Nota van uitgangspunten Centrum voor Jeugd en Gezin Papendrecht
Inhoudsopgave: Inleiding Wettelijke kaders Centrum voor Jeugd en Gezin De doelgroep in beeld en aanwezig aanbod Relevante beleidsdocumenten Inbreng van betrokken groepen: ouders, jongeren en professionals De uitgangspunten samengebracht
Gemeente Papendrecht
Pagina 2 Pagina 2 t/m 4 Pagina 5 t/m 11 Pagina 11 t/m 14 Pagina 14 t/m 17 Pagina 18
10 januari 2011
2
1
Inleiding
Op 28 oktober heeft de gemeenteraad de Startnotitie Centrum voor Jeugd en Gezin Papendrecht vastgesteld. Het voorliggende stuk is het vervolg hierop. Deze nota van uitgangspunten Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is de basis voor het ook in Papendrecht te ontwikkelen Centrum voor Jeugd en Gezin. Uiterlijk 31 december 2011 dient in de gemeente Papendrecht een centrum te functioneren. Deze nota van uitgangspunten gaat in op de vraag: “Waar moet het Centrum voor Jeugd en Gezin aan voldoen?” De uitgangspunten voor het CJG hebben een wettelijke en een inhoudelijke dimensie. Ten eerste zijn landelijk minimum vereisten bepaald waaraan simpelweg voldaan moet worden. Daarnaast worden gemeenten nadrukkelijk gestimuleerd om couleur locale aan te brengen. Ze hebben een grote vrijheid in de wijze waarop zij het CJG organiseren, welke partijen er naast de wettelijk verplichte partners betrokken worden en hoe zij met lokaal levende wensen en problematiek omgaan. In de nota is de couleur locale vormgegeven aan de hand van drie niveaus: bestaande huidige situatie, wensen van jeugdigen, ouders en medeopvoeders en het staande beleid. Daarbij is nadrukkelijk rekening gehouden met de ambities en doelstellingen zoals die zijn opgenomen binnen het bestaande jeugdbeleid en de ambities en doelstellingen van de aanpalende beleidsterreinen (o.a. lokaal gezondheidsbeleid, onderwijs, integrale veiligheid etc.). Voor het opstellen van deze notitie is gebruik gemaakt van de relevante stukken van het programmaministerie Jeugd en Gezin voor de wettelijke dimensie (hoofdstuk 2). Aan elk van de drie niveaus van couleur locale is een hoofdstuk gewijd. De doelgroep en het bestaande aanbod komt aan de orde in hoofdstuk 3. Vervolgens zullen de bestaande beleidsdocumenten aan de orde komen (hoofdstuk 4). Hoofdstuk 5 behandelt de wensen van de diverse betrokkenen en doelgroepen. Voor dit onderdeel is gebruik gemaakt van de uitkomsten van de Startconferentie CJG die op 19 februari 2010 is gehouden voor betrokken professionals bij het CJG. Het Onderzoekscentrum Drechtsteden heeft daarnaast onder ouders en jongeren een onderzoek gedaan naar hun wensen op het gebied van georganiseerde activiteiten en opvoedondersteuning. Ten slotte zijn ouders en jongeren in groepsverband geïnterviewd. In hoofdstuk 6 worden de uitgangspunten uit voorgaande hoofdstukken geclusterd. Deze nota van Uitgangspunten dient als onderlegger voor discussie in college en raad. Tevens zal deze worden voorgelegd aan de Wmo-adviesraad. Na vaststelling worden de uitgangspunten omgezet een projectplan waarin naast de definitieve inrichting tevens het pad wordt beschreven hoe hier te komen. Het gaat in deze fase niet langer meer over wat ontwikkeld gaat worden maar hoe uitwerking plaatsvindt. Relevante vragen zijn dan: 2
Hoe ziet de front- en back office eruit? Hoe bereiken we de verschillende doelgroepen? Hoe gaan we regisseren? Hoe gaan we dit financieren? 1
Wettelijke kaders Centrum voor Jeugd en Gezin
De uitrol van Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland vindt plaats aan de hand van het zogenaamde basismodel. Dit geeft de kaders waaraan het CJG moet voldoen. De punten die in het basismodel staan moeten, vanwege het verplichte karakter, ook automatisch meegenomen worden in de lokale nota van uitgangspunten. Volgende zaken zijn in 2007 het basismodel opgenomen: Eén gezin, één plan Snel, goed en gecoördineerd advies en hulp op maat is doelstelling van CJG. Uitvoeren integrale Jeugdgezondheidszorg zoals genoemd in de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) Het handelt hier om de monitoring van jeugdigen op het gebied van lichamelijke, psychisch, sociale en cognitieve ontwikkeling.
1
Onderlegger voor dit hoofdstuk is Kamerbrief 16 november 2007, Centra voor Jeugd en Gezin en regierol gemeenten.
3
Het gaat tevens om preventie, signaleren, adviseren en aanpakken van ontwikkelingsproblemen. Aanbod wordt nu geleverd door consultatiebureau en GGD (schoolartsen). Inmiddels is de wet opgenomen in de Wet publieke gezondheid. Uitvoeren functies opvoed- en opgroeiondersteuning prestatieveld 2 Wmo 1. Informatie en advies: zowel specifieke vragen van ouders en jeugdigen beantwoorden als het geven van ongevraagde informatie over opvoeden en opgroeien (voorlichting). 2. Signalering: vroegtijdig waarnemen van problemen van jeugdigen en opvoeders en het met elkaar in verband brengen van signalen van verschillende instanties. 3. Toeleiding naar hulp: toeleiden naar het totale lokale en regionale aanbod (zowel ongeïndiceerd als geïndiceerd. 4. Licht pedagogische hulp: bieden van opvoedingsondersteuning en lichte ondersteuning aan ouders en gezinnen waar problemen zijn of dreigen te ontstaan. 