Waarom Agta vrouwen niet meer jagen (zie pagina 4)
NIEUWSBRIEF Woord vooraf
Dit 26ste nummer is een bijzonder nummer, want het laatste nummer dat we (voorlopig) zullen uitbrengen. De stichting bestaat dit jaar 15 jaar. Tijd voor bezinning. Zoals verderop in de nieuwsbrief beschreven gaan we onze werkwijze aanpassen. Een van de gevolgen daarvan is dat dit het laatste nummer van de nieuwsbrief is. Deze keer aandacht voor het onderzoek dat Renee Hagen in de Filipijnen deed bij de inheemse Agta en met name waarom de Agta-vrouwen zelf niet meer jagen. In juni is voor de 6de keer de LOVA/Marjan Rens Thesis Award uitgereikt. Dit jaar is de prijs gewonnen door Merel van Mansom met haar onderzoek naar vrouwen die gebruik maken van gigolo’s. Deze nieuwsbrief sluiten we niet af met een nieuwe persoonlijke herinnering aan Marjan, maar met een collage van eerdere herinneringen. Veel leesplezier, Bernadette, Marina, Gerard en Kees. Stichting Marjan Rens
NIE UWSB R I E F S T I C H T I N G MAR JAN REN S nummer 26, juli 2015
Inhoud
Taprizaschool en de gevolgen van de aardbeving 15 Jaar Stichting Marjan Rens De LOVA/Marjan Rens Scriptieprijs 2015 Waarom Agta vrouwen niet meer jagen Broeikaseffect Discretie, veiligheid en anomiteit: het wereldwijde web en de gigolo Er zit meer in brood 15 Jaar herinneringen aan Marjan
2 2 3 4 5 6 7 7
Colofon N I E UWSB R I E F STI CHTI N G MAR JAN RENS Contactadres: Stichting Marjan Rens Pesthuislaan 25 1054 RH Amsterdam Tel: 020 - 6162135/06-15230411 ING-banknummer/IBAN: NL36INGB0005223307 e-mail:
[email protected] website: http://www.stichtingmarjanrens.nl Mocht u deze nieuwsbrief niet meer willen ontvangen, of als u verhuist of een ander e-mail adres krijgt, laat u ons dat dan even weten per e-mail of per post.
Taprizaschool en de gevolgen van de aardbeving Door Kees Vissers
A
fgelopen jaren hebben we regelmatig steun verleend aan de Tapriza-school in Nepal. Onlangs kregen we bericht, dat ook de Taprizaschool zware schade heeft opgelopen bij de grote aardbeving in Nepal. Gelukkig zijn er geen dodelijke slachtoffers gevallen. Het schoolgebouw in Dolpa is echter zwaar beschadigd geraakt en moet opnieuw worden gebouwd. Een groot deel van het gebouw is niet veilig en kan niet worden gebruikt. De eetzaal wordt nu gebruikt als slaapzaal en de lessen worden voorlopig in de tempel gegeven. Eten moeten de leerlingen buiten in de open lucht doen. We steunen de wederopbouw met een bijdrage van € 1.500,-.
15 Jaar stichting Marjan Rens Door Kees Vissers
O
p 24 juni 2015 zou Marjan 55 jaar zijn geworden en bestaat de stichting 15 jaar. In deze 15 jaar hebben we dankzij alle giften van onze vaste en incidentele donateurs 70 onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten kunnen steunen. In totaal hebben we aan deze projecten bijna € 83.000,- toegekend. Voor ons als bestuur was dit een goed moment om onze doelstellingen en werkwijze te evalueren en na te denken over hoe we de komende jaren verder willen met de stichting.
Meer nadruk op onderzoek Uitgangspunt is dat we door willen gaan met de stichting. Het is een mooie manier om Marjan te gedenken en onze financiële bijdragen worden zeer op prijs gesteld. We constateren echter ook dat we met ons budget alleen (zeer) kleine ontwikkelingsprojecten kunnen steunen. Of een kleine bijdrage kunnen leveren aan een groter project. Bovendien blijft het lastig om te waarborgen dat het geld ook daadwerkelijk goed wordt gebruikt.
