Vrienden van RISE
Nieuwsbrief
nr.8
maart 2010
Wie is wat?
Verslag van een half jaar Kenia
RISE is een locale Keniaanse ontwikkelingsorganisatie in ZuidwestKenia die probeert kwetsbare groepen te helpen hun positie te verbeteren.
Margriet van Ulft uit Venlo, moeder van 3 kinderen en oma van 6 kleinkinderen, was jaren huisvrouw en deed veel vrijwilligerswerk, o.a. met gehandicapte kinderen en met allochtone vrouwen. Ze wilde al lang graag eens naar Afrika, maar niet als toerist. Via Marriet Huijts kwam ze in contact met de ‘Vrienden van RISE’ (Marriet is actief in de LLTB en betrokken bij een langdurige uitwisseling tussen boerinnen in Nederland, Filippijnen en Kenia). Margriet besloot om een half jaar naar Kenia te gaan om - op een of andere manier - het werk van RISE te ondersteunen. Ze was in Kenia van 7 april tot 8 oktober 2009. Haar verslag volgt hier.
Vrienden van RISE Kenia is een groep Nederlanders en Vlamingen die de mensen van RISE ondersteunt. Ze zijn gedeeltelijk georganiseerd in stichtingen en verbanden (zie achterkant Nieuwsbrief). Maar er zijn ook individuele Vrienden van RISE Kenia.
Margriet (midden) en Milou, samen met Massaivrouw Jane en haar gezin
Contactadres Vrienden van RISE Martin Jansen, Kornoeljeweerd 54, 6229 TE Maastricht tel. 043 361 86 39 Of Ageeth Potma, e-mail:
[email protected] www.risekenia.nl giro SOIL: 7616749 Inhoud Nieuwsbrief:
Verslag van Margriet van Ulft Het werk van RISE en RASME Elektriciteit voor Sagegi Een cheque van het preuvement Slaapzalen van HilverdaKooij Enkele indrukken van Kenia, door Maria Baarslag Blind in Kenia Gitta gaat terug naar Kenia Mihutimu
De meest gestelde vragen bij thuiskomst: Hoe was het DAAR? Wat heb je GEDAAN? Mijn antwoord: Voor mij was het goed, de mensen zijn lief, gastvrij, het landschap groen, bergachtig, de grond vruchtbaar en het klimaat heerlijk, een geweldige vakantieplek dus. Maar ook: armoede, ziekte, weinig toekomst perspectief, vooral voor jonge mensen, vrouwen hebben geen rechten en de sociale verhoudingen zijn middeleeuws. Gedaan heb ik niet zoveel, geen school gebouwd, geen zieken verpleegd of zo, vooral gekeken, geluisterd, gepraat en samen met mensen van Ogwedhi en Migori plannen bedacht om het leven een beetje leuker te maken. De dingen waarmee ik mijn dagen vulde: - Meedenken met ‘mijn’ vrouwengroep in Ogwedhi en de gehandicapten in Migori. - Bezoeken van veel andere groepen van RISE, vaak ben je een hele dag onderweg, maar het landschap is zo mooi en in de auto met Otieno, Lilian of Eunita is best gezellig. 1
- RISE promoten op Fielddays, samen met de vaste medewerkers en leden van de groepen, hele leuke dagen, waarop je kunt ervaren dat RISE belangrijk is voor veel mensen. - Meedenken met Maasai mensen, over een nieuwe school, een centrum voor volwassen-educatie en een kleinschalig tourisme project. - Proberen Luo en Maasai ervan te overtuigen dat samenwerking meer oplevert dan oorlog voeren (maar dat lukte niet erg). Ideeën genoeg, ook van de mensen daar, maar het is zoooo moeilijk om al deze luchtkastelen om te zetten in concrete, haalbare plannen en die vervolgens ook nog te verwezenlijken. En het kost tijd, veel tijd, maar tijd is gelukkig ruim voor handen in Afrika. Blijft de vraag of het zin heeft dat wazungo (blanken) zich bemoeien met Afrika. Dat wist ik niet voordat ik ging en dat weet ik nog niet. Moeten WIJ bepalen wat ZIJ nodig hebben? Omgekeerd zouden wij dat toch ook niet willen. Zullen we maar ‘de deur dicht gooien’ en ze hun eigen boontjes laten doppen? Samen met Maria en Milou, twee studentes uit Wageningen die er ook twee maanden waren, hebben we er vaak over gepraat, maar de oplossing niet gevonden In elk geval heb ik als souvenir een paar mooie herinneringen uit Kenia meegenomen: Het stralende snuitje van Fidel Castro (zo heette hij echt) een 3-jarig jongetje dat iedere keer als hij me zag aan kwam rennen, mzung, mzungo roepend, om snel een handje te geven en dan weer gauw naar zijn moeder te lopen, want hij vond me toch wel een beetje eng. En al die andere kinderen met snottebellen en plak handjes die steeds weer op de foto wilden, zo lief! De bijeenkomsten met de vrouwen, kletsen, lachen, een saamhorigheidsgevoel van vrouwen onder elkaar, net zoals in Nederland. Ana, de oudste vrouw van de groep die, voelend aan mijn rimpels zei: eigenlijk ben je hetzelfde als ik, alleen je vel is witter. Het pasgeboren kindje in het ziekenhuisje dat me aankeek met dezelfde doordringende, alwetende blik als mijn kleindochter 9 jaar geleden. De sterrenhemel boven Eunita’s huis. De regenboog boven het dal toen ik verdrietig de berg afkwam na de begrafenis van een meisje van 17, moeder van een baby van 1 maand. Logeren in het huis van de grootmoeder van ‘onze’ Maasai, met hen wandelen door Masai Mara, wilde dieren van dichtbij zien, de zon op zien komen en even voelen hoe het is om een echte, ouderwetse Maasai te zijn. Mildred, 23, blind en al haar hele leven verborgen gehouden achter haar ouderlijk huis. Samen met haar, Maria en Milou en een heleboel kinderen uit de buurt zingen, liedjes uit Kenia, Nederland, de kerk en zo meer. Ze heeft zo’n mooie stem... Christine, 13 jaar; de wonden aan haar benen zijn eindelijk bijna genezen en sinds kort is ze leerling van een goede school. Op de dag van mijn vertrek staat ze ’s morgens al om 6 uur aan de deur omdat ze nog even haar nieuwe uniform wil showen. En tot slot: de hartelijkheid van Eunita en alle mensen in haar huis en de medewerkers van RISE die er voor zorgden dat ik me al die maanden gewoon thuis voelde. Margriet van Ulft
Elektriciteit voor de Sagegi-school Meer dan 5 jaar geleden besloot het Rode Kruisafdeling Haarlem om de aanleg van elektriciteit voor Sagegi te financieren. Dit gebeurde na bemiddeling van de Werkgroep Bisdom Haarlem - Homa Bay. Voorwaarde was dat er een bordje op een elektriciteitspaal zou komen waarop het Rode Kruis vermeld zou worden. Het heeft heel lang geduurd voordat de elektriciteit er eindelijk was: onduidelijke procedures, corruptie bij het Keniaanse elektriciteitsbedrijf, enz. Maar inmiddels is het voor elkaar. Zelfs het gevraagde bordje hangt op. 2
Het werk van RISE en RASME Als gevolg van de aids-epidemie zijn veel jonge vaders en moeders overleden. Hun kinderen worden ondergebracht bij familieleden. Als het er veel zijn worden ze vaak verspreid over verschillende ooms en tantes. En natuurlijk naar opa en oma. Er zijn grootouders, die al hun kinderen kwijt zijn geraakt. Waar voorheen oma’s eindelijk wat rustiger aan konden doen en genieten van hun kleinkinderen, worden ze nu opnieuw met grote zorgen opgezadeld. Ze zijn de opvoeders van hun kleinkinderen geworden: zorgen dat ze te eten en te drinken hebben. Een te zware last op hoge leeftijd. Gevolg is dat steeds meer oma’s lid worden van RASME en komen ze voor een kleine lening om een bedrijfje te starten en een beter inkomen te verdienen. RISE heeft in 2007 een coöperatie opgericht onder de naam RASME. De bedoeling is dat de leden van de coöperatie met elkaar samenwerken en een beter inkomen verwerven. RASME geeft de leden kans om te sparen en om te lenen. Iets dat zonder RASME niet mogelijk zou zijn, zeker niet voor oma’s, die door andere microkredietinstellingen niet als kredietwaardig worden gezien. RASME werkt vooral met vrouwen: driekwart van de leden is vrouw en een kwart bestaat uit mannen en jongeren. Op dit moment hebben de 2500 leden van RASME al 7 miljoen