Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen
23 februari 2009 Definitief rapport 9T8048.E1
INHOUDSOPGAVE
Blz.
1
INLEIDING
1
2
ONDERZOEKSOPZET
2
3
RESULTATEN 3.1 Algemene gegevens 3.2 Herstructurering 3.3 Risicokaart 3.4 Bodemkwaliteitskaart 3.5 Gebiedsspecifiek beleid 3.6 Regionale bodemopbouw en geohydrologie 3.7 Locale bodemopbouw en geohydrologie 3.8 Milieuatlas Nijmegen
4 4 6 7 7 9 9 10 11
4
CONCLUSIES
13
BIJLAGEN: Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: TABELLEN: Tabel 1: Tabel 2: Tabel 3: Tabel 4:
Bodeminformatie Risicokaart (bron: http://www.risicokaart.nl/) Milieuregels bedrijven (bron: Milieu@tlas Nijmegen) Bodemonderzoeken (bron: Milieu@tlas Nijmegen) Bodemverontreinigingen (bron: Milieu@tlas Nijmegen) Particuliere tanks (bron: Milieu@tlas Nijmegen) Verdachte bodemlocaties (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Overzicht milieuregels bedrijven (bron: Milieu@tlas Nijmegen) Overzicht bodemonderzoeken en bodemverontreinigingen (bron: Milieu@tlas Nijmegen) Overzicht particuliere tanks (bron: Milieu@tlas Nijmegen) Overzicht verdachte bodemlocaties (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-i-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
1
INLEIDING In opdracht van Portaal Vastgoed Ontwikkeling heeft Haskoning Nederland B.V. voor de locatie Nachtegaalplein en omgeving in Nijmegen een vooronderzoek uitgevoerd. Aanleiding voor het laten uitvoeren van een vooronderzoek is het voornemen van Portaal Vastgoed Ontwikkeling tot herstructurering van het Nachtegaalplein en omgeving in de wijk Wolfskuil in Nijmegen. Een vooronderzoek wordt verricht vóór de uitvoering van het feitelijk bodemonderzoek (veld- en laboratoriumonderzoek). De bij het vooronderzoek verzamelde informatie wordt gebruikt voor het verkrijgen van een adequate invulling van het veld- en laboratoriumonderzoek en draagt bij aan de verklaring van de resultaten van het bodemonderzoek. Het onderhavige vooronderzoek is ook uitgevoerd in het kader van een Grond Exploitatie Berekening en maakt deel uit van het Plan van Aanpak Quick Scan Planrisico’s. Doel van het Plan van Aanpak is het verlagen van het risicoprofiel van de Grond Exploitatie, zodat in een vroeg stadium de kritische risico’s bekend zijn. Ten behoeve van het Plan van Aanpak wordt in de rapportage van het vooronderzoek de basis gelegd voor de voorlopige inschatting van de mogelijke risico’s met betrekking tot de kwaliteit van de bodem. Het betreft met name financiële en planningsrisico’s (vertraging uitvoering) die ontstaan als gevolg van de invloed van (vroegere) bodembedreigende activiteiten op de bodemkwaliteit. De risico’s zijn (nog) niet gekwantificeerd omdat ze afhankelijk zijn van nog onbekende uitgangspunten, zoals het grondverzet ten behoeve van herstructurering en de resultaten van feitelijk bodemonderzoek, en maken derhalve geen onderdeel uit van deze rapportage. In hoofdstuk 2 is de onderzoeksopzet weergegeven. In hoofdstukken 3 en 4 zijn de resultaten en conclusies van het vooronderzoek opgenomen.
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-1-
9T8048.E0/R001/IS/TBA/Nijm 18 februari 2009
2
ONDERZOEKSOPZET Het vooronderzoek is gebaseerd op de richtlijnen voor vooronderzoek volgens de NEN 5725 (Nederlandse norm NEN 5725. Bodem-Leidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek (Nederlands Normalisatie-Instituut, januari 2009)). Ten behoeve van het vooronderzoek is de volgende informatie verzameld: • het vroegere gebruik van de locatie en directe omgeving tot op heden, zodat duidelijk is waar potentieel bodemverontreinigende activiteiten hebben plaatsgevonden en thans plaatsvinden; • het huidige gebruik van de locatie, zodat duidelijk is waar boringen kunnen worden uitgevoerd. Deze informatie is tevens van belang indien een analyse wordt uitgevoerd van de risico’s die het gevolg zijn van bodemverontreiniging; • het toekomstige gebruik van de locatie. Dit is van belang bij bouw- of herinrichtingsplannen, zodat kan worden beoordeeld of de bodem geschikt is voor de geplande bebouwing en het hierbij horende bodemgebruik. In de gevallen dat van de locatie grond zal worden ontgraven en elders toegepast binnen het kader van het Besluit Bodemkwaliteit is het van belang om de te ontgraven partij grond te kunnen definiëren; • de bodemopbouw en geohydrologische situatie voor het bepalen van de boordiepte en zodat bij het opstellen van het boorplan rekening kan worden gehouden met mogelijk opgetreden verspreiding van verontreinigende stoffen. Ten behoeve van het vooronderzoek zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: • raadplegen van dossiers uit het archief van de gemeente Nijmegen (digitale archief (http://www.nijmegen.nl/imap/milieu-atlas.html) en papieren archief van nog niet gedigitaliseerde dossiers) in december 2008 en januari 2009 waarbij met name aandacht is besteed aan: • vergunningen en meldingen in het kader van de Wet milieubeheer (voorheen Hinderwet); • resultaten van reeds uitgevoerde bodemonderzoeken en -saneringen; • (voormalige) onder- en bovengrondse brandstoftanks. • literatuuronderzoek met betrekking tot: • regionale bodemopbouw en geohydrologie; • bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan. • locatiebezoek. In aanvulling op het archief- en literatuuronderzoek heeft een bodemkundig adviseur van Royal Haskoning het Nachtegaalplein en omgeving op 20 januari 2009 bezocht en een terreininspectie uitgevoerd. Tijdens de terreininspectie zijn geen bijzonderheden waargenomen die op het voorkomen van bodemverontreiniging kunnen duiden;
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-2-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
•
verzamelen van digitale (al dan niet via abonnementen beschikbare), publiektoegankelijke informatie met betrekking tot de volgende onderwerpen: • fotografische overzichten (www.maps.live.com); • risico’s: een risicokaart met informatie over locaties in Nederland van mogelijke risico’s, zoals ongevallen met gevaarlijke stoffen (bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan, produceren of verwerken volgens het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo)), overstromingen (overstromingsgebieden), etc. (http://www.risicokaart.nl/); • geschiedenis en ontwikkeling van de onderzoekslocatie en de nabije omgeving: historische kaarten en luchtfoto’s (http://ngz.watwaswaar.nl en http://www.nijmegen.nl/imap/milieu-atlas.html).
Opgemerkt wordt dat de uit de Milieu@tlas Nijmegen verkregen informatie niet uitputtend is, omdat de Milieu@tlas regelmatig wordt bijgevuld en geactualiseerd.
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-3-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
3
RESULTATEN
3.1
Algemene gegevens Het plangebied Nachtegaalplein en omgeving heeft een driehoekige vorm en wordt begrensd door de Tweede Oude Heselaan (Noordzijde), de Koninginnelaan (Oostzijde) en de Nieuwe Nonnendaalseweg (Zuidzijde). De Pastoor Zegersstraat vormt de verbinding tussen de Tweede Oude Heselaan en de Nieuwe Nonnendaalseweg. Min of meer parallel aan en op een afstand van ongeveer 200 meter ten oosten van de Koninginnelaan bevindt loopt een spoorlijn. De oppervlakte van het plangebied bedraagt ongeveer 3,5 ha. De gemiddelde maaiveldhoogte bedraagt naar schatting circa NAP+ 13 m. Het Nachtegaalplein en omgeving maakt deel uit van de volkswijk Wolfskuil in Nijmegen. Wolfskuil is één van de drie volkswijken die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn gerealiseerd op korte afstand van het centrum van Nijmegen. Naast Wolfskuil zijn dat het Waterkwartier en het Willemskwartier. Het laaggelegen Wolfskuil heeft zich vanaf 1916 ontwikkeld van een landelijk gebied met verspreid liggende bebouwing tot een woonwijk voor arbeiders. Langs de bestaande wegen (Tweede Oude Heselaan, Koninginnelaan, Nonnendaalseweg) is lintbebouwing ontstaan. De tussenliggende terreinen zijn fasegewijs ingevuld met complexmatige bebouwing. Ook nu nog worden oude objecten afgewisseld met de projectmatige bouw uit de beginjaren van de vorige eeuw. Het Nachtegaalplein en omgeving is aangelegd volgens het principe van de tuinstadgedachte met een overzichtelijke en hiërarchische structuur van pleinen, rechte hoofdstraten en korte woonstraten. Hierbij is ruimte gecreëerd voor voor- en achtertuinen. Figuur 1 toont een overzicht van Nijmegen en nabije omgeving in 1913. Figuren 2 en 3 tonen fotografisch overzichten van de onderzoekslocatie.
Figuur 1: Nijmegen in 1913 (bron: http://ngz.watwaswaar.nl)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-4-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Figuur 2: Bovenaanzicht plangebied Nachtegaalplein en omgeving (bron: www.maps.live.com)
Figuur 3: Bird’s eye plangebied Nachtegaalplein en omgeving (bron: www.maps.live.com)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-5-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
3.2
Herstructurering Het Voorlopig Ontwerp van het stedenbouwkundig plan voor de herstructureringslocatie Nachtegaalplein en omstreken is ontwikkeld door Inbo Stedenbouw + Landschap uit Woudenberg en is tot stand gekomen in samenwerking met de opdrachtgever Portaal Vastgoed Ontwikkeling, de gemeente Nijmegen en Inbo Architecten Eindhoven (Nachtegaalplein e.o. Voorlopig ontwerp Nachtegaalplein e.o., Inbo Stedenbouw + Landschap, 15 september 2008). Bij het opstellen van het Voorlopig Ontwerp is uitgegaan van de bestaande kwaliteiten en structuren: kleinschaligheid, zorgvuldige inpassing en tuinstedelijke architectuur vormen daarbij de kernbegrippen. Het stedenbouwkundig plan gaat alleen in op het bezit van Portaal. In het ontwerp is de openbare ruimte buiten beschouwing gelaten, omdat de gemeente nog geen plannen heeft om de openbare ruimte in de buurt aan te pakken. In het stedenbouwkundig plan wordt (voorlopig) uitgegaan van de bestaande situatie van de openbare ruimte, op een enkele uitzondering na. Deze uitzonderingen zijn het gevolg van enkele wijzigingen in de structuur van de wijk als gevolg van de nieuwste eisen aan woning- en kaveldiepten. In concreto worden er woningen gesloopt en vindt er nieuwbouw van woningen plaats. Aan de Pastoor Zegersstraat en aan het Nachtegaalplein zal een deel van de bestaande woningen worden behouden en gerenoveerd. De huidige situatie van het plangebied en de percelen waar woningen van Portaal worden gesloopt of gerenoveerd is weergegeven op bijlage 1. De herstructurering wordt in drie fasen uitgevoerd. Daartoe is het plangebied verdeeld in drie deelgebieden: • fase I: het noordoostelijk deel van het plangebied waar 114 woningen worden gerealiseerd. Fase I omvat de Tweede Oude Heselaan, de Koninginnelaan, de Oude Nonnendaalseweg en de Pastoor Zegersstraat; • fase II: het zuidoostelijk deel van het plangebied waar 55 woningen worden gerealiseerd. Fase II omvat de Oude Nonnendaalseweg, de Koninginnelaan, de Nieuwe Nonnendaalsedweg en de Pastoor Zegersstraat; • fase III: het westelijk deel van het plangebied waar 38 woningen worden gerealiseerd. Fase III omvat de Oude Nonnendaalseweg, de Pastoor Zegersstraat, de Nieuwe Nonnendaalseweg en de Nonnendaalsedwarsstraat. In het ontwerp vindt op verschillende plaatsen in het plangebied uitruil van gronden plaats. In totaal gaat 864,0 m2 grond over van het bezit van de gemeente naar het bezit van Portaal en gaat 492,3 m2 over van het bezit van Portaal naar de gemeente. Portaal krijgt 371,7 m2 meer grond in bezit. De ligging van de desbetreffende percelen is weergegeven in bijlage 1: • de grootste uitruil is het onttrekken van de Putterstraat aan de openbare ruimte. Het bezit van de gemeente gaat hierbij over aan Portaal; • het verleggen van de Mezenstraat om een betere verkaveling mogelijk te maken, gaat gepaard met verschuivingen in het grondbezit van zowel Portaal als de gemeente; • een derde grote verschuiving vindt plaats in de Leeuwerikstraat, Lijsterstraat en Merelstraat. Hier verschuiven het openbare gebied en de kavels ten opzichte van elkaar, waardoor er ter plaatse van de Lijsterstraat eigendom van de gemeente overgaat naar Portaal en ter plaatse van de Leeuwerikstraat en de Merelstraat gronden overgaan van Portaal naar de gemeente;
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-6-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
•
in de overige delen van het plangebied vinden kleine mutaties plaats in het grondbezit
Voor het aanleggen van de funderingen van de nieuwe woningen zal grondverzet plaatsvinden. Voor het overige is nog niet precies bekend of en waar grondverzet zal plaatsvinden. Evenmin is bekend of er sprake is van een gesloten grondbalans. Wel is bekend dat er geen grondwater zal worden onttrokken bij de realisatie van de herstructurering.
3.3
Risicokaart De risicokaart van Nederland is een kaart met informatie over locaties met mogelijke risico’s. Op de kaart staan meerdere soorten risico' s, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. Verder vermeldt de risicokaart verschillende soorten rampen, waaronder natuurrampen zoals overstromingen. Het plangebied Nachtegaalplein en omgeving bevindt zich in een gebied waar in geval van calamiteiten, bijvoorbeeld een gat in een waterkering, sprake kan zijn van overstroming vanuit buitenwater. Het betreft een algemeen risico dat van toepassing is op grote delen van (west) Nijmegen en is dus niet specifiek voor het Nachtegaalplein en omgeving. Voor het overige is geen sprake van risico’s in het plangebied. In bijlage 2 is een kopie opgenomen van de risicokaart van de provincie Gelderland.
3.4
Bodemkwaliteitskaart Volgens de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan (actief bodembeheer) van de gemeente Nijmegen (Vastgesteld door het College van B&W van de gemeente Nijmegen op 27 januari 2004) behoort het Nachtegaalplein en omgeving tot het homogene deelgebied 1900-1945. Dit gebied is ontwikkeld nadat in het einde van de 19e eeuw de vestingwerken in Nijmegen waren geslecht om ruimte te maken voor woningbouw en industrie. De bodem is in deze periode diffuus verontreinigd geraakt. Voor het bouwrijp maken van de locaties is mogelijk grond van de vestingwerken gebruikt. Bij de woningen zijn kleine tuinpaadjes met slakken, sintels en kolengruis aangebracht. Aangezien in deze tijd vooral op kolen werd gestookt, is het kolenas vaak in de tuin gestrooid of soms als grondverbetering in de moestuin gebruikt. De industrie in de omgeving heeft in de vorm van kleinschalige bedrijfsactiviteiten en atmosferische depositie of verspreiding van afval op het land bijgedragen aan de verslechtering van de bodemkwaliteit in het gebied. In tabel 1 zijn de achtergrondwaarden voor zware metalen en PAK in deelgebied 19001945 weergegeven. Er is onderscheid gemaakt tussen twee bodemtrajecten: de visueel verontreinigde, geroerde bovengrond (traject 1) en de visueel schone, ongeroerde ondergrond (traject 2). Conform de verwachting zijn, net als elders in Nijmegen, het gemiddelde en de P95 in traject 1 hoger dan in traject 2. Hieruit blijkt dat voor deelgebied 1900-1945 sprake is van verhoogde achtergrondwaarden voor met name koper, lood en zink en in mindere mate PAK.
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-7-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Opgemerkt wordt dat de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan van de gemeente Nijmegen in de loop van 2009 worden herzien in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Volgens mondelinge informatie van de gemeente Nijmegen betreft het voor het homogene deelgebied 1900-1945 het toevoegen van de parameters barium, kobalt, molybdeen en PCB’s, die sinds juli 2008 behoren tot het NEN 5740 standaardpakket voor grond, en het verwijderen van de parameters arseen, chroom en EOX, die sinds juli 2008 niet meer behoren tot het NEN 5740 standaardpakket voor grond. Omdat de resultaten van de meest recent uitgevoerde bodemonderzoeken worden toegevoegd aan het databestand van de gemeente Nijmegen, bestaat de verwachting dat de bestaande achtergrondwaarden enigszins van grootte veranderen. Naar verwachting zijn deze wijzigingen niet of nauwelijks relevant (volgens mondelinge informatie van de gemeente Nijmegen zijn de nieuwe achtergrondwaarden waarschijnlijk 10% lager dan de bestaande achtergrondwaarden). Tabel 1: Statische kentallen gemiddelde en 95-percentielwaarden (gehalten in mg/kg d.s.) voor deelgebied 1900-1945, omgerekend naar een standaard bodem (10% humus en 25% lutum) (bron: Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan (actief bodembeheer) in Nijmegen (Vastgesteld door het College van B&W van de gemeente Nijmegen op 27 januari 2004) en Generieke Maximale Waarden voor wonen, omgerekend naar een standaard bodem (10% humus en 25% lutum) (bron: Regeling Bodemkwaliteit, Bijlage B, Staatscourant 20 december 2007, nummer 247) Parameter
Traject 1
Traject 2
Maximale
Puinhoudende bovengrond
Niet puinhoudende ondergrond
Gemiddelde
Gemiddelde
95 percentielwaarde
waarden wonen
95 percentielwaarde
Arseen
11
18
9
18
27
Barium
(**)
(**)
(**)
(**)
550
Cadmium
0,48
0,82
0,41
0,57
1,2
Chroom
16
27
13
22
62
Kobalt
(**)
(**)
(**)
(**)
35
Koper
51
131
19
61
54
Kwik
0,34
0,92
0,13
0,47
0,82
Nikkel
22
41
17
32
39
Molybdeen
(**)
(**)
(**)
(**)
88
Lood
179
506
42
167
210
Zink
209
598
61
200
200
PAK
4,2
15,8
1,4
6,6
6,8
PCB’s (som)
(**)
(**)
(**)
(**)
0,02
DDT (som)
Niet berekend (*)
Niet berekend (*)
Niet berekend
Niet berekend (*)
0,20
Niet berekend (*)
0,04
(*) Drins (som)
Niet berekend (*)
Niet berekend (*)
Niet berekend (*)
(*):
voor DDT (som) en drins (som) zijn geen kentallen berekend omdat in deze deelgebieden onvoldoende gegevens beschikbaar zijn
(**):
voor barium, kobalt, molybdeen en PCB’s zijn (nog) geen kentallen berekend omdat deze parameters niet tot het standaard analysepakket voor grond (NEN) behoorden
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-8-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
3.5
Gebiedsspecifiek beleid Ter vervanging van onder andere het Bouwstoffenbesluit en de Vrijstellingsregeling Grondverzet zijn in het Besluit bodemkwaliteit en de bijbehorende Regeling nieuwe regels opgesteld voor het toepassen van grond. De nieuwe normstelling is gericht op duurzaam bodembeheer en legt een directe relatie tussen het gebruik (de functie) en de kwaliteit van de bodem. Om invulling te geven aan het principe dat de bodemkwaliteit moet aansluiten op de functie van de bodem, zijn voor twee bodemfuncties (wonen en industrie) referentiewaarden ontwikkeld voor een goede bodemkwaliteit. Deze twee functies worden toegepast in het generieke beleid. Voor het gebiedsspecifieke beleid zijn de twee bodemfuncties opgesplitst in zeven bodemfuncties. Uitgangspunt is dat de bodem geschikt moet blijven voor de functie die er op wordt uitgeoefend. Het Besluit geeft landelijke normen (generieke beleid), maar het lokale bevoegd gezag kan zelf lokale bodemkwaliteitsnormen vaststellen (gebiedsspecifieke beleid) om beter aan te sluiten bij de functies, kwaliteit en ontwikkelingen van een gebied (lokaal maatwerk). Als voorwaarde voor gebiedsspecifiek beleid geldt dat sprake moet zijn van ' standstill'op gebiedsniveau. In tabel 1 zijn de Generieke Maximale Waarden voor de klasse wonen voor een standaardbodem opgenomen. Voor koper, kwik, nikkel, lood, zink en PAK overschrijden de 95-percentielwaarden van de puinhoudende bovengrond de Generieke Maximale Waarden voor wonen. Uit mondelinge informatie van de gemeente Nijmegen is bekend dat de gemeente het voornemen heeft voor dergelijke deelgebieden gebiedsspecifiek beleid op te stellen, dat wil zeggen dat (hogere) lokale Maximale Waarden worden vastgesteld. Met behulp van de risico-toolbox wordt gecontroleerd of deze hogere gebiedsspecifieke normen risico’s opleveren. De gemeente Nijmegen kijkt dan met name naar de humane risico’s. Naar verwachting wordt het gebiedsspecifiek beleid medio 2009 vastgesteld.
