NOTA: Plan van aanpak
Structurele bezuiniging op het onderhoud van vormbomen Alternatief voorstel op KTD besluit: Reduceren van circa 30% van het het aantal knotwilgen en bolbomen.
Gemeente Drimmelen De heer Bart van Dijk, Interim projectmanager groen, natuur en landschap Postbus 19 4920 AA Made
[email protected]
Versie Datum Samengesteld door
1 : 20 juli 2012 : Bart van Dijk
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 2 van 27
Inhoudsopgave 1
Inleiding
2
Opdracht
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Aanleiding Probleemverkenning Uitdaging Risico’s en kansen Werkwijze
3
Beeldvorming
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Begripsbepaling Definitie en kwantificering structurele bezuiniging Beleidsanalyse Gebiedsanalyse Conclusie beeldvorming
4
Visie en beleidskader
4.1 Duurzame bomen 4.2 Visie op vormbomen in de kernen 4.3 Visie op vormbomen in het buitengebied 5
Inventarisatie
6
Resultaat
7
Inbreng groene partijen
8
Uitvoeringsstrategie
8.1 Twee scenario’s 8.2 Aanpak 9
Procesaanpak
9.1 Communicatie 9.2 Communicatie over knotwilgen buitengebied 10 Financiële consequenties Bijlagen: 1. 2. 3. 4.
Inventarisatie kernen en buitengebied Concept beheerovereenkomst en toezegging MNV Reacties van ‘groene’ partijen op plan van aanpak Financieel overzicht
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 3 van 27
1
INLEIDING
Betekent een bezuiniging op het openbaar groen ook een directe aantasting van de openbare ruimte? Het openbaar groen kleurt de woonomgeving, maakt haar leefbaar, herkenbaar en geeft ruimte een identiteit. Openbaar groen trekt natuur van buiten het dorp in en maakt ruimte (be-) leefbaar. Denk maar aan de voorjaarsbloesem, de verkoelende en beschermende groene massa in de zomer en de sfeervolle kleuren in de herfst. En denk ook aan vogels, bijen en vlinders in het park, de straat en in de tuin. Het aantasten van deze waarden gaat direct ten koste van de kwaliteit en de leefbaarheid van de openbare ruimte. De uitdaging van een bezuiniging is om deze zo in te steken en uit te voeren zonder dat deze ten koste gaat van de hiervoor genoemde waarden. Deze nota heeft als doel u te overtuigen dat deze bezuiniging op het openbaar groen niet leidt tot aantasting maar juist tot een opwaardering van de openbare ruimte. In deze nota wordt een beter passend alternatief geboden voor de uit de Kerntakendiscussie (KTD) volgende bezuiniging door het verwijderen van 600 knotwilgen en bolbomen. In dit alternatief investeren we enerzijds in de relatie en de samenwerking met natuurbeherende organisaties. Anderzijds grijpen we, op een goed doordachte manier en in goed overleg met de bewoners, in op het openbaar groen. Zo wordt het openbaar groen van zowel de dorpen als het buitengebied waardevoller en goedkoper in beheer.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 4 van 27
2 2.1
OPDRACHT Aanleiding
Bezuiniging gemeente Drimmelen De gemeente Drimmelen gaat in de periode van 2012 – 2015 1,7 miljoen euro bezuinigen. Er is een bezuiniging van 1,3 miljoen euro noodzakelijk en daarbovenop wil de Raad 0,4 miljoen euro extra bezuinigen om ook in de toekomst nieuw beleid te kunnen realiseren. Om de bezuiniging te bewerkstelligen is het gehele gemeentelijke takenpakket onder de loep genomen. Van elke taak is bepaald of het gaat om een wettelijk verplichte taak of niet én of het op een efficiëntere wijze kan worden uitgevoerd of dat de gemeente er mee zou kunnen stoppen. Het kerntakendocument, wat op basis hiervan gemaakt is, besprak de raad tijdens de zogenaamde Kerntakendiscussie (KTD) in het voorjaar van 2011. Op 12 mei 2011 stemde de raad in met een bezuiniging van 6 ton per 2012 oplopend tot een bezuiniging van 1,7 miljoen per 2015. Bezuiniging op het openbaar groen Ook op de taak groen wordt als gevolg van de KTD bezuinigd. De bezuiniging krijgt als volgt vorm: 1. 30% bezuiniging op omvormingsbudget openbaar groen. Om hier zo efficiënt mogelijk mee om te gaan wordt zoveel mogelijk mee gewerkt in integrale projecten; 2. Bloembakken worden voor een belangrijk deel verwijderd; 3. De beeldkwaliteit van de onderhoudsbestekken wordt verlaagd van een onderhoudskwaliteitsniveau A naar B; 4. Het aantal openbare knotwilgen en bolbomen wordt met 30% teruggedrongen. Deze nota betreft de uitwerking van punt 4.
2.2
Probleemverkenning
Een reductie van het totaal aantal vormbomen met 30% komt neer op het kappen van 600 bomen. Bomen vormen een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte, niet zo zeer functioneel maar wel waar het gaat om het geven van een gezicht (identiteit / beleving / sfeer) aan het landschap, de dorpen en straten. Hierop ingrijpen door simpelweg 600 bomen te kappen zal tot grote weerstand leiden. Als dit proces niet zorgvuldig wordt gestuurd is de verwachting dat belanghebbenden al snel het gevoel hebben dat de kwaliteit en de leefbaarheid van hun woonomgeving wordt aangetast. De bezuiniging wordt behaald doordat er geen onderhoud meer gepleegd hoeft te worden bij de arbeidsintensieve bomen. De bomen verwijderen is één mogelijkheid en wellicht is een tweede mogelijkheid het overdragen van het onderhoud aan een derde partij. 2.3
Uitdaging
Om de gestelde bezuiniging richting te geven en te kunnen uitvoeren met zoveel mogelijk draagvlak is de volgende uitdaging geformuleerd:
Hoe kan de gemeente een bezuiniging realiseren door het terugdringen van het onderhoud op vormbomen zonder dat dit, in de perceptie van de bewoners, ten koste gaat van de waardering en beleving van hun woonomgeving? Om dit te bereiken zijn een goed onderbouwde en begrijpbare visie en beleidskader nodig die zorgvuldig gecommuniceerd moet worden aan bewoners. In deze nota worden visie en
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 5 van 27
beleidskeuzes zo goed mogelijk onderbouwd. De lezer en beslisser wordt gevraagd om ‘lange termijn’ en ‘duurzaam’ (zie kader Duurzaam onder paragraaf 3.5) te denken én de woonomgeving breder te beschouwen (dus niet slechts als woonstraat maar ook als dorp inclusief het omliggende landschap). Een goed denkkader is van belang voor de speelruimte die we belanghebbenden in de interactie kunnen bieden. 2.4
Risico’s en kansen
Verwachtingen In het verleden zijn ontwerpkeuzes gemaakt waar we nu soms nadelen van ondervinden. Jonge bomen zijn tot wasdom gekomen op plekken waar ze zowel bovengronds als ondergronds in de knel zijn gekomen. Dat is niet gezond voor de boom en ook niet prettig voor de omgeving. Denk aan takken tegen gevels en in goten en door wortels opgedrukte verhardingen. Grote bomen die niet de ruimte hebben om gezond uit te groeien, zijn vaak de oorzaak van overlast en kosten de gemeente veel tijd (communicatie en frequent onderhoud). Op het moment dat de overlast van grote bomen te groot en door de gemeente erkend werd zijn in plaats van structurele keuzes gemaakt vaak compromissen gesloten. Zo is het kandelaberen van een boom een compromis tussen behoud en verwijderen van een boom en als een politiek veilig compromis tussen diegenen die overlast hebben van de boom en degenen die van de boom in wasdom genieten. Na uitvoering van het compromis zal de boomliefhebber zeggen “Eeuwig zonde dat die boom zo misvormd is” Degene die overlast ervaart zal na enkele jaren opnieuw bellen om te vragen of de boom weer tot kandelaber (kaarsvorm) teruggesnoeid kan worden. De gemeente moet op basis van haar inmiddels vastgestelde bomenbeleid keuzes maken. Gevraagd wordt om in deze nota structurele en duurzame keuzes te maken, temeer omdat compromissen als in het voorbeeld hebben geleid tot precedentwerking en tot een enorme toename in het onderhoud en in de hoeveelheden snoeiafval.