shilling (omgerekend: € 70.000) bij elkaar gespaard, terwijl de prognose voor 2010 was dat ze dan 3 miljoen spaargeld zouden hebben. Een totaal bedrag van 16 miljoen shilling (= € 160.000) is uitgeleend aan 2.225 leden. Dat betekent dat bijna alle leden een lening hebben. Maandelijks wordt er een bedrag van ongeveer 3 miljoen shilling uitgeleend, terwijl er vraag is voor 4 miljoen. Dat verschil wordt opgelost door de afzonderlijke leningen kleiner te maken dan gevraagd was. Op de lening zit een rente van 13 %, het wettelijke percentage dat coöperaties mogen vragen in Kenia. Bij RASME komt er nog 2 % Risk Fund bij. Met dat geld worden leningen afgelost van leden, die overlijden. Zo wordt voorkomen, dat nabestaanden die lening moeten aflossen of dat de coöperatie met een schadepost blijft zitten. Veel mensen willen lid worden, omdat RASME de naam heeft betrouwbaar te zijn, waar anderen mislukten. Onlangs kwam er weer een vraag om toelating als lid van de parochie in Tonga, waar Labalu vroeger actief was. Met name vrouwen willen met Eunita samenwerken, omdat ze haar vertrouwen. Het werk van RASME wordt in de opbouwfase gesteund door de Nederlandse mede-financieringsorganisatie Oxfam Novib. In de jaren 2008, 2009 en 2010 investeert Oxfam Novib in totaal €330.000,-. Daarna trekt Oxfam Novib zich terug (uit heel Kenia) en moet RASME op zoek naar een nieuwe donor, omdat de organisatie nog te klein is om alle overheadkosten te kunnen financieren uit de rente op de leningen. Eunita Majiwa en Lillian Ogola (financieel directeur) zijn daarom op zoek naar andere sponsors, die de rol van Oxfam Novib kunnen overnemen. Vrienden van RISE Kenia doen mee in die opdracht en proberen contacten te leggen met mogelijke financierders en donateurs. Martin Jansen
3
Leven in Kenia door de ogen van een Nederlandse studente Maria Baarslag, studente Internationale Ontwikkelingsstudies in Wageningen, is in de zomer van 2009 twee maanden naar Kenia geweest, samen met vriendin en studiegenote Milou Dubois. Ze werden uitgezonden via de jongerenorganisatie ‘Jongeren en Missie’. (foto: Maria (midden) en Milou (achter) met de ‘pikipki’ op weg van Massailand terug naar Ogwedhi) Het begon al donker te worden. In het licht van de koplampen zag ik de kuilen waartussen onze auto manoeuvreerde. We waren op weg naar Ogwhedi. Als ik uitstapte, zou ik mijn nieuwe thuis aanschouwen. De volgende morgen liep ik naar buiten, staarde over de heuvels en hoorde het regelmatige geluid van de waterpomp naast ons huis. Samen met Milou bracht ik ruim twee maanden door in Kenia. We waren hier samen om te zien hoe het leven eruit ziet, duizenden kilometers verderop. Ik heb veel gezien in Kenia, veel nagedacht over mijn wereld die met elke stap groter werd. Over armoede en ontwikkelingswerk, over leven en dood, over geluk en ongeluk, over macht en machteloosheid, over zwart en wit. Toen ik terug kwam, moest ik vertellen wat ik in Kenia heb gedaan. Ik vertelde dan verhalen over uren in de kerk zitten, wandelen met Mildred, wachten op alles en niets, geweld, ziekte en dood, spelen met de kinderen, liedjes zingen na het eten, uren over wegen hobbelen, discussies over geloof, hoop en liefde. Mensen konden er niet veel mee. Ik ging toch werken voor een NGO? Wat had ik de Keniaan geleerd, hoeveel Kenianen had ik gered, wat heeft de Keniaan nodig? Dan vroeg ik maar of zij vonden dat ik hén moest redden, waarom dan wel een Keniaan? Ja, de mensen die ik ontmoette in Kenia, hadden te maken met grote onzekerheid, met onmacht, met verdriet, maar leefden op hun manier. Oneerlijke machtsrelaties blokkeren de mogelijkheden van sommigen om hun eigen keuzes te maken, op eerlijke kansen. Ik denk dat mensen moeten leren om náást elkaar te lopen, elkaars kwaliteiten te zien en daarop in te spelen. Wat Kenia met mij heeft gedaan? Kenia heeft mij spiegels voor gehouden, mij terug gebracht tot de essentie van leven; kwetsbaar zijn, geraakt worden en het vertrouwen op de koers van je hart. Maria Baarslag
