Nieuwskrant INHOUD
(Nieuwskrant nr 12 – december 2015)
Dipecount: Inleiding Nieuw in 2016 : een kort overzicht Betaalbaar schenken in Vlaanderen? Dat kan voortaan! Het bankgeheim? Reken er maar niet op Welke info krijgt de fiscus van banken en verzekeringen? Vrijstelling doorstorting BV starters : formaliteiten vastgelegd Wie betaalt nu het best de elektriciteit? Verplichte inschrijving van een bromfiets Schijnzelfstandigheid … Hoe wordt deze vandaag aangepakt? Belgisch gezin geeft 36.000 euro per jaar uit In welke landen is de belastingsdruk het hoogst? Vlaamse woonbonus niet langer voor de enige woning Renovatieleningen Waar halen we onze energie? Aftrekbare btw op gemengde roerende goederen BTW op eten en drinken aftrekbaar! De bedrijfsvoorheffing en de boetes bij niet aangifte en betaling Een privéaankoop via de zaak, een probleem? Geviseerd wanneer u studentenkoten verhuurd? Bureau thuis verhuren, eerst zetel verplaatsten? VAPZ & IPT Premie voor nachtarbeid PC 118.03 Weekendpremie PC 118.03 Jaarlijkse premie betaalbaar in juni – PC 200.00 Flexi-jobs in de horeca vanaf 1/12/2015 Starters vrijgesteld van doorstorting bedrijfsvoorheffing (BV) Het is definitief : de pensioenleeftijd wordt opgetrokken naar 67! Pensioen Pensioenspaarder gemiddeld 834 euro rijker in 2015 Helft 50-plussers denkt niet of te laat na over zijn pensioen Extra maand gewaarborgd loon bij ziekte : Asielzoekers en arbeidsmarkt – Quid?
-1-
2-3 4-6 6-7 7-10 10 10-11 11 11-12 12-13 13-14 14-15 15-16 16 16 17 17 17-18 18-19 19-20 20 21 21 21 21-22 22-23 23 23-24 24 24-25 26 27 27
Nieuwskrant DIPECOUNT blijft u informeren ! Net voor het eindejaar houden wij er aan u alvast nog even te informeren ! Een record aantal artikels hebben we voor u klaargestoomd. Fiscale , sociale, economische en algemene informatie, laat het allemaal tot u komen. Waarom onze nieuwsbrief ? Omdat we enerzijds onze klanten willen bedanken voor hun vertrouwen in ons kantoor en anderzijds omdat zovele contacten ons steeds opnieuw bedanken voor deze informatie. Mijn persoonlijke bevindingen vindt u in onderstaande aansluitende tekst… voor velen een inhoud met waarheden, voor anderen een moeilijke te slikken standpunt? Een allerbeste gezondheid, een optimaal goed gevoel ! Wat moet er veranderen ? Neen, dit is geen verzuurde mening die ik wil uiten, maar wel een aanzet om eindelijk nog verder te gaan in de noodzakelijke gezondmaking van onze overheidsfinanciën. Vele beloftes van de overheid met hun taks-shift, maar werkelijk resultaat zal slechts druppelsgewijs in de volgende jaren tevoorschijn komen…. Of zelf dat niet want intussen creëert men nieuwe hogere belastingen zoals de dieselwagens die opnieuw worden aangepakt, verhoging van de energiekost, de frisdranktaks,…. Het kan allemaal zoveel eenvoudiger, maar dat vraagt politieke moed en die is er nog steeds niet. Postjes pakken en de kiezer trachten te behouden naar de volgende verkiezing toe blijkt nog altijd de belangrijkste betrachting te zijn. Een vereenvoudiging van de belastingtarieven (lees : belangrijke verlaging) en een belangrijke verlaging van de lasten op arbeid (RSZ bijdragen): dit blijft ver weg ! Een eerlijke verdeling van belastingen tussen de grote ondernemingen en de KMO. Het moet voorbij zijn dat de KMO moet opdraaien voor beslissingen genomen voor die grote ondernemingen. Grote ondernemingen betalen (bijna) geen belasting, mogen hun winsten dankzij de overheidsmaatregelen belastingvrij maken, maar hebben blijkbaar hiertegenover geen enkele verplichting naar tewerkstelling toe. Onlangs opnieuw een onderneming die aangeeft om werknemers te ontslaan en kantoren te gaan sluiten, of een andere onderneming die meldt dat ze naar andere buurtlanden gaan transfereren… de bestaande fiscale voordelen dankzij hun Belgische zetel zullen ze wel behouden… Wat dacht u van : Notionele intresten nog enkel voor bedrijven die MEERTEWERKSTELLING aanbieden ! Waar hebben we ook nood aan ? Een duidelijke weergave van de overheidsinkomsten en uitgaven. Open vizier , open beleid en geen dagdagelijkse veralgemening van gegevens en via vele posten met verborgen uitgaven. Het kan toch niet dat op het einde van een regeringsperiode nog snel even een nieuwbouw van een onroerend goed ten bedrage van 80 mio EUR wordt goedgekeurd zonder enige begrotingsopname. Het kan toch niet dat onze overheid Europese wetgevingen opzij zet, aanpassingen uitstelt en het risico loopt om schadeclaims te moeten betalen. -2-
Nieuwskrant De kleine ondernemer zou persoonlijk aangesproken worden als bestuurder van een vennootschap, maar de politieker glimlacht en boert verder ! Het zal zijn tijd wel duren De Rode neuzenactie… superknap resultaat! Misschien is een Rode wangenactie de volgende stap… politiekers die eindelijk beseffen dat wanbeleid en uitstel van noodzakelijke maatregelen niet meer kan ! En intussen een politiek voeren van vele hoge administratieve boetes aangerekend aan de belastingsplichtige bij elke laattijdigheid van aangifte…. De overheid is duidelijk geen normale burger. België heeft de hoogste lasten op arbeid (PB en loonlast) maar toch blijven we op bepaalde zaken de gulle uitdeler van centen… België het paradijs voor misbruiken… Wanneer neemt iemand eindelijk het initiatief om werkloosheidsuitkeringen in tijd te beperken? Dat zou onze Belgen aanzetten om te gaan werken, waar ze nu eerder aangemoedigd worden om niet te gaan werken ! Geef overheids-(burger-) opdrachten aan de werklozen om zich te integreren in de werkelijkheid van ons dagelijks leven. Bij elke verkiezing heb ik bijv. dezelfde bemerking : waarom worden sommige KMO’s met opening tijdens het weekend uitgenodigd om te zetelen in een kieslokaal? Deze dag is de perfecte dag voor werklozen om hun burgerdienst uit te voeren! Ik merk op dat onze kinderen/studenten een langere wachttijd hebben dan anderen… De taks-shift : ook hier dient men beslissingen te durven nemen… en niet omwille van zijn kiezer halve beslissingen nemen. Een minimum belasting of beperking van de notionele intrest voor grote ondernemingen, geen fiscale trukken meer over eilandengrenzen heen, breng binnen Europa een egalisering van de belastingstarieven. Durf bepaalde inkomsten belasten ! Is het normaal dat privéhuurgelden niet worden belast ? Mijn inziens niet ! Belastbaarheid na verrekening van de evt. gedane en bewezen kosten en na afschaf van de onroerende voorheffing! De Flexi-jobs van de Horeca sinds kort ingevoerd.... Waarom is dit alleen voorzien voor mensen die al werken en nog meer willen werken, waarom is dit alleen voorzien voor de Horecasector? Elke andere zaak, zelfs de mijne, zou dankbaar gebruik willen maken van deze eindelijk normale verloningslasten ! Waarom op deze manier de werklozen ook niet gaan stimuleren om te gaan werken. Administratieve vereenvoudiging… een term en ook slechts een term… aangiftes worden alleen maar moeilijker en uitgebreider, we zijn nog steeds in een land met overreglementering en wie staat nog stil bij de in België bestaande structuren van onze diverse regeringen? Deze structuur en overaanbod aan mandaten is echt toe aan ‘vereenvoudiging’ en sanering ! U ziet het, mijn inziens zijn er nog erg veel initiatieven en moed nodig om te werken aan een gezondmakingsproces ! Ik nodig iedereen uit om er aan mee te werken! Dirk
-3-
Nieuwskrant Nieuw in 2016: een kort overzicht Uitvoering taxshift
De roerende voorheffing stijgt van 25% naar 27% De investeringsaftrek voor eenmanszaken en kmo-vennootschappen stijgt naar 8% Verhoogde investeringsaftrek voor digitale investeringen (Zo komen onder meer de aankoop van een terminal voor elektronisch betalen in aanmerking voor deze aftrek). Kilometerheffing (vanaf 1 april 2016) Vanaf 1 april 2016 wordt de kilometerheffing ingevoerd, een belasting op het gebruik van onze wegen per gereden kilometer, ook voor buitenlandse chauffeurs. Vrachtwagens en elk ander voertuig dat voor de kilometerheffing in aanmerking komt, moet op 1 april 2016 voorzien zijn van een On Board Unit, een toestel dat werkt als een GPS die u aansluit op uw sigarettenaansteker en dat uw aantal gereden kilometers bijhoudt. Meer info over de voorwaarden en de tarieven vindt u hier in het Kennisnet. BTW op bestuursbezoldigingen managementsvennootschappen (vanaf 1 april 2016) Al heel wat jaren is het gebruikelijk dat ondernemers hun activiteiten structureren via onder meer een managementvennootschap. De beroepsactiviteit wordt dan afgezonderd in een aparte werkvennootschap waarvan de managementvennootschap dan de bestuurder is. Eind november 2014 besliste de fiscus dat vanaf 1 januari 2015 managementvennootschappen btw zouden moeten afdragen op de bestuurdersbezoldigingen die ze van de werkvennootschappen ontvangen. Gelet op enerzijds de beperkte tijd die ondernemingen hadden om zich te schikken naar deze nieuwe regeling en anderzijds het opduiken van praktische moeilijkheden en interpretatieproblemen, stelde de fiscus deze maatregel uit tot 1 januari 2016 en beloofde zij een uitvoerige commentaar met verduidelijkingen over deze regeling te publiceren. Intussen heeft de fiscus aangekondigd dat de effectieve inwerkingtreding van de nieuwe regeling – waarbij dus voortaan verplicht btw moet worden afgedragen op bestuurdersvergoedingen die door een vennootschap worden aangerekend – nog één keer wordt uitgesteld tot 1 april 2016. Voor alle duidelijkheid geven we nog even mee dat deze wijziging enkel betrekking heeft op managementvennootschappen die als bestuurder benoemd zijn in een andere vennootschap of een rechtspersoon (vzw) en voor de uitoefening van dit mandaat een vergoeding ontvangen. Managementvennootschappen die geen bestuurder zijn, maar enkel een vergoeding ontvangen voor de geleverde managementdiensten, hebben in principe hierover altijd al btw moeten afdragen. De tolerantie dat geen btw verschuldigd is, geldt dus enkel voor managementvennootschappen in hun hoedanigheid van bestuurder van een andere vennootschap. Voor ondernemers die hun bestuurdersmandaat als natuurlijke persoon uitoefenen verandert er (voorlopig) niets. Verlaagd BTW-tarief renovatiewerken pas voor gebouwen van 10 jaar Wat de werken van verbouwing en renovatie aan oude gebouwen (privéwoningen) betreft, geldt er een verlaagd btw-tarief van 6%. -4-
