Gewoon Homo in Lelystad Plan van aanpak in het kader van de Koploperovereenkomst Homo- en Lesbisch Emancipatiebeleid, periode 2008-2011.
1.0 Inleiding. 3675 Lelystedelingen zijn gewoon homo, volgens de kengetallen die landelijk kenniscentrum voor maatschappelijke ontwikkeling Movisie, dat de Koplopergemeenten in opdracht van het ministerie ondersteunt, hanteert: 5% van de bevolking. De kabinetsnota `Gewoon homo zijn’ van minister Plasterk gaat uit van een percentage van 8%: in dat geval zijn 6125 Lelystedelingen homoseksueel. Gewoon homo: je klasgenoot, een of meerder leden van de gemeenteraad, je buurman, een speler uit jouw voetbalelftal, je dochter of zoon, jijzelf. 11025 Lelystedelingen oordelen negatief wanneer twee mannen of twee vrouwen hand in hand lopen (percentage uit onderzoek Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), `Gewoon doen’, september 2006). Homo’s staan altijd voor de keuze of, hoe en onder welke omstandigheden zij voor hun gerichtheid uit durven of moeten komen. Uit recent onderzoek in de gemeente Utrecht wordt duidelijk dat 80% van de geënquêteerden de vraag of men het eigen gedrag aanpast om zich veiliger te voelen met ja beantwoordt. Daarbij moeten we b.v denken aan niet hand in hand lopen en op school of op het werk de eigen gerichtheid verbergen. (`Terug in de kast? ’, M.Aben, Bureau Discriminatiezaken Utrecht, 2008). 1.1 Koploperovereenkomst. Op 17 april 2008 ondertekenen 12 gemeenten in navolging van de G4 samen met minister Plasterk de Koploperovereenkomst lesbisch- en homo-emanicipatiebeleid. Daarmee gaan zij de verplichting aan in de periode tot en met 31 december 2011 - de sociale acceptatie van homoseksuelen te bevorderen door te stimuleren dat homoseksualiteit meer bespreekbaar wordt gemaakt onder jongeren en in andere kringen waar dat nog taboe is, - te bevorderen dat homoseksuelen zich veilig(er) weten op school, op straat en in het werk en daardoor voor hun homoseksuele voorkeur durven uitkomen, - discriminatie, intimidatie en geweld tegen homoseksuelen krachtig te bestrijden. Daarnaast beloven zij informatie over good practices beschikbaar te stellen aan Movisie in ruil voor deskundig advies van deze organisatie en tegen het eind van de overeenkomst inhoudelijk verslag te doen van de behaalde resultaten. In februari 2010 wordt een landelijke bijeenkomst gehouden, waarin opgedane kennis wordt uitgewisseld. Lelystad is een van de 12 Koplopergemeenten. Inmiddels is Dordrecht toegetreden als 13e deelnemer. 1.2 Het waarom en het doel van de Koploperovereenkomst: Nederland is koploper als het gaat om de algemene acceptatie van homoseksualiteit en de homotolerantie, aldus de minister, is in de afgelopen decennia verbeterd. De koplopers homo-emancipatie en de minister van OCW willen een impuls geven aan homo-emancipatie en het `uit de kast komen’ van homoseksuelen ondersteunen. Tegelijkertijd bestaan er grote zorgen over het toegenomen aantal geweldsincidenten, intimidatie en de aanhoudende meldingen van discriminatie en homohaat in de afgelopen jaren. Veel homoseksuelen zijn zich hierdoor onveiliger gaan voelen en verdienen steun. Het is onacceptabel dat homo’s op school, op straat of op het werk niet (meer) durven uitkomen voor hun homoseksualiteit. De minister en de Koplopergemeenten zijn zich bewust dat de sociale acceptatie van homoseksuelen een proces van lange adem is en als voorbeeld kan dienen voor andere gemeenten. Gedurende de looptijd van de overeenkomst worden de Koplopergemeenten bij hun inspanningen financieel gestimuleerd. De overheid constateert dat er in het recente verleden veel bereikt is op het terrein van wetgeving. Denk daarbij aan de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en de mogelijkheid tot adoptie. De sociale en maatschappelijke acceptatie echter verdient alle aandacht. Daarnaast kan op het terrein van wetgeving