5. Coördinatie en zorg: afstemmen en bundelen van zorg in het geval dat meerdere hulpsoorten nodig zijn om een jeugdige of gezin te ondersteunen voor zover dit buiten de basistaken integrale jeugdgezondheidszorg van de Wcpv valt. Gemeenten dragen zorg voor ten minste één herkenbaar fysiek inlooppunt. Met herkenbaar wordt bedoeld het spreekwoordelijke ‘bordje aan de muur’ en gebruik van de landelijke logo’s en huisstijl. Het inlooppunt hoeft niet de enige plek te zijn waar werkzaamheden plaats vinden. Een aantal gemeenten heeft gepoogd om te werken met een model waarin het CJG geen vaste plek heeft maar werkt als een projectorganisatie of slechts op internet bestaat. Het ministerie heeft hier telkens stelling tegen genomen en gemeld dat een CJG zonder fysiek inlooppunt 2 niet kan/mag. Het inlooppunt wordt geacht laagdrempelig te zijn. Deze term heeft diverse facetten. Puur fysiek gaat het om toegankelijkheid en uitstraling. Inhoudelijk is de aard van het aanbod wezenlijk voor de ervaren toegankelijkheid. Dat betekent ondermeer dat informatie beschikbaar is op het moment dat hieraan behoefte is (bijvoorbeeld buiten kantooruren voor tweeverdieners) De houding van de hulpverleners is hierbij tevens bepalend. Mentaal is een voorziening laagdrempelig als er een positief imago is, als het vanzelfsprekend is dat je een CJG bezoekt. Communicatief is van belang dat ouders, jongeren en medeopvoeders weten wat ze kunnen vinden en welke vertrouwde instanties opgaan in het CJG. Verbinding leggen met Jeugdzorg en Zorgadviesteams Wanneer een casus een aanpak vereist waarvoor geïndiceerde hulpverlening nodig is, dient een naadloze overdacht naar Bureau Jeugdzorg plaats te vinden. De verbinding met de Zorgadviesteams is de schakel tussen zorgstructuren in het onderwijs (boven- en binnenschools) en het aanbod van het CJG. Er wordt gewerkt met de Verwijsindex Risicojongeren en het Digitaal dossier Jeugdzorg (voorheen Elektronisch Kinddossier) De Verwijsindex Risicojongeren verzamelt signalen van jongeren waar professionals zich zorgen over maken en is een belangrijk instrument bij de doelstelling ‘één kind, één plan’ (regie op hulpverlening/ voorkomen van teveel handen ‘aan het bed’). Sinds 1 augustus 2010 zijn gemeenten verplicht om te zorgen voor aansluiting op de landelijke verwijsindex. In het uitvoeringsbesluit is opgenomen welke 3 hulpverleners mogen melden aan de verwijsindex . Op die manier kunnen hulpverleners effectiever met elkaar samenwerken. De gemeente is verantwoordelijk voor de regie over deze samenwerking. Het Elektronisch Kinddossier behelst de opslag van gegevens die zorg dragen voor een goede overdracht. Inmiddels is de naam gewijzigd in het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg om aan te duiden dat het kinddossier niet breder gebruikt mag worden. De digitaliseringplicht voor de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is op 1 juli 2010 ingegaan. Sindsdien is artikel 5, derde lid van de Wet 4 publieke gezondheid van kracht. Dit artikel verplicht de gemeente erop toe te zien dat er in de JGZ met digitale gegevensopslag wordt gewerkt. In het gebied van GGD Zuid-Holland-Zuid is dit nog niet het geval hiervoor is dispensatie aangevraagd en verkregen.
2
Zie onder andere: brief minister aan gemeenten 20 januari 2009, JZ/LJ-2898135, pagina 2 en www.binnenlandsbestuur.nl 19 augustus 2010, Ministerie: website is geen Centrum voor Jeugd en Gezin 3 4
Staatsblad, Jaargang 2010, nr. 89. Staatsblad, Jaargang 2009, nr. 405.
4
Van -9 maanden tot 23 jaar Doelgroep van het CJG is breder dan die van het huidige consultatiebureau (0-4 jaar) en de GGD (419 jaar). Ook voor de periode voor de geboorte is aanbod mogelijk (o.a. perinatale zorg en mensen voorbereiden op ouderschap). Daarnaast is de leeftijdsgroep van 18 tot 23 toegevoegd. Reden hiervoor is dat CJG zo ook nog een rol kan spelen voor werkleertrajecten, zoals Route 27. Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat niet alleen het kind/ de jongere/ de jongvolwassene een beroep kunnen doen op het CJG, maar ook hun ouders en medeopvoeders (professionals en vrijwilligers). Inmiddels is duidelijk dat gemeenten komende jaren de provinciale taken op het gebied van jeugdzorg- ten minste gedeeltelijk- overgedragen krijgen. Het CJG wordt als plek genoemd waar dit nieuwe aanbod ondergebracht moet worden. Of het nieuwe kabinet de concrete invulling van de overdracht en onder welke voorwaarden (financieel, organisatorisch enzovoort) dit moet plaats vinden 5 1 op 1 overneemt is op moment van schrijven van deze nota onduidelijk.
Uitgangspunten 1. De gemeente ziet vanuit haar wettelijke regietaak tot op de totstandkoming en de instandhouding van het CJG waarin wordt gewerkt volgens het principe ‘Eén gezin, één plan’. 2. CJG vervult de jeugdgezondheidszorgtaken uit de Wet publieke gezondheid (Wpg) en functies uit prestatieveld 2 Wmo: informatie en advies, signalering, toeleiding naar hulp, licht pedagogische hulp en coördinatie en zorg. 3. Er is een herkenbaar laagdrempelig inlooppunt. Laagdrempeligheid uit zich ondermeer in wensen doelgroep, waarbij positie tweeverdiendende ouders om aandacht vraagt. Communicatie bij de totstandkoming en na opening speelt een belangrijke rol bij realiseren laagdrempeligheid. 4. Overdracht naar geïndiceerde zorg (Bureau Jeugdzorg) is geregeld. 5. CJG en Zorgadviesteams zijn verbonden om binnen- en buitenschoolse zorgstructuren op elkaar af te stemmen. 6. Er wordt in het CJG gewerkt met de Verwijsindex Risicojongeren. 7. Er wordt in het CJG gewerkt met het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg. 8. Doelgroep van het CJG Papendrecht is de gehele jeugd van -9 maanden tot 23 jaar, hun ouders en medeopvoeders. 9. Van het CJG Papendrecht wordt verwacht dat zij de taken op het gebied Jeugdzorg die worden overgeheveld naar gemeenten kunnen uitvoeren in de integraliteit van Één gezin, één plan.
5
Kabinetsvisie Perspectief Jeugd en Gezin, 9 april 2010.
5
3
De doelgroep in beeld en aanwezig aanbod
De couleur locale die aan het CJG kan worden gegeven heeft een nauwe relatie met de mensen die behoren tot de doelgroep van de voorziening. In dit hoofdstuk wordt op basis van bestaande onderzoeken een beeld van hen geschetst. Doelgroep Demografie Jeugdige inwoners 2010
0-3 jaar
4-12 jaar 13-17 jaar
18-24 jaar
0-17 jaar 0-24 jaar
Papendrecht 6 Bron: CBS 2010
1432
3634
2331
7011
1945
9342
De groep 0-24 jaar omvat ruim 29% van de totale bevolking. De doelgroep CJG omvat ook de ouders en medeopvoeders. In 42% van de Papendrechtse huishoudens zijn kinderen aanwezig. Het aantal potentiële klanten is dus fors. Tot 2025 neemt de totale bevolking licht toe maar neemt het aantal jeugdigen af (zowel in absolute zin als relatief ten opzichte van oudere bevolkingsgroepen).