3.6
Regionale bodemopbouw en geohydrologie De onderstaande informatie is ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland Kaartblad Arnhem 40 West (DGV TNO, juli 1981), de Provinciale Overzichten Win- en Produktiemiddelen (VEWIN, januari 1986), de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan (actief bodembeheer) van de gemeente Nijmegen (Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan (actief bodembeheer) in Nijmegen. Definitief. Vastgesteld door het College van B&W van de gemeente Nijmegen op 27 januari 2004, Gemeente Nijmegen, Directie Grondgebied, Afdeling Milieu, bureau Bodem, januari 2004) en mondelinge informatie van de gemeente Nijmegen. De regionale bodemopbouw en geohydrologie is samengevat in tabel 2. In het onderzoeksgebied van Kaartblad 40 West Arnhem is het in kaart brengen van de deklaag niet mogelijk vanwege de grote verschillen in lithologie over korte afstanden. Het plangebied ligt op de grens van het rivierengebied en het gestuwde gebied. In het rivierengebied bestaat de slecht doorlatende deklaag uit kleien en slibhoudende zanden. Het is niet duidelijk in hoeverre deze lagen als semi-permeabele laag (slecht doorlatende deklaag) fungeren, omdat zowel over de verbreiding als over de dikte van de afzettingen regionaal onvoldoende bekend is. De dikte van de deklaag bedraagt in het plangebied naar schatting 2 meter. In het gestuwde gebied is geen deklaag aanwezig.
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
-9-
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
In het rivierengebied wordt het eerste watervoerend pakket voornamelijk gevormd door de zandige afzettingen van de Formaties van Kreftenheye en Drente. Plaatselijk komt klei voor, maar de dikte en verbreiding van de klei is van geringe betekenis. In het gestuwde gebied vormen de kleiige afzettingen van de scheidende laag tussen het eerste en tweede watervoerend pakket geen aaneengesloten geheel, nadat ze door stuwing scheef zijn gesteld. Het is niet duidelijk in hoeverre de compartimentvorming van de kleilagen geheel of ten dele een scheidende invloed heeft op het infiltreren van water. De begrenzing tussen de gebieden waarbinnen de scheidende laag door scheefstelling in compartimenten is verdeeld, is niet duidelijk vastgesteld. In het plangebied en nabije omgeving zijn weinig gegevens bekend over de grondwaterstanden. De grondwaterstromingsrichting in het eerste watervoerend pakket is globaal (noord)westelijk. De invloed van de Waal en het Maas-Waalkanaal op de grondwaterstanden is in dit gebied vrij groot. Bij hoge rivierstanden vindt infiltratie van water naar de ondergrond plaats en bij lage rivierstanden treedt drainage op. Tabel 2: Regionale bodemopbouw en geohydrologie Laagdiepte
Geohydrologische
(m-mv)
eenheid
0-2
Deklaag
Samenstelling
Grondwaterstromingsrichting
Kleien en slibhoudende zanden
--
(holocene afzettingen) 2 - > 61
Eerste en tweede
Zandige afzettingen (Formaties
watervoerend pakket
van Kreftenheye en Drente)
Noordwestelijk
Het plangebied ligt binnen de contouren van het grondwaterbeschermingsgebied Nieuwe Markt. Deze grondwaterwinning Nieuwe Markt is echter niet erkend als grondwaterbeschermingsgebied en daarom gelden hier niet de regels die zijn opgesteld voor grondwaterbeschermingsgebied Heumensoord. Uit mondelinge informatie van de gemeente Nijmegen is bekend dat de regelgeving over toepassing van licht verontreinigde grond voor grondwaterwinning Nieuwe Markt niet gewijzigd wordt ten behoeve van de nieuwe Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan van de gemeente Nijmegen. Uit mondelinge informatie van de gemeente Nijmegen is bekend dat de grondwaterwinning Nieuwe Markt verontreinigd grondwater onttrekt. Met het zuiveren van het voor drinkwater bestemde grondwater zijn hoge kosten gemoeid. De grondwaterwinning wordt in ieder geval tot 2015 voortgezet, maar zal later, op een nog onbekend tijdstip, mogelijk worden stopgezet.
3.7
Locale bodemopbouw en geohydrologie De onderstaande informatie is ontleend aan de rapportages van in of nabij het plangebied uitgevoerde bodemonderzoeken en aan de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan (actief bodembeheer) van de gemeente Nijmegen (Vastgesteld door het College van B&W van de gemeente Nijmegen op 27 januari 2004).
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
- 10 -
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Volgens de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan van de gemeente Nijmegen bestaat de bodem in deelgebied 1900-1945 voornamelijk uit fijn tot grof zand met grindbijmengingen. Uit de bodemonderzoeken blijkt dat de bodemopbouw sterk varieert op korte afstand. Dat is volgens verwachting, omdat het gebied zich gedeeltelijk in een voormalige smeltwatervlakte bevindt en gedeeltelijk op een stuwwal. Ook de grondwaterstand is variabel op relatief korte afstand. Dat wordt veroorzaakt door het verschil in maaiveldhoogte. In het laaggelegen noordwestelijk deel van Wolfskuil bevindt het freatisch grondwater zich op een diepte van ongeveer 3,5 meter beneden maaiveld. In het hoger gelegen zuidoostelijk deel van de Wolfskuil bevindt het grondwater zich op een diepte van ruim 15 meter beneden maaiveld. Volgens de Milieu@tlas Nijmegen varieert de grondwaterstand in het plangebied tussen de 4 à 5 meter beneden maaiveld (westzijde plangebied) en 10 à 20 meter beneden maaiveld (oostzijde plangebied).
3.8
Milieuatlas Nijmegen De onderstaande informatie is afkomstig van de Milieu@tlas Nijmegen van de gemeente Nijmegen (http://www2.nijmegen.nl/wonen/milieuenafval/milieuatlas). In bijlagen 3 tot en met 7 zijn print screens van de Milieu@tlas opgenomen. In tabellen 1 tot en met 4 is bij de gemeente beschikbare informatie samengevat. Op bijlage 1 is bij de desbetreffende percelen/huisnummers in en rond het plangebied aangegeven welke informatie beschikbaar is. Het eerste nummer in de verwijzing verwijst naar de tabellen, het tweede nummer verwijst naar de locaties in de tabellen. Het betreft de volgende weergave-opties van de Milieu@tlas Nijmegen: • milieuregels voor bedrijven (bijlage 3, tabel 1); • bodemonderzoeken (bijlage 4, tabel 2); • bodemverontreinigingen (bijlage 5, tabel 2); • particuliere olietanks (bijlage 6, tabel 3); • verdachte bodemlocaties (bijlage 7, tabel 4). Milieuregels voor bedrijven Deze optie heeft betrekking op actuele meldings- en vergunningsplichtige activiteiten opgenomen (Wet milieubeheer (voorheen Hinderwet)). Samenvattend kan worden gesteld dat in en in de nabije omgeving van het plangebied meldings- en vergunningsplichtige activiteiten zijn/worden uitgeoefend. Echter, op de percelen waar woningen worden gesloopt of gerenoveerd zijn/worden geen activiteiten uitgeoefend. Bodemonderzoeken en bodemverontreinigingen Deze optie betreft de resultaten van eerder uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsaneringen ter plaatse van en in de nabije omgeving van het plangebied. Op verschillende plaatsen in en rond het plangebied is een puinhoudende bodemlaag aangetroffen op diepten variërend van 0 tot 2,0 meter beneden maaiveld. De puinhoudende bodemlaag bevat bijmengingen van onder andere slakken, sintels en kolen(as)resten en is veelal sterk verontreinigd met koper, lood en/of zink en licht verontreinigt met cadmium, kwik, nikkel, PAK en minerale olie. Ook zijn licht verhoogde gehalten aan EOX aangetoond. De niet puinhoudende ondergrond is veelal licht verontreinigd met zware metalen, PAK en/of minerale olie. De verontreinigingen zijn diffuus van aard, heterogeen verdeeld en gerelateerd aan de puinhoudende ophooglaag.
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
- 11 -
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Hoewel er geen bodemonderzoeken zijn uitgevoerd ter plaatse van de percelen waar woningen worden gesloopt of gerenoveerd, kan gesteld worden dat de puinhoudende ophooglaag waarschijnlijk ook op die percelen aanwezig en dat de verontreinigingssituatie derhalve vergelijkbaar zal zijn. Behalve de diffuse, heterogeen verdeelde verontreinigingen zijn ook lokale verontreinigingen en verontreinigingsbronnen aangetroffen. Deze zijn niet bekend voor de percelen waar sloop of renovatie plaats zal vinden. In één bodemonderzoeksrapport wordt de toepassing van asbest genoemd. Ook hier betreft het geen percelen waar sloop of renovatie zal plaatsvinden. Particuliere tanks In en nabij het plangebied zijn particuliere olietanks aanwezig (geweest). Alle tanks zijn conform de richtlijnen (Kiwa) gesaneerd (veelal gereinigd en gevuld met zand). Er zijn geen tanks aanwezig (geweest) ter plaatse van de percelen met woningen die worden gesloopt of gerenoveerd. Verdachte bodemlocaties Het betreft vroegere, meldings- en/of vergunningplichtige activiteiten. De informatie over deze activiteiten is rond 2005 in het kader van het Landsdekkend Beeld ingevoerd in een digitale database. De informatie is ontleend aan verschillende bronnen: Wet milieubeheer (voorheen Hinderwet), tankarchief, BSB en Kamer van Koophandel. Hierbij wordt opgemerkt dat uit ervaring bekend is dat de betrouwbaarheid van deze bronnen verschilt. De bron Kamer van Koophandel is minder betrouwbaar dan de overige bronnen. Ook wordt opgemerkt dat de weergave van de informatie bepaald wordt door het digitale systeem waarin de informatie is opgenomen. Daarom worden dezelfde activiteiten soms op verschillende wijzen beschreven. Ook verdachte bodemlocaties komen voor in en rond het plangebied, maar niet ter plaatse van de percelen waar woningen gesloopt of gerenoveerd worden. Conclusies Verwacht wordt dat de (vroegere) activiteiten en/of de grond- en grondwaterverontreinigingen op nabijgelegen percelen niet of nauwelijks van invloed zijn (geweest) op de bodemkwaliteit ter plaatse van de percelen waar sloop of renovatie plaats zal vinden. Om hierover uitsluitsel te verkrijgen, dient bij het opstellen van het voorstel van het bodemonderzoek rekening te worden gehouden met de elders aangetroffen verontreinigingen, met name met de plaatsing van boringen/peilbuizen en het analysepakket voor grond- en grondwatermonsters.
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
- 12 -
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
4
CONCLUSIES In opdracht van Portaal Vastgoed Ontwikkeling heeft Haskoning Nederland B.V. een vooronderzoek verricht voor het Nachtegaalplein en omgeving in Nijmegen. Aanleiding voor het laten uitvoeren van het vooronderzoek is het voornemen van Portaal het Nachtegaalplein en omgeving te herstructureren. Doel van het vooronderzoek is tweeledig: • verzamelen van de informatie die nodig is om een voorstel voor een bodemonderzoek te kunnen opstellen; • verkrijgen van een eerste indruk over de mogelijke kritische risico’s als gevolg van de kwaliteit van de bodem in het kader van de Grond Exploitatie Berekening. Op basis van de resultaten van de binnen en nabij het plangebied uitgevoerde bodemonderzoeken en de Bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan van de gemeente Nijmegen kan het volgende worden geconcludeerd: • het Nachtegaalplein en omgeving bestaat uit een oude woonwijk die in de eerste helft van de vorige eeuw is gerealiseerd. Er zijn/worden activiteiten in en rond het plangebied uitgeoefend die van invloed (kunnen) zijn (geweest) op de kwaliteit van de bodem in en rond het plangebied. Dat blijkt ook uit de resultaten van reeds uitgevoerde bodemonderzoeken. Dergelijke activiteiten vonden/vinden niet plaats op de percelen waar woningen worden gesloopt of gerenoveerd; • op verschillende plaatsen in het plangebied is een puin- en sintelhoudende bodemlaag aanwezig met een dikte van 0,3 tot 2,0 meter. Verwacht wordt dat de grond in het plangebied vanwege de aanwezigheid van puin en sintels diffuus verontreinigd is. Koper, lood en zink kunnen voorkomen in gehalten boven de interventiewaarden. Verder kan sprake zijn van licht verhoogde gehalten aan de overige zware metalen, PAK, EOX en/of minerale olie. De mate van verontreiniging in de boven- en ondergrond is naar verwachting variabel (heterogeen verdeelde, lichte tot matige verontreinigingen met plaatselijk sterk verontreinigde spots), maar zal veelal met de diepte afnemen; • verwacht wordt dat de (vroegere) activiteiten en/of de grond- en grondwaterverontreinigingen op nabijgelegen percelen niet of nauwelijks van invloed zijn (geweest) op de bodemkwaliteit ter plaatse van de percelen waar sloop of renovatie plaatsvindt; • verwacht wordt dat de gehalten aan koper, kwik, nikkel, lood, zink en PAK in de puinhoudende bovengrond de Generieke Maximale Waarden voor wonen overschrijden. De gemeente Nijmegen heeft het voornemen (hogere) lokale Maximale Waarden worden vastgesteld (gebiedsspecifiek beleid). Naar verwachting wordt het gebiedsspecifiek beleid medio 2009 vastgesteld. Met betrekking tot het bodemonderzoek wordt het volgende geadviseerd: • gefaseerde uitvoering: de uitvoering van de herstructurering zal per fase één tot twee jaar in beslag nemen. Om te voorkomen dat er sprake is van een verouderd (meer dan vijf jaar oud) bodemonderzoek, heeft het de voorkeur de bodemonderzoeken per fase uit te voeren; • onderzoek ter plaatse van tuinen en woningen gefaseerd uitvoeren: het onderzoek in de tuinen kan voor de sloop worden uitgevoerd. Vanwege kosten en bereikbaarheid heeft het de voorkeur het bodemonderzoek ter plaatse van de te slopen woningen pas uit te voeren als de woningen gesloopt zijn; • te renoveren woningen: indien geen grondverzet plaatsvindt ten behoeve van de renovatie van woningen, hoeft geen bodemonderzoek te worden uitgevoerd; Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
- 13 -
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
• •
•
•
asbest: vanwege de ouderdom van de wijk Wolfskuil en het voorkomen van puin is het plangebied asbestverdacht. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het opstellen van het voorstel van het bodemonderzoek; onderzoeksvoorstel: om een indruk te krijgen van de algehele bodemkwaliteit wordt voorgesteld het bodemonderzoek uit te voeren volgens de strategie voor niet verdachte bodemlocaties. Indien sprake is van (vroegere) activiteiten en/of verontreinigingen van grond en/of grondwater op nabij gelegen percelen, dient hiermee rekening te worden gehouden bij het opstellen van de onderzoeksopzet (situering boringen/peilbuizen en analysepakket grond- en/of grondwatermonsters). Uit het oogpunt van kosten en planning heeft het de voorkeur het onderzoeksvoorstel vóór uitvoering ter goedkeuring voor te leggen aan het bevoegd gezag (gemeente Nijmegen); nader onderzoek en sanering: het vermoeden bestaat dat de grond plaatselijk sterk verontreinigd is met koper, lood en zink vanwege de aanwezigheid van puin, sintels en dergelijke. Dergelijke verontreinigingen zullen nader onderzocht en mogelijk gesaneerd moeten worden. Uit het oogpunt van kosten en planning heeft het de voorkeur het voorstel voor het nader onderzoek (inclusief terugsaneerwaarden) vóór uitvoering ter goedkeuring voor te leggen aan het bevoegd gezag (gemeente Nijmegen); vrijkomende grond: vanuit kostenoogpunt dient, waar mogelijk en toegestaan, vrijkomende grond te worden toegepast ter plaatse van het plangebied. Vrijkomende grond die niet kan/mag worden toegepast, dient te worden afgevoerd naar een erkend verwerker.
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
- 14 -
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
BIJLAGE 1
Bodeminformatie
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
BIJLAGE 2
Risicokaart (bron: http://www.risicokaart.nl/)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Risicokaart met overstromingsgebied (bron: http://www.risicokaart.nl/)
Risicokaart met overstromingsdiepte (bron: http://www.risicokaart.nl/)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
BIJLAGE 3
Milieuregels bedrijven (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Bijlage 3: Milieuregels bedrijven (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
BIJLAGE 4
Bodemonderzoeken (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Bijlage 4: Bodemonderzoeken (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
BIJLAGE 5
Bodemverontreinigingen (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Bijlage 5: Bodemverontreinigingen (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
BIJLAGE 6
Particuliere tanks (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Bijlage 6: Particuliere tanks (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
BIJLAGE 7
Verdachte bodemlocaties (bron: Milieu@tlas Nijmegen
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Bijlage 7: Verdachte bodemlocaties (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
TABEL 1
Overzicht milieuregels bedrijven (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Tabel 1: Milieuregels bedrijven (actuele meldings- en vergunningsplichtige activiteiten) (bron: Milieu@tlas Nijmegen) (NB niet uitputtend)
Adres
Datum
Aactuele meldings- en vergunningsplichtige activiteiten
11 september 2007
Activiteiten: • buurtrecreatie (bewonersgroep) • speeltuin • ontmoeting/verzamelpunt activiteiten elders • hobbyruimte
24 juli 2007
Aanvraag vergunning voor het slopen/verwijderen van asbest uit cv ruimte van het schoolgebouw
6 januari 2006
Activiteiten: • biljart, dart, karten, muziek
1.1: Fresiastraat 3
Woon- en verblijfsgebouwen Stichting Dagloon
1.2: Koninginnelaan 28-30 Horexa-, sport- en recreatieinrichtingen Café-Biljart De Driesprong
10 maart 2005
29 juli 1999
1.3: Koninginnelaan 44 Detailhandel en ambachtsbedrijven VATAN Pizzeria Grillroom
20 maart 1991
Zuiveringstechnische voorzieningen: • controleput • slibvangput • vetafscheider Activiteiten: • café-biljart • biljarten, darten
Bijzonderheden
juli 2004
1.3: Koninginnelaan 46
Uitbreiden of wijzigen van inrichting of van de werking daarvan. Voorgenomen tijdstip waarop de uitbreiding, wijziging of verandering van werkwijze tot stand komt: 1 september 2004 Activiteiten: • de supermarkt wordt opgeheven en ingericht als grillroom met bestaande keuken
12 juli 2004
Zuiveringstechnische voorzieningen: • vet ton
23 september 2003
Op 23 september 2003 zijn de ondergrondse HBO-tank en het leidingwerk gereinigd. De afvalstoffen zijn afgevoerd naar een door het bevoegd gezag erkende verwerker.
