RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 20 september 2001 (28.09) (OR. fr) 11980/01 LIMITE FISC 171
NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP van: de Groep belastingvraagstukken - indirecte belasting (BTW) d.d.: 9 oktober 2001 Betreft: BTW - Facturering
I.
Inleiding
Zoals aangekondigd in document FISC 142 van 25 juli 2001 (11265/01) heeft het Belgische voorzitterschap zijn werkzaamheden voortgezet met het oog op de indiening van een tweede ontwerp-compromis betreffende de overige nog niet behandelde kwesties. Het onderhavige ontwerp bevat tevens een voorstel tot wijziging van twee andere richtlijnen: Richtlijn 77/799/EEG van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en de indirecte belastingen (invoeging van een artikel 6 bis) en Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen (invoeging van een artikel 3 bis).
11980/01
mak/DL/aa DG G
1
NL
Gezien de datum waarop het onderhavige document is afgewerkt (17/09/2001) kunnen eventuele wijzigingen die tijdens de vergadering van 25/09/2001 zijn overeengekomen en die van invloed zouden zijn op het tweede gedeelte van het compromis, niet in aanmerking worden genomen.
NB: het basisdocument is document FISC 23 (6199/01) van 13 februari 2001. De in de tekst van het voorstel aangebrachte verduidelijkingen en wijzigingen zijn onderstreept. Geschrapte tekst is als doorgehaalde tekst weergegeven. De toelichtingen zijn cursief weergegeven in het corpus van de tekst. Om het lezen te vergemakkelijken, zijn de alinea’s opnieuw genummerd.
11980/01
mak/DL/aa DG G
2
NL
BIJLAGE Ontwerp-compromis: tweede deel (eerste alinea)
c)
De overeenkomstig punt a) uitgereikte facturen mogen zowel op papier als, op voorwaarde dat de afnemer daarmee heeft ingestemd, elektronisch worden verzonden.
Opmerking:
De Groep heeft tijdens de vergadering van 19 juli 2001 haar goedkeuring gehecht aan deze alinea.
(tweede alinea)
Bij eElektronisch verzonden facturen moeten worden door de lidstaten aanvaard, mits de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud ervan worden gewaarborgd door middel van: ● ●
●
●
hetzij een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad; * hetzij een elektronische uitwisseling van gegevens (EDI), zoals gedefinieerd in artikel 2 van Aanbeveling 1994/820/EG ** van de Commissie, wanneer het akkoord betreffende deze uitwisseling voorziet in het gebruik van procedures die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van de gegevens waarborgen; hetzij een overzicht van de facturen dat maandelijks op papier wordt toegestuurd aan de afnemer en waarop de naam en het adres van de belastingplichtige en van de klant, alsmede, voor elke langs elektronische weg verzonden factuur, het factuurnummer, de datum van uitreiking, de maatstaf van de heffing en het bedrag van de te betalen belasting zijn vermeld; hetzij ieder ander middel waarvan de belastingplichtige op verzoek van de belastingautoriteiten van de betrokken lidsta(a)t(en) kan bewijzen dat het de authenticiteit van hun herkomst en de integriteit van hun inhoud waarborgt.
De facturen kunnen evenwel langs elektronische weg worden verzonden volgens andere methoden, mits deze door de betrokken lidsta(a)t(en) worden aanvaard. Opmerking
* **
Tijdens de vergadering van 19 juli 2001 heeft een grote meerderheid van delegaties erop aangedrongen dat naast de geavanceerde elektronische handtekening ook nog andere technische oplossingen aanvaard kunnen worden, zodra deze de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van de elektronisch verzonden facturen waarborgen. Nu reeds de geavanceerde elektronische handtekening eisen, zou voor de ondernemingen namelijk buitensporige kosten kunnen meebrengen, terwijl er andere middelen bestaan om dat doel te bereiken. Voorts verandert de technologie zo snel dat het aanbeveling verdient zich niet te beperken tot de thans bekende middelen. Met het onderhavige ontwerp wordt beoogd een communautair kader vast te stellen dat ervoor zorgt dat de systemen die in de vier stippen hierboven zijn beschreven, in de lidstaten worden aanvaard.
PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12 PB L 338 van 28.12.1994, blz. 98-117
11980/01 BIJLAGE
mak/DL/aa DG G
3
NL
-
-
-
De geavanceerde elektronische handtekening zou onvoorwaardelijk worden aanvaard. Dat zou ook het geval zijn met het systeem voor elektronische uitwisseling van gegevens (EDI), voorzover voor de nodige procedures is gezorgd. Gezien de kenmerken ervan (het impliceert een akkoord tussen de partijen, veronderstelt gestandaardiseerde berichten, biedt een "passend" niveau van veiligheid), kan volledig beantwoorden aan de eisen van deze richtlijn, voorzover de betrokken partijen zorgen voor de technische middelen om het te beveiligen (digitale handtekening, authentificatie met toegangscode, invoering van een mechanisme dat de integriteit van de gegevens waarborgt, etc.). Elektronische facturering in samenhang met een periodiek overzicht op papier van de elektronische facturen zou eveneens door alle lidstaten worden aanvaard, aangezien dat systeem de gegevens definitief zou vastleggen en latere wijzigingen ervan aldus zouden worden voorkomen. Beklemtoond moet worden dat een dergelijk systeem slechts een reëel voordeel oplevert wanneer alle lidstaten bereid zijn het op dezelfde manier in praktijk te brengen. Tot slot zouden de lidstaten eveneens verplicht zijn ieder ander systeem te aanvaarden waarvan de betrokken lidstaten bij een controle kunnen aantonen dat het de vereiste waarborgen biedt.
Opdat de lidstaten van de authenticiteits- en integriteitsregels afwijkende systemen kunnen blijven aanvaarden, wordt tot slot bepaald dat zij ieder ander systeem dat volgens hen toereikende waarborgen biedt, kunnen aanvaarden, uiteraard op voorwaarde dat zulke facturen niet per definitie door andere eventueel betrokken lidstaten aanvaard hoeven te worden. Eén delegatie drong erop aan dat alleen de geavanceerde elektronische handtekening, tezamen met een gekwalificeerd certificaat, aanvaard kan worden (elektronische bevestiging die gegevens voor het verifiëren van een handtekening aan een bepaalde persoon verbindt en de identiteit van die persoon bevestigt, hetgeen in feite overeenstemt met een echte handtekening in de juridische betekenis van het woord). Dit gaat in tegen het standpunt dat tijdens de vergadering van 19 juli is ingenomen door de meeste delegaties, die juist meer soepelheid willen (zie hierboven). Dit verzoek is derhalve niet in aanmerking genomen in het onderhavige ontwerp-compromis. (derde alinea)
De lidstaten mogen de belastingplichtigen die op hun grondgebied goederen en of diensten leveren wanneer dezen een systeem hanteren waarbij facturen elektronisch worden verzonden geen andere verplichtingen of formaliteiten opleggen. Wel mogen zij tot en met 31 december 2005 bepalen dat de gebruikmaking van dit systeem een voorafgaande kennisgeving zonder opschortende werking vereist.
Opmerking:
De Groep heeft tijdens de vergadering van 19 juli 2001 haar goedkeuring gehecht aan deze alinea.
