NIEUWSBRIEF
TRAILERSAILOR VERENIGING
JAARGANG 3 -nr. 2 APRIL 2000
Uitgave Deze nieuwsbrief verschijnt in 2000 vier maal per jaar in een oplage van 40 exemplaren. Artikelbijdragen te sturen, het liefst op flop of per E-mail :
[email protected]
Î
Bijdrage f 25,- per jaar over te maken op ABN-AMRO 46.09.24.532 kantoor Laren tnv Trailersailor 3607SE Maarsen Eenmalige zending oude nummers à f15,- kan op verzoek bij Peter van Berk gedaan worden. Bestuur Voorzitter Secretaris Lid
Willem van Nijnanten Zwanenkamp 280 Peter van Berk H.Stoel 68-10 Otto Schouten De Voorposten 10
3607SE Maarsen 0346-554142 6601SW Wijchen 024-6421166 3925TR Scherpenzeel 033-2772862
Inleiding Het voorjaarsnummer, tijd om weer plannen te maken. Willem, Otto en ik hebben dat al gedaan op de “Boot” in Düsseldorf. Deze tentoonstelling laat een veelvoud van de Hiswa zien met name op het gebied van trailerbare boten. Ik kocht er een boek “Kleine Yachten, ausrüsten, trimmen, trailern” van Harald Schwarzlose, vroeger redacteur van die Yacht en iemand, die zelf veel trailert. Alles op dit gebied, qua boten en trailers, is hier in te vinden, ISBN-3-7688-0904-8, uitg. Delius Klasing, echter in het Duits. Tesamen met het ANWB Caravanhandboek heeft men alles wat er qua techniek te weten valt op trailergebied. Voor bestemmingen en routes moet men het toch van horen zeggen hebben. Zoiets als een campinggids voor traileren bestaat bij mijn weten niet. Daarom proberen we als trailervereniging gegevens op dit gebied te verzamelen en gebundeld beschikbaar te stellen. Het is daarom belangrijk van U allen deze gegevens (bestemming, route, overnachtingsmogelijkheden, kraan of helling, stalling voor auto en trailer, prijzen) te ontvangen. Deze zomer is daar vast weer gelegenheid voor. Een extra gelegenheid is de bijeenkomst in november, waarvan we gehoord hebben, dat die veel nuttige kontakten heeft opgeleverd. We zullen op de zelfde voet als het afgelopen jaar doorgaan. P.S mag ik U nog herinneren aan de jaarlijkse bijdrage, voor zover U deze nog niet overgemaakt heeft. Peter van Berk ⎯≈⎯ Trailertechniek. Het rijden met een trailer met een boot is zeker de eerste 200 kilometer een spannende zaak. Het is niet je dagelijks werk, zodat je gespannen zit of alles wel goed gaat. Daarna blijkt het geheel gewoon achter je aan te rollen, waardoor je wat meer ontspannen rijdt. Onverwachte dingen kunnen altijd gebeuren en daarom is goede voorbereiding belangrijk voor de eigen rust. Bedenk van te voren wat te doen als: • Je een lekke band krijgt • De trailer begint te slingeren • De verlichting kuren vertoont. • Je vast loopt in doodlopende straat • Je door buitenlandse politie aangehouden wordt voor controle • Er een wegomleiding door een ongeluk is • Je auto motorisch vastloopt wat dan met trailer en boot.
1
En zo zijn er waarschijnlijk meer dingen. Het klinkt weinig optimistisch, maar het is wel realistisch. Het rijden met zo’n grote combinatie vraagt een rustig rijgedrag. Van belang is het zogenaamde maximum koppel van de auto. Afhankelijk van de bouw van de automotor kan het toerental waarbij de maximale kracht geleverd word variëren. Indien het maximumkoppel al geleverd wordt bij 2000 toeren rijdt men de combinatie gemakkelijker weg, dan bij een maximumkoppel van 4000 toeren. Bij de laatste moet men veel
meer met slippende koppeling wegrijden. Maar ook het rijden zelf is het efficiëntst als men op het toerental van het maximumkoppel rijdt, waarbij een toerenteller een nuttig instrument is. Tijdig schakelen op de toerenteller geeft de beste resultaten. Een handgeschakelde auto, mits men goed met het schakelen kan omgaan, heeft de voorkeur boven een automaat. Achterwielaandrijving geeft minder doorslaan van de wielen dan voorwielaandrijving. Vierwielaandrijving is nog beter, maar veel duurder. Houdt er rekening mee dat een ingeschakelde airco de trekkracht met wel 15% kan laten teruglopen. Auto’s met een kortere overstek (afstand achteras-trekhaak) worden gunstiger belast. Een stationwagen heeft behalve extra bergruimte ook vaak de mogelijkheid de vering aan te passen. Houdt de wettelijke afmetingen goed in de gaten. De laatste jaren wordt er met name in Duitsland strenger op gelet. Het rijden zelf is door de relatief lage snelheid eentonig. Muziek of pratende medepassagiers kunnen afleiding bezorgen.