14 januari 2003
Vanwege het voornemen de ondergrondse HBO-tank te reinigen en te vullen met zand is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (EnviroPlan, kenmerk P023372/B01/JGA/LSm, 14 januari 2003). Zintuiglijk en chemisch analytisch zijn geen verontreinigingen met minerale olieprodukten bij de tank aangetroffen.
15 april 1999
De ondergrondse tak is niet binnen acht weken na beëindiging van gebruik verwijderd of onklaar gemaakt. De tank was in gebruik tot februari 1991.
8 oktober 1998
Er ligt een ondergrondse tank die valt onder BOOT. Deze tank moet verwijderd worden. De ondergrondse tak is niet binnen acht weken na beëindiging van gebruik verwijderd of onklaar gemaakt. De tank was in gebruik tot februari 1991.
11 maart 1991
Soort detailhandel: • levensmiddelen
11 maart 1991
Olietank moet binnen zes maanden geleegd en gereinigd zijn. Olietank en oliestook nog aanwezig. Wordt in de loop van 1991 gewijzigd. Melding AMvB en plicht tank te laten verwijderen.
Horexa-, sport- en recreatieinrichtingen VATAN levensmiddelen
18 juli 2004 15 april 1999
De ondergrondse tak is niet binnen acht weken na beëindiging van gebruik verwijderd of onklaar gemaakt. De tank was in gebruik tot februari 1991.
7 maart 1994
Er komen geen stoffen als verontreiniging in het afvalwater terecht.
15 februari 1994
Activiteiten: • pizzeria/afhaalcentrum
1.4: Koninginnelaan 80 Detail- en ambachtsbedrijven Supermarkt Albaraka
25 september 2006
Detailhandel in levensmiddelen.
1 augustus 1978
Verlening vergunning ingevolge Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een supermarkt (inclusief voorwaarden met betrekking tot opslag spuitbussen en koelmachines met aandrijvende electromotoren)
10 november 1977
Aanvraag vergunning ingevolge de Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een supermarkt
10 oktober 1977
Activiteiten: verkoop van onder andere vleeswaren, vlees, brood, aardappelen, groente, fruit, zuivelartikelen en non foods van huishoudelijke aard
1 november 2002
Installaties/voorzieningen: • slibvangput
1.5: Koninginnelaan 84 Horeca-, sport- en recreatieinrichtingen De Hoge Stoep (voorheen Cafetaria Sebil) 1.6: Koninginnelaan 103
WM
13 september 2006
Bol Bakkerij: • horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen
25 november 1987
Vergunning ingevolge de Hinderwet voor het oprichten en in werking hebben van een Turkse bakkerij
15 april 1986
Activiteiten: • bakken en verkopen van Turkse broodsoorten
22 juli 1999
Koffiehuis Karadeniz: • horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen
1.7: Koninginnelaan 109
WM
18 december 1998
Aard van inrichting: • café
28 juni 1996
UWV: •
1.8: Koninginnelaan 164
WM
27 juni 1979
4 december 1973
woon- en verblijfsgebouwen
Aanvraag vergunning ingevolge Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in werking houden en uitbreiden van een gasdrukregel- en meetstation. Activiteiten: • reduceren van de druk van aardgas Aanvraag vergunning ingevolge Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een administratiekantoor met centrale verwarmings- en luchtbehandelingsinstallaties. Activiteiten: • administratief werk
Marialaan 51
WM
16 december 1994
Café De Tunnel: • horeca-, sport- en recreatie-inirchtingen
Marialaan 108
WM
1 mei 2007
Gasdrukregel- en meetstation: • voorzieningen en installaties
22 januari 1991
“De Maanvis” • detailhandel en ambachtsbedrijven
6 december 1989
Aquariahandel
1.9: Nieuwe Nonnendaalseweg 57
WM
1.10: Nieuwe Nonnendaalseweg 65
WM
24 september 1996 7 oktober 1981 4 oktober 1961
1.11: Nieuwe Nonnendaalseweg 98
Snackbar Leo: • horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen
Afvalwater via vetvanger naar gemeenteriool Melding van vergunningaanvraag ingevolge de Hinderwet voor de oprichting van een inrichting voor het bakken van voedings- en genotsmiddelen in oliën en vetten
WM
8 mei 2001
13 februari 1998
Hobbywerkplaats Nonnendaal: • bouw- en Houtbedrijven
Aard van de inrichting: • houtbewerking, (hobby) werkplaats Doel van de inrichting: • vervaardigen van banken, stoelen, kasten, kooien, speelgoed etc.
28 maart 1997
Opslag van K3-vloeistoffen vindt niet plaats in vloeistofdichte lekbakken. Opslag van verf en dergelijk vindt niet plaats van volgens CPR 15-1. Er is geen slibvanger geplaatst.
10 juni 1950
Melding van vergunningaanvraag ingevolge de Hinderwet voor het machinaal bewerken van hout ten behoeve van het onderhoud van woningen van de Woningvereniging Nijmegen
1.12: Nieuwe Nonnendaalseweg 161
WM
15 november 2005
Café-Zaal Elemeran: • horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen
1.13: Oude Nonnendaalseweg 64 28 november 2002
WM
15 juni 2000
14 oktober 1946
Olieinzameling afgewerkte olie
Transportbedrijf J. Peters: • opslag- en Transportbedrijven
Verzoek ingevolge de Hinderwet voor het oprichten van een benzine-installatie met één ondergronds reservoir (6.000 liter) en één bovengrondse aftapinrichting
1.14: Pastoor Zegersstraat 77
27 juli 2007
Aanvraag vergunning voor het slopen/verwijderen van asbest uit deurbekleding
Stichting Kion Kinderdagverblijf Joki: • woon- en verblijfsgebouwen
1.15: Tweede Oude Heeselaan 123
HW
25 februari 1998
Verandering van de inrichting en/of de werking daarvan: • inrichting: winkel en herstelinrichting rijwielen, bromfietsen, motoren en automobielen • aanpassing: afspuitplaats bromfietsen en motoren, spuiterij, verplaatsen bovengrondse tank voor afgewerkte olie (1.000 liter) naar kelder
25 april 1997
Siezenis Tweewielers BV • oprichtingsvergunning
30 oktober 1996
HW
• • •
ondergrondse tanks zijn nooit geplaatst tank met afgewerkte olie is verplaatst inrichting werkplaats is gewijzigd
2 mei 1995
Siezenis Tweewielers BV • actualiseringsvergunning
20 april 1976
Verzoek vergunning ingevolge hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een reparatie-inrichting voor rijwielen, bromfietsen, motoren en auto’s (inclusief twee ondergrondse benzinetanks, een bovengrondse tank voor de opslag van afgewerkte olie, werkplaats met verfspuitcabine)
1.16: Tweede Oude Heeselaan 141
WM
WM
WM
3 januari 2007
Cafetaria Teunissen: • horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen:
9 mei 2006 3 oktober 1996
1.17: Tweede Oude Heeselaan 165 xxx
WM
3 januari 1995
WM
20 februari 1992
Autobandenservice P.W.J. van Raaij: • inrichting voor motorvoertuigen
Verlenen vergunning voor een herstelinrichting voor motorvoertuigen met een opslag en verkoop voor motorbrandstoffen. 25 juli 1984
Aard van de inrichting: tankstation/wasserette/herstelinrichting motorvoertuigen Ondergrondse opslag van superbenzine (10.000 liter), normaalbenzine (6.000 liter) en diesel (6.000 liter)
1.18: Tweede Oude Heeselaan 384
WM
20 december 1994
Michiel de Ruyterschool: • woon- en verblijfsgebouwen
Varenstraat 3D
24 januari 2002
WM
WM
:
Wet milieubeheer
Cafetaria Pizzeria De Favoriet (voorheen Food Center De Kuil): • horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen
TABEL 2
Overzicht bodemonderzoeken en bodemverontreinigingen (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Tabel 2: Bodemonderzoeken (bron: Milieu@tlas Nijmegen) (NB niet uitputtend)
Adres
Datum
Resultaten eerder uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsaneringen
2.1: omgeving Begionastraat en Koninginnelaan
Opdrachtgever: • niet opgegeven in het in de Milieu@tlas Nijmegen beschikbare rapport
Nader onderzoek Begoniastraat Nijmegen Tauw Milieu bv (rapportnummer R3574695.H01/RJT/GES) Documentnummer gemeente Nijmegen 3331
1997
Aanleiding: • sloop bestaande woningen, herinrichting gebied en realisatie van nieuwe woningen • op basis van de resultaten van eerder uitgevoerde bodemonderzoeken wordt verondersteld dat sprake is van verhoogde achtergrondgehalten aan koper, lood, zink en PAK. De verontreinigingen zijn diffuus van aard, er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Onder ‘achtergrondgehalten’ wordt verstaan ‘de verdeling van gehalten van een door diffuse bronnen in de bodem gebrachte stof(fen) in een eenduidig begrensd deel van de bodem in een homogeen gebied’. Met ‘homogeen’ wordt bedoeld dat zowel de bodemopbouw als de inbrengmechanismen van die stof in de bodem geen of zeer kleine ruimtelijke variaties vertonen. Op basis van deugdelijk vastgestelde achtergrondgehalten kan worden overgegaan tot een eenduidige uniforme aanpak van de diffuse bodemverontreiniging in het onderzochte gebied. De vastgestelde achtergrondgehalten moeten formeel worden bekrachtigd door de provincie en de bevoegdheden moeten worden overgedragen aan de gemeente. Op grond van de kaart met achtergrondgehalten kan de provincie besluiten dat bij de diffuse bodemverontreinigingen geen sprake is van een geval. De Wet bodembescherming is dan niet van toepassing. Doel: •
verkrijgen van een zo goed mogelijk beeld van (punt)bronnen die mogelijk bodemverontreiniging tot gevolg kunnen hebben gehad. Aan de hand daarvan kunnen bestaande bodemgegevens worden onderverdeeld in verdachte en niet verdachte gegevens. Vervolgens wordt vastgesteld of binnen de niet verdachte gebiedsdelen met behulp van op dit moment beschikbare gegevens achtergrondgehalten op een adequate manier kunnen worden vastgesteld
Resultaten: Vervallen Hinderwetvergunningen: • Koninginnelaan 82: 1925: vleesrokerij • Koninginnelaan 92: 1931: bakkerij
Bijzonderheden
• • •
Koninginnelaan 94: 1974: chinees afhaalcentrum Koninginnelaan 98: bakkerij Koninginnelaan 104: 1930: smederij, machinale houtbewerking
Ten aanzien van bodemverontreiniging (potentieel) verdachte locaties (gegevens verkregen uit Historisch onderzoek (Willems Milieutechniek, rapportnummer 9606.35/HO1, juli 1996) en statisch archief): • Begoniastraat 2: 1945-1979: handel in oude materialen en reststoffen, verdachte stoffen: divers • Begoniastraat 6: 1989: transportbedrijf, verdachte stoffen: aromatische en chloorhoudende oplosmiddelen, minerale olie • Koninginnelaan 84: 1925-1928: handel in vergiften en bijtende stoffen, verdachte stoffen: zuren; 1926-1928 en 1939-1941: handel in verf, verdachte stoffen: zware metalen, aromatische en chloorhoudende oplosmiddelen, 1954-1965: kleinhandel in verfwaren, verdachte stoffen: zware metalen, aromatische en chloorhoudende oplosmiddelen, • Koninginnelaan 90: schildersbedrijf/handel in verf en verfwaren, verdachte stoffen: zware metalen, aromatische en chloorhoudende oplosmiddelen • Koninginnelaan 104: circa 1930: smederij/machinale houtbewerking, verdachte stoffen: zware metalen, minerale olie (bij houtbewerking: chloorhoudende oplosmiddelen en fenolen) • Koninginnelaan 106: 1983-1991: autosloperij, verdachte stoffen: zware metalen, molybdeen, PAK en minerale olie Achtergrondgehalten (gebaseerd op door Willems Milieutechniek (projectnummer 9609.01) verzamelde gegevens): • het is niet goed mogelijk een adequaat en betrouwbaar beeld van de achtergrondgehalten te krijgen. Bij het vaststellen van achtergrondgehalten moet bij voorkeur van separate monsters worden uitgegaan. De beschikbare bodemkwaliteitsgegevens hebben betrekking op mengmonsters en zijn daarom niet geschikt voor het vaststellen van achtergrondgehalten • er zijn te weinig gegevens om de achtergrondgehalten met een zekere nauwkeurig- en betrouwbaarheid te kunnen vaststellen. Naarmate de hoeveelheid gegevens (analyseresultaten) waarover de gemeente kan beschikken groter is, zal het kengetal (achtergrondgehalte) de diffuse bodemverontreiniging beter benaderen • de achtergrondgehalten moeten worden opgesteld volgens de richtlijnen van de gebruikershandleiding die in juli 1996 is opgesteld door de werkgroep Actief bodembeheer Gelderland in relatie met de gebruiksdoeleinden van deze gehalten en de daarvan af te leiden bodemkwaliteitskaarten (alleen niet verdachte locaties worden onderzocht, te onderscheiden dieptetrajecten worden afzonderlijk bemonsterd, dataset wordt statistisch voorbewerkt wat betreft gehalten lager dan de detectielimiet en uitschieters, dataset wordt statistisch gekarakteriseerd) Puntbronnen:
•
er zijn te weinig concrete gegevens uit het historisch onderzoek naar voren gekomen om de boringen gericht per perceel te kunnen plaatsen. Er kan geen onderzoek worden uitgevoerd volgens de NVN 5740 strategie heterogeen verdacht met bekende plaatsen van voorkomen. Voorgesteld wordt per perceel een vast aantal boringen/peilbuizen/analyses uit te voeren. Op basis van dit onderzoek kunnen geen uitspraken worden gedaan ten aanzien van het volumecriterium. Het gaat om een eerste indicatie van de mate van verontreiniging
Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen Aanleiding: • aankoop van het terrein • voornemen woningbouw te realiseren Doel: • • Verkennend bodemonderzoek onderzoek omgeving Begionastraat en Koninginnelaan te Nijmegen Willems milieutechniek (rapportnummer 9606.01/V01) Documentnummer gemeente Nijmegen 1260
augustus 1997
verkrijgen van inzicht in de bodemkwaliteit om eventuele aansprakelijkheden te kunnen regelen voor aan bodemverontreiniging gerelateerde kosten in het kader van de Woningwet verkrijgen van inzicht in de bodemkwaliteit om te voorkomen dat gebouwd wordt op dermate sterk verontreinigde grond dat risico’s voor volksgezondheid bij het toekomstige gebruik niet kunnen worden uitgesloten
Aanvullende informatie: • in 1996 is een historisch onderzoek uitgevoerd (Willems milieutechniek, rapportnummer 9606.35/HO1, juli 1996) • de onderzoekslocatie is verdeeld in zes deellocaties: tuinen achter Begoniastraat 2 tot en met 12, tuinen achter Begoniastraat 14 tot en met 24, speelplaats ten zuiden van supermarkt, tuinen achter Koninginnelaan 94 tot en met 100 en 104, open plaats achter tuinen Koninginnelaan 94 tot en met 104, tuin achter Koninginnelaan 106 en 108 (mogelijk voormalige autosloperij) Resultaten: • op vrijwel alle boorlocaties is een bijmenging van puin waargenomen tot een diepte van ongeveer 1,2 meter beneden maaiveld. Het betreft een opgebrachte laag direct onder het cunetzand, met bijmengingen van kooltjes, glasresten, metaaldelen en/of purschuim. In de achtertuinen van de Koninginnelaan 106 en 108 (voormalige sloperij) is plaatselijk een lichte tot matig oliegeur geroken • ter plaatse van de achtertuinen van de Koninginnelaan 106 en 108 (voormalige sloperij) is de zintuiglijk verontreinigde grond plaatselijk matig tot sterk verontreinigd met minerale olie en licht verontreinigd met vluchtige aromaten. Verder is de bovengrond plaatselijk sterk verontreinigd met PAK,
•
matig verontreinigd met lood en zink en licht verontreinigt met cadmium, koper, kwik en minerale olie ter plaatse van de overige deellocaties (tuinen achter Begoniastraat 2 tot en met 12, tuinen achter Begoniastraat 14 tot en met 24, speelplaats ten zuiden van supermarkt, tuinen achter Koninginnelaan 94 tot en met 100 en 104, open plaats achter tuinen Koninginnelaan 94 tot en met 104) is de geroerde puinhoudende bodemlaag licht tot sterk verontreinigd met koper, lood en zink en licht verontreinigt met cadmium, kwik en PAK. Verder is de bovengrond ter plaatse van de tuinen achter Begoniastraat 2 tot en met 12 plaatselijk matig verontreinigd met PAK
Conclusies Willems milieutechniek (1997): • vooralsnog kan geen conclusie worden getrokken met betrekking tot de mogelijkheden van het toekomstig gebruik van de locatie • de in de ophooglaag aangetroffen verontreinigingen geven formeel aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek. Echter, omdat de resultaten overeenkomen met de resultaten van eerder uitgevoerde onderzoeken in de omgeving, dient in eerste instantie te worden nagegaan of sprake is van een gebied met verhoogde achtergrondgehalten. Inmiddels is de gemeente Nijmegen overgegaan tot het uitvoeren van een onderzoek naar de achtergrondgehalten in de omgeving van de onderzoekslocatie • met betrekking tot de achtertuinen van de Koninginnelaan 106 en 108 (voormalige autosloperij) wordt aanbevolen om de omvang van de olieverontreiniging(en) te bepalen. Verder geeft het gehalte aan PAK aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek, temeer daar het gemeten gehalte sterk afwijkt van de gehalten die zijn aangetroffen in de overige mengmonsters van de toplaag Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen Aanleiding: • voorgenomen woningbouw
Historisch onderzoek omgeving Begionastraat en Koninginnelaan te Nijmegen Willems milieutechniek (rapportnummer 9606.35/H01) Documentnummer gemeente Nijmegen 721
juli 1996
Doel: •
nagaan of, en zo ja, waar, in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. De resultaten van het historisch onderzoek kunnen dienen om de onderzoeksopzet van het verkennend onderzoek vast te stellen
Resultaten: • de bebouwing ter plaatse van de Begoniastraat bestaat uit woonhuizen • ter plaatse van de Koninginnelaan zijn enkele winkels gevestigd: Koninginnelaan 80-82: supermarkt, Koninginnelaan 84: snackbar,
•
•
•
Koninginnelaan 96: chinees restaurant, Koninginnelaan 100: lederwarenwinkel. Zuidelijk van de supermarkt is een speelplaats gesitueerd die verhard is met tegels. Ten zuiden van de locatie is medio jaren 80 in het kader van stadsvernieuwing nieuwbouw gepleegd (omgeving Anjelierenweg) tot het einde van de 19e eeuw was het onderzoeksgebied nog niet bewoond. Rond de eeuwwisseling is de eerste bebouwing gerealiseerd. In 1908 zijn woningen aan de Begoniastraat (even nummers), de Oude Nonnendaalseweg en een schoolgebouw ter plaatse van het huidige sportveld aanwezig. De overige bebouwing aan de Begoniastraat en aan de Koninginnelaan is opgericht in de periode 1910-1930 inzake de Hinderwet zijn de volgende vergunningen afgegeven: Koninginnelaan 80-82: sinds 1977: supermarkt; Koninginnelaan 82: sinds 1925 : vleesrokerij (vergunning verlopen); Koninginnelaan 84: sinds 1966: snackbar; Koninginnelaan 92: sinds 1930: bakkerij (vergunning verlopen); Koninginnelaan 94: sinds 1975: chinees afhaalcentrum; Koninginnelaan 98: sinds 1931: bakkerij (vergunning verlopen), sinds 1977: bakkerij; Koninginnelaan 100: sinds 1994: lederwaren herstel en verkoop; Koninginnelaan 106: sinds 1976: slagerij naast bovengenoemde vergunningen zijn de volgende activiteiten bekend: Koninginnelaan 84: 1925-1928: handel in vergiften en bijtende stoffen, 19261928: handel in verf, 1928-1929: drogisterij, 1939-1941: handel in verf, 1941: kunstglasblazerij; Koninginnelaan 90: 1926-1977: schildersbedrijf en -handel in verf en verfwaren; Koninginnelaan 106: 1983-1991: autosloperij; Begoniastraat 2: 1945-1979: handel in oude materialen en reststoffen; Begoniastraat 6: 1989: transportbedrijf; Begoniastraat 18: 1962-1967: glaszetterij