Gezien de middelen die we hebben denken we dat het beter is om ons te concentreren op onze tweede prioriteit: het steunen van antropologisch onderzoek. Dat was de grote passie van Marjan. En met name onze bijdragen in de reis- en verblijfkosten van studenten bij onderzoek in het buitenland maken ook echt een verschil. Natuurlijk blijven we daarnaast de Taprizaschool in Nepal steunen. Daar liggen de wortels van de stichting en hebben we goede contacten zodat we zeker weten dat het geld goed besteed wordt. Dankzij onze donateurs hebben we afgelopen 15 jaar ons werk kunnen doen. We hopen natuurlijk dat u ook in de toekomst wilt blijven bijdragen. Ons nieuwe beleid We richten ons vanaf nu primair op het ondersteunen van (buitenlands) onderzoek van studenten culturele antropologie, met een voorkeur voor de specialisatie feministische antropologie;
•
2 NIE UWSBR I E F S T I C H T I N G MAR JAN RE N S nummer 26, juli 2015
• •
We blijven de Tapriza-school in Nepal steunen. We blijven de LOVA/Marjan Rens Thesis Award, die tweejaarlijks wordt uitgereikt, ondersteunen;
Enkele cijfers In de periode oktober 2000 t/m juni 2015 heeft de stichting 70 onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten gesteund. Het aantal onderzoeksprojecten was 31 en het aantal ontwikkelingsprojecten 39. Van de ontwikkelingsprojecten vonden er 16 plaats in het Himalaya-gebied en 19 in de Andes. Tot nu toe hebben we een bedrag van € 82.874,18 besteed aan de onderzoeksen ontwikkelingsprojecten. Daarnaast is nog € 3.050 besteed aan de LOVA/Marjan Rens scriptieprijs. Het overgrote deel van het bedrag (€ 64.926,96) is naar ontwikkelingsprojecten gegaan. Een bedrag van € 18.547,22 is besteed aan (studenten-) onderzoek als bijdrage in de reis- en verblijfkosten voor buitenlandonderzoek. LOVA/Marjan Rens scriptieprijs De LOVA/Marjan Rens scriptieprijs is tot
nu toe 6 keer uitgereikt: in 2005, 2007, 2009, 2011, 2013 en zeer onlangs in 2015. De winnaars waren: 2005 Joan van Wijk 2007 Janneke van Gog 2009 Lianne Holten 2011 Ilse-Marie Scheffers 2013 Natashe Lemos Dekker 2015 Merel van Mansom
Nieuwsbrief In de afgelopen 15 jaar zijn er - samen met deze - 26 nieuwsbrieven verschenen. Met de nieuwsbrief deden we verslag van de projecten die we steunden. Met vaak prachtige foto’s, gemaakt door studenten tijdens hun buitenland-onderzoek of van de organisaties die we steunden. De nieuwsbrief sloten we traditioneel af van een “persoonlijke herinnering” aan Marjan. Een herinnering van vriend of
vriendin, oud-collega’s, jeugdvrienden, enz... In deze nieuwsbrief geen nieuwe herinnering, maar een compilatie van de mooiste uitspraken uit eerdere stukken
De LOVA/Marjan Rens Scriptieprijs 2015 Door Marina de Regt
O
p vrijdag 5 juni 2015, tijdens de jaarlijkse LOVA-studiemiddag, is de zesde LOVA/Marjan Rens Scriptieprijs uitgereikt in Leiden. De middag stond in het teken van het afscheid van José van Santen, een van de founding mothers van LOVA. José was een van de juryleden en heeft de prijs uitgereikt. Hier een korte samenvatting van haar speech. Er waren dit jaar zeven scripties ingediend, met een rijkdom aan onderwerpen zoals vrouwelijke bewoners van kerkhoven op de Filipijnen, vrouwen in post-conflict situaties in Liberia, vaderschap in Nederland, een filosofische scriptie over welzijn en zorg vanuit activistische ouderschap. Maar deze scripties zijn niet in de prijzen gevallen.
