Nieuwskrant INHOUD
(Nieuwskrant nr 9)
Dipecount: Inleiding Forfait Brood- en Banketbakkerij 2014 Controles FAVV bij de bakkers De fiscus en uw boekhouding Wanneer is een kind nog ten laste ? Investeringsaftrek gereanimeerd ! Investeren in onroerend goed Maximale betaaltermijn vanaf 2014 Groepsverzekering De dienstencheque opnieuw duurder Restaurantkosten en taxatie geheime commissielonen Kleine nieuwsberichten Horeca : extra lastenverlaging en nieuwe regels voor gelegenheidsarbeid Hoe zit het nu met het eenheidsstatuut ? Baremalonen arbeiders PC 118/03 vanaf 1/1/2014
1-2 3 4-5 6 6-8 8-9 9-10 10-11 11 12 12-13 13-14 14-16 16-19 19
DIPECOUNT blijft u informeren ! Het jaar 2013 is voorbij, een jaar om snel te vergeten ? De huidige regering is er in gelukt om de kleine zelfstandige ondernemer steeds maar opnieuw met maatregelen onder druk te zetten. Geen zo noodzakelijke & belangrijke lastenverlagingen op arbeid verkregen, geen noodzakelijke belastingsverminderingen : we blijven koploper in Europa maar geen zorgen: tegen 2018 doen we er een „klein beetje‟ af… en blijven we met een te zware last zitten. Intussen kreeg u tijdens de laatste maanden nog een 250% verhoging van de liquidatiebonus als straf voor lange zelfstandigheid en opbouw van vermogen in uw vennootschap! De trend op het einde van december ….Kleine bedrijven, grote nadelen… op vijf jaar tijd steeg de loonkost met 5.2% in de ondernemingen met meer dan 200 werknemers en met 11.5% in bedrijven met minder dan 10 werknemers ! De gemiddelde belasting van grote ondernemingen (10.14%) staat in fel contrast van deze in de KMO : 19.80%. Jammer, we blijven op de toppositie als land met de hoogste tarieven inzake belasting, lasten op arbeid, enz. en intussen kent men maar 1 principe : boetes zoals er zijn : de GAS boetes, de BTW boetes, de PB- en VEN B boetes, de verkeersboetes,…. Wel een btw verlaging op komst die geen enkele invloed heeft op onze liquiditeit als ondernemer. Opnieuw een record aan faillissementen , vele ontslagen & sluitingen, steeds meer mensen die hun kredieten niet tijdig kunnen aflossen. Waarom de durf niet hebben om eens grondig te vereenvoudigen… geen ellenlange lijsten met potentiële aftrekposten in de Personenbelasting, maar een „lagere aanvaardbare‟ flattax voor iedereen, met weinig extra aftrekposten? . -1-
Nieuwskrant De politiek blijkt tevreden met zijn beleid en geeft zichzelf een vlotte 7.5/10. Intussen is er één beleidspartij dat er in lukt zich te verontschuldigen voor de „pestbelastingen‟ … of hoe tevredenheid van de regering een rare inhoud krijgt! Toch blijft de KMO belangrijk voor onze economie. Ze creëert een goede band met haar klant, zorgt voor tewerkstelling en zal, ondanks alle maatregelen van de regering, vechten voor behoud van haar eigen zekerheid en de zekerheid van haar werknemers. Eerstdaags zal ook een volledige uitgave over de boekhoudkundige cijfers van de broodbanketbakkerij worden uitgebracht. Een belangrijke bron aan informatie om met uw eigen zakencijfers te vergelijken. Veel leesplezier !
Een succesvol eindejaar en een super (gezond) 2014 namens het voltallige Dipecount-team ! Dirk PEETERS
plezier rijkdom liefde
geluk wijsheid
2014
inspiratie werklust vrijheid gezondheid succes
-2-
FORFAIT BROOD- BANKETBAKKERIJ 2014. Het FORFAIT 2014 is gekend. Graag breng ik U op de hoogte van de nieuwe cijfers : Het basiscoëfficiënt heeft voor 2014 is gestegen naar 4.70 of een verhoging van 0.10. De verkoopprijzen van de patisserie zijn beperkt gestegen. Alle coëfficiënten der verschillende koopwaren en mixen bleven behouden met uitzondering van de mixen voor merkbroden die een daling ondergaat van 2.85 naar 2.50. Een vergelijkende tabel geeft U een evolutie van het FORFAIT 2014 ten opzichte van deze van 2013 : BASISCOEFFICIENT TARIEFSCHAAL botercrèmetaart botercrèmetaartje slagroomtaart slagroomtaartje fruittaart fruittaartje rijsttaart rijsttaartje eclair
2013 4,60 2013 1,87 1,70 1,46 1,46 0,83 0,97 0,74 0,85 0,91 10,79
2014 4,70 2014 1,95 1,75 1,46 1,46 0,83 0,99 0,76 0,86 0,91 10,97
COEFFICIENTEN koopwarengroep 11 koopwarengroep 12 koopwarengroep 13 koopwarengroep 31 gebruiksklare degen mix voor merkbrood
klasse 1 klasse 2 klasse 3 klasse 4 klasse 5 klasse 6
Q ff Q ff rendement 2013 & 2013 2014 2014 90,44 90,59 134 98,17 98,41 134 105,31 105,63 133 93,83 94,02 134 98,08 98,32 130 102,01 102,29 133
2013 2014 1,35 1,35 1,65 1,65 1,50 1,50 1,50 1,50 coeff x 1/2 coef x 1/2 2,85 2,50
verkoopverlies 6% 6% gemiddelde bloemprijs 85 85 maximum bloemprijs 110 110 N (toegevoegde producten) 3,22 3,28 LET OP : Ik wijs u er op dat : Indien zou blijken dat de werkelijke ontvangsten gevoelig zouden afwijken van de forfaitair berekende ontvangsten, de administratie niet meer gebonden is aan deze forfaitaire regeling voor bepalen van de omzet. Dubbels van de kasbons en/of controlebanden dienen bewaard te worden en eventueel op verzoek ter inzage voorgelegd.
