E-mail nieuwsbrief voor beleidsmakers en belangenbehartigers rond homo- en lesbisch beleid
Pink Link 56 13 mei 2008 Inhoud: Goed gedrag bij homojongerenorganisaties Vrolijke Scholen Allianties Aanpak van geweld tegen homoseksuelen: brief van het College van Procureurs-generaal Universiteit van Amsterdam: onderzoek naar daders homogeweld Debat over homofobie Religie staat dit jaar centraal op Gay Pride Kritiek op CGB vanuit christelijke hoek
Goed gedrag bij homojongerenorganisaties Door Jos Versteegen Homojongerenorganisaties moeten voorzichtig zijn, vooral wanneer ze activiteiten organiseren voor minderjarigen. De ouders kunnen bezwaar maken dat hun zoon of dochter naar een gespreksgroep van zo’n organisatie gaat. Omdat ze niets moeten hebben van homoseksualiteit. Of omdat ze bang zijn dat hun minderjarig kind wordt verleid en seks heeft met een meerderjarige. En het is lang niet denkbeeldig dat de homojongerenorganisatie te maken krijgt met justitie. De regels zijn zelfs aangescherpt. Was het vroeger zo dat justitie alleen een onderzoek kon instellen als er een klacht binnen was gekomen, tegenwoordig kan zo’n onderzoek ook plaatsvinden zonder voorafgaande klacht. Homoseksuele jongeren hebben behoefte aan een plek waar ze zichzelf kunnen zijn, waar ze over hun problemen kunnen praten en waar ze andere jongeren kunnen ontmoeten. Ze zijn steeds vroeger seksueel volwassen, ze voelen zich niet goed thuis in de disco en op feestjes, waar heteroseksualiteit de norm is. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat homojongerenorganisaties een toename zien van minderjarigen (onder de zestien jaar) die bij hen aankloppen. Op verzoek van het Homojongerenplatform heeft MOVISIE een ‘voorbeeldgedragscode’ ontwikkeld. Daarin staan alle wettelijke en andere gedragsregels op een rijtje. Aan de hand van dit model kunnen homojongerengroepen een eigen gedragscode en ook een klachtenreglement opzetten. Wie de regels van de gedragscode naleeft, kan veel ellende voorkomen, zowel voor de homoseksuele jongeren als voor de begeleiders. Wat zijn die regels? De bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht die in de code zijn opgenomen, spreken duidelijke taal. Zo is iedere vorm van seksuele toenadering van een begeleider naar een deelnemer verboden. Seksuele toenadering van een meerderjarige naar een minderjarige is verboden, en hetzelfde geldt voor het maken van afbeeldingen (bijvoorbeeld foto’s) van seksuele gedragingen van iemand onder de achttien jaar. De andere regels uit de gedragscode staan niet in de wet, maar hebben te maken met waarden en normen, met respect, met gewenst gedrag. Bijvoorbeeld: zorg als organisatie voor een open, vertrouwelijke sfeer waarin iedereen elkaar durft aan te spreken op gedrag. Zorg dat begeleiders goede voorbeelden zijn en daardoor aan iedereen binnen de organisatie laten zien wat respectvol gedrag inhoudt. Zorg dat seksuele intimidatie, misbruik en discriminatie geen kans krijgen. Ieder signaal dat in de richting van zulk soort ongewenst gedrag wijst, moet door de organisatie en de groepsbegeleiders zo snel mogelijk worden opgepikt.