Neem de bochten ruim omdat de aanhanger al het ware “de bocht afsnijdt” en tegen een stoeprand of een paaltje aan rijdt. Let op de uitstekende mast, die een zekere zwaai ruimte nodig heeft. Veel moeilijker is het manoeuvreren met de trailer. Vooral achteruit rijden geeft problemen. Oefenen op zondagochtend op een leeg parkeerterrein met pionnen, lege plastic jerrycans of plastic wegwerpflessen met water geeft zelfvertrouwen. Er zijn mensen, die makkelijk op de zijspiegels achteruit rijden kunnen, maar de meesten zitten
2
omgekeerd en kijken door de achterruit. Het vraagt een zeker gevoel, hoe en op welk moment men moet tegensturen. Belangrijk is als men begint met achteruit te rijden, men de aanhanger recht achter de auto heeft. De ANWB geeft cursussen caravanrijden, waar men met de trailer natuurlijk ook gebruik van kan maken. Het is een goede start voor ontspannen rijden. ⎯≈⎯ Elba (zomer 1997) De voorbereidingen. Wij hadden het plan opgevat om deze zomer naar Italië te rijden en rond Elba en Corsica te varen. Omdat de nieuwe boot, een Unna 24, pas vlak voor onze vakantie werd afgeleverd hadden wij maar net tijd om twee weekenden op het IJsselmeer proef te zeilen. De boot zeilde heerlijk, maar wij voelden ons nog lang niet genoeg vertrouwd met het schip en alle apparatuur. De vraag was of het verstandiger zou zijn om de eerste zomer in Nederland door te brengen, maar wij besloten om de gok te nemen en te vertrekken. De voorbereidingen waren niet veel. Wij kochten twee boeken over de havens in dat gebied (Korsika, Sardinien, Elba van Böhm/Röhring, Delius Klasing Verlag ISBN 3-7688-0570-0 en Hafenführer: Tyrrhenisches Meer Elba, Sardinien Korsika van A. Kramer Goldmann Druck ISBN 3-900458-00-6), een kaart van Corsica en het TIENtalen scheepswoordenboek, omdat ons Italiaans niets voorstelt en wij zeker geen enkele scheepsterm in die taal kennen. De benodigde scheepspapieren waren net op tijd klaar. Bij de ANWB haalden wij een internationaal certificaat van eigendom (ICP) en -competentie (ICC) en een vlaggebrief. Van de verzekering moest een document in het Italiaans komen. Hans Krijtenberg, de leverancier van onze trailer, had ons de haven in Punta Ala aangeraden, vanwege een kraan en een goede stalling voor auto en trailer. Over de auto hoefden wij ons volgens hem geen zorgen te maken. Deze haven was geheel in handen van de Maffia en die wil toeristen trekken en tolereert daarom geen diefstallen. Het was daar absoluut veilig. Hoe kom je achter het telefoonnummer van de havenmeester om te reserveren? Op het Internet, een fantastische bron met zijn oneindige informatie, vond ik wel tien prachtige pagina’s met alle denkbare informatie en foto’s van deze haven. Was er nog meer te vinden? Over Corsica waren vele pagina’s met prachtige foto’s met van havens en baaien. Ook van Elba waren er mooie foto’s. Wat een verschil tussen deze twee eilanden. Corsica leek ruig en kaal met hoge bergen. Elba oogde lieflijk en leek met zijn pastel kleurige huizen en de vele bloemen op een Italiaans vakantie stadje. Uit de archieven van Die Yacht (www.yacht.de “reviere”)werd een verslag van een zeiltocht naar Corsica, ook weer met foto’s, gedownload. Naar Italië Wij vertrokken ‘s morgens om vier uur en het voelde alsof wij met een tientonner de weg op gingen. In het begin reden wij heel voorzichtig met onze grote lading, maar al snel drong het tot ons door dat wij niet alsmaar in de achteruitkijk spiegel hoefden te kijken of de boot er al was afgevallen. Die bleef keurig volgen. Ook hoefden wij niet extra langzaam te rijden. Het overige verkeer hield goed rekening met ons. Wij reden langs de linker Rijn-oever richting Zwitserland. Bij een truckstop werd de auto met trailer tussen de vrachtwagens geparkeerd, de zwemtrap werd naar beneden geklapt