Nieuwskrant De ouderdomsvereiste wordt evenwel aangepast. Tot nu gold de vereiste in dat de werken in onroerende staat (of ermee gelijkgestelde handelingen) verricht moeten worden aan een gebouw waarvan de eerste ingebruikneming minstens 5 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Deze ouderdomsvereiste wordt vanaf 1 januari 2016 opgetrokken naar 10 jaar Verlaging sociale bijdragen De sociale bijdragen op de 1ste schijf van het inkomen (tot € 55.576,94) van zelfstandigen dalen van 22 naar 21,5%. Lagere sociale lasten op uw personeel
Volledige vrijstelling van werkgeversbijdrage voor de eerste aanwerving vanaf 1 januari 2016 (tot 31/12/2020) Extra verlaging voor de tweede en vijfde aanwerving en uitbreiding bij de zesde aanwerving vanaf 1 januari 2016 Nieuwe tarieven voor externe diensten preventie en bescherming Vanaf 1 januari 2016 komt er een nieuw tariefsysteem voor de kosten van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Er komen vijf tariefgroepen die verschillen al naargelang het aantal personeelsleden. Maaltijd- en ecocheques
De papieren maaltijdcheque houdt op te bestaan en er kan dus vanaf 1 januari ook niet meer mee betaald worden. Maaltijdcheques verhogen tot 8 euro Vanaf 1 januari 2016 treedt de elektronische ecocheque in werking. De papieren ecocheque blijft voorlopig nog bestaan. Flexijobs Horeca Sinds 1 december 2015 kan elke horecazaak gebruik maken flexijobs om tijdelijk bijkomende werknemers aan te nemen. Het statuut biedt zowel voor de werknemers als voor werkgevers enkele mooie voordelen. Maar er zijn ook enkele belangrijke voorwaarden aan verbonden. Werkte uw werknemer drie kwartalen geleden minstens 4/5 bij één of meerdere andere werkgevers en werkt hij in dit kwartaal minder dan 4/5 voor u? Dan kan hij kiezen voor een flexijob. Dan moet u wel de begin –en eindduur van prestaties te registreren via uw kassa of dagdimona. Geen BIC-code meer nodig bij overschrijvingen Vanaf 1 januari 2016 is het niet meer nodig om een BIC-code te vermelden op overschrijvingen. Dit hoefde al niet meer voor binnenlandse betalingen sinds 1 januari 2014, maar nu wordt het dus ook afgeschaft voor buitenlandse betalingen.
-5-
Nieuwskrant Nieuwe tarieven bpost Zoals elk jaar komen er nieuwe tarieven voor de zegels en zendingen van bpost. Bij de aankoop van 10 zegels of meer zal een postzegel voor een genormaliseerde zending binnen België vanaf 1 januari 2016 €0,74 kosten in plaats van €0,72. Per stuk stijgt het tarief in 2016 naar €0,79. Voor genormaliseerde internationale zendingen gaat de prijs van €1,10 naar €1,13 (Europa), en van €1,32 naar €1,35 (de rest van de wereld) als minimum 5 zegels worden aangekocht. Per stuk stijgen de internationale tarieven van respectievelijk €1,20 en €1,42 naar €1,23 en €1,45. Deze nieuwe tarieven zijn van toepassing voor alle zendingen tegen standaardtarief. Bpost zal vanaf 1 januari ook zijn tarieven voor de verzending van grote volumes post onder overeenkomst aanpassen.
Betaalbaar schenken in Vlaanderen? Dat kan voortaan! Sinds 1 juli 2015 kunt u in Vlaanderen fiscaal goedkoop een woning schenken, zeker gelet op de bijkomende verminderingen die achteraf nog mogelijk zijn. Hoe zit dat in elkaar en moet het pand effectief in Vlaanderen liggen of niet? Schenkingstarieven verlaagd Fiscaal goedkoop. Een onroerend goed schenken was tot voor kort in het Vlaams gewest een dure zaak. Echter, sinds 1 juli 2015 zijn die tarieven fors verlaagd (in rechte lijn: 3%, 9%, 18% en 27%). Schenken bv. man en vrouw een woning die van hen samen is met een waarde van € 375.000 aan hun kind, dan kostte dat vroeger € 31.750 aan zgn. schenkbelasting en nu nog ‘maar’ € 15.750. Moet de woning in Vlaanderen liggen? Neen, dat is niet nodig om die nieuwe, lagere schenkbelasting te kunnen krijgen. Anders gezegd: waar ergens in België de woning die u wenst te schenken ligt, doet er niet toe! Die woning hoeft dus niet per se in het Vlaams gewest gelegen te zijn. Moet de schenker in Vlaanderen wonen? Als schenker moet uw zgn. fiscale woonplaats in de laatste vijf jaar vóór de schenking wel het ‘langst’ in Vlaanderen geweest zijn. Anders kunnen de schenkingstarieven van het Vlaams gewest niet toegepast worden. Voor die fiscale woonplaats kijkt de fiscus naar uw (domicilie)adres waar u ingeschreven bent in het bevolkingsregister, maar dat kunt u eventueel weerleggen. U kunt uw fiscale woonplaats bewijzen door bv. gas- en elektriciteitsfacturen, waar u naar de dokter gaat, waar uw kinderen naar school gaan. Het ‘langst’ in Vlaanderen wonen? Dat komt erop neer dat u in die periode van vijf jaar vóór de schenking al minstens tweeënhalf jaar en één dag uw fiscale woonplaats in Vlaanderen had. Woont u bv. op het moment van de schenking twee jaar in Brussel, maar heeft u daarvóór drie jaar in Antwerpen gewoond, dan zijn de tarieven van het Vlaams gewest van toepassing.
-6-
Nieuwskrant LAAT U BEGELEIDEN DOOR EEN SPECIALIST VOOR OPTIMALE SUCCESSIEPLANNING ! (notaris of gespecialiseerd dienstverlener) Een vergelijkende tabel schenking / successie verduidelijkt: BASIS SCHENKING SCHENKING SUCCESSIE SUCCESSIE SUCCESSIE Rechte lijn Andere Rechte lijn Broer / zus andere 0-50000 3% 10% 3% 30% 45% 500003% 10% 9% 30% 45% 75000 750003% 10% 9% 55% 55% 125000 1250003% 10% 9% 65% 65% 150000 1500009% 20% 9% 65% 65% 250000 25000018% 30% 27% 65% 65% 450000 + 27% 40% 27% 65% 65% 450000 Voorbeeld: Schenken bv. man en vrouw een woning die van hen samen is met een waarde van € 375.000 aan hun kind, dan kostte dat vroeger € 31.750 aan zgn. schenkbelasting en nu nog ‘maar’ € 15.750. 375000 = 150000 X 3% = 4500 x 2 37500 X 9% = 3375 x 2 of een totaal van 15750 EUR
Het bankgeheim? Reken er maar niet meer op Vanaf 2017 krijgt de Belgische overheid een volledig zicht op het binnenlandse roerende en onroerende vermogen van belastingplichtigen. En binnen enkele jaren ook op hun buitenlandse vermogens. Er zijn nog mogelijkheden om aan de fiscale transparantie te ontsnappen, maar het wordt almaar moeilijker. Regulariseren lijkt de enige keuze. De tijd van de financiële privacy is definitief voorbij", verwittigt Anton van Zantbeek, advocaat bij Rivus en professor aan de Brusselse Fiscale Hogeschool. "De OESO, de G20, de Europese Unie en de Verenigde Staten strijden voor meer internationale financiële transparantie op verschillende terreinen. Binnen een jaar of twee zitten alle belastingplichtigen met zwart geld met de broek op de enkels." Vermogensregister in de maak "Binnenlandse structuren gaan ook voor de bijl door het onlangs verder uitgebouwde vermogensregister", waarschuwt advocaat Jan Tuerlinckx. De vierde Europese antiwitwasrichtlijn, die dit jaar van kracht werd, verplicht de lidstaten om voor 27 juni 2017 een register aan te leggen, dat de ultimate benificial owners (UBO), de uiteindelijke belanghebbende eigenaars van de ondernemingen oplijst. Elk bedrijf moet een register van alle rechtstreekse en onrechtstreekse aandeelhouders met een minimumparticipatie van 25 procent aanleggen. Ook trusts en fiduciaires met fiscale gevolgen moeten informatie vrijgeven over de begunstigden en alle andere natuurlijke personen die zeggenschap uitoefenen. Het UBO-register staat open voor overheidsinstellingen en alle ondernemingen die informatie moeten vrijgeven door de witwaswetgeving: financiële instellingen, accountants, notarissen en vastgoedmakelaars. De -7-
Nieuwskrant databank is ook toegankelijk voor iedereen met "een rechtmatig belang", om zo mogelijke witwaspraktijken, de financiering van terrorisme of zware misdrijven (corruptie, fraude, belastingontduiking) bloot te leggen. "Zelfs onderzoeksjournalisten", schampert Van Zantbeek. "Dat wordt lachen. Structuren die tot nog toe volledig anoniem zijn, worden nu open en bloot gepubliceerd en openbaren iemands vermogen. Dat zal niet alleen jaloezie opwekken, het is een reëel veiligheidsgevaar. Ook potentiële kidnappers lezen immers Trends en Knack. Dat is niet zo vergezocht. In augustus werd een dochter van een Duitse ondernemer nog gekidnapt omdat hij bekendstond als vermogend." "Vermogende Belgen maken zich zorgen", signaleert Gerd Goyvaerts, partner bij het fiscale advocatenkantoor Tiberghien. "Er zijn andere dan fiscale redenen om hun vermogen af te schermen. Met het UBO-register is een grens overschreden. Nadat banken, notarissen en advocaten werden gebruikt als witwasbuffer, worden nu ook perfect wettelijke structuren ingeschakeld in de zogenoemde strijd tegen witwassen. Amper 0,1 procent van de meldingen in het register heeft misschien illegale vermogens als oorsprong. Misdadigers vinden echt wel andere wegen dan een Belgische notaris of advocaat om geld te witten. Onder de noemer van de strijd tegen het witwassen worden de 99,9 procent legale vermogens onder vuur genomen. En dat de Belgische schatkist er aan het einde van de rit beter van wordt, is dan mooi meegenomen." Tuerlinckx noemt het UBO-register "de missing link in het vermogenskadaster". "Vennootschappen bleven even buiten schot. Nu niet meer." Het onroerend vermogen wordt al geregis-treerd door het kadaster. Hij wijst erop dat sinds begin dit jaar bij de Nationale Bank van België ook het Centraal Aanspreekpunt (CAP) operationeel is. Het is een databank met bankrekeningen, kredietovereenkomsten en contracten voor vermogensbeheer. Het CAP mag die info alleen vrijgegeven in fraudeonderzoeken. Tuerlinckx: "Dat kan snel veranderen. Voorlopig is het register enkel bedoeld in de strijd tegen witwassen. Maar je kan er donder op zeggen dat de fiscus de toelating zal krijgen om een fishing expedition op te zetten in de zoektocht naar fiscale fraude. Zo'n sluipende besluitvorming is niet nieuw. Het vakje voor buitenlandse rekeningen op de belastingbrief was aanvankelijk ook informatief bedoeld. Vandaag is het de bron voor de kaaimantaks." "Wat zichtbaar wordt, wordt tastbaar", vult professor fiscaliteit Michel Maus (VUB, Bloom Advocatenkantoor) aan. "En wat tastbaar is, wordt belastbaar. De kaaimantaks is pas doeltreffend als de fiscus voldoende inzicht heeft in de buitenlandse rekeningen. Het UBOregister en de CAP geven de aanzet voor de opbouw van een binnenlands vermogensregister." Internationale transparantie Tuerlinckx: "De Belgische overheid weet binnen twee jaar alles over het binnenlandse vermogen van de Belgen. Internationaal is er een gelijkaardige transparantietendens, die werd ingezet in 2005." Dat jaar trad de eerste Europese spaarrichtlijn in werking. Die verplichtte de EU-lidstaten informatie te geven over de opbrengsten van rekeningen van fysieke personen. België deed eerst nog een beroep op een uitzonderingsregime. De rekeninghouder betaalde een belasting aan de bron, die de Belgische fiscus dan voor driekwart doorstortte aan zijn land. België ging in 2009 overstag. Het gaf in 2011 aan 26 landen dan toch de informatie over 250.000 bankrekeningen (vooral van Fransen) door. Oostenrijk en Luxemburg hanteerden dit uitzonderingsregime nog een tijdje, maar zullen vanaf 2016 ook de financiële informatie overmaken aan de andere Europese belastingadministraties. Ook Zwitserland werkt nog onder deze uitzondering. Het werd zo een populair oord voor zwarte vermogens. Maar ook die laatste reddingsboei in Europa verdwijnt in 2018, wanneer Zwitserland informatie zal doorgeven aan de Europese lidstaten over de saldo's en de intresten van hun burgers. Vanaf 2016 gebeurt deze financiële informatieuitwisseling trouwens automatisch, zonder dat de lidstaat er uitdrukkelijk om moet vragen. De spaarrichtlijn werd geleidelijk uitgebreid tot andere inkomsten. Vanaf dit jaar flitst de informatie over inkomens, tantièmes, presentiegelden, pensioenen, eigendom van en inkomsten uit onroerend goed, stichtingen, trusts en aanverwante structuren over de Europese landsgrenzen heen en weer. Op 1 januari 2017 wordt de Europese spaarrichtlijn weer uitgebreid tot informatie -8-
Nieuwskrant over producten met kapitaalbescherming, beleggingsfondsen, tak21- en tak23verzekeringsproducten. Van Zantbeek: "Vroeger praatten de fiscale overheden in de Europese Unie niet met elkaar, behalve als er sprake was van zware fraude. Dat is binnenkort definitief passé." Jacht op belastingparadijzen De OESO zette in 1998 een internationale jacht op belastingparadijzen in. De organisatie definieert belastingparadijzen als landen zonder transparantie die een lage belasting heffen voor bepaalde structuren zonder substantiële economische activiteiten. Er was een zwarte lijst van belastingparadijzen. Er werd ook een grijze lijst gepubliceerd, waarop ons land stond. Na een reeks maatregelen die de financiële transparantie bevorderde (bijvoorbeeld via belastingverdragen), verdween België in 2009 van de lijst. Ook vandaag nog sluiten landen als Monaco en Liechtenstein onder internationale druk zogenoemde Tax Information Exchange Agreements. De evolutie kreeg vaart na de G20 van Londen in april 2009, toen met sancties werd gedreigd tegen de landen op de zwarte OESO-lijst. De stemming was radicaal omgeslagen sinds 1998. De regeringsleiders hadden op hun thuisfront te maken met schandalen, zoals de KB Lux-affaire in Nederland, het UBS-zwartgeldcircuit in de Verenigde Staten en de Duitse rekeningen bij de Liechtensteinse LGT Bank. Frankrijk zag grote vermogens met veel tromgeroffel vertrekken naar belastingparadijzen, terwijl de Franse burger de crisis na 2008 verwerkte. In de Verenigde Staten waren er naast financiële argumenten voor meer transparantie ook veiligheidsoverwegingen, omdat terroristische organisaties zich verscholen in belastingparadijzen. Het gelobby van de banken voor het behoud van het bankgeheim was verzwakt na hun bail-out, die de overheden miljarden had gekost. "De argumenten voor de noodzaak van het bankgeheim, zoals privacy en financiële stabiliteit, waren hierdoor volledig achterhaald", aldus Van Zantbeek. Het hek was helemaal van de dam met de Amerikaanse Foreign Account Tax Compliance Act (FACTA) van 2010. De Amerikaanse belastingdienst IRS was het beu dat Europese financiële instellingen schermden met het bankgeheim als hij financiële informatie over Amerikaanse belastingplichtigen vroeg. Sinds 2014 worden ondernemingen die niet meewerken, voor 30 procent belast op alle inkomsten uit de Verenigde Staten. Alle Europese landen, ook Zwitserland en Liechtenstein, gingen uiteindelijk overstag. Internationale fiscale datamining Er komt dus een enorme vloedgolf van financiële informatie op de belastingdiensten af. Om die te stroomlijnen werkte de OESO aan de Common Reporting Standard (CRS). Alle vijftig leden verspreiden vanaf 2017 deze informatie op een gestandaardiseerde wijze. "België heeft zijn vermogenskadaster voor binnenlandse gegevens", voorspelt Tuerlinckx. "Met de CRS-data kan de fiscus bestuderen waar de Belgische belastingplichtigen wereldwijd een verborgen appeltje voor de dorst hebben. Datamining zal de belastingcontroleur in 2020 - zodra een en ander op kruissnelheid loopt - met een druk op de knop toelaten het binnenlandse en buitenlandse roerende en onroerende vermogen van de belastingplichtige in kaart te brengen. Het bankgeheim blijkt een luchtkasteel en het vermogen van de Belgen wordt een glazen huis." "Vluchten kan niet meer", signaleert Anton van Zantbeek. "Het is verontrustend hoeveel zwarte vermogens nog halsstarrig op zoek gaan naar schimmige fiscale sluipwegen (zie kader Belastingparadijzen van de toekomst?). Mijn cliënten weten ondertussen wel beter: regulariseer je zwarte vermogen. Dan slaap je rustiger. Hoe sneller ze dat doen hoe beter, want elke ronde wordt het tarief hoger. Bij de eenmalige bevrijdende aangifte in 2004 was er slechts een boete van 6 tot 9 procent. Dat is in vergelijking met vandaag een cadeau. Wie nu regulariseert, betaalt een minimumboete van 20 procent voor de inkomsten, plus 36 procent voor het zwarte kapitaal" (zie kader Fiscale regularisatie 2016-2021).
-9-
Nieuwskrant "Wat er uiteindelijk gebeurt als alle informatie bekend wordt, laat zich raden", zegt Tuerlinkcx. "De huidige regering zal het niet wagen een vermogenswinstbelasting as such in te voeren. Maar als de socialisten weer in de regering zitten, zullen ze waarschijnlijk niet kunnen weerstaan aan hun natuurlijke drang om dat te doen. De fiscale opbrengsten liggen gewoon voor het grabbelen."
Welke info krijgt de fiscus van banken en verzekeringen? Info van de banken De bank moet de fiscus een overzicht bezorgen van de tegoeden en de schulden van de overledene. Concreet beteken dit dat de bank een overzicht zal geven van alle rekeningen, alsook de effectenrekeningen met de stand de avond voor het overlijden. Vlug geld afhalen de dag van het overlijden zelf, heeft dus geen enkel zin. Ook het bestaan van een bankkluis moet de bank melden. Let wel, dit geldt enkel als de bankkluis op naam staat van de overledene zelf. Als hij een volmacht had op bijvoorbeeld de kluis van de kinderen is dat niet het geval. Bij het openen van die kluis moet de bank als verhuurder aanwezig zijn en moet ze een lijst opmaken van de inhoud ervan. Bijkomende bankonderzoek Als de aangifte verdacht laag is in vergelijking met de levensstandaard van de overledene of van andere informatie waarover de fiscus beschikt, dan kan de fiscus bij de bank inlichtingen vragen over alle verrichtingen tot drie jaar vóór de datum van overlijden. Mits speciale toelating kan hij zelfs verder teruggaan in de tijd, maar dat gebeurt in de praktijk eigenlijk nooit. Hou er rekening mee dat een goede ontvanger van successierechten een overledene tegenwoordig eerst "googled" om na te gaan of deze tegoeden wel overeenkomen met zijn status of levensstijl. Info van verzekeraars Verzekeraars met zetel in België moeten de fiscus inlichten over de inhoud van een verzekeringscontract tegen brand of diefstal en van alle levensverzekeringen. Je moet dan de verzekerde waarden in de aangifte vermelden, maar gebruikte roerende goederen (bijvoorbeeld de inboedel van het huis) waarderen tegen 5 tot 20 procent van de verzekerde waarde wordt meestal aanvaard.
Vrijstelling doorstorting BV starters: formaliteiten vastgelegd Om startende ondernemers te ondersteunen heeft de regering een nieuwe maatregel in het leven geroepen. Ondernemingen die minder dan 4 jaar oud zijn, kunnen genieten van een nieuwe vrijstelling doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor startende ondernemingen (BV vrijstelling starters). Voor KMO ondernemingen bedraagt het percentage van de BV vrijstelling 10%. Microondernemingen krijgen een extra impuls doordat het percentrage voor hen opgetrokken wordt tot 20%. Deze nieuwe vrijstelling is van toepassing op de bezoldigingen die worden betaald of toegekend vanaf 1 augustus 2015. Het besluit dat op 28 augustus 2015 gepubliceerd werd, legt de formaliteiten vast die startende ondernemingen als schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing moeten vervullen in het kader van de toepassing van deze nieuwe vrijstelling. Deze schuldenaars moeten volgende elementen ter beschikking houden van de administratie : een nominatieve lijst met daarin voor elke werknemer de volledige identiteit, het nationaal nummer, het bedrag van de betaalde of toegekende bruto - 10 -
Nieuwskrant belastbare bezoldigingen, het bedrag van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing en een gedetailleerde berekening daarvan. Het bewijs dat ze voldoen aan de voorwaarden om beschouwd te worden als KMO of micro onderneming. Dit besluit is van toepassing op de vanaf 1 augustus 2015 betaalde of toegekende bezoldigingen.
Wie betaalt nu het best de elektriciteit? Als particulier betaalt u weer 21% btw op elektriciteit. Is het dan niet beter om die facturen (opnieuw) te laten betalen door uw vennootschap? Even kijken… Van 6% naar 21% btw. De regering heeft onlangs beslist om de verlaging van het btw-tarief van de vorige regering terug te draaien. Sinds 1 september 2015 betaalt u bijgevolg als particulier geen 6% btw meer op uw elektriciteitsfacturen, maar 21%. Voor uw vennootschap daarentegen verandert er niets. Daarvoor is het tarief immers altijd 21% gebleven. Laten betalen door vennootschap? Betaalt uw vennootschap voortaan (opnieuw) uw privéverbruik aan elektriciteit, dan wordt u belast op een voordeel ‘gratis elektriciteit’ van € 950/jaar (inkomstenjaar 2015). Kosten de belastingen en sociale bijdragen op dit forfaitaire voordeel u minder dan de werkelijke kosten van uw privé verbruikte elektriciteit, dan is het interessanter om uw vennootschap te laten betalen! Uitgaand van een tarief van 60%, sociale bijdragen inclusief, betekent dit dus dat bij een effectief privégebruik van méér dan € 570 het beter is om uw vennootschap te laten betalen. Is uw partner waarmee u samenwoont ook zaakvoerder van uw vennootschap, dan moet u elk slechts de helft van dat voordeel aangeven, en dus niet elk het volledige bedrag (ruling nr. 800.091 van 14.10.2008) . Laten factureren op naam van vennootschap. Dat is wel van belang. Blijven de elektriciteitsfacturen op uw naam staan, maar is het uw vennootschap die ze betaalt, dan wordt u ook wel belast op een privévoordeel, maar niet meer op dat forfaitaire bedrag van € 950. Uw voordeel is dan gelijk aan de werkelijke kosten die uw vennootschap betaalt!
Verplichte inschrijving van een bromfiets Bezit u een bromfiets aangekocht voor 31 maart 2014? Dan bent u sinds 11 december 2015 verplicht de bromfiets in te schrijven bij de DIV en hem uit te rusten met de nummerplaat die bij de inschrijving wordt uitgereikt. Voor deze inschrijving heeft u 1 jaar tijd om dit administratief in orde te brengen ! Wat moet u doen? U hebt uw gelijkvormingsattest ?
NEEN ? vraag een kopij aan bij de invoerder of vraag aan de politie een attest van verlies JA ? Ga naar BPOST met uw gelijkvormingsattest of attest van verlies en u ontvangt daar een aanvraag tot inschrijving
- 11 -
Nieuwskrant Bezorg deze aanvraag tot inschrijving aan uw verzekeringsagent, die kan voor u de inschrijving verrichten. Enkele dagen ontvangt u een nummerplaat en inschrijvingscertificaat via Bpost. Hebt u een bromfiets zonder documenten of met een oldtimerplaat of een bromfiets die dateert van voor 1975? Dan geldt er een speciale procedure : www.mobilit.belgium.be (rubriek ‘wegverkeer’) Kostprijs ? 42 EUR : inschrijving 30 EUR + Bpost pré-inschrijving 12 EUR. Tekst aangeboden door:
Groep Denkens
Dokter Van de Perrelei 97 – 2140 Borgerhout – T. 03 235 50 00 – F. 03 235 13 55 Verzekeringsmakelaar (FSMA 11234 A-cB) courtier d'assurances Recordbank-agentschap Borgerhout
Schijnzelfstandigheid … Hoe wordt deze vandaag aangepakt ? Vanaf het begin moet een onderneming goed nadenken hoe hij zijn samenwerking met een zelfstandige structureert. De huidige arbeidsrelatiewet gaat uit van de volgende principes : 1. het principe van de volgende 4 criteria : De wil van de partijen zoals die in de overeenkomst werd uitgedrukt, en voor zover deze overeenstemt met de concrete uitvoering van de arbeidsrelatie 2. De vrijheid van organisatie van de werktijd, waarbij de vrijheid in het organiseren van de werktijden een maatstaf van onafhankelijkheid is. Organisatorische beperkingen of louter commerciële verplichtingen kunnen een beperking van de vrijheid van organisatie van de werktijd verantwoorden. (afspraken over openingsuren en –dagen zijn dus mogelijk) 3. De vrijheid van organisatie van het werk. Een precieze omschrijving van de te vervullen taken gekoppeld aan het bestaan van onderrichtingen en beslissingen van een hiërarchische meerdere wijst op het bestaan van een band van ondergeschiktheid. 4. De mogelijkheid of niet om een hiërarchische controle uit te voeren. Het feit onderworpen te zijn aan een hiërarchische controle wijst op een arbeidsrelatie met een werknemer. Zorg er dan ook voor dat er geen permanente controle wordt uitgeoefend op het doen en laten van de zelfstandige. In principe moet je aan deze 4 criteria voldoen. De controle RSZ zal dit strenger bekijken dan (latere) uitspraken op de Rechtbanken. Enkele bemerkingen : -
De mogelijkheid tot hiërarchische controle is al voldoende … Sommige beroepen worden geacht in een bepaalde sfeer plaats te vinden (advocaten = zelfstandige; sportbeoefenaars = werknemers…)
De algemene criteria zijn de volgende : * geen financieel / economisch risico voor de uitvoerder * geen verantwoordelijkheid / beslissingsmacht voor de uitvoerder over financiële middelen van de onderneming - 12 -
Nieuwskrant * geen beslissingsmacht voor de uitvoerder over aankoopbeleid van de onderneming * geen beslissingsmacht voor de uitvoerder over het prijsbeleid van de onderneming * geen resultaatsverbintenis ivm overeengekomen arbeid * garantie voor uitvoerder op betaling van vaste vergoeding, ongeacht bedrijfsresultaten of omvang prestaties uitvoerder * zelf geen werkgever zijn van persoonlijk en vrij aangeworven personeel/geen geen mogelijkheid om personeel aan te werven om voor uitvoering van overeengekomen werk * zich niet als onderneming voordoen tav andere personen / gewoonlijk voor één medecontractant werken *werken in ruimtes waarvan men niet eigenaar of huurder is/ werken met materiaal waar voor medecontractant instaat 5/9 of meer van de punten = ja geen zelfstandige Voor enkele ‘gevoelige’ sectoren werden specifieke criteria opgesteld :
Bewakingsagenten Bouw Schoonmaaksector Land- en tuinbouw Wegvervoer en logistiek voor derden Taxidiensten Vervoer met autobussen
Opmerking : Uitspraken van de Rechtbanken en hoven hebben wel duidelijk gemaakt dat sommige voorwaarden toch aanvaardbaar kunnen zijn : zo werden in bepaalde gevallen oa aanvaard : werken voor 1 werkgever, werken met e-mailadres van de opdrachtgever, rijden met een wagen van de werkgever, bepaalde beperkingen opgelegd krijgen inzake de uitvoering van de functie, vaste uurafspraken, vaste vergoedingen per maand …. Advies vragen is de boodschap ! denk er aan dat je ook een ‘sociale ruling’ kan aanvragen voor uw specifiek geval ! Let op : sanctie in geval van herkwalificatie van een schijnzelfstandigheid. De RSZ zal de opdrachtgever contacteren voor betaling van zowel de persoonlijke als de werkgeversbijdragen berekend op de bezoldigingen die de zelfstandige in de laatste 3 jaren heft ontvangen. Bij fraude wordt deze termijn mogelijk verlengt tot 7 jaren. Hou ook rekening met een vermeerdering van de bijdragen met 10% en verwijlintresten van 7% per jaar.
Belgisch gezin geeft 36.000 euro per jaar uit In 2014 bedroegen de gemiddelde uitgaven van huishoudens in België net geen 36.000 euro. Ruim een derde ervan vloeit naar de woning. Meer bepaald: naar de huur (werkelijk betaald voor huurders of geschat voor eigenaars), kosten en energie-uitgaven, onderhoud en herstellingen, meubels, huishoudtoestellen en onderhoudsproducten. Elk jaar spenderen we dus 12.500 euro aan onze woning. Dat komt overeen met een maandelijkse kost van 1.040 euro. De tweede grootste kostenpost wordt vertegenwoordigd door voeding en niet-alcoholische dranken: elke maand happen die samen 392 euro uit ons gezinsbudget. - 13 -
Nieuwskrant 83 procent heeft een auto Maandelijks vloeit 365 euro naar transport. 83 op honderd gezinnen bezitten dan ook een auto. Persoonlijke verzorging en diensten zijn goed voor 323 euro, en cultuur en vrije tijd slokken elke maand 245 euro op. Restaurant- en cafébezoeken worden in het huishoudbudgetonderzoek afzonderlijk bekeken, en vertegenwoordigen maandelijks 195 euro.
© FOD Economie
In welke landen is de belastingsdruk het hoogst ? Laatste rapport Oeso bevestigt pijnlijk record: we betalen hoogste belasting op arbeid ter wereld
© Oeso - 14 -
Nieuwskrant België is wereldkampioen in inkomsten op arbeid belasten. 55 procent gaat naar de staat, dichtste achtervolger Oostenrijk zit net onder die 50 procent-drempel. Een zoveelste bewijs dat een tax shift of gewoon een verlaging van die lasten geen overbodige luxe zou zijn. De Oeso, het internationale orgaan dat economische ontwikkeling volgt, heeft vandaag haar meest recente cijfers vrijgegeven over taks op loon, van de periode 2010-2014. Daaruit blijkt dat we ruim 'aan kop' staan, met 55,6 procent taks op lonen voor een werkende zonder kinderen. Oostenrijk staat tweede, met 49,4 procent, Duitsland staat derde met 49,3 procent. Hongarije klokt af op 49,0 procent. Laagste ter wereld zijn Chili (7 procent), Nieuw Zeeland (17 procent) Mexico (19,5 procent) en Israël (20,5 procent). Het Oeso-gemiddelde is 36 procent. Ook in de categorie voor werkenden met kinderen scoren we bijna even hoog. Enkel Griekenland belast zwaarder, met 43,4 procent. België staat met 40,6 procent op nummer twee, net voor Frankrijk (40,5 procent). Nieuw Zeeland haalt hier de top met 3,8 procent, Chili zit op 7 procent, Zwitserland op 9,8 procent. Het Oeso-gemiddelde is hier 26,9 procent. De gemiddelden gaan de laatste jaren steeds wat naar omhoog: 0,1 procent vorig jaar, na toenames van 0,2, 0,1 en 0,5 procent. Tussen 2007 en 2010 daalde dat wereldcijfer nochtans, van 36,1 procent naar 35,1 procent. Daar zit België dus nog gigantisch boven. De studie "Taxing Wages 2015" toont andermaal aan hoe precair de toestand in ons land is. Omdat arbeid belasten de meest eenvoudige manier is van belasting binnenhalen, zet onze overheid er al jarenlang op in. Alleen maakt dat onze werknemers erg duur, en is het systeem zowel voor werkgevers als werknemers niet langer houdbaar. Zelden was de consensus over de noodzaak van een 'tax shift' zo groot: de lasten op arbeid verlagen en de inkomsten elders gaan halen. Zeker aan de rechterkant loopt de vaststelling van gigantische fiscale druk op arbeid samen met de analyse dat de overheidsuitgaven te hoog zijn, dat de staat "boven haar stand" leeft. Het verhaal daar is niet zozeer een tax shift perse, maar eerder een belastingsdaling. Die zat ook al een deel in het huidige regeerakkoord. Grote vraag is nu waar die andere inkomsten vandaan komen, om een tax shift te realiseren. De linkerzijde wijst naar vermogens, maar niets lijkt erop te wijzen dat deze regering dat echt van plan is. Dat gaat immers in tegen de fundamentele overtuiging dat ondernemen en risico nemen beloond moet worden. De politieke discussie is achter de schermen volop bezig, de Oeso-cijfers bewijzen alvast de noodzaak van actie ondernemen.
Vlaamse woonbonus niet langer voor de enige woning De Vlaamse regering past de Vlaamse woonbonus aan. Het belastingvoordeel zal niet langer uitsluitend gelden voor mensen die een eerste eigen woning kopen. Ook wie een lening aangaat en al een woning heeft, kan vanaf 2016 aanspraak maken op de woonbonus. Vanaf 2016 schrapt Vlaanderen de voorwaarde van de enige woning om de woonbonus toe te kennen aan een belastingplichtige die een lening afsluit voor de aankoop of de bouw van een woning. Dat blijkt volgens De Tijd uit het ontwerpdecreet van de Vlaamse begroting voor 2016, dat eind oktober in het Vlaams Parlement is ingediend. Bizar neveneffect Het maakt niet langer uit of een kredietnemer een of meer woningen bezit. "Maar de woning moet worden bewoond door de kredietnemer bij de betaling van de leningsuitgaven", zegt Jef Wellens, belastingconsulent bij Wolters Kluwer aan de krant. Volgens Wellens maakt Vlaanderen op die manier een eind aan een bizar neveneffect van de Vlaamse woonfiscaliteit. Wie een tweede - 15 -
Nieuwskrant woning koopt, heeft recht op een belastingvermindering voor de kapitaalaflossingen en de intresten. Daardoor geniet hij een hoger belastingvoordeel dan iemand die een eerste woning koopt. Beide voordelen verdwijnen vanaf 2016. De Vlaamse regering sleutelt niet aan de grensbedragen en het belastingvoordeel van de woonbonus. Die zal, net zoals dit jaar, maximaal 1520 euro per jaar bedragen. Ook de verhoging van 760 euro per jaar voor de eerste tien jaar blijft, maar die wordt enkel toegekend als het de enige woning is en zolang het de enige woonst blijft. De belastingverlaging wordt berekend tegen een vast tarief van 40 procent. Dat schrijft Jef Wellens op de site Taxworld.be. (NS)
Renovatieleningen De Belgen kloppen massaal aan bij de banken voor een renovatielening. Een studie gaf alvast een vergelijk van een financiering bij verschillende banken…. Of wie goed zoekt, bespaart !
© Bankshopper.be
Waar halen we onze energie?
Een eenvoudige grafiek geeft aan dat België veel nucleaire energiebevoorrading heeft en dus geen goede leerling is naar het milieu toe.
- 16 -
Nieuwskrant Aftrekbare btw op gemengde roerende goederen De algemene regel is : beperken tot het beroepsgebruik. Gebruikt u uw gsm 60% beroepsmatig en 40% privé, dan is de btw op de aankoop- en abonnementskosten van die gsm ook voor 60% aftrekbaar. Dat percentage beroepsgebruik moet u wel kunnen aantonen…. Voor alle roerende goederen die u gemengd gebruikt, behalve voor uw auto, kunt u die forfaitaire aftrek van 75% toepassen of meer als u het bewijs hiervan kan geven. En de personenwagen ? De btw op autokosten is maximaal voor 50% aftrekbaar, ook al ligt het beroepsgebruik hoger. Gebruikt u bv. uw auto 70% beroepsmatig, dan blijft slechts 50% aftrekbaar. Let wel : 50% kan indien u een rittenadministratie bijhoudt ! Dit wil zeggen alle privé en beroepskilometers noteren en de juiste verhouding aantonen ! Inderdaad wat de overheid vroeger normaal vond (50% aftrekbaarheid) is nu de uitzondering : de huidige regel is een aftrekbare forfait van 35% . Btw op water, gas, elektriciteit... Volgens de algemene regel. De btw op gas, water en elektriciteit is m.a.w. aftrekbaar in functie van het beroepsgebruik. In de regel zal de btw-aftrek m.a.w. bepaald worden door het percentage beroepsgebruik van uw woning. Gebruikt u bv. uw woning 40% beroepsmatig, dan zal ook de btw op de nutsvoorziening in principe voor 40% aftrekbaar zijn. Niet per se hetzelfde als woning! Ligt het elektriciteitsverbruik in uw atelier hoger dan in uw privévertrekken, dan is het logisch uiteraard dat de btw op de elektriciteit in grotere mate aftrekbaar is. Het is dus perfect mogelijk dat u uw woning voor 40% beroepsmatig gebruikt, maar de btw toch voor 70% aftrekbaar is. Die twee moeten niet noodzakelijk gelijk liggen.
Btw op eten en drinken aftrekbaar! Waar gaat het over? In principe is er geen btw-aftrek mogelijk op kosten van onthaal (art. 45, §3, 4° W.Btw) en van spijzen en drank (art. 45, §3, 3° W.Btw) . Cassatie stelt echter dat die btw wél aftrekbaar is, zowel op kosten van vermaak en ontspanning (Cass., 08.04.2005) als van eten en drinken (Cass., 15.06.2012) , tenminste voor zover die kosten gemaakt zijn in het kader van een activiteit om aan bestaande en potentiële klanten een nieuw product of een nieuwe dienst voor te stellen. De Btw geeft eindelijk toe! De Btw is lang dwars blijven liggen, maar aanvaardt nu toch ook dat de btw op hapjes en drankjes tijdens een verkoopbevorderend evenement wél aftrekbaar is als reclamekosten (beslissing E.T. 124.247 van 13.03.2015) . De Btw aanvaardt nu ook dat hapjes en drankjes tijdens een verkoopbevorderend evenement reclamekosten zijn waardoor de btw erop wél aftrekbaar is.
De bedrijfsvoorheffing en de boetes bij niet aangifte en betaling Vanaf 2016 boete en belastingverhoging voor niet-aangifte en niet-betaling van bedrijfsvoorheffing Elk jaar dienen 5000 schuldenaars van bedrijfsvoorheffing geen aangifte of een foutieve aangifte in en betalen zij de bedrijfsvoorheffing niet of niet volledig. - 17 -
Nieuwskrant Vanaf januari 2016 zullen zij daarom systematisch een boete en/of belastingverhoging opleggen voor: o ontbrekende aangiften o onvolledige aangiften o gebrek aan betaling Concreet zijn de sancties: o een belastingverhoging van 10% tot maximum 200% bij niet aangifte of bij onvolledige of onjuiste aangifte, gepaard gaande met niet-betaling of ontoereikende betaling o een geldboete van 50 euro tot maximum 1.250 euro bij niet-aangifte of laattijdige aangifte o en een geldboete van 10% van het niet-betaalde bedrag, van het laattijdig betaalde bedrag of van het saldo van het niet-betaalde of laattijdige betaalde bedrag met een minimum van 50 € en een maximum van 1.250 euro, afgerond tot het lagere veelvoud van 10 euro (0 euro bij de eerste overtreding). Als er geen belastbare inkomsten meer worden betaald of toegekend, moet de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing verplicht een nihilaangifte indienen. Het ontbreken van een nihilaangifte zal eveneens worden bestraft met een boete. Op deze manier hopen zij alle schuldenaars van inkomsten aan te zetten om in de toekomst hun fiscale verplichtingen beter na te komen.
Een privéaankoop via de zaak, een probleem? U wilt een bepaalde privéaankoop doen, maar wel op het btw-nummer van de zaak omdat u zo een hogere korting krijgt. Mag dat eigenlijk wel en hoe regelt u dat dan voor de Btw en de Belastingen? Hogere korting op de zaak Collega’s onder elkaar. Dat kent u... Doet u regelmatig dezelfde beroepsmatige aankopen, dan is de kans groot dat u een specifieke korting als beroepsaankoper krijgt bij die leverancier. Particulieren die hetzelfde zouden kopen, betalen dan m.a.w. iets meer, want zij zijn per slot van rekening geen regelmatige klanten. Geen toegang voor particulieren. Dat kan ook nog natuurlijk. Er zijn winkels waar u alleen terechtkunt als u zelfstandige bent, al dan niet in vennootschap. U kunt daar m.a.w. alleen iets kopen als u beschikt over een specifieke klantenkaart die dan doorgaans rechtstreeks gelinkt is aan uw btw-nummer. Wat als het een privéaankoop is? Er volgt sowieso een factuur! Dat is inderdaad het gevolg van een dergelijke aankoop. Koopt u iets op uw btw-nummer, dan wordt dat per definitie gefactureerd. Wenst u dat niet omdat de aankoop privé is, dan zal u m.a.w. ofwel méér betalen, ofwel uw aankoop elders moeten doen. Op te nemen in uw boekhouding? Zeker wel! Op de factuur in kwestie staat immers uw btwnummer. De leverancier zal uw aankoop m.a.w. mee vermelden in zijn jaarlijkse klantenlisting en zo kunt u dus uiteraard niet anders dan die factuur mee te verwerken in uw boekhouding. De Btw en de fiscus gebruiken die klantenlisting immers net om te zien of alle aankopen wel correct ingeboekt worden. Die factuur buiten uw boekhouding houden is m.a.w. geen optie.
- 18 -
Nieuwskrant Wat met de Btw en de Belastingen? Btw aftrekbaar? Neen, hoegenaamd niet. De btw op privé-uitgaven is immers nooit aftrekbaar. Dat die aankoop gefactureerd werd op uw btw-nummer, maakt ter zake uiteraard geen verschil. De btw op die aankoop mag dus m.a.w. niet onder de aftrekbare btw terechtkomen in uw btwaangifte. Aftrekbare uitgave voor fiscus? Hetzelfde uiteraard, niet aftrekbaar dus, want privé. Van belang is dus ook hier dat de uitgave in kwestie niet terechtkomt onder de aftrekbare uitgaven. Probleem in vennootschap? Neen, toch niet. In de meeste gevallen zal zo’n zuivere privéuitgave immers geboekt worden op uw rekening-courant. Uw vennootschap heeft u dat geld voor die privéaankoop dan m.a.w. voorgeschoten en u moet dat nog terugbetalen. De uitgave zelf komt op die manier niet in de kosten van de vennootschap en dus is er de facto ook geen probleem voor de fiscus. Tip. De uitgave wel opnemen in de aftrekbare kosten van de vennootschap en uzelf privé laten belasten op een zgn. voordeel ten belope van hetzelfde bedrag, kan ook en is in eerste instantie zelfs goedkoper. U betaalt dan immers alleen de belasting op dat bedrag i.p.v. dat bedrag zelf.
Geviseerd wanneer u studentenkoten verhuurt? U verhuurt aan particulieren een gemeubelde woning of studentenkoten. Onlangs stond in de pers te lezen dat de fiscus u dan in het vizier neemt. Is daar dan iets mis mee? Hoe zorgt u ervoor dat u zo laag mogelijk belast wordt? Geviseerd omdat u koten verhuurt? Iets mis mee? Neen, natuurlijk niet. U mag m.a.w. onroerende goederen gemeubeld of ongemeubeld verhuren, daar bent u volkomen vrij in. De fiscus vermoedt echter blijkbaar dat de inkomsten uit gemeubelde verhuur niet altijd correct aangegeven worden. Hoe zit dat precies fiscaal gezien? Huur voor het onroerend goed. Wat de verhuur van het gebouw zelf betreft, moet u in principe niet de werkelijke huur aangeven, maar enkel het kadastraal inkomen (ki). De kosten van het pand zijn echter niet aftrekbaar van dat ki. Concreet wordt u dan belast op het geïndexeerde ki x 1,4. Dat bedrag is belastbaar tegen het ‘normaal’ tarief, dus tot 50%, plus gemeentebelastingen. U kunt van dat verhoogd en geïndexeerd ki in principe wel de interesten in mindering brengen die u betaalt op de leningen die u aangegaan bent om die onroerende goederen te verwerven of te behouden. Huur voor de meubels. Wat de verhuur van de meubels betreft, moet u wél de werkelijke huur aangeven. Die mag u evenwel verminderen met ofwel de werkelijke kosten van de meubels als u die kunt bewijzen, ofwel met 50% forfaitaire kosten. Dat nettobedrag is dan belastbaar tegen 25%. Hoe huur voor de meubels vaststellen? Twee mogelijkheden. In uw belastingaangifte moet u (uw boekhouder) de ontvangen huur verdelen in een stuk dat op het gebouw slaat en een stuk dat op de meubels slaat. Er zijn daarvoor twee mogelijkheden, nl. een verdeling in het huurcontract of een forfaitaire verdeling. Die verdeling is enkel van belang om de belastbare huur voor de meubels te bepalen. Ze heeft geen invloed op de belastbare huur voor het gebouw, aangezien die bepaald wordt op basis van het ki, dus los van de werkelijk ontvangen huur. Afzonderlijke prijs in het contract. Zet u in uw huurcontract een afzonderlijke huurprijs voor het gebouw en voor de meubels, dan is de aan te geven huur voor de meubels eenvoudigweg het bedrag zoals dat in het contract afgesproken is, min de werkelijke of de forfaitaire (50%) kosten.
- 19 -
Nieuwskrant Geen afzonderlijke prijs in het contract. Zet u in uw huurcontract een globale huurprijs voor het gebouw en de meubels samen, dan wordt de huur voor de meubels forfaitair bepaald op 40% van die globale huurprijs. U moet dan voor de meubels die 40% aangeven min de werkelijke of de forfaitaire (50%) kosten. Wat doet u het best? Hoe lager de huurprijs voor de meubels, hoe beter! Zoals gezegd heeft de vaststelling van de huur voor de meubels nl. geen invloed op de belastbare huur voor het gebouw. De huur voor de meubels komt daar immers gewoon bovenop. U zet dus het best een afzonderlijke huurprijs voor de meubels in uw huurcontract, die dan uiteraard lager is dan de forfaitaire 40%. Tip. Meestal zijn de meubels in bv. een studentenkot relatief goedkoop. Uw controleur zal dan in principe ook niets kunnen inbrengen tegen een huurprijs voor de meubels die fors lager is dan 40% van de totale huurprijs. Blijf echter wel realistisch.
Bureau thuis verhuren, eerst zetel verplaatsen? Huur vragen aan uw vennootschap is een fiscaal interessante manier om er geld uit te halen. Als u nu bij u thuis privé een bureau wilt verhuren aan uw vennootschap, moet de maatschappelijke zetel daar dan ook gevestigd zijn? Huur is fiscaal interessant? Absoluut en wel omdat er in feite maar 60% van belast wordt. U heeft immers recht op een forfaitaire kostenaftrek van in principe 40%. Heel wat méér dus dan de 3% kostenaftrek die u krijgt op uw loon... Heeft u nog een onroerendgoedlening lopen, dan zijn de interesten daarop in principe ook nog aftrekbaar van uw huurinkomsten. Fiscaal voordeel wel beperkt! Dat kent u intussen. Vraagt u méér huur dan een bepaalde grens, dan wordt dat ‘overschot’ fiscaal beschouwd als loon en niet langer als huurinkomen. Uw fiscaal voordeel gaat dan m.a.w. verloren. De grens waarvan sprake wordt berekend in functie van o.m. het kadastraal inkomen. Bureau bij u thuis verhuren? Kan dat? Absoluut. Heeft u thuis op uw privéadres een bureauruimte ter beschikking, dan kunt u ook daar de administratie van de vennootschap bijwerken, offertes opmaken, enz. U kunt die ruimte dan m.a.w. perfect verhuren aan uw vennootschap. Het feit dat de eigenlijke activiteit van uw vennootschap elders uitgeoefend wordt, is wat dat betreft dus geen enkel bezwaar. Zetel vennootschap dan verplaatsen? Neen, dat is niet noodzakelijk en dat is soms maar goed ook natuurlijk. Verplaatst u de zetel van uw vennootschap naar u thuis, dan is dat immers een adreswijziging. U moet uw leveranciers, klanten en contacten daar dan uiteraard van verwittigen, u heeft ander briefpapier nodig, enz. Maak wel een huurovereenkomst op Verhuur niets aan uw eigen vennootschap zonder het op papier te zetten! Maak dus een huurovereenkomst op en laat die ook effectief registreren. De huurovereenkomst krijgt dan een zgn. vaste datum. Nota : uw verplaatsingen tussen de maatschappelijke zetel en uw woonplaats zijn voor de overheid PRIVE kilometers ! Dus uw verhouding privé/beroepsgebruik gaat in uw nadeel spelen. Uw maatschappelijke zetel brengen naar uw bureel in uw privéwoning kan dus uw aantal beroepskilometers verhogen…even bekijken…. - 20 -
Nieuwskrant VAPZ & IPT Het optimaliseren van uw resultaat dankzij de VAPZ of IPT bijdragen…. Het kan nog voor 31/12 van dit boekjaar !! Een VAPZ wordt u aangeboden…. Even vergelijken is geen overbodige luxe ! Immers worden soms hogere kosten aangerekend door de gemiddelde markt. Een vergelijkende tabel zetten we op onze website www.dipecount.be
Premie voor nachtarbeid PC 118.03 De premie voor nachtarbeid is stilzwijgend verlengt voor de opeenvolgende periodes van één jaar. De premie is van toepassing voor arbeiders die tewerkgesteld worden gedurende de nacht (tussen 22 u en 6 u.). Ze zijn echter niet van toepassing op de leerlingen onder een gehomologeerd leercontract. De premie bedraagt 20 % loontoeslag op het brutoloon.
Weekendpremie PC 118.03 De weekendpremie is stilzwijgend verlengt voor de opeenvolgende periodes van één jaar. De weekendpremie is van toepassing voor arbeiders die gedurende het weekend minimum 4 uur effectieve arbeidsprestaties leveren tussen zaterdag 18 uur en zondag 18 uur. Ze zijn niet van toepassing op de leerlingen onder een gehomologeerd leercontract. Vanaf 01.01.2016 wordt de weekendpremie verhoogd naar 4,00 EUR per weekend (incl. indexatie). Opmerkingen Bedrijven die reeds een premie toekennen die minstens gelijk is aan de sectorale weekendpremie, kunnen de premie op een gelijkwaardige manier vervangen (via ondernemings CAO).
Jaarlijkse premie betaalbaar in juni – PC 200.00 Voor het PC 200.00 (aanvullend PC voor bedienden) treedt deze premie in vanaf 01.01.2016 voor onbepaalde duur. Bedienden die in het refertejaar effectieve en gelijkgestelde prestaties hebben geleverd hebben recht op deze premie. Het bedrag is vastgesteld op 250 EUR. De premie te indexeren zoals de lonen. De premie wordt uitbetaald samen met het maandloon van juni. De referte periode loopt van juni van het voorgaande jaar tot en met mei van het betrokken jaar. Er wordt een pro-rata voorzien voor: deeltijdse werknemers; werknemers die in de loop van de referteperiode uit dienst zijn gegaan, behalve bij een ontslag om dringende reden. Het bedrag wordt berekend in verhouding tot de effectieve en gelijkgestelde dagen tijdens de referteperiode. Effectieve en gelijkgestelde dagen = de dagen effectieve prestaties en schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor loon is betaald, vermeerderd met de dagen vaderschaps- en moederschapsverlof. Voor de jaarpremie in 2016 wordt een pro ratabedrag toegekend op basis van de effectieve en gelijkgestelde dagen in 2016. Niet van toepassing 1. Voor bedienden die gelijkwaardige effectieve verhogingen en/of voordelen op ondernemingsvlak hebben gekregen in de looptijd van de CAO (dwz vanaf januari 2016). Deze verhogingen en/of voordelen zijn per bediende voor hun totale kost aan te rekenen op de loonkost (bruto + patronale RSZ) van de jaarlijkse premie. - 21 -
Nieuwskrant Opmerking: baremieke verhogingen worden niet aangerekend op de jaarlijkse premie. In ondernemingen met vakbondsafvaardiging voor bedienden, is de vakbondsafvaardiging bevoegd om toe te zien op de toepassing van het gelijkwaardig voordeel. Indien de voordelen niet op hun totale kost geschat kunnen worden en/of niet voor elke werknemer afzonderlijk kunnen worden berekend, kunnen zij worden aangerekend op de jaarlijkse premie, op voorwaarde dat: in de onderneming met een vakbondsafvaardiging er een cao gesloten wordt met alle vakbondsorganisaties, en in ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging er een cao ter goedkeuring aan het PC wordt voorgelegd. 2. Voor de bedienden van sectoren die voor hun arbeiders een sectorale aanvullende pensioenregeling hebben, voor wie de jaarlijkse premie werd omgezet in een gelijkwaardige sectorale aanvullende pensioenregeling bij specifieke cao gesloten binnen PC 200 uiterlijk op 31.10.2015 en mits naleving van de wetgeving inzake geleidelijke harmonisering aanvullende pensioenen arbeiders en bedienden (wet 05.15.2014, B.S. 09.05.2014, p. 38027) Opmerking Voor bedienden die uit dienst zijn gegaan voor de uitbetaling van de jaarlijkse premie in juni 2016, wordt de premie geproratiseerd enkel in functie van de prestaties in 2016. Uitdiensttredingen in 2015 geven géén recht op een pro rata. Uitbetaling op het ogenblik van de uitdiensttreding samen het de normale loonafrekening.
Flexi-jobs in de horeca vanaf 1/12/2015 - Voordeliger voor u en uw werknemers! Vanaf 1/12/2015 kan u gebruik maken van de zogenaamde “flexi-jobs”. Meer details over de regelgeving en antwoorden op enkele veel gestelde vragen leest u in deze infonota. In een notendop:
Een flexi-job is mogelijk als de werknemer, tijdens het derde kwartaal dat aan de flexi-job voorafgaat, bij één of meerdere andere werkgevers minstens 4/5 gewerkt heeft.
De vergoeding van minimaal 9,50 EUR/uur bestaat uit: o Flexiloon minimaal 8,82 EUR /uur o Flexivakantiegeld (7,67% van flexi-loon) minimaal 0,68 EUR/uur wordt samen met flexi-loon uitbetaald
Het flexi-loon van de flexi-jobwerknemer is volledig vrijgesteld van belastingen en rsz (bruto = netto). Als werkgever betaalt u een bijzondere werkgeversbijdrage van 25%. Minimale loonkost is 11,88 EUR/uur Let wel, om te kunnen genieten van het voordelig stelsel, moet u zorgen voor: o opstellen schriftelijke raamovereenkomst o opstellen (mondelinge) flexijob-arbeidsovereenkomst o een correcte en tijdige Dimona-aangifte o een correcte en tijdige registratie
Stappenplan om het nieuwe stelsel in de praktijk toe te passen Wie komt allemaal in aanmerking ? Wanneer weet ik of iemand in aanmerking komt? Wat is voor mij het meest interessante ? Om u te helpen bij uw dagelijkse personeelsadministratie maakten we voor u dit schematisch stappenplan "Eerste hulp bij gelegenheidswerknemers": klik hier . - 22 -
Nieuwskrant Naast de flexi-jobs is er ook nog een wijziging m.b.t. overuren Voor de overuren die worden gepresteerd bij buitengewone vermeerdering van het werk en onvoorziene noodzakelijkheid: als de werknemer kiest om ze niet in te halen en enkel te laten uitbetalen, gelden volgende nieuwigheden:
Optrekken maximumgrens De maximumgrens van deze overuren wordt opgetrokken van 143 naar 300 uren per kalenderjaar. Die grens wordt zelfs 360 uren voor horecaondernemingen die gebruik maken van het GKS. Er kunnen maximum 143 uren per periode van vier maanden niet worden ingehaald. Bruto = netto Voor zover de werknemer voltijds is tewerkgesteld en hij ervoor kiest om ze niet in het halen kunnen deze overuren worden gepresteerd volgens het principe bruto = netto. Er moeten dus geen fiscale en sociale bijdragen op betaald worden. Geen overloontoeslag Voor deze overuren is ook geen overloontoeslag verschuldigd als de werknemer ervoor kiest om ze niet in te halen.
Starters vrijgesteld van doorstorting bedrijfsvoorheffing (BV) De regering steunt jonge ondernemers met een nieuwe maatregel. Alle ondernemingen jonger dan 4 jaar oud, krijgen een BV-vrijstelling van 10%. Voor micro-ondernemingen is dit zelfs 20%. Deze wet is op 1 augustus 2015 in werking getreden. De vrijstelling mag u cumuleren met andere vrijstellingen van BV-doorstorting. Deze vrijstelling geldt voor zelfstandigen en kmo’s die maximaal 48 maanden in de KBO zijn ingeschreven en beantwoorden aan volgende voorwaarden: een jaargemiddeld personeelsbestand van maximaal 50; een jaaromzet (exclusief btw) van maximaal 7.300.000 euro; een balanstotaal van maximaal 3.650.000 euro. Micro-ondernemingen moeten aan 2 van 3 volgende criteria voldoen: een maximaal balanstotaal van 350.000 euro; een jaaromzet (exclusief btw) van maximaal 700.000 euro; een jaargemiddeld personeelsbestand van maximaal 10. Bijkomende voorwaarde is dat de werkgever niet in moeilijkheden mag verkeren. De definitie van ‘in moeilijkheden’ luidt hier dat er een aangifte of vordering tot faillietverklaring is ingesteld, of dat het actief geheel of gedeeltelijk door een faillissement is ontnomen. Ook in het geval van een gerechtelijke reorganisatie of bij een ontbonden vennootschap is geen vrijstelling mogelijk.
Het is definitief: de pensioenleeftijd wordt opgetrokken naar 67! Ondanks hevig protest van de oppositie haalde de meerderheid haar slag thuis zodat het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 een feit is. De wet tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen, de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen werd op 21 augustus 2015 in het Staatsblad gepubliceerd.
- 23 -
Nieuwskrant Concreet trekt de hervorming de wettelijke pensioenleeftijd op tot 66 jaar in 2025 en tot 67 jaar in 2030. Voorts verhoogt ze de leeftijd voor vervroegd pensioen naar 62,5 jaar in 2017 en naar 63 jaar in 2018. De loopbaanvoorwaarde wordt opgetrokken tot 41 jaar in 2017 en tot 42 jaar in 2019. De wet past tot slot de leeftijd aan waarop de langstlevende echtgenoot op een overlevingspensioen aanspraak kan maken. Die leeftijd wordt van 50 jaar in 2025 naar 55 jaar in 2030 gebracht. De definitieve tekst die in het Staatsblad gepubliceerd werd bevat slechts één wijziging t.o.v. het wetsontwerp: de wettelijke pensioenleeftijd die momenteel op 65 jaar is vastgelegd, wordt op 65 jaar behouden voor pensioenen die op uiterlijk 1 januari 2025 ingaan. Voor pensioenen die ten vroegste op 1 februari 2025 en uiterlijk op 1 januari 2030 ingaan, wordt hij op 66 jaar gebracht, om op 1 februari 2030 op 67 jaar uit te komen.
Pensioen Al eens gekeken op Mypension.be? Wat? U komt via het internetadres http://www.mypension.be terecht op een website van de Rijksdienst voor Pensioenen waar u als zelfstandige sinds mei 2015 ook informatie vindt over uw pensioen. Dat gaat met uw elektronische identiteitskaart en uw pincode, of eventueel uw token waarmee u bv. ook op Tax-On-Web kunt. Welke informatie? Voorlopig is die nog beperkt. U vindt er momenteel enkel uw pensioenloopbaan, dat zijn dus de jaren die meetellen voor uw pensioen. Voor de datum waarop u ten vroegste met pensioen kunt gaan of een berekening van het pensioenbedrag moet u nog even wachten. Dat zou pas vanaf 2016 op de website terug te vinden zijn. Ik verwijs ook naar de mogelijkheid die XERIUS sociaal verzekeringsfonds biedt om een pensioenraming op maat te maken.