‘Veiligheid, dat moeten jongeren bij homojongerenorganisaties kunnen vinden,’ zegt Hanneke Felten, die de gedragscode bij MOVISIE ontwikkelde. ‘En veiligheid betekent preventie van seksuele intimidatie, seksueel misbruik en discriminatie. Een homojongerenorganisatie moet zoiets zijn als een vertrouwde plek, waar je je helemaal op je gemak kunt voelen, juist ook als dat thuis of op school niet zo is.’ Natuurlijk is gedrag niet altijd af te dwingen. Het is goed denkbaar dat er in een gespreksgroep ‘iets moois’ opbloeit tussen een minderjarige en een meerderjarige deelnemer. Als de begeleider dat merkt, is het zijn taak om er direct op te wijzen dat een seksuele relatie wettelijk niet is toegestaan. Krijgen twee meerderjarige jongeren in de groep een relatie, dan kan dat het groepsproces verstoren en is het aan de begeleider om een gesprek met de betrokkenen te voeren. Doen zich onplezierigheden voor als jaloezie, roddel en pesterijen, dan moet de begeleider daar uiteraard iets van zeggen. Dat kan meestal het beste gebeuren in een vertrouwelijk gesprek met de betrokkenen. En wanneer er romantische gevoelens ontstaan tussen een begeleider en een deelnemer, stapt de begeleider naar het bestuur van de organisatie. Een mogelijke oplossing: de begeleider overplaatsen naar een andere activiteit of groep. Belangrijk is dat in zo’n situatie de deelnemers niet u! itgesloten worden van de activiteit. De omgang met de ouders kan een heikel punt zijn. Volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens en het Burgerlijk Wetboek is het zo dat ouders recht hebben op informatie van derden over hun zoon of dochter, tenzij dat in strijd is met de belangen van het kind. Om moeilijkheden te voorkomen, is het daarom aanbevelenswaardig om minderjarigen altijd te vragen of zij bezwaar hebben tegen het verstrekken van informatie aan de ouders en om dit schriftelijk vast te leggen. Tom Brouwers, voorzitter van het Homojongerenplatform, zegt daarover: ‘Homotieners zijn zelf in staat om te bepalen wat hun ouders mogen weten over hun gevoelens.’ De situatie kan zich voordoen dat de ouders opbellen of langskomen bij de homojongerenorganisatie om te vragen of hun kind daar activiteiten volgt. Het kan zijn dat de begeleider vindt dat hij die informatie beter niet kan geven, want als hij op de vraag van de ouders ‘ja’ zegt, leidt dat bij gezinnen uit traditionele eerculturen misschien tot geweld. ‘Sommige ouders,’ zegt Hanneke Felten, ‘gaan door het lint als ze horen dat hun zoon of dochter bij een homojongerengroep komt.’ Om de familie-eer te beschermen, zal een traditionele Turkse, Koerdische, Afghaanse, Irakese of Marokkaanse familie meestal een maatregel nemen als verstoting, opsluiting of uithuwelijking. In het allerergste geval kan een homojongere zelfs worden vermoord. Wanneer schriftelijk is vastgelegd dat de jongere niet wil dat de organisatie informatie geeft aan zijn ouders, is de organisatie beter ingedekt in het geval de ouders juridische stappen overwegen. Een nadeel ! van het noteren van gegevens en wensen van de jongere kan zijn, dat hij of zij er om die reden niet naar toe wil. Dan wordt de organisatie te hoogdrempelig. Ouders die met een klacht naar een homojongerenorganisatie stappen, krijgen in eerste instantie te horen dat ze het beste te rade kunnen gaan bij hun kind. Nemen zij daar geen genoegen mee, dan wordt verwezen naar de gedragscode en de wet. Een volgende stap kan zijn dat ze een klacht indienen bij de klachtencommissie, die bestaat uit een onpartijdige voorzitter en twee personen die geen banden hebben met de homojongerenorganisatie waar het om gaat. Waarom is een gedragscode speciaal voor homojongerenorganisaties eigenlijk nodig? Is er een verschil met andere jongerengroepen? ‘Ja, er is een verschil met andere organisaties,’ zegt Tom Brouwers, ‘omdat jonge homoseksuelen juist bij homo-organisaties bezig zijn met identiteitsvorming. Daar vinden zij hun eigen plek, hun voorbeelden, daar krijgen ze hun informatie.’ Hanneke Felten: ‘Eenzaamheid en discriminatie, problemen thuis: daar hebben jonge homoseksuelen meer mee te maken dan andere jongeren. Daarom is het zo belangrijk om juist voor hen een goed protocol te regelen, zodat ze daar op die ene plek, dus de homojongerenorganisatie, zich in ieder geval op hun gemak kunnen voelen.’ De ‘Gedragscode voor homojongerengroepen’ is te bestellen via www.movisie.nl (Deze tekst is ook verschenen in de Gay Krant)
Vrolijke Scholen Allianties Op dit moment ontstaan in drie regio’s in Nederland ‘Vrolijke Scholen Allianties’. Hierin werken Empowerment (kenniscentrum seksuele diversiteit in het onderwijs), de onderwijsbonden AOb en CNVO en het landelijk platform openbaar onderwijs CBOO samen met gemeentebesturen, regionale COC’s, GGD’s en homoseksuele en lesbische docenten en leerlingen. In een serie van vijf lokale bijeenkomsten vormen de partners een samenwerkingsverband. Deze lokale allianties gaan vervolgens de scholen in de regio stimuleren en ondersteunen bij het integreren van seksuele diversiteit als blijvend punt van aandacht in de reguliere aanpak van veiligheid en sociale vaardigheden. Veel homobelangenorganisaties bieden al langere tijd voorlichting, video’s of lespakketten aan bij scholen, maar deze initiatieven bleven tot nu toe te veel op zichzelf staan. Het lukte niet scholen zélf verantwoordelijkheid te laten nemen. Daardoor is aandacht voor seksuele diversiteit nog geen structureel onderdeel van de aanpak van scholen geworden.