worden opgemerkt dat de adoptie van buitenlandse kinderen vaak moeizaam verloopt en dat lesbische stellen nog regelmatig worden uitgesloten van IVF-behandelingen. Het doel van het kabinetsbeleid is dat de houding van de bevolking verbetert in vergelijking tot 2006 (SCP-onderzoek: `Gewoon doen, september 2006). Er dienst respect te zijn voor verschil en aandacht voor veiligheid: op school, op het werk en in de openbare ruimte. Kernwoorden voor het beleid zijn: sociale acceptatie en vrijheid. Bij sociale acceptatie wordt uitgegaan van solidariteit, bescherming minderheden, het verbod op discriminatie en een respectvolle omgang. Bij vrijheid gaat het o.a. om uitkomen voor je gerichtheid, zelfbeschikkingsrecht, veiligheid, gelijke kansen en gelijkheid voor de wet (`Gewoon homo zijn’ , OCW, november 2007). 1.3 Wie zijn homoseksueel? Met de term homoseksuelen wil het overheidsbeleid zich richten op lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele mannen en vrouwen en transgenders. Homo-zijn heeft daarbij te maken met hoe je je identiteit beleeft en verwijst niet alleen naar seksualiteit. 1.4 Koplopergemeente Lelystad. De gemeente Lelystad heeft Bureau Gelijke Behandeling Flevoland gevraagd een plan in te dienen om de Koploperovereenkomst binnen de grenzen van onze gemeente vorm te geven. Doelen zijn daarbij: - het bevorderen van de sociale acceptatie van homoseksuelen onder de Lelystadse bevolking in de periode 2008-2011. - te bevorderen dat homoseksuelen zich veilig(er) weten op school, op straat en in het werk en daarvoor voor hun homoseksuele voorkeur durven uitkomen. - discriminatie, intimidatie en geweld tegen homoseksuelen krachtig te bestrijden.
2.0 De sociale acceptatie van homoseksualiteit in Lelystad. Bij Bureau Gelijke Behandeling Flevoland komen vanuit de gemeente Lelystad nauwelijks meldingen binnen inzake ongelijke behandeling met als discriminatiegrond seksuele gerichtheid. Ook Politie Flevoland heeft, in het kader van de recente voorschriften van de Minister van Binnenlandse Zaken geweldsincidenten tegen homoseksuelen te melden in een apart zaaksoverzicht, geen cijfers van betekenis. De situatie laat zich in ieder geval niet vergelijken met de grote toename van het aantal geweldsincidenten in de gemeente Amsterdam in 2007. Toch is de acceptatie van homoseksualiteit niet uitsluitend een grootstedelijk probleem, dat met name tot uiting zou komen in een agressieve houding van sommige allochtone jongeren naar homoseksuelen. Er zijn voldoende signalen dat de sociale acceptatie van homoseksuelen in Lelystad verbetering behoeft op de volgende terreinen: in het (voortgezet) onderwijs, binnen de orthodoxie en de zelforganisaties, in de sport, in personeelsbeleid van bedrijven, maatschappelijke instellingen, de gemeente zelf en in de openbare ruimte. Deze signalen verdienen nader onderzoek om juiste conclusies te kunnen trekken over aard en omvang: ` Homo’ als veelgebruikt scheldwoord op het sportveld. Een veto van zelforganisaties een workshop over homoseksualiteit te organiseren tijdens de Lelystadse viering van Internationale Vrouwendag. Een middelbare school schakelt het COC uit Zwolle in om gastlessen te geven in groepen waar aanhoudende problemen zijn rond het thema homoseksualiteit. 