Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws (uitg. Skandalon) nummer 02.06
Beste cursisten! Hierbij ontvang je het tweede nummer van Nieuwsbulletin. Het is een nummer met een gevarieerde inhoud. Naast allerlei cursusinformatie, zoals over de komende studiedagen, tref je een rubriek boekaankondigingen aan en informatie over interesante web-sites. Verder zijn er artikelen in opgenomen over onderwerpen, die rechtstreeks of zijdelings te maken hebben met de Hebreeuwse taal, maar ook met de joodse gedachtewereld, zoals over het Achttiengebed.
aan het criterium dat het informatief moet zijn. Artikelen waarin theologische en politieke stellingen worden verkondigd worden niet opgenomen. Maar misschien heb je studietips waarmee andere cursisten ook hun voordeel kunnen doen. Of misschien is er in jouw omgeving iets te zien met betrekking tot het joodse verleden of heden. Of misschien weet je iets interessants te melden over het Hebreeuws. Ik hoop dat je veel leesplezier aan dit nieuwsbulletin zult beleven.
Wat dat betreft is een artikel van jouw hand van harte welkom, mits het voldoet
Johan Murre
De gehele cursus nu ook
online te volgen
Schriftelijk studeren valt niet mee. Het vereist heel wat zelfdiscipline om vol te houden. Ook al krijg je begeleiding per email of schriftelijk, het is en blijft vaak behelpen. Daarom is er een nieuw cursusproject gestart. Vanaf nu kun je Online mondelinge begeleiding krijgen. Van alle hoofdstukken van de lesboeken zijn geluidsbestanden gemaakt met uitleg. Het voordeel is dat je dan ook kunt horen hoe woorden het best kunnen worden uitgesproken. Je kunt dus gewoon een hoofdstuk aanklikken en via je mediaplayer krijg je op elk gewenst tijdstip mondelinge toelichting bij de les. Daartoe is een speciale website gemaakt: www.bijbelshebreeuws.nl Als je hiervan gebruik wilt maken moet je wel een inlogcode en wachtwoord aanvragen. Je krijgt dan toegang tot ca. 100 geluidsbestanden van mondelinge lessen, waaronder ook leesoefeningen waarin de
bijbeltekst wordt voorgelezen, zodat je kunt oefenen. Alle cursisten die op dit moment geregistreerd staan bij Skandalon krijgen de gelegenheid om hieraan mee te gaan doen tegen gereduceerde prijs. Je moet je dan wel vóór 1 augustus aanmelden voor een inlogcode en wachtwoord. Na deze datum wordt de prijs fors duurder. Voor nieuwe cursisten wordt de prijs van het totale cursuspakket aangepast. Vraag om inlichtingen via de e-mailadressen op de website. Je kunt één proefles gratis beluisteren. Nog niet alle zijn lessen aangemaakt. De lesblokken 1 t/m 6 staan al op de website. De andere lesblokken worden de komende weken ingesproken. Het is ook mogelijk om via de website je ‘huiswerk’ in te zenden en vragen te stellen aan Johan Murre en Skandalon. Op deze wijze hopen wij de begeleiding nog aantrekkelijker te maken.
1
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Beseft u wel wat u opleest? (Hand. 8:30, Naardense Bijbel) Bovenstaande vraag wordt door Filippus gesteld aan de kamerling uit Ethiopië. Deze man had een reis ondernomen naar Jeruzalem. Op zijn terugreis zit hij te lezen in een boekrol die hij daar waarschijnlijk heeft aangeschaft. Het is het boek Jesaja. Hij leest hardop. Dat was de gewoonte in die dagen. En nog lang daarna. Augustinus vertelt in zijn ‘Belijdenissen’ hoe zijn leermeester gewoon was te lezen zonder de woorden uit te spreken. Hij schrijft daarover: ‘Maar wanneer hij (= Ambrosius) las, liepen zijn ogen over de bladzijden en zijn hart doorzocht de betekenis, maar zijn stem en zijn tong rustten.’ Uit deze woorden blijkt dat Augustinus daarover erg verbaasd is. Zijn leermeester las niet hardop zoals iedereen dat deed. Daarom is het niet zo vreemd dat Filippus deze vraagt stelt aan de kamerling. Hij hoort hem lezen. Hij hoort aan het lezen dat die man er niets van begrijpt. Zoals je een kind de letters hoort vormen tot woorden, maar ook kunt horen dat het de woorden niet begrijpt. Daarom werden ook de bijbelteksten geschreven met het oog op het feit dat ze zouden worden voorgelezen, dat ze zouden worden gehoord. De schrijvers hielden rekening met het klankeffect dat de tekst op de hoorders zou hebben. Daarom is het ook belangrijk dat er bij het vertalen van de Bijbel rekening wordt gehouden met het klankeffect dat de oorspronkelijke woorden hebben. Helaas is dat bij het vertalen niet altijd mogelijk. Bij elke vertaling van de bijbel gaan klankeffecten en daarmee betekenisnuances verloren. Dat is jammer. Omdat de Bijbel, in het bijzonder het Oude Testament, geschreven is in het Hebreeuws. Dat is geen dode taal, maar een taal met rijke klanken en vele woordspelingen die aan de bijbeltekst een diepere betekenis verlenen. Een betekenis die in onze vertalingen nauwelijks is weer te geven. Ik geef één voorbeeld van de rijkdom van het Hebreeuws. Het woord ‘waarheid’
