Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling Januari 2015
2
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Aanleiding Bestaande situatie Toekomstige situatie
7 7 7 8
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Sectoraal beleid Economische zaken Verkeer Milieu Water Natuur & Landschap Archeologie en Cultuurhistorie
9 9 9 11 16 18 22
Hoofdstuk 3 3.1 3.2
Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
27 27 27
Hoofdstuk 4 4.1 4.2
Vooroverleg Provincie Gelderland Waterschap
29 29 30
Bijlagen bij Toelichting Bijlage 1 Memo indirecte hinder
31 31
Regels
33
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
35 35 46
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7
Bestemmingsregels Gemengd Groen Horeca Tuin Waarde - Archeologie 2
49 49 51 53 55 57
Hoofdstuk 3 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Overige regels
61 61 62 63 64 65 66
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 14 Overgangsrecht Artikel 15 Slotregel
69 69 70
Bijlagen bij de regels Bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen) Hoofdstuk 1 Staat van horeca-activiteiten
71 73
Hoofdstuk 2
Toelichting op Staat van horeca-activiteiten
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
3
4
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Toelichting
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
5
6
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Directe aanleiding voor het nieuwe bestemmingsplan vormt een verzoek tot herziening van het bestemmingsplan om in het plangebied om de functies Bed & Breakfast toe te voegen op de adressen Driehuizerweg 281 en 287 en in de noordelijke helft van de voormalige Stoeterij Brakkenstein (Driehuizerweg 283). In het zuidelijke deel van de voormalige Stoeterij Brakkenstein luidt het verzoek om een feest-/vergaderruimte mogelijk te maken. Het plangebied ligt ten zuiden van het centrum in de nabijheid van de Radbouduniversiteit en het Radboudziekenhuis en maakt onderdeel uit van Park Brakkenstein.
1.2
Bestaande situatie
Park Brakkenstein heeft een monumentaal karakter en kent een ruitvormige plattegrond. Het park wordt voorzien van strakke laanstructuren, zowel rondom als diagonaal door het park. Tussen de lanen liggen enkele informele paadjes. Enkele delen van het park zijn open en voorzien in grasveld anderen delen kennen een dichte begroeiing. Het oostelijke deel van het park is ingericht als botanische tuin. Ook voorziet het park in een tweetal monumentale gebouwen te weten een witte villa en een voormalige stoeterij. Daarnaast zijn er nog twee kleinere bijgebouwtjes aanwezig aan de randen van het park, die momenteel dienst doen als woning. De gebouwen tezamen vormen een cluster die gesitueerd zijn aan de zuidoostzijde van het park. Het park kent meerdere ingangen waarvan er één de hoofdentree vormt. Deze entree is voorzien van een poort en vormt de oprijlaan richting de villa. Tevens ontsluit deze een reeks parkeerplaatsen die ten westen van de villa zijn gesitueerd. Het parkeerterrein heeft een informeel karakter en wordt afgebakend door de aanwezigheid van een hefboom over de westelijke bomenlaan. De oprijlaan is de originele entree van het voormalige landgoed waar de eerder genoemde bebouwing en het Park Brakkenstein onderdeel vanuit hebben gemaakt. De oprijlaan haakt nu aan op de kruising Kwekerijweg, D'Almarasweg en de Driehuizerweg. De overige entrees zijn ondergeschikt en later aan het Park toegevoegd. Ze zijn bedoeld voor voetgangers en fietsers. In de villa is momenteel een restaurant gevestigd. De Stoeterij wordt deels gebruikt als woning maar staat grotendeels leeg. Het plangebied omvat alle gebouwen, het parkeerterrein, de oprijlaan en het daartussen gelegen groen.
1.2.1 Vigerend bestemmingsplan Het gebied valt onder het bestemmingsplan Nijmegen Heijendaal uit 2007 en kent daarin de bestemming park (bestemd voor groen en natuur). De gronden zijn bestemd voor een stadspark met bijbehorende voorzieningen alsmede voor a. voor bestaande woningen en bijbehorende verkeersontsluitingen; b. voor het bestaande horecabedrijf, de bijbehorende verkeersontsluiting en ter plaatse van de aanduiding "parkeerplaatsen" voor parkeerplaatsen; c. voor het bestaande tennispaviljoen, de bijbehorende verkeersontsluiting en ter plaatse van de aanduiding "tennisbanen" voor tennisbanen; d. voor de bestaande paardenhouderij annex ruitersportcentrum en ter plaatse van de aanduiding "paardenbak" voor een paardenbak; e. voor behoud, beheer, onderhoud en ontwikkeling van de Botanische Tuin en daaraan gerelateerde en ondergeschikte natuureducatieve, culturele en recreatieve activiteiten.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
7
De voorgestelde ontwikkeling past niet in deze bestemming.
Vigerend bestemmingsplan ter plaatse van onderhavig plangebied, bron: www.ruimtelijkeplannen.nl
1.3
Toekomstige situatie
In de toekomstige situatie wordt het gebruik van enkele gebouwen gewijzigd. Zo krijgen de twee bijgebouwtjes aan de rand van het park, naast een woonbestemming, tevens de mogelijkheid om gebruikt te worden als Bed & Breakfast. Het gebouw van de Stoeterij wordt behouden en wordt voornamelijk intern verbouwd, de enige uitbreiding vindt plaats door middel van uitbouw (een hoekserre) in het zuidelijke deel. Het toekomstige gebruik van de Stoeterij voorziet in een beperkte horecabestemming op het zuidelijke deel (alleen een feestzaal en of een vergaderruimte) en een woon- en Bed & Breakfast functie op het noordelijke deel. Door het toevoegen van een andere functies is het noodzakelijk parkeerplaatsen aan de omgeving toe te voegen. Aangezien het onwenselijk is om gemotoriseerd verkeer het park in te trekken is er gekozen om de extra parkeerruimte aan weerszijde van de oprijlaan te situeren. De villa en de rest van het park blijven onaangetast en beschermd. De reeds bestaande parkeerplaatsen en de nieuw aan te leggen parkeerplaatsen aan weerszijden van de oprijlaan zijn op de verbeelding aangeduid met 'parkeerterrein'. Parkeren is, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen, uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'. De bestemming 'Park' zoals in het vigerende bestemmingsplan 'Nijmegen Heyendaal' is opgenomen komt niet meer voor in de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). In onderhavig bestemmingsplan is daarom gekozen om de bestemming 'Groen' op te nemen voor deze gronden. Voor een duidelijke afbakening van het bestaande horecabedrijf en de woningen is gekozen om deze uit de bestemming 'Groen' te halen en deze separaat te bestemmen met een bijbehorende bestemming en bouwvlak. Met onderhavig bestemmingsplan wordt de stoeterij functie opgeheven en daarmee 2 verdwijnt ook de paardenbak van de manege. Die had een omvang van 1200m (20m bij 60m) en is in het vigerende bestemmingsplan 'Nijmegen Heyendaal' planologisch bestemd door middel van de aanduiding 'paardenbak'. In onderhavig bestemmingsplan is deze aanduiding niet meer opgenomen.
8
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 2 Sectoraal beleid 2.1
Economische zaken
De Stoeterij is een uniek gebouw op een unieke locatie wat organisatorisch gekoppeld is aan nog een unieke locatie namelijk Chalet Brakkenstein. Horeca op unieke locaties heeft vaak een bereik dat verder gaat dan alleen bewoners van de eigen wijk of zelfs de stad. Kwalitatief goede initiatieven vanuit de markt, die inspelen op unieke kansen, laten we niet voorbijgaan en worden apart beoordeeld. Dit initiatief waarbij de Stoeterij als onderdeel van Chalet Brakkenstein gaat functioneren als een vergadercentrum en waarbij de ruimtes tevens ingezet worden voor kleinschalige feesten en bijeenkomsten wordt vanuit Economische Zaken ondersteund. De mogelijkheid om te blijven overnachten na een vergadering of feestelijke bijeenkomst in een Bed & Breakfast is een aanvulling op de bestaande markt. Bed & Breakfast wordt zowel door de toeristische als de zakelijke bezoekers van de stad gebruikt en voorziet in een behoefte aan de onderkant van de hotelmarkt.