ce-Making in the Dutch Kizomba Scene’. In de scriptie staat de introductie van een nieuwe dans in Nederland centraal . Het is een mooi verhaal over wie ‘erbij hoort in Nederland en wie niet ‘ in een nationaal discours over burgerschap, komaf en identiteitspolitiek. De hoofdprijs ging naar Merel van Mansom met haar scriptie: Feeling like a Natural Woman Dutch female demand for male supply in the world of Gigoloism. De vrouwelijke clientèle van Nederlandse gigolo’s staat hierin centraal en de scriptie focust op de beleving van Merel van Mansom
De derde prijs ging naar de scriptie van Fiona Reidy over de abortuswetgeving in Ierland, met als titel ‘Too Loud a Silence. Re-Imagining the Discourse on Abortion in the Republic of Ireland’. Het onderwerp abortus en de persoonlijke engagement van de auteur bij haar eigen samenleving stonden centraal. De kwestie abortus is altijd belangrijk geweest binnen het feminisme; abortus raakt aan het lichaam en de autonomie van vrouwen, het raakt de kwestie van het individuele beslissingsrecht versus de (traditioneel patriarchale) macht van kerk en staat, en het gaat over essentiële vragen van leven en dood, waarover vrouwen als volwaardig burger en individu willen beschikken. De tweede prijs ging naar Ine Beljaars voor haar scriptie ‘The Politics of Bodily Mobility and Ethnoracial Performativity in a Culture of Avoidance: Dance and Differen-
3 NIE UWSBR I E F S T I C H T I N G MAR JAN RE N S nummer 26, juli 2015
vrouwelijke seksualiteit, waarbij vrouwen het initiatief tot een seksuele ontmoeting nemen en zij ook degenen zijn die voor de seks betalen. Deze focus op female agency en op deze weinig onderzochte vorm van vrouwelijke seksuele beleving levert nieuw materiaal op over een tot dusver zo goed als onbekend terrein. Het onderwerp is immers omringd door taboes: alle respondenten gaven aan er niet of slecht met een enkele vriendin over te praten. Toch is Van Mansom er in geslaagd om uitgebreide interviews te maken. Een knappe prestatie!
Ine Beljaars
Waarom Agta vrouwen niet meer jagen Door Renee Hagen Renee Hagen studeert culturele antropologie aan de Universiteit van Leiden.
N
a maanden van vooronderzoek vertrok ik eind december richting de Filipijnen, waar ik de inheemse Agta in de Noordelijke Sierra Madre bergketen bezocht. De Agta zijn een nomadisch jagersverzamelaars volk dat voornamelijk leeft van de jacht op wilde varkens, vissen, het verzamelen van wilde aardappelen en wortels. Mijn onderzoek richtte zich op traditionele ecologische kennis: hoe wordt deze overgedragen van generatie op generatie en hoe wordt dit proces beïnvloed door veranderingen in de omgeving? Een interessant onderdeel hiervan was de rol van vrouwen in de jacht. In de jaren ’80 werden de Agta wereldberoemd doordat zij een tegenargument vormden tegen de bestaande ideeën over de taakverdeling tussen de seksen bij jagers-verzamelaars: “man the hunter, woman the gatherer”. De Agta waren namelijk één van de weinige samenlevingen waarbij vrouwen (hoewel deze inderdaad voornamelijk verzamelen) ook deelnamen in de jacht. Recent onderzoek laat echter zien dat dit niet meer het geval is; hedendaagse Agta-vrouwen jagen niet meer. Wat is hier de reden voor? Agta wonen traditioneel op de rand van het bos, maar worden door de snel groeiende Filipijnse populatie en de verhoogde druk op natuurlijke hulpbronnen steeds dieper de bergen ingedreven. Zo’n 4 à 5 gezinnen bij elkaar vormen een dorp, dat zich langs rivieren door het bos verplaatst. Begeleid door een van mijn docenten van Universiteit Leiden en een onderzoeksassistent kwam ik op 4 januari aan bij het eerste Agta dorp, op een paar uur lopen van de laatste weg. We werden vriendelijk onthaald, door goede contacten met een plaatselijke NGO wisten deze mensen van onze komst. Na een welkomst-
