van de magneetstrip. Er zijn nog meerdere landen, ook binnen Europa, waar de Nederlandse betaalpashouders de magneetstrip nodig hebben om te kunnen betalen of geld op te nemen. Voor de klant geldt het advies om altijd de pincode bij het intoetsen goed af te schermen. Dit is niet alleen ter voorkoming van schade door skimming, maar ook om te voorkomen dat de pincode wordt afgekeken en vervolgens de pas wordt gestolen ('shouldering'). Electronic Crimes TasIforce Om de fraude met internetbankieren terug te dringen, hebben het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), het Landelijk Parket en de banken de handen ineen geslagen. Hiertoe is op 14 april 2011 een convenant getekend, waarmee de Electronic Crimes Taskforce (ECTF) werd opgericht. Deze samenwerking is een uitwerking van de Nationale Cyber Security Strategie, opgesteld door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In dit `bankenteam' waarin experts vanuit de banken en de 26 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
KLPD zijn gedetacheerd, wordt door middel van betere analyses en versterking van de informatiepositie de aanpak van cybercrime geïntensiveerd. Afgesproken is dat de opsporing en vervolging een hoge prioriteit zullen krijgen. Na een jaar wordt de samenwerking geëvalueerd. Voorlichtingscampagnes Sinds 2007 geeft de NVB met media campagnes voorlichting aan gebruikers hoe zij veilig kunnen blijven internetbankieren. Met de in oktober 2011 gestarte voorlichtingscampagne 'Veilig Bankieren' worden klanten onder meer geïnformeerd over het fenomeen phishing ('Neptnail, daar trapt u niet in' en `Bankgegevens en inlogcodes: hou ze geheim') en worden adviezen gegeven hoe de kans te verkleinen dat computers worden besmet met malware. Zie www.veiligbankieren.n1
Reclamespot NVB Campagne Phishing In het kader van de aanpak van geldezels is de NVB met de politie Amsterdam Atnstelland een campagne gestart om jongeren te informeren nooit hun rekening ter beschikking te stellen om frauduleus geld op te laten binnenkomen. Fraudeurs zijn altijd op zoek naar geldezels, zodat zij zelf anoniem kunnen blijven. Deze geldezels worden gezien als medeplegers van een fraude en als zodanig in het interbancaire waarschuwingssysteem geregistreerd. Daarnaast wordt het frauduleus verkregen bedrag (inclusief onderzoekskosten) op hen verhaald. Zie www.pasopiepas.n1 Trends Digitale fraude via internet, door bijvoorbeeld phishing, malware of op grote schaal stelen van betaalgegevens (bijv. database met creditcardgegevens) blijft groeien. Het raakt zowel consumenten, banken als webwinkeliers. Phishing en malware Fraude bij internetbankieren kent verschillende verschijningsvormen. Zoals 'phishing' van (inlog)gegevens. Een andere gebruikte methode is het sturen van (bulk)mail waarbij criminelen zich voordoen als een betrouwbare instantie/bank om klanten te verleiden persoonlijke informatie af te 27
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
geven of op een knop te drukken en zo de computer te besmetten. Deze methode wordt ook veelvuldig gebruikt om creditcardgegevens te ontfutselen, door namens de creditcardmaatschappijen emails te versturen. Een andere opkomende vorm van fraude wordt gepleegd doordat computers besmet zijn met malware (malware is een verzamelnaam voor malafide software, dit zijn kwaadaardige en/of schadelijke programma's).
Zodra een computer is besmet met malware is op verschillende manieren misbruik te plegen door cybercriminelen, variërend van het stelen van persoonlijke gegevens van de computer tot het onderdeel laten uitmaken van een zogeheten botnet van besmette computers om bijvoorbeeld spam te versturen of een website plat te leggen. Een deel van deze criminele praktijken richt zich er ook op om fraude met internetbankieren te kunnen plegen. Fraudeurs manipuleren door middel van malware het internetbankieren van de klant om zo heimelijk extra transacties in te leggen. Deze zijn onzichtbaar voor de klant maar worden wel door het invullen van de autorisatiecodes meegestuurd. Niet alleen consumenten kunnen de dupe worden van deze praktijken maar ook bedrijven. In principe vergoeden banken de schade bij deze aanvallen op het internetbankieren. D.DoS aanvallen -
Een Distributed Denial of Service (DDoS)-aanval kan websites (of systemen) platleggen doordat in korte tijd een zeer grote hoeveelheid dataverkeer naar een website komt. Meestal gebeurt dit doordat een netwerk van computers geautomatiseerd een constante stroom aanvragen naar een website sturen (botnetaanval). Deze website wordt overstroomd door aanvragen en kan daarom niet meer laden. Vervolgens kan dit tot resultaat hebben dat de website in zijn geheel ophoudt. Verschillende websites zijn in 2011 op deze manier aangevallen. Bekend zijn de aanvallen op de website van Stichting Brein en de rijksoverheid. In februari en mei 2011 werd ook Rabobank internetbankieren getroffen door DDoS-aanvallen. Hierdoor werd het internetbankieren van de Rabobank verstoord doordat de website en de internetbankiertoepassing niet bereikbaar was. In de gevallen van Rabobank had het ook effect op de werking van iDEAL, waardoor iDEAL deels niet bruikbaar was en transacties niet konden worden verwerkt. Het is onbekend wie er achter de aanvallen op Rabobank internetbankieren zit. Het online betalingsverkeer bleek op deze momenten te worden verstoord door dergelijke DDoS-aanvallen. De aanval en het herstel van de incidenten bij Rabobank heeft ervoor gezorgd dat het 1 á 2 dagen duurde voordat de websites weer bereikbaar waren voor regulier gebruik. Criminelen die DDoS-aanvallen uitvoeren zijn over het algemeen niet uit op financieel gewin. De schade voor de aangevallen bedrijven en klanten is wel fors. 28
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Data-inbraak
Steeds vaker blijken websites kwetsbaar te zijn voor data-inbraak. In 2011 waren er bijvoorbeeld de incidenten bij onder meer het online gamesnetwerk van Playstation en website Cheaptickets.nl. Daarbij zijn de persoons- en creditcardgegevens van miljoenen klanten gestolen. De veiligheid van persoons- en betaalgegevens voor de consument is dus niet altijd gewaarborgd, en dit kan financiële schade en identiteitsfraude tot gevolg hebben. GOVCERT (per januari 2012 overgegaan in het Nationale Cyber Security Centrum) geeft in het Cybersecuritybeeld Nederland (december 2011) aan dat bij websites vaak op basis van standaardsoftware een specifieke webapplicatie wordt gebouwd. Er wordt geconstateerd dat nog steeds onveilige websites worden opgeleverd en dit leidt geregeld tot datalekken of erger, zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid. In het Nationaal Dreigingsbeeld wordt verwezen naar recent Amerikaans onderzoek waaruit is gebleken dat 80 procent van de onderzochte websites kwetsbaar waren voor de tien belangrijkste beveiligingsrisico's voor websites. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat deze websites daarmee ook niet voldoen aan de normen die gelden voor de betalingsindustrie.
29
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
5. PRIORITEITEN 2012 Toegankelijk telefonisch bankieren Het MOB zal op basis van een gesprek met bancaire kanaalexperts eventuele ontwikkelingen voor de verdere toekomst van het telefonisch bankieren in beeld brengen. Voorts zal het MOB, wanneer eenmaal precies duidelijk is wanneer en hoe Nederland overgaat naar SEPA, monitoren of de toegankelijkheid van betalingsverkeer geborgd is. Derde Bereikbaarheidsmonitor 2013 De werkgroep Toegankelijkheid en bereikbaarheid is bezig om een plan van aanpak op te stellen voor de volgende bereikbaarheidsmonitor. In haar plan van aanpak zal er ook veel aandacht voor nieuwe kanalen zijn. Het doel van de Bereikbaarheidsmonitor is: enerzijds het toetsen van veranderingen in de generieke bereikbaarheid van (basis) betaaldiensten in Nederland ten opzichte van de nulmeting in 2007 anderzijds het in kaart brengen van de ontwikkelingen en trends op het gebied van bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten zoals (technologische) substituten voor activiteiten die voorheen op een bankfiliaal plaatvonden. Inventarisatie en monitoring toegankelijkheidsaspecten in het kader van migratie naar SEPA De toegankelijkheidsaspecten van de SEPA-compliant producten wegens de SEPA migratie is een doorlopend aandachtspunt en een prioriteit voor de werkgroep Toegankelijkheid en bereikbaarheid. In het kader daarvan zal de werkgroep de nieuwe ontwikkelingen betreffende de betaalproducten blijven monitoren en beoordelen. Richtlijnen inrichting betaalautomaten Het nieuwe pinnen levert in de praktijk, niet voorziene, problemen op voor mensen met een visuele beperking en anderen die de display niet kunnen aflezen (kleine mensen of mensen in een rolstoel). Door het gebruik van de chip is de vaste handelingsvolgorde, die er in de oude situatie was, verdwenen. Als gevolg van de internationalisering is er minder uniformiteit. De verschillende apparaten hebben een eigen volgorde van handelen. Samen met de stakeholders zal het MOB zich voor dit vraagstuk inspannen. Toegankelijke websites voor internetbankieren Omdat steeds meer bankzaken via intemetbankieren worden geregeld, is het buitengewoon belangrijk dat de websites voor iedereen toegankelijk zijn en blijven. Internetsites van banken zijn niet altijd goed toegankelijk voor klanten met diverse beperkingen. Vooral met updates wordt er niet altijd rekening gehouden met mensen met visuele beperking. Als gevolg daarvan kunnen die klanten soms niet 30 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
internetbankieren en moeten weer hun heil zoeken in een bezoek aan een bankkantoor met een kasfunctie. Het MOB wil een factsheet ontwikkelen die voor banken als geheugensteun kan dienen. Pin-arm De 'pin-armen' zijn hulpmiddelen die gebruikt worden ter bevordering van het betaalgemak van mensen met een beperking, doordat de betaalautomaat gemakkelijk voor iedereen bereikbaar en te bedienen is. De bekende pin-armen zijn getest door consumenten met een functiebeperking: mensen met een visuele beperking, mensen in een handbewogen en elektrische rolstoel, kleine mensen, en mensen met een beperkte handfunctie. De bevindingen zijn gepubliceerd in een rapport2. Een pin-arm maakt pinnen makkelijker, maar het kan nog beter. Het MOB wil samen met de stakeholders verder kijken hoe de verbeteringen gerealiseerd kunnen worden. Mobiel bankieren De vraag naar mobiel en contactloosbetalen worden steeds groter. De populariteit van de smartphone en apps blijft toenemen. Eén van de nieuwste functionaliteiten is dat er ook via een app mee kan worden betaald. Het MOB wil de vinger aan de pols houden wat betreft de toegankelijk van mobielbankieren. Voortgang Werkafspraak Bereikbaarheid Juiste afhandeling van de via het meldpunt binnengekomen knelpunten en desgewenst actief bijdragen
aan (lokale) oplossingen. Status Aanbeveling Europese Commissie over wettig betaalmiddel Het MOB zal een best practices notitie over de Nederlandse praktijkafspraken opstellen die zal worden aangeboden aan de Europese Commissie. Daarnaast zal DNB contact opnemen met overige centrale banken om aandacht voor dit onderwerp te vragen. Onderzoek naar sturing betaalgedrag Onderdeel van de afspraken gemaakt in het Convenant betalingsverkeer 2005 was dat de betrokken partijen (banken en toonbankinstellingen) plannen zouden ontwikkelen voor een efficiënter en veiliger betalingsverkeer voor ondernemers en consumenten. Dit betekent onder meer het verder stimuleren van elektronische betalingen en het terugdringen van contante betalingen. In dit kader is een onderzoeksopdracht uitgezet naar de vraag hoe het betaalgedrag van de consument door middel van
2
'Het Rapport Pin-arm': CG-Raad en Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen 31
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
voorlichting en het geven van prikkels kan worden beïnvloed. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Centerdata. De resultaten komen aan de orde in liet MOB. Storingen in het betalingsverkeer In de laatste maanden van 2011 en in januari 2012 is een aantal storingen in het betalingsverkeer opgetreden. De storingen betroffen pinstoringen en storingen bij internetbetalingen. In het Convenantteam (overleg tussen banken en toonban/cinstellingen) worden mogelijke oplossingen besproken om het aantal storingen te reduceren en een alternatief te bieden wanneer een storing optreedt. Het MOB monitort de voortgang en zal een discussiebijeenkomst organiseren waarbij de WME-leden, de Betaalvereniging en oversight DNB worden uitgenodigd om te bespreken wat er wordt gedaan om de kans op storingen te verkleinen, wat er wordt gedaan indien wel een storing plaatsvindt en welke handhavingsmogelijkheden er zijn. Nieuwe betaalvormen Het MOB zal de in hoog tempo komende nieuwe betaalvormen, namelijk betalen en bankieren via mobiele apparaten en andere nieuwe internetbetaalmethodes, onderzoeken en analyseren waar adviezen nodig zijn. Elke nieuwe betaalvorm brengt zijn eigen, nieuwe risico's mee. Daarbij vervagen de grenzen steeds meer tussen de online-wereld en offline-wereld, zoals het betalen van een product of dienst in de winkel via de mobiele telefoon. Het is zaak dat consumenten en (web)winkeliers bekend zijn met de mogelijke risico's en waar nodig daarop inspelen. Cybercrime - Digitale fraude via internet, door bijvoorbeeld phishing, malware of op grote schaal stelen van betaalgegevens (bijv. database met creditcardgegevens) blijft groeien. Het raakt zowel consumenten, banken, als ondernemers zoals webwinkeliers. Het MOB zal de samenwerking tussen alle betrokken partijen steunen in maatregelen tegen deze digitale financiële criminaliteit.