Groene Druk (verhouding 2010 personen van 0-19 jaar en van 2064 jaar) Papendrecht 41,03 Bron: CBS 2007
2015
2020
2025
40,33
39,70
38,59
De groep 0-12 jarigen is de afgelopen jaren gestaag afgenomen. Qua herkomst bestaat de Papendrechtse bevolking uit ongeveer 15% allochtonen (8% westers en 7% niet-westers). De grootste groepen niet-westerse allochtonen zijn respectievelijk Surinamers, Marokkanen en Turken. Van de allochtonen behoort 56% tot de tweede generatie (zelf in Nederland geboren). Van de jongeren groeit 96% op met een Nederlandse taalachtergrond. Gezinssituatie De meeste kinderen (82%) groeien op in gezin met beide ouders. In Papendrecht groeien de jongeren iets vaker op in gezinnen met twee werkende ouders dan gemiddeld in de Drechtsteden (73% t.o.v. 68%). Gezinnen waarin beide ouders werkloos zijn, komen nauwelijks voor in de Drechtsteden. In Papendrecht wonen volgens de jongerenenquête CtC iets minder jongeren dan gemiddeld in de Drechtsteden waarvan beide ouders laag opgeleid zijn (13% t.o.v. 17%). De participatiemonitor Drechtsteden geeft voor de gehele bevolking een regionaal gemiddeld opleidingsniveau op voor Papendrecht met uitzondering Molenvliet en Wilgendonk waar het opleidingsniveau iets lager ligt. Gezondheid/welbevinden De GGD Zuid-Holland Zuid meet de psychosociale staat van basisschoolleerlingen met de SDQvragenlijst. Deze gestandaardiseerde methode meet emotionele, sociale en gedragsproblemen. In groep 2 en 7 van het basisonderwijs scoren respectievelijk 8% en 9% van de kinderen in het grensgebied. Een verhoogde score betekent een duidelijke aanwijzing voor psychosociale problemen. De gemeente Papendrecht scoort iets gunstiger dan het Drechtsteden gemiddelde. Alleen op gebied van hyperactiviteit is geen verschil met andere gemeenten.
6
CBS onderscheidt de leeftijdsgroep 18-24 jaar waar binnen het CJG De jongvolwassen doelgroep is bepaald op 18-23 jaar.
6
Het aantal jongeren dat dagelijks rookt is de afgelopen jaren afgenomen van 9,2% tot 7,4%. Ook het percentage jongeren dat regelmatig drinkt is de afgelopen jaren afgenomen. In 2003 dronk 58,4% van de jeugd regelmatig alcohol, nu is dat 50,5% van alle jongeren. Ook het gebruik van softdrugs en harddrugs neemt af. Momenteel rookt 8,1% van de jongeren regelmatig een joint (was 8,6% in 2003) 7 en gebruikt 0,8% regelmatig XTC (was 1,2% in 2003) . In 2008 hebben 45 leerlingen gebruik gemaakt van schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs. Hulpvragen liggen voornamelijk op het gebied van relatie ouder/kind, opvoeding, echtscheiding en sociale isolement. In het voortgezet onderwijs hebben in 2008 73 leerlingen gebruik gemaakt van het schoolmaatschappelijk werk. Dit gebeurt op afspraak. Tevens is op de Lage Waard een inloopspreekuur. Belangrijkste thema’s zijn problemen in relatie met anderen (pesten, conflicten), psychische problemen (identiteit, angsten) en problemen in de thuissituatie. Van het algemeen maatschappelijk werk hebben 53 jeugdigen in de leeftijd 0-18 jaar gebruik gemaakt in 2008. Rivas biedt algemeen maatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk aan in de gemeente. Soort
Aantal
Schoolmaatschappelijk werk PO
45
Schoolmaatschappelijk werk VO
73
Algemeen Maatschappelijk Werk
53
TOTAAL
171
In de nota van uitgangspunten Jeugdbeleid uit 2009 blijkt zorg over ‘zwaardere gevallen': Uit beleving van de voorzitter van de multidisciplinaire teams (MDT’s) en de contactpersonen van Bureau Jeugdzorg (BJZ) èn uit de cijfers van het jaarverslag van het Jeugd Preventie Team (JPT), blijkt sprake van een toename van de meervoudige en complexe problematiek. Het aantal jongeren dat besproken wordt voor doorverwijzing naar BJZ is toegenomen doordat de afgelopen jaren invulling is gegeven aan de MDT’s. Hoewel veel zaken in de preventieve sfeer (zonder BJZ) kunnen worden opgelost, is het aantal doorverwijzingen naar BJZ door een betere signalering en samenwerking, licht toegenomen.” In 2009 zijn bij Bureau Jeugdzorg 125 Papendrechtse kinderen en jongeren aangemeld. Iets minder dan de helft (59) van de aanmeldingen hebben betrekking op de toegang tot de (vrijwillige) geïndiceerde hulpverlening voor kinderen tussen 5 en 12 jaar. De verhouding man/vrouw ligt op 67%/33%. Totaal hebben 7 kinderen en jongeren een ondertoezichtstelling gekregen en zijn 20 jongeren voor jeugdreclassering in aanmerking gekomen. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is sinds april 2009 operationeel. In dat jaar zijn 53 Papendrechtse jeugdigen aangemeld door professionals. In 2010 (tot en met november) zijn er 195 meldingen geweest over een jeugdigen of ketenregistraties die in behandeling zijn genomen. Zorgmeldingen zijn vooral afgegeven door jeugdgezondheidszorg, basisonderwijs en kinderopvang. In het systeem zijn verreweg het grootste deel ketenregistratie opgenomen: jongeren die in zorg zijn. Dit betreft voornamelijk ketenregistraties vanuit Bureau Jeugdzorg (totaal 177). In de 13 gevallen waarin zorgcoördinatie nodig was kwam 11 casussen terecht bij Bureau Jeugdzorg. GGD en Rivas kregen elk een casus. Het Jeugd Preventie Team (JPT) Zuid-Holland Zuid ontvangt zorgmeldingen van de politie, zowel zorgen over opvoeden en opgroei omstandigheden, zorgen over (risico’s voor) crimineel gedrag, als zorgen over kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Het aantal meldingen is in 2008 gestegen naar 686 in de districten I, II en III gezamenlijk. Hieronder staan de kerngegevens van District II waar Papendrecht deel van uitmaakt.
7
Gegevens afkomstig van Trimbos instituut
7
JPT Aanmeldingen District II (incl. Papendrecht) Totaal Zuid-Holland Zuid Bron: Jaarverslag JPT 2008
2008 Aantal
2007 Aantal
2006 Aantal
236
188
219
686
595
589
Schooluitval en verzuim In de gemeente zijn 5.168 kinderen en jongeren leerplichtig. In 2008-2009 lag het verzuim om 46 leerlingen. Deze cijfers betreffen het relatieve verzuim. Hiervan is sprake als een leerplichtige jongere wel staat ingeschreven op een school, maar zich onttrekt aan de regels van de aanwezigheidsplicht. Het gaat bijvoorbeeld jongeren die spijbelen, zich (onterecht) ziek melden, geregeld te laat op school of in de les verschijnen, of zonder toestemming van school wegblijven vanwege extra vakantie of familiebezoek. Langdurig verzuim, het niet ingeschreven staan op school ondanks leerplicht, kwam voor bij vier kinderen. Hiervan is sprake als een leerplichtige jongere niet ingeschreven staat bij een school of onderwijsinstelling. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters afgelopen jaren betreft in 2007/2008: 85 en in 2008/2009: 75. Over de schreef Jongeren uit Papendrecht rapporteren in het CtC-onderzoek (2008) kleine verschillen ten opzichte van het gemiddelde van de Drechtsteden (minus Dordrecht) wanneer het gaat over probleemgedragingen die gerelateerd zijn aan geweld en jeugddelinquentie. Wel hebben ze iets vaker dan gemiddeld aangegeven dat zij iets uit een winkel of op school hebben gestolen. Onderstaand overzicht geeft het aantal verwijzingen naar bureau Halt aan en de aard van het delict. Jaar/delict 2007 2008 2009 (t/m 17 nov.) 10 16 25 Diefstal 1 0 3 Verboden toegang 14 3 2 Vuurwerk 0 3 1 Heling 8 8 4 Leerplicht 8 10 4 Vernieling 4 0 2 Graffiti 10 1 0 Baldadigheid 0 1 0 Oplichting 0 2 0 Misbruik 112 55 44 41 Totaal Aanwezige voorzieningen Allereerst zal hier worden ingegaan op de Jeugdgezondheidszorg en de zorgstructuren die als voorlopers van de werkzaamheden van het CJG kunnen worden beschouwd. Vervolgens wordt de sociale kaart van Papendrecht, voor zover relevant voor het CJG in beeld worden gebracht. Tenslotte wordt de bekendheid, het gebruik en de mate van wachtlijsten van een aantal voorzieningen gepresenteerd.
