Notitie extra activiteiten armoedebestrijding kinderen en jeugd DAL gemeenten Definitief concept 9 september 2014
Aanleiding De DAL gemeenten hebben begin 2014 aangegeven meer en gericht in te willen zetten op armoedebestrijding bij kinderen. De gemeenten willen dit samen met direct betrokken partijen doen: VKB, ISD, Si!, CJG, Humanitas, Leergeld, Voedselbank, formulierenbrigade, Acantus, Marenland en Menzis. Deze gezamenlijke aanpak moet er toe leiden dat de huidige activiteiten in kaart worden gebracht, duidelijk wordt of er effectiever en efficiënter samengewerkt kan worden, en welke extra activiteiten gericht op armoedebestrijding en preventie bij kinderen mogelijk zijn. Op basis van de uitkomsten en voorstellen is de nu voorliggende notitie opgesteld, die ter bespreking aan de gemeenteraden van de DAL gemeenten wordt voorgelegd.
Inleiding De DAL gemeenten werken op het gebied van minimabeleid, vroegsignalering en preventie nauw samen. Begin 2014 heeft de ISD een notitie geschreven ‘Modernisering minimabeleid’, waarin het bestaande geharmoniseerde minimabeleid van de drie gemeenten in een nieuw jasje is gestoken. Op basis van nieuwe inzichten, gewijzigde wetgeving, beleidsontwikkelingen en gesprekken met de gemeenteraden, met uitvoerend personeel en een klantenpanel, is het minimabeleid aangepast en gemoderniseerd. Deze notitie wordt binnenkort voorgelegd aan de gemeenteraden. In 2013 heeft SW&D een notitie geschreven over preventie en vroegsignalering van schulden (Preventie en vroegsignalering schulden). Deze notitie was aanleiding voor de DAL gemeenten om SW&D te vragen met alle betrokken organisaties in gesprek te gaan. De DAL gemeenten wilden hiermee bereiken dat alle belanghebbende organisaties de mogelijkheid kregen om mee te denken en een (financiële) bijdrage te leveren. Ook zou hierdoor een betere aansluiting bij bestaande activiteiten en dienstverlening plaats kunnen vinden. Op basis van gesprekken met de betrokken organisaties heeft SW&D begin 2014 een nieuwe notitie geschreven ‘Preventie, vroegsignalering en armoedebestrijding gericht op kinderen’. Deze notitie is vervolgens aan alle betrokken organisaties voorgelegd, waarbij gevraagd is om een reactie. Uit de reacties kwam naar voren dat de organisaties verschillende gedachten hebben over de aanpak en bestrijding van armoede. Er is daarom besloten de notitie nog niet voor te leggen aan de gemeenteraden, maar om nog een aantal vervolgbijeenkomsten te organiseren, om tot een gezamenlijk, eenduidig en gedragen voorstel te komen. Deze bijeenkomsten hebben in de periode augustus - september 2014 plaatsgevonden en de uitkomst is de nu voorliggende notitie. Beide notities ‘Modernisering minimabeleid’ (ISD) en ‘Preventie, vroegsignalering en armoedebestrijding gericht op kinderen’ (SW&D) zijn geraadpleegd voor het schrijven van de nu voorliggende notitie: ‘Extra activiteiten armoedebestrijding kinderen en jeugd DAL gemeenten’. Afstemming van beleid, een integrale aanpak, aansluiten bij bestaande activiteiten waren reden en doel van deze keuze en aanpak. In beide notities wordt aangegeven welke activiteiten nu al plaatsvinden als het gaat om armoedebestrijding. Deze gegevens zijn overgenomen. Ook wordt in beide notities aangegeven vanuit welk kader de notitie geschreven is, zoals bijvoorbeeld: nieuwe wetgeving, maar ook de uitgangspunten van de Paraplunotitie en de kadernota Sociaal Domein. Ook deze kaders zijn overgenomen. Vanuit deze kaders is nagedacht over samenwerkingsmogelijkheden en extra activiteiten gericht op armoedebestrijding bij kinderen. In de nu voorliggende notitie wordt aangegeven welke mogelijkheden de organisaties gezamenlijk zien voor extra activiteiten gericht op armoedebestrijding bij kinderen en jeugd, die zonder extra geld gerealiseerd kunnen worden. Dit zijn activiteiten die naast het huidige minimabeleid (vastgelegd in de notitie van de ISD) en de bestaande activiteiten die door de verschillende organisaties uitgevoerd worden, georganiseerd kunnen worden.
Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt een korte beschrijving gegeven van de bestaande activiteiten. In hoofdstuk 2 wordt beschreven welke (extra) keuzemogelijkheden er zijn met betrekking tot armoedebestrijding bij kinderen/jeugd.
1
Naast de focus op (extra) activiteiten voor kinderen is er ook breder gekeken. Met alle betrokken organisaties zijn de bestaande activiteiten doorgenomen en is besproken of activiteiten ook gezamenlijk uitgevoerd of (door)ontwikkeld kunnen worden. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welke mogelijkheden de organisaties hiervoor zien. In hoofdstuk 4 worden de stappen beschreven die de DAL gemeenten en organisaties de komende maanden gaan zetten om het armoedebeleid meer integraal, effectiever en efficiënter vorm te geven. In hoofdstuk 5 tenslotte, wordt de keuze van de organisaties aangegeven. Hier wordt aangegeven welke extra activiteiten de organisaties de komende periode op kunnen en willen pakken.