Op een gemiddelde middelbare school zitten al snel honderd homo- en lesbische leerlingen. Toch komen er maar enkelen voor uit; de anderen voelen zich door de onveilige omgeving gedwongen om hun relatieleven uit te stellen tot ze de middelbare school verlaten. Hoewel er docenten zijn die op eigen initiatief voorlichting geven of homo/lesbische en transgender leerlingen begeleiden, blijkt dat schooldirecties zich van dit probleem niet bewust zijn. Zonder draagvlak van en sturing door de directie blijven individuele initiatieven druppels op een gloeiende plaat. Als de gemeente, de scholen en de homo-organisaties samenwerken, kan men een meer doelgerichte en samenhangende aanpak ontwikkelen die veel draagvlak heeft. Vijf bijeenkomsten als start '' De bijeenkomsten worden gehouden in Leeuwarden (regio noord), Arnhem (regio midden) en Maastricht (regio zuid). Tijdens de eerste bijeenkomst vindt kennismaking plaats en worden de signalen van onveiligheid op scholen geïnventariseerd. Op de tweede bijeenkomst wordt Theater AanZ uitgenodigd, dat door middel van de voorstelling En een prettig weekend! laat zien dat je op een school niet veel verder komt dan wanneer je een plan van aanpak bedenkt. Tijdens de derde bijeenkomst wordt de alliantie in gang gezet doordat personen van betrokken organisaties (zoals GGD, COC en Empowerment) hun medewerking presenteren. Op de vierde bijeenkomst wordt een begin gemaakt voor een ondersteuningsplan voor scholen en de begroting daarvan voor lokale gemeenten. Tijdens de vijfde bijeenkomst wordt het ondersteuningsplan uitgewerkt. Nog niet alle bijeenkomsten staan gepland: Noord: bijeenkomst 1 op 20 maart; bijeenkomst 2 op 24 april; bijeenkomst 3 op 22 mei; bijeenkomst 4 op 12 juni; bijeenkomst 5 na de vakantie. Midden: bijeenkomst 1 op 16 april; bijeenkomst 2 op 14 mei; bijeenkomst 3 op 11 juni; bijeenkomst 4 en 5 na de vakantie. Zuid: bijeenkomst 1 op 3 april; bijeenkomst 2 op 29 mei; bijeenkomst 3 op 19 juni; bijeenkomst 4 en 5 na de vakantie. Locaties: Noord: Restaurant De Koperen Tuin, Prinsentuin 1, Leeuwarden, 17.00-19.00 u., aanmelden via C. van Baalen,
[email protected] Midden: Musis Sacrum, Velperbuitensingel 25, Arnhem, 17.00-19.00 u., aanmelden via J.H. Krook,
[email protected] Zuid: De Groote Societeit, Vrijthof 36, Maastricht, 17.30-19.30 u., aanmelden via G. van der Aa,
[email protected] Vermeld bij het aanmelden: ‘Aanmelding vrolijke scholen alliantie’ (en dan de datum van de bijeenkomst). Op 31 mei a.s. zal er een landelijke studiedag in Utrecht worden gehouden. Tijdens deze dag zullen ervaringen worden uitgewisseld tussen mensen die reeds bij de allianties betrokken zijn, onderling en met geïnteresseerden. Meer informatie: Empowerment Lifestyle Services, kenniscentrum seksuele diversiteit in het onderwijs
Aanpak van geweld tegen homoseksuelen Het College van Procureurs-generaal heeft onlangs een brief gestuurd aan onder anderen de hoofdofficieren van de arrondissementsrechtbanken, de korpschefs van de regiokorpsen en de directeuren van de antidiscriminatiebureaus (ADB’s). Het College stelt daarin dat ‘het aantal aangiften van geweld tegen homoseksuelen in 2007 is toegenomen en dat dit tot maatschappelijke onrust heeft geleid. (…) Geweld tegen deze doelgroep kan zich op verschillende locaties voordoen, zoals in uitgaansgebieden, de woonomgeving, op het werk of op school en op of in de nabijheid van homo-ontmoetingsplaatsen. (…) De aanpak van discriminatie en van geweldsdelicten met een discriminatoir aspect behoort tot de prioriteiten van de politie en het OM. Om met effect strafrechtelijk te kunnen optreden, maar ook om incidenten te voorkomen, is een eenduidig beleid en een actieve opstelling van het OM, de politie en de antidiscriminatiebureaus (…) noodzakelijk. OM, politie en A! DB’s werken lokaal samen in het regionaal discriminatieoverleg (RDO). Alle deelnemers aan de RDO’s hebben 20 maart jongstleden afspraken gemaakt over de inrichting van hun RDO. Geweld tegen homoseksuelen is bij uitstek een onderwerp dat door het RDO dient te worden opgepakt.’ Het College van Procureurs-generaal vraagt de geadresseerden onder meer om het volgende: 1.