wordt in het Hebreeuws geschreven met de letters alef-meem-taw. De alef is de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet, de meem is de middelste en de taw de laatste letter. De alef staat symbool voor het verleden, voor de geschiedenis, de traditie, de openbaring, de wortels. Bovendien heeft de alef als getal de waarde 1. Daarom staat deze letter ook voor de eenheid van God, de Bron van waarheid. De alef en de meem samen vormen in het Hebreeuws het woord ‘moeder’, een woord dat verwijst naar de moederschoot die mij heeft gedragen. Het begin van mijn leven is mijn moeder. De meem en de taw samen vormen het woord ‘dood’, ofwel het einde van het leven. De meem als middelste letter staat dus tussen geboorte en dood in. Hij omvat het hele leven van de mens. Het bijzondere karakter van deze letter is dat hij op twee manieren geschreven kan worden. Hij kan open zijn, maar ook gesloten. Zo kan een mens zich openen en sluiten, opnemen of weigeren op te nemen. Meem is de letter tussen verleden en toekomst. Tussen geschiedenis die ik niet kan veranderen en de toekomst of morgen, waarvan ik niet weet wat die mij zal brengen. Maar het leven bevindt zich in het heden. Daar gebeurt alles. Als Jezus zegt: ‘Ik ben de Weg de waarheid en het leven,’ dan zegt hij daarmee dat hij de belichaming is van dit woord. Daarom lezen we in Hand. 8:36 ook: ‘Filippus opent zijn mond en… verkondigt hij hem Jezus.’ Wie beweert dat het Bijbels Hebreeuws een dode taal is, heeft niets begrepen van de levende rijkdom ervan. Maar beseft ú wèl wat u opleest? Literatuur: Pieter Oussoren, De Naardense Bijbel, Skandalon, 2004 Drs. R. Stijker, Lechaijim! Op zoek naar een nieuwe levensstijl, Kok, 1994 Albert Guigui, Oude bron, levend water, spiritualitiet van de joodse geloofstraditie, Lannoo, 2004 Johan Murre
2
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Boekpresentatie Op 6 april j.l. werd de nieuwste uitgave van het cursusboek in Middelburg onder grote belangstelling gepresenteerd in boekhandel ‘De Drukkery’. Jan de Vlieger van Skandalon voerde daarbij het woord, waarin hij memoreerde hoe de uitgave tot stand is gekomen.
geweest die de proefversie van het boek bij de uitgever heeft aanbevolen.
Johan Murre overhandigt het eerste exemplaar aan Pieter Oussoren
Jan de Vlieger van Skandalon aan het woord
Johan Murre vertelde over zijn eerbied voor de tekst die hij ook zijn studenten wilden bijbrengen. Hij benadrukte dat het Bijbels Hebreeuws geen dode taal is. Iedereen die er serieus mee bezig is, merkt dat. Maar dat moeten cursisten zelf ervaren. Een joodse wijsheid is: ‘Wie onderwijst vermeerdert wijsheid’, d.w.z. zijn eigen wijsheid . Geen leraar, geen boek kan geven wat een leerling, een student geeft. In de Talmoed staat: ‘Veel heb ik geleerd van mijn leraren, nog meer van mijn collega’s, maar het meeste van mijn leerlingen.’ Daarom bedankte Johan zijn studenten: ‘Als jullie er niet waren geweest had ik mezelf minder in het Bijbels Hebreeuws verdiept en was er niet dit studieboek.’ Geen dor grammaticaboek. De tekst is doorspekt met midrasjiem. Hij overhandigde daarna een eerste exemplaar van het boek aan Pieter Oussoren, de vertaler van de Naardense Bijbel, omdat Johan bij Pieter Oussoren diezelfde eerbied voor de tekst aantreft. Maar ook omdat het Pieter is
Tenslotte was er nog een bijdrage van enkele cursisten van de cursus Middelburg. Eén van hen las Psalm 100 in het Hebreeuws voor. Een ander - Co van de Buuse - vertelde iets over de dilemma’s waarvoor je vaak staat bij het vertalen van een Hebreeuwse tekst. De tekst van zijn toespraak tref je hieronder aan. Daarna konden de aanwezigen de auteur feliciteren en was er gelegenheid om met elkaar van gedachten te wisselen.