11980/01 BIJLAGE
mak/DL/aa DG G
4
NL
(vierde alinea)
De lidstaten mogen aanvullende voorwaarden stellen wanneer voor de uitreiking van facturen door belastingplichtigen die voor op hun grondgebied geleverde goederen en diensten leveren, geschiedt vanuit een land waarmee niet een vergelijkbare regeling inzake wederzijdse bijstand zoals binnen de Gemeenschap bestaat, is overeengekomen geen rechtsinstrument inzake wederzijdse rechtshulp van gelijke strekking is overeengekomen als in de Richtlijnen 76/308/EEG en 77/799/EEG en Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27 januari 1992 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (BTW)
Opmerking:
De Groep is tijdens de vergadering van 19 juli 2001 overeengekomen het gedeelte van de zin na de laatste komma gelijk te trekken met de bewoordingen van artikel 21, punt 2, onder b), van Richtlijn 2000/65/EG betreffende degene die tot voldoening van de belasting gehouden is. Sommige delegaties vroegen zich af welk nut dat lid heeft, aangezien men bij het zien van een (papieren of elektronische) factuur onmogelijk kan weten waar deze is uitgereikt. De Commissie herhaalde dat het hier gaat om een facultatief instrument, dat geen probleem hoeft op te leveren omdat het gebruik ervan niet verplicht is. Het zou overigens interessant kunnen zijn deze maatregel te gaan toepassen indien het een onderneming betreft die buiten het grondgebied van de Unie is gevestigd, over geen enkele vaste inrichting beschikt op het grondgebied van de Unie en er goederen of diensten zou leveren. Aangezien het een mogelijkheid betreft en slechts een minderheid van de delegaties zich voor de schrapping van deze bepaling heeft uitgesproken werd ze gehandhaafd.
(vijfde alinea) nieuw
Bij een reeks facturen die gelijktijdig langs elektronische weg naar dezelfde afnemer worden verzonden, hoeven de voor de verschillende facturen gelijke vermeldingen slechts één keer te worden opgenomen, voorzover voor elke factuur alle informatie toegankelijk is.
Opmerking:
In feite gaat het hier slechts om een verplaatsing van een alinea die eerst in punt b) stond. Een aantal delegaties stelde voor deze alinea naar punt c) te verplaatsen, aangezien zij eerder slaat op situaties van elektronische facturering. Tijdens de vergadering van 8 juni 2001 hebben sommige lidstaten te kennen gegeven dat zij vraagtekens plaatsen bij de zin van deze bepaling. Tegen de inhoud ervan werden evenwel geen ernstige bezwaren gemaakt.
11980/01 BIJLAGE
mak/DL/aa DG G
5
NL
Deze alinea moet in detail opnieuw worden bekeken om de precieze werkingssfeer ervan, alsmede de eventueel te overwegen veiligheidsmaatregelen te bepalen. In die optiek werd de zinsnede "voorzover voor elke factuur alle informatie toegankelijk is" toegevoegd. Het woord "gelijktijdig" werd geschrapt, aangezien de gegevens op verschillende tijdstippen kunnen worden toegezonden. (eerste alinea) d)
Iedere belastingplichtige moet erop toezien dat de door hemzelf, of door een derde of door zijn klant, in zijn naam en voor zijn rekening, uitgereikte facturen en de door hemzelf ontvangen facturen worden opgeslagen.
Opmerking:
De Groep heeft tijdens de vergadering van 19 juli 2001 haar goedkeuring gehecht aan deze alinea, met dien verstande dat de woorden "of door zijn klant" in de tweede regel worden ingevoegd.
(tweede alinea)
De lidstaten bepalen voor hoe lang de belastingplichtigen erop moeten toezien dat de facturen betreffende de die op hun grondgebied geleverde goederen en of verrichte diensten leveren, de duur van deze opslagplicht, alsmede de door op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen ontvangen facturen moeten worden opgeslagen.
Opmerking:
Tijdens de vergadering van 19 juli 2001 heeft de Groep overeenstemming bereikt over het feit dat de lidstaten een opslagperiode kunnen voorschrijven voor zowel de uitgereikte facturen als de door een belastingplichtige ontvangen facturen.
(derde alinea)(nieuw) De opslag kan op iedere plaats en op iedere gegevensdrager geschieden, met als enige voorwaarde dat de belastingplichtige te allen tijde onmiddellijk toegang heeft tot de aldus opgeslagen informatie, teneinde deze voor de belastingdienst beschikbaar te kunnen stellen. De integriteit van de gegevens en hun leesbaarheid moet gedurende de volledige opslagperiode worden gewaarborgd. Elke elektronisch verzonden factuur moet bovendien elektronisch worden opgeslagen, tezamen met de aan de factuur verbonden geavanceerde elektronische handtekening. De belastingplichtige mag de plaats van opslag naar eigen inzicht kiezen, mits hij alle aldaar opgeslagen facturen of gegevens op ieder verzoek van de belastingdiensten kan overleggen. De lidstaten kunnen de op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen evenwel verplichten de door henzelf of, in hun naam en voor hun rekening, door hun klanten of door derden uitgereikte facturen, alsmede de door hen ontvangen facturen, op te slaan op hun grondgebied, wanneer deze opslag niet wordt verricht langs een elektronische weg die toegang on-line tot de betrokken gegevens waarborgt.
