NOTITIE AANZET voor een nieuwe relatie van betrokken gemeenten met het CMD.
INHOUDSOPGAVE: Inleiding In het kort de voorgeschiedenis Centrum voor Muziek en Dans Midden Langstraat Het huidige plaatje Oplossingsrichting Dubbele petten
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
2 3 5 6 7 9
Gemeente Heusden De Heusdense visie op kunstzinnige vorming Het huidige aanbod van het CMD naar gemeente Heusden Relatie CMD – andere instellingen die binnen gemeente Heusden actief zijn op terrein k.v. Een voorzet
blz. 10 blz. 11 blz. 12 blz. 13 blz. 15
Februari 2002
1
Inleiding. De bedoeling van deze notitie is een aanzet te geven voor een nieuwe relatie van betrokken gemeenten met het CMD. Deze nieuwe relatie is gewenst omdat de indruk bestaat – zwart wit gesteld – dat er weinig grip is op het aanbod van het CMD. In deze notitie wordt aangegeven op welke wijze een nieuwe koers ingezet kan worden. In de afgelopen jaren is veel geschreven over de relatie met het CMD en/of een ander instituut voor muzikale vorming. Uiteindelijk is, om diverse redenen gekozen voor continuering van de gemeenschappelijke regeling. Gezien her en der gehoorde kritiek lijkt er veel voor te zeggen bij het inzetten van een nieuwe beleidskoers voor het CMD het instituut als zodanig door te lichten. Gekozen is echter voor een pragmatische aanpak. In het volgende is getracht de problematiek te ontdoen van afleidende bij-zaken. De problematiek is teruggebracht tot een paar essentiële punten. In bijgaande notitie is geen pasklare oplossing beschreven. Daarvoor is de situatie te complex. Gemeend is te komen tot goede afspraken opdat er een vruchtbare bodem ontstaat waarop de nieuwe beleidskoers van het CMD opgetrokken kan worden. De aanzet luidt in het kort: 1. In principe voortzetting van CMD als hét instituut voor muziekonderwijs in de nu samenwerkende drie gemeenten; maar ook onderzoeken of uitbreiding met andere gemeenten zinvol is; 2. In zeer gedetailleerde vorm moet boven water komen hetgeen het CMD momenteel presteert, en dat uitgesplitst naar de drie betrokkken gemeenten; 3. Duidelijk moet vervolgens worden wat gemeenten in het kader van hun visie op cultuur, in het bijzonder muziekonderwijs, precies willen van het CMD, waarbij rekening gehouden moet worden met voorwaarden waaraan een instituut als het CMD gehouden is te voldoen (bijv. eisen VKV.); 4. Op basis van deze gegevens komen tot het opstellen van een contract in het kader van budgetfinanciering; waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat deze nieuwe financieringsmethodiek niet “even” gerealiseerd kan worden; 5. Deze in dit kader nieuwe financieringsmethodiek zal in eerste instantie vrij grof van opzet zijn, maar in de loop van enkele jaren verfijnd worden. Bij de realisering van het vorenstaande heeft het CMD het voortouw, maar gezien de onderlinge verwevenheid van belangen zullen ook de drie, in deze gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten, klaarheid moeten brengen in hetgeen zij precies wensen van het CMD. Een valkuil is dat de ene partij (CMD) op de andere blijft wachten (gemeenten), en omgekeerd. Duidelijk moet zijn dat het ABC een belangrijke rol speelt in de uitwerking van vorenstaande aanpak, waarbij overigens het CMD de initiërende rol speelt. Voor wat het CMD betreft: het eerste gedeelte van de notitie bekijkt de zaak rondom dit instituut. Het tweede gedeelte is gericht op de gemeente Heusden en zal binnen die gemeente geaccepteerd moeten worden. Echter gezien de samenhang tussen beide delen is er voor gekozen de beide delen van de notitie te verspreiden. Ambtelijke BegeleidingsCommissie: ManagementTeam CMD:
Hans Brekelmans, Pieter de Bruijne, Henny van Steen Leo Klerkx, Hennie Ramaekers, Thijs Somers
Februari 2002
2
In het kort de voorgeschiedenis. Uitgangspunt voor deze notitie is de – gewijzigde – bestuursopdracht, zoals verwoord in een ambtelijke notitie van 22 mei 2001, en geaccordeerd door het Algemeen Bestuur: Ontwikkel samen met het CMD een lange termijn visie voor de instelling en op basis daarvan een aanbod voor de burgers van betrokken gemeenten*. Ga vervolgens na of daarvoor de bestuursconstructie moet worden aangepast, dus of de gemeenschappelijke regeling CMD al dan niet gewijzigd of gehandhaafd moet worden en of dat omzetting in een nadere rechtsvorm de voorkeur heeft. Geef aan of er andere (financiële) sturingsmogelijkheden zijn. Daarnaast moet er een uitspraak worden gedaan over het al dan niet continueren van de subsidie aan de Muzerije. (noot * : in de Algemene Bestuursvergadering van 24 januari 2002 is deze zin genuanceerd in die zin dat in principe de vraag vanuit de bevolking de basis is waarop het aanbod en in wisselwerking daarmee het ontwikkelen van een lange termijn visie, gestalte zal moeten krijgen.)
* Deze bestuursopdracht is het resultaat van een eerder begonnen proces dat, voor wat betreft de gemeente Heusden, aanving bij de herindeling van de gemeente Heusden. In de tijd van die herindeling werd afgesproken dat een onderzoek gedaan zou moeten worden naar een optimale structurering van de kunstzinnige vorming. • Een alle kunstzinnige disciplines omvattende instelling is inmiddels echter niet meer aan de orde. In juni 2000 is in een bestuurlijk overleg van de gemeenten Waalwijk en Heusden afgesproken dat de vorming van één gemeenschappelijke instelling voor kunstzinnige vorming niet meer relevant is. Ook werd gekeken naar mogelijkheden, andere dan de gemeenschappelijke regeling, om het muzieken dansonderwijs in de betrokken gemeente(n) vorm te geven: • Zo is de vraag aan de orde geweest of het muziek- en dansonderwijs te privatiseren is. Binnen de huidige trend van de “terugtredende overheid” is er veel voor te zeggen om de bemoeienissen van de overheid ook op het terrein van de kunstzinnige vorming te beperken. De gevolgen hiervan voor de huidige situatie zouden zijn dat de gemeenschappelijke regeling CMD opgeheven zou moeten worden. Opheffing heeft echter aanzienlijke financiële en inhoudelijke gevolgen (zie hierna). Een bijkomend probleem is de overgang van het personeel van de ene (publiekrechtelijke) organisatie naar een andere (privaatrechtelijke). Een dergelijke overgang heeft tot gevolg dat slechts door het betalen van aanzienlijke bedragen van het ene pensioenfonds overgestapt kan worden naar het andere. Deze optie lijkt dan ook om die reden geen vervolg te moeten krijgen. • Het opzeggen van de gemeenschappelijke regeling is ook verder uitgewerkt. In de regeling is omschreven op welke wijze de opheffingsprocedure verloopt: uittreding dient 3 jaar van te voren meegedeeld te worden; óf - tussentijdse uittreding - kan per 1 januari van een kalenderjaar, mits de uittredende gemeente het voornemen daartoe tenminste een halfjaar vóór de uittreding kenbaar maakt. Gevolg van uittreding: de uittredende gemeente is in de loop van drie opeenvolgende jaren gehouden een uittredingssom te betalen van achtereenvolgens 75%, 50% en 25% van de financiële bijdrage die de gemeente in het jaar voorafgaande aan de uittreding verschuldigd was. Naast het financiële aspect heeft eventuele uittreding natuurlijk ook inhoudelijke gevolgen: ieder van de betrokken gemeenten zal een vorm van muziekonderwijs aan willen bieden aan zijn inwoners. Terugbrengen van dit onderwijs naar puur lokaal niveau zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de omvang van het aanbod; dat zal noodgedwongen beperkter zijn bij gelijkblijvend subsidie. Ook zal de organisatie van de muziekschool, vanwege de schoolverkleining, minder flexibel zijn. Uit de onderzoeken tot nu toe blijkt dat de beste optie lijkt te zijn de gemeenschappelijke regeling te continueren. Vanuit die zienswijze is de notitie geschreven. Wel willen we hierbij aantekenen dat, zodra het CMD functioneert op basis van deze aanzet, bekeken zal moeten worden of de huidige omvang van het CMD ( drie gemeenten ) functioneel de juiste is; of is het wenselijk/noodzakelijk uit te zien naar uitbreiding van de huidige gemeenschappelijke regeling ?
3
Daarnaast is het goed ook de positie van het CMD als marktpartij, temidden van andere, concurrerende partijen, te bepalen. Immers er zijn kapers op de kust: organisaties die ook hun graantje meepikken op de markt van het muziekonderwijs. Een ontwikkeling die partijen scherp houdt. Kwaliteit in de vorm van bijvoorbeeld continuïteit, onderwijsmethodiek en deskundigheid, is daarbij het kernwoord. Vanuit een kwaliteitspositie zal het CMD zijn marktpositie moeten garanderen. *
De hiervoor aangehaalde bestuursopdracht was (o.a.) ingegeven door het feit dat de gemeente Heusden het gevoel had geen grip te hebben op de met andere gemeenten aangegane gemeenschappelijke regeling om gezamenlijk muziek- en dansonderwijs te doen aanbieden door het CMD, het Centrum voor Muziek en Dans in de Midden Langstraat. De gemeente Heusden wil meer sturingsmogelijkheden, meer controle en evaluatie, wil voorkomen dat er sprake is van een open-eind-financiering, en wil meer aandacht voor nieuwe ontwikkelingen. Ook de zgn. dubbele-petten problematiek (uitvoering en de controle daarop liggen in feite in één hand) speelde hier en daar een rol. * In intergemeentelijk overleg is uiteindelijk de bal voor de aftrap van een nieuwe visie op de taak van het CMD gelegd bij de gemeente Heusden. Immers in deze gemeente leek zich de meeste onvrede met de huidige situatie samen te ballen. Binnen de gemeente Heusden zijn (vervolgens) verschillende ambtenaren bezig geweest met deze problematiek. In de loop van dat proces zijn oorspronkelijk geformuleerde discussiepunten samengebracht in de hierboven beschreven bestuursopdracht. Voor ligt nu een notitie waarin aangegeven wordt op welke manier met de problematiek om te gaan. Het is een plan van aanpak waaraan in de loop van de komende jaren gewerkt zal moeten worden. Een aanpak in fases. Het eerste deel van de notitie gaat over het CMD. Leidend bij de aanpak is het bestuur, q.q. de directie van het CMD. Het tweede deel van de notitie gaat in op hetgeen de gemeente Heusden zal moeten doen om tot een zo goed mogelijke afstemming te komen op dit plan van aanpak. Resumerend: Na een korte beschrijving van de ontwikkelingen die uiteindelijk leidden tot de bestuursopdracht, wordt een plan van aanpak aangekondigd dat uitgaat van de continuering van de gemeenschappelijke regeling CMD, en dat enerzijds het bestuur en de directie van Het CMD aangaat, maar anderzijds ook de gemeente Heusden. Het plan van aanpak gaat uit van een aantal “stappen” die in de loop van de komende jaren gezet moet worden.
4
CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS MIDDEN LANGSTRAAT Terug naar de bestuursopdracht. 1. Ontwikkel samen met het CMD op basis van de vraag vanuit de bevolking een aanbod voor de burgers van betrokken gemeenten en (in wisselwerking daarmee) een lange termijn visie. 2. Ga vervolgens na of daarvoor de bestuursconstructie moet worden aangepast, dus of de gemeenschappelijke regeling CMD al dan niet gewijzigd of gehandhaafd moet worden en of dat omzetting in een nadere rechtsvorm de voorkeur heeft. 3. Geef aan of er andere (financiële) sturingsmogelijkheden zijn. 4. Daarnaast moet er een uitspraak worden gedaan over het al dan niet continueren van de subsidie aan de Muzerije. Ad 1. Momenteel heeft het CMD geen lange termijn visie. Wel werd er aan gewerkt. Een aanzet is gegeven in de nota “”Naar een klinkend resultaat”. Het daarin aangekondigde Strategische plan 2001 – 2003 is nog niet gerealiseerd. Om de verzande discussie over de toekomstvisie van het CMD op gang te brengen is de onderhavige notitie geschreven. Deze notitie is voorbereid binnen de gemeente Heusden. Vervolgens is de notitie besproken in het ABC, een overleg waarin deelnemen betrokken ambtenaren uit de drie samenwerkende gemeenten en de directeur van het CMD, een en ander ter voorbereiding van bespreking in het DB van het CMD. Besluitvorming over de notitie zal plaats dienen te vinden in het AB . NB.
In de tekst van de bestuursopdracht wordt de lange termijn visie als uitgangspunt genomen. Op basis daarvan dient een aanbod voor de burgers ontwikkeld te worden. Deze tekst moet genuanceerd: immers bij het opstellen van een lange termijn visie zal de vraag naar muziekonderwijsaanbod uit de samenleving nadrukkelijk betrokken moeten worden.
Ad 2./ 3. Zoals reeds in het kort aangegeven lijkt het continueren van de huidige gemeenschappelijke regeling de beste optie. De keuze hiervoor is ingegeven door deels inhoudelijke en deels door praktische overwegingen. Om levende onvrede weg te nemen zullen enkele “spelregels” opgesteld en nageleefd moeten worden. De kern van de spelregels zal zijn het introduceren van een vorm van budgetfinanciering. Deze financieringswijze is gebaseerd op een af te sluiten contract tussen de financier en de ontvanger, waarbij afgerekend wordt op basis van te voren overeengekomen te leveren prestaties. Alvorens een contract af te kunnen sluiten zullen gegevens beschikbaar moeten komen om de door het CMD te leveren prestaties goed te kunnen definiëren. Een dergelijke financieringsmethodiek opzetten en effectueren kost tijd. (Op het terrein van budgetsubsidiëring is elders overigens al het een en ander aan ervaringen opgedaan. De voorbeelden binnen de sector kunstzinnige vorming zijn niet overweldigend; er kan natuurlijk ook buiten deze sector gekeken worden. Een voorbeeldfunctie kan bijvoorbeeld het GGDcontract hebben) Het systeem van budgetfinanciering biedt deelnemende gemeenten de mogelijkheid een pakket-opmaat geleverd te krijgen. Echter voor het CMD moet er wel een werkbare situatie blijven bestaan. Indien ieder van de deelnemende gemeenten zijn eigen “op-maat-pakket” wenst, legt dat een zware last op de CMD-organisatie.Gedacht zal moeten worden aan het volgende: het CMD biedt aan alle deelnemende gemeenten eenzelfde basispakket aan, met daarnaast de mogelijkheid voor ieder van de deelnemende gemeenten een eigen, extra op-maat pakket “te bestellen”.
5
Ad 4. De relatie met De Muzerije is in eerste instantie een zaak van de gemeente Heusden en zal derhalve in het tweede deel van deze notitie aan de orde komen.
Het huidige plaatje * CMD is een gemeenschappelijke regeling die dateert uit 1977, die aangepast werd aan de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen in 1985, en nogmaals aangepast is naar aanleiding van de herindeling van betrokken gemeenten in 1998. Na de herindeling zijn deelnemers in deze gemeenschappelijke regeling de gemeenten Waalwijk, Heusden en Loon op Zand. Het CMD is gevestigd in Waalwijk. De CMD heeft als doelstelling “het bevorderen en geven van onderwijs in muziek en dans in de ruimste zin van het woord, en in het bijzonder het oprichten en instandhouden van een zo volledig mogelijk uitgeruste muziek- en dansschool in elke deelnemende gemeente.” De praktijk is de volgende: Waalwijk: het CMD biedt muziek- en danslessen aan in de gemeente Waalwijk Heusden: het CMD biedt muzieklessen aan in een deel van de gemeente Heusden. Danslessen worden niet door het CMD aangeboden binnen de gemeente Heusden, als gevolg van een in 1994 door de toenmalige gemeente Drunen opgelegde bezuiniging/reorganisatie. Loon op Zand: het CMD biedt muzieklessen aan in een deel van de gemeente Loon op Zand, met name in de kern Kaatsheuvel. Wel kent deze gemeente vormen van dansonderwijs georganiseerd door diverse verenigingen. Financiën: Het CMD werkt met een (bruto-)begroting van in totaal € 994.329,56 (Fl. 2.191.214,00) (2000) Inkomsten komen voor 2/3 van de deelnemende gemeenten. 1/3 komt uit met name uit bijdragen van cursisten. Het gedeelte dat de drie deelnemende gemeenten bijdragen komt - globaal - voor 55 % voor rekening van gemeente Waalwijk, 35 % voor rekening van gemeente Heusden en 10 % voor rekening van gemeente Loon op Zand. Vertaald in klokuren: in totaal 379 klokuren waarvan Waalwijk er 206,5 afneemt, Heusden 136,5 en Loon op Zand 36. Kortom: CMD biedt in zijn “werkingsgebied” muziek en danslessen aan, maar doet dat in ieder van de drie betrokken gemeenten niet op een zelfde wijze, op basis van nog voor de herindeling met de toen 6 deelnemende gemeenten gemaakte afspraken.
