Ontwikkelingsprojecten gericht op gehele families in Guatemala. Lees er meer over op pagina 4.
NIEUWSBRIEF Woord vooraf
Inhoud
Voor u ligt het 19de nummer van onze nieuwsbrief. Deze keer in een nieuwe vormgeving. De inhoud blijft vertrouwd: nieuws over de onderzoeken en projecten die we de afgelopen periode hebben gesteund. En natuurlijk herinneringen aan Marjan. In dit nummer aandacht voor twee projecten die we via Alpha Communities en Vista Project gesteund hebben in de provincie Sichuan in China. Beide projecten richten zich op het verbeteren van de levensomstandigheden van de Tibetaans Chinese bevolking. Aan de andere kant van de wereld, in Guatemala, onderzocht Iris Vermeulen de mogelijkheden van de “family based approach”. Door ontwikkelingsprojecten te richten op gehele families is de verwachting dat dit beter bijdraagt aan de versterking van de positie van vrouwen. Ronald Rens deelt zijn herinneringen aan zijn zus met ons in de rubriek herinneringen aan Marjan. Veel leesplezier.
Fair Trade uit eigen atelier Vrouwen investeren in hun toekomst Onderzoek naar de genderverhoudingen in de regio Alta Verapaz, Guatemala Tibetaanse vrouwen aan de slag als kapster of schoonheidsspecialiste Breimachines voor Bolivia Herinneringen aan Marjan
2 3 4 7 7 8
Colofon NIEUWSBRIEF STICHTING MARJAN RENS Contactadres: Stichting Marjan Rens Pesthuislaan 25 1054 RH Amsterdam Tel: 020 - 6162135/06-15230411 Postbanknummer: 5223307 e-mail:
[email protected] website: http://www.stichtingmarjanrens.nl
Bernadette, Marina, Gerard en Kees Stichting Marjan Rens
Mocht u deze nieuwsbrief niet meer willen ontvangen, of als u verhuist of een ander e-mail adres krijgt, laat u ons dat dan even weten per e-mail of per post.
N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
1
Fair trade uit eigen atelier Ayni Peru-Holanda is een stichting die kleinschalige projecten opzet voor met name kinderen en vrouwen van de Quechuabevolking in de regio Apurímac, in het Peruaanse Andesgebergte. In 2010 ontving Ayni € 1500,- van de Stichting Marjan Rens ter ondersteuning van het opzetten van een naaiatelier in het stadje Abancay. Dankzij deze schenking heeft de stichting een lokaaltje kunnen inrichten en een nieuwe lockmachine kunnen aanschaffen. inds we in november gestart zijn, is het hard gegaan”, vertelt Tinke enthousiast. Tinke Meeren is projectleider van Ayni PeruHolanda en woont het grootste deel van het jaar in Peru om ter plaatse de projecten op te zetten en te begeleiden. “We zijn begonnen met het maken van tassen, etuis en portemonnees van de traditionele jichja’s – dat zijn de fleurige doeken waarmee de Quechua-vrouwen hun kinderen op de rug dragen. Daarvan zijn er inmiddels tientallen verkocht aan twee Fair Trade winkels in Nederland. Van de opbrengst financieren we de materialen en betalen we de vrouwen die de producten hebben gemaakt. Omdat hierbij geen tussenpersonen of –organisaties betrokken zijn, kunnen we een zeer redelijke vergoeding uitbetalen. In de drie maanden dat we nu bezig zijn, hebben al vijf vrouwen zo hun broodnodige extra inkomen verdiend. Twee jonge meiden zijn het vak inmiddels aan het leren. Wij hopen dat er nog meer bij komen in de loop van het jaar, maar dat hangt natuurlijk ook af van de verkoopmogelijkheden.”