1. Bestaande activiteiten gericht op armoedebestrijding bij kinderen en jeugd De DAL gemeenten hebben een uitgebreid pakket aan minimaregelingen. De ISD voert deze regelingen uit. Het gaat om de volgende regelingen en beschikbare bedragen:
Begroting 2014 Beschikbaar voor Bijzondere Bijstand/Minimabeleid/Kinderopvang/Langdurigheidstoeslag 1 DAL gemeenten in 2014 Regeling
Bijzondere Bijstand Chronisch zieken Participatieregeling Collectieve Zorgverzekering Regeling Schoolgaande Kinderen VO Starterspakket Computerregeling Langdurigheidstoeslag Stapelingsfonds Kinderopvang
Delfzijl
Appingedam
Loppersum
242.000,00 85.000,00 125.000,00 40.000,00 30.000,00 3.000,00 0 125.000,00 34.000,00 30.000,00 714.000,00
51.150,00 36.850,00 60.000,00 19.000,00 12.000,00 3.000,00 0 50.000,00 32.000,00 15.000,00 279.000,00
42.000,00 18.500,00 32.000,00 8.500,00 6.500,00 1.000,00 0 28.000,00 15.000,00 3.000,00 154.500,00
Totaal
335.150,00 140.350,00 217.000,00 67.500,00 48.500,00 7.000,00 0 203.000,00 81.000,00 48.000,00 1.147.500,00
Vanuit de ISD is aangegeven dat, op basis van de realisatie 2013 en het stijgend aantal cliënten de afgelopen periode (januari – augustus 2014), er in 2014 een hoger bedrag uitgegeven zal worden dan in 2013. Naast het bovenstaande pakket minimaregelingen vindt armoedebestrijding ook met behulp van andere activiteiten en door andere organisaties plaats. Het gaat daarbij om de volgende organisaties: VKB, SW&D, CJG, Stichting Leergeld, Si!, Voedselbank, Acantus, Marenland en Menzis. In het overzicht hieronder staan de huidige activiteiten van deze organisaties. Het gaat om activiteiten die 2 gericht zijn op vroegsignalering, op preventie en armoedebestrijding specifiek gericht op kinderen . De activiteiten gericht op vroegsignalering en preventie richten zich op verschillende doelgroepen, zoals: gezinnen, kinderen, volwassenen. Daarom is ook een aparte kolom in het overzicht toegevoegd, om de specifieke activiteiten gericht op kinderen aan te geven. Een aantal organisaties, zoals de woningcorporaties en Menzis richten zich niet specifiek op armoedebestrijding. Met deze organisaties zijn specifieke afspraken gemaakt over het signaleren van bijvoorbeeld betalingsachterstanden en de aanpak daarvan.
1 2
Overzicht uit de notitie Modernisering minimabeleid (ISD, 2014) Overzicht uit de notitie ‘Preventie, vroegsignalering en armoedebestrijding gericht op kinderen’ (SW&D 2014)
2
Overzicht activiteiten gericht op vroegsignalering, preventie en armoedebestrijding bij kinderen
Organisatie ISD
Vroegsignalering
Preventie
Specifiek gericht op kinderen
•
•
Via diverse bronnen komen in een vroegtijdig stadium signalen binnen van achterstanden in betalingen, bijvoorbeeld van de energienota of de ziektekostenpremie. Een werkgroep van de ISD is bezig de signalen te verzamelen en te onderzoeken hoe hier adequater op te kunnen reageren; Melding van Menzis bij achterstanden in de Collectieve verzekering; Bij nieuwe aanvragen wordt de vermogenspositie in beeld gebracht. Een eventuele schuldenpositie wordt op deze manier gesignaleerd.
•
Er is een pilot met Menzis en Essent in wijkteam Delfzijl Noord in voorbereiding. De instanties melden in een vroeg stadium bij betalingsachterstanden en de VKB gaat bij een deel van de aanmeldingen op huisbezoek om vroegtijdig te kunnen ingrijpen. Convenant met woningcorporaties ter voorkoming huisuitzetting.
•
• • • •
VKB
•
• • •
•
“Geld speelt een rol 25-“.Training van 2 dagdelen voor jongeren, verzorgd door de VKB en het Centrum voor Neuro-motorische training; “Geld speel een rol” . Training van 2 dagdelen voor mensen ouder dan 25 jaar, verzorgd door de VKB; Spreekuur VKB voor advies vragen, gehouden op het Werkplein; Cliënten worden uitgenodigd voor een gesprek bij achterstanden in vaste lasten; In geval van een Collectieve verzekering bij Menzis wordt bij constatering van een achterstand in de premiebetaling, de volgende premie rechtstreeks van de uitkering naar Menzis overgemaakt. Zo wordt een bestuurlijke boete voorkomen. “Geld speelt een rol 25-“. Een training van 2 dagdelen voor jongeren, i.s.m. het Centrum voor Neuro motorische training, ingekocht door de ISD; “Geld speel een rol”. Een training van 2 dagdelen voor mensen ouder dan 25 jaar, ingekocht door de ISD; Uitstroom workshop, een training van 1 dagdeel, gericht op zelf weer budgetteren; Adviesgesprekken; Bij zware problematiek: uitvoering tweede kans beleid woningbouwverenigingen.