maal van plakrijst met kokos (een lokale lekkernij) vroeg ik of ik in een vergadering met alle mannen en vrouwen (de Agta zijn een egalitaire samenleving waarbij alle volwassenen meebeslissen) om toestemming om onderzoek te doen bij deze groep. Ik werd gezien als een interessante afleiding van de dagelijkse beslommeringen en met de belofte dat ik foto’s van iedereen zou maken en deze zou uitdelen, mocht ik mijn tent naast de hutten opzetten. Al snel begon het echte werk: data verzamelde ik voornamelijk door semi-gestructureerde interviews en observatie. Zo trok ik gedurende drie maanden rond tussen de drie Agta-dorpen die mijn onderzoekspopulatie vormden, en de campus van Isabela State University, waar ik naar terug keerde om uit te rusten, contact met thuis op te nemen en data kon opslaan. Ik keek naar hoe traditionele ecologische kennis was verdeeld tussen de leden van de samenleving; zijn er experts op gebieden van jacht, visserij of verzamelen? Hoe leren kinderen deze technieken? En wat is de invloed van houtkap, de komst van migranten of de introductie van basisonderwijs op kennisoverdracht? Mijn bevindingen zijn voornamelijk beschrijvend; dergelijk onderzoek heeft nooit eerder plaatsgevonden bij de Agta en alle bevindingen waren in principe nieuw. Traditionele kennis wordt voornamelijk overgedragen doordat kinderen hun ouders observeren en imiteren, er wordt (bijna) niets uitgelegd en kinderen leren voornamelijk door trial-and-error; uitproberen. De meest interessante bevindingen komen van de vraag hoe kennisoverdracht wordt beïnvloed door veranderingen in het milieu en sociale structuren. Zo werd bijvoorbeeld duidelijk dat de komst van basisonderwijs, hoewel dit zeker positieve gevolgen voor de gemarginaliseerde positie van de Agta kan hebben, traditionele kennisoverdracht beïnvloedt. Zo hebben kinderen die naar school gaan minder kennis over (het gebruik van) de verschillende planten in het bos; ze gaan minder vaak met hun ouders op pad om medicinale of eetbare planten te zoeken. Ook moeten gezinnen hun nomadische bestaan achter zich laten om kinderen naar school te kunnen laten gaan. Maar, door te leren rekenen zullen Agta in de toekomst hopelijk minder vaak bedrogen worden op de markt (waar ze nu vaak te weinig wisselgeld terugkrijgen als ze bijvoorbeeld het vlees van hun gejaagde varkens willen verkopen). Maar waarom jagen de vrouwen nu niet meer? De oudere vrouwen die ik sprak bevestigden dat hun moeders vroeger joegen. Ik heb twee vrouwen ontmoet die toen ze jong waren zelf ook met een pijl en boog de varkens achterna
4 NIE UWSBR I E F S T I C H T I N G MAR JAN RE N S nummer 26, juli 2015
vrouwen niet meer alleen het bos in durfden uit angst voor houtkappers die sinds eind jaren ’80 tot diep in het bos te vinden zijn. In het dorp van deze vrouw zijn toentertijd verschillende jonge vrouwen aangerand of verkracht door deze mannen, en sindsdien willen Agta vrouwen niet meer te diep het bos in.
gingen. Over de verandering van taakverdeling kwamen verschillende ideeën naar voren: Vrouwen jagen altijd met honden en er zijn niet genoeg honden meer. Door boskap zijn er meer struiken en minder bomen, dit maakt het fysiek erg zwaar om door het bos te bewegen en vrouwen zijn niet sterk meer. Interessante suggesties, maar deze antwoorden gaven geen voldoening, omdat ze naar mijn idee geen goede verklaring waren voor zo’n grote sociale verandering. Tijdens mijn laatste week in het veld had ik het bijna opgegeven nog een antwoord te vinden, totdat ik een vertrouwelijk gesprek had met een oude vrouw die vroeger wel op jacht ging. Ze vertelde me dat, hoewel de eerdere verklaringen ook meespeelden,
Broeikaseffect Door Gerard Luttenberg
I
n de kleine indianendorpjes op de hoogvlaktes van Bolivia is armoede troef. Zo ook in Tambillo, ruim 70 km van de hoofdstad La Paz. Die armoe is niet alleen een kwestie van inkomen – gemiddeld 783 Euro per jaar per gezin – maar ook van werkgelegenheid en gezondheid. Veel jongeren trekken naar de stad en onderzoek wees uit dat de meeste inwoners een chronisch gebrek aan koolhydraten, vetten en eiwitten hebben. En groep vrouwen – zoals altijd verantwoordelijk voor het verbouwen van
In eerdere gesprekken waren vrouwen verlegen om dit argument naar voren te brengen; het gaat om een gevoelig onderwerp waar ze niet graag over spreken. Het gesprek met deze vrouw is dan ook mijn enige bron voor deze mogelijke verklaring, anderen heb ik er niet over kunnen spreken. Het is een droevig antwoord op mijn vraag waarom vrouwen niet meer jagen. Wel is het een interessant voorbeeld van hoe sociale veranderingen indirect grote gevolgen kunnen hebben voor de taakverdeling tussen de seksen! Omdat ik niet weet op welke schaal dit argument meespeelt, zou het interessant zijn om hier meer onderzoek naar te doen, wie weet een volgend project… Graag zou ik Stichting Marjan Rens bedanken voor haar bijdrage aan mijn onderzoek. Mede dankzij het fonds heb ik de kans gehad om zelf veel te leren, en om meer inzicht te krijgen in het leven van een bijzondere groep mensen. Dank u wel!