Cheque voor LOAF van het Preuvenemint In oktober 2009 ontving Marianne Krekels een cheque van € 1000,- voor LOAF uit handen van de penningmeester van ‘het Struyskommitee’, de organisator van het ‘Preuvenemint’. Het Preuvenemint is een jaarlijkse culinaire manifestatie in Maastricht, waar vele Maastrichtse restaurants hun gerechten aan de man of vrouw brengen. Een deel van de winst van het Preuvenemint (dit jaar voor de 28ste keer) gaat altijd naar goede doelen, en dit jaar was LOAF een van de vele gelukkigen. In totaal werd ruim € 142.000,- geschonken aan verenigingen en stichtingen. Op de foto: Marianne met haar cheque, met naast haar een vriendin en penningmeester Wil Cohen. 4
Blind in Kenia Vier schaduwen bewegen zich voort over het rode zand. De koeienvlaaien scheiden het grondgebied af wat we betreden. We lopen het huis binnen en zitten in een grauwe kamer. Moeder verwelkomt ons en loopt dan naar buiten. Ze komt terug samen met Mildred, die vertwijfeld haar weg zoekt in de lege kamer. Moeder praat, dochter luistert. Help ons, we weten niet wat we moeten, God heeft ons deze last gegeven, ze moet trouwen, ze moet werken, ze is te duur. Langzaam overstemmen mijn gedachten de stemmen van de vrouwen die onderhandelen over de mogelijkheden. Ik kijk naar Mildred, haar draaiende ogen, het schommelen van Margiet van Ulft met Mildred haar lichaam, haar lach. Ik vraag me af wie ze is, hoe haar wereld eruit ziet, wat zij wil. Ik word wakker in het donker. Voorzichtig schuifel ik naar buiten. Ik was me en kleed me aan, dan ga ik zitten. Ik luister en wacht, totdat het voor de rest van de wereld ook donker wordt. Ik sluit mijn ogen en ga slapen. Stiekem sluit ik mijn ogen, probeer mij voor te stellen hoe het voelt. Ik wil niet aan deze kant van de kamer zitten: Maria, de mzungu, de ontwikkelingswerker, de lopende geldzak, de held? Hoi, ik ben Mildred, ik ben 24 jaar. Ik ben blind, al 24 jaar. Ik ben weggestopt achter het huis, al 24 jaar. Ik kom nooit buiten mijn tuin, al 24 jaar. Ik droom dat mijn dag komt, al 24 jaar. Mildred is verwaarloosd, al 24 jaar. Haar armen bewegen ongecontroleerd, als ze drinkt morst ze de helft, als ze praat, kijkt ze mensen niet aan, ze lacht oorverdovend. Als het huis leeg is, wordt ze opgesloten in de schuur. Als ze buiten zit, zijn het alleen de kinderen die in haar buurt komen. Ik kan mij niet voorstellen hoe het voelt. We komen later terug, om te zingen. Mildred heeft talent en we delen melodieën, klanken die haar het middelpunt maken van onze wereld. We lopen samen door de bergen; een schouwspel waar mensen voor blijven staan. We lachen, angstig pakt ze ons vast en dapper lopen we door. Mildred volgt nu een opleiding in de stad. Heldendaad voltooid, wonder geschied? Mildred’s leven staat nu op zijn kop, hoe het eruit zal zien, ligt aan de kansen die ze krijgt om haar zelf te zijn, om zelf haar leven vorm te geven. Een blinde zal nooit zien. Ik hoop alleen dat ogen zich openen, blikken zich niet afwenden, dat we verder kijken en onszelf onder ogen komen.
Laat je sporen achter in het zand Weiger opgesloten te worden door hun blindheid Geloof in je krachtige stem Die zegt dat je de wereld nog zoveel kunt laten zien Bedwing de bergen en laat je vallen in het diepe gras Voel de mensen kijken naar dit spektakel van eindeloze kracht Maak je eigen keuzes, volg je eigen weg Werp een blik over je schouder en luister: Duizenden fluisterende ogen kennen jouw naam.