Conclusies Willems milieutechniek (1996): • op de locatie is geen sprake van grootschalige bodembedreigende activiteiten (geweest). Het perceel Begoniastraat 6 (transportbedrijf) is dermate klein dat stalling en onderhoud van vrachtwagens redelijkerwijs niet kan hebben plaatsgevonden • er is geen informatie naar voren gekomen met betrekking tot eventuele tanks. Gezien de bouwperiode en het feit dat het grotendeels projectbouw betrof, is het waarschijnlijk dat de woningen direct op het gasnet zijn aangesloten, mogelijk na een periode van petroleum- en kolenstook. De verwachting is dat in het desbetreffende gebied niet gestookt is met huisbrandolie • de locatie kan niet als onverdacht worden beschouwd. Er zijn echter te weinig concrete gegevens om een onderzoek uit te voeren volgens de NVN 5740 strategie heterogeen verdacht met bekende plaatsen van voorkomen. Geadviseerd wordt de verdachte locaties, met name de percelen aan de Koninginnelaan, intensief te onderzoeken
2.2: Eerste Oude Heselaan B
Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen Aanleiding: • voornemen van de gemeente Nijmegen om een oplossing te vinden voor de problematiek die de verontreiniging vormt • omdat een zeer beperkt aantal mogelijkheden bestaan voor de aanpak van de verontreinigingen en omdat deze mogelijkheden zich sterk van elkaar onderscheiden, is een globaal saneringsonderzoek uitgevoerd Doel: •
Variantafweging voormalig Van Swaay terrein te Nijmegen Tauw bv (projectnummer 4329722, documentnummer R0014329722ECL-ges-V01-NL, definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen 3192
9 december 2004
vaststellen van voorkeursvariant door het uitvoeren van een quickscan
Overige informatie: • voormalig gebruik: het bedrijf Van Swaay hield zich bezig met het impregneren van hout. Hiervoor werden verschillende technieken toegepast: creosoteren (het verduurzamen door behandeling met creosootolie. Creosootolie bevat hoge gehalten aan PAK, met name naftaleen, anthraceen, minerale olie en in mindere mate aromatische verbindingen), kyaniseren (het verduurzamen door behandeling met in water opgelost kwiksublimaat. Hierdoor zijn grond- en grondwaterverontreinigingen met kwik ontstaan) en wolmaniseren (verduurzamen door gebruik van het zogenaamde Wolman zout, een arseenhoudende oplossing) • in de variantafweging zijn enkele saneringsvarianten beschouwd die het resultaat zijn van een voorselectie. Bij de beschouwing van de verschillende saneringsmogelijkheden is uitgegaan van actieve maatregelen bestaande uit bewezen technieken voor een zo volledig mogelijke verwijdering van de verontreinigingen en van een passieve maatregel. De volgende technieken zijn beschouwd: ontgraving, persluchtinjectie en bodemluchtextractie, spoelen (pump and treat) brongebied, spoelen pluimgebied, chemische oxidatie, stoominjectie, natuurlijke afbraak en monitoring (Monitoring and Natural Attenuation (MNA)) Resultaten: • uit de voorselectie komen drie saneringstechnieken naar voren: stoominjectie in de bron, spoelen in de pluim en MNA. Deze technieken kunnen worden gecombineerd tot drie varianten: saneringsvariant 1: maximaal haalbare verwijdering (bron: stoominjectie, pluim: spoelen), saneringsvariant 2: verregaande verwijdering (bron: stoominjectie, pluim: MNA) en saneringsvariant 3: kosteneffectieve verwijdering (bron en pluim:
MNA) Conclusies Tauw bv (2004): • hoewel saneringsvariant 1 een kortere saneringsduur heeft en saneringsvarianten 1 en 2 beter scoren op de hoeveelheid verwijderde vracht en herstel van gebruiksmogelijkheden, zijn de kosten dermate veel hoger (bijna een factor 20) dan saneringsvariant 3, dat variant 3 de voorkeur verdient, mits een stabiele eindsituatie binnen dertig jaar bereikt wordt Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen
Actualisatie grondwaterkwaliteit en vervolgstappen t.a.v. diepe grondwaterverontreiniging zuidelijk deel ‘Van Swaay-terrein’ te Nijmegen Tauw bv (projectnummer 4290946, documentnummer R0012490946EMH-Do1-D.doc, definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen niet bekend
22 augustus 2003
Aanleiding: • de verontreinigingsituatie van het grondwater in de omgeving van het zuidelijk deel van het voormalig Van Swaay-terrein. In de bodem zijn verontreinigingen aanwezig in de on- en verzadigde zon ten gevolge van houtbewerkingsactiviteiten zoals creosoteren. De verontreinigingen bestaan uit PAK en minerale olie (creosoten) in het grondwater en met name kwik in de grond • momenteel is een in situ-sanering (persluchtinjectie en bodemluchtextractie) van de ondiepere bodemverontreinigingen (tot circa 10 meter beneden maaiveld) gaande. Tijdens de aanleg van het systeem zijn op en ook buiten het zuidelijk deel van het Van Swaay-terrein op grotere diepte (meer dan 10 meter beneden maaiveld) in grond en grondwater verontreinigingen aangetroffen die niet zijn voorzien in het reeds opgestelde saneringsonderzoek/saneringsplan. Het huidige in situ saneringssysteem is niet ontworpen om deze diepere en omvangrijkere bodemverontreiniging te saneren • om te komen tot een uitwerking van saneringsmaatregelen in een saneringsplan is in 2002 een plan van aanpak (Tauw bv, O0014251040EMH-D01-D) opgesteld met daarin beschreven de vervolgstappen: inventarisatie en actualisatie aanwezige bodemonderzoeksgegevens, nadere omvangsbepaling, saneringsonderzoek en saneringsplan. De inventarisatie van de aanwezige onderzoeksgegevens is in 2003 uitgevoerd en gerapporteerd (Tauw bv, R001-4251040EMH-D01-D, 28 maart 2003) Doel: •
modelmatig inschatten van verspreiding en actualisatie van grondwaterkwaliteit, maken van opzet voor nadere omvangbepaling
Resultaten: • de componenten PAK en minerale olie bepalen de omvang van de verontreiniging. Geadviseerd wordt het vervolgonderzoek naar de omvangbepaling in eerste instantie op deze twee componenten te richten • stroomopwaarts, stroomzijwaarts en stroomafwaarts zijn de
•
verontreinigingen (PAK en minerale olie) niet afgeperkt tot de streefwaarde. Ook naar de diepte tot onder de kleilaag is de verontreiniging nog niet afgeperkt tot de streefwaarde de grondwaterstromingsrichting (noordelijk) komt niet overeen met het verspreidingspatroon van de verontreinigingen in het grondwater (noordwestelijk). Geadviseerd wordt de noordwestelijke verspreidingsrichting te hanteren voor het vervolgonderzoek naar de omvang
Conclusies Tauw bv (2003) • voor een goede afwezig voor een eventuele aanpak van de verontreiniging dient de omvang van de verontreiniging nauwkeuriger bekend te zijn, zowel in horizontale als in verticale (onder de kleilaag) richting • om beter inzicht te krijgen in de horizontale verspreiding wordt voorgesteld op drie locaties peilbuizen met verschillende filters tot de kleilaag te plaatsen en aan stroomafwaartse kant een peilbuis met verschillende filters tot onder de kleilaag. Vooralsnog wordt afgezien van een verticale afperking in de bron Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen
Digitaliseren beschikbare onderzoeksgegevens Van Swaay te Nijmegen (Tauw, rapportnummer R0014251040EMH-D01-D, definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen niet bekend
28 maart 2003
Aanleiding: • op het Van Swaay terrein zijn in het verleden diverse onderzoeken uitgevoerd naar de verontreinigen van grond en grondwater. Op basis van de resultaten van deze onderzoeken is een indruk verkregen van de ernst en omvang van de verontreinigen. Door de grote hoeveelheid gegevens is bij nieuwe vragen telkens een behoorlijke inspanning nodig om volledig inzicht te verkrijgen in de verontreinigingssituatie behorende bij die vraag. Dat geldt ook voor de problematiek betreffende de diepere bodemverontreinigingen buiten het zuidelijk deel van het voormalig Van Swaay terrein. Tot op de kleileemlaag (circa 20 meter beneden maaiveld) en in mindere mate onder deze laag zijn verontreinigen in de bodem aangetroffen. Deze verontreinigingen zijn tijdens voorgaande onderzoeken in een eerste saneringsonderzoek niet voorzien Aanvullende informatie: • het digitaliseren en visualiseren van de gedigitaliseerde gegevens in een bodembeheersysteem is de eerste stap van fase I van het plan van aanpak dat is uitgewerkt voor de diepe bodemverontreinigingen op het zuidelijk van het Van Swaay terrein • fase I: inventarisatie/actualisatie van bestaande gegevens: digitaliseren en visualiseren van de gedigitaliseerde gegevens, inschatting maken van de verspreiding met geohydrologische modellen, herbemonsteren van peilbuizen om de grondwaterkwaliteit te actualiseren/verifiëren • fase II: op basis van de resultaten van fase I wordt een nadere
•
Doel: •
omvangsbepaling van de verontreinigingen in grond en grondwater uitgevoerd fase III: indien de omvang van de grond- en grondwaterverontreinigingen in beeld zal zijn, zal in fase III op basis van de nieuwe inzichten worden bepaald of het saneringsonderzoek nog voldoet. Er wordt verwacht dat een nieuw saneringsonderzoek/-plan moet worden opgesteld. digitaliseren en visualiseren van de digitale onderzoeksgegevens met behulp van een bodembeheersysteem
Resultaten: • de bodemopbouw (textuur en zintuiglijke waarneming) is samen met de verontreinigingssituatie weergegeven in dwarsprofielen • de analyseresultaten van de grondwatermonsters zijn getoetst aan de toetsingswaarden en per bodemlaag (0-10, 10- 20 en > 20 meter beneden maaiveld) in kaarten weergegeven voor zware metalen, BTEXN, PAK en minerale olie en overige componenten • de zintuiglijke waarnemingen (PAK, minerale olie, ROST en carbolineum) zijn per bodemlaag (0-10 en 10-20 m-mv) in kaarten weergegeven Opdrachtgever: • provincie Gelderland
Aanvullend onderzoek diepe grondwaterverontreinigingen zuidelijk terreindeel Van Swaay te Nijmegen Gevalscode: MBM3566/GE/330/07 Tauw (rapportnummer R00139799621IKO-D01-D, definitief ) Documentnummer gemeente Nijmegen 2795
Aanleiding: • het feit dat tijdens de aanleg van het saneringssysteem op het zuidelijk terreindeel van het voormalige Van Swaay terrein op 20 meter beneden maaiveld meer verontreiniging is aangetroffen dan verwacht
10 januari 2003
Doel: •
inzicht verkrijgen of sprake is van een zaklaag en wat de omvang daarvan is teneinde een beslissing te kunnen nemen over de te volgen saneringsaanpak
Resultaten: • net als in het nader bodemonderzoek wordt bevestigd dat de verontreinigingen op het zuidelijk terreindeel van Van Swaay met name PAK, minerale olie en BTEXN (voornamelijk naftaleen) betreffen. (Chloor)fenolen en cresolen zijn, net als in het nader onderzoek van 1992, maximaal in licht verhoogde gehalten aangetroffen. Opgemerkt wordt dat slechts enkele peilbuizen zijn geanalyseerd op (chloor)fenolen en cresolen tijdens het nader onderzoek en het onderhavig onderzoek • in enkele filters is voornamelijk naftaleen aangetroffen, en in andere met name fenanthreen of een mengsel van naftaleen en fenanthreen. Er zijn geen duidelijk verschillende bronnen en/of stroombanen aan te wijzen
• •
•
•
•
bij de ROST-metingen zijn teerprodukten aangetoond, waarbij het verspreidingspatroon van de verontreiniging een grillig patroon heeft (laagjes) ook op het terrein van Stichting ‘Het Vuurwerk’ en het GAK-terrein zijn hoge gehalten in de diepte aangetroffen. Dit kan waarschijnlijk mede verklaard worden door de afhellende kleilaag in de richting van het GAKterrein/Fresiastraat de verontreinigingen in de omgeving van het GAK-terrein en aan de zuidzijde van het brongebied op het Van Swaay-terrein zijn op basis van resultaten van chemische analyses onvoldoende afgeperkt. Op basis van ROST-sonderingen leken de verontreinigingen wel afgeperkt de mate van verontreiniging in het eerste watervoerend pakket (onder de kleilaag) is aanzienlijk toegenomen. Op basis van de samenstelling van de PAK-verbindingen kan de verontreiniging afkomstig zijn van de zaklaag in de omgeving van de Fresiastraat uit het onderzoek naar natuurlijke afbraak blijkt dat de omstandigheden voor natuurlijke afbraak niet optimaal zijn (nitrificerende in plaats van aërobe omstandigheden)
Conclusies Tauw (2003): • er is meer inzicht verkregen in de verspreiding van de diepe grondwaterverontreinigingen op het zuidelijk terreindeel van het Van Swaayterrein. Uit de ROST-sonderingen blijkt een grillig verontreinigingspatroon • de grondwaterverontreinigingen zijn onvoldoende afgeperkt om volledig inzicht te verkrijgen in de omvang van de diepe grondwaterverontreiniging. Het is niet duidelijk of de verontreinigingen in het eerste watervoerend pakket afkomstig zijn van het Van Swaay-terrein • voor het uitwerken van een saneringsafweging en/of -plan dient een meer gedetailleerd inzicht te worden verkregen in de omvang van de diepe grondwaterverontreinigingen en de eventuele verspreiding naar het eerste watervoerend pakket Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen
Historisch onderzoek en luchtfotointerpretatie zuidelijk terreindeel Van Swaay te Nijmegen Tauw bv (projectnummer 4208226, definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen 2523
25 april 2002
Aanleiding: • aantreffen van bodemverontreinigingen op de locatie Van Swaay en ter plaatse van het huidige GAK-gebouw die mogelijk te relateren zijn aan de voormalige werkzaamheden op het Van Swaay-terrein. Het is onduidelijk of dit terreindeel tot het Van Swaay-terrein behoort Doel: •
verkrijgen van inzicht in terreingrenzen, het voormalig gebruik van het GAKterrein en mogelijke bronnen van de aangetroffen verontreinigingen
Resultaten: Hinderwetvergunningen zuidelijk terreindeel Van Swaay: • 1928, 1948: aandrijving proces (stoomaandrijving respectievelijk elektrische aandrijving) • 1928: een deel van de aangrenzende percelen bestaat nog uit bouwland, overige activiteiten op aangrenzende percelen: woningbouwvereniging, emplacement, scholen, kerk en kerkbestuur • 1949: omliggende activiteiten: scholen, klooster, tuinen en kerk Hinderwetvergunningen omliggende terreinen omgeving zuidelijk terreindeel Van Swaay: • geen activiteiten die tot bodemverontreiniging zouden kunnen leiden • huidige GAK-gebouw: 1974: oprichten administratiekantoor, 1980: uitbreiden kantoor Foto’s omgeving zuidelijk terreindeel Van Swaay terrein: • 1959: voetbalveld ter plaatse van of in omgeving van huidige Tunnelweg en huidig GAK-gebouw. Het terrein zou in 1959 dus geen functie hebben gehad die tot verontreiniging van de bodem zou kunnen leiden • 1970: gebouw van de stichting Het Voorwerk, de Tunnelweg en het spoor. Het overige terrein is braakliggend • 1973: stichting Het Voorwerk, GAK-gebouw Bodemonderzoeken: • 1927-1959: impregnatie en opslag van hout. Op drie plaatsen hebben installaties gestaan voor de behandeling van hout. Op de zuidelijke punt van het terrein tegenover de huidige Fresiastraat was de creosoteerafdeling aanwezig. Het creosoteren gebeurde in tanks. De tanks waren in een betonbak opgesteld. Na het creosoteren werd het hout her en der op het terrein opgeslagen. Iets noordelijker op het terrein waren twee cyaniseerbakken aanwezig, tussen de huidige Fresiastraat en het huidig GAK-gebouw. Het behandelde hout werd op het gehele terrein gestapeld • 1965: een gedeelte van het Van Swaay terrein is vergraven op de plaats waar nu de Tunnelweg ligt. De ontgraving heeft tegelijkertijd plaatsgevonden met het grondverzet van het voormalig gasfabrieksterrein aan de andere zijde van het spoorwegemplacement. Er is geen melding gemaakt van zintuiglijk waarneembare verontreiniging Luchtfoto-interpretatie: • tot 1953 is het terrein in gebruik voor opslag en bewerking van hout door Van Swaay. In 1964 is het terrein in gebruik voor de aanleg van de Tunnelweg en de tunnel onder het spoor. Vervolgens is het terrein braakliggend met uitzondering van de noodwoningen die in 1980 nog aanwezig zijn • in 1935 is het perceel ten westen van het Van Swaay-terrein in gebruik als grasland/voetbalveld. In het perceel zijn een sloot en enkele greppels aanwezig. Tussen 1949 en 1964 zijn ten westen van het huidige GAKgebouw vier loodsen aanwezig. In 1969 is ter plaatse van het huidige gebouw van de stichting Het Voorwerk een gebouw met schoorsteen aanwezig. Na 1969 is het GAK-gebouw gefaseerd gebouwd. Verder zijn
geen bijzonderheden te zien die duiden op verontreinigende activiteiten Conclusies Tauw bv (2002): • verdachte deellocaties voor eventuele verontreiniging: bakken voor het bewerken van hout (1935; Van Swaay-terrein), opslag van bewerkt hout (Van Swaay-terrein), kuilen en depots (Van Swaay-terrein en overige terrein), greppels en sloot in weiland (1935; overig terrein) • tot 1953 hebben verontreinigende activiteiten plaatsgevonden op het terrein van Van Swaay • mogelijk verdachte locaties naast de activiteiten van Van Swaay zijn de sloot en greppels in het weiland (1935) en de kuilen en depots op het Van Swaayterrein en daarbuiten (1964). Naar verwachting hebben de kuilen en depots niet direct geleid tot de huidige diepe verontreiniging (tot op de kleilaag op ongeveer 20 meter beneden maaiveld). Wel is het mogelijk dat de sloten en greppels indirect als verspreidingsroute van afvalstoffen van Van Swaay hebben opgetreden Opdrachtgever: • provincie Gelderland
ROST sonderingen op het Van Swaay terrein aan de Eerste Oude Heselaan 9-11 te Nijmegen Opdrachtnummer: 82010142 Gevalscode provincie: MBM3566/GE/330/07 Fugro Milieu Consult B.V. Documentnummer gemeente Nijmegen 2795.2
25 maart 2002
Aanleiding: • uit de resultaten van eerder uitgevoerd bodemonderzoek is bekend dat grond en grondwater op het Van Swaay terrein, waar vroeger houtverduurzaming plaatsvond, sterk verontreinigd zijn met minerale olie en PAK. Het is niet bekend of en in hoeverre sterk verhoogde gehalten op bepaalde delen van de locatie aanwezig zijn. Met betrekking tot mogelijke saneringen en het verspreidingsverdrag van de verontreinigingen in de toekomst is het van belang een nauwkeurig beeld te verkrijgen over de locaties van de bodemlagen met vrij product/hoge gehalten. Gezien de aard van de verontreiniging komen mogelijk zaklagen (slecht oplosbare producten met een hogere dichtheid dan water) voor Doel: • • •
vaststellen van de bodemopbouw en met name de diepte van de grens tussen zand en klei op een diepte van ongeveer 20 meter beneden maaiveld vaststellen van de verdeling van de verontreiniging in het verticale vlak vaststellen van eventuele zaklagen met PAK- en minerale olie-houdende producten
Resultaten: • over het algemeen bestaat de bovenste twintig meter van de bodem uit zand. Daaronder wordt een laag klei en veen aangetroffen. Juist onder de kleilaag bevindt zich een laag met zeer grof materiaal (stenen) Conclusies Fugro Milieu Consult B.V. (2002):
• •
plaatselijk zijn in het klei/veen pakket de resten van een duidelijke zaklaag met teerproducten aangetoond de verontreiniging is in grillig gevormde laagjes aanwezig. Het voorkomen van zaklagen is niet beperkt tot de overgang van het zandpakket naar het kleipakket
2.3: Koninginnelaan 44-46-48
Opdrachtgever: • Chemclean B.V. Aanleiding: • voornemen de ondergrondse HBO-tank (4.000 liter) te reinigen en vullen met zand
Bodemonderzoek ondergrondse tank Koninginnelaan 44 te Nijmegen EnviroPlan (kenmerk P023372/B01/JGA/LSm)
14 januari 2003
Doel: • •
Documentnummer gemeente Nijmegen 2717
vaststellen of de vaste bodem in de nabijheid van de tanklocatie eventueel is verontreinigd is met aardolieproducten omdat het grondwater zich bevindt op een diepte van meer dan 5 meter beneden maaiveld, is heen grondwateronderzoek uitgevoerd
Resultaten: • zintuiglijk zijn geen bijzonderheden waargenomen die op het voorkomen van een verontreiniging met minerale olie kunnen duiden • in de ondergrond zijn geen verontreinigingen met minerale olie aangetroffen Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen
Verkennend bodemonderzoek Koninginnelaan 46-48 project ‘Stadsdekkend beeld 2005’ pilot Wolfskuil Witteveen+Bos (registratie MILMACHH; projectcode Nm60.232-28, definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen 2448
4 april 2002
Aanleiding: • het verkennend onderzoek op de locatie maakt deel uit van het project ‘Stadsdekkend beeld 2005’. Dit project heeft als doelstelling gevallen van verontreiniging (werkvoorraad) binnen de gemeente inzichtelijk te maken. De gemeente Nijmegen heeft als pilot de wijk Wolfskuil uitgekozen. Op basis van voormalige bedrijfsactiviteiten is de bodem op de locatie mogelijk (ernstig) verontreinigd Doel: •
met een relatief geringe onderzoeksinspanning vaststellen wat de actuele bodemkwaliteit op de locatie is. Op grond van de onderzoeksresultaten kan beoordeeld worden of de voormalige bedrijfsactiviteiten tot bodemverontreiniging hebben geleid en of het uitvoeren van een nader
Bijzonderheden: • het is niet bekend of al een nader onderzoek is uitgevoerd. Op de website van de gemeente Nijmegen zijn hierover geen gegevens beschikbaar
bodemonderzoek noodzakelijk is Aanvullende informatie: • het bodemonderzoek heeft zich met name gericht op de verdachte deellocaties • voorafgaand aan het bodemonderzoek is door Chemielinco een historisch onderzoek uitgevoerd (Historisch onderzoek en gegevensverwerking, pilotonderzoek de wijk Wolfskuil te Nijmegen, mei 2001). Het historisch onderzoek was met name gericht op (voormalige) bedrijfsactiviteiten en (voormalige) perceelsindeling. Witteveen+Bos heeft in aanvulling hierop een terreininspectie uitgevoerd en interviews gevoerd met de woordvoerder van Portaal Woningstichting (eigenaar van woningen aan de Violenstraat en de Gladiolenstraat), de eigenaar van het terrein aan de Koninginnelaan 42-44 en de eigenaar van het terrein aan de Koninginnelaan 50 Voormalige en huidige activiteiten: • voormalige activiteiten: Koninginnelaan 46-48: 1931-1951: sigarendrogerij; Koninginnelaan 46: 1943-1958: brandstoffenhandel (kleinhandel), 19591961: chemisch reinigingsbedrijf, 1959-1961: autoverhuurbedrijf (autostalling), 1969: grond-weg-waterbouwbedrijf; Koninginnelaan 46-48 (tevens de adressen Koninginnelaan 50 en 52): 1926-1975: las/constructiebedrijf, opslag vluchtige stoffen, werkplaats, pompeiland (Koninginnelaan nummer 48), sinds 1971: ondergrondse benzinetank (6.000 liter); Koninginnelaan 46: 1991: detailhandel levensmiddelen, ondergrondse tank; Koninginnelaan 48: 1995-2001: Chinees-Indisch restaurant • de onderzoekslocatie betreft de achtertuinen van woningen aan de Koninginnelaan en de Violenstraat. Uit de interviews met bewoners blijkt dat vroeger een werkplaats aanwezig is geweest. Deze bevond zich ter plaatse van de huidige tuinen en gedeeltelijk ter plaatse van de bebouwing Gladiolen- en Violenstraat. De achtertuinen van de Gladiolen en Violenstraat liggen circa 0,5 meter hoger dan de omliggende percelen. Het is niet zeker of het terrein is opgehoogd. De achtertuinen van de Koninginnelaan 46 tot en met 52 zijn allemaal verhard met stelcon- en betonplaten. De reden hiervoor is niet bekend bij de bewoners. Vermoedelijk is het achterterrein van deze huizen in gebruik geweest bij het las- en constructiebedrijf. Aan de achterkant van de Koninginnelaan 46 is een koelcel gebouwd. Er zijn nog resten van de muur van de werkplaats aanwezig. In de tuin van de Violenstraat 2 is duidelijk te zien dat aan de muur van de Koninginnelaan 44 een werkplaats was gebouwd Resultaten: • tijdens de terreininspectie zijn geen bijzonderheden waargenomen die op een mogelijke bodemverontreiniging kunnen wijzen. Aan het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen zijn • bij vrijwel alle boringen is tot een maximale diepte van 2 meter beneden maaiveld een wisselende bijmenging van puin, kooltjes en plaatselijk sintels
• •
• •
waargenomen bij de voormalige ondergrondse olietank zijn visueel geen olieverontreinigingen waargenomen. Evenmin is opvulzand aangetroffen werkplaats: de boven- en ondergrond zijn licht verontreinigd met koper, kwik, lood, zink, PAK en minerale olie. Verder zijn licht verhoogde gehalten aan EOX aangetoond. Er zijn geen OCB’s en/of PCB’s aangetroffen. De somparameter EOX is mogelijk verhoogd door andere verbindingen (bijvoorbeeld chloorbenzenen en/of fenolen) of er is sprake van een storing als gevolg van organische stoffen in het monster benzinepompinstallatie (inclusief tank, vulpunt en leidingen): de grond is plaatselijk licht verontreinigd met minerale olie opslag vluchtige stoffen: de grond is sterk verontreinigd met tetrachlooretheen en licht verontreinigd met trichlooretheen. Deze verontreinigingen zijn waarschijnlijk het gevolg van de opslag/lekkage van vluchtige stoffen (bijvoorbeeld oplosmiddelen, ontvetters) in het verleden. De desbetreffende boring is gestaakt op een diepte van 0,85 meter beneden maaiveld vanwege de aanwezigheid van een ondoordringbare laag. Het steekbusmonster is genomen op een diepte van 0,5 tot 0,7 meter beneden maaiveld, vermoedelijk ter hoogte van de scheiding tussen de geroerde grond en het oorspronkelijk ongeroerde profiel
Conclusies (Witteveen+Bos, 2002): • de in de boven- en ondergrond aangetroffen gehalten aan zware metalen en PAK zijn lager dan of van dezelfde orde van grootte als de achtergrondwaarden en kunnen dus als gebiedseigen worden beschouwd. Voor vluchtige stoffen, EOX en minerale olie zijn geen achtergrondwaarden vastgesteld • aanbevolen wordt een ander onderzoek uit te voeren naar de omvang, aard en ernst van de VOCl-verontreiniging bij de opslag van vluchtige stoffen en de aan de verontreiniging gerelateerde risico’s in te schatten
2.4: Koninginnelaan 95-97
Verkennend bodemonderzoek Koninginnelaan 95-97 te Nijmegen project ‘Stadsdekkend beeld 2005’ pilot Wolfskuil Witteveen+Bos (registratie MILMACHH; projectcode Nm60.232-13) Documentnummer gemeente Nijmegen 2455
Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen 28 maart 2002
Aanleiding: • het verkennend onderzoek op de locatie maakt deel uit van het project ‘Stadsdekkend beeld 2005’. Dit project heeft als doelstelling gevallen van verontreiniging (werkvoorraad) binnen de gemeente inzichtelijk te maken. De gemeente Nijmegen heeft als pilot de wijk Wolfskuil uitgekozen. Op basis van voormalige bedrijfsactiviteiten is de bodem op de locatie mogelijk (ernstig) verontreinigd
Bijzonderheden: • de maximale boordiepte is 4,0 meter beneden maaiveld. Er is niet geverifieerd tot de vereiste diepte van 5,0 meter beneden maaiveld of grondwater aanwezig is tot die diepte • het is niet bekend of al een nader onderzoek is
Doel: •
met een relatief geringe onderzoeksinspanning vaststellen wat de actuele bodemkwaliteit op de locatie is. Op grond van de onderzoeksresultaten kan beoordeeld worden of de voormalige bedrijfsactiviteiten tot bodemverontreiniging hebben geleid en of het uitvoeren van een nader bodemonderzoek noodzakelijk is
Aanvullende informatie: • het bodemonderzoek heeft zich met name gericht op de verdachte deellocaties • voorafgaand aan het bodemonderzoek is door Chemielinco een historisch onderzoek uitgevoerd (Historisch onderzoek en gegevensverwerking, pilotonderzoek de wijk Wolfskuil te Nijmegen, mei 2001). Het historisch onderzoek was met name gericht op (voormalige) bedrijfsactiviteiten en (voormalige) perceelsindeling. Witteveen+Bos heeft in aanvulling hierop een terreininspectie uitgevoerd en de eigenaar van het terrein geïnterviewd Voormalige en huidige activiteiten: • voormalige activiteiten: Koninginnelaan 95-97: 1906-1957: wasserij; Koninginnelaan 95: 1957-1964: schoenherstellersbedrijf; Koninginnelaan 9597: 1961-1962: metaalbewerkingsbedrijf (en gereedschap); Koninginnelaan 97: 1961-1970 • de woning is in gebruik als studentenhuis. In de tuin is een stallingsplaats voor een auto. De woning is verhard met beton. Onder het huis bevindt zich een kelder. De schuur (voormalige wasserij) is gebouw op peen betonvloer (dikte 50 cm). Langs de schuur loopt een pad naar de woning. Het buitenterrein is niet verhard of verhard met tegels of stelconplaten • op de locatie is niet eerder een bodemonderzoek uitgevoerd • in de omgeving zijn geen bedrijven aanwezig (geweest) die mogelijk een bodemverontreiniging hebben veroorzaakt • de voormalige wasserij is niet gecontroleerd tijdens de terreininspectie. Het is niet bekend of in de kelder van het studentenhuis activiteiten ten bate van de wasserij zijn uitgevoerd • er wordt van uitgegaan dat het schuurtje op het achterterrein (thans in eigendom van de buurman) niet tot de locatie behoort Resultaten: • bij vrijwel alle boringen is tot een maximale diepte van 2 meter beneden maaiveld een wisselende bijmenging van puin, kooltjes en sintels waargenomen • mengmonsters van de zintuiglijk verontreinigde boven- en ondergrond zijn matig verontreinigd met koper, lood en zink en licht verontreinigd met cadmium, kwik, nikkel, PAK en minerale olie. Eén van de afzonderlijke monsters van de bovengrond is sterk verontreinigd met koper, lood en zink. De mate van verontreiniging neemt met de diepte af. Er lijkt een verband te
uitgevoerd. Op de website van de gemeente Nijmegen zijn hierover geen gegevens beschikbaar
•
zijn tussen de mate van bijmengingen en de mate van verontreiniging in een steekbusmonster van het grensvlak van de opgebrachte grond en de minder geroerde ondergrond zijn geen VOCl aangetroffen in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen
• . Conclusies (Witteveen+Bos, 2002): • de sterk verhoogde gehalten aan zware metalen liggen beduidend hoger dan de vastgestelde achtergrondwaarden en kunnen derhalve niet zondermeer als gebiedseigen worden aangemerkt. Geconcludeerd is dat het moet gaan om een plaatselijke verontreiniging. De verontreiniging lijkt geen verband te houden met het voormalig gebruik als wasserij • aanbevolen wordt een nader onderzoek uit te voeren naar de omvang, aard en ernst van de verontreiniging en de aan de verontreinigingen gerelateerde risico’s • 2.5: Nieuwe Nonnendaalseweg 98
Opdrachtgever: • gemeente Nijmegen Aanleiding: • het verkennend onderzoek op de locatie maakt deel uit van het project ‘Stadsdekkend beeld 2005’. Dit project heeft als doelstelling de gevallen van verontreiniging (werkvoorraad) binnen de gemeente inzichtelijk te maken. De gemeente Nijmegen heeft als pilot de wijk Wolfskuil uitgekozen. Op basis van voormalige bedrijfsactiviteiten is de bodem op de locatie mogelijk (ernstig) verontreinigd
Verkennend bodemonderzoek Nieuwe Nonnendaalseweg 98 te Nijmegen project ‘Stadsdekkend beeld 2005’ pilot Wolfskuil Witteveen+Bos (registratie MILMACHH; projectcode Nm60.232-15) Documentnummer gemeente Nijmegen 2453
2 april 2002
Doel: •
met een relatief geringe onderzoeksinspanning vaststellen wat de actuele bodemkwaliteit op de locatie is. Op grond van de onderzoeksresultaten kan beoordeeld worden of de voormalige bedrijfsactiviteiten tot bodemverontreiniging hebben geleid en of het uitvoeren van een nader bodemonderzoek noodzakelijk is
Aanvullende informatie: • het bodemonderzoek heeft zich met name gericht op de verdachte deellocaties: berging, werkplaats, diverse opslag/werkplaatsen en riolering/putten • voorafgaand aan het bodemonderzoek is door Chemielinco een historisch onderzoek uitgevoerd (Historisch onderzoek en gegevensverwerking, pilotonderzoek de wijk Wolfskuil te Nijmegen, mei 2001). Het historisch onderzoek was met name gericht op (voormalige) bedrijfsactiviteiten en
Bijzonderheden: • de maximale boordiepte is 4,0 meter beneden maaiveld. Er is niet geverifieerd tot de vereiste diepte van 5,0 meter beneden maaiveld of grondwater aanwezig is tot die diepte • het is niet bekend of al een nader onderzoek is uitgevoerd. Op de website van de gemeente Nijmegen zijn hierover geen gegevens beschikbaar • toepassing en sanering van asbest
(voormalige) perceelsindeling. Witteveen+Bos heeft in aanvulling hierop een terreininspectie uitgevoerd en de eigenaar van het terrein geïnterviewd Voormalige en huidige activiteiten: • voormalig gebruik: vanaf 1951 tot onbekende datum: houtbewerking, opslag schildermateriaal, beeldengieterij; 1996-2001: houtbewerking • huidig gebruik: 1910-1912: realisatie bebouwing, voornamelijk in gebruik voor timmer(hand)werk en onderhoudswerkzaamheden; tot 1987: kleinschalige opslag voor materialen van onderhoudswerkzaamheden; het op de dak van de loods aanwezig asbest is ingepakt en afgevoerd. Er is een aanbouw geweest waarin een werkplaats, berging en motkamer aanwezig waren. Verder waren diverse ontstoppingsputten op de locatie aanwezig. Momenteel is een groot deel van het voorterrein verhard met stelconplaten voor een uitbreiding (nieuwe werkplaats) Resultaten: • verspreid over het hele terrein is tot een maximale diepte van 1,5 meter beneden maaiveld een wisselende bijmenging puin, slakken en sintels waargenomen • het grondwater is aangetroffen op een diepte van 4,2 meter beneden maaiveld (februari 2002). De zuurgraad (pH=7,1) en het elektrisch geleidingsvermogen (EC=455 µS/cm) wijken niet af van wat op basis van de ligging van de locatie en de bodemsoort verwacht mag worden • berging: de zintuiglijk verontreinigde bovengrond is sterk verontreinigd met lood, matig verontreinigd met zink en licht verontreinigd met koper, kwik, PAK en minerale olie. De afzonderlijke monsters van de bovengrond zijn matig tot sterk verontreinigd met zink en matig verontreinigd met lood. De zintuiglijk schone ondergrond is licht verontreinigd met koper, kwik en lood • werkplaats: de zintuiglijk verontreinigde bovengrond is sterk verontreinigd met lood en zink en licht verontreinigd met cadmium, koper, nikkel, PAK en minerale olie. De zintuiglijk schone ondergrond is licht verontreinigd met lood en zink. In het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen • diverse opslag/werkplaatsen: in de zintuiglijke schone bovengrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen. De zintuiglijk verontreinigde ondergrond is licht verontreinigd met koper, kwik en lood • riolering/putten: de zintuiglijk verontreinigde bovengrond is matig verontreinigd met lood en zink en licht verontreinigd met koper, kwik, PAK en minerale olie. De afzonderlijke monsters zijn licht tot sterk verontreinigd met lood en zink. De mate van verontreiniging lijkt geen verband te houden met de mate van puinbijmenging. De zintuiglijk verontreinigde ondergrond is matig verontreinigd met koper en licht verontreinigd met kwik, lood en zink. De zintuiglijk schone ondergrond is licht verontreinigd met koper, kwik en lood • het gehalte aan zink is beduidend hoger dan de vastgestelde achtergrondwaarde
Conclusies Witteveen+Bos (2002): • het gehalte aan zink is beduidend hoger dan de vastgestelde achtergrondwaarde. Bij het loodgehalte is dit minder evident. Zij het dat het loodgehalte wel hoger is dan voor dit gebeid normaal is • voor minerale olie en EOX in de grond en voor het grondwater zijn geen achtergrondwaarden beschikbaar • de gehalten aan lood, zink en plaatselijk koper overschrijden de toetsingswaarde voor nader bodemonderzoek. De verontreinigingen zijn het gevolg van antropogene bijmengingen, hetgeen bevestigd is door de vaak lagere gehalten in zintuiglijk schone grondmonsters • er lijkt niet een relatie te zijn met voorgaande bedrijfsactiviteiten • de omvang van de verontreiniging is onvoldoende bekend. Aanbevolen wordt een nader onderzoek uit te voeren en vast te stellen of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en de eventuele hieraan gerelateerde risico’s voor milieu en volksgezondheid
2.6: Oude Nonnendaalseweg 64
Opdrachtgever: • Transportbedrijf J. Peters V.O.F. Aanleiding: • verplichting om in de nabije toekomst een bodemonderzoek uit te voeren in het kader van de BSB-operatie Doel: •
Verkennend bodemonderzoek locatie Oude Nonnendaalseweg 64 te Nijmegen Grontmij (projectnummer 1297101, documentnummer GLD5723) Documentnummer gemeente Nijmegen 3479
31 augustus 1999
•