om zo gemakkelijk in de boot te stappen om daar te slapen. Lekker comfortabel op echte bedden. De volgende dag stonden wij vroeg op en na het ontbijt werd de reis vervolgd. Bij de Zwitserse grens controleerde men alleen op de tolstickers en wij hadden hier nauwelijks enig oponthoud. De Gotthard tunnel was lang, maar het verkeer reed goed door. Via Milaan en Genua reden wij verder naar het zuiden. Hier zagen wij de eerste glimp van een azuurblauwe Mediterranee, met witte zeilboten. Zo zullen wij straks ook gaan zeilen! Die gedachte was tegelijkertijd even veelbelovend als onwerkelijk. Langs de kust passeerden wij veel tunneltjes. Van fel licht kwamen wij in een donker gat en even later was het weer fel licht. De tunnels waren smal en de bestuurder was bang dat de boot de tunnelwand zou raken. Alles verliep gelukkig goed, maar wij raden de aanschaf van een opklapbare voorzetzonnebril aan.
3
Wij vorderden boven onze verwachting heel snel. Het was echt een feest om te rijden door dit prachtige landschap. De afslag naar Punta Ala vonden wij zonder problemen. Hier werd de weg tweebaans, maar er was gelukkig weinig verkeer. Pas vlak bij Punta Ala zelf werd de weg heel smal en er kwamen veel tegenliggers met dagtoeristen van het strand. Af en toe moesten die door de berm om ons door te laten. Om vijf uur ‘s middags kwamen wij bij de haven van Punta Ala. Op een publieke parkeerplaats zetten wij ons “setje” neer en liepen naar de haven om ons op te frissen. Wij waren niet echt moe, maar er viel de nodige spanning van ons af toen wij op een terrasje zaten en over de jachthaven keken met een glas wijn in de hand. Dit was een droom die werkelijkheid is geworden. Met je eigen jacht in de Middellandse Zee! Punta Ala De volgende ochtend om negen uur konden wij te water. Met de grootste zorgvuldigheid werd de Argo in de stroppen gehesen en in het water gelaten. Met de creditcard kon worden afgerekend en nadat de boot was opgetuigd togen wij naar het havenkantoor om onze ligplaats te reserveren. Men beweerde dat onze Email reservering niet was ontvangen, maar plaatsen genoeg. De prijs loog er niet om: f70.- gulden per nacht. gelukkig voor één nacht. Later kwam de bemanning opgetogen vertellen dat de douches gratis waren! Punta Ala Marina is een nieuw toeristenoord, gebouwd rondom een grote baai. Er zijn ruim voldoende parkeerplaatsen,ook in garage boxen. Voor de auto met trailer wilde men voor twee en een halve week iets meer dan duizend gulden rekenen. Dat was ons te gortig en, met het verhaal van Hans Krijtenberg in gedachten, hebben wij de auto met trailer gratis geparkeerd op de publieke parkeerplaats. Op de trailer werd door ons een wielklem en een disselslot gezet terwijl de trailer aan de auto gekoppeld bleef. Wij hoopten maar dat de maffia er goed op zou letten. Naar Elba. Het eiland Elba ligt zo dicht bij dat je het niet kunt missen. De afstand tot het vasteland is ongeveer achttien mijl, maar door de bergen op het eiland is het van ver al goed zichtbaar. Met helder weer en veel zonneschijn voeren wij het azuurblauwe water op. De kleur is bijna onwerkelijk. De meeste kleren gaan uit en wij genieten van het heerlijke zeilen en de stralende zon. Na drie uur zeilen komen wij dicht bij het eiland. De wind neemt plotseling fors in kracht toe zonder dat het weer verandert en wij moeten reven. Dan lopen wij de baai van Porto Azuro binnen en de wind valt geheel weg. Dit fenomeen blijkt zich steeds voor te doen. ‘s Morgens is de wind aflandig en ‘s avonds aanlandig. Overdag warmt de zon het land op, de warme lucht stijgt op en de koelere lucht van zee wordt aangezogen. Rondom het eiland ligt een strook met harde wind, terwijl er dicht onder de kust nauwelijks wind staat. Verder op zee waait het dan normaal. Wij varen op de motor de haven van Porto Azuro binnen. Aan de steigers is geen plaats meer, maar er is ruim voldoende plek om te ankeren. Wat een plaatje! Pastelkleurige huizen, geplakt tegen de bergen, om-