2.2
Verkeer
2.2.1 Bereikbaarheid Gemotoriseerd verkeer: De Stoeterij kan niet bereikt worden met gemotoriseerd verkeer. De Stoeterij ligt in Park Brakkenstein. Het park is alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers. Via de Driehuizerweg kan de parkeervoorziening worden bereikt die wordt aangelegd voor de functiewijziging. De parkeervoorziening wordt gerealiseerd aan de toegangsweg van Chalet Brakkenstein. Langzaam verkeer: Het plangebied kan vanuit elke toegang ontsloten worden door voetgangers. Fietsers kunnen de Stoeterij bereiken via een zijweg van de d'Almarasweg. Openbaar vervoer: Voor gebruik van het openbaar vervoer haltevoorzieningen van de Heyendaalseweg.
is
het plangebied aanwezen op de
2.2.2 Expeditie Expeditie vindt plaats nabij de Stoeterij, buiten de slagboom (voetgangersgebied).
2.2.3 Parkeren Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend aan de hand van de toepassing van artikel 2.5.30 uit de Nijmeegse bouwverordening. Het artikel is een uitwerking van de de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde parkeervisie (2012) en de hierin verbonden nota parkeernormen gemeente Nijmegen (2012). Het plangebied valt in de sterk stedelijke zone "Centrum ". De volgende berekening is van toepassing op de Stoeterij.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
9
Koetshuis 281: Bestaande situatie: woning
1,6pp
Nieuwe situatie: 5 kamer Bed&breakfast incl. verdieping p-norm 0,75pp =
3,75pp
Restaurant 285: Bestaand: beg. grond + 1e verd. 482m2 p-norm 9pp/100m2 =
44pp
Stoeterij 283: Bestaand:
1 woning
1,6pp
10 boxen p-norm 0,4pp/box =
4pp
Totaal
5,6pp
Nieuwe situatie: 8 kamers Bed&breakfast excl. verdieping p-norm 0,75pp =
6pp
Restaurant 180m2 excl. verdieping p-norm 9pp/100m2 =
16pp
Totaal
22pp
Huidige situatie totaal: In totaal zijn voor de huidige situatie 1,6 + 44 + 5,6 =
51,2pp benodigd
Nieuwe situatie totaal: In totaal zijn voor de nieuwe situatie 3,75 + 44 + 22 =
69,75pp benodigd
Dit betekent dat uitgaande van de aangenomen uitgangspunten de extra parkeerbehoefte 69,75 - 51,2 = 19pp bedraagt. De 19 parkeerplaatsen worden in het plangebied aangelegd.
2.2.4 Verkeersveiligheid Aan de hand van de wegencategorisering kaart uit de nota Nijmegen Duurzaam bereikbaar (augustus 2012) is bepaald welke snelheid regime er geldt. Op de GOW-A, GOW-B en de industrieterreinen geldt 50 km/h. Voor de rest binnen bebouwde kom geldt 30 km/h. De maximum snelheid van de omliggende straten is 30 km/h.
10
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
2.3
Milieu
2.3.1 Bedrijvigheid In de naaste omgeving van het plan bevinden zich geen milieugevoelige bestemmingen die het Deelplan Nijmegen Heyendaal - 5 kunnen beïnvloeden. In de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering, editie 2009' is geen aparte categorie 'feestzaal' opgenomen, daartoe is aangesloten bij de richtafstanden die in de publicatie zijn opgenomen voor disco's, muziekcafé's (SBI-2008: 563; SBI-1993: 554). Hieruit volgt een grootste richtafstand van 30meter voor geluid. Met betrekking tot de omliggende geluidgevoelige bestemmingen voldoet de invulling ter plaatse.
Indirecte hinder Met betrekking tot de parkeerbehoefte kan gesteld worden dat in het openbaar gebied weinig tot geen toename van de parkeerdruk zal optreden ten gevolge van dit plan. De nieuwe invulling zal een grotere verkeers aantrekkende werking zal hebben dan de huidige invulling, maar gaat beschikken over een voldoende aantal parkeerplaatsen op en nabij het eigen terrein. Er is, in verband een ruimtelijke procedure, een akoestisch onderzoek (zie Bijlage 1) uitgevoerd voor Stoeterij Brakkenstein te Nijmegen. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat, ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen (gevels van woningen) wordt voldaan aan de maatgevende normering (Wet milieubeheer) ten aanzien van de indirecte hinder. De voorkeursgrenswaarde voor de indirecte hinder is maximaal 50 dB(A) ter plaatse van de woningen, welke gesitueerd zijn aan de route van het aan- en afrijdend verkeer op de openbare weg. Er wordt hiermee voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Conclusie Het deelplan Nijmegen Heyendaal - 5 kan als acceptabel worden aangemerkt.
2.3.2 Bodem In de toekomstige situatie wordt het gebruik van enkele gebouwen gewijzigd. Zo krijgen de twee bijgebouwtjes aan de rand van het park, naast een woonbestemming, tevens de mogelijkheid om gebruikt te worden als Bed & Breakfast. Het gebouw van de Stoeterij wordt behouden, intern verbouwd en voorzien van onder andere een horecabestemming. Door het toevoegen van een andere functies is het noodzakelijk parkeerplaatsen aan de omgeving toe te voegen. Aangezien het onwenselijk is om gemotoriseerd verkeer het park in te trekken is er gekozen om de extra parkeerruimte aan weerszijde van de oprijlaan te situeren. De villa en de rest van het park blijven onaangetast en beschermd. De reeds bestaande parkeerplaatsen worden op de verbeelding aangeduid. Voor de parkeerplaatsen geldt dat zij zodanig moeten worden aangelegd dat zij voldoen aan de Provinciale Milieuverordening van de Provincie Gelderland. Het standstill-step forward principe is van toepassing. Dit principe betekent namelijk dat nieuwe bestemmingen die een groter risico opleveren voor het grondwater dan de bestaande bestemming in beginsel niet zijn toegestaan. Door de nadelige effecten te compenseren ontstaat de mogelijkheid de voorgenomen activiteit toch te realiseren. Deze compensatie moet bestaan uit een ruimtelijke maatregel. Dat betekent dat elders in het grondwaterbeschermingsgebied een bestemmingswijziging moet worden gerealiseerd die het toegenomen risico wegneemt.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
11
In het vigerende bestemmingsplan 'Nijmegen Heyendaal' is een aanduiding 'paardenbak' 2 met een oppervlakte van circa 1200m opgenomen. In onderhavig bestemmingsplan is deze aanduiding niet meer opgenomen en is aan deze gronden de bestemming 'Groen' gegeven. Een paardenbak is in de bestemming 'Groen' niet meer toegestaan, waarmee de ruimtelijke compensatie is geregeld. Afspoelend, schoon regenwater van daken kan via een bodempassage en filtering met daartoe geschikte beplanting moet worden geïnfiltreerd. Eventueel verontreinigende stoffen worden dan gebonden aan de humusdeeltjes en bacteriën en planten. De nieuwe parkeerplaatsen worden aangesloten op de bestaande kolken. Bij lekkage en/of calamiteiten worden verontreinigende stoffen afgevoerd naar het riool. Voor deze bestemmingsplanwijziging/herziening is geen bodemonderzoek nodig, omdat:
de functie niet gevoeliger wordt én in bodeminformatiesysteem van de gemeente Nijmegen geen aanwijzing is gevonden dat er bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden.
Daarom zullen er zover het de bodem betreft geen bijzondere financiële of milieutechnische problemen bestaan. Voor deze bestemmingsplanwijziging geldt dat geen bodemonderzoek uitgevoerd dient te worden om te toetsen of de bodem geschikt is voor de gewenste ontwikkeling.
2.3.3 Geluid Algemeen Binnen het plangebied bevinden zich geen geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder. De geluidbelasting hoeft niet getoetst te worden aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder.
Conclusie Het deelplan Nijmegen Heyendaal – 5 kan als acceptabel worden aangemerkt.
2.3.4 Luchtkwaliteit Als een ruimtelijk plan getoetst wordt op luchtkwaliteit, moet worden gelet op de volgende 2 zaken: a) het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit. b) het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit. ad a) het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's (Besluit niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen, Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen) en Ministeriële regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen, Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007, Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007).
12
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Grenswaarden voor luchtkwaliteit gelden o.a. voor de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In Nijmegen worden alleen voor NO2 en PM10 mogelijke overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen. Plannen die niet meer dan 3% bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, hoeven niet getoetst te worden aan de luchtkwaliteitseisen in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5. In een regeling is nader uitgewerkt dat een woningbouwplan met minder dan 1500 woningen en één ontsluitingsweg, minder dan 3% bijdraagt. Dit komt overeen met een verkeersaantrekkende werking van ca. 7500 motorvoertuigen per etmaal. Verwacht wordt dat het onderhavige plan een verkeersaantrekkende werking zal hebben, die ruim onder bovenstaande grens blijft. Het plan is derhalve NIBM en het hoeft derhalve niet aan de luchtkwaliteitseisen getoetst te worden. ad b) het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit. Op 16 januari 2009 is het Besluit "gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)" in werking getreden. Met deze amvb wordt de bouw van zogenaamde gevoelige bestemmingen in de nabijheid van (snel)wegen beperkt. Het besluit heeft als doel het beschermen van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Scholen, kinderdagverblijven en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen met bijbehorende terreinen zijn gevoelige bestemmingen. Plannen voor gevoelige objecten zijn niet toegestaan binnen 300 meter vanaf de rand van een rijksweg of binnen 50 meter vanaf de rand van een provinciale weg, mits ter plaatse een grenswaarde overschreden wordt. Voor drukke stadswegen worden geen afstanden genoemd, maar kunnen door lokaal beleid aangewezen worden.
Conclusie De geplande nieuwbouw betreft geen gevoelige bestemmingen en voldoet daarmee ook aan dit aspect.