groenten en fruit – besloot actie te ondernemen en riep deskundige hulp in. Ze maakten samen een plan dat bestond uit scholing, meer variatie in te verbouwen producten en het construeren van vier broeikassen. Het traditionele dieet van de bewoners van Tambillo bestond uit quinoa, bonen en aardappels. Het werken in broeikassen maakt het mogelijk ook producten als tomaten, komkommers, snijbieten, rapen, radijs, witte kool en sla te verbouwen. Bovendien kan er ook in het koude seizoen verbouwd worden.
zonder schadelijke chemische bestrijdingsmiddelen ziekten kunnen bestrijden. Èn hoe ze de maaltijden gevarieerder kunnen maken, misschien wel het moeilijkste onderdeel van het plan.
Door de scholing leren de vrouwen hoe ze producten moeten roteren, hoe ze organisch kunnen verbouwen en hoe ze
O ja: wat heeft de Stichting Marjan Rens hier mee te maken? Wij betaalden de broeikassen. Zeer effectief dus.
5 NIE UWSBR I E F S T I C H T I N G MAR JAN RE N S nummer 26, juli 2015
Een bijkomend voordeel is dat het ook nog geld oplevert: de gezinnen hoeven in het winterseizoen niet elders dure groentes te kopen en ze kunnen bovendien het overschot zelf gaan verkopen op de jaarmarkt en in El Alta, een voorstad van La Paz. Het geeft de vrouwen dus ook meer economische onafhankelijkheid.
Discretie, veiligheid en anomiteit: het wereldwijde web en de gigolo Door Merel van Mansom Merel van Mansom deed onderzoek naar de vrouwelijke clientèle van gigolo’s in Nederland en won met haar scriptie de LOVA/Marjan Rens scriptieprijs 2015.
Just a gigolo, everywhere I go People know the part I am playing Paid for every dance, selling each romance Every night some heart betraying - Bing Crosby (1931)
T
heater, films en zelfs liedjes zoals ‘just a gigolo’ van Bill Crosby spreken al over gigolo’s sinds de jaren dertig. Maar wat bedoelt Bing Crosby met, ‘the part they are playing’? Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de motivaties van mannen om te betalen voor seksuele dienstverlening, maar onderzoek naar de motivaties van vrouwen om te betalen voor deze diensten is er niet of nauwelijks. Voor mijn Masterscriptie ‘Feeling Like a Natural Woman, female demand for male supply in the world of Gigoloism’ sprak ik onder andere met 10 vrouwen die wel eens of wel eens vaker afspraken met een gigolo. Tijdens het
gepaard gaan. Deze online fora bieden een stukje veiligheid, ze vinden op deze manier anoniem steun door zich te kunnen uiten. Want voor vrouwen ligt er niet alleen een stigma op het betalen voor seks maar ook een stigma op een dubbele seksuele moraal. Want als vrouw behoor je helemaal niet zo seksueel actief te zijn. Gigolo’s, mannelijke escorts – of één van de vijf gigolo’s die ik sprak beschreef zichzelf liever als ‘praktijk seksuoloog’ – zijn ook voornamelijk online te vinden. Voor de vrouwen die gebruik maken van deze diensten is deze anonimiteit heel prettig, het geeft ze de mogelijkheid om nog even na te denken of dit echt is wat ze willen en niemand hoeft dit te weten te komen. Een nadeel echter is dat er op steeds grotere schaal een verborgen markt ontstaat, want dat er steeds meer gigolo’s zijn die hun diensten online aanbieden, hoeft nog niet automatisch te betekenen dat er meer vraag naar is. Om in contact te komen met deze vrouwen is dus niet makkelijk. Mijn eerste respondenten vond ik online maar in het begin van deze zoektocht kreeg ik veel weerstand en kritiek. Want waarom zouden deze vrouwen