De nieuwste druk van de Basiscursus Bijbels Hebreeuws van Johan Murre
3
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Hoe lees jij? door Co van de Buuse (student Middelburg) Het volgende artikel is een weergave van wat Co naar voren bracht tijdens de boekpresentatie in Middelburg op 6 april j.l. L’shem shamaim: een interpretatie in de naam van de hemel. Tijdens de presentatie van Johans boek heb ik namens de studenten een kort leergesprek gehouden, waarin ik wilde laten zien hoe Hebreeuws studeren mij inspireert en welke nieuwe wegen dit voor mij opent. Behoedzaam lezend, met een ontvankelijke geest, aandachtig luisterend naar de ‘Stem in het woord’, het hart gericht op de hemel en met behulp van de opgedane kennis van de Hebreeuwse taal wordt studeren een ontdekkingsreis, die mijn leven dagelijks verrijkt. Van één van de verrassende ontdekkingen, die ik met behulp van enige kennis van de grondtekst heb gedaan, volgt hier op verzoek een verkorte weergave. 1. Lezen is een standpunt innemen. Kijk eens goed naar deze tekening. Is de stip op de kubus of in de kubus? Meestal zie je spontaan slechts één mogelijkheid, een of-of-waarneming. Het valt dan niet mee de andere mogelijkheid te ontdekken. Daarvoor moet je je vanzelfsprekende gezichtspunt loslaten en bewust anders naar de tekening kijken. Vaak zie je het dan ineens. Een aha-erlebnis. Het wisselen tussen de twee gezichtspunten vergt vaak nogal wat oefening. Vanzelf gaat het niet; het vraagt bewuste inspanning. Maar die wordt dan ook beloond met een en-en-waarneming. Je wordt je bewust van het feit dat er meerdere betekenissen in de tekening verborgen liggen, die beide geldig zijn. Deze oefening illustreert principe 1: elk perspectief opent én sluit tegelijkertijd een begripshorizon. 2. Lezen is interpreteren. Lees de volgende zin: de meester zegt Jan is een ezel. Wie is in deze zin de ezel? Meestal is het eerste antwoord: Jan, natuurlijk! Maar ook de meester kan de ezel zijn. Dat hangt af van de manier, waarop je de leestekens in de zin gebruikt. Mogelijkheid 1: De meester zegt: “Jan is een ezel.” Hier is de meester aan het woord. In mogelijkheid 2 is het Jan, die aan het woord is: “De meester”, zegt Jan, “is een ezel.” Zonder interpunctie draagt de zin beide betekenissen in zich. Pas door de leestekens wordt de bedoelde betekenis duidelijk. Bijbels Hebreeuws kent geen interpunctie, maar laat zich lezen als de voorbeeldzin. Dit illustreert principe 2: lezen is interpreteren. Wie de afstand tussen de tekst en de wijze van lezen opheft en daarmee zegt: zoals ik het lees, zo is de waarheid, negeert dit principe en maakt zich schuldig aan afgoderij van het woord. 3. Lezen is betekenisverlening. Veel bijbelse woorden zijn terug te voeren op een stam van drie medeklinkers. Meestal kent een stam een veelheid aan betekenissen. Neem als voorbeeld: קנה. In de Qal kan dit betekenen: scheppen, grondvesten, verwerven, bezitten en kopen. Afhankelijk van o.a. de context van de zin wordt de keuze voor een betekenis gemaakt. Maar dan blijft het gegeven: meerdere lezingen zijn
4
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
mogelijk. En een andere lezing kan een nieuw inzicht, een nieuwe duiding van een tekst mogelijk maken. Dit inzicht weerspiegelt principe 3: lezen is betekenisverlening.
Co van de Buuse spreekt tijdens de boekpresentaie over ‘Hoe lees jij?’
4. Lernen. Deze drie principes sluiten aan bij een belangrijk inzicht uit de rabbijnse traditie: “Eén schriftvers kan vele argumenten bevatten. De school van rabbi Ismael leerde:’En als een hamer die de rots versplintert’ (Jeremia 23:29). Zoals de rots in vele stukken versplintert, zo kan één bijbelvers vele argumenten bevatten” ( Sanhedrin 34A). Elke tekst bevat een rijkdom aan betekenissen. De Rots blijft één, maar de fragmenten kunnen op allerlei manieren uitgelegd worden. Lernen is: samen leren, leren van en met elkaar, de geldigheid van elkaars interpretatie beargumenteren en onderzoeken, toetsen aan de traditie én relateren aan de vragen van de huidige tijd. En dat zonder vooringenomenheid, maar vanuit een principiële bereidheid om steeds opnieuw aandachtig te luisteren naar de Stem in het woord. Dit vormt een belangrijke dialogische leerweg. In die dialoog kan niemand gemist worden, omdat iedereen een inzicht aan Tora kan ontdekken, dat tevoren niet bekend was. 5. Lernen rond Genesis 14:1. Genesis 14 verhaalt van de ontmoeting van Abram en Melchisedek. In de NBG wordt zin 19 als volgt vertaald: “Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde”. De NBV is vrijwel hetzelfde. De NB vertaalt: “Gezegend Abram voor God-in-den-Hoge, de stichter van hemelen en aarde”. De SV luidt: “Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit”. Deze vertalingen tonen al tal van verschillende nuances. Ik wil hier ingaan op het woord ( קונהkonè) van de stam ( קנהzie: punt 3). Achtereenvolgens wordt aangesloten op de betekenissen: scheppen, grondvesten en bezitten. Ondanks de verschillen, die wel degelijk grote interpretatieconsequenties in zich herbergen, blijft één ding gelijk: in alle vertalingen is duidelijk dat het over G-d
5
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
gaat. Hij is onderwerp van de zin en dus schepper, stichter of bezitter. Tot zover niets verbazingwekkends. Maar kijk nu eens naar deze vertaling: “Gezegend Abram voor God in den Hoge, verwerver van hemelen en aarde”.1 Hier wordt קונה vertaald als ‘verwerver’, overeenkomstig de betekenis verwerven. Dan rijst opeens de vraag: “Wie is hier onderwerp van de (bij-)zin, wie is verwerver van hemelen en aarde?” De vanzelfsprekendheid van de zin wordt doorbroken. Nu kan zowel G-d als Abram bedoeld worden! Wie kiest voor de vertaling ‘verwerver’ bevindt zich in het gezelschap van rabbi Jitschak, een leraar van de tweede-derde generatie Amoraiem (na 200). Hoe kan Abram volgens rabbi Jitschak verwerver van hemelen en aarde worden? Door G-d uit te roepen als koning over hemelen en aarde. Door Zijn Naam bekend te maken wordt hij deelgenoot aan G-ds scheppingswerk en aan het proces van voltooiing van hemelen en aarde. 6. In het spoor van Abraham? Zo gelezen stelt deze tekst aan mij een persoonlijke vraag: “Hoe ben jij verwerver van hemelen en aarde? Kun jij, wil jij verwerver zijn door Mijn Naam bekend te maken?” Voor mij opent deze lezing het perspectief van de navolging: “ Hoe kan ik zo leven dat ik hier en nu deelheb aan het leven van de Eeuwige?” Deze vraag vormt de essentie van mijn levensweg. Over de antwoorden, die ik geef wil ik graag van gedachten wisselen, maar alleen in de intimiteit van het persoonlijke gesprek. Tot slot van dit stukje kan ik het niet laten je deze te stellen: “En jij, hoe lees jij?
ָח ְכ ָמ ה Ziehier wat rabbi Jochanan zei in de naam van rabbi Jossi ben Zimra: “Hoe weet men dat ook G-d zelf bidt? Er is gezegd: ’Ik neem hen mee naar Mijn heilige berg, en ik zal hun vreugde bereiden in Mijn bedehuis’ (Jesaja 56:7).” G-d zegt in Mijn bedehuis’ en niet ‘in hun bedehuis’. En hoe bidt Gd?Volgens rabbi Zoetra ben Toevja in naam van Rav: “Zie wat G-d zegt in zijn gebed: ‘Dat door Mijn wil mijn mededogen het wint van mijn toorn, dat zij zich manifesteert boven mijn straffen; dat Ik mijn kinderen moge behandelen naar mijn eigenschappen van goedheid en handelen ten gunste van hen in afwijking van de lijn van de strikte gerechtigheid.” Gelezen in: Binjamin Heyl, Een toelichting op de sjabbatochtenddienst in de synagoge.
1
Bron: “Elke morgen nieuw”, D.J.van der Sluis e.a. 1978, blz. 135, 136
6
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
De eerste studiedag Op 25 maart j.l. hielden we onze eerste studiedag in Utrecht ten huize van Pieter Oussoren. Er hadden zich 15 studenten opgegeven. Ook Jan de Vlieger van Skandalon was aanwezig en natuurlijk Johan Murre onze cursusleider. Voor veel studenten was ondanks de centrale ligging het bereiken van Utrecht een weg met hindernissen door de vertragingen bij NS en de vele wegopbrekingen. Het was spannend voor ons allemaal, omdat we tot nu toe elkaar slechts kenden via e-mail. Maar al snel was het ijs gebroken.
’s Middags hebben we van de eerste 4 hoofdstukken van deel 2 de belangrijkste punten doorgenomen, zoals de indeling van de werkwoorden in sterk en zwak en de stamformaties, het perfectum en het imperfectum. Pieter Oussoren was op dat moment met een groep bezig met Genesis 1. Er was volop gelegenheid voor uitleg en om vragen te stellen over de cursus en er was tijd voor persoonlijke contacten. Terugziende op deze dag kunnen we concluderen dat het bijzonder zinvol en leerzaam is om elkaar enkele keren per jaar te ontmoeten.
Na een korte kennismaking met een traktatie – ons aangeboden door uitgeverij Skandalon – gingen we in twee groepen uiteen. Tijdens het morgenprogramma behandelde Johan het eerste lesblok van deel 1 (hoofdstukken 1 t/m 4), waarbij de kamets chatoef, de sjewa mobiel, de dageesj en leesmoeders de revue passeerden. Pieter Oussoren was intussen met een groepje studenten bezig met het eerste hoofdstuk van Ruth.
Aandacht tijdens de uitleg van de stof
Foto’s: Esmé Smit (internetstudent) De volgende studiedagen zijn gepland voor het najaar van 2006 en het voorjaar van 2007: 1. zaterdag 7 oktober 2006 van 10.00 tot ca. 15.30 uur 2. zaterdag 3 februari 2007 van 10.00 tot ca. 15.30 uur Zie voor meer gegevens verderop in dit nieuwsbulletin
Er was volop gelegenheid om vragen te stellen
7
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Geplande studiedagen voor het najaar 2006 en het voorjaar 2007 De volgende studiedagen zijn gepland voor het najaar van 2006 en het voorjaar van 2007: 1. zaterdag 7 oktober 2006 van 10.00 tot ca. 15.30 uur 2. zaterdag 3 februari 2007 van 10.00 tot ca. 15.30 uur Locatie: Lambertuskerk, Helvoirtseweg 5, Vught Opgave voor dag 1: uiterlijk 23 september2006 Opgave voor dag 2: uiterlijk 20 januari 2007 Als we een geschikte locatie kunnen vinden in of in de buurt van Zwolle zal er bij voldoende belangstelling ook daar een studiedag gepland worden in het voorjaar van 2007. Als iemand ons kan helpen om een geschikte locatie (goed per trein te bereiken en rolstoelvriendelijk) te vinden, laat dat dan weten aan Skandalon of aan Johan Murre. Een studiedag gaat alleen door als er minimaal 15 deelnemers zijn. De voorwaarden voor deelname aan de studiedagen zijn: 1. Men moet zich minimaal 14 dagen van te voren opgeven bij Skandalon of bij Johan Murre. 2. De kosten voor deelname zijn minmaal € 20 voor een student en € 30 voor een niet-student. 3. De kosten voor deelname moeten contant worden voldaan op de studiedag zelf. 4. Wie zich 14 dagen of minder van tevoren terugtrekt van deelname aan de studiedag, terwijl men zich heeft opgegeven, is toch verplicht de deelnamekosten te betalen. Er zijn immers op basis van opgave kosten gemaakt.
Toets Het is mogelijk om – als je beide delen van de grammatica hebt doorgewerkt – je studie af te sluiten met een toets, waarna je een certificaat ontvangt. Aan dit certificaat kunnen geen bevoegdheden worden ontleend. Wat houdt een toets in? 1. 2. 3.
Het hardop lezen van een gedeelte uit de Tenach. Hierbij wordt gelet op uitspraak en klemtoon. Het beantwoorden van enkele grammaticale vragen over het gelezen gedeelte. Het schriftelijk vertalen van enkele verzen uit de Torah, de Profeten en de Geschriften met het beantwoorden van grammaticale vragen over deze teksten. Het is geoorloofd om hierbij een woordenboek te gebruiken.
Voor het afleggen van deze toets moet je je bij mij aanmelden. Dan maken we een afspraak. Johan
8
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Boeken Miriam Weinstein, ‘De gouden sleutel’, een biografie van de Jiddische taal, door Uitg. Vassallucci 2002, ISBN 90500003826, Jiddische bibliotheek 9. Prijs € 21,95. De ontwikkeling van het Jiddisch wordt beschreven vanaf de eerste zin in het Jiddisch (1272) tot de teloorgang ervan na de Tweede Wereldoorlog. Ook het ontstaan en de ontwikkeling van het Moderne Hebreeuws komt aan de orde. Een boeiende beschrijving en een zeer toegankelijk boek. ● A.J. Heschel, In het licht van zijn aangezicht, de betekenis van het gebed in de joodse gedachtewereld. Bijleveld Press, 2000, ISBN-nummer 9061316820. Aantal pagina's: 160, bindwijze: Paperback, prijs € 16,50. Abraham Joshua Heschel geldt als een der belangrijkste joodse denkers van onze tijd. Hij stamde af van een beroemde chassidische rabbijnendynastie. Van jongs af aan was hij bezig met de studie van de klassieke rabbinale geschriften. Later studeerde hij filosofie aan de Universiteit van Berlijn en semitica aan de Hochschule für die Wissenschaft des Judentums, waar hij docent Talmudica werd. Eind 1938 moest hij Duitsland ontvluchten en belandde hij in de VS waar hij tot zijn dood als hoogleraar Ethiek en Mystiek verbonden was aan het Jewish Theological Seminary te New York. Zijn bekendste boeken, die ook in het Nederlands zijn vertaald zijn: ‘God zoekt de mens, een filosofie van het Jodendom’, ‘De sabbat, zijn betekenis voor de moderne mens’ en ‘In het licht van zijn aangezicht’. Uit dit laatste boek een kort citaat (blz. 15). ‘Bidden is acht slaan op het wonder.’ Het is opnieuw gevoel krijgen voor het mysterie waarvan elk wezen doortrokken is, voor de goddelijke inslag in de schering van onze prestaties. Gebed is ons bescheiden antwoord op de onvoorstelbare verrassing van het leven. Het is alles wat we kunnen stellen tegenover het mysterie van waaruit we leven. Wie
verdient het getuige te zijn van de gestadige voortgang van de tijd? Om ons heen de bergen, in gepeins verzonken, de bloemen in hun nederigheid - met een wijsheid groter dan elk alfabet - de wolken die voortdurend sterven terwille van Zijn heerlijkheid. En temidden daarvan wij, met onze haat, onze hoop, ons gehuil. Tegenover de zwijgende heerlijkheid in de natuur voelen we ons plotseling beschaamd over ons gekerm en gekrakeel. Wat is leven een genante zaak! Hoe vreemd staan wij in de wereld en hoe aanmatigend is ons optreden. Er is slechts een ding dat ons overeind kan houden: dankbaarheid. Dankbaarheid voor het feit dat we getuige mogen zijn van het wonder. Dankbaarheid voor het onverdiende voorrecht om te mogen dienen, aanbidden en vervullen. Dankbaarheid maakt onze ziel groot.’ De verleiding is groot om meer uit dit boekje te citeren, maar lees het zelf en je zult verrijkt worden. ● Amos Oz, Een verhaal van liefde en duisternis. Uitg: De Bezige Bij, 2005, ISBN 90 234 1775 5, 646 blz. Prijs € 29,90. Voor wie nog nooit iets gelezen heeft van de bekende Israëlitische schrijver Amos Oz is dit boek een aanbeveling waard. Op de flaptekst staat: ‘Amos Oz groeit op als enig kind van een afstandelijke, rationele vader en een romantische depressieve moeder, in een kleine, volgepakte woning waar boeken de hoofdbewoners zijn. Zijn familieleden observeert hij als waren ze tragikomische personages uit het werk van Tsjechow en Tolstoj. Wanneer hij twaalf is, pleegt zijn moeder zelfmoord, een gebeurtenis waarover hij vervolgens jarenlang zwijgt en die zijn verdere leven tekent. In Een verhaal van liefde en duisternis ontrafelt en onthult Amos Oz het verleden dat tot deze daad zou leiden. Het is een fenomenaal geschreven roman, vol prachtige metaforen, humor en tederheid. Op meesterlijke wijze vervlecht hij het verhaal van zijn persoonlijke leven met
9
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