Maria Baarslag
Slaapzalen voor Sagegi van HilverdaKooij In maart 2009 werd de middelbare school van Sagegi bedreigd met sluiting, omdat de overnachting van studenten niet goed geregeld was. De meisjes sliepen in een semi-permanent gebouw, dat ook als keuken werd gebruikt. De rookontwikkeling bij het koken is slecht voor hun gezondheid. De jongens sliepen in een leslokaal, dat daarmee aan het onderwijs onttrokken werd. Dus de bouw van nieuwe slaapzalen is dringend nodig. Stichting LOAF heeft een subsidieverzoek gedaan bij Impulsis, om de slaapzaal voor 50 meisjes af te kunnen bouwen. Dat verzoek werd afgewezen. Gelukkig is er een reddende engel gekomen. Het bedrijf HilverdaKooij in Aalsmeer, dat in Kericho in Kenia jaarlijks miljoenen anjerstekjes kweekt voor 5
de export, is bereid gevonden om bij gelegenheid van haar 100-jarig bestaan de bouw van de slaapgelegenheid te financieren. Op 9 september mocht Ied Bruijn uit Haarlem en Paul van Soest uit Aerdenhout namens de Vrienden van RISE een cheque van € 10.000,- in ontvangst nemen van de feesteling. Met dat geld is intussen de slaapzaal voor de meisjes helemaal afgebouwd. In januari is er geverfd en in februari kunnen de meiden er hun intrek nemen. Zo snel mogelijk wordt nu een begin gemaakt met de bouw van een slaapzaal voor 100 jongens. Voorlopig slapen de jongens in een kantoorruimte, maar die is veel te krap. Bij de ambachtsschool van de broeders, St Bernhards in Homa Bay, zijn intussen ijzeren Ied Bruijn (midden) en Paul van Soest (rechts) van de werkgroep Bisdom Haarlem – Rise Kenia ontvangen de indrukstapelbedden (3-hoog) voor de school gemaakt. wekkende cheque HilverdaKooij wil ook in de toekomst bij RISE betrokken blijven.
Home for peace De Sagegi-school is 10 jaar geleden opgericht met het doel om jongeren van verschillende etnische groepen (Luo, Massai, Kuria) met elkaar in contact te brengen, en om daarmee etnische conflicten in de toekomst te voorkomen. Want die etnische conflicten laaien nog steeds regelmatig op (vooral in verkiezingstijd). De gedachte van de initiatiefgroep indertijd was: als je met elkaar een slaapzaal hebt gedeeld, in hetzelfde elftal hebt gespeeld of in hetzelfde koor hebt gezongen, dan vertrouw je elkaar en ben je in staat om in vrede met elkaar te leven. De school is een succes. Hij had in 2009 235 leerlingen tussen 14 en 20 jaar, waarvan 70 meisjes. Door de bouw van een nieuwe meisjesslaapzaal zal de toeloop van meisjes ongetwijfeld groeien. Maar het bestuur heeft nu een vervolgplan, ter bevordering van de onderlinge integratie tussen jongeren: een “Home for Peace’, een gemeenschapsgebouw waar mogelijkheden zijn voor culturele bijeenkomsten, sporttraining, enz., bedoeld voor leerlingen, maar ook voor jongeren die niet op school zitten. En de ruimte kan tegelijk dienen als eetzaal voor de school. Hij zal worden uitgerust – zo is het plan – met zonnecellen voor elektriciteit. Loaf heeft een projectvoorstel voor een dergelijk gebouw ingediend bij de Wilde Ganzen. De ‘Vrienden van Rise’ hopen van harte dat dit ‘Home for Peace’ inderdaad van de grond komt.