met jou zoiets persoonlijks willen delen? En denk je echt dat deze vrouwen gemeenschappelijke motivaties hebben als deze zo persoonlijk zijn? Ik ben blij dat dit commentaar mij nooit weerhouden heeft de studie door te zetten, want het tegenovergestelde bleek waar te zijn. ’De reden waarom ik met je wou praten, om je mijn verhaal te vertellen, is omdat ik vind dat het belangrijk is om het te delen. Er is een hele wereld waar niemand iets van af weet. Ik voel me bijna verplicht om met jou te praten. Op een goede manier hoor om een soort van bewustzijn en acceptatie te creëren’’
schrijven van mijn scriptie was er slechts 1 studie uit 1989 door Mariëlle Oste, een Nederlandse onderzoeksjournalist. Sinds enkele maanden is een Engelse wetenschapper, dr. Sarah Kingston, begonnen met een nationale studie: women who buy sex . Waarmee ze door veel media aandacht voor haar onderzoek hoopt met vrouwen in contact te komen die wel eens betaald hebben voor seks. Ondanks dat ik geen mogelijkheid had om de media hiervoor in te zetten, spelen moderne media wel een centrale rol voor de vrouwen die ik heb mogen spreken. Online zijn er steeds meer verschillende (Nederlandse) fora waar vrouwen praten over hun seksualiteit, de lusten, de lasten en de vele onzekerheden die daarmee
6 NIE UWSBR I E F S T I C H T I N G MAR JAN RE N S nummer 26, juli 2015
Deze quote is van Victoria, een weduwe van middelbare leeftijd, maar elke vrouw gaf een soort gelijke introductie waarom ze hun verhaal met mij wilden delen. Voor velen was ik zelfs de enige met wie ze het er ooit over gehad hadden. Ondanks dat de vrouwen verschilden in leeftijd, levensfase, relatie status en zelfs seksuele oriëntatie, kwamen veel van hun verhalen overeen. Zo hadden ze allen een sterke behoefte aan discretie, veiligheid en anonimiteit. Dit vonden ze bij een gigolo, en niet iemand die ze ontmoeten in een café. Deze drie belangen zijn onlosmakelijk verbonden met het belang van ‘ervaring’. Zo beschreef een van de vrouwen die ik sprak dat: “Het grootste struikelblok voor de vrouw is dat ze moeten betalen voor de seks. Ja want ik kan het toch zo krijgen. Ik denk dan, zie het iets ruimer want zo zie ik het dus ook hè. Niet iedere man kan fantastisch masseren en al die knopen oplossen en van je nek en rugproblemen
verlossen, dus waar ga je naar toe? Je gaat naar een professionele masseur. Ik snap dat er een groot verschil is tussen gemasseerd worden en bemind worden, dat verschil dat snap ik, daar ga ik niet over twisten […] maar je betaalt dan toch diegene voor de ervaring die hij heeft?” Het hebben of verkrijgen van ‘ervaring’ blijkt 3 dimensies te hebben, zo is het boeken van een gigolo al een hele ervaring op zich. Ten tweede is de ervaring van de gigolo heel erg belangrijk omdat de vrouwen een ervaring, of liever gezegd ‘kennis’ opdoen die zij na hun rendez-vous
met een gigolo gebruikten binnen hun eigen huwelijk of om nieuwe stappen te zetten op de datingmarkt. Ten derde, alle vrouwen leerden iets over hun eigen seksualiteit met als gevolg dat het betalen voor seksuele verdiensten eerder werd beleefd als iets natuurlijks dan iets onnatuurlijks. Tijdens hun ‘sessies’ stelt de gigolo namelijk het genot van de vrouw en voornamelijk de mogelijkheid om te kunnen ‘ontvangen’ centraal. Om terug te komen op de vraag ‘what is the part they are playing’ lijkt het voor velen een seksuele ontwaking te zijn om zich weer een volledige vrouw te kunnen voelen.