verkrijgen van een toetsingsgrondslag (nulsituatie bodemkwaliteit) met het oog op mogelijke toekomstige bodemverontreiniging voortvloeiend uit de Wm-plichtige bedrijfsactiviteiten verkrijgen van een globaal beeld van de verontreinigingssituatie op basis waarvan een voorlopige urgentie vastgesteld kan worden ten behoeve van een nader bodemonderzoek, conform de Prioriteiten Rangschikking (PR-3) van de Stichting BSB
Aanvullende informatie: • omdat het grondwater zich bevindt op een diepte van meer dan 5 meter beneden maaiveld, is de kwaliteit van het grondwater niet onderzocht Voormalige en huidige activiteiten: • er zijn drie deellocaties onderscheiden: ondergrondse benzinetank (verdacht), olieopslag (verdacht) en overige terrein (niet verdacht) • bedrijfsactiviteiten: stalling van een vrachtwagen en plegen van klein onderhoud en reparaties hieraan, verhuur van loods aan een bedrijf (in de
Bijzonderheden: • de maximale boordiepte is 4,0 meter beneden maaiveld. Er is niet geverifieerd tot de vereiste diepte van 5,0 meter beneden maaiveld of grondwater aanwezig is tot die diepte • niet bekend of nader onderzoek is uitgevoerd
•
loods worden ski’s en skischoenen opgeslagen) omdat het grondwater zich bevindt op een diepte van meer dan 5 meter beneden maaiveld, is de kwaliteit van het grondwater niet onderzocht
Resultaten: • verspreid over de drie deellocaties is plaatselijk puin (en/of kolenresten) waargenomen vanaf maaiveld tot een maximale diepte van 0,5 meter beneden maaiveld • ter plaatse van de ondergrondse benzinetank is geen minerale olie in de grond aangetroffen • bij de opslag van olie is de (boven)grond sterk verontreinigd met minerale olie. In de ondergrond is geen minerale olie aangetroffen • ter plaatse van het overig terrein is de puinhoudende bovengrond matig verontreinigd met zink en PAK en licht verontreinigd met cadmium, koper, kwik, lood en minerale olie. De achtergrondwaarden van cadmium en PAK worden overschreden. De puinhoudende ondergrond is licht verontreinigd met koper, kwik, lood, zink en PAK Conclusies (Grontmij, 1999): • vanuit milieuhygiënisch oogpunt bestaan er geen beperkingen voor het (toekomstig) gebruik van de deellocatie van de ondergrondse benzinetank. Indien grond van deze deellocatie vrijkomt, dient deze puinhoudende grond op deze deellocatie op een milieuhygiënische wijze verwerkt te worden • bij de opslag van olie is een nader onderzoek noodzakelijk om de omvang en ernst van de aangetroffen olieverontreiniging te kunnen vaststellen • op het niet verdachte terrein dient een nader onderzoek te worden uitgevoerd om de omvang en ernst van de aangetroffen verontreinigingen met zink en PAK vast te stellen
2.7: Oude Nonnendaalseweg 210A
Verkennend bodemonderzoek Oude Nonnendaalseweg 210A te Nijmegen project ‘Stadsdekkend beeld 2005’ pilot Wolfskuil Witteveen+Bos (registratie MILMACHH, projectcode Nm60.232-21, status definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen 2456
Opdrachtgever: • Gemeente Nijmegen
4 april 2002
Aanleiding: • het verkennend onderzoek op de locatie maakt deel uit van het project ‘Stadsdekkend beeld 2005’. Dit project heeft als doelstelling gevallen van verontreiniging (werkvoorraad) binnen de gemeente inzichtelijk te maken. De gemeente Nijmegen heeft als pilot de wijk Wolfskuil uitgekozen. Op basis van voormalige bedrijfsactiviteiten is de bodem op de locatie mogelijk (ernstig) verontreinigd Doel:
>>> resultaten BSB-onderzoek niet bekend
•
met een relatief geringe onderzoeksinspanning vaststellen wat de actuele bodemkwaliteit op de locatie is. Op grond van de onderzoeksresultaten kan beoordeeld worden of de voormalige bedrijfsactiviteiten tot bodemverontreiniging hebben geleid en of het uitvoeren van een nader bodemonderzoek noodzakelijk is
Aanvullende informatie: • het bodemonderzoek is gericht op de gehele locatie naar aanleiding van het voormalig gebruik als machinaal houtbewerkingsbedrijf Voormalige en huidige/voormalige activiteiten: • een deel van het terrein is (in de jaren 50) in gebruik geweest voor machinale houtbewerking. Momenteel zijn diverse bedrijven op de onderzoekslocatie en nabij gelegen terreinen gevestigd, waaronder een groothandel (voorheen Edah), een loodgietersbedrijf, een bierhandel en een opslag van een aannemer. In het verleden zijn de gebouwen verhuurd geweest aan diverse andere bedrijven, waaronder een houthandel, een kleipoppetjesatelier en een matrassenfabriek • volgens de eigenaar van het terrein is een groot deel van het terrein al onderzocht in het kader van de BSB-operatie. Een ondergrondse tank ter plaatse is al afgevuld (de ligging van de tank is niet bekend) • mogelijk heeft productie van gipsen cadeauartikelen plaatsgevonden • in de loodsen is een betonverharding aanwezig. De zuidelijke loods is voorzien van een verhardingslaag (dikte 10 cm). Het overige terrein is verhard met klinkers Resultaten: • bij de terreininspectie zijn geen bijzonderheden waargenomen die kunnen duiden op het voorkomen van bodemverontreiniging. Aan het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen • onder de verhardingslaag is veelal een laagje stabilisatiezand aanwezig • verspreid over het gehele terrein zijn tot een diepte van maximaal 1 meter beneden maaiveld een wisselende bijmenging van puin en sintels waargenomen • het grondwater is aangetroffen op een diepte van 3,5 meter beneden maaiveld. De gemeten pH en EC wijken niet af van wat op basis van de ligging van de locatie en de bodemsoort verwacht mag worden, • de puin- en sintelhoudende bovengrond is licht verontreinigd met koper, kwik, lood, zink, PAK en minerale olie • in de zintuiglijk niet verontreinigde ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen • in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen Conclusies Witteveen+Bos (2002): • wat betreft de licht verontreinigde bovengrond is gesteld dat de aangetroffen gehalten niet ongewoon zijn voor een geroerde bovengrond met
•
•
antropogene bijmengingen de in de bovengrond gemeten gehalten zijn lager of van dezelfde orde van grootte als de binnen het gebied vastgestelde achtergrondwaarden. De met dit onderzoek vastgestelde (diffuse) bodemkwaliteit kan als gebiedseigen worden beschouwd. Opgemerkt is dat voor minerale olie en EOX in grond en voor grondwater geen achtergrondwaarden beschikbaar zijn alle gemeten gehalten liggen beneden de toetsingswaarden voor nader onderzoek. Bij de gemeten gehalten zijn geen risico’s voor milieu en volksgezondheid te verwachten. Een nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht
2.8: Oude Nonnendaalseweg 295-307
Opdrachtgever: • de heer Thijssen Aanleiding: • verkoop van het perceel • voornemen tot bouw Doel: • Verkennend bodemonderzoek perceel: Oude Nonnendaalseweg 295-307 te Nijmegen Arns Milieutechniek Oost bv (rapportnummer 79050902) Documentnummer gemeente Nijmegen 2015
• • 28 oktober 1999
met een relatief geringe onderzoeksinspanning vaststellen of op de locatie bodemverontreiniging aanwezig is wegnemen van onzekerheden in en regelen van aansprakelijkheid voor (toekomstige) kosten verband houdend met bodemverontreiniging vaststellen van kwaliteit bodem met het oog op het voorgenomen gebruik
Voormalige en huidige activiteiten: • de onderzoekslocatie is sinds tientallen jaren in gebruik geweest als groentetuin • voor zover bekend bij de opdrachtgever hebben zich in het verleden geen calamiteiten voorgedaan, zijn er geen materialen toegepast in verband met het ontsluiten, verhogen en/of bouwrijp maken, bevinden zich op de onderzoekslocatie geen boven- en/of ondergrondse bronlocaties Resultaten: • tijdens het veldwerk zijn zintuiglijk geen verontreinigingen geconstateerd • de grondwaterstand is 3,55 meter beneden maaiveld (20 september 1999). De pH en EC zijn respectievelijk 6,9 en 230 µS/cm • de bovengrond is licht verontreinigd met cadmium, koper, kwik, lood, zink, PAK en minerale olie. Verder is gehalte aan EOX licht verhoogd. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen. De verontreinigingen met zware metalen en PAK zijn vermoedelijke het gevolg van atmosferische
Bijzonderheden:
•
depositie van diffuse bronnen, zoals industrie en gemotoriseerd verkeer. Met uitzondering van cadmium en kwik zijn de gemeten gehalten lager dan de achtergrondwaarden. Mogelijk is er een locale verontreinigingshaard van cadmium en kwik. De herkomst van de verontreiniging met minerale olie is niet duidelijk. Omdat er zintuiglijk geen verontreinigingen met olie zijn waargenomen, wordt er van uitgegaan dat de verontreiniging homogeen verdeeld is. Het verhoogde gehalte aan EOX is mogelijk het gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in het verleden. Het gehalte aan EOX is in dermate geringe mate verhoogd, dat (her)analyse op individuele componenten niet noodzakelijk wordt geacht het grondwater bevat een licht verhoogd gehalte aan arseen
Conclusies Arns Mlieutechniek Oost bv (1999): • nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht • er zijn geen risico’s voor de volksgezondheid en het milieu te verwachten • de kwaliteit van de bodem vormt geen bezwaar tegen het voorgenomen gebruik (bebouwing). • eventueel vrijkomende bovengrond is niet geschikt voor onbeperkt hergebruik. De grond kan wel op het perceel worden hergebruikt. Indien grond van het perceel moet worden afgevoerd, dient rekening te worden gehouden met verhoogde afvoerkosten • er is geen aanleiding aansprakelijkheid van derden of verplichtingen van het bevoegd gezag te verwachten • geadviseerd wordt bovenstaande conclusie(s) te laten toetsen door het bevoegd gezag
2.9: Pastoor Zegersstraat 75
Opdrachtgever: • Stichting Islamitisch Cultureel en Informatie Centrum Abibakr Moskee
Evaluatierapport
Aanleiding: • voornemen bebouwing uit te breiden
Evaluatie bodemsanering Pastoor Zegersstraat 75 Nijmegen Enviroplan (rapportnummer P053856/R01, status: definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen 3828
14 februari 2007
Doel: •
afschermen van de verontreiniging zodat geen contact met de verontreiniging meer mogelijk is
Aanvullende informatie: • saneringsvariant bestaat uit het aanbrengen van een afdichtende c.q. afschermende laag. Deze laag wordt in het kader van de bouwwerkzaamheden en het verharden van het buitenterrein aangebracht in de vorm van een betonvloer respectievelijk verharding
•
de verontreinigde grond die vrijkomt bij het graven van funderingssleuven wordt zoveel mogelijk ter plaatse van het geval van verontreiniging gebruikt voor aanvulling/ophoging (herschikken binnen geval). Overtollige grond zal worden afgevoerd
Resultaten: • de saneringswerkzaamheden zijn overeenkomstig de saneringsdoelstelling op milieuhygiënisch verantwoorde wijze uitgevoerd. Door de betonvloer van de gerealiseerde bebouwing en de klinkerverharding ter plaatse van het buitenterrein is geen direct contact met de verontreiniging mogelijk waardoor risico’s voor de volksgezondheid zijn uitgesloten • alle bij de graafwerkzaamheden vrijkomende grond is binnen de grenzen van het geval gebruikt voor aanvulling/ophoging (herschikken binnen het geval). Voor verdere aanvulling/ophoging en het aanbrengen van de bestrating is gebruik gemaakt van schoon zand afkomstig van een zandwinplaats. Ter plaatse van het buitenterrein is binnen de grenzen van het geval een signaallaag (geotextiel) gelegd om mensen bij graafwerkzaamheden erop attent te maken dat de onderliggende bodem verontreinigd is • omdat verontreiniging is achtergebleven blijft de locatie geregistreerd op de gemeentelijke lijst van gevallen van bodemverontreiniging en is sprake van gebruiksbeperkingen waarop zorg van toepassing is Opdrachtgever: • Stichting Islamitisch Cultureel en Informatie Centrum Abibakr Moskee Aanleiding: • voornemen bebouwing uit te breiden ter plaatse van terreindeel waar sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging
Saneringsplan Sanering bodemverontreiniging Pastoor Zegersstraat 75 te Nijmegen EnviroPlan Onderzoek & Advies (rapport P-043856/R02, status: definitief) Documentnummer gemeente Nijmegen 3086
Doel: • 12 juli 2004
geven van inzicht in de noodzakelijke werkzaamheden en de te volgen procedures bij de sanering. Omdat ten behoeve van de realisatie van de uitbreiding verontreinigde bodem moet worden opgenomen en verplaatst én sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging volgens de definitie van de Wet bodembescherming, dient voor het verkrijgen van een bouwvergunning een saneringsplan te worden opgesteld dat in combinatie met een melding volgens artikel 28 Wbb aan het bevoegd gezag (de gemeente Nijmegen) moet worden overlegd
Aanvullende informatie: • de saneringswerkszaamheden worden uitgevoerd in combinatie met de bouwwerkzaamheden Voormalige en huidige activiteiten:
• •
de bebouwing is in gebruik als gebeds- en lesruimte. Het buitenterrein is in gebruik als parkeerterrein en nagenoeg geheel verhard met trottoirtegels. de Stichting heeft het onroerend goed sinds 1989 in eigendom. Sindsdien is de situatie ongewijzigd. De eerste bebouwing dateert uit circa 1913. In de loop der tijd hebben enkele uitbreidingen van het oorspronkelijk pand plaatsgevonden. Voor zover bekend zijn op de locatie geen activiteiten uitgeoefend die als oorzaak van de verontreiniging kunnen worden aangemerkt. Mogelijk is de verontreiniging ontstaan bij de wederopbouw van in de Tweede Wereldoorlog in de directe omgeving verwoeste bebouwing. Het betreft met zekerheid een bestaande geval van bodemverontreiniging (ontstaan vóór 1 januari 1987)
Saneringsmaatregelen: • waar verharding ten behoeve van bouwactiviteiten wordt opgenomen, zal het onder de trottoirtegels aanwezige aanvulzand (circa 20 cm) onder milieukundige begeleiding worden ontgraven. Het ontgraven aanvulzand zal op locatie in depot worden geplaatst en indicatief worden onderzocht. Naar verwachting betreft het categorie 1 grond. Een deel van het aanvulzand zal, na realisatie van de nieuwbouw, worden gebruikt bij het herstellen van de verharding van het buitenterrein en ter opvulling/aanvulling van de sleuven met kabels en leidingen. Eventueel overtollig aanvulzand zal worden afgevoerd naar een hergebruikslocatie • na verwijdering van het aanvulzand worden de in de onderliggende verontreinigde bodemlaag de benodigde funderingssleuven van de nieuwbouw gegraven. De vrijkomende verontreinigde grond zal binnen de grenzen van de saneringslocatie in de pot worden geplaatst. Na het aanbrengen van de fundering zal de in depot geplaatste verontreinigde grond ter plaatse van de uitbreidingslocatie worden gebruikt voor aanvulling/ophoging (herschikken van verontreinigde grond binnen het geval). Gelet op het huidige maaiveld in vergelijking met het vloerpeil van de bebouwing hoeft (nagenoeg) geen verontreinigde grond te worden afgevoerd • indien na aanvullen/ophogen van het terreindeel binnen de uitbreidingslocatie verontreinigde grond achterblijft, zal deze, indien hiervoor toepassingsmogelijkheden zijn c.q. het huidige maaiveldniveau te laag ligt, worden toegepast ter aanvulling/ophoging van het buitenterrein voor zover dit deel uitmaakt van het verontreinigingsgeval • indien daarna nog verontreinigde grond overblijft zal deze naar een verwerkinginrichting worden afgevoerd • bij het herschikken van de sterk verontreinigde grond binnen de saneringslocatie c.q. het geval wordt het stand still principe gehanteerd • binnen de grenzen van het geval zal na realisatie van de bebouwing ter plaatse van het buitenterrein een signaallaag (geotextiel) worden aangebracht tussen de verontreinigde grond en de ten behoeve van de herbestrating aan te brengen laag aanvulzand. Zo wordt men erop attent gemaakt dat de onderliggende bodem verontreinigd is en dat de
•
•
veiligheidsmaatregelen behorend bij de vastgestelde risicoklasse en zorgmaatregelen in acht genomen dienen te worden de kabels en leidingen die binnen de grenzen van de saneringslocatie in de grond worden gelegd dienen in schone grond te worden gelegd, danwel in grond die voldoet aan de bodem gebruikswaarden extensief gebruik (openbaar) groen te worden gelegd die er is niet in controlebemonstering ten behoeve van de bodemkwaliteit na ontgravingswerkzaamheden voorzien, aangezien hiervoor vanuit de gekozen saneringsvariant geen aanleiding bestaat
Aanleiding: • resultaten verkennend bodemonderzoek (Inpijn-Blokpoel Son Milieu, januari 2003). Ter plaatse van de uitbreidingslocatie zijn in boven- en ondergrond sterk verhoogde gehalten aan koper en zink aangetroffen Doel: • Nader bodemonderzoek Pastoor Zegersstraat 75 te Nijmegen EnviroPlan Onderzoek & Advies (briefrapport P043856/B03/RPo/GPe)
2 juni 2004
Documentnummer gemeente Nijmegen 3046
vaststellen of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en daarmee de noodzaak tot saneren
Resultaten: • er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging met koper en zink. De saneringsnoodzaak staat hiermee vast • zolang de verharding van trottoirregels gehandhaafd blijft, is er geen sprake van actuele humane, ecologische of verspreidingsrisico’s. Er is derhalve geen sprake van saneringsurgentie en er behoeft daarom geen saneringstijdstip te worden vastgesteld Conclusies (EnviroPlan, 2004): • er is in voldoende mate vastgesteld dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging • omdat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging is de in de Wet bodembescherming opgenomen saneringsregeling van toepassing. Voor het verkrijgen van een bouwvergunning dient derhalve een saneringsplan te worden opgesteld. In het saneringsplan dient te worden aangegeven waaruit de saneringsmaatregelen bestaan en hoe met de vrijkomende verontreinigde grond wordt omgegaan
Verkennend NEN-bodemonderzoek Locatie aan de Pastoor Zegersstraat 75 te Nijmegen Inpijn-Blokpoel Son Milieu (rapport MB-4803)
27 januari 2003
Opdrachtgever: • Stichting Islamitisch Cultureel en Informatie Centrum Aanleiding: • aanvraag bouwvergunning in verband met voorgenomen uitbreiding van moskee
Documentnummer gemeente Nijmegen 2970
Doel: •
nagaan of op de locatie redelijkerwijs geen verontreinigende stoffen in de grond of in het freatisch grondwater boven de streef- of achtergrondwaarden aanwezig zijn