• •
•
•
•
• •
Regelingen voor kinderen via bijvoorbeeld Participatiefonds; Aangesloten bij website “kansvooreenkind”.
“Kost dat”, een voorlichtingsprogramma voor basisscholen, groep 7, 8; Jongerenloket (spreekuur op het Werkplein); Incidenteel voorlichting op scholen.
3
Organisatie SW&D
Vroegsignalering
Preventie
Specifiek gericht op kinderen
• • •
•
Via de afdelingen in de organisatie die niet in de eerste instantie gericht zijn op financiële problemen, maar dit wel signaleren, zoals bijvoorbeeld mantelzorgondersteuning of het jongerenwerk. De brede welzijnswerkers en maatschappelijk werkers die in wijk/gebiedsteams werken, zijn getraind in het kijken naar "de vraag achter de vraag" en signaleren zo ook problematiek op andere leefgebieden dan de oorspronkelijke vraag van de cliënten. Dit geldt ook voor problematiek op financieel gebied; Via vrijwilligers van Humanitas, Formulierenbrigade, Steunpunt administratie en Leergeld worden signalen van schuldenproblematiek gerapporteerd aan SW&D; Via adviesvragen bij Bureau Sociaal raadslieden over WSNP/wet- en regelgeving met betrekking tot schulden.
•
SW&D is deelnemer van het CJG.
• • •
Budgetadvies; Voorzieningencheck; Formulierenbrigade/Steunpunt Administratie; Seniorenvoorlichting; Vragen via de steunstees; Bij zware problematiek: huisbezoeken naar aanleiding van melding dreigende ontruiming via OGGZ, sociaal juridische vraagstukken via Bureau Sociaal Raadslieden
•
•
CJG
•
• Leergeld
•
(Jeugdsportfonds)
•
•
Humanitas
• • •
Organiseert incidenteel activiteiten die gericht zijn op financiën, en daarnaast activiteiten die zelfredzaamheid en “beter in je vel” stimuleren.
•
Komt veel bij gezinnen thuis en signaleren dan financiële problematiek of armoede.
•
Zie de kolommen links.
Behandelen aanvragen van tegemoetkomingen voor kinderen. Analyse van inkomsten en uitgaven en kijken welke voorzieningen gebruikt worden en of mensen voorzieningen laten liggen. In dat laatste geval vragen ze die voorzieningen ook aan voor mensen of verwijzen ze door naar Humanitas of de Steunpunten administratie.
•
Krijgen veel aanmeldingen via scholen. Het aanbieden van een regeling via Leergeld blijkt een praktische een laagdrempelige manier om ouders te benaderen. Attenderen en informeren ouders op/over de verschillende regelingen en mogelijkheden.
•
Een bedrag toekennen, zodat aan een activiteit deelgenomen kan worden, of iets aangeschaft kan worden. Informatie verstrekken over regelingen en mogelijkheden voor kinderen. Informeren over regelingen voor kinderen of doorverwijzen naar andere organisaties.
Aanvragen van voorzieningen en inkomen op orde maken; Deelname aan Steunpunten Administratie Bij zware problematiek: Ordenen van de thuisadministratie.
•
Komen bij mensen thuis en signaleren armoede en niet gebruik van regelingen. Signaleren ook veel psychosociale problematiek.
•
•
• •
Niet in het bijzonder.
4
Organisatie Si!
Vroegsignalering
Preventie
Specifiek gericht op kinderen
•
Houden van spreekuren voor vluchtelingen en migranten met vragen over wet- en regelgeving en budgetproblemen. Het maken van een budgetplan bij eerste opvang van vluchtelingen in de DAL gemeenten. Eerste 6 maanden van verblijf in DAL gemeenten wordt verplicht gebudgetteerd bij VKB om inkomen op orde te krijgen.
•
Begeleiding van nieuwkomers en migranten in (zeer) ingewikkelde procedures van huisvesting en inburgering in Nederlandse wet- en regelgeving voor de duur van één jaar. Spreekuren voor vluchtelingen en migranten over wet/regelgeving en budgetproblemen. Deskundigheidsbevordering professionals en vrijwilligers op gebied inkomensondersteunende maatregelen (start 2015). Ontwikkeling digitale wegwijzer, waarmee doelgroep ondersteund wordt bij sneller inzicht krijgen in administratieve procedures en financiën.
• •
Ouders worden attent gemaakt op kortingsregelingen. Met behulp van landelijke sportimpulsmiddelen (en overleg met de sportorganisaties) kijken of extra activiteiten ingezet kunnen worden.
• •
• • •
Voedselbank
•
Bij zware problematiek : burger voorzien van een aanvulling op hun huishoudelijke uitgaven.
•
Bij de burgers die zich melden bij de voedselbank is er sprake van zware problematiek. Zij moeten langdurig leven onder een bepaald minimum om voor deze voorziening in aanmerking te kunnen komen. Van Vroegsignalering is geen sprake. Er wordt wel veel gesignaleerd over de financiële situatie van de cliënt. Checken op inkomens situatie en gebruik van regelingen en voorzieningen. Elke aanmelding wordt gerapporteerd aan de ISD, die checkt of de klant een uitkering heeft en die bij SW&D laat checken of die daar ook bekend is.
•
Pakketten worden aangepast op gezinssituatie.
Acantus
•
Bij zware problematiek melding bij OGGZ. Convenant met VKB m.b.t dreigende ontruimingen.