Er zit meer in brood Door Gerard Luttenberg
Elke werkdag worden er 700 broodjes gebakken in de bakkerij van de vrouwengroep in Oruro, Bolivia. Meer dan helft gaat naar de gezinnen van de twintig deelnemende vrouwen zelf, de rest wordt uitgevent in de stad. Daarnaast wordt - afhankelijk van de vraag - elke dag een grote hoeveelheid banket gebakken en verkocht. Dit alles werd mede mogelijk gemaakt door de bijdrage van 1500 Euro van onze stichting, voor de
aankoop van ovens en materiaal. De organisatie is al een paar jaar actief in een van de armste buurten van Oruro. “Door zelf voor brood te zorgen en bij te dragen aan het inkomen van het gezin ben ik niet meer zo afhankelijk van wat mijn man verdient”, zegt Silvia Quispe, een van de deelneemsters aan het project. En de voorzitster van de organisatie, Flora Guitierrez, ziet nog meer gevolgen: “Als wij nu onze mond open-
doen tijdens vergaderingen worden we niet meer uitgelachen. We worden serieus genomen omdat we een forse bijdrage leveren aan het inkomen van onze gezinnen.”
15 Jaar herinneringen aan Marjan Kees: ‘Het is geen echt afscheid zeiden we.’ De wereld staat stil. Ze kon ontzettend genieten van een glas wijn en de nabijheid van vriendinnen. Een uur lang aan de telefoon zitten was niet bijzonder. Ze was kwetsbaar en sterk tegelijkertijd.
Marina: Over een paar maanden word ik veertig, een leeftijd die Marjan niet heeft mogen bereiken, en ik ben me heel bewust van het feit dat ik dankbaar moet zijn voor de mogelijkheden die ik tot nu toe heb
gekregen om mijn ambities te verwezenlijken, ondanks de twijfels die ik soms over mijn werk heb. Marina Raymakers: Marjan staat voor mij voor de bindende kracht van ons groepje ‘vrouwenoverleg’. En nog steeds is zij een bindende factor in het groepje vriendinnen die ik behouden heb uit die tijd. Karin: Eindeloos, echt eindeloos hebben we die handstand geoefend, die we eigenlijk allebei wel niet konden. En misschien nog wel veel eindelozer heeft meester Jan aan Marjan haar billen, buik, rug en schouders geduwd en aan schouders en kruin getrokken om haar recht te laten staan. Soms kon ze er zo nukkig en kwaad van worden als het niet lukte; haar benen spartelden alle kanten op als ze iets eng vond of als het niet lukte, of ze slaakte van die geweldige kreten als het eng was: oh-jee-oh-jee-oh-jee, zichzelf dan
7 NIE UWSBR I E F S T I C H T I N G MAR JAN RE N S nummer 26, juli 2015
meteen toe te roepen dat ze ‘strak moest blijven’. Peter en Louise: Marjan liet zich niet graag zoet houden met een simpel antwoord. Felle waaromvragen en hoe is het mogelijk dat ... In de gesprekken voelde je altijd haar innerlijke motivatie en gedrevenheid om iets te betekenen voor de mensen.
Katia: Zij is zo’n vrouw die er heel vrouwelijk uit blijft zien in kleding die je niet dadelijk als vrouwelijk bestempelt. Marjan was een vergadertijger. Zij kon helder formuleren en dingen op een rustige manier zeggen. Ook als die bol stonden van kritiek. Daar heb ik wel wat van geleerd. Met Marjan kon je ook gezellig tobben. (…) Zij heeft daar zo’n speciaal lachje voor, een lachje van één lettergreep.