Muhitimu In Kenia bestaat 60 % van de bevolking uit jongeren, maar hun bijdrage aan de economie blijft zwaar onder de maat. Ze krijgen te weinig kans om een inkomen te verdienen. Ze zijn werkloos of worden via kleine losse baantjes zo slecht betaald, dat ze geen eigen bestaan kunnen opbouwen en niet voor een gezin kunnen zorgen. In tijden van spanning, zoals na de laatste presidentsverkiezing in januari 2008, zijn zij gemakkelijk te porren voor onrust. In november 2008 gingen Dirk Ernst (werkzaam in het beroepsonderwijs) en Martin Jansen naar Kenia, om samen met de mensen van Rise na te denken over toekomstmogelijkheden voor schoolverlaters. Daarbij ontstond het idee van ‘service centres’: plekken gerund door RISE, waar jongeren naar toe kunnen voor kennis, advies, voor scholing en training in een bepaald vak, voor aankoop van materialen en voor een kleine lening (van RASME) en voor ondersteuning volgens het meester-leerling-principe. En niet alleen ten behoeve van traditionele vakbekwaamheden, 6
zoals timmeren, metselen en naaien, maar ook voor nieuwe beroepen waar behoefte aan is, zoals waterzuivering, solar-energie, enz. Dirk noemde het plan MUHITIMU, het Swahili-woord voor ‘schoolverlater’. In de zomer van 2009 is Dirk samen met zijn dochter Marlieke (studente in Leiden) opnieuw in Kenia geweest om het idee verder door te praten en uit te werken. Hij kwam thuis met een goed gevoel, omdat de staf van RISE het idee oppikte en een plan zou maken. Het eerste plan dat de staf opstuurde, ging toch wat te veel uit van een gewoon schoolsysteem. Maar dat wordt nu bijgesteld. Als het plan goed is uitgewerkt, is het aan ons, hier in Nederland, om er financiering voor te vinden.
Nieuwe plannen RISE heeft inmiddels twee concrete plannen om jongeren vooruit te helpen, plannen die waarschijnlijk heel goed te combineren zijn met het MUHITIMU-project. Een plan voor jongens en een voor jonge vrouwen. Bij het openbaar vervoer in de afgelegen gebieden op het platteland Workshop t-shirts bedrukken van Kenia wordt de fiets (boda boda) steeds meer vervangen door brommers. Rijke Kenianen lenen extra geld van de bank, kopen er brommers voor en laten werkloze jongens ritjes maken om passagiers te vervoeren. Die jongens verdienen schandalig weinig en komen zo maatschappelijk niet vooruit. RISE heeft nu een plan om jongens in groepen te organiseren en hen een brommer te lenen. Met die brommer verdienen ze geld, waarmee ze rente en aflossing kunnen betalen. Zodra de brommer is afgelost, wordt hij eigendom van de gebruiker/lener. Zo blijven ze niet ten eeuwigen dagen afhankelijk van een rijke brommer-eigenaar. In de groepen helpen de jongeren elkaar. RISE biedt trainingen aan in het veilig gebruik van brommers, in onderhoud enz. Er komt ruimte voor een brommerwinkel met onderdelen. Zo krijgen jongeren meer greep op hun eigen inkomen en hun eigen leven. Onder de jonge vrouwen is een groeiende belangstelling voor schoonheidsartikelen. Belangrijke grondstof daarvoor is de plant aloë, die met name in woestijnachtige omstandigheden groeit. Aan de rand van het Victoriameer mislukt de oogst steeds vaker, omdat er te weinig regen valt. Aloë gedijt daar geweldig goed en zou een alternatief kunnen vormen voor het lagere inkomen door mislukte oogsten. De aloë wordt door de vrouwen verwerkt tot medicinale zalf en huidverzorgingsproducten en op de markt gebracht. In de loop van dit jaar zal blijken of de plannen gerealiseerd kunnen worden. Het ontbreekt nog aan kapitaal om de nodige investeringen te doen.
Gitta Elsenburg naar Kenia Ruim 5 jaar geleden, in de zomer van 2004 werkte Gitta Elsenburg uit Amsterdam een half jaar in Kenia. Ze wilde na haar middelbare school graag een tijdje naar het buitenland en via haar moeder hoorde ze van de Werkgroep Uitwisseling bisdom Haarlem – Rise Kenia. Zo kwam ze in contact met Eunita en kreeg ze de mogelijkheid te werken op de Sagegi-school, als lerares Engels en gymnastiek. Het was een bijzondere ervaring voor haar, deze ontmoeting met een andere cultuur en de confrontatie met armoede en met de strijd om te overleven. Terug in Nederland ging ze studeren, maar Kenia liet haar niet los. Tijdens haar studie CMV (Culturele en Maatschappelijke Vorming) aan de Hogeschool Amsterdam deed ze - als studieopdracht - nog een onderzoek naar de mogelijkheden voor het opzetten van een computerleercentrum in Migori. En nu ze afgestudeerd is, gaat ze terug. Eerst voor twee maanden, om te ervaren in welke omstandigheden RISE zich bevindt en om te onderzoeken of ze één of anderhalf jaar bij RISE in Kenia zou kunnen werken, als ‘junior adviseur’, uitgezonden door ‘Mensen met een Missie’ in Den Haag. Op 1 februari 2010 is ze vertrokken. Als er inderdaad mogelijkheden zijn voor een zinvol langer verblijf, dan gaat ze later dit jaar opnieuw.