-3-
CONTROLES FAVV bij de bakkers. In de maand november werd dit uitvoerig in de pers behandeld : Controles FAVV bij bakkers…. Bijna de helft van de 1440 bakkerijen waren niet in orde en zelfs 13 bakkerijen gesloten wegens gebrekkige hygiëne. De procedure is u gekend, de FAVV controleurs gaan op pad met een checklist in de hand en gaan de te controleren punten quoteren. Vanzelfsprekend moet men in de productie en verkoop van voedingswaren met een gezonde geest en met een steeds terugkomende scherpheid werken! Bij de minste twijfel dient men een beslissing te nemen om een product niet meer te gebruiken. Maar men moet er zeker ook bij stilstaan dat het beroep van brood- banketbakker nog steeds een ambacht is ! Natuurlijk zijn er „oudere‟ bakkerijen die alle moeite doen om zich te schikken naar steeds nieuwere en strengere regels, maar investeren in hygiëne moet haalbaar blijven . Attesten van gebruikte verpakkingen, attesten bij gebruik van verse melk, conforme leveringen en opslag van de grondstoffen, hygiënische productieprocessen en opslag van halffabricaten, de ideale kraan en wasbak, de temperaturen van koelingen en diepvriezers, enz. Het staat allemaal op de controlelijst. Zonder enige twijfel zijn er vele kleine bemerkingen in de ambachtelijke bakkerij die de titel van de pers hebben beïnvloed. Wat kruimels onder een broodrek, broodsnijmachine ? vanzelfsprekend ! Is het niet zorgvuldig bijhouden van temperaturen van de diverse koelingen een bedreiging voor de hygiëne ? De ambachtsman leeft een ganse dag door in zijn zaak en weet wat er gebeurt, elke dag opnieuw en dit gedurende vele uren om zo een lekker ambachtelijk product aan zijn trouwe klanten te brengen. Vanzelfsprekend tracht men een optimale ruimte te creëren die ook nog een gemakkelijker onderhoud met zich meebrengt ! Als voorbeeld zetten we een vernieuwing van de vloer in beeld… Investeringen worden u door de aftrekbaarheid als kost een stuk gerecupereerd, minder opmerkingen bij controle geven u een gemoedsrust, gemakkelijker onderhoud geeft u meer lichamelijke rust….
-4-
“hygiëne op de vloer” De hygiënenormen zijn bijzonder streng in de voedingssector. De vloerkeuze bij nieuwbouw- of renovatieprojecten is daarom van groot belang. De voordelen van gietvloeren Tal van elementen hebben invloed op de hygiëne in uw bakkerij. Zo ook de vloer. Een gietvloer heeft ten opzichte van andere vloeren en- kele belangrijke voordelen: * naadloos * gemakkelijk te onderhouden * antislip naar keuze en volgens de normen * goed afgewerkt aan opstapjes, trappen en afvoerputten * vloeistofdichte kuip * afgeronde hygiënische plinten tegen de wanden in hetzelf- de materiaal van de vloer tot op een gewenste hoogte Soorten gietvloeren Er zijn de klassieke epoxyvloeren, maar de voeding heeft behoefte aan heel specifieke toepassingen. Voor de voeding wordt een acrylaatvloer die voldoet aan de HACCP-normen geadviseerd. Een PUR-mortelvloer is aan te raden bij rotatieovens. Deze vloer is bestand tegen hoge temperaturen en chemische belastingen. Beide vloeren kunnen een- voudig in combinatie gebruikt worden naargelang de inrichting van de ruimte. Extra voordeel: snelheid van afwerking Een acrylaatvloer wordt in één dag op nieuwe en bestaande onder- gronden (bv tegels) aangebracht. De ondergrond dient enkel droog en vastliggend te zijn. Eén sluitingsdag van de zaak volstaat dus om een vloer te vernieuwen. Al na 2 uur is uw nieuwe vloer terug volledig chemisch en mechanisch belastbaar. Eén sluitingsdag van uw zaak volstaat dus om een vloer te vernieuwen. Voor meer informatie of een vrijblijvende offerte:
deweco floor solutions Frank De Weerdt • Mayerlei 33 • 2640 Mortsel Tel.: 03.455.56.36 • GSM: 0476.61.79.81 •
[email protected]
www.deweco.be
-5-
DE FISCUS EN UW BOEKHOUDING Fiscus mag boeken en stukken meenemen voor controle. Als de fiscus de boekhouding van een belastingplichtige wil controleren, was hij tot nu toe verplicht om dat ter plaatse bij de belastingplichtige zelf te doen, toch volgens de letter van de wet. Voortaan zal het officieel toegelaten zijn dat de fiscus de te controleren stukken meeneemt. Inzake BTW mocht dat al. De controlebevoegdheden van de fiscus worden weer iets ruimer. In het Wetboek Inkomstenbelastingen wordt nu ingeschreven dat de fiscus de boeken en bescheiden die hij wil controleren, mag “behouden”. Dat betekent dat de ambtenaren niet meer verplicht zijn de boeken ter plaatse na te kijken (“zonder verplaatsing”) maar ze mogen meenemen. Het gaat dan om alle stukken die “noodzakelijk zijn” om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen. Voor normale duur onderzoek De fiscus mag de stukken natuurlijk niet onbeperkt bijhouden. Ze mogen op het controlekantoor blijven voor “de normale duur” van het onderzoek. Concreet moeten ze ten laatste terugbezorgd worden aan de belastingplichtige op het ogenblik dat er een bericht van wijziging verstuurd wordt dat gebaseerd is op wat de ambtenaren in de meegenomen stukken gevonden hebben. Voorts moet voor het meenemen van de stukken een proces-verbaal opgemaakt worden. De wet maakt een uitzondering voor een boekhouding die nog niet afgesloten is. Die mag niet meegenomen worden. De fiscus mag dan wel een kopie vragen. Voor bestanden op een computer geldt dezelfde regel. Op dat punt wijzigt er niets aan de wet. Het lijkt er dus op dat er voorlopig geen einde komt aan de bestaande discussies over het downloaden van de hele harde schijf van een computer. Het betrokken wetsontwerp is ondertussen goedgekeurd in de Kamercommissie en zal tegen het einde van het jaar in het Staatsblad verschijnen.
WANNEER IS EEN KIND NOG TEN LASTE ? 01/01/2014 nadert en dan stelt zich steeds de vraag : is mijn kind nog ten laste in de in te dienen aangifte ? Personen fiscaal ten laste Welke personen mag ik als ten laste beschouwen? Onder welke voorwaarden? Wat heb ik daaraan?