11980/01 BIJLAGE
mak/DL/aa DG G
6
NL
Opmerking:
De vroegere derde alinea werd gesplitst om de lezing ervan te vergemakkelijken na verwerking in de tekst van de diverse opmerkingen en verzoeken die tijdens de vergadering van 19 juli 2001 naar voren zijn gebracht. De inhoud ervan is nu verspreid over de derde, de vierde en de vijfde alinea. Sommige delegaties hadden een probleem met de termijn waarbinnen de informatie moet worden verstrekt, namelijk "te allen tijde [en] onmiddellijk". De vervanging van deze woorden door "een redelijke termijn" biedt dan weer te veel ruimte voor interpretatie. Bij wijze van compromis stelt het voorzitterschap voor om het begrip "termijn" te vervangen door "op ieder verzoek". Deze bewoordingen laten het onderzoek, per geval, van de termijn van overlegging van facturen uit hoofde van het subsidiariteitsbeginsel aan de lidstaten over en maken de formulering van deze zin lichter. Voorts drong een aantal lidstaten erop aan om te mogen eisen dat de door op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen uitgereikte of ontvangen facturen, op hun grondgebied worden opgeslagen. Deze eis kan weliswaar verantwoord lijken voor facturen op papier of voor facturen die op een geïsoleerde drager zijn opgeslagen (bijvoorbeeld een niet on-line toegankelijke cd-rom), maar dat is allerminst het geval voor elektronische facturen, wanneer toegang on-line tot alle gegevens gewaarborgd is: de plaats waar de server zich bevindt is namelijk van geen enkel belang, omdat de gegevens hoe dan ook toegankelijk zijn. Daarom werd deze mogelijkheid beperkt tot de facturen die niet on-line zijn opgeslagen.
vierde alinea (nieuw) De authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van deze gegevens, alsmede de leesbaarheid ervan, moeten gedurende de volledige opslagperiode worden gewaarborgd. Opmerking:
Het woord "authenticiteit" werd op verzoek van een delegatie met instemming van de Commissie toegevoegd aan het idee van handhaving van de integriteit van de gegevens.
vijfde alinea (nieuw)
Om ervoor te zorgen dat deze voorwaarden worden nageleefd, kunnen de lidstaten bepalen dat de facturen moeten worden opgeslagen in hun oorspronkelijke vorm - op papier of elektronisch - waarin zij zijn toegezonden. Zij kunnen tevens bepalen dat, wanneer de facturen langs elektronische weg worden opgeslagen, de gegevens die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud waarborgen, eveneens worden opgeslagen.
Opmerking:
Op verzoek van een aantal delegaties wordt nu bepaald dat de lidstaten kunnen eisen dat de facturen worden opgeslagen in hun oorspronkelijke vorm, namelijk die waarin zij aan de klant zijn toegezonden. Aldus kan een lidstaat zich ertegen verzetten dat de facturen op papier gewoon worden gescand en vervolgens worden vernietigd.
11980/01 BIJLAGE
mak/DL/aa DG G
7
NL
(vierdezesde alinea)
De lidstaten kunnen aanvullende voorwaarden stellen aan de opslag door belastingplichtigen van facturen betreffende op hun grondgebied geleverde goederen of verstrekte diensten en van de door op facturen die door op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen worden ontvangen in een land waarmee geen overeenkomst betreffende wederzijdse bijstand bestaat van soortgelijke strekking als die waarin de Richtlijnen 76/308/EEG en 77/799/EEG en Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27 januari 1992 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (BTW) voorzien.
Opmerkingen:
Tijdens de vergadering van 19/07/2001 ging de groep akkoord met deze alinea, mits hierin dezelfde wijzigingen worden aangebracht als in de vierde alinea van het voorgaande punt c). De voorgestelde tekst geeft de lidstaten bijvoorbeeld de mogelijkheid te eisen dat op hun grondgebied een kopie van de facturen wordt opgeslagen.
zevende alinea (nieuw) De lidstaten kunnen onder door hen vastgestelde voorwaarden voorzien in de verplichting tot opslag van door niet-belastingplichtigen ontvangen facturen. Opmerkingen:
eerste alinea
Opmerkingen:
In bepaalde situaties kan het noodzakelijk zijn te eisen dat ontvangen facturen worden bewaard: dit geldt met name voor facturen die worden ontvangen door niet-belastingplichtige rechtspersonen die intracommunautaire aankopen doen of door particulieren die binnen de Gemeenschap een nieuw vervoermiddel kopen. Het wordt aan de lidstaten overgelaten om met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel de gevallen en de voorwaarden vast te stellen waarin een dergelijke bewaarplicht bestaat. e)
Voor de toepassing van de punten c) en d) wordt onder het "elektronisch" verzenden en oplsaan van een factuur verstaan de verzending [of de beschikbaarstelling aan de adressaat] en opslag via elektronische apparatuur voor de verwerking (met inbegrip van digitale compressie) en de opslag van gegevens, en met gebruik van draad, radio of optische dan wel andere elektromagnetische middelen. Deze definitie berust op de al bestaande definitie van Richtlijn 98/48/EG. De woorden "[of de beschikbaarstelling aan de adressaat]" kunnen worden toegevoegd om ervoor te zorgen dat hier ook beschikbaarstelling van de factuur op een internetsite wordt bedoeld. Het Europees Parlement en bepaalde marktdeelnemers hebben namelijk hun bezorgdheid uitgesproken over de draagwijdte van het woord "verzending": men zou kunnen aanvoeren dat er, wanneer de afnemer toegang heeft tot de internetsite van zijn leverancier waarop de voor hem bestemde factuur zich bevindt, eigenlijk geen verzending plaatsvindt. Deze toevoeging wordt voorgesteld om alle twijfel op dit punt weg te nemen.
tweede alinea (nieuw) In de zin van deze richtlijn aanvaarden de lidstaten als factuur alle documenten of berichten op papier of op elektronisch formaat die voldoen aan de in dit lid vastgestelde voorwaarden.
11980/01
ant/DL/lm DG G
8
NL
Opmerkingen:
2)
Over de woorden "of een als zodanig dienstdoend document" is tijdens de vergadering van 21 maart 2001 lang en breed gesproken. Bepaalde lidstaten wensten een herinvoering van een dispositief waarbij het aan de lidstaten wordt overgelaten de criteria vast te stellen aan de hand waarvan wordt bepaald of een document als een factuur kan worden beschouwd. De Commissie was tegen herinvoering van een dergelijke mogelijkheid en de lidstaten werd verzocht opnieuw te bezien of het begrip "factuur" moet worden gedefinieerd, dan wel of een eenvoudige precisering in een overweging of een verklaring in de Raadsnotulen kan volstaan. Bij wijze van compromisoplossing wordt voorgesteld een nieuwe alinea toe te voegen aan punt e). Derhalve is de verwijzing naar "een als zodanig dienstdoend document" in de rest van het document geschrapt.
Aan lid 8 wordt de volgende alinea toegevoegd: "De in de eerste alinea opgenomen mogelijkheid kan slechts dienen voor het opleggen van verplichtingen die een aanvulling zijn op die van lid 3.".
Opmerkingen:
3)
In het onderhavige ontwerp-compromis worden door de gehele richtlijntekst nauwkeurige, specifieke bepalingen ingevoerd waarbij de lidstaten de mogelijkheid krijgen hun eisen hoger te stellen dan wat gemeenschappelijk wordt bepaald. Het onderhavige voorstel heeft echter ten doel een communautair kader te verschaffen voor de verplichtingen op het gebied van facturering; dit doel zou volledig worden gemist als men aan de andere kant wèl de mogelijkheid zou openhouden nog andere aanvullende verplichtingen op te leggen. Daarom is deze bepaling onverkort gehandhaafd.