2.1. Redelijk onzichtbaar. Homoseksuelen zijn in Lelystad redelijk onzichtbaar. Is dit een eigen keuze? Of heeft dit te maken met een aanpassing van het eigen gedrag zoals deze in het Utrechtse rapport `Terug in de kast’ wordt beschreven? Er is geen Lelystads netwerk van organisaties dat specifiek opkomt voor de belangen van homoseksuelen. De gemeente Lelystad heeft dan ook nauwelijks gesprekspartners op dit terrein om het gemeentelijk beleid te onderzoeken en indien nodig aan te scherpen. De Homo Effect Toets (HET) waarnaar in het rapport van minister Plasterk `Gewoon Homo zijn” wordt verwezen is in de gemeente niet uitgevoerd. De provincie Flevoland is over de COC’s van Amsterdam en Zwolle verdeeld. Lelystad valt onder Zwolle, een open en betrokken organisatie, die de beschikbare en enthousiaste (vrijwilligers)aandacht echter over een groot werkgebied moet verdelen. Recent werd bij de Politie Flevoland het homonetwerk PROUD opgericht (
[email protected]). 2.2. Koploperovereenkomst als nieuwe kans: Iedereen doet mee! Het motto van het meerjarenprogramma van het college `Iedereen doet mee’ en het ondertekenen van de Koploperovereenkomst bieden de gemeente de kans inzicht te krijgen in de aard en de omvang van de sociale acceptatie van homoseksuelen door voldoende en kwalitatief onderzoek. Het eigen gemeentelijk beleid kan integraal worden getoetst volgens de mogelijkheden die de Homo Effect Toets hiertoe de biedt. Tijdens de duur van de overeenkomst kunnen vanuit het maatschappelijk middenveld relevante belangenorganisaties opstaan, die als gesprekspartner voor de gemeente kunnen dienen om de sociale acceptatie van homoseksualiteit ook na afloop van de overeenkomst duurzaam te versterken, b.v. binnen het WMO-beleid. Bureau Gelijke Behandeling Flevoland vindt het van groot belang bij de uitvoering van deze plannen een leidende en sturende rol te spelen, maar beschouwt de samenwerking met andere spelers in het veld als onmisbaar: gemeente Lelystad, COC Zwolle, Axion, voortgezet onderwijs, 3D, sportverenigingen, SWOL, kerken, moskeeën, Coloriet en Stichting Woonzorg Flevoland zullen bij het werk worden betrokken in een inspirerende en uitdagende wisselwerking.
3.0 De producten behorend bij de Koploperovereenkomst. De tenuitvoerlegging van de Koploperovereenkomst valt uiteen in 6 fasen met bijbehorende producten: 1. Onderzoeken: meten is weten/nulmeting en rapportage (febr. 2009- aug. 2009), 2. Benoemen ambitie (sept.-okt. 2009). 3. Voorlichten, in dialoog, prikkelen, confronteren (sept. 2009-dec. 2011). 4. Zichtbaar maken en vieren (sept.- nov. 2010). 5. Borgen, monitoren en mainstreamen (2011). 6. Meten en evalueren, rapportage (2011). 3.1 Beschrijving producten. Onderzoeken: meten is weten/nulmeting en rapportage (dec. 2008-aug. 2009). • •
•
•
•
•
•
•
Het gemeentelijk beleid wordt getoetst met behulp van de HET (Homo Effect Toets) zoals ontwikkeld door Movisie. Onder Lelystadse homoseksuelen wordt een belevingsonderzoek gehouden naar het model van Bureau Discriminatie Zaken Utrecht (Onderzoek: `Terug in de kast?’, M. Aben, 2008). De sociale acceptatie van homoseksuelen door de inwoners van Lelystad wordt in kaart gebracht door een enquête in samenwerking met de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Lelystad en GGD Flevoland. Onder zelforganisaties en jongerenorganisaties vindt een nulmeting plaats: hoe is het met de acceptatie van homoseksualiteit gesteld? Deze nulmeting vindt plaats via gesprekken met de besturen. Er wordt in kaart gebracht in hoeverre het thema homoseksualiteit leeft binnen de zorg in Lelystad en op welke wijze dit tot uiting komt. Deze nulmeting vindt plaats via gesprekken met directie en/of personeelsfunctionarissen. Met COC Zwolle vindt een gesprek plaats over recente ervaringen van COC-leden binnen Lelystad (veiligheid, zichtbaarheid, ervaringen in onderwijs en zorg, arbeidsmarkt en uitgaansleven). Binnen het Lelystadse voortgezet onderwijs vindt eveneens een nulmeting plaats, worden knelpunten en wensen in kaart gebracht worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de Benchmark `Effectief lokaal beleid, homo-emancipatie in het onderwijs’ van Empowerment, kenniscentrum seksuele diversiteit in het onderwijs. De acceptatie van homoseksuelen binnen sportverenigingen wordt gemeten aan de hand van gesprekken met 3 trainers van voetbalclubs. Tevens wordt nagegaan of deze acceptatie problemen oplevert binnen andere takken van sport.
Resultaat. De gemeente weet hoe ver de sociale acceptatie van homoseksualiteit gevorderd is binnen maatschappelijke organisaties en in er hoeverre binnen het gemeentelijk beleid expliciet en impliciet rekening gehouden wordt met diversiteit in seksuele gerichtheid en het welbevinden van homoseksuelen. De onderzoeksresultaten zijn vastgelegd in een rapport (nulmeting Gewoon Homo in Lelystad). Benoemen ambitie (sept. – okt. 2009). Met de resultaten van de nulmeting als vertrekpunt houdt Lelystad een expertmeeting, waarin vijf deskundigen het college van B&W en de verantwoordelijke beleidsambtenaren uitdagen de eigen ambitie voor de resterende Koploperjaren te benoemen. Het gaat daarbij om: • Peter Dankmeijer, Empowerment: gewoon homo in het onderwijs,
Judith Schuijf, Movisie: gewoon homo in de zorg, Een van de sporters die heeft meegewerkt aan de publicatie `Gelijkspel’ (onder leiding van Louis van Gaal) : gewoon homo in de sport, • Omar Nahas, auteur van `Homo en moslim, hoe gaat dat samen?’ : homo en moslim, emancipatie in banen. • Bestuurslid COC Zwolle: gewoon homo als onderdeel van het gemeentelijk beleid. Deze ambitie wordt vertaald in een aantal concrete projecten die tijdens de looptijd van de Koploperovereenkomst kunnen worden gerealiseerd. De uitkomsten en eventuele knelpunten, gesignaleerd tijdens de nulmeting dienen daarbij als vertrekpunt. • •
Resultaat: Het college van B&W heeft de eigen ambitie voor de resterende Koploperjaren vastgelegd in een Plan van Aanpak en besluitvorming. Voorlichten, in dialoog, prikkelen, confronteren (sept. 2009- dec. 2011). Tijdens deze periode geeft Bureau Gelijke Behandeling Flevoland voorlichting over het wettelijk kader en de sociale acceptatie van homoseksualiteit. Waar nodig wordt samengewerkt met COC Zwolle en Yousuf. De ambitie van het college van B&W wordt in samenwerking met het maatschappelijk middenveld vertaald in een aantal concrete haalbare doelen. Voor deze doelen wordt draagvlak gecreëerd binnen de doelgroepen voortgezet onderwijs, de sport, zelforganisaties, orthodoxe kerken en de politie, zodat sprake is van gezamenlijk committment. Bureau