8
Jeugdgezondheidszorg De ruggengraat van de jeugdgezondheidszorg vormen het consultatiebureau voor kinderen van 0-4 jaar en de schoolartsen en -verpleegkundigen voor jeugdigen van 4-19 jaar. Een groot deel van de werkzaamheden is wettelijk voorgeschreven. Het bereik is traditioneel hoog. Het consultatiebureau ‘mist’ slechts enkele procenten van de populatie ondanks dat bezoek formeel geen verplichting is. De groep die geen gebruik maakt van het aanbod bestaat zowel uit ouders die hier om principiële redenen geen gebruik van willen maken als uit ouders die door onwetendheid, onvermogen of schaamte zorg mijden. De schoolartsen en –verpleegkundigen onderzoeken leerplichtige kinderen/jongeren en behalen zo ook een percentage van nagenoeg 100%. Naast reguliere werkzaamheden wordt ook maatwerk geleverd in Papendrecht. Zo is extra ingezet op opvoedingsondersteuning d.m.v. opvoedbureau, organisatie van themabijeenkomsten, signalering op vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsstoornissen, afstemming met de zorg in casusoverleggen en met peuterspeelzalen en kinderopvang, nazorg voor pre- en dysmature kinderen en outreachend werken. Het programma Stevig Ouderschap, een aanpak gericht op gezinnen met een pasgeboren kind die extra steun kunnen gebruiken voor de opvoeding van hun kind wordt ook in Papendrecht aangeboden. Logopedie wordt aangeboden door de logopedische dienst. Het veld van jeugdgezondheidszorg is in beweging. Op dit moment verzorgt Rivas het consultatiebureau en de GGD de schoolartsen en –verpleegkundigen. Bij een subsidieaanvraag in concurrentie op regionaal niveau is in eerste aanleg de gehele jeugdgezondheidszorg toegewezen aan Rivas/Careyn. De daadwerkelijke invoering hiervan heeft nog niet plaats gevonden. Wel wordt inmiddels onderzocht hoe beide teams in Papendrecht vanaf één plek kunnen gaan werken. Daarmee zou zijn voldaan aan de eis van een laagdrempelig inlooppunt voor de doelgroep. Zorgstructuur De gemeente Papendrecht en haar partners, zoals de scholen, jeugdgezondheidszorg, jongerenwerk hebben besloten het lokaal signaleringsysteem Zorg voor Jeugd in te voeren. Het ICT-systeem zorgt voor vroegtijdige signalering van problemen van kinderen en jongeren in de leeftijd 0-23 jaar, waarna de coördinatie van zorg georganiseerd wordt en hulp op elkaar afgestemd wordt. Zorg voor Jeugd is aangesloten op de landelijke verwijsindex. Buiten deze (gedigitaliseerde) signaaluitwisseling, zijn er verschillende overlegvormen. Gemeentelijke voorbeelden zijn het Zorg Advies Team 4-12 en het Multi Disciplinair Team 0-4. Dit is een overlegvorm waarin verschillende professionals vragen beantwoorden die ouders, leerkrachten en/of andere professionals hebben over de zorg van kinderen. De taak van het netwerk is om hen te adviseren over hulp. Naast de netwerkoverleggen voor kinderen en jongeren is er een lokaal zorgnetwerk voor volwassenen. Onderling zijn samenwerkingafspraken gemaakt. Ook buiten de gemeente om, zijn er zorgoverleggen binnen en tussen de beleidspartners. Sociale kaart Per leeftijdsgroep van de Papendrechtse jeugd wordt hier het aanbod in Papendrecht en in de regio opgesomd. Daarnaast zijn voorzieningen genoemd die zich richten op meerdere of alle doelgroepen. Doelgroep -9 maanden tot 4 jaar Verloskundige praktijk Papendrecht; De Drechtstromen Kraamzorg – gevestigd in Papendrecht; Rivas: Consultatiebureau (ook vaak benoemd als jeugdgezondheidszorg), stevig ouderschap; Regulier peuterspeelzalen: twee aanbieders: Stichting Peuterspeelzaalwerk (algemeen) en Het Visje (christelijk). Op twee peuterspeelzalen van Stichting Peuterspeelzaalwerk wordt VVE aangeboden; Kinderopvang: één aanbieder (Wasko), dagopvang, tussenschoolse opvang en buitenschoolse opvang; Gastouderopvang gevestigd in Papendrecht: ViaViela, en Bizzkids. Andere belangrijke gastouderbureaus voor Papendrecht zijn Ziezo (gevestigd in Nieuw-Lekkerland) en Kinderoase (gevestigd in Hardinxveld-Giessendam); Multidisciplinair Team 0-4. Doelgroep 4-12 jaar Basisscholen; Speciaal basisonderwijs Kameleon; RMPI- locatie in Papendrecht voor autistische kinderen; Rivas: jeugd- en schoolmaatschappelijke werk, opvoedbureau;
9
GDD: reguliere onderzoeken (vaak genoemd de jeugdgezondheidszorg); Zorgadviesteam 4-12; Jeugdcentrum Interval: kind- en jongerenwerk; Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten. Doelgroep 12-18 jaar Voortgezet onderwijs: Willem de Zwijgercollege en Lage Waard (Zorgadviesteams op beide scholen); GGD regulier onderzoek derde klas voortgezet onderwijs; Jeugdcentrum Interval: kind- en jongerenwerk, ambulant jongerenwerk; Christelijk jongerenwerk: jongerencentrum Upstairs, jongerenwerker PKN; Rivas: jeugd- en schoolmaatschappelijke werk, opvoedbureau; Jongerenoverleg Papendrecht – overlast gerelateerd overleg; Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (regio); Halt (alternatieve strafvorm, regionaal georganiseerd). Doelgroep 18+ Woonkracht 10 (voormalige woningstichting West Waard Wonen); Route 27, Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten; UWV Werkbedrijf en Lokaal Opleidingscentrum (LOC) (begeleiding naar school of werk, alle regionaal georganiseerd). Leeftijdsgroep overschrijdende voorzieningen: Gezondheid • Huisartsen: totaal 12 gevestigd in Papendrecht; • Yulius, voorheen Grote Rivieren (op kort termijn verhuizen ze buiten Papendrecht); • Kind en Jeugd Praktijk Drechtsteden. Vrije tijd • Speel-o-theek; • Bibliotheek; • Speeltuinen De Wipwap en De Zonnebloem; • ToBe (kunstzinnige vorming); • Sportverenigingen (o.a. korfbal PKC); • Kinderboerderij Papenhoeve. Zorg indicatie en signalering (veelal regionaal georganiseerd • Bureau Jeugdzorg, Trivium, Auriga. Eleos (jeugdhuldpverlening); • JPT (signalering). Jongeren met een beperking (veelal regionaal georganiseerd): MEE, • Philadelphia Zorg Zuid West: drie wooneenheden in Papendrecht.