-6-
Als je een of meer personen ten laste hebt, krijg je een belastingvoordeel, namelijk een verhoging van je belastingvrij minimum. Het is dan ook belangrijk te weten welke personen je op fiscaal vlak als ten laste kunt beschouwen. PERSONEN TEN LASTE EN VOORWAARDEN. Je huwelijkspartner, je wettelijk samenwonende partner of de persoon waarmee je een feitelijk gezin vormt, kun je nooit als ten laste beschouwen. Volgende personen kun je als ten laste beschouwen:
je kinderen of adoptiekinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen kinderen die je volledig of in hoofdzaak ten laste hebt (bv. kinderen van wie de ouders uit de ouderlijke macht zijn ontzet) je ouders, grootouders … je broers en zussen de personen van wie je als kind zelf ten laste was
Om ten laste te zijn, moeten de hierboven vermelde personen aan drie voorwaarden voldoen: 1. Deel uitmaken van het gezin. Deze personen moeten op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van je gezin. Ze moeten dus daadwerkelijk en duurzaam met jou samenwonen. Let op: de belastbare periode is het jaar waarin je de inkomsten verwerft. Verwar dit niet met het aanslagjaar. Dat is het jaar waarin je deze inkomsten aangeeft. De gezinsleden die in de loop van de belastbare periode overleden zijn, beschouwt men op 1 januari van het aanslagjaar nog als lid van het gezin als:
ze al ten laste waren tijdens het vorige aanslagjaar ze tijdens de belastbare periode geboren zijn
2. Maximumbedrag van de bestaansmiddelen. Personen ten laste mogen tijdens de belastbare periode zelf inkomsten genoten hebben tot een nettobedrag van maximum 3.070 euro (geïndexeerd bedrag voor het aanslagjaar 2014, inkomsten van 2013). Dat bedrag wordt opgetrokken tot:
4.440 euro voor kinderen ten laste van een alleenstaande 5.630 euro voor zwaar gehandicapte kinderen ten laste van een alleenstaande
Onder "bestaansmiddelen" verstaat men alle regelmatige of toevallige inkomsten van allerlei aard die al dan niet belastbaar zijn, zoals vakantiearbeid van studenten. Let op: sommige inkomsten tellen niet mee. Dat is onder meer het geval voor wettelijke kinderbijslagen, studiebeurzen, de eerste schijf van 3.070 euro van onderhoudsgeld dat aan kinderen toegekend is, de eerste schijf van 2.560 euro van het studentenloon en de eerste schijf van 24.760 euro van de pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen die zijn verkregen door je ouders, overgrootouders, broers en zussen die op 1 januari van het aanslagjaar 65 jaar of ouder waren (telkens het geïndexeerd bedrag voor het aanslagjaar 2014, inkomsten van 2013).
-7-
3. Niet bezoldigd. Personen ten laste mogen tijdens de belastbare periode geen vergoedingen gekregen hebben die jij als beroepskosten kunt aftrekken. FEITELIJK GEZIN Als je een feitelijk gezin vormt met je partner en je hebt gemeenschappelijke kinderen, mogen die kinderen slechts als ten laste worden beschouwd van de ouder die daadwerkelijk het gezinshoofd is. Het is de ouder die in zijn belastingaangifte de kinderen als kinderen ten laste vermeldt die dus het belastingvoordeel krijgt. CO-OUDERSCHAP Bij een fiscale co-ouderschapregeling wordt aan elke ouder de helft van het belastingvoordeel voor personen ten laste toegekend. Welke verhoging van je belastingvrij minimum ? o
Toeslag op de belastingvrije som (aanslagjaar 2014, inkomsten 2013) voor 1 kind ten laste 1.490 € voor 2 kinderen ten laste 3.820 € voor 3 kinderen ten laste 8.570 € voor 4 kinderen ten laste 13.860 € voor meer dan 4 kinderen ten laste 13.860 € supplement per kind boven het 4de 5.290 €
INVESTERINGSAFTREK GEREANIMEERD! De regering-Di Rupo heeft beslist om de ‘gewone investeringsaftrek’ (IA) voor vennootschappen nieuw leven in te blazen. Is dat interessant of niet? Opnulzetting wordt 4%. De gewone IA voor vennootschappen werd samen met de invoering van de notionele interestaftrek (NI) „op nul‟ gezet. Sindsdien kon uw vennootschap enkel nog een IA krijgen voor bijzondere investeringen (bv. in beveiliging). Een nieuwe „Programmawet‟ die eerstdaags gestemd zal worden, heft die opnulzetting weer op en voert een eenmalige IA in van 4% op de aanschaffingswaarde van uw investeringen. Er zijn wel een aantal beperkingen... Niet voor alle vennootschappen. De reanimatie van de IA geldt enkel als uw vennootschap voor het boekjaar van de investering klein is (art. 15 W.Venn.) . Verbonden vennootschappen moeten die criteria dus geconsolideerd bekijken. Niet voor alle investeringen. Naast de algemene voorwaarden voor de IA (nieuwe investeringen, recht van gebruik niet afgestaan, minstens drie jaar afschrijven, ...) moet de investering aan een extra voorwaarde voldoen. Ze moet nl. „rechtstreeks verband houden met de bestaande of geplande economische werkzaamheid die door de vennootschap werkelijk uitgeoefend wordt‟. Let op! Activa uitgesloten voor de notionele interestaftrek (NI) worden geacht nooit rechtstreeks verband te houden met de economische activiteit. In de praktijk gaat het vooral over privé gebruikte panden. -8-
Geen combinatie met NI. U mag de gewone IA maar toepassen als u voor dat boekjaar onherroepelijk verzaakt aan de toepassing van de NI. Tip 1. Soms zal de NI (3,130% voor kmo‟s in 2014) interessanter zijn dan de IA. U moet de keuze echter pas maken bij het invullen van de aangifte vennootschapsbelasting. Maak dan een berekende vergelijking. Tip 2. Een combinatie met uw overgedragen oude NI kan wel. Nog andere beperkingen? Ja, zo is de IA voorlopig slechts voorzien voor investeringen in 2014 en 2015. Een gespreide IA kan ook niet en een eventueel overschot aan IA is bij gebrek aan belastbare winst wel overdraagbaar, maar enkel naar het volgende boekjaar. Kmo’s krijgen vanaf 2014 een investeringsaftrek van 4%. Die is wel niet combineerbaar met de notionele aftrek van 3,130%. Het hangt dus af van het investeringsbedrag en het eigen vermogen wat fiscaal voor u het beste is.