4
ringen de haven met de vele afgemeerde zeil- en motor boten, de grote ferry ligt aan de kade en de mensen lopen te flaneren over de boulevard met de wuivende palmbomen. Wij blazen de bijboot Bumpy op en ontdekken dat we dat beter in Punta Ala hadden kunnen doen. Aan boord is hiervoor geen plaats en het is soms moeilijk om een plaatsje voor de voetpomp te vinden. Gezamenlijk roeien we naar de wal om inkopen te doen. Porto Azuro is een gezellig plaatsje met een groot plein aan de haven met veel terrasjes en leuke winkeltjes en eethuisjes in de nauwe straatjes daarachter. Een groot fort, dat nu als gevangenis dienst doet, houdt de wacht boven dit stadje. Als echte zeelieden roeien wij met onze proviand naar de Argo terug. Terwijl Elly en ik de boodschappen opruimen, neemt Tom een eerste duik in het water. De meter geeft aan dat het 27° Celsius is. Hoewel Tom langer dan twee meter is kunnen wij zijn voeten duidelijk zien. Zo helder is het water. Even later nemen Elly en ik ook een verfrissende duik. Wij spartelen naar hartelust en proberen ook onze duikbrillen uit. Er wordt onder water naar elkaar gezwaaid, naar vissen gekeken en gekeken waar het anker ligt. In de warme lucht drogen wij snel weer op. Wat heerlijk. Het genieten houdt gewoon niet op. Tegen vijven wordt het druk in de baai. Er komt een grote verscheidenheid aan zeil- en motorboten binnen lopen, maar de meesten gaan voor anker. Terwijl wij al zitten te eten zijn alle Italianen bezig om toilet te maken. Er wordt druk gedoucht, haren worden gewassen en men loopt weer rond in kamerjassen. Na enige tijd komt er een stroom van snorrende bijboten langs varen met mooi opgedofte dames en heren. De restaurantjes lopen vol als wij met de afwas bezig zijn. Wij besluiten ons te voegen naar de gewoonten van het land en roeien netjes gekleed naar de wal en nemen plaats op het terras met een cappuccino. Het is al donker maar het is nog heerlijk warm. Aan boord was het koel en daarom droegen wij een vestje of een trui. Nu kon dat weer uit. Het is een leuk gezicht om de mensen langs te zien lopen in hun nette kleren, gearmd met vrouw of vriendin, in groepjes of met kinderen. Wat opviel was dat bijna iedereen wel een telefoontje bij zich had en dat deze ook te pas en te onpas werden gebruikt. Omdat de Italianen veel buiten de deur leven is het natuurlijk wel handig om bereikbaar te zijn. Maar af en toe was het overdreven. Overal om je heen hoorde je “Pronto!”. Tijdens de maaltijd zat altijd wel iemand te bellen en tijdens het flaneren liep het meisje verveeld rond te kijken terwijl haar vriend een interessant gesprek aan het voeren was. Rondje Elba Hoewel Elba een klein eiland is, kan je er aardige dagtochten maken om van de ene plaats naar de andere te komen. De zuidkust is gevormd als een hand met vingers, lange rotspunten, die in zee steken, waartussen diepe baaien liggen. Zo kan het voorkomen dat er vier uren gezeild wordt terwijl de aanlegplaatsen hemelsbreed hooguit enkele kilometers van elkaar liggen. Door de diepe baaien zijn er veel beschutte ankerof havenplaatsen. In bijna alle baaien zijn zandstranden, die druk door vakantiegasten worden bezocht. De meesten zijn Italianen. Hele families liggen onder parasolletjes. Af en toe gaat men zwemmen of er worden waterfietsen gehuurd, waarmee door de baai wordt gevaren. Sommige hebben er zelfs een kleine glijbaan voor de kinderen op. Wij hebben niemand gezien die daar gebruik van maakte, maar het staat wel aardig. Er wordt ook veel gesnorkeld. Vooral bij de rotsen zitten veel kleine, maar zeer kleurrijke visjes en zeeanemonen. Voor de zeeëgels