Pensioenspaarder gemiddeld 834 euro rijker in 2015 De Belgische pensioenspaarfondsen haalden dit jaar een gemiddelde return van 8,8 procent. Dat levert naar schatting een winst van 834 euro per pensioenspaarder op. Per pensioenspaarder staat momenteel een potje van bijna 10.300 euro te wachten tot we op pensioen gaan. Ongeveer 1,4 miljoen Belgen doet aan pensioensparen met een fonds. In totaal staat er midden november 2015 bijna 15 miljard euro opzij, verspreid over zestien pensioenspaarfondsen, voor de oude dag van de Belgen. Dat wil zeggen dat een doorsnee pensioenspaarder iets meer dan 10.000 euro bij mekaar heeft gespaard als aanvulling op zijn rustpensioen. Dit jaar kwam er gemiddeld 834 euro per persoon bij in het pensioenspaarvarken, enkel door het rendement sinds Nieuwjaar van 8,8 procent. Er zijn uiteraard grote onderlinge verschillen tussen de pensioenspaarders. Wat maakt het verschil? 1. Zo jong mogelijk starten Hoe vroeger u start met pensioensparen, hoe beter. Wie op 25 jaar start en elk jaar het huidige maximumbedrag van 940 euro stort in een pensioenspaarfonds, mag volgens simulaties van de bank-verzekeraar KBC hopen op een netto-uitkering van 142.250 euro op zijn 65ste. De eindbelasting van 8 procent op uw 60ste verjaardag is al van die uitkering afgetrokken. De bank houdt rekening met een gemiddeld jaarlijks rendement van 6 procent. Wie pas op zijn 45ste start, houdt op het einde van de rit een veel kleiner bedrag over. Bij gelijke voorwaarden spreken we over een kapitaal van 33.700 euro, ofwel minder dan een kwart van wat de snelle starter bij mekaar sprokkelde voor zijn oude dag. - 24 -
Nieuwskrant 2. Zo snel mogelijk en jaarlijks storten Heel wat Belgen denken pas op het laatste moment - in december - aan pensioensparen. Ze lopen op die manier heel wat rendement mis. De historische rendementen die de pensioenspaarfondsen afficheren, haalt u enkel als u bij de start van het jaar het volledige bedrag stort. Het verleden leert ook dat u in de meeste jaren het best af bent met een storting in januari. De voorbije 25 jaar haalden de pensioenspaarfondsen slechts zeven keer een negatieve jaarreturn, en was u dus beter af met een lastminute-storting. Er is een grote uitzondering op de regel. In het jaar dat u 60 wordt, wacht u het best tot na uw verjaardag met storten. De fiscus houdt namelijk 8 procent eindbelasting in op het kapitaal op uw 60ste verjaardag. Daarna kan u nog tot en met het jaar dat u 64 wordt, blijven pensioensparen met fiscaal voordeel. Een goed alternatief zijn regelmatige stortingen. U kan bijvoorbeeld via een automatische opdracht uw stortingen spreiden in de tijd. Het voordeel is dat u niet alles in een keer moet ophoesten en dat u zowel op hoogte- als laagtepunten koopt. 3. Eis elk jaar uw belastingvermindering op Pensioensparen levert een belangrijk fiscaal voordeel op. Voor stortingen tot 940 euro kan u per belastingjaar een belastingvermindering van 30 procent krijgen, ofwel 282 euro. Boven op de netto-uitkering van 142.250 euro op 65 jaar, voor wie op 25 jaar begon te sparen voor zijn pensioen, kan u in totaal belastingverminderingen ter waarde van 153.530 euro genieten. U krijgt een fiscaal attest van de bank waar u aan pensioensparen doet en daarmee kan u het vakje pensioensparen invullen op uw belastingbrief. Tegenover die jaarlijkse belastingverminderingen staat wel een eindbelasting van 8 procent. Bij pensioenspaarfondsen gaat de fiscus ervan uit dat u elk jaar 4,75 procent rendement heeft gehaald voor de berekening van de verschuldigde eindbelasting. Voor sommige jaren betaalt u eigenlijk te veel belasting, voor sommige te weinig. In het verleden was het fiscaal voordeel veel groter dan het nadeel. De Belgische overheid int vijf jaar op rij een voorschot op de eindbelasting. In september ging er voor het eerst 1 procent van uw pensioenspaarrekening. De voorschotten worden in mindering gebracht van de eindbelasting die u op uw 60ste moet betalen. U bouwt mogelijk minder kapitaal op door die voorschotten, maar het is nog altijd interessant om uw belastingvermindering elk jaar op te eisen. De nadelen van de eindbelasting wegen niet op tegen de voordelen van de belastingverminderingen. 4. Hou de instapkosten zo laag mogelijk Hoe later u start met pensioensparen, hoe meer u de instapkosten in het oog moet houden. Wanneer de bank een hap neemt uit elke betaling die u doet, dan start u met een kleine achterstand. Hoe langer het geld kan renderen, hoe kleiner het negatieve effect van die instapkosten. Vraag de rendementen van de fondsen na, zodat je een beeld hebt van de gemiddelde opbrengsten via bepaalde fondsen en dit in combinatie met de instapkosten of eventuele commissie die worden aangerekend . U goed informeren bij uw agent is dan ook noodzakelijk… en vergelijk !
- 25 -
Nieuwskrant Helft 50-plussers denkt niet of te laat na over zijn pensioen Langer werken, minder brugpensioen en andere hogere pensioenleeftijden zijn dezer dagen een actueel thema. Maar uit het onderzoek van Fediplus, een belangenvereniging voor 50-plussers die het einde van de loopbaan benaderen, blijkt dat de betrokkenen er vaak niet mee bezig zijn. De vereniging liet duizend Belgen van 50 tot 75 jaar bevragen. Kop in het zand Bij de werkende 50-plussers (33% van de groep en exclusief zieken en werklozen) wil een op de vier niet met het pensioen geconfronteerd worden. Twee op drie in deze groep denken er pas aan wanneer ze door de overheid, omgeving of gezondheidsproblemen op gewezen worden. Een op drie van de actieven denkt dus wel concreet na over het eindeloopbaantraject. "Men is erg bezorgd over de afloop van de carrière, de haalbaarheid van de pensioenleeftijd en dan vooral over de financiële gevolgen van het stoppen (al dan niet vroegtijdig) met werken", klinkt het in een persbericht. "De ondervraagden zijn immers in het ongewisse over het exacte bedrag van hun inkomen/pensioen (63%) en vrezen vooral dat het systeem onbetaalbaar zal worden (61%)." Pensioen complexer Het pensioen wordt steeds complexer, klinkt het, en daarom vraagt Fediplus extra ondersteuning bij de eindeloopbaan, met concrete pensioengegevens. Onder meer het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, het vervroegd pensioen en het tijdskrediet eindeloopbaan worden steeds minder toegankelijk. Bovendien staan er nog meer complexere wijzigingen op til. Het deeltijds pensioen, de problematiek van zware jobs en een puntensysteem voor de pensioenberekening staan op de agenda. Gepersonaliseerde informatie Uit het onderzoek blijkt dat 1 op 2 zich niet of te laat informeert over zijn nakende pensioen omdat hij of zij geen toegang heeft tot gepersonaliseerde informatie. De informatiekloof en het tekort blijken zeer groot en acuut te zijn. 34 procent zegt dat de beschikbare informatie altijd slechts een benadering is, 16 procent vindt ze te weinig gepersonaliseerd, 15 procent weet helemaal niet waar de informatie kan gevonden worden en 15 procent is ervan overtuigd dat er geen enkele informatiebron voldoende informatie verschaft. Een derde van de bevraagden is nog actief, een vijfde werkloos of ziek en de helft gepensioneerd. Mag ik opmerken dat u via XERIUS sociaal verzekeringsfonds Uw persoonlijke pensioenverwachtingen kan laten berekenen ! Maak gebruik van dit aanbod ! U bent actief, laat u dan ook optimaal begeleiden inzake pensioenspaarplannen. Wij helpen u graag met vrijblijvende berekeningen via onze specialisten.
- 26 -
Nieuwskrant Extra maand gewaarborgd loon bij ziekte : na uitstel nu ook afstel. In het regeerakkoord is opgenomen dat de werkgevers twee maanden gewaarborgd loon zullen moeten betalen ingeval van ziekte van de werknemer. Reeds vorig jaar kondigde de regering aan dat de maatregel met één jaar werd uitgesteld tot 2016. Vandaag gaat men nog een stap verder, Uit de pers vernemen we dat de maatregel er niet komt. Het voornemen om het gewaarborgd loon naar twee maanden op te trekken is definitief van de baan.
Asielzoekers en arbeidsmarkt – quid? Vanuit diverse hoeken zoals VBO, VOKA en Unizo kwam het signaal dat asielzoekers nuttig ingezet zouden kunnen worden als arbeidskrachten. Gezien de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt, en dan vooral wat betreft bepaalde beroepen, is het inzetten van kansengroepen zoals asielzoekers of migranten zeker een valabel voorstel. Maar hoe zit het juridisch? De huidige stand van de regelgeving weerhoudt asielzoekers om tijdens hun erkenningsprocedure al te gaan werken. De wetgeving vandaag bepaalt namelijk dat ze vanaf hun asielaanvraag een wachtperiode van zes maanden moeten uitzitten vooraleer ze mogen werken met een arbeidskaart C. De vakbonden en werkgevers kwamen na overleg met minister van Werk Kris Peeters overeen dat dit voor asielzoekers herleid wordt naar vier maanden. Het KB hierover wordt in die zin aangepast. Zo’n arbeidskaart C wordt aangevraagd door de werknemer zelf, wat administratief wellicht niet evident is voor asielzoekers. De werkgever langs zijn kant heeft hier geen administratieve verplichtingen. Hij moet dus geen arbeidsvergunning aanvragen. Een arbeidskaart C geldt voor eender welk beroep in loondienst en bij eender welke werkgever en is geldig voor maximaal een jaar. Met deze arbeidskaart C kan de werknemer dan legaal werken totdat het Commissariaatgeneraal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) een beslissing neemt. Als de CGSV een beslissing neemt en de werknemer het statuut krijgt van erkende vluchteling, is deze vrijgesteld van de vereiste van arbeidskaart. De erkende vluchteling krijgt dan immers een elektronische vreemdelingenkaart B waarmee hij een toelating tot verblijf van onbeperkte duur verkrijgt en ook kan gaan werken. Ook de Vlaamse minister van Economie en Werk Philippe Muyters is van mening dat er meer moet gebeuren en dat er zoveel mogelijk asielzoekers een arbeidsplaats aangeboden moeten krijgen. Hij maakt zich sterk dat de VDAB hier zal fungeren als een platform waar vacatures verzameld en gescreend worden en ook mee zal helpen om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.
- 27 -
DIPECOUNT BVBA Burg. Venn. ovv bvba Kielsevest 12 bus 001 2018 Antwerpen Tel: 03 237 17 74 - Fax: 03 237 17 76 Ondernemingsnummer 0 867 237 507
Dit is een uitgave van Dipecount bvba ovv Burg. Ven. – verantwoordelijke uitgever Dirk Peeters De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar nieuwsbrief opgenomen informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan gesteld worden. Kielsevest 12 bus 001 – 2018 Antwerpen – tel 03 237 17 74 – e-mail:
[email protected]