32 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
BIJLAGE 1 Missie en organisatiestructuur MOB Missie en taakopdracht
Het MOB is in 2002 door de minister van Financiën ingesteld en heeft als opdracht bij te dragen aan een maatschappelijk efficiënte inrichting van het Nederlandse retailbetalingsverkeer door: • periodiek te overleggen over knelpunten en maatschappelijke gevolgen van ontwikkelingen in het betalingsverkeer; • samen te werken bij het verzamelen, analyseren en publiceren van cijfermatige, nietconcurrentiegevoelige gegevens; • principeafspraken te maken over efficiencymaatregelen en maatregelen op het terrein van veiligheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid in het betalingsverkeer en standaardisatie (bijv. gezamenlijke campagnes om gebruik efficiënte betaalproducten te stimuleren); • tijd te reserveren voor een open en vrije gedachtewisseling met betrekking tot beleidsvraagstukken in het betalingsverkeer. Samenstelling MOB
Het MOB is breed samengesteld en bestaat uit instanties die aanbieders en gebruikers van het betalingsverkeer vertegenwoordigen. De Nederlandsche Bank zit het MOB voor en verzorgt tevens de secretariaatsfunctie. Het MOB komt twee keer per jaar bijeen. Deelnemers: ANBO voor 50-plussers Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland Consumentenbond Detailhandel Nederland Gebruikersplatform Betalingsverkeer Koninklijke Horeca Nederland MKB-Nederland Nederlandse Vereniging van Banken Nederlandse Thuiswinkel Organisatie Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie Viziris Waarnemers: Ministerie van Financiën Ministerie van Economische Zaken 33
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Currence Procedure deelname MOB Instellingen en organisaties kunnen een aanvraag indienen om deel te nemen aan het MOB. Deelnemer kunnen zijn organisaties of instellingen die: • optreden namens vragers of aanbieders in het betalingsverkeer; dat wil zeggen die de belangen vertegenwoordigen van een bepaalde achterban (banken, ondernemers als aanbieder, consumenten, specifieke of kwetsbare groepen, ondernemers als afnemers); • representatief zijn, dat wil zeggen: - koepelorganisaties/brancheorganisaties die een achterban in het betalingsverkeer vertegenwoordigen; - groepen die in dit verband al elders vertegenwoordigd zijn in meer algemene zin maar niet ten aanzien van het specifieke belang dat zij vertegenwoordigen; • een professionele bijdrage leveren aan het tot stand brengen van maatschappelijk efficiënt ingericht betalingsverkeer. Deze bijdrage moet blijken uit: - inbreng van expertise in de werkgroepen; - een professionele/beleidsmatige/inhoudelijke bijdrage aan het overleg. Ook kunnen er waarnemers deelnemen aan het MOB. Voor waarnemers geldt dat zij, gelet op de maatschappelijk relevante positie die zij vervullen en de taakopdracht die zij in hetbetalingverkeer hebben: • een beleidsmatig belang dienen te hebben om als waarnemer deel te nemen in het MOB; en • indien nodig, inbreng leveren om zodoende de doelstelling van het MOB — maatschappelijk efficiënt betalingsverkeer - te ondersteunen. Organisaties die zich wensen aan te melden bij het MOB dienen dit schriftelijk te doen bij de voorzitter van het MOB, met een onderbouwing waarom vertegenwoordiging of deelname als waarnemer in het MOB gerechtvaardigd is. Een verzoek tot een beslissing over deelname wordt voorbereid door de kerngroep van het MOB die als taak heeft de voortgang van de MOB activiteiten te bewaken en de coördinatie daarvan te verzorgen. Over verzoeken tot deelname beslist de voorzitter.
34
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Werkgroepen De taken van het MOB zijn verdeeld over vier werkgroepen.
• De Werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid heeft als taak te bezien hoe de fysieke toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer voor consumenten en ondernemers gewaarborgd en verbeterd kan worden. • De Werkgroep Maatschappelijke Efficiency beziet, mede in het licht van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, hoe de maatschappelijke efficiency in het betalingsverkeer kan worden verbeterd. Gekeken wordt naar kostenstructuren en effectiviteit van prikkels voor efficiënt betaalgedrag. • De Werkgroep Veiligheid heeft als taak te bezien hoe de veiligheid van het betalingsverkeer gewaarborgd kan worden, mede in het licht van het vergroten van de maatschappelijke efficiency. Het werkterrein betreft zowel de persoonlijke veiligheid als de veiligheid van betaalproducten. • De Werkgroep Statistiek heeft als opdracht het structureel verzamelen en publiceren van cijfermatige
niet-concurrentiegevoelige gegevens over het Nederlandse betalingsverkeer.
35
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
BIJLAGE 2 Organisatie van de SEPA-migratie in Nederland Onderstaand organogram geeft van de SEPA-migratie in Nederland weer. Het Nationaal Forum voor de SEPA-migratie (NFS) is opgericht door de stakeholders uit de girale betaalketen om de migratie van het Nederlandse betalingsverkeer naar Europees betalingsverkeer soepel, efficiënt en succesvol te laten verlopen. Leden van het NFS zijn koepelorganisaties van aanbieders en gebruikers van betalingsdiensten, leveranciers van softwarepakketten voor de verwerking van betalingen en migratieondersteunende partijen. Het NFS komt bijeen op bestuurlijk en op technisch niveau (in de Task Force SEPA Nederland — TFSN) om afspraken te maken over de voorbereiding, afstemming en uitvoering van de migratie. Het bij DNB gevestigde SEPA-programmabureau ondersteunt het NFS, onder andere door de voortgang van de migratie te monitoren, eventuele substantiële maatschappelijke migratieproblemen te signaleren en bij te dragen aan de oplossing hiervan. Hiertoe houdt het Programmabureau een lijst bij met migratie-issues aangedragen door de verschillende stakeholders.
Natleirieel FOrarn Vsafg.cle:grA: I inkiráijá (tir4
BEPANeelefland
crEsto •
broeit,
~pets Ondersteunende partijen
Gebruikers
Individuele partijen — Stakeholders via koepels vertegenwoordigd in nationale migratie Programma aa ng esloten op migratieactiviteiten koepels Zoals afgesproken in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer is elke individuele aanbieder, gebruiker, softwareleverancier en migratie-ondersteunende partij zelf verantwoordelijk om tijdig gereed te zijn voor SEPA, binnen de kaders die worden gesteld door de relevante wetgeving en de
36 Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
afspraken gemaakt in het Forum. Afgesproken is ook dat koepels vertegenwoordigd in het Forum een regiefunctie vervullen bij de migratie van hun achterban. Zij dragen er bovendien zorg voor dat het Forum goed aangesloten is bij de migratie-activiteiten van hun achterban. Ten slotte dragen zij de afspraken gemaakt in het Forum actief uit naar hun achterbannen. De volgende organisaties nemen deel aan het NFS: ANBO Betaalvereniging Nederland Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad Consumentenbond Currence De Nederlandsche Bank Detailhandel Nederland Equens Gebruikersplatform Betalingsverkeer ICT—Office Koninklijke Horeca Nederland Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Ministerie van Financiën MKB-Nederland Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants Nederlandse Thuiswinkel Organisatie Nederlandse Vereniging van Banken Pensioenfederatie Verbond van Verzekeraars Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie Viziris VNO-NCW Het NFS wordt ondersteund door het Programmabureau SEPA Nederland. Het Programmabureau is te bereiken via email:
[email protected] en telefoonnummer: 020-5242552.
37
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
BIJLAGE 3 Statistische informatie betalingsverkeer in Nederland A. Infrastructuur betalingsverkeer
Con_ a._ _d
4
4
4
4
4
1
102 3.121 1.490
102 2.877 1.617
103 2.980 1.388
103 3.452 807
99 3.469 660
95 3.560 546
4 0
4 1
4 1
4 1
4 1
4 1
1
1
1
1
93 3.473 878
88 3.186 810
81 2.917 1.100
77 2.700 1.174
4 1
4 1 0
4 2 3
4 2 23
San irzn 1. ple
E
1-pi
E
p.-
Overige :n Nederland aeçeistreeçdc aa n bieders: van nothriidienflr,n
driidarsa.finu
ci
eitrncf-
ds.mdi r4:Adidsreiltod1 4
Bron: DNB en banken / Algemene en Coöperatieve banken. Begin nieuwe reeks per 2005 als gevolg van Rapportage Nieuwe Stijl. Vanaf dan zijn hier de postkantoren en agentschappen opgenomen. 2 Geregistreerde geldtransactlekantoren, geldpunten en tot 2005 tevens de postkantoren en postagentschappen. 3 Vanaf 2007 register Wit. 4 Met Ingang van 1 november 2009 Is in de Wet op financieel Toezicht (Mij de Richtlijn betsaidiensten (PSD) geïmplementeerd. In de PSD Is ook een mogelijkheid opgenomen voor een nieuwe type betaaldienstvertenen de betaallnstelling.
38
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
2.631,7 2.785,6 2.940,8 1.655 1.760 1.817
3.083,7 3.332,4 1.922 2.098
3.593,3 2.035
3.823,2 4.057,9 4.275,7 3.819,8 1.992 1.935 1.984 2.030
CCV
46 2,25
43 2,39
44 2,82
42 2,79
42 3,01
45 3,44
59 5,31
84 5,16
133 7,96
195 11,60
4,5 4,7 20.802 21.360
4,8 23.520
4,5 24.443
4,5 25.298
7,1 30.619
9,0 43.569
8,6 73.476
7,9 77.458
8,3 79,204
liGET2 1r3r-:.tztif:cDti: W.Lgj:.aj.e
Bron: Equens (voorheen Interpay), CCV en oNB 1 De productiegegevens van Equens zijn exclusief gastgebrulktransactles van geldautomaten en buitenlandse transacties
2 Op 18 februari 2008 Is TOP overgegaan In TARGET2 Vanaf 1 jan 2009 hanteert de ECB een nieuwe definitie voor transacties volgens het statistica! framework TARGET2
:
pinnen eeta3 Z.E7C,Cla!e:e!
7.530 7.556 7.869 7.446 8.114 8.546 8.654 8.506 7.919 7.799 177.168 186272 194,966 206.392 214.474 223.981 234.389 244.240 258.565 279.612 21,6 21,7 22,0 25,4048 25,5 25,3 25,2 24,4 24,4 24,4
chippen 154.853 180.106 192.255 17,3 17,6 18,0 4.258 5.082 5.401
98.386 105.052 17,5 18,2
99.364 18,1
88.704
82.200
68.266
18,2
24,1
42.509 24,0 2.905
6,0
4.054
4.154
4.192
4.187
4.134
23,8 3.763
6,1
6,3
8,1
5,8
5,8
6,0
C ftdifcar
5,1
5,7
5,8
Bron: DNB, banken, Currence (voorheen Interpay) en creditcardmaatschappijen 1 Begin nieuwe reeks par 2005 als gevolg van Rapportage Nieuwe Stijl. 2 Vanaf 2005 Actieve combi- en Chip-only automaten; voordien de gecontracteerde Combi automaten.
3 Opschoning bestand in 2001 (oplaadpunten cile zijn opgeheven of de laatste 2 maanden van 2001 niet actief zijn geweest)
39
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
B. Gebruik van betaalmiddelen
iiiine
2.209
2.272
2.316
2.374
2.657
2.644
2.761
2.829
2.942
3.018
1.261
1.271
1.284
1.316
1.413
1.452
1.498
1.512
1.553
1.684
241
231
217
231
209
209
205
195
187
177
947
1.001
1.051
1.059
1.139
1.177
1.226
1.272
1.310
1.340
0 0
44 4,4
14,9
27,9
45,4
68,8
93,9
14,9
27,9
46,4
68,8
93,9
betennnelnotton.
Toonbank (met contant:
1.186
1.296
1.407
1.510
1.847
1.797
1.969
2.156
2.370
2.601
p - ier
1.069
1.157
1.247
1.334
1.451
1.588
1.756
1.946
2.154
2.285
87
109
127
147
165
175
176
177
178
177
31
30
33
30
32
34
35
37
39
0
0
0
0
0
0
37 0
0
0
0
3.394
3.568
3.723
3.884
4.204
4.442
4.721
4.987
5.312
5.518
493
494
484
471
475
469
473
455
434
437
14
13
12
10
7
6
Chartaal 16 Bron: DNB, banken, C,urrence, ereditcardmaatschappijen en tocrbankInstellingen
40
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
-1 -7=1 9i
IJ ginan; fkitnlinn çfstndi f
3.551
3.926
4.559
5.270
5.782
5.936
5.851
5.584
5.687
5.893
3.364
3.714
4.340
5.039
5.527
5.664
5.548 62 301
5.303 62
5.329
278
5.394 67 289
2,3 2,3
3,4 3,4
5,1 5,1
6,9 8$
80 78 0,5 0
86 81 0,5 4 0
48
47
46
53
54
59
188
211
219
231
254
270
0,0
0,4
1,2
0,0
0,4
1,2
:Offline betualroethocren nroosultno
Tenbk intet coniptt:', -
TO-22i noot no
71 297
54
68
61
63
88
74
51
54
57
60
64
70
0,2
0,3
0,4
0,4
0,4
0,5
3
3
4
3
4
4
0
0
0
0
0
0
80 75 0,5 4 0
3.606
3.983
4.620
5.333
5.850
6.010
6.930
5.684
5.773
5.720
53
51
51
55
65
56
15
16
55 16
54 11
52 6
52
16
4
87 83 0,5 4 0
Croartaid
Bron: DNB, banken, Currence (voorheen Interpay), credItcardmaatschappcen eh toonbankinstelIngen / Begin nieuwe reeks per 2005 als gevolg van Rapportage Nieuwe all. Giraal Is incl. DEAL 2 Gebruik Nededandse kaarlhaglers in Nederland. 3 Geldopnames van Nederlandse kaarthouders met credit- en debetkaart in Nederrand
41
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
5
C. Efficiency betalingsverkeer Percentage transacties in het totaal volume
100% °Schriftelijk 95%
eekhorilsch
90% 85% 80% 75% 70% 85% 60% 55% 50% 1997
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2008 2007 2008 2009 2910 2011
Toelichting: Uitgangspunt bij deze papierratio is de maatschappelgke efficiency. Deze ratio wordt berekend als het aandeel van het totale aantal overschrijvingsformulieren en acceptglro's in net totaal aantal schriftelijke en elektronische overboekingen
Aandeel in totaal aantal toonbanktransacties 2002
2011
03contant O pin • cffip o crecfficard
42
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
BIJLAGE 4 Lijst van gebruikte afkortingen BIC
Bank Identifier Code
CAMT
Bank to Customer Cash Management rapportering (afgekort CAMT)
CMI
Centraal Meld- en Informatiepunt Identiteitsfraude
CRM
Customer relationship management
DNB
De Nederlandsche Bank
DDOS
Distributed denial-of-service aanvallen (ddos-aanvallen)
ECB
Europese Centrale Bank
ECTF
Electronic Crime Task Force
EER
Europese Economische Ruimte
EMV
Europay, MasterCard, VISA
EPC
European Payments Couneil
ERP
Enterprise Resource Planning
EU
Europese Unie
GOVERT
Het Computer Emergency Response Team (CERT) van de Nederlandse overheid
GSN
Geldservice Nederland
1BAN
International Bank Account Number
ISO
International Organization for Standardization
LVKK
Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen
MOB
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
NFS
Nationaal Forum SEPA-migratie
NVB
Nederlandse Vereniging van Banken
PAN
Pain.001.001.02 is de huidige versie credit transfer message
SEPA
Single Euro Payments Area
SCT
SEPA Credit Transfer
SDD
SEPA Direct Debit
TFSN
Task Force SEPA Nederland
UWV
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
WME
Werkgroep Maatschappelijk Efficiëntie
WTB
Werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid (MOB)
WV
Werkgroep Veiligheid (MOB)
XML
Extensible Markup Language
43
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
BIJLAGE 5 Bibliografie MOB-Publicaties 2011 MOB Derde SEPA migratiemonitor, juli 2011 (PDF: 187,4 Kb) MOB Vierde SEPA migratiemonitor, najaar 2011 Grensoverschrijdend betaalgedrag door Nederlanders in 2010 Het betaalgedrag van Nieuwe Nederlanders in winkels DNB onderzoek Contante betalingen geteld 2010 (PDF: 2 Mb) Tips voor webwinkeliers veiligheid creditcardbetalingen op internet, MOB, november 2010 Inzicht in de wereld van creditcards Rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer 2010 Creditcards acceptatie en gebruik van toeslagen door winkeliers Voorkeuren en gewoontes: Hoe betalen nieuwe Nederlanders in winkels en op afstand? Websites www.al lesoverbetalen.n1 www.consumentenhond.n1 www. nvb.n1 www.dnb.nlibetalingsverkeer/mob/indexjsp (de MOB-pagina's) www.dnb.nlibetalingsverkeer/sepa/indexjsp (SEPA-pagina's DNB) www.ibanbicservice.n1 www.sepanl.n1 www.currence.n1 www.dedetailhandel.n1 www.digibewust.n1 www.dnb.n1 www.ecb.int www,efficientbetalen.nl www.govcertn1 www.laatjeniethacken.n1 www.mkb.n1 www.thuiswinketorg www.anbo.n1 www.cg-raad.n1 nw.viziris.n1 44
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Www.hetnieuwepinnen.111 www.veiligbankieren.n1 www.veiliginternetten.n1 www.cmi-identitieitsfraude.n1 www.wordgeennioneyrnule.n1 www.3xkloppen.n1 vvww.overopIBAN.n1 www.betaalverenigingail
45
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Ministerie van Financiën
TER EEHANDEL/NG Aan
Directie Financlale Markten Inlichtingen
De Minister
notitie
Beantwoording 2 sets Kamervragen inzake betalingsverkeer
12 novernber 2012 Notitienurnmer FM 2012- 1645 N Rubriek 27.5 Betalingsverkeer
Paraaf de Minister
Vla Secretaris-Generaal
Vla ThesaurierGeneraal
Vla directeur FM
Vla Communicatie De afdeling FS
Aanleiding
De leden van de Tweede Kamer Nijboer (PvdA) en Mei Li Vos (PvdA) hebben twee sets vragen gesteld op het gebied van betalingsverkeer, te weten: (1) over de kosten van creditcardgebrulk bij de aankoop van vliegtickets en (2) over de kosten dle consumenten moeten dragen bij fraude met internetbankieren. Kernpunten
• •
Voor de beantwoording van beide sets Kamervragen heeft overleg plaatsgevonden met de NVB en DNB. De Kamervragen inzake de kosten voor het betalen met de creditcard bft aankoop van vliegtickets zijn gesteld aan de minister van Economische Zaken en aan u. Gezien het betalingsverkeer betreft Is i.o.m. het ministerie van EZ besloten dat u de beantwoording doet mede namens de minister van EZ. De voorgestelde beantwoording van deze vragen Is dan ook ambtelijk afgestemd met het ministerie van EZ. Deze worden nu parallel voorgelegd aan de minister van EZ. Indien akkoord met de vooroestelde beantwoording, wordt u verzocht de belde blicievo_eade aanbledinosbrieven te ondertekenen,
Kopie aan De staatssecretaris, V&C, PA minister Bijlagen 1.BR F61 2012 1590 U Beantwoording Kamervragen inz. kosten voor betalen met creditcard 2. BR FM 2012 1563 U BantwoordIng Kamervragen Inz. vergoeding schadebij fraude internetbanideren 3. Artikelen Volkskrant
Toelichting
Pagina 1 van 2
Deze set Kamervragen gaat over de kosten van fraude bij intemetbankieren, J
•
,1
11- 11-
In de voorgestelde beantwoording wordt aangegeven dat de regelgeving In hoeverre de consument aansprakelijk Is voor frauduleuze betalingstransacties is vastgelegd in de richtlijn betaaldiensten. Hierin is vastgelegd dat de banken in principe de schade zullen vergoeden behalve als er sprake is van grove nalatigheid of frauduleus handelen van de consument. Tot op heden zijn de banken vrij coulant geweest met het vergoeden van de schade als gevolg van intemetcriminalitelt.