moet je wel oppassen. De lange stekels kunnen in je vel blijven haken en afbreken. Sommige stranden behoren bij een camping. Wij roeiden naar de wal en maakten gebruik van de douches en deden boodschappen in de kampwinkel. Op die manier hadden wij bijna altijd voorzieningen op de wal ter beschikking. Als het geen havenplaats was dan was het wel een camping. De havenplaatsjes zijn zonder uitzondering leuk. Ze ogen echt Italiaans en er is voldoende toerisme om de bezoeker ook genoeg aan winkeltjes en restaurants te bieden. In Marina di Campo was er zelfs een groot podium buiten op het strand waar tot na middernacht pop- en dansmuziek werd gespeeld. Vanaf de boot konden wij hiervan meegenieten. Toen wij om de west kant voeren zagen wij op zee een groep dolfijnen voorbij trekken. Af en toe zagen wij een zeilboot. Het was alleen druk in de havens. Overdag vaart iedereen uit en zeilt, vaart met de snelle
5
motorboot of ligt in een baai voor anker. Tegen het eind van de middag vaart iedereen terug naar de haven. Dan is het op de ankerplaatsen in de baaien heerlijk rustig. Het ankeren leverde meer problemen op dan wij hadden verwacht. De dikke pollen zeegras boden een anker, ook ons Fortress anker, geen enkel houvast. Deze velden waren meestal erg groot. Gelukkig was het water zó helder dat goed te zien was hoe de bodem er uit zag. De Italianen bekommerden zich hier minder om dan wij. Zij gooiden een zwaar anker uit met een enorme hoeveelheid ketting. Alleen al op het gewicht bleef de boot liggen. Als wij doken konden wij vaak zien dat ook hun anker niet in de bodem was ingegraven. In de schilderachtige haven van Marciana Marina, met een wachttoren tegen de Saracenen op het havenhoofd, vonden wij een geschikte plek om te ankeren. De volgende dag besloten wij om met de bus Marciana Alta, de oudste stad van het eiland te bezoeken. De busrit slingerde langs de berg op de nauwe weg met haarspeldbochten omhoog. De uitzichten vanuit de bus waren indrukwekkend. Middeleeuwse stadjes lagen tegen de berg gekleefd en beneden lag de blauwe zee en met de haven. De straten waren zo nauw dat iemand eerst zijn raam moest sluiten om de bus door te laten. Op het heetst van de dag bezochten wij een museum waar we de vondsten van opgravingen bewonderden. Daarna gebruikten wij de lunch op een met bloeiende oleanders omgeven terras met uitzicht over de baai en de haven. De Argo konden wij als een klein stipje zien liggen. Hier was het heerlijk koel en wij bleven lekker lang zitten en genoten van een koele witte wijn. Porto Ferraio is de hoofdstad. De ferries van de wal varen af en aan. Het is een levendige havenplaats. De oude haven ligt geheel beschut binnen de stad. Om te zien is het een plaatje. De stad is een bezoek meer dan waard. Middeleeuwse vestingwerken, de Piazza della Republica, waar Napoleon destijds zijn privé leger liet exerceren, de villa waar Napoleon heeft gewoond, prachtige winkels en heel veel restaurantjes. Na het eiland te hebben gerond zijn wij doorgezeild naar ons uitgangspunt Porto Azuro, waar wij nog enkele dagen zijn gebleven. Ons leven bestond alleen nog maar uit luieren, zwemmen en boodschappen doen en flaneren door de stad. De terugtocht was plotseling minder aangenaam. Het weer dat al die tijd zo schitterend was geweest, sloeg om. De lucht werd grijs de wind werd hard en het regende af en toe. In tegenstelling tot de heenreis, konden wij nu de kust van Italië niet zien. Het was nu dan ook vervelend dat mijn kompas onbruikbaar was. Gelukkig bood de GPS uitkomst en ik kon de Argo op koers leggen. Dichtgereefd zeilden wij aan de wind door forse golven. De wind wakkerde aan tot kracht 7. Na ruim drie uren zeilen voeren wij de beschutte haven in. Een van de eerste dingen die Elly deed was kijken of de auto er nog stond. Die stond nog keurig en onbeschadigd op ons te wachten. Hans Krijtenberg had gelijk: de maffia heeft er goed op gelet. Het weer werd hierna heel erg slecht. De volgende dag sloegen de golven over de stenen muren van de haven. Regenbuien vlogen over. Wij hebben met de auto nog een tocht naar de historische stad Sienna gemaakt. Dit was een vakantie om nooit te vergeten. Of wij weer gaan traileren? Voor ons is dat geen vraag. Wij zijn vast van plan om volgend jaar weer naar de Middellandse zee te gaan. Robert van Dooren