“S
Producten maken van stof ligt Tinke aan het hart, want zij zit zelf ook graag achter de naaimachine. “De vrouwen zijn nog wel een beetje onzeker wat betreft het ontwerpen van nieuwe producten en het knippen van de patronen. Daar help ik ze bij. Ook ga ik af en toe naar de stad Cusco waar altijd weer nieuwe dingen gebeuren op het gebied van zelfgemaakte producten voor
Een van de vrouwen aan het werk op de nieuwe lockmachine
Links Tinke met leerlinge in zelfgemaakte traditionele folkorejurken
2 N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
verkoop in Europa. Zo ben ik laatst teruggekomen met een hoop gerecycled materiaal: oude meelzakken en aardappelzakken gemaakt van lamawol. Ik heb weer volop ideeën om daar producten van te maken voor de Nederlandse fair trade markt en ga die met ‘mijn’ vrouwen uitwerken. Heel leuk om te doen.” “Het naaiatelierproject heeft zeker toekomst”, vindt Tinke. Maar de weg naar zelfstandigheid is geen pad met rozen, zoals ze in Peru zeggen. “Zo hebben we er zeker last van dat de euro een stuk lager staat dan een paar jaar geleden. En Peru is geen Azië. Hier is alles duurder, ook de lonen. Wij kunnen de producten daarom niet zo goedkoop aanbieden als bijvoorbeeld die uit India of China.” Om niet afhankelijk te zijn van Europa, heeft Ayni ook
de mogelijkheden op de lokale, Peruaanse markt onderzocht. Het blijkt dat er grote vraag is naar traditionele folkorejurken, die hier uitsluitend in Abancay en individueel op maat worden gemaakt. De jurken worden zowel verkocht als verhuurd. Op de foto showt Tinke speciaal voor deze gelegenheid een van de eerste creaties uit eigen atelier. “Namens de naaisters uit Abancay wil ik stichting Marjan Rens nogmaals hartelijk bedanken voor de donatie. Voor kleinschalige initiatieven zoals het onze betekent het heel veel.” Wilt u meer lezen over de projecten van stiching Ayni Peru-Holanda, dan verwijzen wij u naar www.ayniperuholanda.nl
Vrouwen investeren in hun toekomst Met een lening van € 350,- kon de Tibetaanse Hu Lo een trapnaaimachine aanschaffen en een voorraad leer om tassen en jassen te maken. Pewa en Sojong hebben een lening gekregen voor de aanschaf van nieuwe gewassen in hun groentekas. Behalve het kweken, maken Pewa en Sojong de groente ook klaar voor schoolkinderen zodat die in de wintermaanden toch wat verse groenten binnen krijgen. u Lo, Pewa en Sojong zijn drie van de zeven vrouwen die afgelopen jaar via het Vista Project de kans kregen om een eigen inkomen te verwerven via een microkrediet. De vrouwen wonen in de regio Sershul in China. Sershul ligt in het uiterste noordwesten van de provincie Sichuan. Het gebied ligt gemiddeld op 4200 meter hoogte en de winters zijn er lang en koud met temperaturen tot min 40 C. De bevolking is hoofdzakelijk Tibetaans en leeft als herders; zij trekken met hun vee over de uitgestrekte grasvelden. Meer dan 80 procent van de herders is analfabeet en sinds 2001 worden velen van hen gedwongen hun vee te verkopen en naar de stad Sershul te vertrekken. Daar is echter nauwelijks werk te vinden en door een gestaag groeiende stroom Han-Chinese migranten komt de werkgelegenheid steeds verder onder druk te staan.
H
Het Vista project is een lokale vrijwilligersorganisatie van Tibetanen uit de regio Sershul. Zij zetten zich in om het sociale en economische welzijn van de veelal arme en analfabete Tibetaanse gemeenschap te verbeteren. Het Vista
Project verzorgt (vak)opleidingen, heeft een basisschool opgericht, is begonnen met een kleermakerij en draait een hotel/restaurant. In 2010 is het Vista Project met steun van de Stichting Marjan Rens gestart met een microkrediet-programma speciaal voor vrouwen tussen de 18 en 50 jaar. Met een lening van een paar
honderd euro kunnen deze vrouwen een eigen bedrijf of activiteit beginnen waarmee ze inkomen verwerven. Om de kans op succes zo groot mogelijk te maken, zijn de vrouwen geselecteerd op inkomen, sociale status, aantal kinderen en vooral de wil om zelf iets te willen maken van hun leven. Uiteindelijk heb-
3 N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
ben zeven vrouwen een microkrediet gekregen. Sommigen hebben een naaimachine gekocht, andere vrouwen hebben het geld geïnvesteerd in groenten voor een groentekas, of in een koelkast om de voor de markt bestemde groenten in te bewaren. Alle vrouwen die een krediet hebben ontvangen zullen dat binnen twee jaar terug betalen. Het geld kan vervolgens opnieuw worden uitgeleend aan een volgende groep vrouwen. >
Drolma Drolma is een van de weinige vrouwen in Sershul die een hogere studie volgt. Haar ouders konden de kosten betalen, tot de aardbeving van vorig jaar. Haar vader runde een boterhandel en had in het voorjaar net grote hoeveelheden boter in diverse winkels in consignatie geleverd toen de aardbeving plaats vond. Huizen en winkels stortten in, de boter werd onverkoopbaar en de winkeliers hadden zoveel schade geleden dat zij de rekeningen niet meer konden betalen. De vader van Drolma was zijn inkomstenbron kwijt en kon de studie niet meer betalen. Het Vista Project
heeft besloten om met steun van de Stichting Marjan Rens de kosten van de opleiding van Drolma voor haar rekening te nemen. Drolma is van plan na haar studie terug te keren naar Serschul om daar les te gaan geven. Voor meer informatie: http://www.rigdzinfoundation.org
De mogelijkheden van de Family Based Approach voor ontwikkelingsorganisaties
Onderzoek naar de genderverhoudingen in de regio Alta Verapaz, Guatemala Door: Iris Vermeulen
In juli 2010 vertrok ik voor twee maanden naar Guatemala om onderzoek te doen onder familiehuishoudens van Q’eqchi Maya’s, met financiële steun van onder andere de Stichting Marjan Rens. Hoewel het onderzoek specifiek gericht is op de Q’eqchi is het doel van het onderzoek breder. Onwikkelingsorganisaties zijn er tot nog toe onvoldoende in geslaagd om de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen te verkleinen. Toch is het verkleinen van genderongelijkheden een belangrijk punt op de ontwikkelingsagenda. Milleniumdoel Drie van de Verenigde Naties is hier zelfs volledig aan gewijd. De Family Based Approach kan mogelijk een bijdrage leveren aan het verkleinen van de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen. andacht voor gender binnen het ontwikkelingsbeleid In de jaren 1970 kwam er binnen het ontwikkelingsbeleid meer oog voor de verschillen in kansen en mogelijkheden van mannen en vrouwen. Er is sindsdien veel veranderd. Aandacht voor genderconstructies, en de gevolgen daarvan, is toegenomen hebben een ontwikkeling doorgemaakt. De verschillende stromingen binnen het ontwikkelingsbeleid (zoals de Women in Development benadering, de Gender and Development benadering, participatieve ontwikkeling en de rightsbased approach) hebben zich toegelegd op verschillende aspecten om grotere gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bewerkstelligen. De aandacht is de laatste 40 jaar voornamelijk uitgegaan naar het verbeteren van de positie van vrouwen en hoewel daar verbeteringen in zichtbaar zijn, is het gevolgde ontwikkelingsbeleid niet in staat geweest om genderongelijkheden voldoende te bestrijden.
A
4 N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
De Family Based Approach Hoewel het ontwikkelingsbeleid de afgelopen veertig jaar steeds meer gericht geweest is op het verbeteren van de positie van vrouwen, is het beleid onvoldoende in staat geweest om genderongelijkheden te bestrijden. Anno 2010 zijn ontwikkelingsorganisaties op zoek naar nieuwe mogelijkheden om genderongelijkheden te bestrijden en deelnemers aan projecten gelijke ontwikkelingskansen te bieden. Mogelijk kan een nieuwe stroming binnen ontwikkelingsbeleid, de Family Based Approach (FBA), hiertoe een impuls geven. De Family Based Approach is een aanpak binnen het ontwikkelingsbeleid waar nog weinig onderzoek naar gedaan is. De Family Based Approach is een ontwikkelingsperspectief dat zich richt op interventies in familiehuishoudens. Het startpunt van de FBA is het bereiken van gelijkheid voor mannen en vrouwen. Het heeft als doel preventie en het terugbrengen van risicofactoren voor huishoudens door het vergroten van positieve
interacties tussen mannen en vrouwen, ouders en kinderen en het vergroten van begrip binnen families. De Family Based Approach gaat uit van de benadering van het familiehuishouden als één entiteit, in een netwerk van relaties. Er is echter wel oog voor de verschillende rollen die bestaan binnen een huishouden. Voor het bereiken van structurele veranderingen moeten alle partijen, zowel mannen als vrouwen, betrokken zijn bij het proces van verandering. Dit bevordert niet alleen de acceptatie van verandering, maar creëert een gezamenlijk doel. Onderzoek genderverhoudingen onder de Q’echi Maya’s Voordat een ontwikkelingsorganisatie zich kan richten op nieuw beleid, is het belangrijk inzicht te krijgen in de huidige leefomstandigheden en beperkingen die ontwikkeling en gelijkheid in de weg staan. Om te onderzoeken in hoeverre de FBA nieuwe mogelijkheden biedt voor ontwikkelingsorganisaties heb ik onderzoek gedaan bij de Q’eqchi Maya’s in twee dorpen in Alta Verapaz, Guatemala. Het betreft twee dorpen waar Fundacion del Centavo, een Guatemalteekse NGO, microkredieten verstrekt aan mannen of vrouwen uit familiehuishoudens. Het onderzoek vond plaats in het dorp Purahub, waar mannen van de deelnemende families een microkrediet ontvangen, en het dorp Chimoïs Tanchi, waar vrouwen van deelnemende families een microkrediet ontvangen. Het onderzoek bestond uit participerende observaties en interviews.
5 N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
Hoewel het belangrijk is per gebied een nieuw en specifiek onderzoek uit te voeren, zijn de uitkomsten van het onderzoek er op gericht inzicht te krijgen in de algemene mogelijkheden die de Family Based Approach biedt voor ontwikkelingsorganisaties en families in ontwikkelingslanden. In Purahub namen zeven gezinnen deel aan het onderzoek. De mannen van deze familiehuishoudens maken deel uit van de groep Prinzipales Azules de Purahub. In Chimoïs Tanchi namen twaalf familiehuishoudens deel aan het onderzoek; de vrouwen vormen samen de groep Amas de la Casa. Het doel van het onderzoek is de genderverhoudingen in kaart te brengen en te kijken of een aanpak op familiaal niveau mogelijk een uitkomst kan bieden voor het nivelleren van kansen en mogelijkheden voor mannen en vrouwen. Uitkomsten van het onderzoek naar genderverhoudingen Het onderzoek laat zien dat er grote ongelijkheid is tussen de positie van mannen en vrouwen. Vrouwen die een microkrediet ontvangen hebben een enigszins betere positie dan vrouwen zonder microkrediet, maar hebben desalniettemin een sterk ondergeschikte positie aan mannen. De man is traditioneel het hoofd van de familie en heeft daarom de beslissingsbevoegdheid over geldstromen en alles wat hieraan gerelateerd is. Zo moeten vrouwen toestemming vragen om inkopen te doen, maar de beslissingsbevoegdheid van de man gaat veel >
verder. Vrouwen hebben geen zelfbeschikking over het eigen lichaam. De man bepaalt hoeveel kinderen er komen. Een veelgehoorde uitspraak op dit gebied is: “De man betaalt, dus de man bepaalt”. Vrouwen geven aan dat als zij meer kinderen weigeren, de man op zoek gaat naar een vrouw die hem wel kinderen wil geven. De vrouw is echter financieel afhankelijk van de man en kan zich dit niet veroorloven. De armoede dwingt de vrouw tot het toegeven aan meer kinderen. Kinderen, met name zonen, worden gezien als de oplossing van de toekomst voor het armoedeprobleem. Van de zonen wordt verwacht dat ze de familie financieel ondersteunen als ze volwassen zijn. Tot die tijd zijn zonen een goede hulp op het land en dochters helpen in het huishouden. Aanbeveling Family Based Approach De bestaande ongelijkheden sterken mij in het idee dat een Family Based Approach mogelijk kan bijdragen aan het verbeteren van de levensomstandigheden van
mannen én vrouwen. Ontwikkelingsbeleid moet het hele familiehuishouden betrekken in het proces van verandering. FBA richt zich niet alleen op gendergelijkheid tussen mannen en vrouwen en gelijke toegang tot ontwikkeling en hulpbronnen, maar richt zich op het familiehuishouden als geheel. Dit ondervangt de kritiek dat genderrelaties niet zullen veranderen wanneer de aandacht slechts op één aspect van het systeem gericht wordt. Om effectieve veranderingen door te voeren moeten alle partijen betrokken worden in het veranderingsproces.
6 N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
Doordat de FBA zich richt op familiehuishoudens worden de mogelijkheden en verantwoordelijkheden beter verdeeld binnen een familiehuishouden; alle familieleden zijn namelijk verantwoordelijk voor het proces van vernieuwing of ontwikkeling. Er vindt op deze manier geen uitsluiting plaats, en daardoor raken relaties minder snel verstoord. Nieuwe groepen mannen kunnen bij Fundacion del Centavo geen microkrediet krijgen. Wat duidelijk naar voren kwam bij de mannen in Chimoïs Tanchi is het idee dat ze als onverantwoordelijk te boek staan en uitgesloten worden van de mogelijkheid om financiële verbetering te brengen in het familiehuishouden. Dit druist in tegen het culturele gegeven dat ze als hoofd van het huishouden financieel verantwoordelijk zijn en daardoor verstoort het de familierelatie. Het is niet realistisch te denken dat genderverschillen weggenomen kunnen worden door de FBA. Gender verschillen bestaan en het is belangrijk deze te onderkennen en een manier te vinden waarop de verschillen acceptabel en leefbaar zijn voor alle individuen in een familiehuishouden. De basis van de FBA is de gezamenlijke ontwikkeling en verantwoordelijkheid. Verschillen en ongelijkheden tussen mannen en vrouwen in een huishouden met betrekking tot taken, werkbelasting, toegang tot middelen, en de behoefte aan ontwikkelingskansen moeten worden geïdentificeerd. Om een grotere betrokkenheid van de hele familie te creëren is het noodzakelijk alle leden van het familiehuishouden te betrekken bij het ontwikkelen van een programma. Er is een voorkeur om te werken met groepen families, community based. Deze voorkeur is gebaseerd op het idee dat personen zich gesteund voelen door een groep. Het veranderingsproces wordt gelijktijdig met andere families doorlopen, wat zorgt voor steun van mannen aan mannen en vrouwen aan vrouwen. Maar belangrijker is de steun van families aan families. Het is belangrijk dat deelnemers inzien dat projecten gericht zijn op gezamenlijke ontwikkeling. Het wegnemen van uitsluiting van mannen in ontwikkelingsprojecten kan uitbuiting van vrouwen en frustraties van mannen voorkomen.
Tibetaanse vrouwen aan de slag als kapster of schoonheidsspecialiste Twintig jonge, ongeschoolde Tibetaanse vrouwen in de Chinese provincie Sichuan kregen afgelopen jaar een opleiding tot kapster of schoonheidsspecialiste. Twaalf van hen hebben ondertussen een baan en verdienen hun eigen geld. e ontwikkelingsorganisatie Alpha Communities werkt samen met de lokale gemeenschap aan lange termijn ontwikkelingsprojecten op het “platteland” van Sichuan, zoals in het gewest Ma’erkang. Het gebied bestaat uit hoge bergen en diepe dalen en de bevolking leeft van wat het land opbrengt. Traditioneel ruilde men goederen, maar ook in Ma’erkang verandert dit en er is steeds vaker geld nodig voor zaken als onderwijs, transport, gezondheidszorg, enz.. Veel jongvolwassenen hebben slechts basisonderwijs gehad, en zijn onvoldoende opgeleid om mee te kunnen dingen naar banen in de nieuwe markteconomie. Er dreigt hierdoor een generatie zonder hoop en mogelijkheden te ontstaan. Op verzoek van de lokale gemeenschap
D
organiseert Alpha Communities vak trainingen voor jonge mensen die onvoldoende opleiding hebben gehad. De opleiding tot kapster en schoonheidsspecialiste is een van deze trainingen en mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Stichting Marjan Rens. Na een zorgvuldige selectie hebben twintig vrouwen een drie maanden durende opleiding gevolgd tot kapster of schoonheidsspecialiste in een nationaal erkende school in Chengdu. Met een diploma zijn ze teruggekeerd naar
hun eigen gebied en twaalf vrouwen zijn of een eigen bedrijf begonnen of werken in loondienst. De andere acht vrouwen hebben deels in een ander vakgebied werk gevonden of zijn nog op zoek. Voor meer informatie: http://www.alphacommunities.org
Breimachines voor Bolivia eze foto werd ons opgestuurd door de dames van FETRAHO-OR, de vakbond voor dienstmeisjes in Oruro, Bolivia, die zich momenteel bekwamen in het hanteren van de door Stichting Marjan Rens betaalde breimachines. Zij melden ons dat 21 vrouwen inmiddels de kunst aardig onder de knie hebben. Voor de dames betekent het dat ze een extra bron van inkomsten hebben door de verkoop van gebreide kledingstukken.