1
\Banken bestuderen - en beoordelen - elk opgetreden fraudegeval nauwkeurig. Verschil in het gehanteerde coulancebeleid kan er Inddenteel voor zorgen dat de ene bank besluit om een bepaalde schade te vergoeden, en de andere bank een soortgelijke schade niet. Een voorbeeld hiervan is de consument die zijn pincode afstaat, dit werd door de ene bank wel vergoed en door een andere bank niet. Zaterdag 10 november is het Kamerlid Nijboer te aaPt aewepst hij Kassa waar o.a. ook dit Item aan bod k neknmpni
1-let is een goede zaak dat er eenduidigheid is en tegelijkertijd enige ruimte is voor banken om in individuele (schrijnende) gevallen coulance te kunnen tonen Indien daar goede redenen voor zijn.
Pagina 2 van 2
Ministerie van Financiën
Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
2' 6 NOV. 2012
Datum Betreft Beantwoording Kamervragen inzake vergoeding schade bij fraude internetba nkiere n
Geachte voorzitter,
Directie Financigle Markten korte voorhout 7 2511 CM Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag wwwminfin nl
Ons kenmerk Fre 2012-15E5 U Uw brief (kenmerk) 2012217858 Bijlagen Eeantwooraing Kamerwagein lid Niiboer (PvdA) inzake vergoeding schade bij travee intemetbankieren
In antwoord op de vragen van het lid Nijboer (PvdA) over de vergoeding schade bij fraude internetbankieren, die mij zijn toegezonden per brief van 23 oktober 2012 onder nummer 2012217858, deel ik u mede dat de vragen worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.
Hoogachtend, De minister van Financiën,
Mtri)/(l
LA,LitA'
. ,
J.R.
ijsseibloem
Pagina 1 van 1
2012Z17858 Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de minister van Financiën over vergoeding schade bij fraude internetbankieren (ingezonden 23 oktober 2012)
Bent u bekend met de berichten 'Meer fraude met internetbankierenu en 'Crimineel Banksper2? Ja. 2 Deelt u de mening dat geld als betaalmiddel en het (online)betalingsverkeer alleen kunnen functioneren op basis van vertrouwen? Ja. 3 Deelt u de mening dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van internetbankieren primair bij de banken ligt en dat de consument alleen in geval van opzet, grove schuld of ernstige nalatigheid aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade door fraude met internetbankieren? De mate waarin een consument aansprakelijk is voor frauduleuze betalingstransacties is geregeld in de richtlijn betaaldiensten3 die in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Burgerlijk Wetboek (BW) en daaronder liggende regelgeving is geïmplementeerd. In gevallen waarin de consument de door zijn bank voorgeschreven veiligheidsvoorschriften (te vinden in de productvoorwaarden van de betreffende bank) niet heeft nageleefd, is hij, sinds de implementatie van de richtlijn betaaldiensten in beginsel niet verder aansprakelijk dan tot een bedrag van 150 euro. Alleen als de consument zelf frauduleus heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid de voorwaarden die zijn bank heeft gesteld aan het gebruik van internetbankieren heeft geschonden, is hij aansprakelijk voor de volledige schade (aldus artikel 7:529 BW). Overigens kan de civiele rechter - ingeval van grove nalatigheid en rekening houdend met de omstandigheden van het onrechtmatig gebruik - besluiten om de aansprakelijkheid van de consument te beperken. 4
Het artikel van 20 oktober suggereert dat banken voornemens zijn de aansprakelijkheid voor onlinefraude met betaalrekeningen te verschuiven naar de klant, bijvoorbeeld door in de voorwaarden te stellen dat klanten een virusscanner moeten hebben en de software regelmatig moeten updaten, herkent is deze ontwikkeling? Zijn er andere voorbeelden van aanscherping van het beleid van banken in deze? Banken investeren veel in de veiligheid van internetbankieren en proberen fraude zoveel mogelijk te voorkomen. Met de implementatie van de richtlijn betaaldiensten is de aansprakelijkheid van consumenten beperkt; zie artikel 7:529 BW. Consumenten zijn aansprakelijk als sprake is van opzet of grove nalatigheid. Tot op heden hebben banken vaak coulance getoond door vrijwel alle schade te vergoeden die klanten lijden door internetcriminaliteit. Merkbaar is een tendens dat banken kritischer kijken of er bij gedupeerde klanten sprake is van opzet of grove nalatigheid. Wat banken in de voorwaarden stellen qua aansprakelijkheid van de consument moet passen binnen de kaders cile de richtlijn betaaldiensten stelt. Mochten consument en bank over de betreffende voorwaarden of de interpretatie ervan een geschil krijgen, dan kan dit voorgelegd Volkskrant, Meer fraude met intemetbankleren, 27 september 2012. De Volkskrant, Crimineel Bankspel, 20 oktober 2012. Richtlijn 2007/64/EG van het Europees parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten In de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/46/EG, en Int intrekking van Richtlijn 97/5/EG, Pb L 2007/319. 'De
2
worden aan onafhankelijke geschillen beslechting - KiFiD (Klachteninstituut Financiële Dienstverlening) - of aan de rechter. Overigens heb ik van de Nederlandse Vereniging van Banken begrepen dat de banken binnenkort weer starten met een voorlichtingscampagne voor consumenten om hen te informeren over hetgeen zij zelf kunnen doen om fraude in het internetbankieren zoveel als mogelijk is te voorkomen. In deze Veilig Bankierencampagne wordt er op gewezen dat cliënten hun persoonlijke gegevens, zoals pin- en inlogcodes, niet aan derden af moeten geven, dat zij hun PC goed moeten beveiligen, beveiligingssoftware regelmatig moeten updaten en alert moeten zijn. Ook de al eerder uitgezonden phishing commercial Is van 12 tot en met 22 november van dit jaar weer op televisie uitgezonden. 5 Deelt u de mening dat het - al dan niet in kleine lettertjes - aanscherpen van de verantwoordelijkheid van consumenten kan leiden tot het ondermijnen van het vertrouwen in het onlinebetalingsverkeer, terwijl dit juist een efficiënte betaalmethode is? Het is uiteraard van belang dat er transparantie en helderheid bestaat over de rechtspositie van consumenten, aangezien het inderdaad bijdraagt aan het vertrouwen in het online betalingsverkeer. Op dit moment heb ik geen signalen dat het vertrouwen van consumenten in het elektronisch betalingsverkeer afneemt. Internetbankieren is In Nederland, in vergelijking met andere lidstaten, juist zeer populair. Ruim 90 procent van de Nederlandse huishoudens maakt gebruik van internetbankieren4 ; dit is het hoogste percentage ter werelds. 6+7 Kunt u het wettelijk kader met betrekking tot de vergoeding van consumentenschade bij internetbankieren toelichten? Welke ruimte hebben banken om eisen te stellen aan de linternetkennis' en de beveiliging van computers van consumenten alvorens tot vergoeding bij schade over te gaan? Bent u van mening dat banken uniforme standaarden moeten hanteren voor het vergoeden van consumentenschade door fraude bij internetbankieren? Zo nee, waarom niet? Op dit moment bestaat er reeds een wettelijk kader waar standaarden aan ontleend kunnen worden voor het vergoeden van consumentenschade door fraude in het betalingsverkeer. Het wettelijk kader hiervoor is vastgelegd in de richtlijn betaaldiensten. Zoals hiervoor al toegelicht, zijn de bepalingen uit deze richtlijn geïmplementeerd in de Wft en het BW. In het kader van bovenstaande vraag zijn de artikelen 7:524 BW en 7:529 BW relevant. Deze artikelen gaan onder meer over de aansprakelijkheid van de betaler, indien deze aantoonbaar met opzet of grove nalatigheid heeft gehandeld. Verder is relevant dat de voorwaarden die banken stellen aan hun klanten niet onredelijk bezwarend mogen zijn (artikel 6:233 BW). Naast het wettelijke basiskader waaraan banken zich dienen te houden, bepalen de individuele banken het door hen gehanteerde coulancebeleid zelf. Banken bestuderen - en beoordelen - elk opgetreden fraudegeval nauwkeurig. Verschil in het gehanteerde coulancebeleid kan er incidenteel voor zorgen dat de ene bank besluit om een bepaalde schade te vergoeden, en de andere bank een soortgelijke schade niet.
Geldzaken in de praktijk, Juni 2012. sComscore, The Netherlands and France Have the Highest Penetration or Online Bankino Users in Europe.
Persbericht 17 februari 2012.
Ministerie van Financiën
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
Directie Financiële Markten Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minFin.n1 Inlichtingen
Ons kenmerk FM 2012-1590 U
Datum 26 november 2012 Betreft Beantwoording Kamervragen inzake kosten voor betalen met creditcard
Uw brief (kenmerk) 2012Z18172 Bijlagen Beantwoording Kamervragen lid Nijboer (PvdA) en lid Vos (PvdA) inzake kosten voor betalen met creditcard
Geachte voorzitter, Bijgevoegd ontvangt u, mede namens mijn ambtsgenoot van Economische Zaken, de antwoorden op de vragen van de heer Nijboer en mevrouw Vos, beiden lid van de PvdA-fractie, die mij zijn toegezonden per brief van 26 oktober 2012 onder nummer 2012Z18172.
Hoogachtend,
De minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem
Pagina 1 van 1
2012Z18172
Vragen van de leden Nfjboer en Mei Li Vos (beiden PvdA) aan de ministers van Financiën en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de hoge additionele kosten bij het gebruik van een creditcard voor betalingen en specifiek voor boekingen bij vliegtuigmaatschappijen (ingezonden 26 oktober 2012) 1 Bent u bekend met het rapport van het Britse Office of Fair Trading (OFT) over betaal- en boekingskosten 1) en de op basis daarvan in het Verenigd Koninkrijk eind 2011 goedgekeurde wetgeving 2) die een einde maakt aan het 'betalen om te betalen'? Ja. 2 +3 + 4 Vindt u de introductie van vergelijkbare wetgeving in Nederland wenselijk? Zo nee, waarom niet? Bent u bekend met de Europese consumentenrichtlijn (2011/83/EU) waarin in artikel 19 wordt gesteld dat de kosten voor de consument niet de kosten voor de verkoper mogen overschrijden? Waarom geldt deze richtlijn niet voor aanbieders van passagiersvervoer (luchtvaart)? Zijn er andere sectoren uitgezonderd? Deelt u de mening dat de doorberekende kosten voor betalingsverkeer niet boven de kostprijs behoren te liggen? Geldt er in Nederland een maximum voor de prijs die een bedrijf een consument mag berekenen voor het gebruik van een betaalpas, creditcard of een ander betaalmiddel of betaalwijze? Zo nee, zou u een dergelijke maximumprijs wenselijk vinden?
De wetgeving in het Verenigd Koninkrijk ziet op de kosten die handelaren in rekening brengen aan hun klanten. Deze kosten mogen niet hoger zijn dan de in werkelijkheid door handelaren gemaakte kosten. Dit laat onverlet dat de kosten voor het betalen met een creditcard, ook in het Verenigd Koninkrijk, hoog kunnen zijn; dit is met name het geval indien door de creditcardmaatschappij of betaaldienstverlener van de handelaar een percentage gevraagd wordt van het aankoopbedrag. De kosten die bij de handelaar in rekening worden gebracht, worden door die handelaar doorberekend aan de klant die met gebruikmaking van zijn creditcard een vliegticket koopt. Ook in Nederland wordt een beperking van de door handelaren in rekening te brengen kosten in regelgeving geïntroduceerd zodra de nationale wetgeving ter implementatie van de Europese consumentenrichtlijn' in werking treedt. De eerste stappen om deze richtlijn te implementeren zijn gezet: de Raad van State heeft onlangs advies uitgebracht. De verwachting is dat kort na het kerstreces het wetsvoorstel en de memorie van toelichting naar Uw Kamer verzonden zullen worden. In antwoord op uw tweede vraag kan ik u melden dat op grond van deze richtlijn handelaren (waaronder in dit geval de luchtvaartmaatschappijen kunnen worden begrepen) niet meer kosten in rekening mogen brengen aan hun klanten dan de werkelijk door hen gemaakte kosten die verband houden met het gekozen betaalmiddel. Dit verbod geldt op grond van artikel 3, onderdeel k, juncto artikel 19 ook voor het passagiersvervoer. Mijn verwachting is dat de hiervoor geschetste lijn uit de Europese consumentenrichtlijn zal worden doorgetrokken naar de richtlijn betaaldiensten2 die binnenkort wordt herzien. Een voorstel van de Europese Commissie voor herziening van de richtlijn betaaldiensten wordt verwacht in het voorjaar van 2013. In de onderhandelingen zal ik mij inzetten voor een duidelijke regeling over de kosten 1
Richtlijn 2011/83/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad, Pb L 2011/304. 2 Richtlijn 2007/64/EG van het Europees parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG, Pb L 2007/319.
die handelaren aan hun klanten in rekening mogen brengen ter zake van de gekozen betaalmethode. In antwoord op uw vierde vraag meld ik dat er wettelijk nog geen beperking is gesteld aan de kosten voor betalingsverkeer die door handelaren bij hun klanten in rekening kunnen worden gebracht. De hierboven genoemde implementatie van de Europese consumentenrichtlijn zal een eerste stap zijn. Met de herziening van de richtlijn betaardiensten en implementatie van die herziening in de Nederlandse wetgeving zal een volgende stap warden gezet. Verder is recent door het Europees Parlement een oproep gedaan aan de Europese Commissie om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de hoogte van creditcardkosten te begrenzen 3. Ik zal mij er in ieder geval voor inzetten dat een dergelijk onderzoek verricht wordt. 5+6 Bent u bekend met de hoge boekingskosten bij luchtvaartmaatschappijen zoals Ryanair, Easyjet, KLM en Lufthansa, bij gebruik van een creditcard oplopend tot C 15 per ticket voor een enkele reis, waarbij in sommige gevallen bovendien geen alternatieve kosteloze betaalwijzen voorhanden zijn? Wat is uw mening over deze hoge boekingskosten? Deelt u de mening dat het ongewenst is dat bij boekingen alleen met dure creditcards kan worden betaald en er geen alternatieven voorhanden zijn? Bent u bereid hierover in gesprek te gaan met de sectoren en te bevorderen dat er ook goedkopere en / of gratis betalingsalternatieven worden aangeboden? Het Is mij bekend dat de kosten voor betaling van een vliegticket hoog kunnen zijn indien als betaalmiddel voor de creditcard gekozen wordt. Ik acht het daarom een zeer goede ontwikkeling als klanten kunnen kiezen uit meer betaalmiddelen, zodat zij hoge boekingskosten kunnen vermijden door voor een andere betaalwijze te kiezen. Het is aan handelaren te bepalen welke betaalmethoden ze aanbieden en aan de consument om hiervan al dan niet gebruik te willen maken. In de praktijk is dit bij zeer veel handelaren, waaronder sommige luchtvaartmaatschappijen, ook mogelijk, juist omdat hier door klanten aan gehecht wordt. Ik heb onlangs, in de meest recente bijeenkomst van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer, onder verwijzing naar deze Kamervragen, aandacht gevraagd voor het belang dat consumenten meer betaalwijzen hebben om uit te kiezen. Uiteraard ben ik graag bereid dit signaal in de toekomst verder uit te dragen als daar aanleiding voor is. 7. Bent u bekend met de aanbeveling van de Stichting Reclame Code 3) in de zaak tussen Ryanair en ANVR waarin de Stichting oordeelde dat de onvermijdbare boekingskosten bij Ryanair ook in de advertentieprijs moesten worden meegenomen? Deelt u de mening dat deze onvermijdbare kosten in de prijs moeten worden meegenomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u dit afdwingen. Ja, de uitspraak van de Stichting Reclame Code is mij bekend. Onvermijdbare kosten behoren in de prijs te worden meegenomen zodat de consument in staat wordt gesteld een reële prijsvergelijking te maken van de aanbiedingen op de markt. Er is verschillende wet- en regelgeving die hierbij relevant is. In dat licht zij gewezen op artikel 23 van Verordening 1008/2008 met betrekking tot prijstransparantie (op het tijdstip van publicatie van de prijs van het vliegticket moeten alle onvermijdbare kosten en heffingen daarbij vernield worden) en afdeling 3A van titel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, welke afdeling betrekking heeft op oneerlijke handelspraktijken. De Consumentenautoriteit ziet toe op de naleving van deze wetgeving door de reisbranche en handhaaft waar nodig. Zo heeft de Consumentenautoriteit in haar Agenda 'ondoorzichtige prijzen in de reisbranche' als aandachtsgebied voor 2012-2013 benoemd. De Consumentenautoriteit wil dat consumenten duidelijker geïnformeerd worden over de prijs van het standaardaanbod. Dit betekent dat duidelijk dient te zijn wat is inbegrepen in dit aanbod.
'European Parliament resolution of 20 November 2012 on 'Towards an integrated European market for card, internet and mobile payments' (2012/2040(INI).
In dat kader consulteert de Consumentenautoriteit stakeholders over een aantal uitgangspunten voor prijstransparantie en binnenkort brengt zij deze onder de aandacht van de branche. 1) Office of Fair Trading. 'Payment surcharges: response to the Which? super-complaint' Juli 2012 (update), Link: http://www.oftgov.uk/shared_oft/super-complaints/OFT1349resp.pdf 2) The Telegraph, 'Credit card fees ban: a victory for travellers', 23 december 2011. Link: http://www.telegraph.co.uk/traver/traveinews/ 8975261/Credit-card-fees-ban-a-victory-for-travellers.html. 3) Stichting Reclame Code. Aanbeveling n.a.v. klacht ANVR over Ryanalr. Link: https://www.reclamewde.nl/webultspraak.asp?ID=.51558&acCode.
Ministerie van Financiën
TER BEHANDELING
Directie Financiële Markten
Aan
Inlichtingen Iris Vissers T 070-3428847 F 070-3427928
[email protected]
de Minister
Datum 9 januari 2013
notitie
Notttlenummer FM/2013/0017
beantwoording kamervragen Nijboer over vergoeding schade bij fraude onllne betalen (ronde 2)
Rubriek 27.5 Betalingsverkeer Auteur Ina Vissers
Paraaf de Minister
Vla Secretads-Generaal
Via Thesaurier Generaal
Vla Dir FM
Van afdeling FlnanciAle Stabiliteit Kopie aan Ss, plv. TG, PA Minister, V&C (Feiertag)
Aanleiding Tweede Kamerlid Nijboer (PvdA) heeft vervolgvragen gesteld over de vergoeding van schade Ingeval van fraude bij online betalen. Bijgesloten is de conceptbeantwoording. Ter informatie zijn ook de eerder door Nijboer gestelde en beantwoorde vragen als bijlage bij deze notitie bijgesloten.
Btfiagen
Beslispunten 1. Indien u Instemt met bijgevoegde concept-beantwoording, verzoeken wij u de aanbiedin -sbrief te ondertekenen.
Nieuwe amervragen Enkele dagen geleden heeft Nijboer nieuwe Kamervragen gesteld over hoge creditcardkosten. Over de vragen en de beantwoording daarvan wordt u binnenkort separaat geïnformeerd.
Toelichting op beslispunt 1
- Aangegeven is dat de verschillen In couiancebeleid ook onderwerp van gesprek zijn geweest in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. In dit grernium is afgesproken dat de I\anken met elkaar in overleg gaan over de
verschillen In het coulancebeleid.
Pagina 1 van 2
In de bijgevoegde beantwoording is opgenomen dat wil de resultaten van dat overleg afwachten\ - De concept-beantwoording is afgestemd met de Nederlandsche Bank en het Ministerie van Veiligheid en Justitie (voor zover het beantwoording over het Burgerlijk Wetboek betreft). Ook hebben wij over enkele antwoorden cotnact gezocht met de Nederlandse Vereniging van Banken.
- Nijboer vraagt naar uw oordeel of sprake is van arnve nalatinheirl in verschillende concrete gevallen:
Pagina 2 van 2
Ministerie van Financiën
TERSTOND, T.B.V. MONDELINGE VRAGENUURTJE DI 29/01
Directie Financiële Markten
Aan
de Minister
Datum 28 januari 2013
notitie
Notitienummer FM 2013- 152
Mondelinge vragen lid Van Hijum (CDA) inzake het coulancebeleid van banken bij schade door pinpasfraude
Rubriek 27.5 Betalingsverkeer Auteur
Paraaf de Minister
Via Secretaris-Generaal
Vla ThesaurierGeneraal
Vla directeur FM
Vla Gommu nIcatie Van afdeling Financiële Stabiliteit Kopie aan Stas, PA min
Aanleiding Mondelinge vragen die het Kamerlid Van Hijum (CDA) wil stellen dat banken steeds minder coulant zijn bij het vergoeden van schade door pinpasfraude (phishing) (NOS.nl, 24 januari 2013).
Bijlagen 1. Artikel NOS.nl van 24 januari 2013, 'Banken minder coulant bij phIshing • 2.
Kernpunten • De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een artikel op NOS.n1 van 24 januari met de titel 'Banken minder coulant bij phishing " (zie bijlage). • Over dit onderwerp zijn recent (schriftelijke) Kamervragen gesteld door het lid Nijboer (PvdA). U kunt dan ook in eerste instantie verwijzen naar uw antwoord op Kamervragen over de vergoeding van schade bij fraude met online betalingen. Deze heeft de Kamer op 14 januari ontvangen. U vindt deze ook bijgevoegd.
Beantwoording Kamervragen lid Nijboer d.d. 14 januari 2013 inzake vergoeding van schade bij fraude bij internetbankleren,.
Pagina 1 van 2
0
Pagina 2 van 2
Ministerie van Financiën
HEDEN, T.B.V. MONDELINGE VRAGEN DINSDAG 9 APRIL (ONDER VOORBEHOUD)
Directie Financiële Markten
Aan
de Minister
Datum 8 april 2013
notitie
Notitienummer FM 2013-707 N
Mondelinge vragen lid Van Hijum (CDA) inzake de ICTproblemen bij banken als gevolg van cyberaanvallen
Rubriek 27.5 Betalingsverkeer Auteur Pieter-Bas Kroes
Paraaf de Minister
Via Secretaris-Generaal
via ThesaurierGeneraal
Vla directeur FM
Via Communicatie Van afdeling Financiële Stabiliteit Kopie aa Stasplv.
Aanleiding
Mondelinge vragen die het Kamerlid Van Hijum wij stellen (CDA) over de ICTproblemen bij banken als gevolg van cyberaanvallen (Nu.nl. 5 april 2013 en Nos.nl, 5 april 2013).
Bijlagen Artikel Nu.ni Artikel nos.n1 Brief Detailhandel NL
Kernpunten
•
•
•
Woordvoeringslijn V8L1 (concept)
De Kamervragen zijn gesteld n.a.v. de cyberaanvallen van afgelopen week, zie o.a. de twee online artikelen op Nu.n1 en NOS.nl op 5 april (bijgevoegd). Ook het lid Koolmees (D66) heeft mondelinge vragen gesteld over de cyberaanvallen bij banken(Nos.nl, 5 april 2013), deze zijn echter aan de minister van Veiligheid en Justitie gericht. De (concept-)spreektekst van minister van Wil vindt u ter volledigheid bijgevoegd. De onderstaande lijn, alsmede die van V&J, is op ambtelijk niveau afgestemd. • U kunt het volgende aangeven:
ggina 1 van 3
0
Maatregelen
0
0
0
0
Toelichting Wat is een DDOS-aanval?
Een DDOS-aanval (distributed denial-of-service-aanval) is een aanval waarbij een grote hoeveelheid verkeer naar bepaalde servers wordt gestuurd. Door het versturen van grote hoeveelheden pakketjes aan gegevens is het mogelijk dat systemen tijdelijk uitvallen. Bij een DDOS-aanval is sprake van het verstoren van de dienstverlening en niet van het binnendringen in netwerken.
Pagina 2 van 3
Achterarond
LJC UQiliWil bI.Ii til L. I. V f ciIILVVUOfueniK 1/Cp:IrLente/D. krincuicienj toezichthouder (DNB) en Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Hierbij is door de banken aangegeven dat er sprake was van een DOOS-aanval.
Pagina 3 van 3
Ministerie van Financiën
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
Directie Financiële Markten Korte Voorhout 7 2511 CW Oen Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag wwvv.rijksoverbeld.n1
Ons kenmerk FM/2012/1846 I) Uw brief (kenmerk) 4 december 2012 met kenmerk 2012220067
Datum Betreft beantwoording kamervragen vergoeding van schade ingeval van fraude bij internetbankieren
Bijlagen 1
Geachte voorzitter, Bijgevoegd ontvangt u de antwoorden op de vragen van de heer Nijboer die mij zijn toegezonden per brief van 4 december 2012 onder nummer 2012220567.
Hoogachtend,
De minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem
Pagina 1 van 1
2012220967
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de minister van Financiën over de vergoeding van schade bij fraude bij internetbankieren (ingezonden 4 december 2012)
1 Deelt u de mening dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van internetbankieren primair bij de banken ligt en dat de consument alleen in geval van opzet, grove schuld of ernstige nalatigheid aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade door fraude met internetbankieren?
Graag verwijs ik hier naar het antwoord op de gelijkluidende vraag in mijn eerdere brief van 26 november aan uw Kamer'.
2+3+4 Herinnert u zich uw antwoord op eerdere vragen 1) Alleen als de consument zelf frauduleus heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid de voorwaarden die zijn bank heeft gesteld aan het gebruik van internetbankieren heeft geschonden, is hij aansprakelijk voor de volledige schade.'? Momenteel is voor consumenten onduidelijk wanneer dat het geval is. deelt u de mening dat onduidelijkheid in deze onwenselijk is? Herinnert u zich uw beantwoording van vraag 5 van genoemde vragen waarin u aangeeft dat het van belang is dat er transparantie en helderheid bestaat over de rechtspositie van consumenten? In de uitzendingen van het VARA-programma Kassa van 15 september 2012, 13 oktober 2012 en 10 november 2012 is een aantal voorbeelden gegeven waarin er geen duidelijkheid is en soms zelfs sprake lijkt van willekeur, deelt u de mening dat deze situatie ongewenst is? In de beantwoording van genoemde vragen en uit de voorbeelden genoemd in vraag 3 blijkt dat het kan voorkomen dat banken dezelfde gevallen verschillend behandelen, wat vindt u daarvan? Deelt u de mening dat dit met het oog op de rechtszekerheid en het vertrouwen in het online betalingsverkeer ongewenst is ais vergoedIngsstandaarden per bank verschillen of afhankelijk zijn van coulance? In eerder genoemde Kamerbrief is uitgelegd dat de mate waarin een consument aansprakelijk is
voor frauduleuze betalingstransacties geregeld is in de richtlijn betaaldiensten 2 die in de Wet op het Financieel toezicht (Wft) en het Burgerlijk Wetboek (BW) en daaronder liggende regelgeving is geimplementeerd. Dit kader draagt ook bij aan duidelijkheid voor consumenten. Uiteraard is het niet mogelijk om in een wettelijke regeling duidelijkheid te scheppen voor alle voorkomende gevallen. Uiteindelijk heeft de rechter over de uitleg van de wet- en regelgeving het laatste woord. Mocht een consument een geschil krijgen met zijn bank over de regelgeving of over de voorwaarden die de bank hanteert, dan kan dit voorgelegd worden aan het Kifid (Klachteninstituut
2
Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 672 - antwoord op vraag 3 Richtlijn 2007/64/EG van het Europees parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende
betalingsdiensten In de Interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG, Pb L 2007/319.
Financiële Dienstverlening) in het kader van buitengerechtelijke geschillenbeslechting, of aan de rechter.
Binnen dit wettelijke basiskader waaraan banken zich dienen te houden, bepalen de individuele banken het door hen gehanteerde coulancebeleid zelf. Banken bestuderen - en beoordelen - hierbij elk opgetreden fraudegeval nauwkeurig. Verschil in het gehanteerde coulancebeleid kan er incidenteel voor zorgen dat de ene bank besluit om wel een bepaalde schade te vergoeden en de andere bank een soortgelijke schade niet.
In het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) is door de Consumentenbond aandacht gevraagd voor deze verschillen. In het MOB is afgesproken om te onderzoeken in hoeverre de voorwaarden van de banken onderling significant verschillen en te bezien of — en zo ja in welke mate - de verschillende veiligheldsnormen, waaraan de klant zich bij Internet- (en mobiel) bankieren dient te houden, qua inhoud en formulering beter op elkaar kunnen worden afgestemd.
Inherent aan het coulancebeleid is dat er sprake kan zijn van individuele verschillen. Dat neemt niet weg dat Ik het met u wenselijk vindt dat gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk behandeld warden binnen het ruimhartige coulancebeleid dat thans in de sector wordt gevoerd. Ik zal deze opvatting binnen (of bij) het Maatschappelijk overleg betalingsverkeer inbrengen en oproepen tot meer eenduidigheid in beleid. Graag ben ik bereid uw kamer over de uitkomsten hiervan nader te informeren.
5 De Consumentenbond noemt een aantal voorbeelden van mogelijke nalatig gedrag 2). wilt is bij elk van de voorbeelden aangeven of ts van mening bent dat dit grove nalatigheid betreft?
Uitleg van de wet vindt plaats door de rechter of in buitengerechtelijke geschillenbeslechting. Voor de uitleg van het aan de richtlijn ontleende begrip "grove nalatigheid" is het laatste woord overigens aan het Hof van Justitie van de EU. Daarbij is van belang dat, volgens overweging 33 van preambule bij de richtlijn, bij de beoordeling of de betaaldienstgebruiker nalatig is geweest, alle omstandigheden in aanmerking moeten worden genomen. Contractuele clausules en voorwaarden die de bewijslast voor de consument vergroten of de bewijslast voor de bank verminderen moeten volgens die overweging als nietig warden beschouwd. Uit artikel 7:550, eerste
lid van het Burgerlijk Wetboek, dat het dwingende karakter van de richtlijn implementeert, volgt dat dergelijke bedingen ook in Nederland niet geldig zijn.
Overigens is mijn verwachting dat banken in het overleg over hun coulancebeleid en de verschillende veillgheldsnormen, ook de voorbeelden zullen behandelen die zijn genoemd door de Consumentenbond.
6 Deelt u de mening dat banken uniforme standaarden moeten hanteren voor het vergoeden van schade door fraude bij internetbankieren? Bent u bereid met de sector in
gesprek te gaan om tot uniforme standaarden te komen en de Tweede Kamer over de uitkomsten van dat overleg te informeren?
Ik heb er vertrouwen in dat marktpartijen en betrokken maatschappelijke organisaties, verenigd in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), in constructief overleg tot resultaten zullen komen. Ik ben graag bereid de Tweede Kamer daar te zijner tijd over te informeren.
7 Bij wie ligt op dit moment de bewijslast voor fraude bij online bankieren? Deelt u de mening dat de bewijslast bij banken moet liggen en dat consumenten niet via bezwaarprocedures, het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) en eventueel de rechter hun gelijk moeten halen? Is dat naar uw oordeel momenteel het geval?
De bewijslast voor fraude bij online bankieren ligt bij de bank. Dat volgt uit artikel 7:527 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Uit artikel 7:527 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek volgt dat ook de bewijslast dat de betaler frauduleus heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid zijn verplichtingen uit art. 7:524 ter zake van het geheim houden van de codes niet is nagekomen, eveneens op de bank rust. Dat sluit overigens niet uit dat als de bank het standpunt van de consument - volgens deze ten onrechte - afwijst, de consument naar het Kind of de rechter kan stappen om zijn gelijk te halen. Dat heeft niets niet de bewijslastverdeling te maken.
S. In de Verenigde Staten kent men wetgeving voor creditcard betalingen, klopt het dat de (online) fraude daar door de grote aansprakelijkheid voor bancaire instellingen en daardoor veiligere systemen (nog) lager ligt dan bij online betalingen met een betaalpas?
In hoeverre banken in de Verenigde Staten bij de invoering van nieuwe beveiligIngsmethoden onderscheid maken tussen creditcardbetalingen en debitcardbetalingen is mij onvoldoende bekend om er een uitspraak over te kunnen doen. In het algemeen is de mate van veiligheid van een betaalsysteem afhankelijk van een combinatie van maatregelen op de gebieden van preventie, detectie en respons. Deze maatregelen werken in samenhang met elkaar en worden ook voortdurend aangepast aan de actuele dreigingen.
9. Bent u ermee bekend dat banken volgens de Amerikaanse wet binnen vier dagen onterecht afgeschreven middelen moeten terugstorten op de rekening, en het aan hen is om te bewijzen dat er sprake is van ernstige nalatigheid, grove schuld of opzet? Zou u willen ingaan op de voor- en nadelen van de introductie van dat beginsel in Nederland? Als niet tot overeenstemming met de sector wordt gekomen omtrent eenduidige beleidslijnen in geval van fraude, bent u dan bereid wetswijzigingen langs deze lijn te overwegen?
Ik ga ervan uit dat u doelt op de Amerikaanse Electronic Fund Transfer Act en Regulation E (Error Resolution procedures). In grote lijnen schrijft deze wet voor dat consumenten vanaf het moment van ontvangst van het betreffende (papieren of digitale) bankafschrift, 60 dagen de tijd hebben om hun bank te informeren over een foutieve (niet door hen geautoriseerde) elektronische betaling. De bank van de consument dient de melding binnen 10 werkdagen te onderzoeken en het betwiste
bedrag, wanneer gerechtvaardigd, terug te storten op de rekening van de klant. Is de zaak na 10 werkdagen nog niet opgelost, dan stort de bank tenminste een deel van het betwiste bedrag terug op de rekening van de consument en zet de bank het onderzoek gedurende maximaal 45 dagen voort.
Zoals hiervoor aangegeven, is het wettelijk kader rond de consumentenaansprakelijkheid voor frauduleuze betalingstransacties in Nederland bepaald door de richtlijn betaaldiensten. Betaaldienstverleners kunnen binnen dit wettelijk kader zelf nog coulancebeleid ontwikkelen.
Wetgeving op dit punt is in mijn optiek niet nodig. Mijn verwachting is dat het overleg dat in het verband van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer is opgestart, voldoende resultaat Zal opleveren. Ik ben graag bereid de Tweede Kamer daar te zijner tijd over te informeren.
Ministerie van Financiën
Directie Financiële Markten Inlichtinoen
4 december 2012
dossierbijd rage
Rubriek 27.5 Betalingsverkeer Auteur
Vergadernaam Vergaderdatum Agendapunt
Periodiek overleg betalingsverkeer 11 december 2012 4 b) Kamervragen over (1) fraude internetbankieren en (2) kosten van betalen per creditcard
Recent zijn door MinFin twee sets Kamervragen beantwoord.; 1. Een set over fraude bij Internetbankieren (bijgesloten) \
Bijlage -Beantwoording Kamervrage : vergoeding kosten bij fraude Internetbankkren - Beantwoording Kamervragen: kosten van betalen met creditcard - Kamervragen (vervolg)vragen over kosten van beladen mat credit card •
2. Een set over kosten bij betalen met crecatcard (bijgesiotenj. Kosten worae veroorzaakt door (a) surcharging door retailers en (b) hoge bedragen die door credltcardmaatschappijen/banken worden gevraagd bij creditcardbetalingen. Kernpunten
Ad 1) Desgevraagd door de Consumentenbond is in het MOB door de banken aangegeven dat Zij binnenkort met eijrr nvorleciapn over de wijze waarop zij hun coulance-beleid hebben ingericht
NB Onlangs zijn er wederom Kamervragen gesteld door lid Nijboer (PvdA) (zie
bijgevoegd). Dit in vervolg op de eerdere vragen over fraude bij Intemetbankleren. Pagina 1. van 2
Pagina 2 van 2
satz
1
Ministerie van Financiën
4,15 — r.
HEDEN, SV P RETOUR VOOR UW VERTREK NAAR IMF-VERGADERING
Directie Financiële Markten
Aan
Inlichtingen
De Minister
afre'r 16 april 2013
notitie
Brief op verzoek het lid Van Hijum (CDA) over de 1CTproblemen bij banken als gevolg van cyberaanvallen
Notitienummer FM 2013- 770 N Rubriek 27.5 Betalingsverkeer Auteur
Via Secreta
Via fe Thesaurier Cenor4aI .
Vla t directeur
Vla Communicatie
--.___.. ...... _ .... ____. _.
Aanleiding
In de Regeling van Werkzaamheden van 9 april jl. zijn u en de minister van Veiligheid en Justitie door het lid van 1-11jum (CDA) verzocht de Kamer binnen een week te informeren over de oorzaken van de problemen bij het internetbankieren, de veiligheid hieromtrent en hoe in de toekomst dergelijke storingen te voorkomen.
De afd Kopie aan De staat m inister"
•
• •
■ -•••
1 Bijlagen 1.13R FM 2013- 771 kl Brief op verzoek bet lid Van /ajuin (CDA) over de Ia-problemen bij banken als gevolg van cyberaanvallen
Kernpunten
•
Uil
Het verzoek van het Lid van Hijum (CDA) om deze brief te sturen Is aan u en de minister van Veiligheid en Justitie gesteld. De voorgestelde beantwoording van deze vragen is dan ook ambtelijk afgestemd met het ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze worden nu parallel voorgelegd aan de minister van VEL). Voor de totstandkoming van de brief heeft verder overleg plaatsgevonden met DNB en de NVB. De uitkomsten van het overleg van gisteren tussen u, minister van V&I, NVB, DNB en de grootbanken zijn meegenomen in de brief. Hiernaast zijn, op uw verzoek, ook de uitkomsten van de Kerngroep van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer, die gisteren eind van de middag plaats heeft gevonden, meegenomen in de brief. Dit heeft wel tot gevolg dat de brief een dag later zal komen In de Kamer dan verzocht. Fris inmiddels contact geweest met de griffie dat de brief op woensdag verstuurd zal worden in plaats van vandaag. Logistiek gezien wordt u gevraagd om eerst deze brief te ondertekenen en daarna zal de minister van V8i.1 dit doen. Indien akkoord met de blicrevoeode brief, wordt u verzocht deze te ondertekenen.
Pagina 1 van 1
MinisterievanFinanciën
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-GRAVENHAGE
Directie Financiële Markten Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.Mksoverheld.n1 Inlichtingen Or, drs. P.B.R. Kroes LLM T 070-342721g F 070-34279213
[email protected]
Datum 1 6 APR 2013 Betreft Brief op verzoek van het lid Van Hijurn (CDA) over de ICT-problemen bij banken als gevolg van cyberaanvailen
Ons kenmerk
FH/ 2013/771_ H
Geachte voorzitter, In de Regeling van Werkzaamheden van 9 april jl. zijn de ministers van Veiligheid en Justitie en Financiën door het lid van Hijum (CDA) verzocht de Kamer binnen een week te Informeren over de oorzaken van de problemen bij het intemetbankieren, de veiligheid hieromtrent en hoe in de toekomst dergelijke storingen te voorkomen. Met deze brief geven wij gehoor aan dit verzoek en gaan wij in op de cyberaanvallen, de ondernomen acties, de rollen en verantwoordelijkheden en de ingezette en te ondernemen acties. Tevens heeft de vaste commissie voor Financiën op 11 april 2013 een brief gestuurd aan de minister van Financiën over storingen en problemen in het online betalingsverkeer. Op deze brief zal binnenkort een aanvullende reactie komen. Cyberaan vallen In de afgelopen periode De afgelopen weken zijn verschillende Instellingen getroffen door cyberaanvallen, meer specifiek door zogeheten DOOS-aanvallen (distributed denial-of-serviceaanvallen). Dit zijn aanvallen waarbij grote hoeveelheden dataverkeer naar een website werden verstuurd, waardoor deze onbereikbaar wordt. Meerdere partijen van diverse aard zowel In het binnen- als buitenland en zowel binnen als bulten vitale sectoren zoals de bankensector, zijn hierdoor getroffen. De aanvallen op de als vitaal aangemerkte financiële sector hebben echter de meest zichtbare impact gehad. Nederland beschikt al sinds enkele jaren over een sterk ontwikkeld elektronisch betalingsverkeer. Internetbankieren en !Deal maken hier deel van uit en worden op zeer grote schaal gebruikt. Dit draagt bij aan economische en maatschappelijke ontwikkeling en hiermee loopt Nederland voorop In Europa. De banken nemen het belang van een betrouwbaar en veilig betalingsverkeer zeer serieus en investeren hier veel geld en menskracht in. Zij hebben naar aanleiding van de omvangrijke DOOS-aanvallen de afgelopen weken op grond van hun eigen verantwoordelijkheid dan ook verschillende aanvullende (technische) maatregelen getroffen. Hoewel de banken door middel van het omleiden van het dataverkeer in staat zijn gebleken aanvallen steeds sneller en effectiever af te slaan kan dit.gepaard gaan met de tijdelijke onbereikbaarheid van websites. Helaas zijn technische problemen
Pagina 1 van 5
of incidentele verstoringen van het betalingsverkeer nooit helemaal uit sluiten. Dat is ook nu gebleken.
Directie Financiële Markten Ons kenmerk FM/2013/771 M
Feltenrelaas en duiding DOOS aanvallen De eerste van de aanvallen is op donderdag 4 april door Rabobank geconstateerd. Naar aanleiding hiervan zijn de andere banken geïnformeerd vla de daartoe bestemde geëigende kanalen. Op 5 april zijn Rabobank en ING getroffen door een DDOS-aanval. Rabobank heeft de aanvallen weten af te slaan. Bij ING heeft dit geresulteerd In een verstoring in de bereikbaarheid van haar website van enige uren. Naar aanleiding van deze aanvallen zijn er door de banken additionele maatregelen getroffen. In de hierop volgende dagen zijn er meerdere aanvallen geconstateerd en deze zijn nog steeds gaande. De aanvallen variëren in Intensiteit en duur en hebben ertoe geleid dat de websites van ING en Rabobank enkele malen onbereikbaar zijn gewest. Door de genomen maatregelen waren de storingen van de getroffen websites van korte duur.
Deze aanvallen volgden op een technische storing bij ING op woensdag 3 april waarbij banksaldi tijdelijk onjuist werden weergegeven. Deze technische storing ging dus aan de DDOS-aanvallen vooraf en is hier niet aan gerelateerd. Wel heeft dit geleld tot ongemak en zorgen bij klanten en ondernemers. Bij een DDOS-aanval is sprake van het verstoren van de dienstverlening en niet van het binnendringen in netwerken. Het is dan ook belangrijk om te benadrukken dat bij de aanvallen geen backs hebben plaatsgevonden. Het leverde weliswaar ongemak voor de klanten op, maar noch de Intrinsieke veiligheid van internetbankieren en iDeal, noch de betrouwbaarheid van gegevens, zijn in het geding geweest. Er Is dan ook geen sprake geweest van een verstoring van het gehele betalingsverkeer. Betalen in winkels en het pinnen bij geldautomaten was mogelijk, het bereiken van de betreffende websites was gedurende de aanval helaas soms niet mogelijk. Deze casus laat zien dat wij in grote mate afhankelijk van liet digitale domein en dat ICT een essentiële rol vervult binnen de vitale sectoren, zoals de bancaire sector. DDOS-aanvallen zijn helaas een wereldwijd probleem dat op grote schaal plaats vindt. Deze problemen kunnen niet alleen banken treffen, maar iedereen die deelneemt aan het internetverkeer. Een storing van de bereikbaarheid van websites heeft een zichtbare impact. Dergelijke storingen door digitale verkeersopstoppingen zijn niet altijd te vermijden. Het is echter wel mogelijk maatregelen te treffen om de impact te beperken. Het belang hiervan is des te groter waar het vitale sectoren of instellingen betreft die een essentiële rol in de samenleving vervullen.
Ondernomen acties Naar aanleiding van de geconstateerde verstoringen Is er terstond intensief contact gelegd tussen de banken en de betrokken instanties, onder meer met de ministeries van Veiligheid en Justitie, Financiën en De Nederlandsche Bank (DNB). Om deze verstoringen tegen te gaan onderhouden banken veiligheidssystemen die verscheidene afweermechanismen bevatten. Naar aanleiding van de onderhavige aanvallen zijn bovendien additionele en verscherpte maatregelen getroffen. Zo is onder meer dataverkeer omgeleid om de websites snel weer bereikbaar te maken.
Pagina 2 van 5
Dit heeft er toe geleid dat latere DDOS-aanvallen sneller konden worden afgeweerd waardoor de impact op de beschikbaarheid van iDeal en internetbankieren is verkleind.
Directie Financiële Markten Ons kenmerk FM/2013/771M
Op initiatief van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid zijn de afgelopen periode tevens meerdere bijeenkomsten georganiseerd met betrokken banken, Internet Service Providers (ISP's) en relevante (overheids-) partijen waar praktische afspraken zijn gemaakt om zo door een gezamenlijke aanpak de invloed van de aanvallen te beperken. Banken zijn hierbij op technische vlak ondersteund en geadviseerd door het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Hiertoe staat het NCSC in nauw contact met nationale en internationale partners en heeft tevens een verbindende rol tussen partijen. Door de banken en de overheid wordt binnen de F/-/SAC (Financial Information Sharing and Analysis Centre), die verbonden zijn aan het NCSC en daardoor worden ondersteund, intensief Informatie gedeeld over de aanvallen. Opsporing en vervolging ING heeft aangifte gedaan van de cyberaanval. Uiteraard zijn opsporing en vervolging van groot belang. Opsporing en vervolging hebben een belangrijke rol om herhaling in de toekomst te voorkomen. Het Team High Tech Crime van de politie voert op last van het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek uit. Rollen en verantwoordelijkheden De minister van Veiligheid en Justitie is coördinerend bewindspersoon voor cyber security en de nationale veiligheid. De NCTV richt zich daarbij op de bescherming van vitale belangen en de weerbaarheid van vitale sectoren. Daarbij functioneert het onder de NCTV vallende NCSC als informatieknooppunt en expertlsecentrum voor cyber security. Het NCSC brengt de betrokken partijen bij elkaar en deelt actief de kennis uit het nationale en internationale netwerk van het NcSC. Daarbij levert het NCSC ondersteuning en advies aan de getroffen partijen. Het NCSC is gericht op de doelgroep van de Rijksoverheid en vitale sectoren, zoals de financiële sector. Banken zijn primair zelf verantwoordelijk voor de beveiliging van de eigen netwerken en systemen. Het gaat om de kern van de bancaire dienstverlening en de banken zullen er alles aan doen om hun klanten de dienstverlening te bieden die zij mogen verwachten. Daarnaast wordt de continuïteit van het betalingsverkeer nauwgezet gevolgd door DNB, die op dit terrein meerdere rollen vervult. Allereerst is zij wettelijk belast met de taak de goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen. Deze taak valt uiteen in een aantal onderdelen, waarvan de belangrijkste in dit kader het zogenoemde `oversighf is, Dit bestaat uit systeemtoezicht op belangrijke deelnemers aan het betalingsverkeer en is er onder meer op gericht de betaaiketen en daarmee het betalingsverkeer in het algemeen, zo goed mogelijk te laten functioneren, waarmee wordt bijgedragen aan de stabiliteit van de financiële sector. Overigens heeft DNB in het kader van het bevorderen van de goede werking van het betalingsverkeer ook een coördinerende rol. DNB is voorzitter en secretaris van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB). Het MOB is breed samengesteld uit partijen die aanbleders en gebruikers van het betalingsverkeer • Pagina 3 van 5
vertegenwoordigen, bijvoorbeeld de koepelorganisaties van winkeliers, banken alsook de Consumentenbond. Binnen het MOB vindt afstemming en overleg plaats over allerlei punten die spelen op het terrein van betalingsverkeer.
Directie Financiële Markten Ons kenmerk FM/2013/771 M
De oversight-taak van DNB moet worden onderscheiden van de prudentiële toezichtstaak die DNB heeft. Het prudentiële toezicht Is gericht op de soliditeit van financiële instellingen als zodanig (en draagt daarmee tevens bij aan de stabiliteit van de financiële sector). Belangrijk daarbij Is onder andere dat banken en betaalinstellingen beschikken over een beheerste en integere bedrijfsvoering, in het kader waarvan ook eisen worden gesteld aan de ICT-orngeving. Dit raakt dus ook het beveiligingsniveau van een individuele bank. Een andere eis in dit verband is dat banken incidenten aan DNB dienen te melden. Incidenten zijn gedragingen of gebeurtenissen dle een ernstig gevaar vormen voor de integere bedrijfsuitoefening. Verstoringen in het betalingsverkeer die zijn te kwalificeren als incident moeten derhalve aan DNB wonen gemeld. Ingezette en te ondernemen acties Naar aanleiding van de cyberaanvallen heeft op maandag 15 april jl. een overleg plaatsgevonden gevoerd tussen de Ministers van Financiën en Veiligheid en Justitie en DNB, de NVB, ING, Rabobank en ABN-AMRO. Tevens heeft er op 15 april jr. naar aanleiding van de recente verstoringen van het betalingsverkeer en in aanloop naar de vergadering van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer op 15 mei (waar dit onderwerp al door DNB op de agenda is geplaatst) een speciale vergadering plaatsgevonden van de Kerngroep van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. Hier hebben o.a. MKB Nederland, de Consumentenbond, Detailhandel NL, Thuiswinkel.org alsook de banken aan deelgenomen. Deze overleggen waren erop gericht te bespreken hoe dit soort storingen in het betalingsverkeer tot een minimum beperkt kunnen worden en hoe de digitale weerbaarheid van een vitale sector zoals de financiële sector, kan worden versterkt. Naar aanleiding van deze overleggen is tot de volgende acties besloten: 1) Er zal door de banken een liaison in het NCSC worden geplaatst om de intensieve samenwerking te bestendigen. 2) Er is afgesproken dat bij storingen in het betalingsverkeer, ongeacht welke oorzaak, er door de banken zo snel mogelijk zal worden gecommuniceerd richting klanten en organisaties die gebruikers in het betalingsverkeer vertegenwoordigen. 3) Naast verbetering van de actuele informatie zal de transparantie over storingen en onderbrekingen worden vergroot door het inrichten van een centrale plek waar informatie hierover te vinden is. 4) Het MOB zal een analyse maken welke alternatieven er zijn bij (onverwachte) storingen in het betalingsverkeer. Hieruit moet duidelijk worden of er nog alternatieven ontbreken en hoe die eventueel ondervangen kunnen worden om zo de robuustheid van het betalingsverkeer verder te versterken. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft vanuit de coeirdinerende verantwoordelijkheid voor cyber security de afgelopen periode de Kamer reeds geïnformeerd over ingezette acties om dreigingen in het digitale domein tegen te gaan. Het gaat daarbij onder andere om:
Pagina 4 van 5
1)
2) 3)
Het nog dit jaar actualiseren van de Nationale Cyber Security Strategie, met als belangrijk onderdeel daarvan het op- en uitbouwen van een Nationaal Detectie en Response Netwerk; Een geïntensiveerde aanpak van 'Botnets' (netwerken van geïnfecteerde computers die gebruikt kunnen warden bij een (DDOS) aanval); en Het aanpassen van het juridisch instrumentarium aan de ontwikkelingen in het digitale domein om middels gepaste opsporingsbevoegdheden cybercrime effectief te bestrijden.
Directie Financiële Markten Ons kenmerk FM/2013/771 M
Slot ICT is een belangrijke drijvende kracht achter economische en maatschappelijke groef Tegelijkertijd is onze samenleving ook steeds afhankelijker van ICT. DDOSaanvallen en andere ICT-gerelateerde dreigingen raken ons allemaal. Dergelijke aanvallen en de storingen die deze veroorzaken zijn nu en in de toekomst niet uit te sluiten. Daarom is het van belang dat alle publieke en private partijen gezamenlijk op blijven trekken en de noodzakelijke maatregelen nemen. De ingezette en te ondernemen acties sluiten aan op ontwikkelingen in het digitale domein en dragen gezamenlijk bij aan de digitale veiligheid van de bancaire sector en andere vitale sectoren. Hoogachtend, De Minister van Financiën,
.J.R.V.A. Dijssel oem
De Mini ter van Veiligheid en Justitie,
T.W.elte
Pagina 5 van 5
De :-..;edet;dnctsche Cantr,
Fot-urn S E PA- migrat:e
Datum
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
16 november 2012 Bladnummer 1
van 2
Kenmerk
2012/621742 Onderwerp: Persbericht MOB/NFS-vergadering 15 november 2012
1) Nederland moet meer haast maken met invoering MAN 2) Kosten betalingsverkeer in Nederland gedaald •
Het Nationaal Forum voor de SEPA-migratie (NFS) roept alle betrokken partijen op zich in te spannen om de deadlines van het nationaal migratieplan te respecteren. Waar in het voorjaar grootbedrijven en publieke instellingen vaak nog aan het uitzoeken waren wat er precies moest gebeuren, blijkt uit de meest recente SEPA-migratiemonitor dat dezelfde organisaties grotendeels bezig zijn met het opstellen van concrete actieplannen om over te gaan op IBAN, of gestart zijn met de uitvoering. Die uitvoering vergt nog forse inspanningen om de deadlines te balen.
•
Extra inspanningen van koepels, brancheorganisaties, banken en softwarehuizen zijn nodig om het MICB te helpen zo mogelijk voor volgende zomer op MAN over te gaan. Het midden- en kleinbedrijf en ook middelgrote bedrijven zijn nog weinig gevorderd met de overgang op IRAN. Zij lijken pas in de tweede helft van 2013 te willen migreren, maar lopen dan het risico in een file te komen voor de ondersteuning van hun bank en softwareleveranciers. Voor een snellere overgang is van belang dat banken ervoor zorgen dat de omgeving voor het intemetbankieren standaard op IBAN wordt gezet Het NFS roept banken op een zo groot mogelijk deel daarvan in april 2013 gereed te hebben. Het NFS constateert dat publieke instellingen, in tegenstelling tot elders in Europa waar publieke instellingen een voorbeeldfunctie vervullen, niet vroeg overgaan. Met name gemeenten zullen een extra inspanning moeten verrichten voor de overgang op IRAN. Uit de migratiemonitor blijkt dat een substantieel deel van de gemeenten zijn planning nog moet bepalen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft nu toegezegd dat dit voor het einde van het jaar verholpen is.
•
•
Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) is verheugd dat kosten van het betalingsverkeer zijn gedaald en veel lager zijn dan het Europese gemiddelde. In Nederland betaalt men steeds vaker met de pinpas, wat de maatschappelijke kosten van het betalingsverkeer heeft doen dalen. Europees gezien doet Nederland het ook goed. De totale kosten voor contant geld en pinbetalingen in Nederland komen uit op 0,42% van het BBP, tegen een Europees gemiddelde van 0,59%. Indien de kosten in Nederland op het Europese gemiddelde zouden liggen, zouden ze een miljard euro hoger zijn. Meer resultaten van het onderzoek zijn te vinden in de factsheet 'Betalen kost minder!' op: htto://www.dnb.nl/betalingsverkeerhnob/oublicaties/
•
Nieuwe maatregelen voor de aanpak van pinstoringen De beschikbaarheid van pinnen is voor zowel winkeliers als consumenten belangrijk. Bij storingen zorgt het niet kunnen pinnen voor maatschappelijk ongemak. Op meerdere plekken in de betaalketen worden maatregelen genomen om de beschikbaarheid nog verder te
De ovengang op IBAN wordt begeleid door het NaUoneei Forum SEPA-rnIgratie (NFS). In het NFS zijn consumenten, bedrijven, banken, sof twee deveRneires, overheden en andere organisaties vertegenwoordigd. Het NFS houdt kantoor bij de Nedelandsche Bank Op wesmovorep1BAN.ni vinclt IJ intemlato over wat er verandert voer bedrijven en consumenten.