•
Is bezig het incassobeleid te herzien en onderzoekt e tevens hoe signalen, zoals bijvoorbeeld de 1 aanmaning bij niet betaling van de huur, weg te zetten is bij andere partijen.
•
Niet in het bijzonder.
•
Marenland
• •
Huisbezoek bij achterstanden; Bij zware problematiek: tweede kans beleid en melding bij OGGZ bij dreigende ontruimingen.
•
Benaderen de bewoner actief in geval van huurachterstand voordat dit gemeld wordt bij het OGGZ.
•
Niet in het bijzonder.
Menzis
•
Geen activiteiten gericht op vroegsignalering.
• •
Samenwerking met ISD; Pilot in wijk Delfzijl Noord i.s.m. de VKB in Delfzijl Noord (zie VKB).
•
Niet in het bijzonder.
5
Uit bovenstaande overzichten blijkt dat er al veel gedaan wordt aan armoedebestrijding bij kinderen. De organisaties zien echter ook mogelijkheden voor extra activiteiten. Deze mogelijkheden worden in hoofdstuk 2 beschreven.
1.2 Financiën Voor het uitvoeren van taken ontvangen de verschillende organisaties middelen van de gemeenten. De VKB, ISD, CJG en SW&D ontvangen structurele financiering. Deze bedragen worden jaarlijks opgenomen in de gemeentelijke begroting. Met Menzis en de woningcorporaties hebben de gemeenten geen (structurele) financiële relatie. Een aantal organisaties (stichtingen of verenigingen) ontvangt incidentele subsidies. In de begroting 2014 van de gemeente Delfzijl zijn de volgende bedragen opgenomen:
Gemeente Delfzijl Activiteit Formulierenbrigade Humanitas St. Leergeld Jeugdsportfonds Voedselbank Voedselbank
2014 € 5.500 € 3.000 4 € 12.500 € 7.500 € 6.000 (huisvesting) € 4.000 (pakketten)
2015 € 5.500 € 3.000 € 12.500 € 7.500 € 6.000 (huisvesting) € 4.000 (pakketten)
Totaal
€ 38.500
€ 38.500
3
1.3 Kaders en uitgangspunten voor het armoedebeleid In het kader van de decentralisaties hebben de DAL gemeenten gekozen voor een aantal gezamenlijke kaders en uitgangspunten, waarbinnen beleid en activiteiten ontwikkeld en georganiseerd moeten worden. In onder meer de paraplunotitie en de kadernota Sociaal Domein zijn deze uitgangspunten aangegeven. Belangrijke kaders en uitgangspunten voor het armoedebeleid zijn: -
Inwoner (de vraag van de inwoner) staat voorop, in denken en handelen en niet de organisatie(s). Zet in op preventie, te beginnen bij jeugd, om latere problemen voor te zijn. Participatie voorop, focus op meedoen, werk en scholing. Uitgangspunt: eigen kracht en verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en zelfreflectie (wat kan ik wel): indien nodig en mogelijk informele (buren)hulp, vrijwilligers en mantelzorg. Ondersteun burgerinitiatieven. Maatwerk: wat kan iemand zelf, waar hulp van netwerk, vangnet overheid alleen waar nodig. Er op af !, waar nodig. Stel een ombudsman in die alle problemen in kaart brengt tijdens de uitvoering.
1.4 Onderzoek Kinderen in Tel In 2011 en 2012 heeft het Verwey Jonker Instituut onderzoek gedaan naar het welzijn van kinderen in alle gemeenten. Er is gemeten op basis van twaalf indicatoren. In februari 2014 heeft het instituut in de notitie Kinderen in Tel de scores van 2011 en2012 gepubliceerd. De gemeente Delfzijl staat in 2012 op de derde plaats (zie het overzicht op de volgende bladzijde). Uit de scores blijkt dat Delfzijl onder meer hoog scoort op het aantal kinderen in een achterstandswijk en een uitkeringsgezin. Het belang van een gezamenlijk aanpak door alle betrokken organisaties wordt hiermee onderstreept nog eens extra onderstreept.
3 4
Het gaat hier om de bedragen voor de begroting 2015 gemeente Delfzijl.Deze begroting 2015 moet nog vastgesteld worden door de raad. De raad van de gemeente Delfzijl heeft in 2013 besloten, middels een unaniem aangenomen amendement, om de subsidie aan Stichting Leergeld voor 2014 en 2015 te verhogen met € 5000,- naar € 12.500,- jaarlijks.