• Syndion, Gemiva , ASVZ (zorg en dagbesteding). Jongeren en onderwijs: • Route 41: project met als doel samenwerking tussen preventief jeugdbeleid en onderwijs (zorgstructuur) bundelen: één kind, één plan. Onderstaand is het bestaande aanbod verder geclusterd naar taak Leeftijdsgroep
Informatie en advies, signalering en doorverwijzing
Opvoedingsondersteun ing, licht hulp
Zorgcoördinatie
-9 maanden tot 4 jaar
Verloskundige en
Jeugdgezondheidszorg
Jeugdgezondheid
Toeleiding naar geïndiceerd e zorg Bureau
kraamzorg
(Rivas)
szorg (Rivas)
Jeugdzorg
Consultatiebureau
Maatschappelijk werk
Bureau Jeugdzorg
MEE
Peuterspeelzaal en
(Rivas)
kinderopvang
Thuisbegeleiding (Reset)
Huisarts
Huisarts
10
e
Advies- en Meldpunt
Vrij gevestigde 1 lijns
Kindermishandeling
aanbod
(AMK)
4 tot 12 jaar
12 tot 18 jaar
Basisschool
Jeugdgezondheidszorg
Jeugdgezondheid
Bureau
Jeugdgezondheidszorg
(GGD)
szorg (GGD)
Jeugdzorg
(GGD)
Schoolmaatschappelijk
Bureau Jeugdzorg
MEE
Politie (wijkagent)
werk en Algemeen
Huisarts
Maatschappelijke werk
Advies- en Meldpunt
(Rivas)
Kindermishandeling
Vrij gevestigde 1 lijns
(AMK)
aanbod
Voortgezet onderwijs
Jeugdgezondheidszorg
Jeugdgezondheid
Bureau
Jeugdgezondheidszorg
(GGD)
szorg (GGD)
Jeugdzorg
(GGD)
Schoolmaatschappelijk
Bureau Jeugdzorg
MEE
Jongerenwerk
werk en Algemeen
Politie (wijkagent)
Maatschappelijke werk
Huisarts
(Rivas)
Jongerenoverleg
Vrij gevestigde 1e lijns
(hanggroepen)
aanbod
Huisarts
e
Huisarts
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) 18 tot 23 jaar
Onderwijs (ROC, HBO,)
AMW
Toeleiding werk
Flexus Jeugdplan
Bureau Jeugdzorg
MEE
GGD
Huisarts
e
Jongerenwerk
Vrijgevestigde 1 lijns
Jongerenoverleg
aanbod
(hanggroepen)
Gebruik voorzieningen In de participatiemonitor 2009 is gemeten in hoeverre mensen bekend zijn met maatschappelijke voorzieningen. Bij voorzieningen die te maken hebben met opvoeden en opgroeien is specifiek 8 gekeken naar de respons van ouders. De meeste ouders kennen de voorzieningen voor de jeugd . Dit resultaat wijkt af de uitkomsten “Kansen creëren voor de jeugd” waar onbekendheid met het aanbod veel meer naar voren komt. De preventieve voorzieningen zijn minder bekend: schoolmaatschappelijk werk (72%), opvoedingsondersteuning (60%). Het gebruik van de voorziening is ogenschijnlijk laag omdat de meeste voorzieningen een beperkte leeftijdsgroep bedienen waardoor het totaal aantal ouders dat gebruik maakt van de voorziening laag is. Opvallend is dat in Papendrecht minder gebruik wordt gemaakt van de peuterspeelzalen (4% t.o.v. 12% in de Drechtsteden). De helft van de gebruikers van kinderopvang en Bureau Jeugdzorg heeft te maken gehad met een wachtlijst. 8
Participatiemonitor Drechtsteden, februari 2010
11
Opvallend is de gerapporteerde wachtlijst bij de peuterspeelzaal waar volgens de aanbieders van deze voorziening nauwelijks sprake is. Rivas geeft andere wachtlijst aan voor schoolmaatschappelijk werk geeft. Binnen 14 dagen heeft 92% een gesprek en daarmee zou de wachtlijst op 8 % liggen. Ook Bureau Jeugdzorg geeft aan gunstiger scoren qua wachtlijst. Niet duidelijk uit het antwoord in de monitor is of de wachtlijst zit bij Bureau Jeugdzorg of geïndiceerde behandelaars. Voorzieningen Peuterspeelzaal Kinderopvang Buitenschoolse opvang Opvoedingsondersteuning Schoolmaatschappelijk werk
Bekendheid (%) 92
Gebruik (%) 7
Wachtlijst (%) 26
98
13
58
85
14
30
60
2
57
72
2
40
82
4
40
73
1
0
Bureau jeugdzorg Meldpunt huiselijke geweld
Uitgangspunten 10. Een groot deel van de jongeren ontwikkelt zich fysiek en psychologisch goed. Het te realiseren CJG dient bij te dragen aan het gunstige opvoed- en opgroeiklimaat zodat de situatie ten minste gelijk blijft en waar mogelijk verbetert. 11. Huidig bestaand aanbod is schraler naarmate kinderen ouder worden. Dat geldt zeker voor de categorie 18-23 jaar maar in mindere mate ook voor 12-18 jaar. Op basis van de vraag bij genoemde doelgroepen en hun voorkeuren omtrent de wijze van aanbieden wordt waar nodig gezocht naar verbreding van hun aanbod.
4
Relevante beleidsdocumenten
Coalitieakkoord 2010-2014 “Een nieuw perspectief met Papendrecht centraal” vermeldt dat het CJG in deze coalitieperiode definitieve vorm en inhoud zal krijgen. Gestreefd wordt naar een aantrekkelijke woongemeente waar in jongeren goed kunnen opgroeien en waar aandacht is voor jongeren die beperkingen ondervinden in hun ontwikkeling. Bewoners worden betrokken bij beleidsinitiatieven.. Nota uitgangspunten Jeugdbeleid (augustus 2009) en Kadernota Jeugd 2010-2014 De nota uitgangspunten Jeugdbeleid bevat algemene uitgangspunten voor het Papendrechts Jeugdbeleid die verder zijn uitgewerkt in de Kadernota Jeugd. De gemeente stelt de kind/jongere centraal en legt de verantwoordelijkheid voor de opvoeding primair bij het gezin, de leefomgeving en de school. De overheid biedt ondersteuning (sluitende zorgstructuur) waar nodig. De houding is om niet teveel te praten over jongeren maar meer met jongeren. De kadernota onderscheidt 13 taken. Achter iedere taak staat het doel, de opgave tot 2014 en de mogelijke relevantie voor het CJG. Taken die verder weg staan van het CJG worden beperkter behandeld.