Aanvullende informatie: • de onderzoekslocatie is verhard met tegels. Naast de onderzoekslocatie is bebouwing aanwezig • tot midden 19e eeuw: natuur- en landbouwgebied; midden jaren 80 19e eeuw: bebouwing • op de onderzoekslocatie is een ondergrondse tank aanwezig geweest. Deze is gesaneerd. Hiervan is een KIWA-certificaat aanwezig • ten noorden van de onderzoekslocatie (Tweede Oude Heselaan 179) is een bodemonderzoek uitgevoerd. Geconstateerd is dat de grond matig verontreinigd is met lood. Bij het (voormalig) tankstation aan de Tweede Oude Heselaan 165 heeft een sanering plaatsgevonden • de gemeente Nijmegen heeft achtergrondwaarden vastgesteld voor dit gebied Resultaten: • de grond bevat plaatselijk puin (en/of bevat koolasresten) vanaf maaiveld tot een maximale diepte van 1,0 meter beneden maaiveld • het grondwater is aangetroffen op een diepte van 3,54 meter beneden maaiveld (december 2002). De pH en EC bedragen respectievelijk 7,6 en 340 µS/cm • de mengmonsters van de boven- en ondergrond zijn sterk verontreinigd met koper en zink. Verder is het mengmonster van de bovengrond licht verontreinigd met cadmium, kwik, nikkel, lood, PAK en olie. In afzonderlijke monsters van de boven- en ondergrond zijn eveneens licht tot sterk verhoogde gehalten aan koper en/of zink aangetroffen • de verhoogde gehalten aan cadmium, koper, kwik, nikkel, lood, zink en PAK zijn mogelijk gerelateerd aan de aanwezigheid van puin en koolas. Een andere mogelijkheid is dat het terrein in het verleden mogelijk is opgehoogd met verontreinigd materiaal. Wat betreft de licht verhoogde gehalten aan koper, kwik en zink is sprake van diffuus verhoogde achtergrondwaarden. Het licht verhoogde gehalte aan minerale olie is waarschijnlijk veroorzaakt door de beïnvloeding van de analyseresultaten door de aanwezigheid van humuszuren en/of PAK-verbindingen • de totale hoeveelheid sterk verontreinigde grond wordt geschat op tenminste 440 m3. De omvang van de verontreiniging is nog niet vastgesteld • er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging: meer dan 25 m3 grond is verontreinigd in gehalten boven de interventiewaarden Conclusies (Inpijn-Blokpoel Son Milieu, 2003): • de bodemkwaliteit op dit moment is niet aanvaardbaar en vormt zodoende een belemmering voor de geplande nieuwbouw
•
•
omdat een uitbreiding van een moskee wordt gerealiseerd, wordt geadviseerd een deelsaneringsplan op te stellen aangezien er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Een vorm van saneren kan zijn het isoleren en beheersen van verontreiniging door het aanbrengen van een betonnen vloer eventueel vrijkomende licht verontreinigde grond is buiten het perceel niet multifunctioneel toepasbaar. Afhankelijk van de bestemming en toepassing kan bij afvoer van de grond om een onderzoek volgens het Bouwstoffenbesluit worden gevraagd. Eventueel vrijkomende sterk verontreinigde grond kan niet worden hergebruikt
2.10: Spreeuwenstraat 11
Opdrachtgever: • Woninginrichting “’Succes” Aanleiding: • eigen initiatief van de ondernemer Doel: • •
Aanvullende informatie: • het grondwater bevindt zich op een diepte van meer dan 5 meter beneden maaiveld. Daarom is de kwaliteit van het grondwater niet onderzocht
Verkennend bodemonderzoek Spreeuwenstraat 11 Nijmegen Bodemstaete b.v. Documentnummer gemeente Nijmegen 2309
vastleggen van de huidige milieukundige situatie toetsen van de geschiktheid voor toekomstige bestemmingen
18 september 2000
Voormalige en huidige activiteiten: • het terrein is gedeeltelijk bebouwd met een bedrijfspand. Vroeger was dit een fabriek, sinds de jaren 80 is het in gebruik als showroom voor de verkoop van bedden en dergelijke. Op het terrein staan ook nog wat kleinere opstallen en containers • voor zover bekend is niet eerder een bodemonderzoek uitgevoerd • er zijn verschillende bedrijfsactiviteiten op dit perceel uitgevoerd, waaronder leerbewerkende industrie en een timmerwerkplaats • er was één ondergrondse tank op het terrein maar die is recent door een KIWA erkend bedrijf verwijderd Resultaten: • tijdens de terreininspectie zijn visueel geen bijzonderheden vastgesteld. De toplaag is verhard met verschillende lagen beton • onder het beton zijn puin(bijmengingen) waargenomen tot een diepte van ongeveer 0,7 meter beneden maaiveld • de bovengrond is licht verontreinigd cadmium, chroom, koper, nikkel, lood,
Bijzonderheden: • de maximale boordiepte bedraagt 2,0 meter beneden maaiveld. Er is niet geverifieerd of het grondwater zich bevindt op een diepte van minder dan 5,0 meter beneden maaiveld • de situering van de voormalige bedrijfsactiviteiten en/of voormalige tank is niet beschreven en/of op kaart aangegeven • bij de onderzoeksopzet is geen rekening gehouden met de voormalige bedrijfsactiviteiten en/of de voormalige tank •
•
zink en PAK in de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen
Conclusies Bodemstaete b.v. (2000): • op licht verontreinigde grond mag doorgaans gebouwd worden. De afvoer van licht verontreinigde grond is aan regels gebonden. Hergebruik op het eigen terrein is wel toegestaan • als het terrein een andere bestemming zou krijgen, zal nog wel enig nader onderzoek nodig zijn. Bij een bestemmingswijziging wordt doorgaans nog een aantal monsters genomen specifiek gericht op het toekomstig (bouw)plan
2.11: Tweede Oude Heselaan 123
Opdrachtgever: • Siezenis Motoren BV
Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Siezenis Motoren BV Perceel Tweede Oude Heselaan 123 Nijmegen Certichem Laboratory BV (projectnummer 03-2311b) Documentnummer gemeente Nijmegen 2821
Aanleiding: • aanvraag bouwvergunning voor uitbreiding van het pand met een showroom • resultaten van verkennend onderzoek. Naar aanleiding van overleg met de gemeente Nijmegen is aanvullend onderzoek uitgevoerd, bestaande uit onderzoek naar het grondwater en nader onderzoek naar de loodverontreiniging Doel: • augustus 2003
•
door middel van het nemen van een aantal steekproeven nagaan of in de bodem componenten aanwezig zijn in zodanige concentraties dat sprake is van een bodemverontreiniging vaststellen of een bedreiging van de volksgezondheid kan optreden
Aanvullende informatie: • in januari 2000 is door de Grontmij een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (projectnummer 1297101). Het onderzoek was gericht op de bodembedreigende activiteiten en is zodanig opgezet dat het bruikbaar is als inventariserend onderzoek voor de BSB en als nulsituatie in het kader van de Wet Milieubeheer. Gesteld is dat er voor de deellocaties olie-afscheider en overige terreingedeelte vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het toekomstig gebruik. Voor de deellocatie magazijn gebruikte onderdelen is geadviseerd een nader onderzoek uit te laten voeren omdat van PAK de interventiewaarden en van koper en lood de tussenwaarden zijn overschreden Voormalige/huidige activiteiten:
• • • •
(vroegere) bedrijfsactiviteiten: vanaf 1936: ijsfabriek, 1932-1940: metaalconstructiebedrijf, 1939-1956: koperslager, vanaf 1977: Siezenis Motoren BV reparatiebedrijf voor auto’s, motorfietsen en rijwielen huidige bedrijfsactiviteiten: verkoop, reparatie en onderhoud van brommers en motoren het te onderzoeken terreindeel is volledig bestraat. Ter plaatse bevindt zich een afsluitbare, in goede staat verkerende accubox volgens informatie van de opdrachtgever hebben zich in het verleden geen calamiteiten voorgedaan en zijn er geen ondergrondse tanks aanwezig
Resultaten: • plaatselijk is puin waargenomen op diepten tussen 0,3 en 0,9 meter beneden maaiveld • het mengmonster van de bovengrond is matig verontreinigd met lood en licht verontreinigd met cadmium, koper, kwik, zink en PAK. Het mengmonster van de ondergrond is licht verontreinigd met koper, kwik, lood, zink en PAK. Verder bevat het mengmonster van de ondergrond een licht verhoogd gehalte aan EOX. De afzonderlijke monsters van de boven- en ondergrond zijn matig verontreinigd met lood. De achtergrondwaarden van lood worden niet overschreden • in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen Conclusies Certichem Laboratory BV (2003): • de vrijgekomen grond is niet geschikt voor multifunctioneel hergebruik en het is aan te bevelen voor vrijkomende grond een geschikte locatie te zoeken • er is sprake van een aantasting van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie • de resultaten van het onderzoek vormen geen reden om een bouwvergunning niet te verlenen Opdrachtgever: • Siezenis Motoren BV
Verkennend bodemonderzoek Locatie Tweede Oude Heselaan 123 in de gemeente Nijmegen Grontmij (projectnummer 1297101, documentnummer GLD5510) Documentnummer gemeente Nijmegen 2761
13 januari 2000
Aanleiding: • verplichting om in de nabije toekomst een bodemonderzoek uit te voeren in het kader van de BSB-operatie Doel: • •
verkrijgen van toetsingsgrondslag (nulsituatie bodemkwaliteit) met het oog op mogelijke toekomstige bodemverontreiniging, voortvloeiende uit de Wmplichtige bedrijfsactiviteiten verkrijgen van een globaal beeld van de verontreinigingssituatie op basis waarvan een voorlopige urgentie kan worden vastgesteld ten behoeve van een nader bodemonderzoek, conform de Prioriteiten Rangschikking (PR-3) van de Stichting BSB
Aanvullende informatie: • op basis van beschikbare informatie zijn drie deellocaties voor bodemonderzoek geselecteerd: olie-afscheider, magazijn gebruikte onderdelen, overig terrein Resultaten: • verspreid over de gehele locatie is plaatselijk puin waargenomen tot een maximale diepte van 1,0 meter beneden maaiveld • het grondwater bevond zich op een diepte van circa 3,5 meter beneden maaiveld (6 april 1999) • olie-afscheider: de zintuiglijk verontreinigde bovengrond is licht verontreinigd met PAK en minerale olie. In de zintuiglijk schone ondergrond en in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen • magazijn gebruikte onderdelen: de zintuiglijk verontreinigde bovengrond is licht verontreinigd met koper, kwik, lood, zink, PAK en minerale olie; de achtergrondwaarde voor nikkel wordt overschreden. De zintuiglijk verontreinigde ondergrond is sterk verontreinigd met PAK, matig verontreinigd met koper en lood en licht verontreinigd met kwik, nikkel, zink en minerale olie; de achtergrondwaarden van kwik, nikkel en PAK worden overschreden • overig terrein: de zintuiglijk verontreinigde bovengrond is licht verontreinigd met koper, kwik, nikkel, lood, PAK en minerale olie. De zintuiglijk schone ondergrond is licht verontreinigd met koper, PAK en minerale olie. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan zink en tolueen aangetroffen Conclusies Grontmij (2000): • voor de deellocaties olie-afscheider en overige terrein hoeven vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen beperkingen te worden gesteld aan het (toekomstig) gebruik. Indien grond van de deellocaties verwijderd moet worden (als gevolg van een overschot op de grondbalans) dient de licht verontreinigde grond op een milieuhygiënische verantwoorde wijze verwerkt te worden • voor de deellocatie magazijn gebruikte onderdelen wordt aanbevolen neen nader onderzoek te verrichten. Doel van het nader onderzoek is het bepalen van ernst en omvang van de aangetroffen verontreinigingen
2.12: Tweede Oude Heselaan 165
Appendix Evaluatierapport Aanvullende grondwatersanering voormalig tankstation Tweede Oude Heselaan 165 te Nijmegen
29 juni 2004
Opdrachtgever: • Bodemsaneringsfonds SUBAT Doel:
Bijzonderheden: • het evaluatierapport van de grond- en grondwater sanering is niet beschikbaar op website gemeente
•
Udm adviesbureau b.v. (UDM projectnummer 89000409, SUBAT projectnummer 1836, SUBAT ordernummer 13658.1)
plaatsen derde deepwell om verbetering van reeds behaalde saneringsresultaat te bewerkstelligen
Aanvullende informatie: • dit rapport is een aanvulling op het evaluatierapport van 11 november 1999 waarin de uitvoering van de grond- en grondwatersanering worden beschreven. In dit rapport wordt alleen ingegaan op de uitvoering van de aanvullende grondwatersanering in de periode van 4 september 2001 tot en met 4 september 2003 • bij de grondsanering zijn plaatselijk verhoogde gehalten aan minerale olie en met name vluchtige aromaten in de grond achtergebleven (niet te ontgraven verontreinigingen). Geprobeerd is de verontreiniging door middel van doorspoelen verder te saneren. Na afloop van de grondwatersanering is nog een restverontreiniging in grond en grondwater aanwezig
Documentnummer gemeente Nijmegen 3126
Resultaten: • plaats restverontreiniging en belemmering toegankelijkheid: de restverontreiniging bevindt zich naast en onder de nog aanwezige ondergrondse tanks ten noorden van de werkplaats. Vanwege deze obstakels en de aanwezigheid van kabels en leidingen is hier niet verder ontgraven. Ook aan de overzijde van de Tweede Oude Heselaan is een restverontreiniging in het grondwater aanwezig • aard, mate en omvang restverontreiniging: de restverontreiniging (voornamelijk in het grondwater) heeft een volume van circa 420 m3. Het grondwater in dit bodemvolume is sterk verontreinigd met minerale olie en matig tot sterk verontreinigd met vluchtige aromaten. Door controle van het grondwater uit omliggende peilbuizen is de verontreiniging voldoende ingekaderd • beoordeling risico’s blootstelling en verspreiding: de restverontreiniging in de grond bevindt zich deels onder en direct voor de bebouwing en dieper dan 4,0 meter beneden maaiveld. Daarom is van directe blootstelling geen sprake. Uit bemonstering van de peilbuizen blijkt dat geen verspreiding is opgetreden • getroffen voorzieningen: de bestaande monitoringspeilbuizen en deepwells blijven gehandhaafd • omschrijving vervolgfase: omdat het huidig gebruik geen beperkingen ondervindt, zijn vooralsnog geen aanvullende saneringsmaatregelen noodzakelijk. Indien in de toekomst de belemmering is opgeheven, zal alsnog moeten worden bepaald of aanvullende maatregelen nodig zijn op basis van de verontreinigingssituatie op het moment in relatie tot herinrichtingsplannen • Saneringsplan locatie Tweede Oude Heselaan 165 te Nijmegen
16 november 1994
Opdrachtgever: • Bodemsaneringsfonds SUBAT
•
•
het is niet bekend of momenteel nog saneringsmaatregelen worden uitgevoerd de huidige verontreinigingssituatie is niet bekend
HASKONING (bureaucode C0382, SUBAT projectcode 1836)
Doel: •
Documentnummer gemeente Nijmegen 925
•
saneren overeenkomstig de saneringsparagraaf in de Wet bodembescherming en de Leidraad Bodembescherming sanering zodanig uitvoeren dat daardoor de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft, worden behouden of hersteld, tenzij vanwege bijzondere kenmerken van het betrokken geval (locatiespecifieke omstandigheden) kan worden volstaan met maatregelen die leiden tot het isoleren en beheersen van de verontreiniging, alsmede tot het controleren van de effecten van het isoleren en beheersen (IBCsanering). Er wordt naar gestreefd de streefwaarden voor minerale olie en vluchtige aromaten als terugsaneerwaarden te bereiken. In geval van een grondsanering worden de ontgravingsgrenzen enerzijds bepaald door de streefwaarden en anderzijds door technische randvoorwaarden. In geval van een grondwatersanering wordt het resultaat gemeten in het grondwater in peilbuizen
Saneringsmethode: • verontreinigde grond ontgraven, afvoeren en verwerken • verontreinigd grondwater oppompen, zuiveren en lozen Opdrachtgever: • Stichting Uitvoering Bodemsanering Amovering Tankstations (SUBAT) Aanleiding: • opheffing van het tankstation Doel: •
Milieukundig bodemonderzoek locatie Tweede Oude Heselaan 165 te Nijmegen HASKONING (rapportnummer 11394.C0382.A0/R002/JVDW/SEP, SUBAT projectcode 1836) Documentnummer gemeente Nijmegen 924
23 september 1994
bepalen van de verontreinigingssituatie die ontstaan is als gevolg van de verkoop van motorbrandstoffen op de locatie
Aanvullende informatie: • in juli en december 1992 heeft Amitec BV respectievelijk een indicatief en een oriënterend bodemonderzoek op de onderzoekslocatie uitgevoerd (rapporten respectievelijk van 25 september 1992 en januari 1993). De resultaten van deze onderzoeken zijn verwerkt in de onderhavige rapportage • de tank met afgewerkte olie behoort niet tot het verkooppunt van brandstoffen en is daarom slechts beperkt betrokken in het onderhavig onderzoek. Voormalige/huidige activiteiten: • op de locatie is een tankstation gevestigd. Er zijn zes tanks aanwezig: normaal benzine (6.000 liter; geïnstalleerd in 1958, thans leeg), mengsmering (6.000 liter; geïnstalleerd in 1958, thans leeg), superbenzine (10.000 liter), diesel (6.000 diesel), euro loodvrije benzine (6.000 liter), afgewerkte olie (3.000 liter)
•
•
de bebouwing bestaat uit een garagebedrijf (autobandenservice) met werkplaats (bandenreparatie) en stalling (opslag banden). In de werkplaats bevindt zich een smeerput. De werkplaats is voorzien van een betonvloer (10 cm dik) met daarop een vloeistofdichte PVC-tegelvloer. In de stalling ligt een betonvloer (10 cm dik). Het buitenterrein is verhard met tegels 1920: oprichting van kleinschalige kolenhandel; 1930: activiteiten kolenhandel gestaakt; 1940: oprichting van tankstation; 1940-1984: plaatsen, verwijderen, buiten gebruik stellen en/of legen van verschillende tanks; 1994: verwijderen van afleverzuilen
Resultaten: • tijdens een locatiebezoek zijn geen bijzonderheden waargenomen • het grondwater bevindt zich op diepten tussen 3,2 meter beneden maaiveld (april 19940) en 3,7 meter beneden maaiveld (juli 1994) • plaatselijk is puin waargenomen tot een maximale diepte van 1,4 meter beneden maaiveld • de gemeten pH- en EC-waarden liggen binnen de spreiding van de normaal in de regio voorkomende waarden • ter plaatse van het pompeiland is de grond sterk verontreinigd met minerale olie en vluchtige aromaten en licht verontreinigd met koper, lood en PAK • ter plaatse van de werkplaats/stalling is de bovengrond sterk verontreinigd met PAK, matig verontreinigd met minerale olie en licht verontreinigd met lood en zink • ter plaatse van de voormalige benzinetank en het pompeiland voor superbenzine en diesel is het grondwater sterk verontreinigd met minerale olie en vluchtige aromaten • ter plaatse van de huidige brandstoftanks is het grondwater licht verontreinigd met vluchtige aromaten • Conclusies HASKONING (1994): • verontreiniging met minerale olie ter plaatse werkplaats/stalling: op basis van de aard (zware olie) en diepte (oppervlakkig) is gesteld dat deze verontreiniging niet is te relateren aan de verkoop van motorbrandstoffen. De gemeten gehalten (met name lood) zijn niet ongebruikelijk voor een stedelijk gebied. Mogelijk houden de gehalten ook verband met de voormalige kolenhandel • verontreinigingen met minerale olie en vluchtige aromaten ter plaatse van tankstation: op basis van de mate van de aangetroffen verontreinigingen en de boor- en monsternamedichtheid is geconcludeerd dat op verantwoorde wijze is vastgesteld dat sprake is van een saneringsnoodzaak
