Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Bepaling BKZ aandelen per medisch specialisme
Kenmerk
11D0014092
1. Inleiding Dit memo dient ter voorbereiding op de 4de klankbordgroepbijeenkomst van 20 april 2011. In de eerste twee bijeenkomsten stond de relatie tussen de honorariumtarieven 2012 en het onderhandelingsakkoord centraal. In de derde klankbordgroepvergadering van 14 maart 2011 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de berekening van de beschikbare budgettaire middelen per specialisme toegelicht. In de 3de klankbordgroepbijeenkomst van 14 maart 2011 is verzocht om bij de totstandkoming van het tarief uit te gaan van de vrijgevestigde medisch specialisten. De tariefberekening dient niet beïnvloed te worden door de specialisten in loondienst. De NZa heeft toegezegd de mogelijkheden op dit terrein te verkennen. De NZa heeft een methode ontwikkeld (zie hoofdstuk 2.2) die aansluit bij de opvatting van de klankbordgroep. Tijdens deze klankbordgroep is tevens ingegaan op de verdeling van de BKZ middelen naar de verschillende medisch specialismen. De NZa gaat bij de berekening van de toedeling van de BKZ middelen naar medisch specialismen in principe uit van de DHD FTE gegevens. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om tot uiterlijk eind maart 2011 te reageren op deze voorgenomen toerekening (methodiek en bronnen). De reacties vormen de basis voor een aanscherping van de methodiek. In hoofdstuk 3 wordt dit kort toegelicht.
2. Doorontwikkeling methodiek In het consultatiedocument ‘honorarium medisch specialisten DOT 2012’ van januari 2011 (zie ook www.nza.nl) is een methodiek voor de berekening van de honorariumtarieven 2012 beschreven. Tijdens de besprekingen van de door de NZa beschreven methodiek heeft de klankbordgroep naar voren gebracht dat: 1. De overgang van DBC’s naar DBC zorgproducten (DOT) een verschuiving in omzetten met zich meebrengt. 2. Dat de berekeningsmethodiek van de honorariumcomponenten zoals door de NZa gepresenteerd op voorhand niet aansluit bij het in het convenant overeengekomen BKZ bedrag medisch specialisten (€ 2.021 mln voor 2012). Uitgangspunt zou volgens de klankbordgroep moeten zijn dat de vrijgevestigde specialisten op grond van de honorariumtarieven 2012 dit bedrag kunnen realiseren.
In de bijeenkomst van 14 maart 2011 deed de klankbordgroep het verzoek om bij de totstandkoming van het tarief uit te gaan van de vrijgevestigde specialisten en de specialisten in loondienst buiten beschouwing te laten. De NZa heeft toegezegd de mogelijkheden op dit terrein te verkennen. In hoofdstuk 2.1 wordt de methodiek beschreven die door klankbordgroep is voorgesteld. In paragraaf 2.2 wordt een alternatieve methodiek beschreven.
2.1 tariefberekening exclusief loondienst Bij deze methodiek wordt het BKZ medisch specialisten (hierna: BKZ MS) gekoppeld aan uitsluitend de productie van de specialismen die ten laste van dit budgettair kader declareren1. De productie en de budgettaire middelen van de overige specialisten worden dus buiten beschouwing gelaten. In onderstaand figuur wordt dit visueel geschetst. Figuur 1 - tariefberekening exclusief loondienst
Verdeling BKZ MS obv FTE vrijgevestigd
Resultaat: honorariumcomponent vrijgevestigde
In de tijdbestedingonderzoeken waren de vrijgevestigde medisch specialisten ook leidend voor de tariefberekening van het geheel aan specialisten. Het BKZ MS wordt in tegenstelling tot het huidige scenario niet opgeschaald voor specialisten in loondienst. Sommige zorgproducten worden echter niet of nauwelijks geleverd door de vrijgevestigde specialisten. De tarieven van deze producten zullen in de tariefberekening dus op een alternatieve wijze tot stand moeten komen.
1
Voor een exacte beschrijving van de bepaling van de specialisten die declareren ten laste van het BKZ medisch specialisten en het BKZ ziekenhuizen wordt verwezen naar de brief ‘onderbouwing van de overschrijding BKZ 2009’ van 15 november 2010 van VWS met kenmerk CZ-IPZ 3034892 te vinden op de website van de NZa. Omwille van de eenvoud wordt in het vervolg van het memo gesproken over vrijgevestigde medisch specialisten en specialisten werkzaam in loondienst.