6
⎯≈⎯ Bestemming Italië Door het uitgebreide en enthousiaste verhaal van Robert van Dooren over zijn mooie tocht naar en rond Elba staat deze uitgave min of meer in het teken van “naar Italië rijden het water in en oversteken”. Wij hebben dit met onze oude DAF 1600 met de Tonic “Bubbels” erop nu 3 keer gedaan, zodat Peter van Berk mij vroeg om ook mijn ervaringen met routes, overnachtingplaatsen, havens en kranen eens te beschrijven in dit nummer. De afstand is 1450 km. Door Duitsland kennen we twee routes namelijk die over Munchen, Insbruck, Brennnerpas, Bolzano, Bologna, Florence (Firenze), Sienna; de andere Nijmegen, Goch, Koblenz, (A61), Karlsruhe, Basel, Luzern, St.Gotthardpas, Lugano, Milaan. Na Milaan kiezen we voor Genua, La Spezia, Livorno of voor Parma, La Spezia, Livorno, dan wel Parma, Bologna, Florence, Sienna. De route over de Brenner lijkt ons altijd erg lang en daarom is de route over Luzern onze favoriet. Daar komt bij dat we net voorbij Luzern, aan de zuidkant van het plaatsje Hergiswil, een goed plekje weten om in de boot op de vrachtauto te overnachten, namelijk op de dorpsparkeerplaats van de toeristenbussen, pal aan de Vierwaldstatter see (dus direct zwemmen als het water niet ijsgletscherkoud is) en met een 10 meter hoger gelegen gezellig restaurant met superterras en mooi uitzicht over de See en eigen boot op wielen. Een aanrader na ca. 830 km rijden. De volgende morgen kiezen we er dan voor om de Gotthardpas te “nemen” omdat we een vreselijke hekel hebben aan die lange stinktunnels en “de Gotthard nemen” met je eigen combinatie wel iets avontuurlijks heeft. Het is minder gevaarlijk dan het lijkt, zodat ook veel caravanners het rijden, waaronder ook zware combinaties. De pasweg is redelijk breed, goed berijdbaar en niet te steil (raadpleeg de ANWB route kaart). Na Milaan over Genua rijden is ons slecht bevallen, vanwege de daverende chemiestank in het dal boven Genua en het er stapvoets moeten afdalen, omdat vrachtwagens daar niet sneller kunnen en mogen rijden op de steile hellingen. Passeren is natuurlijk verboden. Ook vonden wij de “100 tunneltjesroute” tussen Genua en La Spezia gevaarlijk door het reeds door Robert aangehaalde scherpe licht/donkereffect. Zo’n opklapzonnebril is voor brildragers zeker een must en wij hadden veel gemak van onze breedstralers, die de volledig beroete wegmarkering, geleidebandjes en paaltjes nog enigszins in beeld brachten. Dit geldt overigens voor veel tunnels op de hele route. Na Pisa, Livorno rijden wij het dure Punta Ale voorbij, richting Castiglione della Pescaia. Of we doen dit dwars door Toscane via Bologna, Florence, Sienna en Grosseto. Dat is minder comfortabel, maar erg mooi, terwijl de steden Florence en Sienna natuurlijk onvergetelijk en verslavend zijn. Daar gaan we graag een paar dagen eerder voor uit het water. Castiglione della Pescaia is een charmant middeleeuws kasteelstadje op een steile berg aan zee. Er loopt een riviertje langs en er is een openbaar haventje met mooi strand. Bij Jachtwerf Cantiere Navale, Molo di Levante (tel.0039/564/937113) kan de boot te water en de vrachtwagen of trailercombinatie voor ca. f150 tot f200,- op hun omheinde terrein op het industrieterrein gestald worden. Bel eerst even en spreek met het kantoor het