Afbeelding: Volwassen acacia
Hetzelfde geldt feitelijk voor de vele bolacacia’s in de gemeente. De acacia is een boom die onder gunstige omstandigheden wel 30 meter hoog kan groeien. Een bolacacia wordt kunstmatig klein gehouden door hem af te zagen en op de knot telkens kaal te snoeien zodat de boom klein blijft en in de straat blijft passen. Bolacacia’s zijn geplant op plekken waar geen ruimte is voor
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 6 van 27
grote bomen. Echter verschilt het planten van een bolacacia, vanuit onderhoudsintensiteit bezien, niet veel van het planten van een grote boom op een plek waar de boom geen ruimte heeft om tot wasdom te komen. Het enige verschil is dat men bij een bolacacia eerder ingrijpt en dus duurder is in onderhoud. Met het planten van klein blijvende bomen of struiken op plekken waar weinig groeiruimte is maakt de gemeente duidelijke keuzes en kunnen bewonersverwachtingen veel eenvoudiger worden beantwoord.
Afbeelding: Groeicyclus bolacacia versus boom 3 e categorie
Bestuurlijk draagvlak en draagvlak van bewoners Door visie, kader en uitgangspunten op voorhand bestuurlijk vast te stellen kan in de aanvraag van de omgevingsvergunning naar dit besluit (instemming met de inhoud van deze nota) verwezen worden. Als er bezwaren zijn richten deze zich in eerste instantie tegen het besluit. Bij een aanvraag van de omgevingsvergunning kunnen bezwaren eenvoudiger gepareerd worden. Dat scheelt veel tijd aan overbodige bezwarenprocedures. Dit betekent wel dat bewoners vroegtijdig over de inhoud van deze nota en de besluitvorming daaromtrent geïnformeerd moeten worden. Extra bezuiniging? Een consequente uitvoering van de in deze nota opgenomen visie en beleidskader én eerder vastgesteld bomenbeleidsplan zal leiden tot een keuze van kwaliteit boven kwantiteit. De ingreep of oplossing kan mogelijk ook verder reiken dan het kappen van de aanvankelijk beoogde 614 bomen. De extra bezuiniging die hier mogelijk uit volgt kan ingezet worden in een verduurzaming en opwaardering van het openbaar groen.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 7 van 27
2.5
Werkwijze
Onderscheid buitengebied en kernen Bomen in het buitengebied hebben een andere functie dan bomen in de kernen. Bomen in het buitengebied vertegenwoordigen vaak een landschappelijke, cultuurhistorische, ecologische en daarmee recreatieve waarde. Bomen in de kern kleuren vooral het dorp in de woonstraten en bepalen de identiteit van de dorpen in de centra, op ontsluitingswegen en overige markante plekken. In deze nota is onderscheid gemaakt in vormbomen (knotwilgen) in het buitengebied en vormbomen in de kernen. Stappen Voor zowel buitengebied als kernen zijn gelijke stappen doorlopen. Bijzondere specificaties en aandachtsgebieden leiden wél tot andere uitkomsten. Om te komen tot een structurele bezuiniging zijn de volgende stappen gezet: • • • • • • •
•
Er is een begripsbepaling opgesteld ten behoeve van een gelijk kennisniveau Een analyse van vigerend gemeentelijk beleid vat kaders en doelstellingen samen waaruit passende oplossingsrichtingen volgen Middels een korte verkenning van de kernen is een indruk verkregen van de vormbomenproblematiek n in beeld gebracht De bezuinigingsopgave is nader gedefinieerd en gekwantificeerd Er is visie gemaakt op vormbomen (in kernen en in buitengebied) Op basis van de visie is een beleidskader opgesteld waarin aangegeven hoe om te gaan met vormbomen Visie en beleidskader zijn inhoudelijk besproken en bediscussieerd met groene organisaties (Madese Natuurvrienden, Agrarische Natuurvereniging, etc.) en op basis van discussie aangepast. Er is intensief overleg geweest met de Madese Natuurvrienden (MNV) over de beheerovername van knotwilgen in het buitengebied en dorpsranden
Deze nota gaat nader in op de doorlopen stappen en de daaruit volgende resultaten en bevindingen. Daarnaast stelt deze nota een vervolgaanpak voor.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 8 van 27
3
BEELDVORMING
3.1
Begripsbepaling
Enkele belangrijke begrippen ten behoeve van een duidelijke communicatie. Vormboom Vormboom is een verzamelnaam voor bomen die in een bepaalde vorm gekweekt of gesnoeid zijn. Enkele bekende voorbeelden zijn leilinde, knotwilg, bolacacia en zuileik. Knotten en knotbomen Knotten is een boom van haar kruin ontdoen, waarna deze weer uitloopt. Eenmaal begonnen met knotten moet dat worden voortgezet. Bij een onderhoudsbeurt worden de takken in de winter zo glad mogelijk afgezaagd. De boom loopt in de lente weer uit. Als het knotten wordt verwaarloosd, groeit de kruin op de knot sterk uit. De takken worden dan zo zwaar dat de boom inscheurt of omvalt. Openbare knotbomen (knotwilgen), die veelal staan langs wegen en paden, worden elke 2 tot 3 jaar geknot. Meer vrij staande knotbomen in het buitengebied worden, wanneer ze iets ouder zijn, doorgaans om de 5 tot 7 jaar geknot. Ook tussendoor volgt soms een snoeibeurt om enkele takken weg te nemen. Jongere bomen worden regelmatiger gesnoeid. In principe kunnen alle bomen voorzichtig geknot worden al zijn de meeste soorten minder geschikt. Vroeger werden, in het buitengebied, knotbomen gemaakt van soorten als populier, eik, es en els maar wilgen zijn veruit het meest geschikt en geven het mooiste resultaat. Leiboom Een leiboom is een boom waarvan de takken in een bepaalde, horizontale richting geleid worden. Elk jaar wordt de boom teruggesnoeid op de gesteltakken of "liggers" (Tegenwoordig worden bomen ook vaak geschoren zodat een haag op stam ontstaat). Een bekend voorbeeld is de leilinde, die vroeger veel bij boerderijen stond. Ook vruchtbomen worden wel geleid langs bijvoorbeeld zuidmuren of zoals soms bij peren in een perenberceau (perenloofgang). Bomen die geschikt zijn, hebben met elkaar gemeen dat ze goed snoeibaar zijn, geen zogenaamde waterloten maken (takken die bijna in een hoek van 90 graden omhoog groeien), buigzame takken hebben en makkelijk uitlopen, ook op ouder hout. Geschikte bomen zijn onder meer de linde, de plataan, de moerbij, de peer, enkele soorten esdoorn, de