WE;)de
Vaziers.-,a1 Forum SE PA-rnitirate
Datum
16 november 2012 Bladnummer
2 van 2 Kenmerk
2012/621742
verhogen. De Betaalvereniging Nederland heeft stappen gezet om ook het datacommunicatiedeel in de keten te verbeteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de beschikbaarheid van de dataverbinding van de betaalautomaten, een verbetering van de communicatie in geval van een storing en meer transparantie voor winkeliers over kwaliteitsniveaus van netwerkdiensten. Met deze maatregelen zullen pinstoringen verminderd worden. • Positieve reactie Minister van Veiligheid en Justitie op oproep van het MOB voor aanpak financiële cybercrime Het MOB heeft in een brief aan de Minister van Veiligheid en Justitie de noodzaak aangekaart om de aanpak en opsporing van financiële cybercrime uit te breiden. De Minister heeft positief gereageerd op de oproep. De aanpak van cybercrime is één van de landelijke prioriteiten bij de politie en er wordt gewerkt aan een verbreding van de digitale expertise. Verder benadrukt de Minister in zijn brief het belang van publiek-private samenwerking. Noot voor de pen Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) richt zich op de bevordering van de maatschappelijke efficiëntie van het Nederlandse betalingsverkeer. Het MOB is breed samengesteld uit partijen die aanbieders en gebruikers van het betalingsverkeer vertegenwoordigen en staat onder voorzitterschap van DNB. Het Nationaal Forum SEPA-Migratie (NFS) is ingesteld door het MOB en begeleidt in Nederland de migratie naar [BAN en betaalmiddelen die zijn gebaseerd op Europese standaarden. Uiterlijk 1 februari 2014 moeten deze standaarden zijn ingevoerd. Aanbieden en gebruikers van betalingsverkeer wisselen onder voorzitterschap van DNB in dit Forum informatie uit, bespreken de gewenste aanpak en maken afspraken over de migratie van het Nederlandse betalingssysteem. Het NFS publiceert vandaag de resultaten van de halfjaarlijkse SEPA-migratiemonitor, de zesde meting van november 2012. U vindt deze op www.dnb.n1 en op www.overoMBAN.nl. Verder vindt u daar ook de Factsheet Grensoverschrijdend betaalgedrag door Nederlanders in 2011 van DNB. Deze staat ook op www.allesoverbetalen.n1 Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans (020 - 524 3100 of 0652496961).
Persbericht Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer/Nationaal Forum SEPA-migratie
1) Robuustheid betalingsverkeer wordt versterkt 2) Nauwe samenwerking noodzakelijk bij invoering Europese incasso Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) heeft in de vergadering van 15 mei de opzet en eerste uitwerking goedgekeurd van een analyse van de robuustheid van het elektronische betalingsverkeer. De analyse beziet welke alternatieven er zijn bij (onverwachte) verstoringen in het betalingsverkeer. Hieruit moet duidelijk worden of er nog alternatieven ontbreken en hoe die ondervangen kunnen worden, om zo de robuustheid van het betalingsverkeer verder te versterken. Het eindresultaat zal vóór de zomer worden opgeleverd. Verder wordt de communicatie over verstoringen verbeterd. De gemaakte afspraken onderschrijven de uitkomsten van de extra vergadering van de kerngroep MOB die is gehouden op 15 april 2013 waarin de maatschappelijke organisaties hun vertrouwen hebben bevestigd in het betalingsverkeer. (zie: http://www.dnb.nlinieuws/nieuwsoverzicht-enarchieftpersberichten-2013/dnb28857.5.isp) In het overleg is ook besloten om de veiligheidsvoorschriften ter voorkoming van fraude met bankpassen en internet- en mobiel bankieren consistenter en transparanter te formuleren. Geconstateerd is dat de consument behoefte heeft aan uniform opgestelde veiligheidsvoorschriften. Deze zullen worden opgesteld. Voorts heeft het MOB kennis genomen van een actualisatie van de kosten en opbrengsten van het betalingsverkeer voor de Nederlandse banken. Net zoals in 2005, blijken deze in 2010 ongeveer in balans. Zie link Update opbrengsten- en kostenonderzoek bankwezen betalingsverkeer 2010. Het Nationaal Forum SEPA-migratie (NFS) stelt dat in dit stadium van de Single Euro Payments Area (SEPA)-migratie nog verdere intensivering van de samenwerking en afstemming tussen banken, zakelijke gebruikers en softwareleveranciers noodzakelijk is om de overgang naar de Europese incasso tijdig en succesvol te voltooien. Deze oproep van het NFS was de rode draad in de bijeenkomst op 15 mei 2013. Het gebruik van Europese overschrijvingen en incasso's is wettelijk verplicht vanaf! februari 2014. De invoering van de Europese overschrijving is volop gaande (aandeel in Nederland in april circa 20%, tegen 3% eind december 2012). Tot in juli 2013 schakelt het internetbankieren over op het gebruik van het International Bank Account Number. Nederland zet eind deze maand een cruciale stap wanneer de eerste grote zakelijke incassanten overstappen op de Europese incasso, een technisch complexe overgang die veel inspanning vraagt van banken en gebruikers. Bewustwording, voorbereiding en migratie naar de Europese betaalmiddelen van zakelijke gebruikers is aanzienlijk verbeterd (zie onderstaande grafieken). Wel hebben veel grote bedrijven de overgang naar SEPA later ingepland dan afgesproken in het Nationaal SEPAmigratieplan. Een groot deel van het MKB, de gemeenten en andere lagere overheden is inmiddels goed op weg met de migratie naar de nieuwe betaalmiddelen. Dit alles blijkt uit de zevende SEPA-monitor die DNB in opdracht van het Nationaal Forum SEPA-migratie heeft uitgevoerd. Het rapport is vandaag op de website van DNB gepubliceerd.
De communicatiecampagne van het NFS "Actie Nu" heeft significant bijgedragen aan een betere stand van zaken rond SEPA in Nederland. De campagne wordt dit jaar voortgezet, met als belangrijk doel om ook die bedrijven en instellingen die nog niet met hun migratietraj eet begonnen zijn in actie te krijgen. Zeker als zij gebruik maken van incasso's kunnen zij hiermee niet langer wachten. Alle bedrijven worden ook opgeroepen om hun IBAN te vermelden op hun facturen, briefpapier en website, om zo de migratie van hun klanten te ondersteunen. Voor consumenten is het verder vooral belangrijk om te weten waar zij hun eigen IBAN kunnen vinden (deze staan b.v. op rekeningafschriften en in de internetbankieromgeving). De landelijke campagne van het NFS zal de overgang naar de Europese betaalmiddelen verder begeleiden. Waar nodig zal de aandacht specifiek worden gericht op branches en consumentengroepen die achterblijven. Grafiek 1:
Heeft neen beeld van de veranderingen die de komst van Europese betaalmiddelen voor uw organisatie met zich meebrengt?
100% 90% 80% 70% 60% — 50% — 40% —
MKB
Middelgrootbedrijf
Grootbedrijf
Gemeenten en waterschappen
Publieke insta lingen
• Geen inzicht EOnvoldoende inzicht °Algemeen beeld °Volledig beeld
Grafiek 2: Voorbereiding Europese overschrijving 100% — 90% 80% 70% 60% -50% 40% 30% 20% — 10% — 0% -
MKB (n=500)
Middelgrootbedrijf (n=100)
• Volledig over op de Europese overschrijving °Bezig met het testen
Grootbedrijf (n=89)
Gemeenten en we erschappen (n=183)
•Bezig met de implementatie
°Uitvoering is intern gestart EBezig met de requirements/opstellen van een plan d Bezig met de impactanalyse • Uitzoeken wat er moet gebeuren •Weinig tot niets
Publieke instellingen (n=20)
Noot voor de pers Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) richt zich op de bevordering van de
maatschappelijke efficiëntie van het Nederlandse betalingsverkeer. Het MOB is breed samengesteld uit partijen die aanbieders en gebruikers van het betalingsverkeer vertegenwoordigen en staat onder voorzitterschap van DNB. Het Nationaal Forum SEPA-Migratie (NFS) is ingesteld door het MOB en begeleidt in Nederland de migratie naar IBAN en betaalmiddelen die zijn gebaseerd op Europese standaarden. Uiterlijk 1 februari 2014 moeten deze standaarden zijn ingevoerd. Aanbieders en gebruikers van betalingsverkeer wisselen onder voorzitterschap van DNB in dit Forum informatie uit, bespreken de gewenste aanpak en maken afspraken over de migratie van het Nederlandse betalingssysteem. Het NFS publiceert vandaag de resultaten van de halfjaarlijkse SEPA-migratiemonitor, de zevende meting van mei 2013. U vindt deze op www.dnb.n1 en op www.overopIBAN.rd, Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Remko Vellenga (020-5242272 of 06-52496574).
Maatschappelijke organisaties bevestigen hun vertrouwen in het betalingsverkeer Storingen, cyberaanvallen en de daaropvolgende onduidelijkheid en ongerustheid over betaaldiensten, zijn ongewenst en zeer vervelend voor consumenten, winkeliers en alle andere betrokkenen. Het elektronische betalingsverkeer blijft een veilige, betrouwbare en efficiënte manier van betalen. Banken, (web)winkeliers, MKB en consumenten hebben samen met de Nederlandsche Bank hun vertrouwen in het elektronische betalingsverkeer bevestigd tijdens een extra vergadering van de kerngroep Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (kerngroep MOB).
Afgelopen week zijn er verstoringen geweest in het betalingsverkeer, in eerste instantie een interne storing bij een bank, gevolgd door een reeks zogeheten Ddos-aanvallen op meerdere banken. Bij Ddos aanvallen wordt in een korte tijd een grote hoeveelheid verkeer naar de intemetbankiersite gestuurd, die daardoor tijdelijk uitvalt. Bij deze aanvallen wordt niet in de betalingsverkeersystemen binnengedrongen. Wel worden daarna door criminelen phishing-mails gestuurd met een verzoek persoonlijke gegevens te verstrekken. Deze e-mails lijken te komen van de bank, maar dit is nooit het geval en met klein wordt consumenten en ondernemers gewaarschuwd niet op deze verzoeken in te gaan. Tijdens het extra overleg is afgesproken om gezamenlijk aan maatregelen te werken om het vertrouwen en de bereikbaarheid van het betalingsverkeer te vergroten, nu en in de toekomst. De betrokken partijen hebben onderstreept dat zij allemaal een taak hebben om de robuustheid en daarmee het vertrouwen in het betalingsverkeer groot te houden. Gezamenlijk zijn daarom de volgende afspraken gemaakt: Afspraak I — verbetering communicatie Bij storingen in het betalingsverkeer, ongeacht de oorzaak, zal er door de banken zo snel mogelijk worden gecommuniceerd. In de richting van klanten én van organisaties die de gebruikers in het betalingsverkeer vertegenwoordigen: De Detailhandel, MKB Nederland, Thuiswinkel.org en de Consumentenbond. Door informatie over verstoringen in het betalingsverkeer sneller te delen met elkaar, wordt voorkomen dat er onduidelijkheid is over de situatie en kan iedereen zich beter en eerder voorbereiden op mogelijke alternatieven. Afspraak 2— Vergroting transparantie storingen Naast verbetering van de actuele informatie zal de transparantie over storingen en onderbrekingen worden vergroot door het inrichten van een centrale plek waar informatie hierover te vinden is. Deze centrale plek zal algemeen toegankelijk zijn en geeft een overzicht van de beschikbaarheid van de verschillende betaaldiensten en de oorzaken van storingen en onderbrekingen. Afspraak 3 —Het MOB maakt een analyse van de robuustheid van het elektronische betalingsverkeer Het MOB zal analyseren welke alternatieven er zijn bij (onverwachte) verstoringen in het betalingsverkeer. Hieruit moet duidelijk worden of er nog alternatieven ontbreken en hoe die eventueel ondervangen kunnen worden om zo de robuustheid van het betalingsverkeer verder te versterken. Over de opzet van de analyse zal in de aankomende MOB-vergadering in mei besloten worden. Afspraak 4 —Aandacht blijven vragen voor opsporing en vervolging Het overleg verwelkomt het besluit, vandaag tijdens het overleg op het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat er een liaison banken komt die de contacten onderhoudt tussen de banken en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Het overleg acht opsporing en vervolging een cruciaal instrument in de bestrijding van deze criminaliteit.
Achtergrond MOB en extra vergadering van 15 april jl.
De Minister van Financiën heeft het MOB in 2002 ingesteld om de maatschappelijke efficiency van het Nederlandse betalingsverkeer te bevorderen. Het MOB is breed samengesteld uit instanties die aanbieders en gebruikers van het betalingsverkeer vertegenwoordigen. De Nederlandsche Bank is voorzitter en verzorgt de secretariaatsfunctie. Het MOB komt twee keer per jaar bijeen. De extra vergadering van 15 april jl. komt voort uit de maatschappelijke onrust naar aanleiding van de recente storingen en cyberaanvallen in het elektronisch betalingsverkeer. De vergadering werd gehouden met de Kerngroep van het MOB: Nederlandse Vereniging van Banken, De Detailhandel, MKB Nederland en de Consumentenbond en een aantal direct betrokken partijen: Thuiswinkel.org en Currence/Betaalvereniging Nederland.
S
Ministerie van Financiën
TER INFORMATIE (VOORBEREIDING OVERLEG OP MA 15/04 OM lor3o)
Directie Financiële Markten
Aan
Inlichtingen
De Minister
notitie
Voorbereiding overleg minister Opstelten, DNB, NVB en Can grootbanken inzake cyberaanvallen
Datum 22 april 2013 Notitienummer FM 2013-755 N
-
Paraaf de Minister
Via Secr
neraal
Via ThesaurierGeneral
Vla directeur
Vla communicatie
Aanleiding Het overleg met minister Opstelten en de CEOis van de grootbanken Inzake de cyberaanvallen. U wordt ondersteund doorde diristeiainanciele
Markten4 Deelnemers Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ)flinister6pIt,J (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veili ( NCW), t Wirectie Cyber Security)) Ban ken te heren (ABN-AMRO), (ING),1 VB) (divisiedirecteur 1(afdelingshoofivia Kern Ven) heeft aangegeven geen formele agenda op te willen steilen voor het overled omdat het een "open gesprek" zou moeten zijn]
Rubriek 27,5 Betalingsverkeer
an De afdeling( Kopie aan De staatssecretaris, PA minister, Duncan van Goal (CON), Rudy padje (856) Bijlagen 1. reeds ontvangen kamervragen 2. brief (2012) verzoek Frank Elde.rson aan min Ven.] om meer capaciteit uit te trekken voor cybercrime in betalingsverkeer. 3. antwoordbrief min Ven) (concept-)annotatie V&J
!Bijgevoegd vindt u de (concept- annotatie) van V&J inzake dit overleg.