tarief af. Zaterdag na 12 uur hesen ze enkele jaren geleden niet. Je kan ook aan het begin van de Molo di Levante in en uit het water bij twee grote telekranen voor een vaak wisselend, maar voordelig tarief. De trailercombinatie moet je dan zelf stallen bijv. gratis op het Camperterrein voorbij de kermis. Of je dat veilig genoeg vindt moet je zelf beoordelen of vragen aan bijvoorbeeld de politie, maar ook kun je proberen bij een boer een stallingplaatsje te vinden. Als we dan weer twee dagen genoten hebben van het stadje, de mensen, de terrassen en het strand steken we over naar Elba. Daar overnachten we meestal in de veilige zuidwesthoek van Golfo di Campa en steken de volgende dag over naar Corsica. Dan volgen we zuidwaarts de oostkust en genieten van de prachtige baaien en het heerlijke zeilgebied tussen Porto Vecchio, Bonifacio, Ajaccio of zelfs een keer het hele eiland rond. De laatste keer hebben we vooral de noordoostkust van Sardinië bevaren met de mooie MaddalenaArchipel. De eerste keer zijn we in één keer overgestoken van Castiglione naar Porto Vecchio in een halve dag een prachtige nacht. Nu varen we met z’n tweeën, eerst Elba vaak begeleid door dolfijnen, grindes en
7
zelfs een orka. Over onze tochten naar en rond Corsica Elba en Sardinië zullen een volgende keer uitgebreid verslag doen. De “Nautischer Reiseführer” die we graag gebruiken is Korsica, Nord-Sardinien Toskanische Inselwelt van Andrea Horn/Wyn Hoop (ISBN 1998: 3-89225-160-6) In Zwitserland moet men een autobaanvignet hebben voor auto en trailer. Voor Italië heeft men voor de boot een in het Italiaans gesteld bewijs van verzekering van de boot nodig. Uw verzekering maatschappij heeft hiervoor een voorgedrukt formulier, anders een andere maatschappij kiezen. Die Yacht (www.yacht.de “reviere”) heeft op Internet gegevens over Corsica en Sardinië. Otto en Marion Schouten 033-2772862 ⎯≈⎯ Trailerboot Dehlya 22 & 25. Begin jaren tachtig zette Dehler een nieuwe lijn trailerboten op ter vervanging van de Varianta en de Delanta, boten, die volgens een fabrieksmatig concept waren opgezet. Van begin af aan werd rekening gehouden met traileren. Voorbeelden hiervan zijn de waterballast, de maststrijkinrichting en het doorgestoken roer, dat uit de kuip verwijderbaar was. Ook werd de trailer met dolly van de Varianta voorzien van een aantal nieuwe dingen, zoals het kunststof vulstuk voor de kiel, waardoor de dolly bleef drijven en waardoor de boot gemakkelijker op de dolly te brengen was. Tegelijkertijd werd de rompvorm en tuig aangepast aan de nieuwe inzichten, breder en vlakker onderwaterschip, meer zeil. Ontwerpbureau van der Stad bracht hun ervaring erin. De boten werden op de maximale trailerbreedte van 2,5 mtr gebracht. De 22 is 6,6mtr lang, de 25 is 7,6mtr lang. De meter extra lengte van de 25 werd in de kajuit gebruikt voor een hangkast en een kaartentafel. De keuken is een schuifeenheid onder de kuipbank. Er werd gebruik gemaakt van een zogenaamde buiten en binnen schaal van polyester. Hierdoor waren de boten eenvoudiger fabrieksmatig te maken. Beide boten hebben een optrekbare kiel, waarbij de kielkast door de kajuit loopt tot aan het dak. Met een lierslinger kan men de kiel aan dek omhoog draaien (± 100 slagen). Hierdoor is de minimale diepgang 40 cm en de maximale 120-135cm. De waterballasttank tussen de schalen, respectievelijk 200 en 350 liter, wordt automatisch gevuld bij het te water laten. Bij het uit het water halen moet met een lozingsventiel bij de kielkast het water er weer uit gelaten worden. De boten hebben een maststrijkinrichting, waarbij de binnenstagen aangrepen op verlengde puttingen in buisvorm, die op een lijn lagen en verbonden waren met de mastbout. Met de spinakerboom als sprenkel was de mast eenvoudig de zetten en te strijken.