honderdtwintig jaar familiegeschiedenis, die begint in Odessa en via Polen en Praag eindigt in het dor vluchtelingen, pioniers en Holocaust-overlevenden bevolkte Israël.’ Kortom: een schitterend boek dat vele uren leesplezier zal geven. ● Steffen Radlmaier (red.), Het proces van Neurenberg – Oorlogsmisdadigers, sterreporters en het eerste internationale gerechtshof, Uitg.: Cossee Amsterdam, 2005, ISBN 90 5936 0931, 350 blz. Met fotomateriaal. Prijs € 24,90. Op 20 november 1945 begint het proces van Neurenberg tegen de 24 belangrijkste oorlogsmisdadigers, onder wie Göring, Hess, Seyss-Inquart en Speer. Voor het eerst in de geschiedenis worden schuldigen aan oorlogen en oorlogsmisdaden ter verantwoording geroepen. De grote internationale kranten en tijdschriften sturen hun beste mensen en berichten niet alleen over het proces en ‘Görings mentaliteit als bendeleider’, maar ook over de volkomen vernielde binnenstad en de desinteresse en ellende onder de bevolking van Neurenberg. Het boek bevat een verzameling teksten die destijds zijn verschenen in de internationale pers. Aldus ontstond niet alleen een treurige, maar ook boeiende weergave van een van de belangrijkste processen van de 20ste eeuw. Zeer indrukwekkend en lezenswaardig. ● Johan Murre Marek Halter, De herinnering aan Abraham, Uitgeverij: De Prom, Baarn, 2000, ISBN 90 6801 638 5, Pagina's: 708, Prijs: onbekend. In een onderzoek dat zes jaar duurde volgde de in Polen geboren auteur Marek Halter (1936) het spoor van zijn familie terug tot aan 70 jaar na Christus, toen Abraham de schrijvr met zijn gezin moest vluchten uit het in brand staande Jeruzalem. Tweeduizend jaar lang komen de nakomelingen van deze Abraham van de ene ballingschap in de andere, van Rome naar Carthago, Toledo, Amsteram, Parijs en tenslotte Polen. Tweeduizend jaar Europese geschiedenis in de vorm van een meeslepende familiesaga. Met de middelen
van de romanschrijver heeft Marek Halter historische personages (vooral drukkers) tot levende mensen gemaakt. Hij heeft een boek geschreven dat leest als een monumentale cultuurhistorische reportage van ongelooflijk spannende stijl. Wie het heeft gelezen, bevestigt: het is een leesavontuur. Marek Halters moeder was een joodse dichteres, zijn vader was drukker. In 1950 kwam hij naar Parijs, werd daar leerling van de pantomimespeler Marcel Marceau. In 1967 richtte hij een internationaal comité op voor vrede in het Midden-Oosten. Sindsdien is hij een geëngageerd schrijver. ‘Een momumentale roman’ (Trouw). ● Riet van Schelven (cursist Middelburg) Binjamin Heyl, Een toelichting op de sjabbatochtenddienst in de synagoge. Uitg. Damon, Budel, ISBN 90 5573 444 6, Prijs 19,95, Pagina’s: 238 Dit boekje bevat een heldere uiteenzetting van de sjabbatochtenddienst in de synagoge. Elke sajbbatochtend komt men in de synagoge samen om te dawenen – ‘bidden’ -: te horen naar en te spreken met de Eeuwige. De gang van zaken in zo’n dienst ligt vast. Ze geschiedt in het hebreeuws en kan gevolgd worden aan de hand van het gebedenboek – ‘siddoer’- . Op sjabbat mag er niet gedragen worden, daarom zijn er gebedenboeken aanwezig. Dat geldt ook voor gebedsmantels voor de mannen. Het boekje is een goed hulpmiddel om inzicht te krijgen in de structuur van de sjabbatochtenddienst. In de inleiding wordt ingegaan op de doordenking van Gods aanwezigheid in de gehele schepping en op ons dagelijks doen en laten dat wordt gevoed door het gebed en verwoord in zegeneningen – ‘berachot’ -. Alle gebeden die worden uitgesproken tijdens de sjabbatochtenddienst worden uitgelegd en van commentaar voorzien. Elders in dit nummer vind je een artikel over de personen met een specifieke functie tijdens de sjabbatochtenddienst. De gegevens hiervoor zijn hoofdzakelijk ontleend aan dit boekje. ● Johan Murre Heb je interessante boeken of websites te melden, mail ze aan een van onze mailadressen (zie website)
10
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Websites www.bijbelshebreeuws.nl Niet zonder enige trots kunen we melden dat met medewerking van Skandalon onze eigen website is tot stand gekomen. www.skandalon.nl Kijk welke interssante boeken uitgeverij Skandalon in zijn fonds heeft. www.joods.nl Zeer lezenswaardige website met veel informatie over en uitleg bij de wekelijkse parasja’s (Torahlezingen) en allerlei andere joodse wetenswaardigheden. http://foundationstone.com.au/ Op deze site is een klein programma gratis te downloaden waarmee Hebreeuwse woorden kunnen worden geleerd. Er zitten verschillende woordenlijsten bij waaronder Bijbels Hebreeuws/Engels. Ook is er nog een zelfstudie programma waarmee het Bijbels Hebreeuws kan worden geleerd inclusief links naar geluidsfragmenten. Voor degene
die graag ook het modern Hebreeuws oftewel Ivriet zouden willen leren zitten er woordenlijsten modern Hebreeuws bij het oefenprogramma. Ik zou zeggen, neem gerust een kijkje! Remy Zolnet (cursist Middelburg) www.mechon-mamre.org Als je op deze website een bijbelboek en een hoofdstuk aanklikt hoor je de Hebreeuwse tekst voorlezen. Je kunt dan jezelf controleren op de uitspraak. Het gaat wel erg snel. www.jeled.net Op deze website, die voor kinderen is, kun je speelsgewijs het Hebreeuwse alfabet leren. www.folkertsmastichting.nl Een website volop informatie over de activiteiten van de Folkertsma Stichting: Publicaties, nieuws, leerhuizen, cursussen.
ָח ְכ ָמ ה Het woord ‘jood’ heeft vaak gediend om belediging en minachting uit te drukken. Er was een tijd dat dit woord werd gesymboliseerd door een ster, een ster bestemd voor een reis zonder retour. Toch behoort het tot die groep van woorden die de naam van God in zich dragen. Inderdaad, wanneer we naar het Hebreeuwse woord Jehoedi – jood – kijken, dat zien we de volgende vijf letters: j-h-w-d-h. Het zijn de vier letters van het Tetragram plus de d of dalet. De dalet is als het ware de toegangsdeur tot de woorden. ‘Jehoedi’ zijn betekent letterlijk: een deur aanbrengen in de vierletterige Godsnaam. Jood zijn wil zeggen: in relatie staan tot God, niet zoals Hij is in Zichzelf, maar in zijn hoedanigheid van het Tetragram JHWH. Het is binnengaan in die naam door de deur van de dalet, dus binnengaan in een tijd die zich niet beperkt tot het ‘nu’. Het is de deur van het heden openen, hem openbreken om zich voortdurend zowel in verleden als toekomst te begeven. Gelezen in: Marc-Alain Ouaknin, De Tien Geboden, Amsterdam 2001
11
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Semitische talen versus Indo-Europese talen Door Remy Zolnet (student te Middelburg) In 1997 ben ik samen met een vriend van mij op vakantie geweest in Israël. Deze vakantie is voor mij achteraf gezien één van de belangrijkste gebeurtenissen geweest van de afgelopen tien jaar. Waarom? Omdat ik na terugkomst besloten heb om een Semitische taal te gaan leren. Hebreeuws? Nee, Arabisch. En sinds die tijd ben ik eigenlijk helemaal “gek” van Semitische talen en vandaar dat ik sinds kort begonnen ben met de cursus Bijbels Hebreeuws. Waarom die passie voor nu juist deze talen? Omdat taal het denken structureert. “Wat bedoel je daarmee?” hoor ik u denken. Wel, Indo-Europese talen zijn gestructureerd rond zelfstandige naamwoorden. Die kunnen gespecificeerd worden door bijvoeglijke naamwoorden. Hun handelingen worden aangegeven met werkwoorden terwijl de laatste twee weer gespecificeerd kunnen worden met bijwoorden. Dit betekent als iemand iets wil vertellen, hij dat kan doen in een betoog. Deze talen lenen zich uitstekend tot abstractie. Semitische talen kennen dit systeem niet. Het Hebreeuws, Arabisch en Aramees zijn werkwoordtalen. Bijna alle woorden zijn afgeleid
van een stam met drie radicalen. Klinkers bestaan er oorspronkelijk ook niet in het alfabet. Uit de context moest de lezer dus opmaken hoe de klinkers in te vullen. Doordat bijna alle woorden teruggaan op een werkwoord kunnen we zeggen dat het taaldenken van het werkwoord uitgaat. Wat voor gevolgen heeft dit voor cultuur en traditie? Wanneer bij ons iemand iets verteld kan je een theoretisch betoog verwachten. Iemand uit de “Semitische” wereld zal eerder een verhaal vertellen. Als er dan wordt gevraagd of het werkelijk zo gegaan is zoals de spreker heeft verteld zal de spreker denken “Hij heeft er niets van begrepen, dan zal ik het met een ander verhaal moeten proberen.” Dit aspect is juist van zo een belang bij boeken als de Thora. Naar mijn persoonlijke mening is dit één van de redenen dat er door de Joodse traditie wordt gesteld dat er wel 600.000 Interpretaties mogelijk zijn van de bijbel. Met andere woorden als we een tekst lezen hoeven we niet meer te denken dat het er zó staat en het dus zo gebeurd moet zijn. Dit is wat mij het meest heeft geraakt van deze schitterende heilige talen.
ָח ְכ ָמ ה Als we het Tetragram zouden willen vertalen (we zeggen in dat geval ‘Adonai’), zouden we moeten zeggen: ‘Stilte heeft gesproken’, want Zijn naam maant eigenlijk vooral tot stilte, tot het vinden van de ingang tot het eigen innerlijk. “Ik ben de Eeuwige je God’ zou dus vertaald, of althans becommentarieerd moeten worden als ‘Ik ben, Ik, het Tetragram dat je niet kunt uitspreken omdat het stilte is’. Gelezen in: Marc-Alain Ouaknin, De Tien Geboden, Amsterdam 2001
12
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
Gedachten bij een levende taal Door Johan Murre In Middelburg hebben we naast de cursus Bijbels Hebreeuws de gesprekskring ‘Inleiding tot de joodse gedachtewereld’. Als leidraad gebruiken we het boek ‘Elke morgen nieuw’, waarin het z.g. Achttiengebed aan de orde komt. Het is verrassend om steeds weer te ontdekken wat een rijkdom er verborgen ligt in de joodse gedachtewereld, waarin ook de wortels liggen van het christelijk denken. In het Achttiengebed zitten allerlei spanningsvelden. Een van die spanningsvelden is de manier waarop God in het gebed wordt aangesproken. Daarvoor wordt het Hebreeuwse woord ‘Elohiem’ gebruikt, dat vertaald kan worden met ‘God’. Maar er staat ook vaak de vierletterige Godsnaam (JHWH) die uit eerbied en ontzag niet wordt uitgesproken, maar vervangen wordt door de naam ‘Adonai’. In de meeste Nederlandse vertalingen wordt deze Naam weergegeven met ‘HEER’ (met hoofdletters). De Naardense Bijbel vertaalt steeds met ‘ENE’. In andere gevallen gebruikt men aanduidingen zoals ‘De Heilige, geloofd zij Hij’ of ‘De Naam’ of ‘de Eeuwige’. Twee benamingen dus voor God in de bijbel. In het gebruik van die namen treedt een spanningsveld naar voren. Want ‘Elohiem’ wordt gebruikt als het accent ligt op God als Schepper van hemel en aarde in het algemeen. Vandaar dat in Gen. 1 deze naam steeds voorkomt. Hij is de Heer die over alles regeert, hij schept door zijn Woord, zonder dat er sprake is van een rechtstreekse relatie tussen Hem en de natuur. De vierletterige Godsnaam wordt echter gebruikt als het gaat om een bijzondere relatie tussen God en Israël. De nadruk valt op de persoonlijke rechtstreekse relatie tussen God en mens. Zodra dan ook de mens ‘op het toneel verschijnt’ en Hij in een rechtstreekse relatie tot die mens treedt in de hof van Eden, wordt deze Naam gebruikt. Maar tegelijk zien we dat beide namen samen voorkomen: ‘de Eeuwige, God’, waaruit we kunnen leren dat Hij die met de mens in relatie treedt, dezelfde
is als de God van de gehele schepping. Deze twee namen duiden in feite niets anders aan dan twee verschillende manieren waarop Hij zich aan de mens openbaart. In het joodse denken staan deze twee namen voor de twee fundamentele maten die zijn relatie met de wereld bepalen: die van het recht en van het erbarmen. Die twee dimensies (van het strenge recht en het milde erbarmen) zijn in God verenigd. ‘Overal waar gezegd wordt Heer (de vierletterige Naam) gaat het om de dimensie van het erbarmen…. En overal waar gezegd wordt Elohiem gaat het om de dimensie van het recht.’ Hoe is dat mogelijk? Een joodse midrasj geeft daar antwoord op: Het lijkt op een koning die teer glaswerk heeft. De koning overweegt: Als ik er iets heets in doe dan barsten ze, doe ik er iets koud in dan krimpen ze. Wat doet hij? Hij mengt het warme en het koude en schenkt ze uit en de glazen barsten niet. Zo overweegt de Heilige-Hij-zijgeprezen: Schep ik de wereld naar de maatstaf van het erbarmen dan zullen de zondaars welig tieren; naar de maatstaf van het recht: hoe zou de wereld kunnen blijven bestaan! Ik schep hem naar de maatstaven van het recht en erbarmen allebei, o, dat de wereld mag blijven bestaan! In het Achttiengebed spelen dit en andere spanningsvelden tussen recht en erbarmen voortdurend mee. Steeds weer wordt er een beroep gedaan op de maat van het erbarmen want alleen dank zij het erbarmen kan een mens blijven bestaan. Tegelijk moeten we beseffen dat de dimensie van het recht nooit afwezig is. Wij mogen nooit vergeten dat het onze opdracht is recht te doen, maar wel zoals Hij doet: met erbarmen. Dit en nog veel meer spanningsvelden die in het Achttiengebed worden verwoord is onderwerp van bespreking in bovenstaande gesprekskring. Ik hoop daar af en toe iets van te vertellen in ons nieuwbulletin. Johan Murre Literatuur: ‘Elke morgen nieuw’, uitg. B. Folkertsma-Stichting voor Talmudica.
13
Nieuwsbulletin voor de cursisten van de cursus Bijbels Hebreeuws – 02.06
14