Spreekpunten
Pagina 1. van)
Toelichting spreekpunten Ad 1: Nader onderzoek DNB moet als toezichthouder op de banken toezien op de bedrijfsvoering van de banken. Zowel DNB als u, de minister van financiën, en daarnaast de verantwoordelijkheid de financiële stabiliteit te bewaken
Ad 2: Kamervragen Er zijn door de Kamer verschillende vragen gesteld over de cyberaanvalien en de robuustheid van de betaalsystemen en het toezicht daarop (zie bijgevoegd). De Kamer wenst hierover graag uiterlijk dinsdag 16 april een brief te ontvangen van u en de minister van VenJ. Deze brief wordt momenteel door ons voorbereid en zal na het overleg worden afgerond en vervolgens aan u warden voorgelegd. Daarnaast zijn er nog meer Kamervragen gesteld die raken aan hetzelfde onderwerp, waarvoor de reguliere termijn van beantwoording geldt. Ad 3: Bestrijding van cvbercrime De voorzitter van het MOB, Frank Elderson (directeur DNB), heeft eind 2012 een schriftelijk verzoek gedaan aan de minister van Ven) om de capaciteit (publiek-private aanpak) voor bestrijding van cybercrime in het betalingsverkeer te verhogen. Inmiddels is duidelijk dat de aannak van cybercrime prioriteit heeft bij Ven]]
Pagina 2 van 3
Ad 4: Nieuwe regels
DNB houdt op grond van de Wft toezicht op de bedrijfsvoering van banken. Tot die bedrijfsvoering behoort ook dat er robuuste (betaal)systemen worden ingezet. Ook vanuit haar oversight-rol houdt ONS het functioneren van de betalingsinfrastructuur nauwlettend in de gaten.
-0
Pagina 3 van 3
t;
Commissie Financiën Aan de minister van Financiën
Plaats en datum: Betreft: Ons kenmerk: Uw kenmerk: Uw brief van:
Den Haag, 11 april 2013 Storingen en problemen in het online betalingsverkeer 20131)15379
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 10 april 2013 is besloten u te verzoeken om uw reactie n.a.v. de recente storingen en problemen in het online betalingsverkeer. Is naar uw oordeel de betrouwbaarheid van het betalingsverkeer in het geding? Is het online betalingssysteern wel robuust? Hoe is dit in andere landen vormgegeven? Bent u bereid een internationale vergelijking te . maken? Maakt het online betalingsverkeer onderdeel uit van het programma bescherming vitale infrastructuur? Kan het worden vergeleken met de infrastructuur in de energiesector? Ook wil de commissie graag worden geïnformeerd over de wijze waarop de Nederlandsche Bank (DNB) het afgelopen jaar op dit punt toezicht heeft gehouden. Hoe heeft DNB gereageerd op de herhaaldelijke storingen bij ING? Wanneer is het onderzoek van ING en DNB naar de meest recente storing afgerond? Bent u bereid om dit onderzoek, met uw reactie, aan de Tweede Kamer te doen toekomen? Tenslotte verzoekt de commissie u om een reactie op de brief van 8 april 2013 namens de gezamenlijke toonbankinstellingen t.g.v. de notitie verbetering betalingsverkeer. Bij deze breng ik u het verzoek van de commissie over. Hoogachtend, de griffier van de vaste commissie voor Financiën,
R.F. Berck
Tweedel
Zaak: Besluit: Besluit:
Noot:
15.Agendapunt: Zaak:
Brief regering - minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloern - 4 april 2013 Reactie op verzoek commissie om informatie over de berichten in de media aangaande het wegsluizen van tegoeden in Cyprus -21501-07-1029 Reeds betrokken bij het algemeen overleg Eurogroep/Ecofin Raad d.d. 4 april 2013. De minister van Financiën verzoeken om een reactie - tijdig voorafgaand aan het plenaire debat over het steunprogramma voor Cyprus - naar aanleiding van berichten in de media dat de onderzoekscommissie in Cyprus die moet nagaan hoe de financiële crisis in Cyprus is ontstaan, haar werk heeft neergelegd. Over dit onderwerp zijn tevens schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Deck (PVV) (2013Z07362). Negende voortgangsrapportage hervormingsprogramma Ierland
Brief regering minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloern - 4 april 2013 Negende voortgangsrapportage hervonningsprograrnma Ierland - 21501-07-1028 Besluit: Voor kennisgeving aangenomen. Volgcommissie(s): Ely 16.Agendapunt:
-
Voorbereiding EU-voorzitterseonferentie
Zaak:
Stafnotitie - EU-adviseur, JA. Timmer -28 maart 2013 EU-stafnotitie Aanscherping inzetnotitie parlementaire betrokkenheid versterkte EMU - 2013Z06332 Besluit: De commissie stemt in met de inzetnotitie. Noot: Ter mandatering van de Voorzitter van de Tweede Kamer tijdens de EUvoorzittersconferentie van 21-23 april 2013 is de eerder - in afstemming met de commissies Financiën en Rijksuitgaven - vastgestelde inzetnotitie inzake de artikel-13 conferentie aangescherpt. De vaste commissie voor Europese Zaken is in haar procedurevergadering van 4 april jl. reeds akkoord gegaan met de aangescherpte inzetnotitie. Op verzoek van de Voorzitter van de Tweede Kamer wordt ook aan de vaste commissie voor Financiën en aan de commissie voor de Rijksuitgaven expliciet om instemming gevraagd. Nadat de betrokken commissies hebben ingestemd, wordt de inzetnotitie aan de Tweede Kamer voorgelegd. Volgcommissie(s): EU, RU 17.Agendapunc Besluit:
18. Agendapunt: Zaak:
Planning plenair debat steunprogramm a Cyprus De commissie wil voldoende voorbereidingstijd hebben tussen de ontvangst van de openbare brief (met bijlagen) van de minister van Financiën over het steunprogramma voor Cyprus en het plenaire debat Over die brief. De commissie wil graag in week 17 (vergaderweek van 23, 24 en 25 april 2013), voorafgaand aan besluitvorming door de Raad van Gouverneurs van het ESM, het plenaire debat voeren. De minister van Financiën wordt verzocht de Kamer z.s.m. zijn reactie te geven op dit tijdschema.
Het online betalingsverkeer Brief van lidgractie/commissie - Tweede Kamerlid, Y.J. van Hijum (CDA) -4 5
april 2013 Storingen bij ING-2013Z06835 Besluit: De minister van Financiën wordt verzocht om zijn reactie n.a.v. de recente storingen en problemen in het online betalingsverkeer. Is naar het oordeel van de minister de betrouwbaarheid van het betalingsverkeer in het geding? is het online betalingssysteem wel robuust? Hoe is dit in andere landen vormgegeven? Is de minister bereid een internationale vergelijking te maken? Maakt het online betalingsverkeer onderdeel uit van het programma bescherming vitale infrastructuur? Kan het worden vergeleken met de infrastructuur in de energiesector? Ook wil de commissie graag worden geïnformeerd over de wijze waarop de Nederlandsche Bank (DNB) het afgelopen jaar op dit punt toezicht heeft gehouden. Hoe heeft DNB gereageerd op de herhaaldelijke storingen bij ING? Wanneer is het onderzoek van ING en DNB naar de meest recente storing afgerond? Is de minister bereid om dit onderzoek, met zijn reactie, aan de Tweede Kamer te doen toekomen? Tenslotte verzoekt de conimissie de minister om een reactie op de brief van 8 april 2013 namens de gezamenlijke toonbanldnstellingen t.g.v. de notitie verbetering betalingsverkeer. Noot: In de regeling van werkzaamheden van dinsdag 9 april 2013 is besloten de ministers van Financiën en van Veiligheid en Justitie een brief te vragen (binnen één week) over de ICT-problemen bij banken als gevolg van cyberaanvallen. Tevens is besloten tot het voeren van een dertigledendebat (toegevoegd aan de lijst). Volgeommissie(s): V&J Zaak: Besluit:
Volanommissie(s): 19, Agendapunt: Besluit.
20. Agendapunt
Brief van lid/fractie/commissie - Tweede Kamerlid, H. Nijboer (PvdA) - 9 april 2013 Voorstel rondetafelgesprek online betalingsverkeer - 2013Z07208 De commissie stemt in met het organiseren van een mndetafelgesprek. Er wordt onder de leden van de commissies Financiën en V&J geïnventariseerd welke personen en/of organisaties zij voor het rondetafelgesprek wensen uit te nodigen. De uitkomst van de inventarisatie wordt geagendeerd voor de volgende procedurevergadering. Wc). Alternatieve data voor een werkbezoek aan de ECB (Frankfurt) Op de voorgestelde alternatieve data is de commissie helaas niet in de gelegenheid om een werkbezoek aan de ECB af te leggen. In overleg met de ECB zal worden nagegaan of een werkbezoek kan worden georganiseerd in het herfstreces.
Aanbod Holland Financial Centra (WC) voor een openbare technische briefing over het SEO-onderzoek 'Overige Financiële Instellingen'
Zaak:
Brief derden - Holland Financial Centre (HFC) te Amsterdam - 5 april 2013 Aanbod Holland Financial Centre (HFC) voor een openbare technische briefing over het SEO-onderzoek 'Overige Financiële Instellingen' - 2013Z06899 Besluit: De commissie gaat graag in op het aanbod van HFC voor een technische briefing; in week 22 (week van 27 mei 2013) zal de briefing worden gepland. Volgcommissie(s): BuHa-OS
:iRêtrioWItkagrj 21: Agendapunt:
Rondvraag 6
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Datum
16 mei 2012 thv kenmerk
De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Ons kenmerk
MOB/2012/259060 Doorkiesnummer
020-5249111 Bitiage(n)
Ondenverp
Aanpak fraudebestrijding elektronisch betalingsverkeer
Geachte heer Opsteken, Namens het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) schijf ik u in mijn hoedanigheid als voorzitter. Het MOB bespreekt de maatschappelijke gevolgen van ontwikkelingen in het betalingsverkeer en bestaat uit een brede maatschappelijke vertegenwoordiging van partijen, zoals koepelorganisaties van winkeliers en banken, organisaties van mensen met een functiebeperking en de Consumentenbond. De afgelopen jaren sterk toegenomen fraude in het elektronische betalingsverkeer, zoals het skimmen van de betaalpas en de fraude bij intemetbankieren- en betalen, baart het MOB ernstige zorgen. Het elektronische betalingsverkeer vervult een cruciale functie in het economisch handelen in de maatschappij voor consumenten, bedrijven en de overheid. Vertrouwen in de veiligheid van het betalen en bankieren is daarbij essentieel. Namens alle MOB-leden doe ik daarom een beroep op u om de capaciteit uit te breiden voor opsporingen vervolging van fraude in het betalingsverkeer. Met uitbreiding van de capaciteit kan een duidelijk signaal gegeven worden aan de maatschappij en een rem op de groei van fraude in het elektronische betalingsverkeer gezet worden. Cybercri me in het betalingsverkeer heeft een sterke groei doorgemaakt en hieraan lijkt vooralsnog geen einde aan te komen. Onlangs maakte de Nederlandse Vereniging van Banken bekend dat het schadebedrag van internetbankierfraude in 2011 uitgekomen is op EUR 35 miljoen en schade door skimming van betaalpassen op EUR 39 miljoen. De financiële sector neemt daarom voortdurend maatregelen om de schade te beperken en het vertrouwen te waarborgen. Binnen de diverse sectoren
Not
Postbus ga
Westeinde 1
www.dollel
toop AB Amsterdam
1017 2N Amsterdam
De Nederlandsche Bank nv
telefoon (ozo) 24 34 55
t.
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer Datum
16 mei 2012 Bladnummer 2 Ons kenmerk
MOB/2012/259060
worden sinds jaren zeer forse investeringen gedaan om cybercrime te bestrijden door middel van detectie en monitoring. De criminele aanvalsopzetten zijn echter inmiddels zo professioneel dat om cybercrime effectief te kunnen bestrijden, een structurele publiek-private samenwerking noodzakelijk is.
De recent opgerichte publiek-private samenwerkingsverbanden, namelijk het Electronic Crimes Task Force, waarin banken en politie samenwerken aan de aanpak van fraude bij intemetbankieren en de inrichting van het Landelijk Skimming Point als centraal coördinatiepunt voerde aanpak van skimming, zijn goede eerste initiatieven. Deze samenwerkingsverbanden zijn tot op heden tijdelijk, fraude in het betalingsverkeer is echter geen tijdelijk fenomeen. De creativiteit van fraudeurs en de ontwikkelingssnelheid van technologieën en fraudevormen vragen om een permanente, uitgebreide capaciteit voor opsporing en vervolging. Voor alle partijen in onze maatschappij is het van wezenlijk belang dat het vertrouwen in het elektronische betalingsverkeer te allen tijde blijft behouden. Daarom wagen wij u om de prioriteit te verhogen en de capaciteit te vergroten van de publiek-private aanpak van fraude en criminaliteit in het betalingsverkeer.
Een kopie van deze brief stuur ik ter informatie aan de Minister van Financiën en aan de leden van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. Hoogacbte
S Mr. Frank Elderson Directeur De Nederlandsche Bank Voorzitter Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer Kopie: de Minister van Financiën de leden van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
Ministerie van Veiligheid en justitie
Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Dhr. mr. F. Elderson postbus 98 1000 AB Amsterdam
Dtrectoraat-6e.neraal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie RechtshandhavIng en CriminaliteltsbestrijMng Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag wwvaRksoverheld.ni/veni Contactpersoon
Datum 20 augustus 2012 Onderwerp Aanpak fraudebestrijding elektronisch betalingsverkeer Ons kenmerk
Geachte heer Elderson,
Uw kenmerk mob/2D12/259060
Hartelijk dank voor uw brief d.d. 16 mei 2012. In uw brief vraagt u aandacht voor de sterke groei die cybercrime In het betalingsverkeer heeft doorgemaakt. U vraagt mij namens de MOB-leden om de capaciteit uit te breiden voor de opsporing en vervolging van cybercrime in het betalingsverkeer. Ook wijst u op de nu werkzame tijdelijke publiek private samenwerkingsverbanden binnen de bancaire sector, de Electronic Crimes Taskforce en het Landelijk SkImmingpoint.
Kopie aan De Minister van Financien BIJ beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wik u slechts één Zaak in uw brief behandelen.
Als eerste wil ik aangeven dat ik mij herken in de door u geschetste problematiek en hier naar handel. De aanpak van cybercrime is één van de landelijke prioriteiten van de politie. In dit kader wordt gewerkt aan een brede versterking van de digitale expertise binnen de Nederlandse politie. Een voorbeeld hiervan is de verdrievoudiging van het Team High Tech Crime naar ongeveer 120 fte en de handreiking cybercrime. Gezien de aard van de problematiek kunnen publieke en private partners niet zonder elkaar. Dit bewijst bijvoorbeeld onze bestaande samenwerking binnen het door u genoemde verbanden. Deze verbanden zijn momenteel nog In pilotfase. De exacte wijze van voortzetting en invulling worden door de partijen gezamenlijk bepaald maar de aanpak van bancaire fraude blijft voor politie en OM prioriteit hebben. Gezien de schaarse capaciteit blj de opsporingsdiensten zal bij iedere publiek private samenwerking ook een direct beroep worden gedaan op de private partners om een capacitaire bijdrage te leveren die in verhouding staat tot de problematiek binnen de sector. Gezamenlijk wil Ik met u en de andere partners kijken naar de resultaten die geboekt worden binnen deze samenwerkingsverbanden. Hoogach nd, De,1Inlsn r van Veiligheid en Justitie,
Pagina 1 van 1