7
WIE IS WAT? RISE RISE (Rural Integrated Solidarity Empowerment) is een Keniaanse basisorganisatie met een micro-kredietprogramma voor arme vrouwen en ook mannen die een bedrijfje of straathandel willen beginnen. Daarnaast heeft RISE sociale projecten: steun aan aidswezen, verbetering van de watervoorziening en trainingen voor werkloze jongeren. Uitgangspunt bij alle activiteiten is dat deelnemers zich organiseren in groepen die samen oplossingen zoeken voor hun problemen. Samenwerking maakt sterk. Coördinator van Rise is Eunita Majiwa. SOIL (Solidarity On International Level) SOIL is in 1996 opgericht door Nederlanders die in contact kwamen met Eunita Majiwa. SOIL ondersteunt de activiteiten van Eunita, met name RISE en de multietnische middelbare school Sagegi (met morele en financiële steun en waar nodig met advies). SOIL is een belangrijke drijvende kracht achter de ‘Vrienden van RISE Kenia’. Daarnaast steunt SOIL enkele locale ontwikkelingswerkers elders. Contactpersoon: Martin Jansen (tel zie elders). Giro 761 67 49, t.n.v. Stichting SOIL, Heerlen
Uitwisseling Werkgroep Bisdom Haarlem – Rise Kenia In 1996 is Eunita op uitnodiging van de Vastenaktie in Nederland geweest. Sindsdien onderhoudt een werkgroep van bisdom Haarlem contact met haar en haar projecten. Het contact bestaat waar mogelijk uit bezoeken, want persoonlijke ontmoeting draagt bij aan meer begrip en betrokkenheid. Daarnaast probeert de groep geld te werven, o.a. voor aidswezen. Voorz: Paul v. Soest,
[email protected]
SOIL België SOIL België werd in 2003 opgericht, met vergelijkbare doelen als SOIL Nederland. Maar SOIL België concentreert zich op landbouwactiviteiten, met speciale aandacht voor biologische landbouw. SOIL België probeert op dit terrein tot kennisuitwisseling te komen, met mensen in Kenia, en ook met een locale ontwikkelingsorganisatie in Senegal. Contactpersoon: Rolle de Bruyne, tel. 0032 050 78 93 00 / 0032 50 78 93 00
SEED SEED is ontstaan uit SOIL maar richt zich speciaal op het onderwijs. Hoofdactiviteit is het inzamelen van geld voor de verdere bouw en inrichting van een multi-etnische middelbare school Sagegi. Eunita is bestuurslid van deze school. De school is belangrijk omdat er nauwelijks middelbare scholen zijn in het gebied. Maar bovendien draagt hij, als multi-etnische school, bij aan meer begrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de streek. Giro: 92 64 363, t.n.v. SEED, Maastricht
AKINI Via de organisatie Jongeren & Missie zijn de afgelopen jaren verschillende jongeren in Kenia geweest, om een tijdje te werken op de Sagegischool of met de jongerengroepen van Rise. Enkelen van de uitgezonden jongeren proberen na terugkeer in Nederland door te gaan met steun aan de Keniaanse jongerengroepen. Meer info: www.akini.nl, of Danniëlla Daamen,
[email protected]
LOAF (Labalu Orphan Aid(s) Foundation) Steeds meer Afrikaanse kinderen groeien op als wees, omdat hun ouders sterven aan Aids. LOAF wil hen ondersteunen, voornamelijk door onderwijs voor hen mogelijk te maken. Dit gebeurt soms door individuele steun. Maar de voorkeur gaat uit naar projecten die voor groepen kinderen van belang zijn. Contactpersoon: M.Krekels. e-mail:
[email protected] Giro: 95 50 692, t.n.v. LOAF Sittard-Geleen
MUHITIMU (Swahili voor ‘schoolverlaters’) Project ontstaan in de loop van 2009. Zoekt naar wegen om werkloze jongeren, die geen schoolgeld kunnen betalen, te trainen in beroepsvaardigheden en te helpen bij het verwerven van eigen inkomen door o.a. kleine leningen te verstrekken. Contactpersoon: Dirk Ernst, tel. 045 5410557,
[email protected]
8