INVESTEREN IN ONROEREND GOED Is investeren in een onroerend goed een goede beslissing ? De inkomsten (intrest) op een spaarboekje gaan nog steeds bergaf. In vele gevallen is 1% al bijna een gunsttarief… Is het daarom interessant om te gaan investeren in vastgoed ? Laten we alvast enkele bedenkingen overlopen: Een onroerend goed aankopen heeft de bedoeling om op middellange termijn huuropbrengsten te genieten en op langere termijn te hopen op een meerwaarde bij verkoop. Mogelijk zal de lening van de aankoop ook nog een fiscaal voordeel met zich meebrengen. Maar wat na 2014 als de Vlaamse overheid deze aftrekpost moet beheersen ? Wat is een goed rendement ? Een rendement kunnen we bekijken als de uitkomst van de opbrengsten ten opzichte van het geïnvesteerd bedrag. Hoe zoek je een goed vastgoedproduct ? Zonder meer zijn de ligging en de aard van het onroerend goed zeer belangrijk. Welke huurder mag je verwachten op deze locatie ? Welke huurprijs is realistisch?
Opbrengsten uit verhuring : een groot verschil tussen privéverhuur en beroepsverhuring ! Privéverhuring : U wordt niet belast op de werkelijke huurinkomsten, maar op een geïndexeerd KI, met 40% verhoogd. voorbeeld : KI 750 met een verhuring van 500 EUR per maand 500 x 12 = 6000 EUR huuropbrengsten fiscaal belasting van het KI : 750 x 1.4 (verhoging KI) x 1.6813 (2013) = 1765,36 belastbare -9-
huurinkomsten (progressief tarief) eventueel te verminderen met intresten van aangegane kredieten. Beroepsverhuring: U wordt belast op de netto huur met als minimum het geïndexeerde KI, verhoogd met 40%. netto huur wordt bekomen door de brutohuur (ontvangen huur) min een kostenforfait van 40 % (bebouwd OG) eventueel beperkt tot 2/3 van het gerevaloriseerde KI. Voorbeeld: KI 750 met een verhuring van 500 EUR per maand 500 x 12 = 6000 EUR huuropbrengsten fiscaal belasting : ontvangen brutohuur 6000 x 40% = 2400 maar beperkt tot 2/3 x 750 x 4.10 = 2050 Dus werkelijk belast : 6000 – 2050 = 3950 belastbare huurinkomsten (progressief tarief) eventueel te verminderen met intresten van aangegane kredieten. Vergelijk privéverhuur / beroepsverhuur We stellen vast dat de beroepsverhuring een meer in belastbaar onroerend inkomen geeft van 2184,64 EUR in dit voorbeeld. Het lijkt ons dan ook noodzakelijk om deze meerbelasting door te rekenen in de maandelijkse huurprijs. Slotbedenkingen : Investeren in onroerend goed kan zeker een goede tegenhanger zijn van beleggen. Mogelijk zijn de belastbare onroerende inkomsten zelfs niet belast (dankzij optimalisatie intresten) en als er voldoende lang wordt gewacht met de verkoop is een mogelijke verkoop (meerwaarde) ook (voorlopig?) vrij van belasting . Hebt u meerdere eigendommen ? Tracht alleszins advies in te winnen over de verschuldigde successierechten bij overlijden ! U kan deze wellicht op een aanvaardbaar niveau brengen door doordacht en tijdig te handelen!
MAXIMALE BETAALTERMIJN VANAF 2014 Mijn leverancier zegt dat ik vanaf maart 2013 op 30 dagen moet betalen, omwille van Europese regelgeving, maar klopt dat wel? Neen. Er is weliswaar een nieuwe Europese regelgeving ( 2011) die de betalingstermijnen voor ondernemingen en overheden aanpast. Dit moest normaal gezien gebeurd zijn op 16 maart 2013, maar die termijn werd in België ruim overschreden. B2B Hoe dan ook zal er aan de bestaande Belgische wetgeving op zich niet veel veranderen, toch niet voor wat betreft betalingen tussen handelaars onderling ( B2B). Daar zal niets veranderen aan de wettelijk voorziene betaaltermijnen zelf. Het principe van betaling binnen de 30 dagen (zoals dat nu al in de wet staat) zal behouden blijven, en contractuele afspraken over langere
- 10 -
betaaltermijnen zullen eveneens mogelijk blijven, tenzij die afspraken een zeer duidelijk nadeel vormen voor de schuldeiser. Een maximale wettelijke betaaltermijn van 30 dagen komt er dus zeker niet. Wel krijgt de schuldeiser bij laattijdige betaling door een klant automatisch 8% intrest ovenop de ECBbasisintrest ( in plaats van de huidige 7%) en een forfaitaire vergoeding van 40 euro ( ter compensatie van invorderingskosten). Overheidsbetalingen Enkel voor wat betreft betalingen door de overheid, eist de richtlijn wél strengere termijnen. Ook hier geldt het principe dat facturen door de overheid binnen de 30 dagen betaald moeten zijn, maar ook hier zijn contractuele afspraken over langere termijnen mogelijk. Grote nieuwigheid zal wel zijn dat dergelijke contractuele afspraken nooit in een betalingstermijn van méér dan 60 dagen mogen voorzien. betalingstermijnen van 60 dagen worden dus het absolute maximum voor overheden. Dit moet wel genuanceerd worden in de zin dat de overheid van de richtlijn wel een periode krijgt om ingediende facturen te controleren. Die termijn duurt in principe ook maar 30 dagen. Maar de richtlijn laat hier wel toe dat contractueel langere termijnen worden vastgelegd, en die contractuele afspraken worden door de richtlijn niet beperkt tot 60 dagen. Ook in het kader van overheidsopdrachten krijgt de schuldeiser bij laattijdige betaling automatisch 8% intrest bovenop de ECB-basisintrest ( in plaats van de huidige 8%) en een forfaitaire vergoeding van 40 euro ( ter compensatie van invorderingskosten). Bron : unizo
GROEPSVERZEKERING : VERHOGING VAN DE TAXATIE Loopt uw groepsverzekering tot uw 60ste, dan betaalt u sinds kort 20% in plaats van 16,50% op uw pensioenkapitaal, tenzij... ! Sinds 1 juli 2013 zijn de belastingtarieven voor het kapitaal van een groepsverzekering of individuele pensioentoezegging (IPT‟s) zijn verhoogd. Het tarief werd gebracht op 20% voor een uitbetaling op 60 jaar en 18% als u het kapitaal ontvangt op uw 61ste. Pas voor uitkeringen vanaf 62 jaar is het tarief zoals vroeger 16,50%. Ongewijzigd is wel het tarief van 10%. Dat blijft van toepassing voor een uitkering op uw 65ste op voorwaarde dat u ook tot dan blijft werken. Misschien is het een optie om de uitbetaling uit te stellen of uw contract te laten verlengen indien nodig. Maar door het uitstel blijft het geld gewoon bij uw verzekeraar staan, en dat brengt natuurlijk wel niets op. Misschien toch een hogere belasting betalen en zelf het kapitaal beleggen ? Overleg met uw bemiddelaar naar de beste optie in uw geval en of verlenging een invloed heeft op uw 80% regel….
- 11 -
DE DIENSTENCHEQUE OPNIEUW DUURDER De dienstencheque vanaf 1 januari 2014 gewijzigd ! Vanaf 1 januari 2014 stijgt de prijs van een dienstencheque van 8.50 naar 9.00 EUR. (eerste 400 stuks). De jongste jaren is de dienstencheque in prijs aardig gestegen. Van 6.7 in 2004 naar 9.00 EUR in 2014. Maar eigenlijk kost die dienstencheque voor de particulier minder ! Immers kan hij via de jaarlijkse aangifte in de personenbelasting een belastingsvermindering van 30% genieten. Dus was de werkelijke kostprijs in het verleden slechts 5.95 EUR. Even rekenen voor het jaar 2012 - 2013 ? Stel een aankoop van maximum 400 cheques x 8.50 EUR + 100 extra cheques aan 9.50 EUR of een totale uitgave van 4.350,00 EUR waarvan een maximum bedrag van 2.720,00 EUR in de aangifte kon worden opgenomen. Dit gaf een belastingsvermindering van 30% of een werkelijke teruggave via personenbelasting van 816,00 EUR. ( en dit per belastingplichtige) Voor 2013 heeft de regering deze belastingsaftrek verder beperkt : de max. aftrek is niet langer 2720,00 EUR, maar 2720 voor de eerste 6 maanden van het jaar en 1380 EUR voor de 2 e helft van het jaar. Indien u voor de eerste helft van het jaar meer dan 1380 EUR cheques hebt aangekocht is dit aankoopbedrag aftrekbaar tot een maximum van 2.720 EUR. Als u echter minder dan 1380 EUR cheques hebt aangekocht in de eerste 6 maanden mag u voor het ganse jaar slechts 1380 EUR inbrengen. Dus in dit laatste geval 1380 EUR x 30% = 414 EUR of toch opnieuw een belangrijke vermindering van aftrek voor elke belastingsplichtige.
RESTAURANTKOSTEN EN TAXATIE GEHEIME COMMISSIELONEN Nooit aanslag geheime commissielonen voor restaurantkosten De aanslag geheime commissielonen is in geen enkel geval van toepassing op restaurantkosten, kondigt de fiscus aan. Het is zelfs geen voorwaarde dat de genieter van het voordeel nog belast kan worden in de personenbelasting. Enkele maanden geleden heeft de fiscus aangekondigd dat hij zijn standpunt over de aanslag geheime commissielonen van 309% (in de volksmond de “monsterboete”) aanzienlijk zou versoepelen. Die aanslag wordt voornamelijk toegepast als de bedrijfsleider of werknemer privé gebruik maakt van een goed van de vennootschap en die laatste geen fiscale fiches opmaakt voor dat “voordeel van alle aard”. Maar voortaan, zo kondigde de fiscus aan, zal de nadruk liggen op het belasten van het voordeel. Als het nog lukt om de genieter van het voordeel te belasten in de personenbelasting, dan zal de aanslag geheime commissielonen in hoofde van de vennootschap achterwege blijven. Dat er geen fiches opgemaakt zijn, wordt dus door de vingers gezien (zie ons artikel “Geheime commissielonen: fiscus draait helemaal bij”).
- 12 -
Nog soepeler dan recentste circulaire Nu laat de fiscus weten dat hetzelfde principe ook opgaat voor restaurantkosten. Als de vennootschap de restaurantrekening van de bedrijfsleider betaalt maar het etentje heeft een puur privékarakter, dan gaat het om een voordeel van alle aard, dat belastbaar is in hoofde van de bedrijfsleider. Als er dan geen fiches opgemaakt zijn, was de regel tot voor kort dat de fiscus zonder pardon een aanslag geheime commissielonen oplegde aan de vennootschap. Maar sinds enkele maanden is dat, zoals gezegd, niet meer het geval als de fiscus er nog in slaagt het voordeel te belasten bij de bedrijfsleider. Specifiek voor restaurantkosten gaat de fiscus echter nog verder dan dat. Want ook als het niet meer mogelijk is de bedrijfsleider te belasten op het voordeel, zal de vennootschap geen aanslag geheime commissielonen meer opgelegd krijgen. Verworpen uitgaven Eén sanctie blijft nog wel: de vennootschap zal de restaurantkosten in dat geval niet mogen aftrekken. De kosten worden opgenomen in verworpen uitgaven. De tolerante houding t.o.v. restaurantkosten is eigenlijk geen verrassing. Want ten tijde van de recentste aanpassing van artikel 219 WIB 1992 (het wetsartikel over de aanslag geheime commissielonen), eerder dit jaar, had de regering al afgesproken dat restaurantkosten voortaan buiten het toepassingsgebied van die aanslag zouden vallen (zie ons artikel “Aanslag geheime commissielonen: wet versoepeld”). Maar in de grote circulaire over de aanslag geheime commissielonen repte de administratie met geen woord over restaurantkosten. Voor alle zekerheid heeft de administratie nu een addendum bij die circulaire gepubliceerd, waarin verwezen wordt naar het standpunt van de regering. Voor alle duidelijkheid voegen we er nog aan toe dat er natuurlijk geen enkel probleem is voor beroepsmatige restaurantkosten. In dat geval is er geen sprake van een voordeel van alle aard en kon er ook al vóór de hier besproken versoepeling geen monsterboete opgelegd worden.