amberboom en de laurierkers. Het onderhoud moet niet onderschat worden: de bomen moeten vaak elk jaar gesnoeid (of geschoren) worden. De plataan geeft een stof af bij snoei, waar veel mensen allergisch op reageren. De bessen van de moerbei kunnen op bestrating lelijke, niet verwijderbare vlekken maken. De meeste lindes zijn erg gevoelig voor bladluis. Dit zijn zaken die bij de keuze van de boom meegewogen kunnen worden. Kandelaberen Kandelaberen is een snoeitechniek waarbij de takken van een boom afgezaagd worden waardoor de boom het uiterlijk van een kandelaar krijgt. De techniek heeft diverse functies. Zo wordt deze toegepast bij bomen die moeilijk toegang hebben tot lucht en water in de grond vanwege de vele bestrating dat hen omringt. Door het kandelaberen wordt de behoefte aan vocht verminderd. Kandelaberen wordt om diezelfde reden gebruikt bij het verplanten van volwassen bomen. Sommige bomen kunnen uitstekend gekandelaberd worden; de plataan en de robinia zijn hier voorbeelden van. Anderen verdragen dit soort ingrepen slecht; de beuk met name krijgt last van verbrandingsverschijnselen op haar bast en bij fruitbomen leidt het ertoe dat er het volgende jaar geen bloemen of fruit aan zal groeien; zij bloeien immers op het tweejarige hout.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 9 van 27
Ecologische waarde Betreft het aantal relaties wat een organisme (direct en indirect) onderhoud met andere organismen. Inheemse (van oorsprong voorkomende) bomen hebben een hogere ecologische waarde dan exoten (geïmporteerde bomen uit andere streken). De natuur (ecologie) bestaat uit complexe relaties en systemen die eenvoudig verstoord kunnen worden en ook, zij het veel langzamer, weer hersteld kunnen worden. Een boom die de kans krijgt om tot wasdom (natuurlijke eindgrootte) te komen, te bloeien en zaad te zetten heeft een vele hogere ecologische waarde dan vormbomen die keer op keer in hun groei aangetast worden. De meeste vormbomen komen niet tot bloei. Biodiversiteit Is de graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem (sloot, bos, regio, land, aarde). Biodiversiteit is een indicatie voor de gezondheid van een ecosysteem. Hoe groter de diversiteit binnen een systeem, hoe veerkrachtiger het is tegen externe invloeden zoals klimaatverandering. 3.2
Definitie en kwantificering structurele bezuiniging
KTD In de kerntakendiscussie is een reductie van 30% op de vormbomen overeengekomen. Dit komt overeen met het verwijderen van ca. 614 bomen en het daarmee bezuinigen van jaarlijks ca. 227 arbeidsuren. De reductie moet leiden tot een structurele bezuiniging op het groenonderhoud van jaarlijks ca. ! 6.000,00 euro. Een arbeidsuur kost ! 26,43 exclusief overhead. Om een structurele bezuiniging van jaarlijks ca. ! 6.000,00 te behalen is een éénmalige investering beschikbaar gesteld van ! 30.700,00 bedoeld voor het kappen van 614 bolbomen en knotwilgen en het herstellen van de bermen en bestratingen na verwijderen. Alternatief voor bezuiniging conform deze nota In deze nota wordt niet uitgegaan van het behalen van de gestelde bezuiniging door het verwijderen van ca. 614 vormbomen. Leidraad is de visie en de daaruit volgende beleidsuitgangspunten. De bezuiniging wordt gezien als het resultaat van de uitvoering van het (vorm-) bomenbeleid. De kerntakendiscussie benadrukt de noodzaak van uitvoering van het bomenbeleid en brengt de uitvoering in versnelling. Uitvoering op korte termijn betekent een grotere bezuiniging en een versnelde verduurzaming van het bomenbestand. De éénmalige beschikbaar gestelde investering van ! 30.700,00 wordt niet op voorhand ingezet op het kappen van bomen en het herstellen van bermen en bestratingen. Gedacht wordt ook aan een investering in herplant van onderhoudsvriendelijke / duurzame bomen en aan vrijwilligersvergoedingen voor partijen die bereid zijn om een substantieel deel van de openbare knotwilgen in het buitengebied in onderhoud te nemen. Immers: De bezuiniging bereikt de gemeente niet per sé door het kappen van bomen maar kan ook worden bereikt door minder bomen in onderhoud te hebben en door vormbomen te vervangen voor kleiner blijvende (3 e grootte) bomen. De bezuiniging is meerledig. Men bezuinigt op: 1. frequente en soms rigoureuze snoeiwerkzaamheden die vormbomen vereisen 2. het verzamelen, afvoeren en storten van de grote hoeveelheden snoeiafval 3. de coördinatie en communicatie rondom het onderhoud van vormbomen. 3.3
Beleidsanalyse
Middels een beleidsanalyse is gekeken welke kaders en richting vigerend beleid aan de bezuiniging meegeven.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 10 van 27
3.3.1 Structuurvisie plus De gemeente Drimmelen is, op verzoek van de provincie, begin 2000 gestart met het opstellen van een Structuurvisie Plus voor de gemeente Drimmelen. Met de visie geeft de gemeente duurzaam richting aan de ruimtelijke ontwikkeling, waarbij zowel recht wordt gedaan aan de gebiedsspecifieke kwaliteiten van natuur, landschap en cultuurhistorie, als aan de wensen van de lokale samenleving om te kunnen wonen, werken en recreëren. De Structuurvisie is een samenhangende ruimtelijke visie voor het gehele grondgebied en heeft een doorkijk van 15 jaar. 3.3.2
Agrarisch natuurbeheer
De structuurvisie stelt dat niet alleen in specifieke natuurgebieden natuurontwikkeling gestimuleerd moet worden, maar dat ook het agrarisch gebied kansrijk is voor natuur. Vooral op de zandgronden, in het oostelijk deel van de gemeente wordt vernieuwing van het agrarisch gebruik voorgestaan door stimulering van agrarisch natuurbeheer. Landschap en cultuurhistorie Qua landschappelijke opbouw worden voor het gemeentelijk grondgebied drie landschappelijk verschillende gebieden getypeerd: • • •
het zandgebied in het zuidoosten het zeekleigebied in het noordwesten het overgangsgebied hier tussenin (ten noordwesten en ten oosten van Made, met de moerige-/veengronden)
Op de zandgronden versterken kleine landschapselementen het kleinschalige karakter van het gebied. Het zeekleigebied kenmerkt zich juist door haar grootschaligheid en openheid.