6
Kinderen in Tel scores 2012
(Uit: Kinderen in Tel, Verwey Jonker Instituut, publicatie februari 2014)
Delfzijl had in 2012 26.305 inwoners, waarvan 16 % 0-14 jarigen (= 4208 kinderen) en 11% 15-24 jarigen (= 2893 jongeren) 1.5 Veranderingen vanaf 1 januari 2015 Gemeenten moeten de decentralisaties niet alleen met minder geld uitvoeren, ook verschillende regelingen veranderen. Zo worden de categoriale regelingen bijzondere bijstand voor kinderen, chronisch zieken en gehandicapten afgeschaft. Er kunnen alleen nog individuele aanvragen ingediend worden. Ook worden de Compensatieregeling Eigen Risico en Wet tegemoetkoming Chronisch Zieken afgeschaft. Gemeenten kunnen eventueel zelf een nieuwe compensatieregeling inrichten, maar zullen daar zelf budget voor moeten vinden. Ook veranderen de kindregelingen. Er blijven in 2015 vier kindregelingen over: kinderbijslag, kindgebonden budget, de combinatiekorting en kinderopvangtoeslag. Binnen deze regelingen vinden ook veranderingen plaats. Zo gaat bijvoorbeeld de inkomensgrens van het kindgebonden budget naar beneden, waardoor mensen met een inkomen boven deze grens minder tegemoetkoming krijgen. Voor verschillende groepen betekenen deze maatregelen een vermindering van de inkomsten. Een belangrijke vraag daarbij is wat de gevolgen daarvan zijn voor de kinderen als het gaat om sport, cultuur scholing en ontwikkeling. Is er binnen het inkomen ruimte om de kinderen aan deze activiteiten deel te laten nemen ? Ook deze veranderingen en de mogelijke gevolgen daarvan, hebben de organisaties besproken in het kader van extra mogelijkheden voor armoedebestrijding bij kinderen/jeugd zijn.
2. Extra mogelijkheden armoedebestrijding kinderen/jeugd Naast de bestaande activiteiten die in het overzicht op de bladzijden 3, 4 en 5 beschreven worden, zien de organisaties andere mogelijkheden om extra in te zetten op armoedebestrijding bij kinderen. Juist omdat de gemeentelijke financiën onder druk staan, is gekeken naar activiteiten die zonder extra budget gerealiseerd kunnen worden. Dat is mogelijk, omdat het bijvoorbeeld om een iets andere invulling van de activiteit gaat, er (meer) samengewerkt kan worden, of door bijvoorbeeld het werven van vrijwilligers. Hieronder volgt een beschrijving van de mogelijkheden. Activiteit 1. Integrale externe fondsenwerving
Omschrijving Elke organisatie is afzonderlijk op zoek naar externe financiering. Door gezamenlijk op te trekken en gezamenlijke aanvragen te doen, lukt het misschien om (meer) externe financiering binnen te halen. Inzet van menskracht vanuit de organisaties kan als cofinanciering ingezet worden.
2. Onderzoek doen naar provinciale fondsen
De gemeenten dragen financieel bij aan provinciale fondsen (sport, cultuur). Onderzocht zou kunnen worden of deze deelname voortgezet moet worden of beëindigd kan worden en wat de voordelen en nadelen hiervan zijn.
7
Activiteit 3. Duidelijk afspraken met het onderwijs over bekostiging nietonderwijsgerelateerde activiteiten
Omschrijving Wat de scholen de ouders in rekening brengen als het gaat om onderwijsgerelateerde en niet-onderwijsgerelateerde kosten is niet (altijd) duidelijk. Het is van belang om hier goede afspraken over te maken, zodat de beschikbare middelen zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden.
4. Activiteiten voor en door jongeren
Jongeren initiëren en ontwikkelen zelf activiteiten voor kinderen/jongeren, onder begeleiding van/met hulp van de jongerenwerkers/Jimmy’s. Dit kunnen allerlei activiteiten zijn, bijv.: spelactiviteiten, beweegactiviteiten, coaching of hulp.
5. (Sport)activiteiten voor nieuwkomers
Kinderen van nieuwkomers kunnen vaak niet sporten door het lage inkomen. Er wordt gewezen op Stichting Leergeld maar er zijn meer mogelijkheden nodig. Met Naschoolse activiteiten Delfzijl NSA Delfzijl) zou besproken kunnen worden of er mogelijkheden zijn binnen de bestaande naschoolse activiteiten.
6. Aansluiten bij informatiemarkten en themabijeenkomsten
Het CJG organiseert informatiemarkten, themabijeenkomsten en er zijn speciale themaweken. Andere organisaties kunnen hierbij aansluiten, men kan gezamenlijk informatie geven. Ervaring leert dat herhalen van informatie noodzakelijk is (structureel informeren) en dat ook goed aangegeven moet worden waar men met vragen terecht kan.
7. Prijsvraag rond preventie
Preventie (voorkomen van zwaardere hulp/zorg) moet je samen met de scholen uitvoeren. Je zou er een lesweek van kunnen maken, bijvoorbeeld rond het thema weerbaarheid: hoe weersta je de verleiding allerlei dingen te kopen. Je zou er ook een prijsvraag aan kunnen koppelen (welke school kan het beste besparen). Het is belangrijk om (ook met behulp van activiteiten) structureel aandacht aan preventie te besteden.
8. Bespaartips geven (zie ook 6 en 7)
Als het gaat om bespaarmogelijkheden is er vaak sprake van onwetendheid of schroom. Simpele bespaartips kunnen al helpen. Deze tips moeten gemakkelijk te vinden zijn, gegeven worden. Binnen het project Ouders en CJG wordt nu met een aantal gezinnen gekookt, om te laten zien dat dit gezond en goedkoop kan.
9. Versterken vroegsignalering onderwijs
Binnen het onderwijs is veel kennis aanwezig (bijv. rond thuissituatie kinderen) en de wisselwerking en afstemming van informatie kan nog beter. Ook kan de school de ouders informeren over verschillende regelingen en organisaties als Stichting Leergeld.
10. Training gespreksvoering
Professionals met een andere specialisatie vinden het soms moeilijk om over geldproblemen te praten. Daarnaast wachten mensen vaak heel lang met het aankaarten van geldproblemen. Bij voorlichting en informatie moet hier aandacht aan geschonken worden en de professionals kunnen getraind worden in gespreksvoering over dit onderwerp. Dit moet integraal opgepakt worden.