8
De zeileigenschappen zijn voortreffelijk. Beide boten zijn met een 7/8 tuig uitgerust en goed te trimmen. De boten lopen hoog aan de wind en met spinaker op zijn ze makkelijk tot planeren te brengen. Het zeiloppervlak van de 22 is 25,5m2, van de 25 is het 36m2 De indeling is nog als die van de Varianta, voor twee kooien, midden twee kooibanken. De 22 heeft het keuken blok onder de kajuit ingang. De inrichting van 25 is al boven genoemd. De trailers die erbij geleverd werden zijn een verdere ontwikkeling van de trailer van de Varianta. De dolly heeft een kunststof vormstuk, waardoor de boot gemakkelijker boven de dolly te brengen is. Ervaring leert overigens dat vrijwel iedereen na twee jaar gebruik toch een kraan neemt, de 22 weegt met trailer ongeveer 1350kg, de 25 ongeveer 1600 kg. De prijzen voor een 22 liggen tussen de f25000,- en f35000,- voor een 25: f35000,- tot f50000,-. In Nederland worden ze niet veel aangeboden, echter in Duitsland is het aanbod ruimer. Let erop dat een in Duitsland goedgekeurde (TÜV) trailer in Nederland opnieuw gekeurd moet worden! Later is de Dehlya 22 nog uitgebracht als Dehler 22 met een vaste kiel van 95 cm, zonder waterballast. De boot werd zo’n 150kg zwaarder. Zeil en romp waren hetzelfde, echter de kwaliteit van de afwerking minder. Men had “verbeteringen” aangebracht, zoals de rugleuningrol, die ook als steun voor een zeekooi kon dienen, maar praktisch bleek dit niet. Ook de 25 werd met vaste kiel uitgevoerd en weegt nu ongeveer 1600 kg zonder trailer. In 1992 is ook nog de Dehler 18 uitgebracht met de bijnaam Roodkapje. Dit was een geheel andere boot, niet te vergelijken met bovengenoemde boten. Test Dehlya 22 WK2 1986, Dehler 22 WK 12 1992, Dehler 18 WK 13- 1994. Al deze testen zijn groepstesten van meerdere boten. ⎯≈⎯ De heer Wiegersma schrijft op de bootshow in Leeuwarden een vervanging voor het chemisch toilet gevonden te hebben en dit zelf toegepast te hebben in zijn boot. Het systeem werkt met plastic wegwerpzakken met neutraliserende inhoud, die in een losse zitting geklemd worden. De inbouwmogelijkheden van dit systeem zijn eenvoudiger dan het chemisch toilet. Leverancier:Toilet Service Twente BV tel. 074-2771780. ⎯≈⎯ Oproepen Î Via Koos Haarsma vraagt de heer Seijsener (tel.020- 4222836) het volgende. Met een ETAP 23 heeft hij de afgelopen 3 jaar in de Middellandse zee gevaren van Spanje tot Turkije. Nu wil hij de boot via de Franse kanalen terugvaren op de motor. De mast is daarbij een lastig obstakel en zou hij liefst apart naar Nederland (laten) vervoeren. Is er iemand die de mast op zijn trailer mee wil nemen? Of misschien weet iemand een andere oplossing voor de heer Seijsener. Koos Haarsma ⎯≈⎯
9
Î De heer v.d.Staal vraagt of er personen zijn, die ervaring hebben met de Friendship 25TS. Indien U praktijkervaring heeft of iemand kent, die dat heeft, gaarne 0229 684541 bellen. ⎯≈⎯
10