Beschouwing Uitgangspunt van de gemeente Drimmelen is het behoud, het herstel en het versterken van de identiteit van de onderscheiden landschapstypen (en cultuurhistorische en aardkundige waarden). Knotwilgen kunnen bijdragen in het benadrukken van zowel kleinschaligheid als openheid. Het kleinschalige dekzandlandschap rond Made wordt gekoesterd door een intensieve doorsnijding met landschapsstructuren (zoals rijen met knotwilgen). De openheid van de zeekleilandschappen kan juist benadrukt worden door de polder open en wijds te houden en de randen te verdichten. 3.3.3 Landschapsvisie Met subsidies uit het Groen Blauw Stimuleringskader wil de provincie, in samenwerking met gemeenten en waterschappen, het landschap en het waterbeheer verbeteren en de mogelijkheden om van het landelijk gebied te genieten vergroten. Het Groen Blauw Stimuleringskader is bedoeld voor alle grondeigenaren die willen bijdragen aan natuur- of landschapsbehoud. Als een grondeigenaar maatregelen op zijn grond treft die bijdragen aan natuur- of landschapsbehoud, dan kan hij daarvoor een passende vergoeding krijgen. Voor de maatregelen (aanleg en beheer) zijn, op basis van een landschapsvisie, speciale pakketten samengesteld met meestal een vaste vergoeding en een aantal voorschiften over aanleg, onderhoud en inzet van grond.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 11 van 27
Afbeelding: Landschapsvisie Gemeente Drimmelen
De landschapsvisie gaat uit van: • Behoud en versterking groene dooradering (bomenrijen, houtsingels, bosjes) in het zandgebied • Behoud en versterking blauwe dooradering (waterlopen met natuuroevers) in het overgangsgebied; klei op zand • Behoud van openheid in het zeekleigebied • Versterking van het leefgebied voor moerasvogels in het overgangsgebied ten noordoosten van Hooge Zwaluwe • Versterking van het leefgebied voor weidevogels in het overgangsgebied ten zuidwesten van Hooge Zwaluwe.
Beschouwing Met het stimuleringskader werkt de gemeente samen met provincie en particulieren aan het behoud van de waarden van het landschap. De gemeente stimuleert particulieren en agrariërs met een financiële bijdrage in onder meer het onderhoud van bestaande rijen knotwilgen en de aanplant en beheer van nieuwe rijen knotwilgen. Het verwijderen van gemeentelijke knotwilgen (volgens de bezuiniging als volgende uit de KTD) in het buitengebied is in strijd met de doelen (landschap versterken) van het stimuleringskader. 3.3.4
Bomenbeleidsplan
In het in 2008 door de gemeenteraad vastgestelde bomenbeleidsplan is geconstateerd dat er in de gemeente Drimmelen in verband met beperkte bovengrondse ruimte grote aantallen bomen zijn met snoeivormen. Deze vorm van beheer wordt doorgaans toegepast op plaatsen waar dit historisch gebruik was, zoals bijvoorbeeld de leilinden langs de Marktstraat in Made. Dergelijke vormbomen zijn in de loop der jaren identiteitsbepalend geworden en vertegenwoordigen een cultuurhistorische waarde.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 12 van 27
Afbeelding: Marktstraat Made, karakteristieke knotlinden
In reactie op klachten van bewoners zijn in het verleden op veel plekken bomen gekandelaberd of geknot waarvan het de vraag is of deze relatief dure vorm van beheer op die plek wenselijk of noodzakelijk is. Het kandelaberen van bomen is vrijwel altijd een noodgreep als een boom veel overlast veroorzaakt (bijvoorbeeld licht wegneemt) of als er te weinig ruimte is voor de wortels om een normale kroon van water te voorzien. Vormsnoei, noodzakelijk om eenmaal gekandelaberde bomen duurzaam in stand te houden, brengt hoge onderhoudskosten met zich mee. Voor een doelmatig en efficiënt beheer is het zaak om dergelijke vormsnoei alleen op die plaatsen toe te laten waar dit vanuit historisch perspectief gewenst is. Of op zeer intensief gebruikte plaatsen, waar wel bomen gewenst zijn terwijl er geen ruimte is om ze uit te laten groeien. In het bomenbeleidsplan zijn reeds een aantal locaties aangewezen waar deze onderhoudsintensieve snoeivormen ongewenst zijn. Intentie is om deze bomen te verwijderen en afhankelijk van locatie en groeiplaats te herplanten met duurzamer soorten. Ook de vele vormbomen (vooral bolacacia’s) zijn vanuit een duurzaam bomenbestand ongewenst. De bomen zijn duur in onderhoud, voegen door hun geringe omvang en frequente snoei weinig toe aan de ruimtelijke en ecologische kwaliteit van de gemeente. Met de sanering en vervanging beoogt het bomenbeleidsplan meerdere doelen: • Bezuiniging op de onderhoudskosten • Het verhogen van de biodiversiteit (voor herplant worden soorten gekozen met een grotere ecologische waarde) • Het versterken van de karakteristiek van de dorpskernen en het landschap (door inrichtingsprincipes (als grondsoort en landschapstype) in acht te nemen bij soortkeuze en keuze tussen wel of geen herplant.
Beschouwing Vormbomen hebben hoge onderhoudskosten. Als bomen geen versterkende werking hebben op de karakteristiek en identiteit van de dorpskernen en als bomen vervangen kunnen worden voor onderhoudsvriendelijker soorten met een grotere ecologische waarde, zou overgegaan moeten worden op vervanging.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 13 van 27
3.3.5 Countdown 2010 De gemeente Drimmelen heeft dit Biodiversiteitsverdrag ondertekend. Ontwikkelingen en projecten worden waar mogelijk aangegrepen om de biodiversiteit in de gemeente te verhogen.
Beschouwing De knotwilgen in het buitengebeid hebben een hoge ecologische waarde en zouden om die reden behouden moeten blijven. Door het onderhoud bij een natuurwerkgroep weg te leggen kan in beheer beter rekening gehouden worden met natuurwaarden. Bij vervanging van bomen en planten in de kernen kan deze bezuiniging aangegrepen worden om de biodiversiteit lokaal te verhogen. 3.4
Gebiedsanalyse
Ter beeldvorming is een inventarisatie uitgevoerd in de verschillende kernen en in het buitengebied van de gemeente Drimmelen. Daarbij is inzicht verschaft in de kansen en de risico’s die een bezuiniging op de vormbomen oplevert en is gekeken hoe met minder bomen meer de doelen van het bomenbeleidsplan bereikt kunnen worden.
Afbeelding: Wilgenstraat Made, straatbeeld bolacacia’s
Afbeelding: Valkenburgstraat Made, straatbeeld bomen 2 e categorie
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 14 van 27
3.5
Conclusie beeldvorming
Aan de hand van de beeldvorming kom ik tot de volgende oplossingsrichtingen: • In het buitengebied richten op het ‘duurzaam’ behoud van de knotwilgen. • In de kernen richten op een maximale reductie van vormbomen met als doel een verduurzaming van het openbaar groen. Hierbij wordt kwaliteit boven kwantiteit gesteld met de overtuiging dat met minder bomen een groenere beleving en ecologische verbetering bereikt kan worden. ‘DUURZAAM’ Kernen • Ecologisch – biodiversiteit, waarde voor vogels, bijen, vlinders, insecten. • Economisch – bezuiniging op kosten beheer openbaar groen en stortkosten. • Sociaal Maatschappelijk – Mooiere woonomgeving, en schoner woonmilieu, communicatie, interactie en draagvlak, minder verkeersbewegingen en geluidsoverlast in kernen. Als gevolg van ophalen en versnipperen snoeiafval. Buitengebied • Ecologisch – biodiversiteit, waarde voor vogels, vleermuizen, marters, insecten. • Economisch – aantrekkelijke woonomgeving, toeristisch recreatieve waarde buitengebied • Sociaal Maatschappelijk – Waardevol buitengebied, betrokkenheid bewoners bij landschap en natuur, cultuurhistorische en educatieve waarden
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 15 van 27
4
VISIE EN BELEIDSKADER
Visie, beleidskader en bezuiniging (KTD) richten zich op een duurzaam bomenbestand. Een en ander is reeds verklaard in het vastgestelde bomenbeleidsplan. 4.1
Duurzame bomen?
Het bomenbeleidsplan streeft voor de toekomst naar een duurzaam bomenbestand. Duurzame bomen: - zijn gezond en hebben een goede levensverwachting - zijn onderhoudsvriendelijk, mede door voldoende ondergrondse en bovengrondse groeiruimte om tot wasdom te komen - vertegenwoordigen een bijzondere waarde voor de gemeente (ecologie, cultuurhistorie, ruimtelijke kwaliteit: dragen positief bij aan de identiteit, beeldkwaliteit en recreatieve waarde van de gemeente) Om te bepalen welke vormbomen in het kader van de bezuiniging verwijderd of vervangen kunnen worden is het van belang te bepalen welke bomen wel / niet ‘duurzaam’ van waarde zijn. Ook waar het gaat om het overdragen van het beheer van vormbomen is het principe wel / niet ‘duurzaam’ relevant. Bomen waarvan gesteld wordt dat ze geen duurzame waarde hebben worden (in verband met administratieve lasten) niet in beheer gegeven aan derden. Bij kap kan namelijk een waardevollere boom worden teruggeplant. 4.2
Visie op vormbomen in de kernen:
Vormbomen zijn meestal karakteristiek voor het landschap maar kunnen ook de identiteit van de dorpskern bepalen, en dan meestal in de vorm van knot- of leilinden. Enkele bekende voorbeelden hiervan zijn De Markt in Geertruidenberg, Het Trouwlaantje in Oisterwijk en de Marktstraat in Made.
Afbeelding: Markt Geertruidenberg en Trouwlaantje Oisterwijk, karakteristieke knotlinden
Deze vormbomen hebben vaak een cultuurhistorische waarde of zijn geplant ter groene aankleding van een centrum waar weinig ruimte is voor andere bomen. De cultuurhistorische waarde, beeldbepalende waarde en de intensief gebruikte en bezochte locatie rechtvaardigen op dergelijke locaties het intensieve onderhoud. Vormbomen als wind- / zonnescherm voor een oud
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 16 van 27
gebouw hebben ook cultuurhistorische waarde. En ook vormbomen, mits van inheemse soort, als landschappelijke overgang naar het buitengebied kunnen waardevol zijn. Met het oog op de bezuiniging (en een duurzaam bomenbestand) richten we ons waar het gaat om verwijderen / vervangen op vormbomen: • die geen onderdeel zijn van een groenstructuur (centrum, dorpsentree, overgang dorp / landschap, bijzondere plekken, pleinen) • die staan in woonstraten • die eenvoudig vervangen kunnen worden voor onderhoudsvriendelijke kleine vormbomen (3 e categorie) met ecologische en / of sierwaarden • die aanvankelijk als niet-vormboom geplant zijn en als gevolg van overlast gesnoeid en gevormd zijn Het kan voorkomen dat de gemeente bepaalde vormbomen niet en bewoners dezelfde bomen wel van waarde achten. Bomen hoe klein ook geven altijd kleur aan een woonomgeving. Als de ruimte en plek het toelaten wordt daarom uitgegaan van vervanging voor 3 e grootte bomen met een sierwaarde of ecologische waarde. In enkele gevallen wanneer de openbare ruimte het niet toestaat om duurzaam nieuwe bomen te planten wordt niets teruggeplant. De groene sfeer van de straat is dan afhankelijk van voortuinen of gevels en wordt daarmee de verantwoordelijkheid van de straatbewoners zelf. In bijzondere / uitzonderlijke / discutabele gevallen (bv. architectonische waarde of bolacacia’s als aankleding van een speelpleintje) kunnen bomen behouden blijven. Vormbomen (waardevol en niet waardevol) in de kernen worden niet overdragen aan derden (bewoners) omdat: - we streven voor de gemeente naar een overzichtelijke, gedereguleerde en efficiënte werkwijze en wensen geen onderhoudsafspraken en procedures op straatniveau. - de gemeente altijd geacht wordt snoeiafval in te zamelen en af te voeren; - het opstellen van en het toezicht houden op beheerovereenkomsten energie en tijd kosten (bovendien verhuizen bewoners soms en is het de vraag of nieuwe bewoners de overeenkomst willen overnemen. - bewoners vaak geen vakkundige snoeiers zijn en waardevolle bomen het risico lopen aangetast te worden; - de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt in het beheer en behoud van haar waardevolle vormbomen - de gemeente geen nieuwe verplichtingen aangaat in vormbomen die zij niet waardevol acht omdat deze een verduurzaming in de weg staan. Als de optie behoud en overdracht onderhoud vormbomen aan bewoners uitgesloten wordt blijven er 2 opties om een structurele bezuiniging te bereiken: • verwijderen vormbomen • verwijderen vormbomen en vervangen voor duurzame soorten (bomen / struiken).
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 17 van 27
Afbeelding: Boom met cultuurhistorische waarde
Korte samenvatting van de visie op vormbomen in de kernen Uitgaan van behoud indien vormbomen: - cultuurhistorische waarde hebben (bijvoorbeeld leilinden als wind- zonnescherm voor oud pand) - karakteristiek en beeldbepalend zijn voor een historisch lint of centrumgebied - onderdeel zijn van de inrichting van een rotonde of andere bijzondere plek (pleintje) - lelijke gevels camoufleren - op de overgang staan van dorp naar buitengebied en mits van inheemse soort. Uitgaan van verwijderen / vervangen indien vormbomen: - een geringe groene / beeldbepalende bijdrage hebben - er voortuinen aanwezig zijn waar eenvoudig bomen van gelijke omvang kunnen groeien - beschadigd zijn en / of een geringe levensverwachting hebben - er duurzamer groen met beeldbepalende waarde in de directe omgeving staat
Uit de inventarisatie blijkt dat het vooral om bolacacia’s gaat die voor verwijdering / vervanging in aanmerking komen. Ter verduidelijking van bovengenoemde beleidsuitgangspunten is voor de bolacacia een beslisboom opgesteld.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 18 van 27
4.3 Visie op vormbomen buitengebied: Knotbomen (voornamelijk knotwilgen) zijn al eeuwenlang een vertrouwd beeld in ons cultuurlandschap. Bepaalde soorten bomen werden vroeger geknot om gebruikshout te leveren. Denk maar aan het maken van zinkstukken, de klompenmaker, de mandenvlechter, de bezemmaker en het gewone brandhoutgebruik. Het knotten van wilgen vindt haar oorsprong in het oogsten van wilgentenen. Het knotten voorkomt tevens dat de wilg last krijgt van watermerkziekte. Omdat knotten niet meer rendabel is dreigen de laatste decennia landschapselementen van weleer, die door de mens zijn gevormd, uit ons landschap te verdwijnen. Knotten gebeurt daarom tegenwoordig steeds meer door organisaties op het gebied van natuurbehoud, lokale overheden en vrijwilligers. De waarde voor natuur en landschap. Oudere knotbomen herbergen allerlei planten en dieren. Vlier, lijsterbes, braam, fluitekruid, grassen, varens, mossen, paddestoelen vinden alle een goede voedingsbodem in knotwilgen. Het aantal diersoorten dat in knotwijgen huist, is zeer groot. Van de vele vogels die er te vinden zijn is het steenuiltje wel één van de trouwste bewoners. Voor zijn nachtelijke muizenjacht hoeft hij er vaak niet eens op uit, want de bomen zijn ook voor muizen aantrekkelijk. Vaste gasten zijn ook talrijke insekten, waarvan sommige het adres zelfs in hun naam voeren: wilgeboktor, wilgehaantje, wilgemug en wilgevlinder. Ook landschappelijk hebben knotbomen hun waarde. Het zo vertrouwde rijtje knot-wilgen langs sloten en wegen zal niemand willen missen. Praktisch gezien zorgen ze bovendien voor een prima versteviging van slootkanten en bieden ze het vee een welkome beschutting tegen wind en regen. Het hout is bovendien nog steeds uitstekend brandhout. BRON: St. Landschapsbeheer Zuid-Holland
Vormbomen (knotwilgen) in het buitengebied hebben meestal een cultuurhistorische / landschappelijke / ecologische waarde. Bij een structurele bezuiniging op en een duurzaam behoud van de vormbomen in het buitengebied richten we ons op: • overdracht van (het onderhoud van) vormbomen aan natuurbeherende instanties, vrijwilligers, scholen als maatschappelijke stage • het terugbrengen van het aantal bomen door te dunnen bij kleine plantafstanden zodat overblijvende bomen ook meer groeiruimte krijgen • het terugbrengen van het aantal vormbomen door verwijdering in gebieden waar openheid nagestreefd wordt • het vervangen van vormbomen voor andere onderhoudsvriendelijker inheemse soorten waar ecologische variatie en verdichting nagestreefd wordt • het afstemmen van de onderhoudsfrequentie zodat snoeihout gebundeld aangeleverd kan worden. Voor de vormbomen in het buitengebied zijn er slechts 2 opties om een structurele bezuiniging te bereiken: • In onderhoud geven knotwilgen (en overige inheemse vormbomen) aan een natuurbeherende organisatie • verwijderen vormbomen Korte samenvatting van de visie op vormbomen in het buitengebied Uitgaan van overdracht beheer vormbomen indien: - een natuurbeherende organisatie daartoe bereid is - vormbomen inheems (knotwilgen) zijn - op locatie veilig te werken is of middels afzetting veilig te maken is - het aantal in beheer over te dragen bomen substantieel (de administratieve moeite waard is) en een significante bezuiniging oplevert Uitgaan van verwijderen / vervangen indien vormbomen: - uitheems zijn
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 19 van 27
Uitgaan van behoud indien vormbomen: - in het zandgebied staan Uitgaan van verwijderen (dunnen) - indien bomen in zeekleigebied staan en dichter staan dan 3,5 meter (na dunnen is afstand tussen bomen maximaal 5 – 7 meter)
a. Voorgesteld wordt om in te stemmen met de visie en het beleidskader
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 20 van 27
5
INVENTARISATIE
In het voorjaar van 2012 zijn alle gemeentelijke vormbomen in zowel de kernen als in het buitengebied geïnventariseerd. Buitengebied Uit de inventarisatie in het buitengebied blijkt dat, conform gestelde beleidsuitgangspunten, weinig knotwilgen in aanmerking komen voor verwijdering. Er is daarom vooral gekeken naar knotwilgen die geschikt zijn om over te dragen aan een natuurbeherende organisatie. Geschikte locaties zijn verkeersluw en veilig zoals doodlopende wegen, zandpaden, fietspaden en relatief rustige wegen die tijdens werkzaamheden afgesloten kunnen worden. Daarnaast is gekeken naar bereikbaarheid. Enerzijds is daarbij gekeken naar dorpsranden waar vrijwilligers kunnen bijdragen aan landschapsbeheer in hun directe woonomgeving. Anderzijds is gekozen voor afgelegen locaties die erg inefficiënt en duur zijn voor de gemeentelijke buitendienst.