8
Activiteit 11. Aandacht voor situatie kinderen bij gespreksvoering
Omschrijving Verschillende organisaties voeren het gesprek met de volwassenen en dan gaat het over specifieke problemen (bijv. schulden). In het gesprek zou ook aandacht moeten zijn voor de situatie van het kind. Deze informatie kunnen de organisaties met elkaar delen.
12. Jeugdverwijsindex
Organisaties kunnen in de Jeugdverwijsindex een signaal over een kind afgeven en een verzoek tot samenwerking doen. Nog niet alle organisaties zijn aangesloten bij de Verwijsindex. Onderzoeken welke organisaties aangesloten zijn en welke nog niet en met deze organisaties in gesprek gaan.
13. Website ‘Help uzelf vooruit’ beter onder de aandacht brengen.
Op deze website komen alle regelingen te staan voor minima en mensen met een kleine beurs. Men kan hier alle relevante informatie, mogelijkheden en adres/telefoonnummers vinden.
14. Bestaand lespakketten optimaal inzetten en benutten.
Er zijn al pakketten voor het basisonderwijs. De VKB heeft recent een pakket voor het vmbo ontwikkeld: ‘De financiële wegwijzer’. Scholen moeten gestimuleerd worden (ook door de gemeenten) om de lespakketten te gebruiken.
3. Samenwerkingsmogelijkheden In de inleiding werd de door SW&D opgestelde notitie ‘Preventie, vroegsignalering en armoedebestrijding gericht op kinderen’ (SW&D 2014) al even kort aangestipt. De notitie is aan alle organisaties voorgelegd met het verzoek om te reageren. Dit leverde uiteenlopende reactie op en daarom hebben de drie gemeenten besloten opnieuw een overleg te organiseren met alle betrokken organisaties. Deze overleggen (drie) hebben in augustus – september 2014 plaatsgevonden. Doel van deze overleggen was, om te bespreken of er extra activiteiten op het gebied van armoedebestrijding van kinderen/jeugd georganiseerd zouden kunnen worden. Daarnaast heeft in deze overleggen een bredere verkenning plaatsgevonden, waarbij besproken is of er nauwer samengewerkt zou kunnen worden en activiteiten gezamenlijk opgepakt en uitgevoerd zouden kunnen worden. Door de organisaties werden verschillende mogelijkheden genoemd om effectiever en efficiënter samen te werken. Hieronder worden deze mogelijkheden beschreven.
3.1 Verschillende organisaties zijn met hetzelfde bezig Verschillende organisaties houden zich met dezelfde doelgroep(en) en vergelijkbare activiteiten bezig. Als het gaat om schuldenproblematiek probeert de VKB in een pilot met het doeteam Delfzijl Noord bij mensen ‘achter de voordeur’ te komen. De leden van het doeteam vinden dit niet gemakkelijk en het is arbeidsintensief. Bij de ISD loopt een onderzoek naar schulden bij uitkeringsgerechtigden, om te kijken of je van bepaalde groepen een ‘beeld’ (profiel) kunt maken en hier een methodiek voor kunt ontwikkelen. Vanuit de OGGZ is men gewend om ‘achter de voordeur’ te komen en te kijken. SW&D probeert te ‘ontzorgen’ door bijvoorbeeld een voorzieningencheck, zodat mensen toch kunnen participeren. Conclusie organisaties: - Ongeveer 15% van de bevolking heeft met schuldenproblematiek te maken. - Bij multiproblematiek is ook altijd sprake van schuldenproblematiek. - Er wordt (nog) te weinig organisatieoverstijgend gedacht en gehandeld.
9
3.2 Uitkomst doeteams en onderzoeken De doeteams zijn nog maar net gestart, dus concrete resultaten zijn nog niet bekend. Dat geldt ook voor de bij 3.1 genoemde onderzoeken. Ook de uitkomsten van bijvoorbeeld ‘Veerkracht’ zijn van belang voor de verdere uitwerking en inrichting van de teams die in de wijken gaan opereren. Conclusie organisaties: - Wat je meet moet duidelijk zijn. Dan kun je ook vaststellen wat de resultaten zijn. - Aan het begin van een traject is het van belang om effectieve middelen in te zetten (leidt tot voorkomen of beperken). - Er zijn nieuwe inzichten ten aanzien van armoede: schaarste van geld, maar ook tijd, geeft stress en heeft tot gevolg dat mensen slecht vooruit kunnen denken. Gevolg is dat zij bij de dag leven en soms onlogische c.q. niet verstandige besluiten nemen.
3.3 Informatie/informatie-uitwisseling Organisaties weten niet altijd van elkaar waar ze mee bezig zijn (zie ook 3.1 en 3.2). Ook is niet altijd e e duidelijk of een organisatie in de 1 of 2 lijn zit. Bij informatie-uitwisseling steekt dit erg nauw. Het is ook van belang om digitaal informatie te bundelen en informatie op een goede manier te ontsluiten/toegankelijk te maken voor de doelgroep. Conclusie organisaties: - (Digitale) informatie moet bruikbaar en gemakkelijk (centraal) te vinden zijn voor de cliënt. - Duidelijk afspraken over informatie-uitwisseling tussen ketenpartners (centraal punt ?).
3.4 Preventie/vroegsigalering Schulden/armoede is niet alleen een financieel probleem. Het gaat er ook om hoe je het beleeft en hoe je weerbaar(der) gemaakt kunt worden en hoe je toch participeert. Initiatief/ideeën van mensen zelf zijn hierbij ook van groot belang (bijvoorbeeld initiatief om op leegkomend terrein volkstuinen aan te leggen). Conclusie organisaties: - De focus moet niet alleen liggen op het oplossen van schulden, maar breder op beleving, weerbaarheid, participatie (ook een centraal punt?) - Welke voorzieningen/activiteiten kunnen hierbij voor verschillende groepen een rol spelen? - Hoe kan op het gebied van preventie en vroegsignalering beter samengewerkt worden tussen organisaties?
3.5 Samenwerking en samenvoegen Organisaties kunnen (nog) slimmer samenwerken. Benutten van elkaars kennis, activiteiten en personeel. Regelingen moeten/kunnen beter op elkaar aansluiten. Met/door de inzet van (meer) vrijwilligers kun je misschien geld vrij spelen, zodat bepaalde activiteiten toch voortgezet kunnen worden. Conclusie organisaties: - Onderzoeken welke activiteiten je samen kunt voegen/gezamenlijk uit kunt voeren. - Onderzoeken hoe je regelingen beter op elkaar aan laat sluiten (zie ook 3.7), daarbij gebruik maken van de kennis en ervaring die in ‘Van regeling tot actie’ is opgedaan.
3.6 Groepsaanpak Niet alle hulp/ondersteuning hoeft individueel of per gezin aangeboden te worden. Ondersteuning of een activiteit in groepsverband kan bijdragen aan het ontwikkelen van eigen kracht, inzien dat je niet alleen een probleem hebt en leren anderen te ondersteunen en helpen.
10
Conclusie organisaties: - Onderzoeken of/welke activiteiten je in groepsverband aan kunt/wilt bieden.
3.7 Uitstroom en instroom SW&D krijgt cliënten die bij de VKB uitgestroomd zijn. Op deze manier los je het probleem niet op. Moeten beleidsregels/werkproces aangescherpt worden om dit te voorkomen ? Wanneer mag je iemand iets verplichten (schuldhulpverlening, tegenprestatie, activiteit etc.). Hoe zorg je er voor dat de basisbehoeften van mensen (wonen, vaste lasten, eten, kleding) gegarandeerd zijn. Conclusie organisaties: - Niet de illusie hebben dat je iedereen kunt helpen, maar ook niet te snel opgeven. - Inzet op kansrijke en/of te coachen groepen - Ten aanzien van alle groepen (individu) duidelijke keuzes maken wie op welke manier geholpen wordt, wat iemand zelf moet doen enz.
3.8 Vrijwilligers Vrijwilligers zijn kwetsbaar, staan onder druk. De komende periode zal een groter beroep gedaan worden op vrijwilligers, mantelzorgers, omgeving. Hoe krijgen we meer vrijwilligers en hoe versterken/ondersteunen we de vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers. Vrijwilligers kunnen op allerlei manieren kinderen helpen/ondersteunen (ambassadeurs, meelopen in bedrijf, kennis laten maken met cultuur, sport(helden) etc.). Vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers kunnen het vangnet van professionele schuldhulpverlening verder verfijnen. Conclusie organisaties: - Onderzoeken hoe we meer vrijwilligers krijgen en kunnen versterken/ondersteunen. - Onderzoeken hoe we kinderen in contact kunnen brengen met ‘successen’ (en wereldbeeld vergroten, talent ontwikkelen).
3.9 Focus/doelgroep(en) Het aantal aanvragen bij organisaties neemt toe. Dit dwingt tot keuzes maken. Basisregelingen moeten in stand gehouden worden. Daarnaast kijken bij welke regelingen/activiteiten je keuzes kunt maken. De focus moet op kinderen liggen. Zij moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen. Conclusie organisaties: - Er zijn wettelijke regels waar je uitvoering aan moet geven (geen verandermogelijkheid). - Schuldhulpverlening gezinnen moet blijven (komt kinderen ten goede). - Focus op kinderen (regelingen voor kinderen).
4. Aanpak intensivering samenwerking Colleges en raden van de DAL gemeenten hebben aangegeven extra in te willen zetten op armoedebestrijding bij kinderen/jeugd. Alle betrokken organisaties hebben gezamenlijk de mogelijkheden besproken en een keuze gemaakt. In hoofdstuk vijf wordt deze keuze beschreven en toegelicht. Naast gerichte (extra) activiteiten voor kinderen/jeugd hebben de organisaties ook besproken of, en hoe, er slimmer en efficiënter samengewerkt kan worden. In hoofdstuk 3 zijn deze mogelijkheden kort beschreven. De organisaties hebben aangegeven werk te willen maken van de activiteiten die bij 3.1 t/m 3.9 genoemd worden. Daarvoor worden een aantal vervolgbijeenkomsten gepland, met als doel een plan van aanpak op te stellen. De planning ziet er als volgt uit.