6
Oplossingsrichting. De feitelijke aanleiding voor deze notitie is dat gemeenten, wellicht in het bijzonder de gemeente Heusden, het gevoel had geen grip te hebben op het CMD. Jaarlijks wordt subsidie geven, voor een xaantal klokuren. In de praktijk worden deze klokuren omgezet in muzieklessen en in één van de drie gemeenten ook in danslessen. Over de exacte invulling van deze uren blijkt in verslaglegging weinig terug te vinden te zijn. Bijvoorbeeld: welke doelgroep(en) maken gebruik van het muziekaanbod van het CMD ? Hoe is de verdeling per deelnemende gemeente ? Hoe is deze doelgroep sociaal te definiëren ? Anderzijds is de vraag of de taakstelling van het CMD zich tot het aanbieden van muziek- en dansonderwijs in cursorisch verband mag beperken. Heeft het CMD niet ook een rol te spelen in de culturele wereld van de drie deelnemende gemeenten. Bijvoorbeeld in het kader van het Stimuleringsprogramma Cultuurbereik ? Hoewel er in de afgelopen jaren pogingen ondernomen zijn om de discussie over het te voeren beleid te entameren, lijken deze pogingen gestrand. In dat kader wordt o.a. gewezen op de vanuit de gemeente Waalwijk opgestelde notitie “Naar een beleidsplan 2000 –2004”. Ook het CMD heeft een voorzet voor een visie voor de komende jaren gemaakt in de vorm van de notitie “Voor een klinkend resultaat”. Op basis van o.a. deze voorzet zou een Strategisch plan voor de komende drie jaren nader uitgewerkt worden. Het werken aan dit plan blijkt te stagneren. * Vragen die opkomen: • Is in termen van vraag en aanbod het huidige aanbod niet teveel geformuleerd vanuit de gedachte dat wat goed is (geweest) ook goed zal zijn voor de toekomst ? • Wordt er niet te weinig rekening gehouden met de vraag ? • Is er oog voor nieuwe ontwikkelingen ? • en dient het CMD niet ook een rol te vervullen heeft binnen het culturele veld van ieder van de drie gemeenten ? Een herbezinning op de rol en functie van het CMD zal tot stand dienen te komen in wisselwerking tussen het CMD en de drie deelnemende gemeenten, waarbij het gezien de opzet van de structuur van de gemeenschappelijke regeling CMD het juist lijkt dat (het ManagementTeam van) het CMD met voorstellen ter zake komt. Het CMD zal de “trekker” dienen te zijn. Maar om een toekomstvisie voor het CMD te kunnen ontwikkelen, resp. om plannen te kunnen maken zal enerzijds zicht moeten komen op hetgeen de gemeenten wensen (o.a. wat zijn de behoeften die zich momenteel voordoen), en anderzijds op hetgeen het CMD op dit moment aan activiteiten ontplooid. Een gedetailleerd inzicht is vereist. Een eerste stap is het jaarlijks opstellen van een gedegen inhoudelijke verslaglegging. Zicht krijgen op hetgeen het CMD doet. Dat zal een vrij gedetailleerd verslaglegging moeten zijn. Een verslaglegging waarin ingegaan wordt op bijvoorbeeld de achtergronden van de deelnemers, en op de effecten. Het formuleren van de onderwerpen die in het inhoudelijk verslag aan de orde moeten komen, is een taak van het ManagementTeam, waarbij dit team terug kan vallen op de Ambtelijke BegeleidingsCommissie, het overleg tussen ambtenaren van de drie betrokken gemeenten. Anderzijds zullen deelnemende gemeenten, aan de hand van de in hun gemeente geformuleerde visie op cultuur, resp. kunstzinnige vorming hun vragen in de richting van het CMD moeten formuleren. Vorenstaande dient ook nog een ander doel: uitgaande van de vooronderstelling dat een vorm van budgetfinanciering gewenst is om zicht te krijgen op de effectiviteit van gespendeerde gelden, zullen bouwstenen aangedragen moeten worden om (te leveren) prestaties te kunnen meten. Kortom: • Jaarlijks een gedetailleerde inhoudelijke verslaglegging doen overleggen. • Zo doende is te controleren of resultaten voldoen aan wensen van gemeente(n) • Dat betekent: aangeven welke gegevens in het verslag aan de orde dienen te komen. • Daarbij bedenken dat deze gegevens toepasbaar zijn als bouwsteen voor een op te zetten budgetfinancieringsmethodiek.
7
Daarnaast zal zicht moeten komen op “de vraag”, op hetgeen de bevolking wil. Middelen daartoe kunnen zijn: (burgerij)enquête, monitoring, uitlokken van reacties naar aanleiding van publicaties over bijv. cultuurbeleid of naar aanleiding van publicatie van inhoudelijke verslaglegging van het CMD. Maar ook oriëntatie op ontwikkelingen elders kunnen in dit kader behulpzaam zijn. Overigens is deze oriëntatie op “de vraag” een zaak die zowel CMD als gemeenten aangaat. * Aan de hand van verkregen inzicht in wensen van gemeenten en in de (inhoudelijke en financiële) resultaten van het CMD wordt de basis gemaakt die verder uitgebouwd kan worden, en die benut kan worden voor het in de steigers zetten van een vorm van budgetfinanciering. Het contract dat in het kader van deze opgesteld zal worden zal in eerste instantie grof van opbouw zijn; in de loop van de jaren zal deze verfijnd dienen te worden. De budgetfinancieringsmethodiek geeft nadrukkelijk inzicht in welke prestatie staat tegenover welk bedrag. Voor betrokkenen wordt daarmee het “baten-lasten-verhaal” inzichtelijk. Het gezegde “het CMD is te duur” kan met behulp van deze financieringsmethodiek in zijn juiste proporties geplaatst worden. Iedere gemeente zal zijn eigen invulling aan het contract geven, zij het dat de diverse contracten niet te ver uit elkaar lopen. Het moet werkbaar blijven voor het CMD. Zoals hiervoor reeds aangegeven: een zelfde basispakket voor de deelnemende gemeenten, een extra pakket “op-maat” indien een van de gemeenten dat wenst. Hier is een taak weggelegd voor de ambtelijke begeleidingscommissie. NB. Het CMD zal rekening moeten houden met nieuwe wensen ten aanzien van het aanbod dat door het CMD verzorgd zou moeten worden. Resumerend: Verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het CMD is het bestuur, q.q. de directie van het CMD. Maar als naast betrokkenen moeten ook de drie deelnemende gemeenten ieder voor zich duidelijk maken wat precies hun verwachting is van het CMD. 1e stap: gedegen inhoudelijke verslaglegging waartoe ABC onderwerpen aandraagt. Gemeenten maken op basis van hun beleidsvisie(s) duidelijk wat hun vraag is. 2e stap: formuleren contract dat tussen betrokken partijen in het kader van budgetfinanciering afgesloten wordt. In eerste instantie zal het contract globaal van opzet zijn. In de loop van een paar jaar zal het contract verfijnd moeten worden. Het CMD zal rekening moeten houden met nieuwe wensen ten aanzien van het aanbod dat door het CMD verzorgd wordt.
8
“Dubbele petten” Nog een enkel woord over de zgn. dubbele petten problematiek. Binnen de structuur van de gemeenschappelijke regeling is “ingebakken” dat de overheden die deze regeling in het leven roepen, nauw betrokken zijn bij de beleidsvoering van de regeling, en dus ook bij de financiering daarvan; maar die anderzijds als lokale overheid ook de controle moet uitoefenen op hetgeen de regeling wil bewerkstelligen. Met andere woorden: uitvoering en controle daarop in één hand. In huidige democratisch geïnspireerde organisatiemodellen is dat “vloeken”. Zoals hiervoor geconstateerd, zullen we het CMD als gemeenschappelijke regeling in stand houden. Dat betekent ook het in stand houden van de aan deze structuur inherente bestuurs-controle problematiek. Naast een nader onderzoek naar de mogelijkheden die de Wet gemeenschappelijke regeling in dit kader wellicht biedt (en waarbij het begrip “dualisering” wellicht ook nieuwe perspectieven biedt), kan ook door het volgen van inzichtelijke procedures deze problematiek getackeld worden. Een gedegen inhoudelijke en financiële jaarlijkse verslaglegging, die ook om andere redenen geëist zal worden, en een accountantsverklaring, zullen helpen ongewenste vermenging van de functies uitvoering en controle te voorkomen. Zeker indien aan deze verslagleggingen c.a. publiekelijk bekendheid gegeven wordt. Resumerend: In de systematiek van de gemeenschappelijk regeling is de dubbele-petten–problematiek “ingebakken”. Echter door inzichtelijkte opereren is deze problematiek te tackelen. Inzichtelijk opereren wil zeggen: gedegen inhoudelijke en financiële verslaglegging die ook publiekelijk bekend gemaakt wordt.
9
GEMEENTE HEUSDEN: De gemeente Heusden is in 1977 een gemeenschappelijke regeling aangegaan met andere gemeente om gestalte te geven aan het muziek- en dansonderwijs. Op een aantal momenten is deze gemeenschappelijke regeling gecontinueerd. Momenteel subsidieert de gemeente Heusden het CMD met een jaarlijks subsidie, dat in de loop van de laatste jaren weinig veranderd blijkt. Voor dat subsidie krijgen de inwoners van de gemeente Heusden een aantal klokuren muziekonderwijs aangeboden. De ervaring is dat het aanbod dat achter de klokuren schuil gaat in de laatste jaren weinig veranderd is. Het CMD biedt op grond van in 1994 gemaakte afspraken geen dansonderwijs aan in de gemeente Heusden. Zoals eerder opgemerkt is de situatie op het terrein van het aanbod van muziek- en dansonderwijs in Heusden divers te noemen. Het muziekonderwijs van het CMD beperkt zich inmiddels niet meer uitsluitend tot de kern Drunen. Behalve in de kern Heusden worden in de overige kernen eveneens, zij het op bescheiden schaal, lessen aangeboden. Echter de kern Vlijmen is voor het muziekonderwijs gericht op De Muzerije, een instelling voor kunstzinnige vorming in Den Bosch. In het dansonderwijs in de gemeente Heusden wordt in de kernen Drunen en Heusden verzorgd door Aleph, ateliers voor beeldende kunst, dans, theater, literatuur ( vanaf nu aangeduid als Aleph), voor wat betreft de kernen Drunen en Heusden. In de kern Vlijmen wordt dansonderwijs aangeboden door de Vereniging Step by Step. Financiën Muziek De gemeente Heusden financiert het CMD jaarlijks tot een bedrag van € 247.621,96 (Fl 545.687,00) (2000) en krijgt daar 136,5 klokuren voor terug. De gemeente Heusden financiert De Muzerije jaarlijks tot een bedrag van € 58.416,03 (Fl. 128.732,00) (2000). Dans De gemeente Heusden subsidieert de professionele organisatie Aleph (meer dan dansaanbod) tot een bedrag van € 79.918,98 (Fl 176.118,25) (2000). De gemeente Heusden subsidieert de amateurvereniging Step by Step tot een bedrag van € 1.775,98 (Fl 3.913,75) (2000). Resumerend: De gemeente Heusden betrekt van het CMD alléén muziekonderwijs. Dansonderwijs wordt binnen de gemeente Heusden aangeboden door het creativiteitscentrum Aleph en door de van oorsprong amateurvereniging Step by Step.
10
De Heusdense visie op kunstzinnige vorming, met name muziek en dans Gemeente Heusden is niet geheel gelukkig met de wijze waarop het aanbod voor muziek en dansonderwijs in de gemeente gestalte krijgt. Het is te versnipperd, het is te weinig inzichtelijk. Grip op dat aanbod vanuit de gemeente ontbreekt. Het CMD is, gezien de reden tot instelling en de taakstelling, de aangewezen instantie om zorg te dragen voor een voor de deelnemende gemeenten passend aanbod. Daartoe dient het CMD een visie te ontwikkelen. Echter het CMD meent dat de deelnemende gemeenten zich eerst maar eens moeten uitspreken over wat zij vanuit hun onvrede wensen. Diezelfde gemeenten verzuimen vervolgens zich nadrukkelijk uit te spreken over hun wensen. Vertaald naar de gemeente Heusden: wat wil de gemeente Heusden precies, en wat verwacht de gemeente vervolgens van het CMD ? In eerste instantie zal de gemeente Heusden dan wel moeten weten wat ze wil met muzikale en dansante vorming. Pas dan is het mogelijk dit nader uit te werken binnen de gegevenheid van het CMD, en het aanbod wat het CMD nu op de markt brengt. * De gemeente Heusden kent geen geformuleerd cultuurbeleid. Terugvallen op een in een cultuurnota geformuleerde visie en uitgangspunten is niet aan de orde. Dat wil niet zeggen dat de gemeente niet toch enkele behartenswaardige zinsneden neergeschreven heeft over de zaken die hier aan de orde zijn. In het kader van het Welzijnsplan 1998 – 2001 werd gesproken over de rol van gemeente, en visie op cultuur en o.a. kunstzinnige vorming. Vrij vertaald: gemeente is er voor iedereen, gemeente stelt beleidsdoelen, ontplooiingsmogelijkheden burgers vergroten, zelfredzaamheid bevorderen. Goed geëquipeerde instellingen zorgen voor uitvoering. Meer oog voor vraag dan voor aanbod. En over kunstzinnige vorming (k.v.) < > amateuristische kunstbeoefening (a.k.): Kunstzinnige vorming is een leerproces, met duidelijk aangegeven begin- en einddoel. Professionaliteit en kwaliteit zijn daarbij belangrijk. Amateuristische kunstbeoefening: subsidiëring van deze activiteiten gebeurt omdat de gemeente de ontmoeting en recreatie die binnen dit kader plaats vindt belangrijk vindt. Ook uit deze hier summier omschreven visie blijkt dat wat de burger wenst ( de vraag) belangrijk is. Aanbod zal vraag moeten volgen. Echter welbeschouwd bepaalt momenteel het aanbod van het CMD onze subsidie, en niet de vraag. * Gezien de wens van de gemeente Heusden om meer grip te krijgen op het aanbod van de CMD zal de gemeente aan moeten geven wat de gemeente Heusden precies wenst. Dat is moeilijk te zeggen omdat zoals gezegd geen concrete beleidsvisie op dit onderdeel voorhanden is. Ook is er weinig inzage in wat burgers van deze gemeente op het terrein van muzikale vorming c.a. wensen. * In dit kader nog een ander aspect. Aanbod van activiteiten op het terrein van kunstzinnige vorming kan in principe door iedereen (privépersoon of groep of instelling) gedaan worden. Subsidiëring door de overheid gebeurt op het moment dat de overheid dat aanbod gewenst acht voor de inwoners, en er zekerheid bestaat over de kwaliteit van dat aanbod. Kwaliteit in de zin van: goede organisatie, continuïteit, bekwame docenten, voldoende goede arbeidsvoorwaarden, e.d.
11
Op het moment dat een privé-persoon, groep, instelling daaraan voldoet kan de overheid daarmee in zee. Deze stelling verdient enige nuancering op het moment dat die overheid zelf een instelling in het leven roept die in een dergelijk aanbod voorziet. Dan is er alles voor te zeggen dat de overheid zijn subsidiëring beperkt tot het aanbod dat afkomstig is van een dergelijke instelling.
Het huidige aanbod van het CMD naar de gemeente Heusden toe. Het jaarlijks subsidie van de gemeente Heusden aan het CMD bedraagt € 247.621,96 (Fl 545.687,00) Voor dat bedrag biedt de CMD 136,5 klokuren aan. Deze klokuren worden besteed aan muzieklessen. In de praktijk blijkt dat het subsidie overwegend ingezet wordt voor jeugdigen ( 8 tot 18 jarigen) die muzieklessen volgen tot en met het diploma B. Het CMD aanbod op het terrein van het muziekonderwijs is groter dan de muzieklessen die opleiden tot diploma A en B. voor 8 – 18 jarigen. Volgens zeggen van het CMD zijn die andere activiteiten echter kostendekkend, en komen derhalve niet ten laste van het budget van de gemeente Heusden. In de loop van de jaren is het cursorisch aanbod op het terrein van muziekonderwijs nagenoeg het zelfde gebleven. In de gemeente Heusden leeft dan ook het idee dat er weinig ontwikkeling zit in het aanbod dat het CMD brengt. Zo wordt gemist: • Vernieuwend (cursorisch) aanbod (gericht op bepaalde doelgroepen bijvoorbeeld. Achterliggende vragen: wie bereiken we, wie bereiken we dus niet; en zouden we die moeten bereiken?) • Ondersteunend aanbod ( welke rol speelt het CMD in de richting van het cultuurleven in de gemeente: is er een rol richting scholen, richting amateuristische kunstbeoefening, en richting andere (welzijnsinstellingen) instellingen/groepen. In dat kader moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de doelstellingen en mogelijkheden van het door het rijk gepromote Stimuleringsprogramma cultuurbereik.) * Gezien huidige wijze van subsidiëren missen we inzage in de wijze waarop ons geld besteed wordt. In de financieringsvoorwaarden naar CMD zal voortaan naast een financiële verslaglegging ook een inhoudelijke verslaglegging gepresenteerd moeten worden. Deze verslaglegging zal aan moeten sluiten op hetgeen de gemeente Heusden met kunstzinnig vorming wenst. Het inhoudelijk verslag is voor de gemeente de verantwoording, hét evaluatie-moment. In het verslag wordt de reden voor eventuele bijstelling gevonden. Aandachtspunten die bij evaluatie spelen: aan welke sociale groepen, hoeveel uren, welke instrumenten, wie behaalden diploma A, wie diploma B, en na hoeveel jaar. Voorts zou ook aan de orde dienen te komen de functie die het CMD in onze samenleving moet hebben (buiten het geven van cursussen). Te denken is daarbij aan ondersteunende activiteiten op het terrein van cultuurbeleving in Heusden. Genoemd is bijvoorbeeld: meewerken aan stimuleringsprogramma cultuurbereik.
12
De relatie van het CMD – andere instellingen die binnen de gemeente Heusden actief zijn op het terrein van de kunstzinnige vorming. Dit aandachtspunt is ingegeven door het feit dat er momenteel binnen de gemeente Heusden instellingen zijn die actief zijn op het terrein van de kunstzinnige vorming. De oorzaak daarvan is enerzijds een erfenis vanuit de tijd dat de gemeente Heusden nog niet de huidige omvang had; anderzijds omdat initiatieven die vanuit de amateuristische kunstbeoefening voortkomen uitgroeien tot het niveau van (potentiële) kunstzinnige vorming. Een voorbeeld van het eerste is De Muzerije die vanouds de (eertijds gemeente) Vlijmen voorzag van aanbod op het terrein van muzikale vorming. Een voorbeeld van het tweede is het dansonderwijsinitiatief Step by Step en de onlangs opgerichte Stichting Muziekopleiding Heusden. We zullen deze initiatieven de revue laten passeren. Op zich is er niks mis mee dat binnen een gemeente meerdere verenigingen/instellingen muziekresp. dansonderwijs aanbieden. De gemeente heeft een keuze. Die keuze zal bepaald worden door kwaliteit ( deskundigheid leerkrachten, goede lokaliteit, bepaald aanbod, continuïteit e.d.), en/of door eventuele specifieke omstandigheden. Positie De Muzerije. In Vlijmen is vanouds De Muzerije, gevestigd in ’s Hertogenbosch, de instelling die muzikale vorming in onze gemeente aanbiedt. Ook hier lijkt het zo te zijn dat de verantwoording van het jaarlijks door de gemeente verstrekte subsidie niet inhoudelijk verantwoord wordt. Over het functioneren van dit instituut, resp. het aanbod dat gebracht wordt is weinig bekend. In ieder geval is er geen ophefmakende beroering bekend over het aanbod van De Muzerije in Vlijmen. Anderzijds is wel aangegeven dat het leerlingenaantal gedurende de laatste jaren terugloopt , waarbij het subsidie blijkbaar gelijk bleef (?). De vraag die gesteld moet worden: is er iets op tegen om als gemeente zaken te doen met twee instituten die actief zijn op het terrein van muzikale vorming ? Burgers binnen de gemeente Heusden hebben recht op een en hetzelfde gesubsidieerd aanbod, en dat onder dezelfde voorwaarden. Een ander argument: de gemeente zelf heeft meegewerkt aan het oprichten van een instelling die juist dit aanbod voor de gemeente moet verzorgen. Het is dan ook als het ware “vanzelfsprekend” dat de gemeente als uitgangspunt neemt het betreffende aanbod af te nemen bij die door haar in het leven geroepen instelling. Gezien vorenstaande is het wenselijk de subsidierelatie met De Muzerije open te breken en te beëindigen, en het CMD op te dragen zijn aanbod uit te breiden naar de kern Vlijmen. Openbreken betekent: de subsidievoorwaarden en de juridische consequenties bestuderen, en aan de hand daarvan overwegen de subsidie (op termijn) te beëindigen. Positie Step by Step. De taakstelling van het CMD omvat naast de muzikale vorming ook de dansante. Deze taakstelling heeft het CMD binnen onze gemeente, gezien de eerder gemaakte afspraak met de gemeente Drunen, geen inhoud kunnen geven. Vanouds zijn danslessen opgezet door Aleph (voor de kernen Heusden en Drunen). Van recenter datum is een dansonderricht initiatief in de kern Vlijmen: Step by Step. Dit initiatief opteert, door omstandigheden gedwongen, voor een status op het terrein van de kunstzinnige vorming. Uit alleen al praktische overwegingen is er veel voor te zeggen de huidige situatie voor wat betreft het aanbod aan dansonderwijs door Aleph te continueren. Daarbij wordt aangetekend dat dansonderwijs, gezien de doelstelling van het CMD, in feite een onderdeel van het CMD-aanbod voor de gemeente Heusden zou moeten zijn. Echter Aleph vervuld deze taak blijkbaar naar wens, zowel voor de kernen Heusden en Drunen. Het onderbrengen van het dansonderwijs bij het CMD is dan wellicht ook niet voor de handliggend, hoewel het CMD aangeeft wel geïnteresseerd te zijn. Ten aanzien van Step by Step ligt de zaak anders.
13
Deze organisatie, die nu door de gemeente gesubsidieerd wordt in het kader van amateuristische kunstbeoefening, biedt dansonderwijs aan in Vlijmen. De vereniging blijkt gedwongen óf de activiteiten af te bouwen óf de keuze te maken voor verder ontwikkeling in de richting van kunstzinnige vorming. Omdat dansaanbod, onderricht op een kwalitatief goede wijze, ook in de kern Vlijmen gewenst is, is het gewenst dat Aleph in dat aanbod gaat voorzien. Om hierin te voorzien lijkt een oplossing te vinden in het opnemen van de activiteiten van Step by Step in het aanbod van Aleph. Daartoe dient de gemeente een gesprek tussen de Aleph eb de vereniging Step by Step te entameren. Stichting Muziekopleiding Heusden Recent is in de gemeente bovengenoemde Stichting opgericht, een bundeling van diverse opleidingsinitiatieven van harmonieën en showcorpsen. Gezien de ontstane groei in leerlingen wordt de gemeente een subsidieaanvrage in het vooruitzicht gesteld. Dit initiatief lijkt overigens ontstaan te zijn uit een (langdurige) onvrede van (een) muziekvereniging(en) met het functioneren van het CMD. (Overigens blijken momenteel meerdere muziekverenigingen lessen af te nemen bij het CMD.) Hoe te reageren op het aangekondigde verzoek ? Ook hier zal het uitgangspunt gelden dat de gemeente zelf meegewerkt heeft aan het oprichten van een instelling die juist dit aanbod voor de gemeente moet verzorgen. Het is dan ook als het ware “vanzelfsprekend” dat de gemeente als uitgangspunt bij de behandeling van dat subsidieverzoek de stelling inneemt dat ook dit soort muziekonderwijs tot de taakstelling behoort van de door haarzelf in het leven geroepen instelling. Subsidiëring van het nieuwe initiatief ijkt dan ook niet in de rede te liggen. Resumerend: Voor muziekonderwijs (in de sfeer van kunstzinnige vorming) in de gemeente Heusden is het CMD hét instituut dat voor gemeentelijke financiering, op grond van de gemeentelijke beleidsvisie, in aanmerking komt. Dat betekent dat de financieringsrelatie met het CMD herzien moet worden, en dat op subsidieverzoek van de Stichting Muziekopleiding Heusden afhoudend gereageerd moet worden. Voor dansonderwijs in het kader van kunstzinnige vorming lijkt Aleph binnen de gemeente Heusden het enige voor subsidiëring in aanmerking komende instituut. Hoewel ook het CMD voldoet aan de vereisten voor het verzorgen van kwalitatief dans-onderwijs is deze instelling, gezien eerder gemaakte afspraken, op dit gebied niet actief in de gemeente Heusden.
14
Een voorzet. Vooropgesteld: Herstructurering van het muziekonderwijs zal moeten gebeuren binnen de bedragen die momenteel voor muziekonderwijs opgenomen zijn binnen de begroting van de gemeente Heusden. Wil je tot een herverdeling van subsidie over activiteiten komen, dan zal binnen het beschikbare budget gekomen moeten worden tot een herschikking van gelden over andere/meerdere activiteiten. Naast het aanbieden van het meer gebruikelijke cursorisch onderwijs zal het CMD ook actief moeten worden in het entameren van nieuwe ontwikkelingen op het terrein van het muziekonderwijs, en in het culturele leven ondersteunende activiteiten. Uitwerking: Kennis maken met de diverse disciplines van kunstzinnige vorming is een belangrijke pijler van cultuurbeleid. Indien de burger geen kennis gemaakt heeft, geen kennis heeft kunnen maken met dit facet van het leven, de cultuur, kan gesproken worden van een tekort in de wijze waarop hij cultuur kan aanwenden voor zijn ontplooiing. Voorts speelt kunstzinnige vorming een belangrijke rol bij amateuristische kunstbeoefening, en juist ook amateuristische kunstbeoefening geeft een samenleving ”kleur”. In vorenstaande is de legitimatie te vinden voor het ontwikkelen van lokaal overheidsbeleid op het terrein van de kunstzinnige vorming. Het gaat om het kennismaken op zich, niet de prestatie als zodanig. Kennismaken wil zeggen: gedurende een bepaalde periode bezig zijn met een onderwerp en de elementaire vaardigheden en mogelijkheden eigen maken. In de door de jaren heen gegroeide traditie van cursorisch onderwijs in muziekscholen, is een onderwijsprogramma ontstaan. Een onderwijsprogramma dat aan kwalitatieve eisen moet voldoen, met duidelijk geformuleerde begin- en eindtermen (voorwaarden zoals o.a. geformuleerd door de branche-organisatie.) Deze aanpak lijkt wel eens “haaks te staan” op de wijze van werken binnen vele andere culturele en aanverwante terreinen, waar een meer welzijnsachtige sfeer heerst. Om inzicht te krijgen in muziek ( “het kennismaken”) is het volgen van een onderwijsprogramma tot een maximaal aantal jaren algemeen geaccepteerd. De vraag is dan: in hoeveel jaren heeft iemand zicht op de geneugten van muzikale vorming? En: welke doelgroep hebben we daarbij met name voor ogen ? Het CMD werkt in zijn cursusaanbod met het opleiden voor bepaalde diploma’s ( A t/m D). Voor het bereiken van ieder diploma staat een maximaal aantal jaren; zo staat voor het behalen van het Adiploma 3 jaar; voor een B-diploma 2 jaar enz.) Kennismaken lijkt het meest zinvol te kunnen gebeuren in de periode dat de mens het meest ontvankelijk lijkt voor nieuwe indrukken, nieuwe vaardigheden: de schoolperiode. De doelgroep 8 – 18 jarigen. Indien dit onze uitgangspositie is, komen 8 – 18 jarigen, wonend in de gemeente Heusden, in aanmerking voor door de gemeente gesubsidieerd muziekonderwijs gedurende een x-aantal jaren. Indien dat uitgangspunt gekozen wordt, houdt dat in dat overige cursussen, door het CMD aangeboden, NIET (meer) voor subsidie in aanmerking zouden kunnen komen. Gezien het huidige aanbod van het CMD vallen kennismakingscursussen gericht op kinderen jonger dan 8 jaar en kennismakingscursussen gericht op boven 18 jarigen, alsmede prestatiegerichte cursussen na een x-aantal jaren buiten het subsidiebereik. Momenteel werkt de subsidiëring naar het CMD reeds zo: subsidie wordt verstrekt voor cursussen die opleiden tot en met het diploma D. Het meeste subsidiegeld wordt overigens besteed aan de cursussen die opleiden tot het A-diploma ( na 3 jaren) en het B-diploma ( na twee jaren). Uitgaande van deze positie blijkt het nu verstrekte subsidie ook onder het nieuw gewenste subsidieregiem ongeveer hetzelfde te zullen zijn.
15
Maar uitgaande van een budgettaire neutrale operatie, en de wenst te komen tot nieuwe en ondersteunende activiteiten, ligt er een probleem. Het bestaande aanbod zal terug gebracht en/of efficiënter aangepakt moeten worden, of binnen de doelgroep zullen meer expliciete keuzes gemaakt moeten worden. In een op te stellen budgetsubsidiecontract moeten prestaties, gebaseerd op gedegen cijfermateriaal over het huidige bereik én op visie over hetgeen gewenst wordt met kunstzinnige vorming in de gemeente Heusden, verwoord worden. Dat vergt nog enige tijd. Vooruitlopend daarop zal nu reeds overeengekomen moeten worden dat in de eerstvolgende begroting 5 % van het gemeentelijk subsidie ingezet wordt voor nieuwe ontwikkelingen, en 5 % voor de cultuur van Heusden ondersteunende activiteiten. Zoals reeds gezegd: wil de gemeente tot een herzien, dat wil zeggen nieuw aanbod komen, dan zal er (hoogstwaarschijnlijk) binnen het beschikbare budget geschoven moeten gaan worden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen: OF binnen het bestaande cursorisch aanbod moeten nieuwe verten te vinden zijn (let wel ”geen l ’art pour l ‘art” ; de nieuwe verten moeten wel blijken uit behoefte aan/vraag naar…) EN/OF de nu gehanteerde periode van maximaal 5 jaar om het diploma A en B te bereiken moet in tijd verkort worden, EN/OF “de toegang” moet geclausuleerd worden (nog maar x aantal jeugdigen uit de gemeente Heusden komt voor muziekonderwijs voor diploma A of B in aanmerking) EN/OF de genoemde leeftijdsperiode moet ingekrompen worden; OF er moet efficiënter gewerkt worden, enz. Hoe keuzes ook uitvallen, het zal gaan om een voor het CMD ingrijpende maatregel. In een aantal jaren zal toegewerkt moeten worden naar deze nieuwe situatie. Onderbouwing van wensen zal daarbij een belangrijke rol spelen. Een van de belangrijkste voorwaarden is echter het vragen naar een gedegen inhoudelijke jaarverslaglegging, beginnen over het jaar 2001. Resumerend: Gemeentelijke visie verder uitwerken. Onder andere voor zijn gedegen inhoudelijke en financiële gegevens over de huidige besteding van Heusdens geld noodzakelijk. Op basis daarvan de vraag wat gewenst wordt van CMD formuleren. Dat proces zal enige tijd in beslag nemen. Vooruitlopend daarop reeds voor 2003 afspreken dat CMD binnen het gemeentelijk subsidie 5 % aan te wenden voor nieuw aanbod en 5 % voor de cultuur van Heusden ondersteunende activiteiten.Op voorhand geeft het CMD aan dat een dergelijke afspraak aanzienlijke consequenties kan hebben, voor het personeel en voor de gebruikers.
16
17