Afbeelding: Knotwilgen aan noordelijke dorpsrand Hooge Zwaluwe
Kernen De inventarisatie van de kernen wijst uit dat de leilinden veelal een structurerende, beeldbepalende of cultuurhistorische waarde hebben en behouden blijven. De bolacacia’s staan bijna altijd in woonstraten en hebben geen toegevoegde waarde ten opzichte van onderhoudsvriendelijker boomsoorten van 3 e categorie. Dit geldt in mindere mate ook voor bolesdoorns en zuilhaagbeuken. Visie en beleidsuitgangspunten leiden tot het verwijderen en eventueel vervangen van alle bolacacia’s in de gemeente.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 21 van 27
6
RESULTAAT
Op basis van visie, beleidskader en inventarisatie komen we tot het volgende resultaat: 1 Circa 441 vormbomen in de kernen komen in aanmerking om gerooid te worden 2 De herplant van ca. 199 duurzame bomen waarborgt / verbetert de groene kwaliteit van voornamelijk woonstraten. 3 Circa 1360 knotwilgen in buitengebied en aan dorpsranden komen in aanmerking om over te dragen aan een natuurbeherende instantie. Een nadere uitwerking van de inventarisatie van dit voorstel is opgenomen in Bijlage 1. Overleg met MadeseNatuurVrienden (MNV) Punt 3 is meerdere malen besproken met MNV. Dit heeft er toe geleid dat de MNV inmiddels heeft toegezegd om een 900–tal knotwilgen in onderhoud te willen nemen tegen een jaarlijkse vrijwilligersvergoeding. De vrijwilligersvergoeding wordt gebruikt om het natuur- en landschapsbeheer verder te professionaliseren (denk aan bijvoorbeeld certificaten voor werkzaamheden of aanschaf materieel) en voor een gezellig hapje en drankje met vrijwilligers tijdens (koffie, thee en limonade) en na afronding van het werk. Het aantal van 900 is te overzien voor MNV en betekent voor de gemeente substantiële bezuiniging. Het in onderhoud geven van knotwilgen bij MNV heeft de voorkeur omdat: • het een lokale organisatie betreft en daardoor betrokken is bij het landschap en de natuur van Drimmelen maar ook betrokken bij de bewoners van de gemeente Drimmelen • zij deskundig en kundig zijn op het gebied van beheer van knotwilgen • zij een coördinerende en regisserende rol kunnen vervullen in de participatie van bijvoorbeeld bewoners, scholen (maatschappelijke stage) en Brabants Landschap (natuurwerkdag) waar het gaat om het ‘samen’ knotten van wilgen. In bijlage 2 is de toezegging van MNV en een concept beheerovereenkomst toegevoegd zoals deze aan MNV is voorgelegd.
b. Voorgesteld wordt om het onderhoud van 900 knotwilgen in het buitengebied over te dragen aan MNV en daarvoor een beheerovereenkomst te sluiten.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 22 van 27
7
INBRENG GROENE PARTIJEN
Bijeenkomst groene partijen Op 10 juli 2012 zijn de visie, het beleidskader, de resultaten en de voorgenomen aanpak besproken met diverse groene partijen. Samen is de strategie verkend. Genodigd waren: • Agrarische natuurvereniging • Bijenhoudersgilde St. Ambrosius te Made • Imkerij “De Biesbosch” (afgemeld) • Madese Natuurvrienden • Staatsbosbeheer (afgemeld) • ZLTO Drimmelen De partijen kunnen zich vinden in de (in deze nota verwoorde) voorgenomen aanpak en partijen zijn blij om betrokken te zijn in het proces. Ook in de uitwerking nemen partijen hun rol waar het gaat om sortimentskeuze van duurzame bomen en struiken. In bijlage 3 zijn enkele reacties van de groene partijen toegevoegd.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 23 van 27
8
UITVOERINGSSTRATEGIE
Zoals eerder gesteld gaat deze nota uit van ingrijpen op basis van visie en beleid. Dit leidt er toe dat er niet circa 614 vormbomen verwijderd worden maar 441. Met het terugplanten van 199 duurzame bomen in de kernen wordt duurzaam geïnvesteerd in de kwaliteit van de woonomgeving. Een en ander leidt tot een effectieve reductie van 242 bomen in plaats van het aanvankelijke aantal van circa 614 bomen te verwijderen bomen. De bezuiniging wordt op korte termijn bereikt met in beheer overdragen van 900 knotwilgen aan MNV. Getoond wordt hoe de uitvoeringsstrategie ook op lange termijn tot een structurele bezuiniging leidt. 8.1
Twee scenario’s
Het oorspronkelijke idee (verwijderen ca. 614 bolbomen en knotwilgen) en het in deze nota geboden alternatief lichten we aan de hand van voor- en nadelen kort toe. 1. Oorspronkelijk idee verwijderen circa 614 bolbomen en knotwilgen. Als men deze ‘oplossing’ toetst aan visie, beleidskader en inventarisatie dan zou het voorstel zijn om dezelfde (als in de inventarisatie) 441 vormbomen in de kernen te rooien. In het buitengebied zouden 173 knotwilgen moeten wijken door dunnen of het verwijderen van een rij in geval van een dubbele rij. Voor- en nadelen: + -
een structurele bezuiniging van 227 uur wordt behaald straten verliezen hun bomen en hun laatste resterende groen het verwijderen van knotwilgen in buitengebied is strijdig met vigerend gemeentelijk beleid de kwaliteit van het buitengebied wordt aangetast de éénmalige investering van 30.700 euro wordt besteed aan kappen en herstellen van bermen en straten en niet aan verduurzaming van het openbaar groen de enige interactie met bewoners en groene partijen is het informeren over de ingreep en de bezwarenprocedures omtrent de benodigde omgevingsvergunning. Kortom een zeer grote kans op weerstand!
2. Alternatief voorstel Het onderhoud van 900 knotwilgen wordt voor onbepaalde tijd overgedragen aan de MNV tegen een vrijwilligersvergoeding van 3000 euro per jaar. Alle knotwilgen in het buitengebied blijven behouden. In de kernen worden ca. 400 vormbomen (vooral bolacacia’s) gerooid en er worden ca. 200 bomen teruggeplant. Rooien en herplant kan gefaseerd worden uitgevoerd over meerdere jaren. Voordelen: + + + + +
een structurele bezuiniging wordt behaald die groter is dan de gestelde 227 uur verduurzaming openbaar groen in de kernen de kwaliteit van het buitengebied blijft behouden zowel het in onderhoud nemen van 300 extra knotwilgen door MNV én de duurzame omvorming van het bomenbestand in de kernen leveren extra capaciteit op voor de buitendienst. de éénmalige investering van 30.700 euro wordt besteed aan een vrijwilligersvergoeding (3000 euro per jaar) en aan een versnelde verduurzaming
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 24 van 27
+ + +
8.2
van het bomenbestand. De versnelde verduurzaming schept een extra bezuiniging waaruit de vrijwilligersvergoeding voor de toekomst wordt veiliggesteld door het omvormen (verduurzamen) van het bomenbestand over enkele jaren gefaseerd uit te voeren wordt de ingreep kleiner en ontstaat ruimte voor een goede interactie met bewoners. fasering kan afgestemd worden op urgentie en draagvlak, in het eerste jaar kunnen enkele straten waar draagvlak is aangepakt worden en later als voorbeeld dienen voor en straten waar aanvankelijk weerstand is overtuigen. omdat de bezuiniging van 227 uren pas in 2015 gerealiseerd hoeft te worden kan deze samen met de extra capaciteit besteed worden aan verduurzaming van het openbaar groen.