Gelijke Behandeling Flevoland heeft een uitdrukkelijke voorkeur het thema sociale acceptatie van homoseksualiteit aan de orde te stellen via de dialoogmethode, maar schuwt niet – waar nodig – (met humor) te prikkelen en te confronteren. Resultaat: De bovenomschreven doelgroepen zijn voorgelicht over het onderwerp `sociale acceptatie’ van homoseksualiteit, waar nodig zijn vooroordelen afgebouwd. Op school en in de zorg is het onderwerp homoseksualiteit in een open klimaat bespreekbaar. Zichtbaar maken en vieren (sept. – nov. 2010). Homo’s zijn in Lelystad relatief onzichtbaar. Waar dit wordt ingegeven door eigen keuze en persoonlijke levenssfeer dient dit in alle gevallen te worden gerespecteerd. Waar onzichtbaarheid een resultaat is van een tekort aan openheid of ingegeven door veiligheidsoverwegingen zal deze moeten worden doorbroken. De aanwezigheid van homoseksuelen in Lelystad wordt zichtbaar gemaakt in een in overleg met de gemeente/de portefeuillehouder vast te stellen publieksactiviteit. Resultaat: Voor wie durft en wil: homoseksuele Lelystedelingen vormen een zichtbaar onderdeel van de stad en een rolmodel voor wie aarzelt uit de kast te komen. Borgen, monitoren en inbedden in regulier beleid (2011). De geformuleerde en bereikte ambitie dient voldoende te worden geborgd in het gemeentelijk beleid op alle terreinen. Geweld tegen homoseksuelen in de stad is uit den boze. De politie treedt hiertegen actief op. Van het bijzondere en specifieke naar het gewone: waar ieder telt maakt het niet uit wat je seksuele gerichtheid is. Dit vertaalt zich in een blijvende aandacht waar discriminatie dreigt en vooroordelen de volledige participatie binnen de Lelystadse samenleving van homoseksuelen bemoeilijken.
Bureau Gelijke Behandeling bewaakt of de aandacht voor de sociale acceptatie van homoseksuelen niet verslapt. Het belevingsonderzoek onder homoseksuelen wordt elke drie jaar herhaald. Resultaat: De sociale acceptatie van homoseksuelen is een van de vanzelfsprekende aandachtspunten binnen het gemeentelijk beleid en voor de bewoners van Lelystad. Meten en evalueren (2011). De onderzoeken uit de nulmeting worden herhaald en vastgelegd in een rapport. Deze uitkomsten worden gezamenlijk aangeboden aan het ministerie van OCW. Resultaat: De sociale acceptatie van homoseksuelen is op alle onderzochte deelterreinen verhoogd conform de doelstelling uit `Gewoon homo zijn’ van het kabinet.
4. Meerjarenbegroting. Inzet uren en kosten. jaar 2008 2009 2010 2011 totaal
Inzet uren 56 616 423 200
uurtarief €47,50 €47,50 €47,50 €47,50
subtotaal €2.660 €29.260 €20.093 €9.500
materiaalkosten €1.500 €10.000 €2.000
totaal €4.160 €29.260 €30.093 €11.500 €75.013
De materiaalkosten uit 2008 zijn voor de aanschaf van lesmaterialen en kopieerkosten. In 2010 gaat het om de realisatie van de publieksactiviteit. In 2011 worden de resultaten van het project gepubliceerd (drukkosten). In het (gemiddelde) uurtarief zijn de normale overheadkosten (huisvesting en organisatie) meegenomen. Elk half jaar zal een tussentijdse rapportage over de inhoudelijke voortgang worden aangeleverd. De financiële verantwoording zal door accountant Meeuwsen en ten Hoopen worden getoetst tijdens de reguliere jaarlijkse controle. Bureau Gelijke Behandeling verzoekt de gemeente Lelystad de inzet van het bureau t.b.v. het Koploperproject te willen subsidiëren met een bedrag van €75.013. Lelystad, 17 febr. 2009. Arja Kruis.