Ellis: Als ik nu aan Marjan denk, zie ik haar meteen voor me, met haar grappige korte kop haar, heldere oogopslag en onderzoekende blik. Ik hoor ook meteen haar stem: licht, met hoge tonen, en als ze vrolijk was, met een klaterende, aanstekelijke lach. Ik weet van vriendinnen die haar goed en lang gekend hebben dat ze tobde met zichzelf. Ze was perfectionistisch en mede daardoor vaak onzeker en ongelukkig over haar prestaties en misschien zelfs ook over de richting van werk en leven.
Ilse: Ik mis die mooie intense momenten met Marjan nog altijd, maar ben natuurlijk wel heel blij met die mooie herinneringen. Het leven van Marjan was kort maar krachtig. Zo herinner ik me Marjan.
Polly: The essence of Marjan was inspiring and compassionate both intellectually and sociably. She has a warrior soul, because I think Marjan’s soul energy is still around if we tap into it, and a strong sense of justice. Her determination had a very positive impact on all who knew her.
Petra: Dan kon ze zich niet inhouden (zo zat ze niet in elkaar) en klom ze op de bres. Ze gaf aan hoe ze over de zaken dacht, zonder er omheen te draaien, recht op de (meestal) man af. Wat de meest indruk op me heeft gemaakt was haar moed; om voor haar mening te staan, om de strijd aan te gaan, ook al had ze alle tendensen tegen; vaak zenuwachtig, rood aanlopend, vlekken in haar hals, zoekend naar woorden, maar zonder op te geven…. Met haar in je buurt had je nauwelijks een eigen geweten meer nodig.
Jan en Ria: We missen Marjan dagelijks. Maar de pijn van het begin is anders geworden. Toen wilden we nergens heen en konden we er nauwelijks over praten. Door de tijdsduur kunnen we er nu beter mee omgaan. We denken veel aan Marjan, maar merken ook dat in de loop van de jaren de dagelijkse bezigheden maken dat we niet elk moment meer aan haar denken. Anders kun je ook niet meer leven. Wilma: Ik denk dat ik door haar ook veel dieper ben gaan nadenken over zaken die in de wereld speelden. (…)
Het mooie van Marianne was wel dat ze me nooit het gevoel gaf dat je dom was. Ik had bij haar altijd het idee dat mijn mening voor haar meetelde. Ronald: In een opgewekte bui kon ze schateren van de lach. Marjan stal natuurlijk de show met haar persoonlijkheid en de idealen waar ze zich voor inzette. Lange tijd hebben m’n huisgenoten gezegd dat ik zo’n interessante en gezellige zus had...ik weet nog dat ik toen ontzettend trots op haar was. Anuscka: Zo klein als Marjan was, zo groot was Sancho. Sancho was een prachtige zwarte herder (…) Marjan werd op de faculteit geroemd om haar schrijverschap, pardon Marjan, schrijfsterschap natuurlijk. Gaston: In de loop van de maanden doken er steeds meer signalen op dat Marjan wel eens lesbisch kon zijn: weinig mannelijke vrienden, louter lesbische huisgenoten, een vrouwelijk naakt aan de muur, en haar kleding en kapsel stelden me ook niet gerust. Haar dagelijks leven kwam in het teken te staan van twee dingen: vechten met haar demonen en worstelen met haar scriptie (die ondanks alles prachtig zou worden – een onwaarschijnlijke prestatie). Ytzen: Ik had soms het gevoel dat dat ten koste van haarzelf ging, maar een andere manier was er niet voor haar. Acrobatiek en Sancho, haar grote zwarte hond, zorgden voor de nodige afleiding.
8 NIE UWSBR I E F S T I C H T I N G MAR JAN RE N S nummer 26, juli 2015
Joanneke: Zit je nou ergens op een berg en bekijk je ons kritisch lachend? Lorraine: Ik herinner me de verhalen die ze vertelde. Onder de indruk was ik dat ze haar veldwerk in het hooggebergte in Ecuador had gedaan. Haar verhalen over schaarste, over het dorpsleven en de eenzaamheid daar, gaven me het gevoel dat zij een echte antropologe was. Claudia: Mijn zus heeft in die moeilijke, zware maanden in Ecuador, maar ook tijdens haar geploeter en gezwoeg daarna om haar verhaal goed en zo wetenschappelijk verantwoord mogelijk op papier te krijgen, nooit kunnen dromen dat haar leeronderzoek zo goed zou worden.