11
Activiteit Alle organisaties brengen 3.1 t/m 3.9 in kaart. Wat doet de organisatie nu, waar ziet men kansen/mogelijkheden
Actie door: Alle organisaties
Tijdpad sept. en okt. 2014
Bijeenkomst waarin de uitkomsten besproken worden en afspraken m.b.t. vervolgactiviteiten gemaakt worden (verder onderzoek en uitwerking)
Gemeente Delfzijl organiseert bijeenkomst
eind oktober 2014
Vervolgactiviteiten
Alle organisaties
nov. - dec 2014
Bijeenkomst waarin de uitkomsten besproken worden
Gemeente Delfzijl organiseert bijeenkomst
begin januari 2015
Schrijven notitie of voorstel aan de hand van de uitkomsten
Notitie/voorstel eind januari 2015 klaar
5. Keuze extra activiteiten armoedebestrijding kinderen/jeugd De DAL gemeenten en de organisaties hebben in de periode augustus - september 2014 drie keer met elkaar gesproken over extra mogelijkheden en activiteiten met betrekking tot armoedebestrijding bij kinderen/jeugd. Dit heeft geleid tot veertien concrete activiteiten. In hoofdstuk 2 zijn deze activiteiten kort beschreven. Het gaat om veertien activiteiten die extra of aanvullend zijn op alle activiteiten die al plaatsvinden. Uit de overzichten op bladzijde 3, 4 en 5 blijkt hoeveel bestaande activiteiten er al zijn. De organisaties hebben aangegeven dat er de afgelopen jaren sprake was van bezuinigingen. Er moest (moet) meer met minder geld gedaan worden. De ‘rek’ is er daardoor bij veel organisaties uit. Daarom vinden de organisaties het van belang om concrete resultaten te boeken. Liever drie activiteiten goed neerzetten en uitvoeren, dan veel activiteiten organiseren met ‘halfbakken’ resultaten. Daarnaast vinden de organisaties het van belang om aan te sluiten bij bestaande activiteiten. Daarmee wordt versterkt wat al in gang gezet is. Op basis van deze overwegingen hebben de organisaties uit het overzicht met de veertien activiteiten op bladzijde 7 en 8, de volgende activiteiten gekozen: Activiteit 2. Onderzoek doen naar provinciale fondsen
Omschrijving De gemeenten dragen financieel bij aan provinciale fondsen (sport, cultuur). Onderzocht zou kunnen worden of deze deelname voortgezet moet worden of beëindigd kan worden en wat de voordelen en nadelen hiervan zijn.
Trekker Stichting Leergeld
5. (Sport)activiteiten voor nieuwkomers
Kinderen van nieuwkomers kunnen vaak niet sporten door het lage inkomen. Er wordt gewezen op Stichting Leergeld maar er zijn meer mogelijkheden nodig. Met Naschoolse activiteiten Delfzijl NSA Delfzijl) zou besproken kunnen worden of er mogelijkheden zijn binnen de bestaande naschoolse activiteiten.
Si!
12
Activiteit 6. Aansluiten bij informatiemarkten en themabijeenkomsten
Omschrijving Het CJG organiseert informatiemarkten, themabijeenkomsten en er zijn speciale themaweken. Andere organisaties kunnen hierbij aansluiten, men kan gezamenlijk informatie geven. Ervaring leert dat herhalen van informatie noodzakelijk is (structureel informeren) en dat ook goed aangegeven moet worden waar men met vragen terecht kan.
Trekker CJG
12. Verwijsindex
Organisaties kunnen in de Verwijsindex een signaal over een kind afgeven en een verzoek tot samenwerking doen. Nog niet alle organisaties zijn aangesloten bij de Verwijsindex. Onderzoeken welke organisaties aangesloten zijn en welke nog niet en met deze organisaties in gesprek gaan.
CJG
13. Website ‘Help uzelf vooruit’ beter onder de aandacht brengen.
Op deze website komen alle regelingen te staan voor minima en mensen met een kleine beurs. Men kan hier alle relevante informatie, mogelijkheden en adres/telefoonnummers vinden. Er zijn al pakketten voor het basisonderwijs. De VKB heeft recent een pakket voor het vmbo ontwikkeld: ‘De financiële wegwijzer’. Scholen moeten gestimuleerd worden (ook door de gemeenten) om de lespakketten te gebruiken.
SW&D
14. Bestaand lespakketten optimaal inzetten en benutten.
Gemeenten (LEA-overleg)
Als de raden zich kunnen vinden in dit voorstel, dan worden deze activiteiten door de gemeenten en organisaties de komende maanden opgepakt en uitgevoerd. Vanuit de organisaties is ook aangegeven dat de eerste activiteit: Integrale externe fondsenwerving van groot belang is. Met geld kun je immers meer doen en bereiken. De meeste organisaties hebben echter niet de kennis en menskracht in huis als het gaat om fondsenwerving. Het aanvragen van subsidies vraagt de nodige kennis en expertise. In de vervolgoverleggen die de komende periode plaats gaan vinden, zal besproken worden hoe deze activiteit opgepakt en uitgevoerd kan worden. Ook willen de organisaties de gemeenteraden meegeven dat een gezamenlijk optrekken van de drie gemeenten op het gebied van armoedebestrijding, en dan gaat het zowel om de financiële keuzes, als beleidsmatig, de organisaties helpt bij het uitvoeren van hun activiteiten. Tot slot hebben de organisaties aangegeven dat het onderwijs vaak geen deel uit maakt van de overleggen en dat er winst valt te behalen uit het verbeteren van de contacten en informatieuitwisseling met het onderwijs. Het onderwijs zal daarom uitgenodigd worden voor de vervolgbijeenkomsten.
13