Kenmerk
11D0014092 Pagina
2 van 5
Kenmerk
2.2 tariefberekening voor alle zorgproducten
11D0014092 Pagina
In lijn met het bovenstaande is er een methodiek mogelijk waarbij de gegevens met betrekking tot de vrijgevestigde medisch specialisten als uitgangspunt wordt genomen, maar waarbij ook een tarief berekend wordt voor de producten die (bijna) uitsluitend door de specialisten in loondienst geleverd worden. Bij deze methodiek wordt op voorhand een sluitende relatie gelegd tussen de nieuwe honorariumtarieven en het in het convenant overeengekomen BKZ bedrag medisch specialisten van € 2.021 mln voor 2012. Deze methodiek bestaat op hoofdlijnen uit de volgende stappen: 1) Er wordt een reken-BKZ voor de specialisten in loondienst bepaald. Het BKZ medisch specialisten vormt hiervoor de basis. Voor deze berekening wordt gebruik gemaakt van opschalingfactor op basis van omzet verhoudingen tussen beiden groepen van specialisten. Deze berekeningsstap staat beschreven in het consultatiedocument van januari 2011 en het memo voor klankbordgroep 3. 2) Vervolgens wordt het BKZ MS en het reken BKZ loondienst gescheiden verdeeld over de bijbehorende specialisten. Dit betekent dat het volledige vastgestelde BKZ voor de vrijgevestigde specialisten wordt verdeeld over het aantal FTE van de vrijgevestigde specialisten en het ‘BZK loondienst’ over de FTE’s van de specialisten in loondienst. Dit resulteert in een ‘BKZ loondienst per specialisme’ en een ‘BKZ MS per specialisme’. 3) Daarna worden de verkregen budgetten per specialisme bij elkaar opgeteld, waardoor een ‘BKZ totaal per specialisme’ wordt verkregen. Met deze stap wordt meer recht gedaan aan de specialisme specifieke verhouding tussen de medisch specialisten in loondienst en vrijgevestigde ten opzichte van de methodiek die eerder voorlag (zie memo voor klankbordgroep 3). 4) In de vierde stap wordt het vastgestelde BKZ bedrag per specialisme (zowel vrijgevestigd als loondienst) geconfronteerd met de totale productie van het betreffende specialisme. Voor de berekening van de honorariumcomponent per zorgproduct zijn tevens de verdeelsleutels benodigd die de specialisten hebben ingegeven in het normtijdentool. Zie onderstaande figuur voor een schematische weergave van de methodiek.
3 van 5
Figuur 2 - tariefberekening voor alle zorgproducten
Kenmerk
11D0014092 Pagina
Opschaalfactor
Verdeling BKZ MS obv FTE vrijgevestigd
4 van 5
Verdeling BKZ LD obv FTE loondienst
Som van BKZ per specialisme vrijgevestigd en loondienst
Resultaat: honorariumcomponent
5) In de laatste stap van de berekening (niet visueel weergegeven in bovenstaande afbeelding), wordt een correctie uitgevoerd om aansluiting te zoeken bij het vastgestelde BKZ bedrag voor de vrijgevestigde medisch specialisten per specialisme. Deze correctie bestaat uit drie deelstappen: (a) per zorgproduct wordt bepaald welk deel van de productie wordt geleverd door vrijgevestigde specialisten (b) vervolgens wordt met de berekende tarieven en de productie van de vrijgevestigde specialisten bepaald of aangesloten bij het aandeel BKZ MS van het betreffende specialisme (c) via een correctiefactor wordt het tarief aangepast zodat een aansluiting tussen de omzet per specialisme en het BKZ MS aandeel per specialisme wordt gerealiseerd. Stel dat voor een specialisme blijkt dat de omzet voor 95% aansluit bij het BKZ MS aandeel dan zorgt een correctiefactor op de tarieven voor een 100% aansluiting. Zoals hierboven beschreven, zijn in de tariefberekening de vrijgevestigde specialisten leidend. Met deze tarieven wordt een verwachte omzet van € 2.021 mln per 2012 gerealiseerd door deze groep specialisten. In een bijlage is het rekensheet opgenomen waar u de berekeningswijze exact kunt volgen. Bij dit rekensheet is een toelichting gegeven, waarin de verschillende brongegevens en rekenstappen nader worden toegelicht.
3. Toerekening middelen naar specialismen
Kenmerk
11D0014092
In de laatste bijeenkomst van 14 maart 2011 heeft de NZa haar voornemen geuit om in de berekening van de honorariumtarieven gebruik te maken van FTE cijfers. Deze FTE cijfers dienen ten behoeve van de verdeling van de beschikbare budgettaire middelen naar de verschillende specialismen. De NZa heeft daarbij aangegeven dat de FTE cijfers van Dutch Hospital Data (DHD) het meest geschikt geacht worden. De NZa heeft verschillende suggesties ontvangen voor alternatieve bronnen voor de verdeling van de beschikbare BKZ middelen naar de verschillende specialismen (tijdens de klankbordgroepvergaderingen en in de mails en brieven die aan de NZa zijn verzonden). Het betreffen de volgende suggesties: 1) FTE en capita-data die de NZa bij ziekenhuizen heeft opgevraagd in het kader van de vaststelling van omzetplafonds voor het beheersmodel medisch specialisten 2) FTE en/of capita-data die zijn opgenomen in de aansprakelijkheidsverzekeringen die de medisch specialisten en de ziekenhuizen hebben afgesloten 3) FTE-data te bepalen via een benchmark van de cijfers van Logex, Prismant of andere bronnen Deze alternatieve bronnen kunnen worden gebruikt ter verificatie van de gegevens van DHD. Er zou ook toe besloten kunnen worden om de toedeling van de beschikbare middelen naar specialismen te bepalen op basis van een middeling van de aandelen in de verschillende bronnen. De geopperde alternatieve bronnen zijn ook aan de orde geweest tijdens recente overleggen tussen de NZa en de OMS. De OMS is verzocht om de gegevens van de NZa te (laten) valideren (suggestie 1) of om gegevens aan te leveren voor zover de NZa daar de beschikking niet over heeft (suggesties 2 en 3). In de klankbordgroepbijeenkomst van 12 mei 2011 wordt ingegaan op de verdeling van de beschikbare BKZ middelen zoals die wordt gehanteerd in de tariefberekening.
Pagina
5 van 5