In lid 9 wordt onder a) de volgende alinea toegevoegd: "De lidstaten kunnen evenwel de in het derde streepje bedoelde belastingplichtigen niet ontslaan van de verplichtingen van lid 3, tenzij wat betreft de vermeldingen die informatie verschaffen over de afnemer."
Opmerkingen:
Bij de bespreking van punt b) (zie doc. FISC 142 (11265/01) en de opmerkingen daarbij) is voorgesteld de lidstaten de mogelijkheid te geven tot het verlenen van ontheffing, zodat bepaalde duidelijk omschreven vermeldingen op de facturen achterwege kunnen blijven. Indien de mogelijkheid voor de lidstaten om ontheffing te verlenen van bepaalde verplichte vermeldingen aldus wordt beperkt, dient artikel 22, lid 9, onder a), aan die situatie te worden aangepast. Deze bepaling luidt immers als volgt: "De lidstaten kunnen van bepaalde verplichtingen of van alle verplichtingen ontheffen de belastingplichtigen die geen van de in lid 4, onder c), bedoelde handelingen verrichten", dat wil zeggen de belastingplichtigen die geen intracommunautaire handelingen verrichten. Omdat die twee maatregelen tegenstrijdig zijn, moet de tweede worden aangevuld.
11980/01
ant/DL/lm DG G
9
NL
Artikel 2 Aan Richtlijn 77/799/EEG van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van directe en indirecte belastingen wordt het volgende artikel 6 bis toegevoegd: "Recht tot toegang langs elektronische weg opgeslagen facturen in een andere lidstaat Wanneer een belastingplichtige de facturen die hij langs elektronische weg verzendt of ontvangt waarbij een on-linetoegang tot de gegevens wordt gewaarborgd, en de plaats van opslag zich bevindt in een andere lidstaat dan de lidstaat waar hij gevestigd is, heeft het personeel van de belastingdienst van de lidstaat waar de belastingplichtige gevestigd is een recht van toegang en inbeslagneming van deze facturen binnen de grenzen die in de regelgeving van de lidstaat waar de belastingplichtige gevestigd is worden vastgesteld, en voorzover de lidstaat de facturen nodig heeft in het kader van de fiscale controle." Opmerkingen:
Nu in het onderhavige ontwerp-compromis wordt bepaald dat de belastingplichtigen hun facturen "on line" kunnen opslaan in de gehele Gemeenschap, is het zaak dat elke lidstaat de zekerheid krijgt dat hij in de andere lidstaten een recht van toegang tot en inbeslagneming van deze facturen heeft, hetgeen hem zo nodig in staat zou stellen deze ter controle te downloaden. Derhalve wordt voorgesteld Richtlijn 77/799/EEG te wijzigen zonder de wijziging van de verordening betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de BTW af te wachten waardoor de onderhavige richtlijn zou worden vervangen, aangezien die verordening later zal worden aangenomen dan deze richtlijn. Artikel 3
Aan Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen wordt het volgende artikel 3 bis toegevoegd: "Indien de factuur langs elektronische weg is toegezonden aan de niet-ingezeten belastingplichtige, moet in het kader van deze richtlijn een afschrift op papier van deze factuur gelijkgesteld worden met het origineel van die factuur." Opmerkingen:
Aangezien dit richtlijnvoorstel waarschijnlijk vóór voorstel COM(98) 377 van 17/6/1998 voor wat betreft het recht van BTW-aftrek zal worden aangenomen, wordt voorgesteld de 8e richtlijn dienovereenkomstig te wijzigen om te waarborgen dat de belastingplichtigen de terugbetaling waarop zij recht hebben op basis van de afdruk op papier van de elektronische factuur kunnen verkrijgen. Artikel 42
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om op 1 juli 2001 [1 januari 2003] aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
11980/01
ant/DL/lm DG G
10
NL
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Artikel 53 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 64 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, voor de Raad de Voorzitter
_______________
11980/01
ant/DL/lm DG G
11
NL