2.3.5 Externe veiligheid Met betrekking tot externe veiligheid kunnen twee typen risico's worden onderscheiden: a) externe veiligheid door inrichtingen c.q. bedrijven en b) externe veiligheid door vervoer gevaarlijke stoffen over transportassen. De risico's worden nader verdeeld naar plaatsgebonden risico's en groepsrisico's:
Onder het plaatsgebonden risico (PR) verstaat men de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het plaatsgebonden risico zijn grens- en richtwaarden als toetsingswaarden aangegeven. Het groepsrisico geeft aan wat de kans is op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde bron, het invloedsgebied. Het groepsrisico wordt beschouwd ten opzichte van oriënterende waarden.
Ad a) Inrichtingen De externe veiligheid door inrichtingen c.q. bedrijven wordt geregeld in het BEVI (Besluit
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
13
externe veiligheid inrichtingen). Dit besluit kent een verdeling naar plaatsgebonden risico's en groepsgebonden risico's, zoals hierboven aangegeven. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van een Bevi inrichting. Ad b) vervoer van gevaarlijke stoffen Voor de externe veiligheid door vervoer van gevaarlijke stoffen over transportwegen wordt voor uitgegaan van de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen van oktober 2013. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportassen zijn/worden Algemene Maatregelen van Bestuur opgesteld. Het "Besluit externe veiligheid buisleidingen" is op 1 januari 2011 van kracht geworden, het "Besluit transport externe veiligheid" zal naar verwachting in 2014 van kracht worden evenals het Basisnet vervoer. Thans wordt voor vervoer van gevaarlijke stoffen nog uitgegaan van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRnvgs). In de nabijheid van het plangebied zijn echter geen transportroutes voor gevaarlijke stoffen aanwezig. Conclusie In het bovenstaande is aangegeven dat er in de naaste en verdere omgeving van het plangebied geen relevante risicobronnen aanwezig zijn. Er zal vanuit externe veiligheid dan ook geen beïnvloeding van het bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 plaatsvinden.
2.3.6 Fysieke veiligheid Het aspect fysieke (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid. De van toepassing zijnde voorwaarden worden genoemd: Inrichting openbare ruimte: ontvluchting en zelfredzaamheid Hoe de openbare ruimte is ingericht, is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken en betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogelijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied getoetst. Hierbij gaat het er bijvoorbeeld om dat vluchtroutes in het gebouw goed aansluiten op de omgeving. Aan de hand van het voorgelegde plan kunnen wat betreft de inrichting van de openbare ruimte geen beperkingen worden geconstateerd. Situering van gebouwen In verband met brandveiligheid kan het Bouwbesluit voorwaarden stellen aan de afstand tussen gebouwen onderling en de positionering ten opzichte van elkaar. Op basis van het huidige plan zien wij op voorhand geen bijzondere beperkingen. Eventuele nadere eisen kunnen in het kader van de omgevingsvergunning gesteld worden.
Bluswatervoorziening Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de beschikbaarheid van bluswater. Afstand van de bluswatervoorziening(en) tot de brandweertoegang van gebouwen dient maximaal 40 meter te bedragen. De benodigde capaciteit van een dergelijke voorziening is voor de betrokken 3 panden in dit plangebied minimaal 60 m water per uur. Er ligt een brandkraan op 35 meter
14
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
3
van de ingang van het pand; deze brandkraan levert tussen 30 en 60 m . Hoewel deze brandkraan dus niet de beoogde capaciteit heeft, ligt er op 250 meter een tweede 3 brandkraan op een andere (transport)waterleiding die ruim 60 m levert. De bluswatersituatie is daarmee afdoende. Op basis van het huidige plan zien wij geen beperkingen. Bereikbaarheid Wat bereikbaarheid betreft is het voor dit plangebied belangrijk dat de woningen/gebouwen in het plangebied langs twee onafhankelijke routes door brandweervoertuigen zijn te bereiken; doodlopende wegen dienen zoveel mogelijk vermeden te worden. Daarbij zijn de dimensionering van de wegen en de bereikbaarheid van de hoofdtoegang van de gebouwen van belang. De afstand van de openbare weg / ontsluitingsweg op particulier terrein tot de toegang van het pand mag volgens het Bouwbesluit 2012 niet meer dan 10 meter bedragen en er dient een opstelplaats voor het voertuig te zijn. Op basis van het huidige plan zien wij geen beperkingen.
Conclusie De conclusie luidt dat vanuit het oogpunt van fysieke veiligheid de brandweer geen beperkingen ziet ten aanzien van het voorliggende bestemmingsplan. De voorwaarden t.a.v. bereikbaarheid en bluswatervoorziening zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012 en de bijgevoegde nota 'Randvoorwaarden en Richtlijnen Brandweer Nijmegen m.b.t. bluswater en bereikbaarheid'.
2.3.7 Klimaat De klimaatverandering noopt tot aanpassingen in ruimtelijke ontwikkelingen. De Gemeenteraad van Nijmegen heeft haar visie hierop in de Kadernotitie Klimaat en de duurzaamheidsagenda 2011-2015 vastgelegd. Kernbegrippen zijn compensatie en adaptatie. Compensatie is het tegengaan en verminderen van negatieve effecten op het klimaat. Dit kan door energiegebruik te beperken en/of duurzame energiebronnen te gebruiken en door gebruik te maken materialen uit vernieuwbare bronnen. Nijmegen streeft er daarom naar om als stad energieneutraal te worden. Adaptatie is het aanpassen aan de wijzigende omstandigheden zoals extremere weersomstandigheden en een stijgende energieprijs. Voorbeelden hiervan zijn het voorkomen van oververhitting, aandacht voor windklimaat en het realiseren van grotere piekbergingen voor neerslag. In de gebouwde omgeving zijn voor energiegebruik en oververhitting de oriëntatie van de bebouwing en de manier waarop met de bezonning is omgegaan bepalende factoren. Het microklimaat wordt bepaald door de verhouding tussen bebouwd en begroend oppervlak en de relatie tussen bebouwde en groene structuren. Een goed groenontwerp helpt oververhitting tegen te gaan en vangt neerslag en luchtverontreiniging op. Verantwoord materiaalgebruik, beperking van energievraag en een verstandige positionering van functies dragen mede bij aan de klimaatdoelstellingen. In Stadsregionaal verband wordt de GPR-methodiek gehanteerd om prestaties van gebouwen te in beeld te
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
15
brengen. De ontwikkelaar kan deze systematiek ook gebruiken om haar ontwerpen te optimaliseren. Voor utiliteitsbouw liggen kernpunten bij terugdringen van de CO2 uitstoot en aanpassing aan veranderde weersomstandigheden. Bijkomend voordeel hierbij is dat dit leidt tot lagere beheerlasten en een gezondere, comfortabeler gebouw. Om de mogelijkheden per plan in beeld te brengen kan de voor het bouwplan noodzakelijke installatie ontwerp aangevuld worden met een energiescan. Hierin kunnen zowel de warmtevraag als de koelingsbehoefte onderzocht worden. Op die manier kan de bijdrage van dit project aan de hierboven genoemde doelstellingen in beeld woorden gebracht.
2.4
Water
2.4.1 De watertoets Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Bouwbesluit 2012 en de Waterwet. Binnen de volgende documenten is de watertoets verankerd:
Nota Anders Omgaan met Water (Kabinetsstandpunt over het waterbeleid 21e eeuw, dec. 2000) Nationaal Bestuursakkoord Water (2011) Landelijke Handreiking Watertoets 3 (RIZA, december 2009) Waterplan 2010 - 2015 (WP4) Waterbeheerplan 2010-2015 (Waterschap Rivierenland 22 december 2009) Grondwaterbeleidsplan Waterschap Rivierenland 2011-2014
2.4.2 Algemeen Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het gebied Brakkenstein. Voor dit gebied zijn het "Waterplan Nijmegen (2001) & Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 t/m 2016 & Nota Afkoppelen en infiltratie hemelwaterafvoer (2013) " relevant. Er vinden geen wijzingen plaats als gevolg van de voorgenomen bestemming.
2.4.3 Oppervlaktewater Binnen het plangebied en directe omgeving is geen oppervlaktewater aanwezig.
2.4.4 Grondwater Het plangebied bevindt zich in een grondwaterbeschermingsgebied. Voor activiteiten in het grondwaterbeschermingsgebied met een risico voor grondwater, zoals het aanleggen van een infiltratievoorziening en een parkeerplaats, is de regelgeving van de Provinciale Milieuverordening Gelderland van toepassing. De wijziging heeft een direct effect op het grondwaterbeschermingsgebied door de aanleg van extra parkeerplaatsen. Volgens de Provinciale Milieu Verordening Gelderland (2009) betekent dit dat uitbreiding van verharding gecompenseerd moet worden om te voldoen aan het standpunt van het "stand still- step forward" beginsel. Doel daarvan is om het risico voor de grondwaterwinning in het stedelijk gebied ten behoeve van de drinkwaterproductie te verminderen. Enerzijds wordt dit gedaan door de regenwaterafvoer van de nieuwe parkeerplaatsen ook aan te sluiten op het riool.