2.13: Tweede Oude Heselaan 179
Opdrachtgever: • familie De Groot-Land Aanleiding: • aanvraag bouwvergunning in verband met voorgenomen bestemmingswijziging. De huidige bestemming zal worden gewijzigd in woondoeleinden Doel: •
Aanvullende informatie: • het huidig gebruik van de locatie bestaat uit tuin. In de directe omgeving staan voornamelijk woningen • volgens informatie van de gemeente Nijmegen zijn geen ondergrondse opslagtanks aanwezig. Voor zover bekend zijn er geen bedrijfsactiviteiten of andere bodembedreigende activiteiten op het perceel uitgeoefend • het onderzoek beperkt zich tot het te bebouwen terreindeel
Verkennend bodemonderzoek Tweede Oude Heselaan 179 Nijmegen EnviroPlan (projectnummer P7710) Documentnummer gemeente Nijmegen niet bekend
vaststellen of bodemverontreiniging aanwezig is. In het kader van de bestemmingswijziging is het doel vast te stellen of de bodem van het terrein in milieuhygiënisch opzicht geschikt is voor het voorgenomen gebruik
29 mei 1997
Resultaten: • zintuiglijk zijn geen bijzonderheden waargenomen die kunnen duiden op bodemverontreiniging • tot een diepte van 5 meter beneden maaiveld is geen grondwater aangetroffen • het mengmonster van de bovengrond is matig verontreinigd met lood en licht verontreinigd met koper, kwik, zink en PAK. Verder is een licht verhoogd gehalte aan EOX aangetroffen. De afzonderlijke monsters van de bovengrond zijn niet tot sterk verontreinigd met lood • In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen Conclusies (Enviroplan, 1997): • de bovengrond van de gehele onderzoekslocatie is matig verontreinigd met lood. Plaatselijk is de bovengrond sterk verontreinigd met lood • er zijn geen aanwijzingen voor een locatiespecifieke bodemverontreiniging. Er is sprake van een diffuse, waarschijnlijk historische verontreiniging. De gemeten gehalten vallen binnen de spreiding van gehalten zoals die in de bebouwde kom van Nijmegen zijn gemeten • aanvullend onderzoek aan de verontreiniging wordt niet noodzakelijk geacht • onderzoek op de overige niet onderzochte terreindelen wordt niet noodzakelijk geacht omdat die eenzelfde verontreinigingsbeeld (diffuse verontreiniging) zullen laten zien • de resultaten van het verkennend bodemonderzoek vormen in zekere zin een beletsel voor het realiseren van woningbouw. Echter bij
>>> achtergrondwaarden niet toegelicht >>> niet duidelijk welke terreindelen wel/niet zijn onderzocht
•
grondwerkzaamheden in het kader van de bouw, waarbij een gedeelte van de bebouwing zal worden onderkelder, wordt de verontreinigde grond vrijwel volledig afgegraven. Hierdoor zal in de feitelijke situatie geen sprake zijn van bouwen op verontreinigde grond waardoor onder voorschriften een bouwvergunning verleend zal kunnen worden milieuhygiënisch gezien zijn er geen bezwaren tegen hergebruik van de vrijkomende grond binnen de perceelsgrenzen. Eventueel overtollige grond dient te worden afgevoerd naar een hergebruikslocatie
TABEL 3
Overzicht particuliere tanks (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Tabel 3: Particuliere tanks (bron: Milieu@atlas Nijmegen) (NB niet uitputtend)
Adres
Datum
Tankgegevens
25 juni 1998
Datum melding: • 4 juni 1998
3.1: Fresiastraat 003 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 010917, certificaatnummer BO 3526)
Datum tanksanering: • 25 juni 1998 Gegevens tank: • ondergrondse tank Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 5.000 liter Opmerkingen: • bodemonderzoek organoleptisch. Tank was gevuld met verontreinigd zand, is leeggezogen Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Uitvoering tanksanering: • de tank is inwendig gereinigd en daarna gevuld met zand • het leidingwerk is inwendig gereinigd en verwijderd
Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 010536, certificaatnummer BO 4045)
21 april 1998
Datum melding: • 17 april 1998 Datum van tanksanering: • 21 april 1998 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Aangetroffen vulmassa: • zand
Bijzonderheden
Inhoud in liters: • 5.000 Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Uitvoering tanksanering: • de tanks in inwendig gereinigd en daarna gevuld met zand • het leidingwerk is inwendig gereinigd en verwijderd 3.2: Koninginnelaan 44-46 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (certificaatnummer BO 5321)
13 oktober 2003
Datum melding: • 23 september 2003 Datum van tanksanering: • 24 september 2003 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Soort product: • huisbrandolie Inhoud in liters: • 4.000 Ingangscontrole bodem: • rondom de tank is het wettelijk voorgeschreven bodemonderzoek uitgevoerd • een verontreiniging is niet aangetroffen • een recent (maximaal zes maanden oud) bodemonderzoek (bijvoorbeeld overeenkomstig het protocol nulsituatiebodemonderzoek BOOT) betreffende de tanklocatie is beschikbaar (naam onderzoeksbureau: EnviroPlan, datum uitvoering onderzoek: 14 januari 2003, kenmerk onderzoeksrapport P023372/B01) Uitvoering tanksanering: • de tank is inwendig gereinigd, verwijderd en afgevoerd naar een verschrotingsbedrijf • het leidingwerk is inwendig gereinigd en verwijderd
3.3: Marialaan 1-5 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 90120013, certificaatnummer BO 4095)
1 februari 1999
Datum melding: • 20 januari 1999 Datum van tanksanering: • 1 februari 1999 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Soort product: • HBO Aangetroffen vulmassa: • vervuild zand Inhoud in liters: • 3.000 Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Uitvoering tanksanering: • de tank is inwendig gereinigd en daarna gevuld met zand • het leidingwerk is inwendig gereinigd en onklaar gemaakt
Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 81111005, certificaatnummer BO 3915)
8 december 1998
Datum melding: • 11 november 1998 Datum van tanksanering: • 18 november 1998 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Aangetroffen vulmassa: • zand Inhoud in liters: • 3.000 Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is aangetroffen. Het bevoegd gezag is op de hoogte gesteld
Bijzonderheden: • niet duidelijk wat er met het leidingwerk is gebeurd
Uitvoering tanksanering: • de tanks was reeds gevuld met een geaccepteerd vulmiddel. De vulmassa in de tank is zintuiglijk onderzocht. Er is zintuiglijk verontreiniging vastgesteld. In overleg met het bevoegde gezag is besloten nader analyses van de tankinhoud uit te voeren. Deze hebben uitgewezen dat de tankinhoud geen verontreiniging bevat of een geringe verontreiniging bevat. Op basis van de Wet bodembescherming en in overleg met het bevoegde gezag is vastgesteld dat de tank met inhoud in de bodem gehandhaafd kan blijven. De tank was in voldoende mate opgevuld of is aanvullend opgevuld met zand 3.4: Nieuwe Nonnendaalseweg 336 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 009611, certificaatnummer BO 3138)
4 februari 1998
Datum melding: • 16 januari 1998 Datum van tanksanering: • 4 februari 1998 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 6.000 Opmerkingen: • bodemonderzoek organoleptisch Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Uitvoering tanksanering: • de tank is uitwendig gereinigd en daarna gevuld met zand • het leidingwerk is inwendig gereinigd en onklaar gemaakt
3.5: Nieuwe Nonnendaalseweg 370 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 005677, certificaatnummer BO 2364)
11 juni 1996
Datum melding: • 11 juni 1996 Datum van tanksanering: • 11 juni 1996 Gegevens van de tank: • bovengrondse tank Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 1.000 Opmerkingen: • op terrein schoongemaakt Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Ingangscontrole bodem: • de tank is inwendig gereinigd en daarna verwijderd. De tank is naar een door het bevoegd gezag geaccepteerd verschrotingsbewijs afgevoerd
3.6: Oude Nonnendaalseweg 64 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 81130010, certificaatnummer BO 3927)
8 december 1998
Datum melding: • 30 november 1998 Datum van tanksanering: • 8 december 1998 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 6.000 Opmerkingen:
Bijzonderheden: • niet duidelijk wat er met het leidingwerk is gebeurd
•
bodemonderzoek organoleptisch door Chemclean BV op 8 december 1998
Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Uitvoering tanksanering: • de tank is uitwendig gereinigd en daarna gevuld met zand • het leidingwerk is inwendig gereinigd en afgedopt 3.7: Pastoor Zegersstraat 75 Tanksaneringscertificaat
1 juli 1997
Chemclean BV (ordernummer 008001, certificaatnummer BO 2605)
Datum melding: • 23 juni 1997 Datum van tanksanering: • 1 juli 1997 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 5.000 Opmerkingen: • organoleptisch onderzoek heeft plaatsgevonden Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Uitvoering tanksanering: • de tank is inwendig gereinigd
3.8: Spreeuwenstraat 11 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 90128010, certificaatnummer BO 4205)
6 april 1999
Datum melding: • 28 januari 1999 Datum van tanksanering: • 6 april 1999 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank
Bijzonderheden: • niet duidelijk wat er met het leidingwerk is gebeurd
Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 6.000 Opmerkingen: • bodemonderzoek organoleptisch door Chemclean op 6 april 1999 Ingangscontrole bodem: • verontreiniging is niet aangetroffen Uitvoering tanksanering: • de tank is inwendig gereinigd en daarna verwijderd. De tank is naar een door het bevoegde gezag geaccepteerd verschrotingsbedrijf afgevoerd • het leidingwerk is inwendig gereinigd en verwijderd 3.9: Tweede Oude Heselaan 183A Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (ordernummer 009843, certificaatnummer BO 3151)
18 februari 1998
Datum melding: • 5 februari 1998 Datum van tanksanering: • 17 februari 1998 Gegevens van de tank: • ondergrondse tank Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 5.000 Ingangscontrole bodem: • een kleine verontreiniging is aangetroffen. Het bevoegde gezag is op de hoogte gesteld. De verontreinigde grond is afgevoerd • een recente (maximaal ze maanden oud) bodemonderzoek (bijvoorbeeld overeenkomstig NVN 5740) betreffende de tanklocatie is beschikbaar Uitvoering tanksanering: • de tank is inwendig gereinigd en daarna gevuld met zand • het leidingwerk is inwendig gereinigd en onklaar gemaakt
3.10: Tweede Oude Heselaan 207 Tanksaneringscertificaat Chemclean BV (registratienummer K 2427)
19 oktober 1993
Datum melding: • 14 oktober 1993 Datum van tanksanering: • 19 oktober 1993 Saneringswerkzaamheden: • complete sanering Soort product: • HBO Inhoud in liters: • 5.000 Controle van de bodem: • verontreiniging werd niet aangetroffen Wijze van saneren: • inwendig gereinigd • gevuld met zand
Bijzonderheden: • niet duidelijk wat er met leidingwerk is gebeurd
TABEL 4
Overzicht verdachte bodemlocaties (bron: Milieu@tlas Nijmegen)
Vooronderzoek Nachtegaalplein en omgeving Nijmegen Definitief rapport
9T8048.E0/R001/IS/SVLI/Nijm 23 februari 2009
Tabel 4: Verdachte bodemlocaties (bron: Milieu@tlas Nijmegen) (NB niet uitputtend)
Adres 4.1: Koninginnelaan 1 HW HW WM 4.2: Koninginnelaan 42 KVK KVK 4.3: Koninginnelaan 44-52 HW HW HW HW HW HW HW HW KVK KVK HW WM WM 4.4: Koninginnelaan 56 HW HW 4.5: Koninginnelaan 63 HW HW 4.6: Koninginnelaan 73-75 HW HW HW HW 4.7: Koninginnelaan 80-82 HW HW WM 4.8: Koninginnelaan 95 HW HW
Datum
Vroegere activiteiten
1971 1955 niet bekend
Schietbaan (politie) (*) Schietbaan (politie) (*) Onverdachte activiteit (*)
1948 1922
Brandstoffenhandel (vloeibaar) Brandstoffenhandel (vloeibaar)
1977 1977 1971 1971 1971 1971 1971 1971 1951 1943 1931 Niet bekend Niet bekend
Autoreparatiebedrijf autoplaatwerkerij Machinefabriek voor bouwnijverheid Metaalconstructiebedrijf Machinefabriek voor de ijzer- en staalindustrie Loodgieters-, fitters- en sanitairinstallatiebedrijf Lasinrichting Benzinepompinstallatie Chemische wasserij/stomerij Brandstoffengroothandel (vloeibaar) Sigarenfabriek Pizzeria Onverdachte activiteit Supermarkt Onverdachte activiteit
1925 1906
Tabakverwerkende industrie (*) Smederij (*)
1899 1899
Kuiperij (*) Vleesrokerij (*)
1932 1927 1920 1906
Onverdachte activiteit (*) Onverdachte activiteit (*) Houtbe- en verwerkende industrie (*) Timmerwerkplaats (*)
1978 1925 Niet bekend
Onverdachte activiteit (*) Vleesrokerij (*) Onverdachte activiteit (*)
1951
Was- en strijkinrichting
1951
Wasserij (natwasserij)
Bijzonderheden
Adres Datum 4.9: Koninginnelaan 103-105 HW 1948 WM niet bekend 4.10: Koninginnelaan 117 HW 1976 HW 1967 HW 1967 HW 1948 WM niet bekend 4.11: Koninginnelaan 215 HW 1921 HW 1921 HW 1921 Kwikstaarthof HBB3 1930 4.12: Nieuwe Nonnendaalseweg 98 HW 1951 BSB Niet bekend WM Niet bekend 4.13: Nieuwe Nonnendaalseweg 336 HW 1965 HW 1960 HW HW 1955 HW KVK 1921 TA niet bekend 4.14: Oude Nonnendaalseweg 19-25 HW 1977 HW 1921 HW 1909 4.15: Oude Nonnendaalseweg 60-66 KVK 1949 HW 1947 HW 1930 HW 1930 HW 1930 HW 1929 HW 1929 HW 1929 HW 1927 HW 1927 HW 1926
Vroegere activiteiten Vleesrokerij (*) Broodbakkerij (*) Onverdachte activiteit (*) Vleesdrogerij en -zouterij (*) Vleesrokerij (*) Onverdachte activiteit (*) Onverdachte activiteit (*) Lood- en zinkwerkerij (*) Blikwarenfabriek (*) Koperwarenfabriek (*) Fruitkwekerij (**) Timmerwerkplaats (*) Hobbywerkplaats (*) Hobbywerkplaats (*) Lichtpetroleumpompinstallatie Lichtpetroleumpompinstallatie Petroleum of kerosinetank (ondergronds) Lichtpetroleumpompinstallatie Petroleum of kerosinetank (ondergronds) Brandstoffendetailhandel (vloeibaar) Brandstoftank (ondergronds) Meelindustrie (*) Onverdachte activiteit (*) Onverdachte activiteit (*) Brandstoffengroothandel (vloeibaar) Benzinepompinstallatie Verfmolen Verf- en kleurstoffenindustrie Onverdachte activiteit Verfmolen Verf- en kleurstoffenindustrie Onverdachte activiteit Koperslagerij Blikslagerij Koperslagerij
Bijzonderheden
Adres HW HW TA WM BSB 4.16: Oude Nonnendaalseweg 194 HW
Datum 1926 1914 Niet bekend Niet bekend Niet bekend
Vroegere activiteiten Blikslagerij Onverdachte activiteit Brandstoftank (ondergronds) Transportbedrijf Onbekende activiteit
1933
Brandstoffengroothandel (vloeibaar) Voldoende onderzocht en/of gesaneerd en geen vervolgactie
4.17: Oude Nonnendaalseweg 210(A) HW 1954 4.18: Pastoor Zegersstraat 77 HB3 1930 4.19: Spreeuwenstraat 11 HW 1970 HW 1970 HW 1966 HW 1966 HW 1964 HW 1964 HW 1928 HW 1920 HW 1917 HW 1913 HW 1911 TA Niet bekend WM Niet bekend 4.20: Tweede Oude Heselaan 123 HW 1978 HW 1978 HW 1977 HW 1977 HW 1977 HW 1936 HW 1935 WM Niet bekend BSB Niet bekend 4.21: Tweede Oude Heselaan 165 HW 1964 HW 1964 HW 1961 HW 1961 HW 1961 HW 1958
Timmerwerkplaats (*) Fruitkwekerij (**) Onverdachte activiteit Oudpapiergroothandel Onverdachte activiteit Oudpapiergroothandel Benzinepompinstallatie Benzinetank (ondergrondse) Schoenenfabriek Houtbe- en verwerkende industrie Houtbe- en verwerkende industrie Timmerwerkplaats Timmerwerkplaats Brandstoftank (ondergronds) Onverdachte activiteit Voedings- en genotmiddeleninndustrie Onverdachte activiteit Rijwielreparatiebedrijf Motorfietsenreparatiebedrijf Autoreparatiebedrijf Consumptie-ijsfabriek Onverdachte activiteit Onverdachte activiteit Onverdachte activiteit Dieseltank (ondergronds) Benzineservicestation Dieseltank (ondergronds) benzineservicestation Benzinepompinstallatie Benzinetank (ondergronds)
Bijzonderheden
Adres HW HW HW
Datum 1953 1953 1948
Vroegere activiteiten Autoreparatiebedrijf Onverdachte activiteit Benzinepompinstallatie
HW
1948
Kolenopslagplaats
HW
1946
Benzinepompinstallatie
HW 1946 WM Niet bekend BSB Niet bekend 4.22: Tweede Oude Heselaan 183(A) HW 1980 Van Schevickhavenstraat 1-5 HW HW HW HW HW HW HW WM HW: WM: TA: BSB: KVK: HBB3:
1978 1972 1972 1972 1967 1937 1908 niet bekend
Bijzonderheden
Benzinetank (ondergronds) Autoplaatwerkerij annex spuiterij Onverdachte activiteit Timmerwerkplaats (*) Technische school (*) Onverdachte activiteit Dieseltank (ondergronds) stookolietank (ondergronds) Onverdachte activiteit Onverdachte activiteit Onverdachte activiteit Onverdachte activiteit Onverdachte activiteit
Hinderwet Wet milieubeheer Tankarchief Stichting Bodemsanering Bedrijfsterreinen Kamer van Koophandel Historisch bodembestand
(*): Op deze locatie hebben in het verleden activiteiten plaatsgevonden die mogelijk bodemverontreiniging hebben veroorzaakt. De kans op een ernstige verontreiniging wordt echter niet groot geacht. In het kader van het landelijk beleid voor de aanpak van bodemverontreiniging (Landsdekkend Beeld) hoeft naar deze locatie dan ook geen (historisch of bodem-) onderzoek te worden uitgevoerd. In het geval van bouwplannen of voorgenomen grondtransacties kan een (beperkt) onderzoek naar de voormalige activiteiten wenselijk zijn. De beslissing of dit onderzoek moet worden uitgevoerd is aan de daarbij betrokken partijen (**): Op deze locatie is een boomgaard aanwezig (geweest). De informatie is ontleend aan de topografische kaart en luchtfoto’s van verschillende jaargangen. In de Waalsprong waren vroeger veel boomgaarden aanwezig. Uit bodemonderzoeken die in de Waalsprong zijn uitgevoerd blijkt dat de grond over het algemeen licht verontreinigd is met bestrijdingsmiddelen. Een kwaliteit die geen probleem voor de volksgezondheid vormt. Op een topografische kaart is een boomgaard vaak als stippen weergegeven. In de Milieu@tlas Nijmegen is een topografische kaart van 1930 opgenomen.