Behandel het onderwerp ‘geweld tegen homoseksuelen’ in het RDO.
2. 3. 4.
Registreer alle aangiften en meldingen in het voor het RDO ontwikkelde registratiesysteem (het ‘zaakoverzicht’). Analyseer tijdig, dat wil zeggen uiterlijk medio juli, de aangiften en meldingen die in de eerste helft van 2008 zijn binnengekomen. Breng zo mogelijk hot spots in beeld en onderneem adequate actie om bijvoorbeeld aangifte bij de politie te bevorderen of om incidenten te voorkomen. Gedacht kan worden aan gerichte publiciteitscampagnes, extra surveillance en het plaatsen van informatieborden op bijvoorbeeld homo-ontmoetingsplaatsen. 5. Instrueer intake-personeel van de politie om bij geweldsincidenten goed door te vragen, zodat een eventueel discriminatoir aspect in de aangifte kan worden opgenomen. Het College benadrukt verder: 1. 2. 3. 4.
Alle aangiften betreffende discriminatie moeten door de politie worden opgenomen. Alle meldingen en aangiften moeten op de lijst van discriminatie-incidenten worden opgenomen. In alle discriminatie-aangiften moet opsporingsonderzoek worden gedaan naar de identiteit van de verdachte. Alle vervolgingen dienen met voortvarendheid ter hand te worden genomen. Het moet mogelijk zijn om het merendeel van de zaken binnen zes maanden af te doen, gerekend van het eerste verhoor van de verdachte tot en met de eerste zitting.
Universiteit van Amsterdam: onderzoek naar daders homogeweld De Universiteit van Amsterdam gaat een groot onderzoek doen naar daders van homogeweld. Dennis Boutkan, voorzitter van het COC Amsterdam, zegt erover in De Telegraaf: ‘Het is de bedoeling dat dertig daders worden gevonden die willen vertellen waarom ze het deden. Er hebben al vijf interviews met geweldplegers plaatsgevonden. We willen onder meer weten wat hun motieven zijn. Op die manier ontstaat er een daderprofiel en kunnen we nog gerichter gaan werken aan meer tolerantie in de stad.’ Over de gebeurtenissen op Koninginnedag in Amsterdam, toen homo’s die een modeshow deden van de catwalk werden getrokken en gemolesteerd, zegt Boutkan: ‘Het is heel erg dat het juist daar is gebeurd. Die show was een symbool tegen de intolerantie in Amsterdam.’ (Bron: De Telegraaf, 3/5/08)
Debat over homofobie Op 16 mei organiseert het Nederlands Debat Instituut een avond onder de titel ‘Een fobie voor de holebi?’ Het debat vindt plaats in het kader van de Internationale Dag tegen Homofobie op 17 mei. Deelnemers zijn onder meer twee Europarlementariërs (Emine Bozkurt en Sophie in ’t Veld), COC Nederland, de Commissie Gelijke Behandeling, Hivos en Gay Business Amsterdam. Het debat zal interactief zijn: het publiek doet volop mee. Onderwerpen van discussie zijn: De jaarlijkse Canal Parade door de Amsterdamse grachten trekt wereldwijd de aandacht. Maar is die aandacht nodig en verstandig? Staat ze de maatschappelijke aanvaarding van homoseksualiteit misschien juist in de weg? Hoe denken de verschillende Europese landen over gelijke rechten voor holebi’s? Hoe gaan zij met die rechten om? En wat kan het Europees Parlement in dit opzicht betekenen? Onbegrip voor homoseksualiteit kan voortkomen uit een bepaalde culturele en religieuze achtergrond. Zulk onbegrip is wellicht verklaarbaar. Maar wanneer het omslaat in homofobie, tot uiting komt in discriminatie, onderdrukking, homohaat en geweld, moeten we dan niet onze verantwoordelijkheid nemen? Datum van het debat: 16 mei 2008. Plaats: De Rode Hoed, Keizersgracht 102, Amsterdam. Tijd: inloop vanaf 19.30 u., start debat 20.00 u. De toegang is gratis.