16
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Anderzijds wordt een risicovermindering ruimtelijk gerealiseerd. Dit komt voort uit de Ruimtelijke Verordening Gelderland (2013). De extra verharding van de parkeerplaatsen 2 2 bedraagt ca 200m (19 plaatsen à 10m ). In het plan wordt de stoeterij functie opgeheven en daarmee verdwijnt ook de paardenbak van de manege. Die had een omvang van circa 2 1200m en is in het vigerende bestemmingsplan 'Nijmegen Heyendaal' planologisch bestemd door middel van de aanduiding 'paardenbak'. In onderhavig bestemmingsplan is deze aanduiding niet meer opgenomen en is aan deze gronden de bestemming 'Groen' gegeven. Een paardenbak is in de bestemming 'Groen' niet meer toegestaan, waarmee de ruimtelijke compensatie is geregeld.
Uitgangspunt bij nieuwe stedelijke in- en uitbreidingen is dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke grondwaterstanden en -stromen in de omgeving niet wijzigen. Dit kan bereikt worden door:
een grondwatergerelateerde locatiekeuze: geen stedelijke uitbreidingen in gebieden met (kans op) hoge grondwaterstanden; maatregelen te treffen bij bouwrijp maken en tijdens de bouw (ophogen, goede structuur van het oppervlaktewatersysteem, voorkomen verdichting bodemstructuur); een waterproof bouwkundig ontwerp van woningen en gebouwen (bijvoorbeeld kruipruimteloos)
Om grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied te beperken zet de gemeente in eerste instantie in op bouwkundige maatregelen. Pas als dit onvoldoende soelaas biedt komen drainerende of onttrekkende oplossingen in beeld. Dit sluit niet uit dat er niet ondergronds gebouwd mag worden, mits er voldoende technische maatregelen worden getroffen zodat de bouw waterdicht is.
2.4.5 Riolering / hemelwater De riooltechnische ontsluiting van het plangebied bevindt zich aan de Driehuizerweg. De riolering is uitgevoerd als persriool.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
17
Vanuit het bouwbesluit 2012 geldt de verplichting om vuilwater en hemelwater op een verantwoorde manier te verwerken. Vuilwater wordt verplicht op het openbaar riool aan te sluiten. Hemelwater moet op eigen terrein worden verwerkt. Gemeente Nijmegen hanteert bij het duurzaam omgaan met hemelwater de nota 'Afkoppelen en infiltreren hemelwater. Schoon hemelwater dient in de bodem te worden geïnfiltreerd. Bij infiltratie van hemelwater dient waar mogelijk conform convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000, gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen. Voor plannen waarbij geïnfiltreerd wordt, moet een waterhuishoudkundig plan bij de gemeente worden ingediend.
2.5
Natuur & Landschap
2.5.1 EHS & Natuurbeschermingswet Natura 2000 Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden en vormt daarmee de basis voor het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 is niet enkel ter bescherming van gebieden maar draagt ook bij aan soortenbescherming. Het Natura 2000 netwerk omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992. In en om Nijmegen gaat het om de Natura 2000 gebieden 'Uiterwaarden Waal' en de 'Gelderse Poort'.
18
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Conclusie Dit bestemmingsplan ligt op voldoende afstand van Natura2000 dat geen effecten te verwachten zijn. Natura2000 is dan ook niet aan de orde voor dit bestemmingsplan.
Ecologische Hoofdstructuur (EHS) De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland. De EHS is in het Streekplan Gelderland 2005-2015 door de provincie vertaald in de Gebiedsplannen Natuur en Landschap. Nijmegen valt binnen het gebiedsplan Rivierenland. De uiterwaarden van de Waal, de stuwwal, de Ooijpolder en de bosgebieden ten zuiden van Nijmegen zijn opgenomen in de EHS evenals een deel van de landbouwgronden die grenzen aan de wijk Weezenhof en het bosgebied van Vogelzang.
Conclusie Dit bestemmingsplan ligt niet in de EHS en derhalve is de EHS niet van toepassing.
Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is een Nederlandse wet die oorspronkelijk in 1967 is vastgesteld maar in 1998 ingrijpend is gewijzigd. In deze wet is nu de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen in een aanwijsbesluit en beschermd op grond van de wet:
Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden 'Uiterwaarden Waal', 'Gelderse Poort' Beschermde Natuurmonumenten (Rondom Nijmegen gaat het dan om 'Oude Waal' en 'Bronnenbos Refter')
In het aanwijsbesluit wordt de exacte ligging van het gebied aangegeven en welke habitats in het gebied moeten worden beschermd. De provincie legt per gebied vast welke waarden aanwezig zijn en waar de te beschermen habitats liggen. Voor alle werkzaamheden die schadelijk zijn voor de beschermde habitats moet een vergunning worden aangevraagd. Conclusie De genoemde gebieden liggen op voldoende afstand van dit bestemmingsplan dat geen effecten te verwachten zijn.
2.5.2 Flora en Fauna Op 1 april 2002 is de Nederlandse Flora- en faunawet in werking getreden. Deze nieuwe wet regelt de bescherming van dier- en plantensoorten. De Flora- en faunawet bundelt alles wat te maken heeft met de bescherming van flora en fauna in Nederland die voorheen in verschillende wetten was opgenomen. Ook is de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn (Europees) en het CITES-verdrag (overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde soorten wilde dieren en planten) in de Flora en faunawet verwerkt. Hierdoor heeft Nederland nu één wet voor de bescherming van alle in het wild voorkomende beschermde soorten.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
19
Het doel van deze wet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Deze wet hanteert daarbij het "nee, tenzij principe". Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten in principe verboden zijn. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex artikel 75 moeten worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag moet onderbouwd zijn door een goed onderzoek naar het voorkomen van en de effecten op beschermde soorten. Ook moet aangetoond worden dat er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang. In de Flora- en faunawet is daarnaast een zogenaamde 'algemene zorgplicht' opgenomen. De zorgplicht is van toepassing op alle planten en dieren, ongeacht of ze wettelijk beschermd zijn. De zorgplicht houdt in dat er bij ingrepen zoals bouwactiviteiten altijd zorgvuldig moet worden omgegaan met de aanwezige planten en dieren. Schadelijke activiteiten moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Bevoegd gezag voor de Flora- en faunawet is het Ministerie van EZ. Conclusie Gezien de aard van het bestemmingsplan worden geen significante effecten verwacht op flora en fauna.
2.5.3 Groen Groenplan De groene draad (2007) Het groenbeleid is vastgelegd in 'De groene draad - kansen voor het Nijmeegse groen' en heeft als doelstelling:
inzicht te geven in het totaal van groene ontwikkelingen in en om de stad en hun onderlinge samenhang; een sturingsinstrument voor het bestuur te zijn voor groene ontwikkelingen in de stad; vanuit een groen toekomstperspectief een gids of leidraad te zijn voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen; de groene ambities te benoemen voor de komende jaren die vertaald worden in een uitvoeringsprogramma. De hoofdgroenstructuur en de hoofdbomenstructuur zijn de basis en de ruggengraat van het groen in Nijmegen. Deze structuren houden we dan ook in stand. In bestemmingsplannen gaat het dan om de bestemmingen Groen, Natuur en Bos. Daarnaast kennen ook andere plekken een groene bestemming bijvoorbeeld kleinere groenplekken op wijkniveau. Park Brakkenstein behoort tot de hoofdgroenstructuur, is rijksmonument en op stads- en wijkniveau een belangrijk park voor Nijmegen. Door de ligging naast het universiteitsterrein, de gebouwen in het park en de functie voor evenementen wordt het park goed gebruikt en gewaardeerd.
Conclusie Met dit bestemmingsplan veranderen enkele functies binnen de gebouwen in het park. Voor de groenbestemming hebben deze functiewijzigingen geen gevolgen. De extra parkeerplaatsen worden toegevoegd binnen de groenbestemming. Feitelijk blijft de groenbestemming dus even groot, maar er zullen meer auto's parkeren dan voorheen. Doordat de nieuwe parkeerplaatsen aansluitend aan de bestaande parkeerplaatsen en langs de oprit komen, is de invloed op de groenbestemming minimaal, auto's komen niet verder het park in dan voorheen. Bovendien dragen ze bij aan het in stand houden van het gebruik van het park. Dit bestemmingsplan is dan ook niet strijdig met het groenbeleid.
20
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Handboek stadsbomen (2009) Het Handboek Stadsbomen is een uitwerking van het Groenplan "De Groene draad, kansen voor het Nijmeegse groen'. Het Handboek Stadsbomen vormt het kader voor inrichtingsplannen en beheerplannen voor de openbare ruimte waar het bomen betreft. Het handboek is daarnaast te definiëren als toetsingskader voor ruimtelijke plannen en initiatieven en biedt inzicht in de beleidsuitgangspunten ten aanzien van bescherming, aanplant, beheer en kap van bomen. De hoofddoelstelling van het Handboek Stadsbomen is het waarborgen van de duurzame instandhouding van het Nijmeegs bomenbestand door middel van behoud èn ontwikkeling. De volgende uitgangspunten staan daarbij centraal:
Optimale inzet van middelen. Waarborgen van een vitaal bomenbestand. Zorgen voor draagvlak; zorgvuldig afwegen, bewust besluiten en tijdig communiceren. Meer bomen en meer kronen. Inzet op kwantiteit en kwaliteit.
Het Handboek Stadsbomen heeft betrekking op alle bomen binnen de gemeentegrenzen. Dat zijn dus niet alleen de park-, laan- en straatbomen, maar ook bomen in tuinen en op particuliere terreinen. Voor bosopstanden, bosplantsoen en bomen in natuurgebieden gelden andere beleidskaders en wet- en regelgeving. In het Handboek Stadsbomen is de hoofdbomenstructuur opgenomen. Deze structuur vormt samen met de hoofdgroenstructuur de basis van het groen in Nijmegen. De hoofdbomenstructuur leggen we niet vast in bestemmingsplannen maar wordt wel beschreven in de toelichting en speelt daarmee wel een rol in bestemmingsplannen. In Park Brakkenstein staan veel bomen waarvan met name de bomen in de laanstructuren de extra status 'waardevol' of 'monumentaal' hebben gekregen. Behoud van alle bomen in het park is uiteraard uitgangspunt, mede vanwege de monumentale status van het park. Dit betekent niet dat er nooit iets kan veranderen in een park. Veranderingen dienen altijd zorgvuldig afgewogen te worden.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
21
Conclusie In het ambitiedocument uit maart 2013 zijn de uitgangspunten ten aanzien van de bomen verwoord. Uitgangspunt is dat waardevolle en monumentale bomen behouden worden. Diverse bomen en (delen van) lanen zijn ouder dan 80 jaar en in omvang en verscheidenheid bijzonder, zij hebben de monumentale status of zijn waardevol (zie kaart hierboven). De voorgenomen activiteiten mogen geen verslechtering van deze bomen veroorzaken. Voor deze bomen zal, indien ze gezond en veilig zijn, geen rooivergunning afgegeven worden. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan is het bestemmingsplan niet strijdig met het bomenbeleid.
2.6
Archeologie en Cultuurhistorie
2.6.1
Cultuurhistorische waarden
2.6.1.1 Rijksbeleid Cultuurhistorie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van ons land. Het geeft identiteit en kwaliteit aan een gebied. Om deze redenen heeft het rijk de beleidslijn ingezet om cultuurhistorie onderdeel te laten zijn van het afwegingskader bij het opstellen van bestemmingsplannen. Deze beleidslijn is verwoord in de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg uit 2009 en heeft geleid tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2012. Met het gewijzigde Bro zijn gemeenten wettelijk verplicht cultuurhistorie deel uit te laten maken van het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het rijk vraagt hiermee aan gemeenten om bij het opstellen van bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en beheersverordeningen cultuurhistorische gebouwen, objecten en structuren te inventariseren en daaraan conclusies te verbinden en in het bestemmingsplan te verankeren. De Monumentenwet 1988 vormt de basis voor de monumentenzorg. Rijksmonumenten worden op basis van deze wet aangewezen, evenals rijksbeschermde stadsgezichten.
2.6.1.2 Gemeentelijk beleid Het gedachtengoed uit de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg en het gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening is aanleiding geweest het gemeentelijk erfgoedbeleid te actualiseren. Dit heeft geresulteerd in de Nota Cultureel Erfgoed, die op 15 mei 2013 door de raad is vastgesteld. Deze nota beschrijft op welke manier erfgoed kan bijdragen aan de ambitie van de gemeente Nijmegen om de identiteit van de stad te behouden en te versterken. Hiervoor worden drie strategieën ingezet: duurzame ruimtelijke ontwikkeling, kennis & inspiratie en bescherming & instandhouding. De strategie duurzame ruimtelijke ontwikkeling heeft betrekking op een toekomstbestendige stad, waar erfgoed ingezet wordt om bij gebiedsontwikkelingen de eigen identiteit te behouden of te versterken. De verplichtingen vanuit het Besluit ruimtelijke ordening en de daaruit voortvloeiende beleidsvrijheid die we als gemeente hebben zetten we in om deze ambitie te kunnen realiseren. Erfgoed is namelijk een factor die mede kwaliteit geeft aan de ruimte en daarmee ruimtelijke ontwikkelingen kan verrijken. De cultuurhistorische elementen die onderdeel zijn van de identiteit van de stad kan men niet allemaal als beschermd monument of gezicht aanwijzen, maar zijn wel onderdeel van de manier waarop we onze stad beleven, inrichten en gebruiken. De cultuurhistorische beleidskaart is de basis voor de cultuurhistorische inbreng bij het opstellen van ruimtelijke plannen.
22
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Het betreffende bestemmingsplangebied valt binnen gebiedstype 4 van de cultuurhistorische beleidskaart. Gebieden die tot gebiedstype 4 behoren zijn beschermde monumenten en beschermde stadsgezichten en stadsbeelden. Landgoed Brakkenstein is geheel beschermd als rijksmonument. In de Nota Cultureel Erfgoed is vastgelegd dat in beschermde gebieden cultuurhistorie de bepalende factor is bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Uitgangspunt is de bestaande situatie zoveel mogelijk te handhaven en ontwikkelingsmogelijkheden af te stemmen op de cultuurhistorische waarden en karakteristieken. Er is gedetailleerde aandacht voor cultuurhistorie. In bestemmingsplannen zorgen planregels en passende functies voor behoud van de cultuurhistorische waarden. Er is in deze gebieden sprake van overwegend conserverende bestemmingsplannen.
2.6.1.3 Plangebied Landgoed Brakkenstein is beschermd als rijksmonument. Zowel het park als de afzonderlijke gebouwen zijn beschermd. Het gaat om de volgende gebouwen: Driehuizerweg 281, schelpenhuis Driehuizerweg 283, voormalige paardenstallen Driehuizerweg 285, villa Driehuizerweg 287, voormalige tuinmanswoning Ook de waterput en de toegangspoort zijn beschermd. De beschrijving en waardering van het complex en de afzonderlijke onderdelen zijn te vinden in de redengevende omschrijving. Het landgoed is een van de weinige nog grotendeels gaaf bewaard gebleven landgoederen in Nijmegen, die als een ring rondom de stad waren gesitueerd. Van veel van deze voormalige landgoederen in Nijmegen is vaak alleen het hoofdhuis bewaard gebleven, maar van landgoed Brakkenstein is zowel het goed zelf, met parkaanleg en sterrenbos, als verscheidene bij het landgoed horende gebouwen bewaard gebleven. De hoogwaardige kwaliteit van het landgoed, de gaafheid van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met de groenvoorziening vormen dan ook een waardevol ensemble. De paardenstallen zijn uniek voor Nijmegen en ook voor Nederland bijzonder en zeldzaam.
2.6.1.4 Gevolgen bestemmingsplan voor cultuurhistorische waarden De voorgestelde bestemmingen zijn vanuit cultuurhistorisch oogpunt goed mogelijk bij deze waardevolle monumenten. Bij eventuele aanpassingen van de gebouwen voor de betreffende functie zullen de monumentale waarden leidend zijn. Verbouwings- en wijzigingsplannen worden door de Commissie Beeldkwaliteit getoetst en ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zal, in verband met herbestemming, adviseren. De voorgestelde locatie voor het parkeerterrein is gelet op de bescherming van het park eveneens mogelijk. De parkeerplaatsen kunnen tussen het groen geplaatst worden, waardoor er geen waardevol groen verloren gaat. De oprijlaan is een zichtlijn naar de villa. De inrichting van de parkeerplaatsen zal daarom zorgvuldig ontworpen dienen te worden en passend bij de monumentale uitstraling van het park moeten zijn. Het ontwerp zal eveneens aan de Commissie Beeldkwaliteit en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voorgelegd dienen te worden.
2.6.2
Archeologie
2.6.2.1 Inleiding Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
23
culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007). Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet 1988, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen. Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld, waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en zones en hun waardering zijn aangegeven.
2.6.2.2 Plangebied Het plangebied ligt in een gebied met waarde 2 op de Archeologische Beleidskaart van de gemeente Nijmegen. Waarde 2 staat voor een gebied met een archeologisch belang. Dat wil zeggen dat er een hoge verwachting bestaat op het aantreffen van archeologische waarden in de bodem. In dit geval is dat gebaseerd op de aanwezigheid van de Romeinse weg van Nijmegen naar Mook en Cuijk. Net buiten de gemeente Nijmegen, in de bossen van Heumensoord, is de weg nog zichtbaar, als een zes meter brede verhoging met aan elke kant een bermsloot. Op gedetailleerde hoogtekaarten is deze weg nog over honderden meters te volgen. Romeinse wegen structureren de aanwezige bebouwing, net als tegenwoordig. Langs de grote doorgaande wegen, waar dit er een van is, komen op gezette afstanden grotere en kleinere nederzettingen en grafvelden voor. In politiek en militair onrustigere tijden zijn er ook wachtposten langs gebouwd, om de weg en het verkeer te bewaken en beschermen. Een dergelijke wachtpost is eveneens in het Heumensoord aanwezig. In de (vroege) middeleeuwen zijn Romeinse wegen vaak ook nog in gebruik, zodat ook uit die tijd langs deze weg dorpjes of losse huizen kunnen voorkomen. In dit deel van Nijmegen kunnen ook sporen uit oudere tijden voorkomen, maar daar hebben we door het meestal kleinschalige karakter nu nog maar weinig of geen zicht op. De voorgestelde plannen hebben voor wat betreft de voorgestelde functiewijzigingen geen directe gevolgen voor de eventueel in de ondergrond aanwezige archeologische waarden. Dit wordt anders zodra er sprake is van bodemverstorende gevolgen. Deze kunnen de aanwezige archeologische waarden bedreigen. Er dient dus te worden vastgesteld of en in welke mate deze waarden worden bedreigd. Op basis van de uitkomst van dit onderzoek kan het bevoegde gezag, de gemeente Nijmegen, maatregelen laten nemen die de aanwezige archeologische waarden beschermen, zie onderstaand schema.
24
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
In een gebied met een archeologisch belang, waarde 2, gelden ondergrenzen aan de onderzoeksverplichting. Dit is gekoppeld aan het oppervlak van het plangebied (groter dan 100 m2) en een verstoringsdiepte die dieper gaat dan 30 cm onder maaiveld. Worden deze grenzen overschreden dan geldt de genoemde onderzoeksverplichting. Zodra het gaat om gravend archeologisch onderzoek dan is een vooraf door het bevoegd gezag, de gemeente Nijmegen, goedgekeurd Programma van Eisen vereist.
2.6.2.3 Kosten De kosten van dit archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe).
2.6.2.4 Informatieplicht Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht dit binnen drie dagen te melden (artikel 53 Monumentenwet 1988)bij de Minister van OC&W c/q de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
25
26
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid 3.1
Economische uitvoerbaarheid
De betreffende locatie is in particulier eigendom en opgenomen in de exploitatie G506 Driehuizen, Kwakkenberg en Heemraadstraat. De gemaakte en de te maken kosten zijn voor een deel gedekt door de verkoop van het terrein én een anterieure overeenkomst met de particuliere eigenaren. Derhalve kan gesteld worden dat de bestemmingswijziging financieel-economisch uitvoerbaar is. Door de aangegeven dekking is het kostenverhaal verzekerd en hoeft bij vaststelling van het bestemmingsplan geen exploitatieplan vastgesteld te worden.
3.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Voor dit bestemmingsplan is op 30 juli 2014 een vooraankondiging gepubliceerd. Conform de inspraakverordening heeft er inspraak plaatsgevonden via de zienswijzeprocedure. Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter visie gelegen. Binnen deze termijn is eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen tegen het plan kenbaar te maken. De tervisielegging is gepubliceerd op de gemeentelijke website en in de "Staatscourant". Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn geen zienswijzen ingekomen.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
27
28
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 4 Vooroverleg 4.1
Provincie Gelderland
Bij brief van 22 oktober 2009 heeft de Provincie Gelderland aangegeven op welke wijze waarop en de mate waarin de Provincie betrokken wil worden bij het vooroverleg ex. artikel 3.1.1. Bro. In deze brief is gesteld dat voor plannen met provinciale belangen waarvoor op grond van de Wro-agenda provinciale verantwoordelijkheid geldt vooroverleg nodig is. Het plangebied is gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied en is conform de brief en de Wro-agenda een provinciale verantwoordelijkheid. Derhalve is vooroverleg gevoerd met de Provincie Gelderland. De Provincie Gelderland heeft per brief van 11 augustus 2014 2014 in het kader van artikel 3.1.1. Bro overleg een reactie gegeven. Het bestemmingsplan geeft de provinciale afdelingen aanleiding om te adviseren ten aanzien van de volgende provinciale belangen: Grondwaterbeschermingsgebied Het plangebied ligt binnen het grondwaterbeschermingsgebied Heumensoord. Het provinciale beleid voor grondwaterbeschermingsgebieden en voor oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening is opgenomen in paragraaf 2.4.3 van de structuurvisie. Deze worden begrensd door de zogenaamde 25-jaarszone. Er geldt een "stand still, step forward"-beginsel, wat betekent dat nieuwe bestemmingen met grotere grondwaterrisico's dan bestaande niet acceptabel zijn en dat uitbreiding van bestaande activiteiten geen hoger risico mag opleveren. Er wordt gestreefd naar vermindering van risico's. Het beleid voor grondwaterbeschermingsgebieden en voor oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening is tevens opgenomen in de artikeien 16 en 17 van de ruimtelijke verordening. De afdelingen hebben geconstateerd dat vorengenoemd beleid niet goed is verwerkt in het plan. Het toevoegen van de nieuwe functies in de bestaande bebouwing leidt tot een extra parkeerbehoefte van 19 parkeerplaatsen. Uw constatering dat hiervoor een ontheffing van de Provinciale milieuverordening moet worden aangevraagd bij de provincie Gelderland is juist. In de toelichting refereert u terecht aan het "stand still, step forward'-principe. Echter, de betekenis hiervan is anders dan u veronderstelt. Dit principe betekent namelijk dat nieuwe bestemmingen die een groter risico opleveren voor het grondwater dan de bestaande bestemming in beginsel niet zijn toegestaan. Door de nadelige effecten te compenseren ontstaat de mogelijkheid de voorgenomen activiteit toch te realiseren. Deze compensatie moet bestaan uit een ruimtelijke maatregel. Dat betekent dat elders in het grondwaterbeschermingsgebied een bestemmingswijziging moet worden gerealiseerd die het toegenomen risico wegneemt. Dat kan bijvoorbeeld door een stuk grond met een landbouwbestemming een natuurbestemming te geven. De vuistregel is dat dit terrein twee keer zo groot moet zijn dan het terrein dat een nadeligere bestemming krijgt. Uit het voorontwerp blijkt dat hier vooralsnog geen rekening mee is gehouden. Dit dient alsnog te gebeuren.
Reactie gemeente Nijmegen Bovenstaande opmerkingen zijn verwerkt in de toelichting bij het bestemmingsplan onder paragraaf 1.3, 2.3.2 en 2.4.4.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
29
4.2
Waterschap
Het waterschap Rivierenland heeft in haar brief van 5 augustus 2014 in het kader van artikel 3.1.1 Bro overleg een reactie gegeven. Het bestemmingsplan bevat geen ruimtelijk relevante wateraspecten (zoals bijvoorbeeld watergangen, persleidingen, waterkeringen of compenserende waterberging). Daarom hoeft de watertoets niet verder doorlopen te worden. Voor de uitvoering van het plan is geen watervergunning van het waterschap vereist.
30
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Bijlagen bij Toelichting Bijlage 1
Memo indirecte hinder
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
31
32
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Regels
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
33
34
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285) met identificatienummer NL.IMRO.0268.BP15005-VG01 van de gemeente Nijmegen.
1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is.
1.4 aan huis verbonden beroepsactiviteiten een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.5 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend.
1.6 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.8 achtergevellijn de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan;
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
35
1.9 archeologisch deskundige de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
1.10 archeologisch onderzoek onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
1.11 agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren.
1.12 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.13 bed and breakfast een overnachtingsmogelijkheid gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt.
1.14 bedrijf een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.15 bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht.
1.16 bedrijvigheid het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren.
1.17 beschermd stadsbeeld stadsbeelden die overeenkomstig de bepalingen van de gemeentelijke monumentenverordening zijn aangewezen als beschermde stadsbeelden en waarvan een kaart met daarop aangegeven de begrenzing van het te beschermen gebied is opgenomen in het gemeentelijk monumentenregister Nijmegen.
36
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
1.18 beschermd stadsgezicht stadgezicht dat ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet is aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de Nederlandse Staatscourant.
1.19 bestaand a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 1.20 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak.
1.21 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.22 BEVI-bedrijf bedrijf vallend onder de werkingssfeer van artikel 2 lid 1 a tot en met f van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.
1.23 bevoegd gezag bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.24 bijgebouw een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte.
1.25 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.26 bouwhistorisch onderzoek in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”.
1.27 bouwgrens de grens van een bouwvlak.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
37
1.28 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.29 bouwmarkt een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt 2 verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m , waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden.
1.30 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.31 bouwperceelsgrens een grens van een bouwperceel.
1.32 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.33 bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.34 casino een speelcasino zoals bedoeld in artikel 27 lid g van de Wet op de kansspelen, te weten de voor het publiek opengestelde of bedrijfsmatig gedreven inrichting, waar door middel van gemeenschappelijk beoefende kansspelen aan de deelnemers de gelegenheid wordt gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling, waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen.
1.35 cultuurhistorische waarden waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed.
1.36 cultuur en ontspanning voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speelautomatenhal, theater en wellness. Prositutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten. Een casino is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'casino'.
38
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
1.37 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen.
1.38 detailhandel in volumineuze goederen detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair.
1.39 dienstverlenend bedrijf een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke.
1.40 erf de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak.
1.41 escortbedrijf de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige).
1.42 evenement evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV).
1.43 garagebedrijf een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd.
1.44 garagebox overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen.
1.45 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
39
1.46 gebouwd terras aan- of uitbouw in de openbare ruimte ten behoeve van een aangrenzend horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
1.47 geluidsgevoelige functies geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: geluidsgevoelige gebouwen a. b. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
woningen; andere geluidsgevoelige gebouwen: onderwijsgebouwen; ziekenhuizen; verpleeghuizen; verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; kinderdagverblijven.
geluidsgevoelige terreinen I.
een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Huisvestingswet (woonwagen); II. ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen. 1.48 gevelbreedte de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd.
1.49 groothandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.50 historisch stedenbouwkundig erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving.
1.51 historisch landschappelijk erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie.
1.52 hoekovergang een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw.
1.53 hoofdbebouwing hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen binnen het bouwvlak.
40
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
1.54 hoofdgebouw(en) een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.55 hoogwaardig openbaar vervoer een vorm van openbaar vervoer die gepositioneerd kan worden tussen de traditionele bus en trein, waarbij de nadruk ligt op het snel en betrouwbaar en comfortabel vervoeren van passagiers over vrijliggende HOV-infrastructuur.
1.56 horecabedrijf een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast.
1.57 hotel/pension een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.
1.58 kantoor een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie.
1.59 landschappelijke waarden waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.60 kiosk een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d.
1.61 maatschappelijke voorzieningen het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek.
1.62 natuurlijke waarden de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied.
1.63 omgevingsvergunning vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
41
1.64 ondergronds bouwwerk a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk. 1.65 ondergeschikte detailhandel detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.
1.66 ondergeschikte kantoren kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.
1.67 ondergrond voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), als vervat in het bestand GBK 2013-11-07.
1.68 ondersteunende horeca horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.
1.69 overig bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.70 overkapping een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw.
1.71 pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.72 parkeerdak plat dak dat als parkeerplaats gebruikt kan worden.
1.73 parkeergarage onder- of bovengrondse voorziening waar automobilisten (meestal) overdekt hun auto's kunnen parkeren.
1.74 perceelsgrens de grens van een bouwperceel.
42
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
1.75 permanente bewoning bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon.
1.76 productiegebonden detailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.77 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
1.78 raamprostitutie een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
1.79 recreatieve voorzieningen op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin.
1.80 seksinrichting een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.
1.81 speelautomatenhal een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de kansspelen.
1.82 sportvoorzieningen gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad.
1.83 straatmeubilair de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, openbare toiletvoorzieningen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, abri's en dergelijke.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
43
1.84 straatprostitutie het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.
1.85 stacaravan een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken.
1.86 standplaats een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
1.87 supermarkt een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen.
1.88 terras een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een bedrijf of instelling waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
1.89 terreinen met een archeologisch belang terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.
1.90 terreinen van zeer hoge archeologische waarde terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn.
1.91 uitbouw een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte.
1.92 verblijfsgebied binnen de bestemming Verkeer gelegen gronden vooral bedoeld voor voetgangers en niet voor doorgaand verkeer.
1.93 voorgevellijn de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan.
1.94 wadi voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren.
44
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
1.95 werk een werk, geen bouwwerk zijnde.
1.96 winkelcentrum een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden.
1.97 wonen de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip.
1.98 woning een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen.
1.99 woonschip onder woonschip verstaan we een (voormalig) schip met een (metalen) scheepsromp, dat is ingericht of verbouwd voor permanente bewoning waarbij de oorspronkelijke verschijningsvorm grotendeels behouden is gebleven. Met schip wordt in deze bedoeld: elk van oorsprong watergaand vaartuig, met eigen voortstuwing, dat gebruikt wordt (of werd) om goederen, passagiers of beide te vervoeren.
1.100 woonwagen een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.101 zaalverhuur een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is.
1.102 zeer kwetsbaar object een object dat bestemd is voor groepen beperkt zelfredzame personen. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurszorg.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
45
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens.
2.2 de afstanden tussen lijnen afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn.
2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie.
2.4 de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd.
2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes.
2.6 de bouwhoogte van een dakopbouw vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw.
2.7 de bouwhoogte van een kap vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap.
2.8 de dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.9 gevellijn de plaats vanaf waar de bouw- en goothoogte van het aangrenzende maatvoeringsvlak wordt gemeten.
2.10 de goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte
46
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes. Voor de meest voorkomende dakvormen bij woningen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald. Daarbij geldt dat voorzover het gaat om een bestaand zadeldak deze niet mag worden uitgebouwd tot een afgetopte dakvorm.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
47
2.11 de hoogte van een windturbine vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.12 de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.13 de oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.14 het bebouwde oppervlakte de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons.
2.15 het bebouwingspercentage het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel.
2.16 het peil de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald: a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw; d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn; e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 2.17 het (bruto) verkoopvloeroppervlak de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken.
2.18 het vloeroppervlak de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
48
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3
Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen en horeca voorzover het betreft logiesverstrekkende horeca en bed and breakfast; b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
3.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 3.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 2. indien de aan- en uitbouw tot gevolg heeft dat tegen een bestaand bijgebouw wordt aangebouwd, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. Ten aanzien van het aangebouwde bijgebouw blijven de bouwregels voor bijgebouwen van toepassing;
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
49
3. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 4. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 5. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; 6. de totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 50 m². Openlucht zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn toegestaan. De totaal bebouwde oppervlakte mag in dat geval ten hoogste 75% van de 2 oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 75 m ; 7. voor appartementengebouwen geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 6, dat de totaal bebouwde oppervlakte van ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf mag bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht, met dien verstande dat: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen keldertoegangen worden gebouwd met een maximum diepte van 2,5 meter; 2. overige ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, koekoeken, luifels en balkons mogen aangrenzend aan de hoofdbebouwing worden gebouwd met een maximum diepte van 2 meter; 3. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen; e. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies moet worden voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. Als de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde mogen geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies alleen worden gerealiseerd als voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden.
50
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Artikel 4
Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens voor parkeren; c. bijbehorende voorzieningen zoals: sport- en speelvoorzieningen, terrassen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets- en voetpaden; d. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, overstortvijvers, rioolbuffers, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; e. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen; f. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; g. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 9.2. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een kiosk; b. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 9.2; d. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
4.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 4.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. aangrenzend aan het hoofdgebouw van de naastliggende bestemming mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximum diepte van 2 meter; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, de bouwhoogte van palen, (licht)masten en ballenvangers en geluidwerende voorzieningen niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen. 4.3 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen en ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
51
52
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Artikel 5
Horeca
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b, 2a van de Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen); b. ter plaatse van de aanduiding 'feestzaal' uitsluitend voor een feestzaal en/of een vergaderruimte met bijbehorende voorzieningen; c. ter plaatse van de aanduiding 'bed and breakfast' uitsluitend voor een bed and breakfast; d. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, terrassen, parkeer- en groenvoorzieningen; e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
5.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 5.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 2. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de onderdoorgang vrij te blijven van bebouwing; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en 2 overkappingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag ten hoogste 100 m bedragen; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht, met dien verstande dat:
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
53
1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximum diepte van 2 meter; 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 1 meter mag bedragen; 3. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter mag bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter.
54
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Artikel 6
Tuin
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen en groenvoorzieningen; b. gebouwen en overkappingen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en); c. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; d. verhardingen en parkeervoorzieningen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en); e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. aan- en uitbouwen; b. bijgebouwen; c. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
6.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 6.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. aangrenzend aan het hoofdgebouw mogen worden gebouwd: 1. aan- en uitbouwen met een maximum diepte van 1,5 meter gemeten vanaf de gevel van het hoofdgebouw. De goothoogte mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen. Voor zover de aan- of uitbouw vóór de voorgevellijn wordt gerealiseerd, geldt een maximum breedte van 60% van de betreffende gevelbreedte (voorgevel) van het hoofdgebouw. De aan- of uitbouw moet geheel binnen de betreffende gevelbreedte (voor- of zijgevel) van het hoofdgebouw worden opgericht. Als uitzondering hierop geldt dat een hoekovergang is toegestaan; 2. uitsluitend bestaande legale aan- en uitbouwen en overkappingen met een diepte van meer dan 1,5 meter gemeten vanaf de gevel van het hoofdgebouw zijn toegestaan en mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 3. het is toegestaan, indien en voor zover er in de tuin recht vóór de voorgevel van het hoofdgebouw een legaal bijgebouw aanwezig is, de ruimte tussen het hoofdgebouw en dat bestaande bijgebouw te bebouwen met aan- en uitbouwen mits: aangesloten wordt bij de bouwhoogte van het bijgebouw tot maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen;
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
55
4. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, met een maximum diepte van 1,5 meter gemeten vanaf de gevel van het hoofdgebouw; b. uitsluitend bestaande legale bijgebouwen zijn toegestaan en mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen. Zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn niet toegestaan. 6.3 Specifieke gebruiksregels Het totale oppervlak van ongebouwde parkeervoorzieningen mag: a. indien de aangrenzende gronden binnen het bouwperceel bestemd zijn tot Wonen, niet meer dan 50% van de tot “Tuin” bestemde gronden bedragen; b. in overige gevallen mag de tot "Tuin" bestemde gronden geheel gebruikt worden ten behoeve van parkeren.
56
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Artikel 7
Waarde - Archeologie 2
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebieden met een hoge archeologische verwachting).
7.2
Bouwregels
7.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming Waarde - Archeologie 2 uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.
7.2.2
Specifieke bouwregels
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. er op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. het bouwplan is gesitueerd tot maximaal 3 meter uit de fundering van een bestaand gebouw; 4. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld; 5. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en 2 overkappingen van het bouwperceel maximaal 100 m bedraagt; 6. het gaat om bestaande bouwwerken.
7.3
Afwijken van de bouwregels
7.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
7.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
57
7.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals: alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 onder h van de Monumentenwet 1988; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige; d. het doen van nader archeologisch onderzoek.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 7.4.1
Werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de in lid 7.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor-en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie-,of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
7.4.2
Uitzonderingen
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: a. op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; b. de werken en werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld; c. de oppervlakte van werken en werkzaamheden als bedoeld onder 7.4.1 onder d niet 2 groter is dan 100 m ;
58
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 4. het archeologisch onderzoek betreffen.
7.4.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover op grond van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
7.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: a. de bestemming Waarde - Archeologie 2 als bedoeld in lid 7.1 geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn en niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is; b. de bestemming Waarde - Archeologie 3 op te nemen indien op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
59
60
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 8
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
61
Artikel 9
Algemene bouwregels
9.1 Beeldende kunst Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximum bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.
9.2 (Bouw)werken ten algemenen nutte Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen toegestaan, met dien verstande dat: a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³; b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²; c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen; d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen; e. voor de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, de bouwregels van de geldende bestemming van toepassing zijn; f. de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn. 9.3 Ondergronds bouwen Bouwen onder peil ten behoeve van de bestemming is toegestaan, met dien verstande dat: a. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van op de begane grond toegestane functies; b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen; c. bouwen onder peil binnen de bestemming Wonen is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, voor zover bovengronds aan- en uitbouwen zijn toegestaan dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; d. bouwen onder peil binnen de bestemming Tuin is toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximum diepte van 1,5 meter dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; e. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximum diepte van 3 meter achter de achtergevelrooilijn dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; f. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximum diepte van 1,5 meter voor de voorgevellijn danwel tot zover als de bestaande aan- of uitbouw reikt; g. bouwen onder peil ten behoeve van bouwwerken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 9.2 is toegestaan; h. de regels van de dubbelbestemming en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.
62
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Artikel 10
10.1
Algemene gebruiksregels
Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten
10.1.1 Bouwregels Ten behoeve van het onder lid 2 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven.
10.1.2 Specifieke gebruiksregels In gebouwen die ingevolgde deze regels gebruikt mogen worden als woning (inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen) is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, onder de volgende voorwaarden: a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, mag tot ten hoogste 50 m² worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; c. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving; d. er mag geen horeca of detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in relatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. In bijgebouwen is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten niet toegestaan.
10.2 Evenementen Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
63
Artikel 11
11.1
Algemene aanduidingsregels
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
11.1.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' op of in de grond de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. werken, waaronder begrepen leidingen en installaties, met tot doel door middel daarvan het vervoeren door en/of het opslaan en/of storten van schadelijke stoffen op de bodem mogelijk te maken; b. kadavers op of in de bodem te brengen of te hebben, onverminderd het bepaalde in de Destructiewet; c. natuurlijke meststoffen of kunstmeststoffen, anders dan ten behoeve van de normale bodemstructuur, op te slaan; d. slib, afkomstig van rioolwaterzuiveringsinstallaties of rioolstelsels, al dan niet vermengd met andere stoffen, te verspreiden; e. diep infiltreren, niet zijnde oppervlakkige infiltratie. 11.1.2 Uitzonderingen Het in lid 11.1.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 11.1.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.1.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de kwaliteit van het grondwater hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
11.1.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.1.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder(s) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de kwaliteit van het grondwater niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
11.1.5 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: de aanduiding "milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied" geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien door beëindiging van de waterwinning grondwaterbescherming niet langer noodzakelijk is.
64
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Artikel 12
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan, voor zover het een in beperkte mate afwijking van de maatvoering betreft, noodzakelijk om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
65
Artikel 13
13.1
Overige regels
Parkeerregels
13.1.1 Algemene parkeerregels Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde eisen ten aanzien van parkeren, stallen, laden en lossen.
13.1.2 Specifieke parkeerregels bij bouwplannen a. indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeer- en stallingsbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels Parkeren. b. de onder sub a bedoelde ruimte voor het parkeren of stallen van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen met dien verstande dat als de parkeerruimte tevens fungeert als toegang tot het gebouw de afmetingen ten minste 3,00 m bij 5,00 m dienen te bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen; c. indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het laden of lossen van goederen in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. 13.1.3 Specifieke parkeerregels bij gebruikswijzigingen a. indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeer- en stallingsbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels Parkeren. b. de onder sub a bedoelde ruimte voor het parkeren of stallen van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen met dien verstande dat als de parkeerruimte tevens fungeert als toegang tot het gebouw de afmetingen ten minste 3,00 m bij 5,00 m dienen te bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen; c. indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de behoefte aan laad- en losruimte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden.
66
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
13.1.4 Afwijken van de parkeerregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1.1, 13.1.2 en 13.1.3. Het bevoegd gezag neemt hierbij, conform de beleidsregels Parkeren, in overweging of: a. het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; b. er op andere wijze in de benodigde parkeer-, stallings-, laad- of losruimte wordt voorzien; c. er een financiële voorwaarde dient te worden gesteld. 13.1.5 Specifieke gebruiksregels Ruimte(n) voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen, bromfietsen en fietsen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
13.2 Voorrangsregeling bestemmingen Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
67
68
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 14
14.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
14.1.1 Algemeen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 14.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 14.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 14.1.1 met maximaal 10%.
14.1.3 Uitzonderingen Artikel 14.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2
Overgangsrecht gebruik
14.2.1 Algemeen Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
14.2.2 Strijdig gebruik a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 14.2.3 Uitzonderingen Artikel 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
69
Artikel 15
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)'.
70
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Bijlagen bij de regels
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
71
72
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Bijlage 1 Nijmegen)
Staat van horeca-activiteiten (model
Hoofdstuk 1
Staat van horeca-activiteiten
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Onder lichte horeca wordt geen detailhandel en/of ondersteunende horeca verstaan. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. Lichte horeca
automatiek; broodjeszaak; cafetaria; croissanterie; ijssalon; koffiebar; lunchroom; snackbar; tearoom.
1b. Overige lichte horeca
bistro; grillroom; hotel of pension; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice).
Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere bestaan uit openingstijden 's nachts en/of verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 2a. Middelzware horeca
bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; zalenverhuur (zonder regulier muziek-/dansevenementen).
gebruik
ten
behoeve
van
feesten
en
2b. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
bedrijven genoemd onder categorie 1a, 1b en 2a met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²; restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizzeria, chinees, McDrive).
Categorie 3: zware horeca Bedrijven die grote hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder bestaat onder
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
73
andere uit een combinatie van openingstijden 's nachts èn verkeersaantrekkende werking:
dancing; discotheek; nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
Hoofdstuk 2
Toelichting op Staat van horeca-activiteiten
Milieuzonering van horeca-activiteiten De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door "gewone" (niet agrarische) bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Het vestigen van horecabedrijven middels een bestemmingsplan is ruimtelijk relevant om vormen van hinder te voorkomen. Verdere regulering van individuele bedrijven vindt plaats middels de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) welke mogelijkheden biedt om vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op de beide genoemde instrumenten met name op de volgende vormen van hinder:
geluid; geur; verkeer.
Analoog aan de regeling voor "gewone" bedrijven worden bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden: a. indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën; b. onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid; c. uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar. De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. In het Bestemmingsplan vindt de verdere ruimtelijke afweging per locatie plaats.
Gehanteerde criteria Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie "bedrijven en milieuzonering" een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria: a. de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden. Het Besluit horecabedrijven en de circulaire industrielawaai hanteren voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende milieunormen; b. de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt.
74
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
Categorieën van horeca-activiteiten Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van horeca-activiteiten de volgende drie categorieën onderscheiden (onderverdeeld in subcategorieën):
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden: a. horeca die qua ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel, zoals: cafetaria, ijssalon, lunchroom en dergelijke. Met name in centrumgebieden kan het in verband met ruimtelijk-functionele aspecten gewenst zijn deze groep als afzonderlijke categorie te beschouwen; b. overige lichte horeca, zoals restaurants, hotels en pensions. Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden door enerzijds de openingstijden (ook 's nachts) en/of de grote verkeersaantrekkende werking: a. cafés, bars, biljartcentra, zalenverhuur e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals centrumgebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen; b. bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking: grotere restaurants, grotere hotels, McDrives e.d. (bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²). Deze bedrijven zijn vooral toelaatbaar langs grotere verkeerswegen. Categorie 3: zware horeca Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts zijn geopend en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en hetgeen grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen, zoals: dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden.
vastgesteld bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal - 5 (omgeving Driehuizerweg 285)
75