12
Taak
Doel
1. Ondersteunen ouders en jongeren met informatie en begeleiding
• • •
2. Monitoren van de ontwikkeling en de gezondheid van het kind
•
3. Zorgen voor veilige plekken om samen te komen/ organiseren ontmoetingen.
•
4. Uitdagen tot sport en spel/ bevorderden gezonde leefstijl
• • •
•
•
•
Opgave tot 2014
Jongeren en ouders weten waar ze informatie kunnen krijgen Doelgroep weet waar ze terecht kunnen met problemen Doelgroep kunnen bewust een bijdrage leveren aan positieve ontwikkeling van kind/ jongere.
• •
Zicht op ontwikkeling Papendrechtse jeugd. Vroegtijdige interventie bij individuele bedreiging in de ontwikkeling.
•
•
•
Realisatie CJG Gestandaardiseerd informatie aanbod Invulling centrale regierol binnen wijkgericht jeugdbeleid.
Basistaak, CJG krijgt praktische regievoerende taak en ondersteunt partners zoals scholen en verenigingen.
Maatwerkpakket JGZ op zo’n klein mogelijke schaalgrootte. Integraal aanbod JGZ door één organisatie
Basistaak. CJG voert uit/ is het kader waarbinnen uitvoering plaats vindt. Secundair, CJG kan rol spelen bij zorgaspecten overlast.
Kinderen en jongeren hebben goede relatie met hun omgeving Minder overlast
Maatschappelijke participatie Minder alcoholgebruik jongeren Bevorderen psychisch welbevinden Geen verdere toename obesitas en overgewicht
• • •
Minder alcoholgebruik Geen toename obesitas en overgewicht Sportaanbod dat aansluit op onderwijstijden en toe leidt naar aanbod sportverenigingen
5. Bijdragen aan de sociale en culturele ontwikkeling van de jeugd
•
Betrokken volwassenen die bijdragen aan de cultuur en de sociale structuur van de samenleving.
6. Verzamelen van signalen van bedreigende situaties en het coördineren van een gezamenlijke aanpak hiervan/ Bieden korte ambulante begeleiding
•
Jeugdigen en ouders kunnen beroep doen op sluitende keten van zorg en begeleiding.
7. Signaleren en bestrijden van taalontwikkelingsachter standen
• •
Passende startkwalificatie Terugdringen jeugdwerkeloosheid
Realiseren VVE voorziening voldoend aan Rijksbeleid (frequentie en doelgroep)
8. Handhaven leerplicht vanaf 5 jaar
•
Onderwijs wordt verlaten met startkwalificatie Terugdringen schoolverzuim
•
Ten dele verantwoordelijk (als onderdeel van gemeentelijke taak 1 en 2)
Geen
• • •
•
•
Mogelijke rol CJG
Er zijn laagdrempelige informatie en adviespunten Zicht op aantal jonge mantelzorgers. Integraal aanbod JGZ uitgevoerd door 1 organisatie Invulling geven aan centrale regierol lokaal jeugdbeleid
Minder voortijdig schoolverlaters (conform convenant 2007)
Basistaak (door Rijk vaak omschreven als één gezin, één plan). Regievoerend
Tertiair (VVE kan vindplaats zijn, doelgroepkinderen ook hoger risico op bredere ontwikkelingsachter stand) Intensieve samenwerking met BLVS
13
9. Bijdragen aan een doorgaande leerlijn
•
Terugdringen aantal voortijdig schoolverlaters
•
Inhoudelijke samenwerking met Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS)
(zorgadviesteams, casuïstiek overleg en dergelijke)
•
Jongeren verlaten onderwijs met passende startkwalificatie. Goede samenwerking met onderwijspartners. Doorgaande leerlijn van 2,5 (peuterspeelzaal) tot 23 (werkzaam)
•
Overdrachtsformulier van peuterspeelzaal naar basisschool Warme overdracht peuterspeelzaal naar primair onderwijs Constructieve samenwerking binnen de LEA Er zijn binnen LOC tenminste vier leerwerkroutes
Complementair, CJG kan bijdragen aan doorgaande pedagogische lijn.
Jongerencentrum Interval is een modern en multifunctioneel centrum voor opvang en gevarieerde activiteiten. Realisatie Sportcentrum Papendrecht (samenhang met Interval) In fysieke zin ruimte om inhoudelijke samenwerking vorm te geven tussen Interval, vrijetijdsvereniging, kinderopvang en onderwijs. Alle scholen en voorzieningen zijn goed onderhouden Co2-gehalte in leslokalen minder dan ppm
Faciliteit/werkplek, accommodaties kunnen huisvesting bieden aan CJG, of aan activiteiten van het CJG (vindplaatsgericht werken).
• •
•
•
•
10. Zorgdragen voor voldoende huisvestingsmogelijkhe den voor onderwijs, kinderopvang, sportverenigingen en jongerenwerk
•
• •
• •
Passende en veilige huisvesting voor alle onderwijs-, opvang- en vrijetijdsvoorzieningen binnen jeugdbeleid. Geen wachtlijsten kinderopvang door tekort aan locaties Inhoudelijke samenwerking tussen de partners (Brede School) Clustering van voorzieningen Gezond binnenklimaat in scholen
•
•
•
•
•
11. Zorgen voor voldoende passende en betaalbare woonruimte
•
Woningvoorraad die aansluit bij behoeften van huidige en toekomstige bewoners in alle fasen.
12. Organiseren van buitenschoolse activiteiten.
•
Positieve besteding van vrije tijd voor doelgroep. Grotere gemeenschapszin Gezonde ontwikkeling (fysiek en sociaal) Papendrechtse jeugd Minder overlast
•
Een goede aansluiting tussen school en arbeidsmarkt Lage jeugdwerkloosheid
•
• • •
13. Begeleiden van jongeren richting werk/ e Aanbieden 2 kansonderwijs
• •
Geen
•
• •
Dagelijks gevarieerd activiteitenaanbod voor kinderen en jongeren. Minder overlast
Secundair (als onderdeel van gemeentelijke taak 1 en 2). CJG bijvoorbeeld cursussen aanbieden.
Route 27 is structureel onderdeel van jeugdbeleid Geen toename van jeugdwerkloosheid. Vier leerwerkroutes binnen LOC
Secundair (als onderdeel van gemeentelijke taak 1 en 2).