D
7 N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
Herinneringen aan Marjan door: Ronald Rens
en tijdje terug stuurde Kees me een e-mail waarin hij vroeg of ik deze keer voor de nieuwsbrief een herinnering aan Marjan wilde schrijven. Ja natuurlijk dacht ik bij mezelf... De afgelopen weken gingen mijn gedachten dan ook regelmatig terug naar het verleden. Maar herinneringen aan Marjan op papier zetten blijkt lastiger dan gedacht... veel details van specifieke momenten lijken inmiddels verdwenen. Enerzijds begrijpelijk omdat het alweer lang geleden is, maar ook confronterend. Marjan was wel m’n zus maar een heel intensieve band hadden
E
8 N I E U W S B R I E F S T I C H T I N G M A R J A N R E N S nummer 19, april 2011
we niet. Er waren zeker perioden van goed contact maar bv. de jaren waarin Marjan veel in het buitenland zat, zoals de periode in Nepal, spraken we elkaar weinig. Maar herinneringen aan gevoelens zijn duidelijker: als ik aan Marjan terugdenk, herinner ik me haar bijzonder warme persoonlijkheid. De manier waarop ze met mensen omging, (ze had voor anderen altijd meer over dan voor zichzelf leek het wel), hoe ze communiceerde en vooral hoe ze lachte als ze vrolijk was. In een opgewekte bui kon ze schateren van de lach. Opgewekt was ze niet altijd, zoals de periode waarin ze haar scriptie aan het schrijven was . Ze bracht toen regelmatig tijd door in Loon op Zand. Ik woonde nog thuis, dus we zagen elkaar toen veel. Details weet ik niet meer maar wel dat het een lastige periode was, waarin ze worstelde met de scriptie, momenten van frustratie had en af en toe een traan moest laten. Een van de perioden dat we meer contact hadden was in mijn studententijd. Ik weet nog dat ik net studeerde en op kamers woonde. Het zal omstreeks 1990/1991 zijn geweest. Ik woonde sinds kort in een studentenhuis in Eindhoven en Marjan zou langskomen en blijven eten. Best stressen voor een broer die een goede indruk wilde maken en geen kookwonder is... zeker in die tijd niet. En Marjan was natuurlijk vegetarisch dus dat maakte het niet makkelijker. Het was ook een kennismaking met m’n huisgenoten. We woonden destijds met z’n 8’ten (nogal een gemêleerd gezelschap ) in het studentenhuis en het was goed gebruik dat iedereen die wilde mee eten kon intekenen. Ik was zenuwachtig over het kookresultaat, maar vooral ook wat Marjan van mijn huisgenoten zou vinden en vice versa. Aan het eten lag het niet volgens mij... hoewel Marjan stug vol hield dat het erg lekker was, maar werd het gezellige geslaagde avond. Marjan stal natuurlijk de show met haar persoonlijkheid en de idealen waar ze zich voor inzette. Lange tijd hebben m’n huisgenoten gezegd dat ik zo’n interessante en gezellige zus had... ik weet nog dat ik toen ontzettend trots op haar was.