KLEINE NIEUWSBERICHTEN Wist u dat vanaf 2014 de SIS kaart geleidelijk afgeschaft wordt. De elektronische identiteitskaart zal de functie van de sociale identiteitskaart overnemen. Sinds 1 juli 2013 werden reeds meer dan 95.000 vennootschappen ambtshalve doorgehaald in de Kruispuntbank Ondernemingen omdat ze gedurende minstens drie opeenvolgende boekjaren geen jaarrekening neerlegden. Vanaf 31 december 2013 wordt een nieuwe grond voor schrapping uit de KBO van kracht. Voor tal van partijen die te maken hebben met een doorgehaalde vennootschap, zoals bestuurders, aandeelhouders, boekhouders, contractspartijen, partijen in een rechtsgeding,… heeft een dergelijke schrapping belangrijke gevolgen. Zij worden geconfronteerd met vragen als: blijft de vennootschap bestaan, mag zij nog economische activiteiten uitoefenen, vervallen de rechtsgedingen, hoe staat het met de bestuurdersaansprakelijkheid,…
- 13 -
Verbod op cash geld: verdere verlaging van de grensbedragen Vanaf 1 januari 2014 mogen transacties met een waarde van 3.000 euro of meer niet meer in cash geld worden betaald. Momenteel ligt die drempel nog op 5.000 euro. Voor dergelijke transacties van 3.000 euro of meer zal wel nog een voorschot van 10% in cash mogen worden betaald, voor zover dit voorschot zelf niet meer bedraagt dan 3.000 euro. Vanaf dezelfde datum mag de prijs van de verkoop van een onroerend goed niet meer in cash worden betaald. Nog vanaf die datum mag een handelaar die edele metalen aankoopt, die slechts in contanten betalen voor een bedrag dat niet hoger is dan 10 % van de aankoopprijs en voor zover dat bedrag niet hoger is dan 3.000 euro
BTW op advocaten Vanaf 1 januari 2014 moeten advocaten ook 21% BTW op hun erelonen aanrekenen aan hun cliënten. Deze wordt ook soms nogal smalend de "togataks" genoemd. Deze aanpassing in de wetgeving is ingegeven onder Europese druk (België was het enige Europese land waar nog een vrijstelling van BTW voor advocaten bestond) en naar analogie met de invoering van de BTW voor notarissen en gerechtsdeurwaarders in 2012. Wees klaar voor SEPA : vanaf 1 februari 2014 zal de overstap rond zijn! Vanaf 1 februari 2014 moeten overschrijvingen en domicilieringen voldoen aan nieuwe Europese wetsbepalingen en aan de normen van de Single Euro Payments Area (SEPA). Het is de bedoeling dat burgers, bedrijven en andere economische actoren betalingen in euro kunnen doen en ontvangen, binnen Europa, binnen of buiten de nationale grenzen, onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde rechten en verplichtingen, ongeacht waar ze zich bevinden. Tip : pas alvast de gegevens op uw uitgaande facturen aan, zodat uw klant de volledige gegevens terugvindt op uw factuur! Meer weten ? zie http://www.sepabelgium.be/nl.
HORECA: EXTRA LASTENVERLAGING EN NIEUWE REGELS VOOR GELEGENHEIDSARBEID Horecazaken die vanaf 1 januari 2014 opteren voor een vrijwillige invoering van de elektronische kassa met black box, kunnen genieten van een lastenverlaging voor vijf vaste werknemers. Daarnaast gelden er vanaf 1 oktober 2013 nieuwe regels voor de gelegenheidsarbeid binnen de horeca. Dit alles kadert in een plan van de regering om de loonlasten in de sector te doen dalen en de concurrentie eerlijker te laten verlopen. De elektronische kassa met black box Sommige horecazaken zullen verplicht worden om te werken met een elektronische kassa met black box. Het gaat dan om zaken waar minstens 10% van de totale omzet afkomstig is van het - 14 -
verschaffen van maaltijden ter plaatse. Een elektronische kassa met black box registreert alle transacties, zowel alle verkochte drank- en etenswaren als de arbeidsprestaties van het horecapersoneel. Als de gegevens eenmaal zijn ingevoerd, kunnen ze niet meer worden gewijzigd. Dit maakt het voor zaakvoerders haast onmogelijk om nog zaken in het zwart te regelen. De invoering van deze elektronische kassa met black box wordt wel gespreid in de tijd. In plaats van een verplichte invoering, komt er vanaf 1 januari 2014 een vrijwillige invoering. De algemene verplichting geldt pas tegen eind 2015. Lastenverlaging voor vijf vaste werknemers Wie vanaf 1 januari 2014 al opteert voor deze vrijwillige invoering, kan genieten van een lastenverlaging voor vijf vaste voltijdse werknemers en dit gedurende een onbeperkt aantal kwartalen. Deze vermindering bedraagt 500 euro per kwartaal en per personeelslid, en dit voor maximaal vijf werknemers naar keuze. Als de betrokken werknemer jonger is dan 26 jaar, gaat het zelfs om een verlaging van 800 euro. Deze lastenverlaging mag toegepast worden in alle ondernemingen met maximaal 49 werknemers, maar is dus uiteraard wél afhankelijk van de invoering van de elektronische kassa met black box. Ook moet de werkgever de aanwezigheid van al zijn werknemers registreren (begin en einde van de aanwezigheid). Lastenverlaging op overuren Wie de elektronische kassa invoert, kan in de toekomst ook genieten van een extra fiscale lastenverlaging op overuren. Dit bestaande belastingvoordeel geldt momenteel voor de eerste 130 overuren, maar wordt vanaf 1 januari 2014 opgetrokken tot 180 overuren. Nieuw systeem van gelegenheidsarbeid (extra’s) Vanaf 1 oktober 2013 is een nieuw systeem van gelegenheidsarbeid (extra‟s) van kracht. Dit systeem kan in de volledige horecasector worden gebruikt, en geldt ongeacht het feit of er een elektronische kassa met black box aanwezig is. Definitie De definitie van gelegenheidsarbeid blijft ongewijzigd: extra's zijn werknemers die in dienst worden genomen met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of voor een bepaald werk, en dit voor een maximumduur van twee achtereenvolgende dagen bij eenzelfde werkgever (PC 302). Extra's kunnen ook door een uitzendkantoor tewerkgesteld worden bij een werkgever uit de horeca. Duur: 50/100 dagen Voor deze gelegenheidswerknemers (extra's) bestaat er een nieuw voordelig RSZ-stelsel, met een lagere loonkost voor de werkgever en een hoger netto-inkomen voor de werknemer. De sociale bijdragen zullen berekend worden op een forfaitair uurloon van 7,5 euro of een forfaitair dagloon van 45 euro (en dus niet op het reële loon). Bovendien wordt het inkomen van de gelegenheidswerknemer in dit stelsel afzonderlijk belast aan 33%. - 15 -
Extra‟s kunnen gedurende maximaal 50 dagen per jaar in dit systeem werken. Studenten kunnen deze 50 dagen als extra benutten, na opname van hun reeds bestaande voordeel van beperkte RSZ-bijdragen voor studentenarbeid (eveneens 50 dagen per jaar). Werkgevers uit de horecasector mogen dit nieuwe stelsel gedurende maximaal 100 dagen per jaar gebruiken. Deze nieuwe regeling is reeds op 1 oktober van start gegaan. Om die reden mag het contingent aan beschikbare dagen (met name 50 voor de werknemer en 100 voor de werkgever) dit jaar tijdens het volledige vierde kwartaal aangewend worden. Er komt immers geen eenmalige proratisering. Telling en Dimona Voor de telling en controle van het aantal dagen lanceert de RSZ een elektronische toepassing (horeca@work), naar analogie met de elektronische toepassing die sinds 2012 bestaat voor studentenarbeid. Wanneer een horecawerkgever een gelegenheidswerknemer aanwerft, moet hij bij de Dimonaaangifte voortaan ook kiezen tussen een uurforfait of een dagforfait. De vroegere keuze tussen een Dimona Full of een Dimona Light is immers verdwenen. Uitgebreide informatie Meer uitgebreide informatie over de nieuwe reglementering rond gelegenheidsarbeid in de horeca vindt u terug in deze bijlage. Bron: Wet van 11 november 2013 houdende diverse wijzigingen tot invoering van een nieuwe sociale en fiscale regeling voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca en koninklijk besluit van 12 november 2013 inzake de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers in de horecasector Bron : SD Worx
HOE ZIT HET NU MET HET EENHEIDSSTATUUT ? Drie maanden nadat de sociale partners en minister van Werk De Coninck een compromisvoorstel bereikten rond het eenheidsstatuut, krijgen enkele krachtlijnen van het akkoord stilaan vorm. Momenteel werkt men verder aan een nieuwe ontslagregeling voor arbeiders en bedienden en wordt de afschaffing van de carensdag uitgewerkt. In dit artikel geeft SD Worx een overzicht van de huidige stand van zaken. Een nieuwe ontslagregeling vanaf 1 januari 2014 Er komt een nieuwe ontslagregeling waarbij voor elke werknemer een vaste opzeggingstermijn wordt bepaald, en dit ongeacht het statuut van arbeider of bediende. De nieuwe opzeggingstermijn wordt uitgedrukt in weken en geldt zowel voor nieuw aangeworven werknemers als voor werknemers die op 1 januari 2014 reeds in dienst zijn. De ingangsdatum van de opzeggingstermijn wordt voor iedereen vastgelegd op de maandag die volgt op de kennisgeving. Voor bepaalde arbeiders blijft wel nog een uitzonderingsregel van kracht. - 16 -
Voor werknemers die op 31 december 2013 al in dienst waren, wordt voorzien in een systeem waarbij de reeds opgebouwde opzeggingstermijn op datum van 31 december 2013 behouden blijft. Het komt erop neer dat deze reeds opgebouwde termijn door de werknemer figuurlijk in een rugzak wordt meegedragen zolang hij in dienst blijft. Uitdoving ontslaguitkering en invoering ontslagcompensatievergoeding voor arbeiders Voor de meeste (ex-)arbeiders heeft het rugzaksysteem een nadeliger resultaat dan de nieuwe regeling rond de opzeggingstermijn. Om die reden wordt wel een compensatie voorzien voor arbeiders die op 31 december 2013 in dienst zijn. Deze compensatie zou bestaan uit een tegemoetkoming die ten laste valt van de RVA: de zogenaamde 'ontslagcompensatievergoeding'. Samen met de geleidelijke invoering van deze ontslagcompensatievergoeding, zal de bestaande ontslaguitkering voor arbeiders geleidelijk uitdoven. Nieuwe regeling van outplacement Het recht op outplacement wordt veralgemeend naar al wie recht heeft op een opzeggingstermijn van minstens 30 weken, of een opzeggingsvergoeding die minstens deze periode dekt. De werknemers van ondernemingen in herstructurering zijn hiervan uitgesloten: voor hen gelden eigen outplacementregels. Afwijkende regels voor ondernemingen in herstructurering Er komen enkele uitzonderingen en overgangsmaatregelen voor ondernemingen in herstructurering. Naast de reeds vermelde outplacementregeling gaat het dan bijvoorbeeld over de verkorte opzeg met oog op brugpensioen (SWT) en de gedeeltelijke fiscale vrijstelling van de beëindigingsvergoeding. Gevolgen voor de werkgever en compensaties Naast een reeks praktische gevolgen op het vlak van voorbereiding en berekening van opzeggingstermijnen (jaarloon, anciënniteit,…) zullen de nieuwe ontslagregels in sommige gevallen leiden tot hogere ontslagkosten. Daarom worden er een aantal mechanismen voorzien om deze kostenstijging te compenseren op andere terreinen. Afschaffing proefperiode De proefperiode wordt afgeschaft. Door de korte duur van de nieuwe opzegtermijnen verliest het principe van de proefperiode immers zijn nut. Er wordt enkel nog een uitzondering voorzien voor studentenarbeid, tijdelijke arbeid en uitzendarbeid. De proefbedingen die zijn opgenomen in een arbeidsovereenkomst die aanving voor 1 januari 2014, blijven wel hun gevolgen behouden tot na het verstrijken van deze bedingen. De regels die gelden tot 31 december 2013 worden hier verder op toegepast. De afschaffing van het proefbeding heeft ook impact op andere bepalingen, zoals het scholingsbeding, het concurrentiebeding, de arbeidsovereenkomsten bepaalde duur, hat gewaarborgd loon voor bedienden,…. Afschaffing carensdag in de steigers Wat is de carensdag? De carensdag is de eerste werkdag wegens ziekte of ongeval, wanneer de afwezigheidsperiode minder dan 14 kalenderdagen duurt. Bovendien mag het niet gaan om een beroepsziekte of een - 17 -