14
Convenant tussen ketenpartners inzake Veiligheidshuis arrondissement Dordrecht, Zuid Holland Zuid (2010) en Uitvoeringsplan openbare orde en veiligheid Zowel het Veiligheidshuis als het Uitvoeringsplan richten zich in eerste instantie op het voorkomen van overlast en jongeren in hun rol als dader. Omdat hieraan ook vaak zorgaspecten zetten en omdat preventie toekomstige instroom kan voorkomen, wordt gestreefd naar goede aansluiting gezocht met de partners op het gebied van jeugdgezondheidszorg. Uitgangspunten 12. Het projectplan CJG dient te voldoen aan de door de gemeente Papendrecht vastgestelde beleidskaders en door de gemeente Papendrecht ondertekende regionale overeenkomsten.
5
Inbreng van betrokken groepen: ouders, jongeren en professionals
In de vorige hoofdstukken is gekeken naar de huidige werkelijkheid waar het gaat om eigenschappen van de diverse doelgroepen, het voorhanden aanbod en de relevante beleidsnota’s. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar wat de doelgroepen aangeven belangrijk te vinden wanneer het gaat om problematieken rondom opvoeden en opgroeien en welk aanbod men hiervoor wenst (inhoudelijk en qua vorm). “Kansen creëren voor de jeugd” In opdracht van de gemeente Papendrecht heeft het onderzoekscentrum Drechtsteden een onderzoek gedaan naar het gebruik van en wensen over georganiseerde activiteiten en opvoedingondersteuning in de gemeente. Ouders van jeugd tussen 0 en 18 jaar en jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar hebben online een enquête ingevuld. De respons onder de jongvolwassenen bleek niet genoeg voor voldoende representativiteit en kunnen slechts als indicatief worden aangemerkt. Bij de ouders is een onderscheid gemaakt tussen de leeftijdsgroepen 0-4 jaar (hen is tevens gevraagd over de zwangerschapsperiode) , 4-12 jaar en 12-18 jaar. De ouders van jeugd van 12 tot 18 is verzocht één vraag voor te leggen aan hun zoon of dochter. Op de vraag welke van de onstaande domeinen er opvoed- en opgroeivragen er leefden is als volgt geantwoord. De cijfers zijn percentages en geven aan hoeveel er respectievelijk (heel) vaak en af en toe is geantwoord. Opvoedingsvraag Algemene ontwikkeling, gezondheid, ziektes Gedrag, grenzen, luisteren, gehoorzamen, corrigeren, straffen Algemene opvoedingsvragen en – vaardigheden Sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfvertrouwen, onzekerheid en faalangst
0-4 9% 59%
4-12 6% 42%
12-18 9% 44%
15% 48%
6% 50%
12% 32%
9% 50%
11% 46%
7% 36%
9% 39%
14% 49%
5% 33 %
Gevraagd naar het huidige aanbod op het gebied van opvoedondersteuning en -advies geven de ouders per leeftijdsgroep volgend antwoord. In een open vraag is aangegeven waar men mis op pakt. Deze staan in de categorie ‘gemist’
15
Leeftijd
Genoeg
Weet niet
Niet genoeg
Gemist
0-4 jaar
60
32
8
• • • •
Centraal informatiepunt Juiste informatie op duidelijke plek Cursus grenzen stellen Hulp met kind met een beperking
4-12 jaar
40
52
8
• • • • •
‘Opvolger’ consultatiebureau Overzicht van het aanbod Deskundigheid van hulpverleners Voorlichting op school Cursussen over sociale vaardigheden
12-18 jaar
38
54
8
• •
Informatie over het aanbod Een centraal meldpunt
Genoeg
Weet niet
Niet genoeg
12-18 jaar
33
62
5
18-23 jaar
19
65
16
Gemist
Leeftijd
Ook aan jongeren is deze vraag voorgelegd (in de leeftijdscategorie 12-18 hebben de ouders dit ingevuld
Leeftijd
Internet
Inlooppunt
Telefoonnummer
Themabijeenkomst
Folders
Cursus
Ontmoetingsplek
In onderstaande tabel wordt een indruk gegeven van de wenselijkheid van opvoed- en opgroeiinformatie naar medium in percentages. Er mochten meerdere media worden aangekruist. Hieruit blijkt internet verreweg het populairst onder alle leeftijdcategorieën.
0-4 jaar
48
35
26
21
17
9
8
4-12 jaar
53
25
21
14
20
5
4
12-18 jaar (ouders)
59
16
13
9
22
3
4
12-18 jaar (jongeren)
56
6
5
4
19
1
10
18-23 jaar9
57
19
8
7
39
6
8
Aan ouders van de jongste 2 groepen is een aantal stellingen voorgelegd 9
Leeftijdsgroep 18-23 jaar kende een te lage respons voor representativiteit
16
(zeer) mee oneens
neutraal
(zeer)mee eens
Stelling
0-4
4-12
0-4
4-12
0-4
4-12
Ik zie het consultatiebureau als de toegang tot informatie en advies over mijn kind.
53
-
21
-
26
-
De informatie die ik nu al krijg via school en de GGD over opvoeden en opgroeien vind ik voldoende.
-
53
-
23
-
Voor een goede cursus op het gebied van opvoedingsondersteuning wil ik best betalen.
42
34
30
31
29
35
Een cursus over opvoedondersteuning in Papendrecht is voor mij niet noodzakelijk, ergens anders in de regio is ook prima.
38
34
28
30
34
36
Ik ben bekend met de huidige cursussen/ themabijeenkomsten over opvoeden in Papendrecht.
35
32
17
19
48
49
Ik mis een ontmoetingsplek in de wijk waar ik andere ouders kan ontmoeten.
20
12
22
25
58
63
24
neutraal
(zeer) mee oneens
Op het gebied van werk en opleiding is voldoende informatie te vinden.
43
34
23
Ik mis een inlooppunt voor advies in Papendrecht.
43
33
24
Voor een cursus/ themabijeenkomst op het gebied van opgroeien ga ik gerust naar een andere gemeente in de regio.
20
28
53
Stelling
(zeer) mee eens
Tenslotte is een aantal stellingen voorgelegd aan de jongeren van 18 tot 23 jaar
Startconferentie CJG In februari 2010 heeft een startconferentie CJG plaatsgevonden. Doelgroep van de bijeenkomst bestond uit de medeopvoeders, professionals en vrijwilligers die zich met (de begeleiding van) het opgroeien en opvoeden in Papendrecht bezig houden. Er stonden twee hoofdonderwerpen op de agenda. Ten eerste is de aanwezigen gevraagd om te kijken naar het CJG vanuit het perspectief van jeugdigen, ouders en medeopvoeders. Ten tweede is gevraagd naar de beelden die de professionals bij de diverse leeftijdsgroepen van de Papendrechtse jeugd en hun ouders hebben. Perspectief jeugd Het wordt belangrijk gevonden dat jongeren meepraten over hoe het CJG eruit ziet en wat er gebeurt. Jongeren willen ook anoniem geholpen kunnen worden. Omdat zij niet zo snel naar hulpverlening zullen toe stappen is vindplaatsgericht werken goed. De plek moet geen stigma krijgen, ook je vrienden moeten erheen willen. De naam CJG is niet aansprekend voor jongeren. Informatie aanbieden in een taal en op een wijze (24/7) die bij jongeren aansluit. Wellicht ook jongeren achter loket?