Aanpak
Het alternatieve voorstel conform deze nota levert veel meer op dan de oorspronkelijke KTDoplossing om circa 614 bolbomen en knotwilgen te kappen. In bijlage 4 is het alternatieve voorstel nader uitgewerkt in een overzicht met financiële consequenties en gevolgen voor het vrijvallen van uren. Het overzicht gaat er van uit dat het verwijderen van ca. 400 bomen en herplanten van ca. 200 bomen in de kernen binnen een periode van 3 jaar wordt uitgevoerd.
c. Voorgesteld wordt in te stemmen met de Alternatieve aanpak en daaraan uitvoering te geven.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 25 van 27
9.
PROCESAANPAK
De groene partijen die ook eerder uitgenodigd zijn feedback te geven op deze nota worden ook in de uitwerking betrokken. Hierbij gaat het vooral om het opstellen van een bomen- / struiken keuzekaart met ecologisch waardevolle soorten om te gebruiken in de interactie met bewoners. 9.1
Communicatie
Uit diverse e-mail- en persberichten blijkt dat er zowel onder bewoners als politiek onrust heerst over de ingrepen die met de bezuiniging gemoeid zijn. Het is van belang dat de gemeente snel duidelijkheid geeft over de plannen en ideeën die zij heeft. Uit deze nota blijkt dat de ingrepen in de kernen meestal plaatsvinden in woonstraten en dus niet op historische linten, ontsluitingswegen of andere structuurbepalende plekken. Dit betekent dat er ruimte is voor interactie zolang deze past binnen de visie en beleid en deze niet ten koste gaat van de voorgenomen bezuiniging. In de communicatie informeren we bewoners vroegtijdig over de speelruimte en de kaders in de interactie.
Bijvoorbeeld: Alle bolacacia’s in uw straat worden verwijderd. U kunt meedenken en meebeslissen over het wel of niet terugplanten van bomen en over de soortkeuze van de terug te planten boom. Uitgangspunt voor terugplant is altijd dat de boom op deze plek een gezonde toekomstverwachting heeft. In de communicatie worden de volgende stappen gehanteerd: 1. Bijeenkomst groene partijen (heeft 10 juli plaatsgevonden) Voorafgaand worden visie, beleid en plannen gedeeld met: • Agrarische natuurvereniging • Bijenhoudersgilde St. Ambrosius te Made • Imkerij “De Biesbosch”” • Madese Natuurvrienden • Staatsbosbeheer • ZLTO Drimmelen De inbreng is verwerkt in deze nota zodat aan bestuur en bewoners een voorstel wordt voorgelegd wat wordt gedragen door genoemde partijen. Groene partijen worden ook in de uitwerking betrokken. 2. Informatie Voorgesteld wordt om op 16 augustus 2012 een informatieavond voor de raad te houden waarin de gemeenteraad en bewoners geïnformeerd worden over: -
de de de de de
te behalen bezuiniging op het onderhoud van de vormbomen gemeentelijke visie en beleid op het onderhoud van de vormbomen aanpak en het vervolg wijze en mate waarin bewoners invloed kunnen uitoefenen op de plannen mogelijkheden van bezwaar en beroep
Doel: Kennis delen, een gelijk kennisniveau van de bewoners met de ideeën en plannen van de gemeente. 3. Inloop en interactie Er wordt een gemeentebrede inloopavond georganiseerd waarin bewoners, per kern (per kern is een vertegenwoordiger aanwezig) kennis kunnen nemen van de voornemens van de gemeente
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 26 van 27
en de plannen in hun straat. Op deze avond kunnen bewoners hun mening delen en inbreng geven zodat deze in een uitwerking al / dan niet meegenomen kunnen worden. Zo kunnen er samen keuzes gemaakt worden over inrichtingsaspecten en soortkeuze van te vervangen bomen.
Doel: Kennis halen, ideeën en suggesties van bewoners verwerken in de definitieve uitwerking van de plannen. Binnen gestelde kaders en geboden speelruimte samen keuzes maken. 9.2
Communicatie over knotwilgen buitengebied
De communicatie, behoudens de informatieavond, richt zich vooral op de kernen. In het buitengebied proberen we de knotwilgen te behouden. Er is gezocht naar partijen die geschikt zijn om het deskundig en duurzaam onderhoud van de knotwilgen uit te voeren. Inmiddels hebben we hierover overeenstemming bereikt met de Madese Natuur Vrienden. Na het besluit over deze nota kan de beheerovereenkomst definitief worden gemaakt en ondertekend worden. Middels persberichten worden bewoners op de hoogte gebracht van de vorderingen. 9.3
Vervolg
Op basis van deze nota zijn de volgende vervolgstappen geformuleerd: • • • • • • • • • • •
besluitvorming college over deze nota opstellen persbericht (uitnodiging raadsinformatiebijeenkomst) informatiebijeenkomst raad opinieronde raad raadsbesluit en ondertekening beheerovereenkomst MNV aanvraag omgevingsvergunning 1 e fase uitwerken ontwerpen omvorming vormbomen kernen en maken bomenkeuzekaart voorbereiden en houden interactieavonden (inloop) bewoners opstellen uitvoeringsprogramma 2013 – 2015 en bestuurlijk terugkoppelen aanvraag omgevingsvergunning 2 e fase etc.
d. Voorgesteld wordt om in te stemmen met de geschetste procesaanpak en vervolgstappen.
Procesaanpak / plan van aanpak pagina 27 van 27
10
FINANCIELE CONSEQUENTIES
In de begroting is een bedrag opgenomen van ! 30.700 ten behoeve van de sanering van knotwilgen en bolbomen (ca. 600 stuks) en tevens een besparing van 227 uur, zijnde circa ! 6.000 (onderdeel van de totale opgenomen bezuiniging op personeel van ! 250.000 vanaf 2015 en verder) In bijgevoegd overzicht (zie bijlage) is een berekening gemaakt met een alternatieve variant zijnde zelfbeheer derden (ca. 900 stuks) en omvorming van bolbomen. Conclusie Zoals uit het overzicht op te maken valt blijkt dat het aangedragen alternatief per saldo op termijn een grotere besparing ten opzichte van de begroting (KTDbezuinigingstaakstelling) wordt gehaald (2016 e.v.) en waarbij de voorgestelde kap van knotwilgen in het buitengebied voorkomen wordt. De omvorming van de bolbomen geeft een hogere besparing op de personeelslasten vanaf 2015 en verder. Door deze grotere besparing is tevens de bijdrage ten behoeve van het zelfbeheer derden naar de toekomst toe financieel veilig gesteld. Genoemde bedragen zijn exclusief BTW Zie ook bijlage 4 voor financiële consequenties.