arbeidsongeval. Deze dag is onbetaald, al wordt hij in vele sectoren onder bepaalde voorwaarden wel betaald (bv: bij een bepaalde anciënniteit of een bepaald aantal dagen arbeidsongeschiktheid). De periode van gewaarborgd loon begint pas de volgende dag te lopen, ongeacht het al dan niet onbezoldigde karakter. Vandaag voorziet de wet dat de carensdag wordt toegepast op arbeiders, bedienden tijdens de proefperiode en bedienden met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of bepaald werk van minder dan drie maanden. Afschaffing carensdag In het compromisvoorstel van 5 juli tussen regering en sociale partners werd beslist om de carensdag af te schaffen. Dit heeft als gevolg dat de telling van de periode van gewaarborgd loon bij ziekte vanaf de eerste kalenderdag zal starten. Dit is vergelijkbaar met wat vandaag al toegepast wordt voor de bedienden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur buiten de proefperiode. Er verandert (voorlopig) niets aan de berekeningswijze van het gewaarborgd loon. Het loon betaald voor de eerste ziektedag wordt gewoon aan RSZ onderworpen. Omkaderende maatregelen De afschaffing gaat gepaard met verschillende begeleidingsmaatregelen, zoals de verwittigingsplicht en de beschikbaarheid voor de controlearts. Afschaffing gedeeltelijke fiscale vrijstelling beëindigingsvergoeding Vanaf 1 januari 2014 wordt de gedeeltelijke fiscale vrijstelling van de beëindigingsvergoeding afgeschaft. Voor het inkomstenjaar 2013 bedroeg deze vrijstelling 640 euro. Enkel in twee specifieke situaties zal de regeling nog als overgangsmaatregel blijven bestaan. Belastingvrije provisie voor sociaal passief Binnen bepaalde grenzen en voorwaarden kunnen werkgevers een belastingvrije provisie eenheidsstatuut aanleggen, waarmee men de mogelijke toekomstige ontslagkosten kan dragen. Deze kost is aftrekbaar als beroepskost. De provisie staat gelijk aan drie weken bezoldiging per begonnen dienstjaar vanaf het zesde dienstjaar, en geldt enkel voor werknemers die minimum vijf dienstjaren hebben in het eenheidsstatuut. Opheffing schorsing arbeidsovereenkomst “militaire verplichtingen” Vanaf 1 januari 2014 wordt de wettelijke schorsing wegens “militaire verplichtingen” (samen met de ontslagbescherming) in de arbeidsovereenkomstenwet opgeheven. Let op: voorlopige ontwerpteksten Dit artikel is gebaseerd op het wetsontwerp dat de Ministerraad in een eerste lezing heeft goedgekeurd. Deze wettekst moet echter nog een lange weg afleggen voordat de regeling effectief van kracht wordt. Het dossier verhuist nu naar de Raad van State, vervolgens opnieuw naar de Ministerraad voor de tweede lezing om van daaruit naar de Kamer te gaan. Hierdoor zijn wijzigingen en amendementen nog steeds mogelijk. De definitieve deadline van 1 januari 2014 blijft dus nog altijd bijzonder krap. - 18 -
Meer uitgebreide informatie over het eenheidsstatuut vindt u ook terug op de webpagina van SD Worx, waar u ook de informatienota kan downloaden! Bron: Wetsontwerp betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen Met dank aan SD Worx.
AANPASSING LONEN ARBEIDERS PER 1 JANUARI 2014 Op 1 januari 2014 worden de lonen voor de arbeiders (P.C. 118.03) geïndexeerd met 1,04 % en werd de weekendpremie geïndexeerd. Hierna vindt je een overzicht met de nieuwe brutolonen. Bakkerijen < 10 wns Technische functies Cat. 1 Beginneling/broodsnijder Cat. 2 Derde arbeider Cat. 3 Tweede arbeider Cat. 4 Geschoolde arbeider Cat. 5 Ploegbaas Cat. 6 Chef Bakker/banketbakker Niet Technische functies Cat. 7 Onderhoud lokalen Cat. 8 Industriële schoonmaak Cat. 9 Gemengde functie Verkoop/productie Cat. 10 Vorkheftruckbestuurder Cat. 11 Magazijnier Cat. 12 Chauffeur rijbewijs B Cat. 13 Chauffeur rijbewijs C en/of geld innend Onderhouds- en herstelfuncties Cat. 14 Beginnend mecanicien of Electricien Cat. 15 Geschoold mecanicien of Electricien Cat. 16 Elektromecanicien
38 uur /week 11,99 12,38 13,21 13,65 14,45 15,66 11,26 12,12 12,86 13,04 13,21 13,21 13,30 13,21 14,19 16,32
VERGOEDINGEN
Bakkerijen > 10 wns Technische functies Cat. 1 Beginneling/broodsnijder Cat. 2 Derde arbeider Cat. 3 Tweede arbeider Cat. 4 Geschoolde arbeider Cat. 5 Ploegbaas Cat. 6 Chef Bakker/banketbakker Niet Technische functies Cat. 7 Onderhoud lokalen Cat. 8 Industriële schoonmaak Cat. 9 Gemengde functie Verkoop/productie Cat. 10 Vorkheftruckbestuurder Cat. 11 Magazijnier Cat. 12 Chauffeur rijbewijs B Cat. 13 Chauffeur rijbewijs C en/of geld innend Onderhouds- en herstelfuncties Cat. 14 Beginnend mecanicien of Electricien Cat. 15 Geschoold mecanicien of Electricien Cat. 16 Elektromecanicien
38 uur / week 12,16 12,54 13,37 13,80 14,63 15,85 11,39 12,30 13,03 13,20 13,37 13,37 13,48 13,37 14,38 16,52
Nachtpremie : arbeiders tewerkgesteld tijdens de nacht (van 22 u tot 6 u) : loontoeslag van 20 % Weekendpremie : arbeiders die gedurende het weekend minimum 4 uur effectieve arbeidsprestaties leveren tussen zaterdag 18 u. en zondag 18 u. : 2,97 euro per weekend Was- en kledijvergoeding : wasvergoeding : 4,25 euro per week – kledijvergoeding : 3,60 euro per week
- 19 -
DIPECOUNT BVBA Burg. Venn. ovv bvba Amerikalei 137 2000 Antwerpen Tel: 03 237 17 74 - Fax: 03 237 17 76 Ondernemingsnummer 0 867 237 507
Dit is een uitgave van Dipecount bvba ovv Burg. Ven. – verantwoordelijke uitgever Dirk Peeters De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar nieuwsbrief opgenomen informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan gesteld worden. Amerikalei 137 – 2000 Antwerpen – tel 03 237 17 74 – e-mail:
[email protected]