17
Perspectief ouders Ouders hebben behoefte aan een inzicht in de doolhof van aanbod. Door aanbod op een plek te concentreren kun je eerder vinden wat je nodig hebt. Een deel van de professionals vindt dat het CJG een plek moet zijn waar je ook ongedwongen een kopje koffie moet kunnen drinken waar anderen pleiten voor een meer zakelijke omgeving. Van belang is dat de ouders serieus worden genomen, niet betutteld worden en tegemoet worden getreden met de houding “Wij weten wat goed voor u is”. Angst bestaat voor het CJG als nieuwe extra schakel voor dat je bent waar je moet zijn. Verder is van belang dat de zorg voor gezinnen beter wordt doordat instanties nauwer samenwerken. Perspectief professionals/medeopvoeders Professionals pleiten voor laagdrempeligheid van het CJG, een plek waar goed samengewerkt wordt en de zorgketen versterkt is. Het is een punt waar informatie samenkomt of de weg naar informatie bekend is. De vraag is wel: “Toch niet een nieuw netwerk erbij?” Het CJG moet geen plek worden die wordt geassocieerd met kinderen die worden afgepakt, zoals Bureau Jeugdzorg. Gepleit wordt voor het zoveel mogelijk in stand houden van het goed functionerende bestaande en het tegen gaan van bureaucratie. Beoordeling huidige situatie Het algemene beeld is dat het met de jeugd in Papendrecht relatief goed gaat. Problemen worden niet op grote schaal geconstateerd en voor problemen die worden waargenomen is het aanbod vaak voor handen. Het aanbod is overigens wel diffuus. Een punt dat in alle leeftijdsgroepen naar voren komt is dat ouders doordat ze beide werken minder tijd hebben voor de opvoeding en contact met andere ouders. Dit kan leiden tot compensatiegedrag naar de kinderen (verwennen) en minder contact met andere ouders (minder informeel opvoedingsadvies aan elkaar). Ouders zien vaak ook niet dat hulp een goed idee is. Qua aanbod wordt geconstateerd dat dit soms schaars voor handen is en dat er door versnippering niet altijd inzicht bestaat in wat er is. Zorg is er voorts over te late indicatie bij jongeren met een aandoening die soms als gedragsprobleem worden verstaan. In vergelijking met nu zou men graag willen dat het CJG de sociale kaart beter in beeld heeft en tevens doorzettingsmacht heeft om – waar nodig- in te grijpen. De meeste zorgen bestaan over de groep boven de 12 jaar. Excessief dank- en drugsgebruik komen voor (deels aan het oog ontrokken omdat jongeren vervolgopleidingen buiten de gemeentegrenzen volgen. Ook wordt geconstateerd dat normoverschrijdend en respectloos gedrag plaats vindt. Meelopers dragen gevaar in zich dat ze zich laten indoctrineren door raddraaiers. Onderzoek groepsgesprekken ouders en jongeren De gemeente Papendrecht heeft JSO de opdracht gegeven om nader onderzoek te doen naar beelden van jongeren en ouders bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Er hebben groepsgesprekken plaatsgevonden. Resultaten treft u aan in de bijlage. Uitgangspunten 13. Internet, een inlooppunt, telefonische bereikbaarheid en folders worden wenselijk geacht. 14. Bij informatie accent leggen op de leeftijdgroep 0-4 en 4-12 jaar wanneer opvoedvragen zich het meest voordoen. 15. Beter inzicht in het bestaande aanbod wordt gevraagd. 16. Primaire behoefte ligt bij informatie, signaleren en hulpverlening en veel minder bij ontmoeting. 17. CJG mag geen nieuwe bureaucratische laag worden. 18. Bij jongeren rekening houden met de wens tot anonimiteit. 19. CJG dient goed functionerende bestaande netwerken en activiteitenaanbod in te passen.
18
6
De uitgangspunten samengebracht
Elk hoofdstuk is afgesloten met uitgangspunten. Deze zijn hieronder ververzameld. Wanneer een uitgangspunt onderdeel is van het basismodel en dus wettelijk verplicht is, cq. op korte termijn verplicht wordt, staat een V vermeld. De volgorde van de uitgangspunten wordt bepaald door de plek in de tekst van deze nota en geeft dus geen mate van belangrijkheid aan. Uitgangspunten 1. De gemeente ziet vanuit haar wettelijke regietaak tot op de totstandkoming en de instandhouding van het CJG waarin wordt gewerkt volgens het principe ‘Eén gezin, één plan’. V 2. CJG vervult de jeugdgezondheidszorgtaken uit de Wet publieke gezondheid (Wpg) en functies uit prestatieveld 2 Wmo: informatie en advies, signalering, toeleiding naar hulp, licht pedagogische hulp en coördinatie en zorg. V 3. Er is een herkenbaar laagdrempelig inlooppunt. Laagdrempeligheid uit zich ondermeer in wensen doelgroep, waarbij positie tweeverdiendende ouders om aandacht vraagt. Communicatie bij de totstandkoming en na opening speelt een belangrijke rol bij realiseren laagdrempeligheid. V 4. Overdracht naar geïndiceerde zorg (Bureau Jeugdzorg) is geregeld. V 5. CJG en Zorgadviesteams zijn verbonden om binnen- en buitenschoolse zorgstructuren op elkaar af te stemmen. V 6. Er wordt in het CJG gewerkt met de Verwijsindex Risicojongeren. V 7. Er wordt in het CJG gewerkt met het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg. V 8. Doelgroep van het CJG Papendrecht is de gehele jeugd van -9 maanden tot 23 jaar, hun ouders en medeopvoeders. V 9. Van het CJG Papendrecht wordt verwacht dat zij de taken op het gebied Jeugdzorg die worden overgeheveld naar gemeenten kunnen uitvoeren in de integraliteit van ‘Eén gezin, één plan’. 10. Het te realiseren CJG dient bij te dragen aan het gunstige opvoed- en opgroeiklimaat zodat de situatie in Papendrecht ten minste gelijk blijft en waar mogelijk verbetert. 11. Huidig bestaand aanbod is schraler naarmate kinderen ouder worden. Dat geldt zeker voor de categorie 18-23 jaar maar in mindere mate ook voor 12-18 jaar. Op basis van de vraag bij genoemde doelgroepen en hun voorkeuren omtrent de wijze van aanbieden wordt waar nodig gezocht naar verbreding van hun aanbod. 12. Het projectplan CJG dient te voldoen aan de door de gemeente Papendrecht vastgestelde beleidskaders en door de gemeente Papendrecht ondertekende regionale overeenkomsten. 13. Internet, een inlooppunt, telefonische bereikbaarheid en folders worden wenselijk geacht. 14. Bij informatie accent leggen op de leeftijdgroep 0-4 en 4-12 jaar wanneer opvoedvragen zich het meest voordoen. 15. Beter inzicht in het bestaande aanbod wordt gevraagd. 16. Primaire behoefte ligt bij informatie, signaleren en hulpverlening en veel minder bij ontmoeting. 17. CJG mag geen nieuwe bureaucratische laag worden. 18. Bij jongeren rekening houden met de wens tot anonimiteit. 19. CJG dient goed functionerende bestaande netwerken en activiteitenaanbod in te passen.
19
20