Religie staat dit jaar centraal op Gay Pride De Amsterdam Gay Pride, die dit jaar gehouden wordt van 28 juli tot en met 3 augustus, zal in het teken staan van religie. Het motto wordt: ‘Geloof, hoop en liefde’. Dat heeft de coördinerende organisatie Gay Business Amsterdam (GBA) bekendgemaakt. Siep de Haan van GBA: ‘De afgelopen dagen (op Koninginnedag, red.) hebben moslimjongeren in
Amsterdam opnieuw homo’s belaagd. Het afgelopen jaar botsten christenen en homoseksuelen regelmatig over onder andere trouwambtenaren die weigeren homoseksuelen te trouwen, homoseksuele predikanten en deelname van homoseksuelen aan het avondmaal.’ Met het evenement wil GBA homoseksualiteit bespreekbaar maken in religieuze kring. De Haan: ‘Veel islamitische en streng christelijke scholen geven geen voorlichting over dit thema. Wij vinden het belangrijk dat religieuze jongeren begrip krijgen voor homo’s. Daarom zijn we bij de organisatie van Gay Pride nadrukkelijk op zoek naar wat ons bindt en niet naar wat ons scheidt.’ Siep de Haan roept religieuze organisaties op om deel te nemen aan de grachtenparade van 2 augustus. Behalve de bekende grachtenparade staat het volgende op het programma: Een lezing over homoseksualiteit en religie in de literatuur. Een ‘evangelische roze kerkviering’ bij een oecumenische geloofsgemeenschap. Een bezoek aan een moskee. Organisaties voor christenhomo’s krijgen de mogelijkheid om zich te presenteren op een informatiemarkt op het Rembrandtplein.
Kritiek op CGB vanuit christelijke hoek De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) adviseerde onlangs dat gemeenten gewetensbezwaarden die trouwambtenaar willen worden, mogen weigeren. Die uitspraak heeft geleid tot kritiek uit de christelijke hoek. Het CDA en de ChristenUnie zijn het niet eens met het advies en vinden dat gemeenten wel degelijk trouwambtenaren mogen aanstellen die geen homo’s willen trouwen. De ChristenUnie is van mening dat de commissie zich als een denkpolitie opstelt en dat het advies een beroepsverbod betekent. Beide politieke partijen willen een reactie van het kabinet. Ook de organisaties RefoAnders, Onze Weg (twee verenigingen van behoudende christelijke homo’s) en Different (biedt hulp aan homoseksuelen en is onderdeel van Tot Heil des Volks) zijn het niet eens met het advies van de CGB. Volgens een gezamenlijke verklaring van deze organisaties, gestuurd naar alle leden van de Tweede Kamer, moet de CGB haar jongste advies over trouwambtenaren opschorten en eerst in een openbaar debat de eigen onpartijdigheid bewijzen. Zij vinden dat er voorbij wordt gegaan aan de belangen van gewetensbezwaarde ambtenaren en dat die ambtenaren zelfs worden geschoffeerd door ze discriminatie te verwijten. (Bronnen: NOS en Nederlands Dagblad) Klik hier als u de Pink Link e-mail nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen.