Nieuwsbrief maart 2014 Geachte leden en donateurs, Dit weekend breekt de lente door en is deze winter echt voorbij. We hebben dit jaar helaas geen ijsmoppen kunnen halen. De schaatsen zijn in het vet gebleven. Daarom is het wel leuk om met een foto even terug te blikken op de echte winters, zoals die van 1942, toen er op 8 maart nog geschaatst kon worden. In een artikel van wijlen Jan van Schie lezen we hoe men vanuit het hele Westland naar Vlaardingen trok en Nico ’t Hoen beschrijft een leuke anekdote over de schaatstocht die hij in 1963 met zijn vrouw maakte. U kunt wel zien dat de schaatskleding in de tussentijd veranderd was. Els Spaargaren heeft vorig jaar alle kranten van 1913 doorgespit op zoek naar opvallende artikelen over onze dorpen. Dat was een hele klus, maar het moeilijkste was het om van zoveel leuke informatie een korte samenvatting van te maken. Dit jaar duikt ze weer de nieuwsbladen in, maar nu maakt ze een verslagje van elk kwartaal van 1914. De artikelen zelf staan op onze website. Het zal nog wel lastig worden om foto’s erbij te plaatsen, want in de beeldbank van het Historisch Archief Westland staan slecht een handje vol foto’s uit dat jaar, waarvan ik er maar één van Naaldwijk heb gevonden en die we later dit jaar zullen plaatsen. Honselersdijk lijkt helemaal buiten beeld te zijn gebleven. Mocht u nog een foto uit 1914 weten, dan horen dat graag. Dan krijgt u van ons ook nog een impressie van de culinaire lezing die volgde op de jaarvergadering en een vooruitblik op de activiteiten van 2014. Neemt u nog een laatste kop warme chocolade, dan wens ik u veel leesplezier, Jolanda Faber, voorzitter
Activiteiten in 2014 In mei of juni organiseren we een excursie in het Westland met het thema ‘Transport’. We willen met een historische schuit langs oude scheepswerven varen. Meer informatie ontvangt u in april. Op 20 tot 21 juni organiseert de gemeente een festival voor haar 10-jarig gestaan. Er zal een speciale tentoonstelling ingericht zijn door de historische werkgroepen. In augustus is onze tentoonstelling over winkeliers in Naaldwijk te zien. Op zaterdag 13 september is het Nationale Open Monumentendag. Op zaterdag 18 oktober is het Open Archievendag. Onze najaarslezing vindt plaats op donderdag 20 november in de Oude Kerk. Het thema is De Heren van Naaldwijk. Zie ook de activiteitenkalender op www.oudhonselersdijknaaldwijk.nl/activiteiten
Schaatsen naar Vlaardingen door Jan van Schie Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar vroeger was er in de tuinbouw met de koude bedrijven in strenge winters bijna niets te doen. Het was een houtje hakken, moeder in de weg lopen en veel klaverjassen. Als er sterk ijs was reed je na de middag op de schaats naar Vlaardingen. Dat was een typische Westlandse sport, een rit van circa 15 km vice versa. Voor de ’s Gravenzanders was het zo’n 20 km. Het was een complete happening. We reden meestal op Friese Noren met riemen aan de schoenen vastgemaakt. Later kwamen er ook echte stalen Noren. Wij stapten op de Strijp, bij de brug, op het ijs en reden dan nar de Zweth. Daar voegde zich al veel Honselersdijkers en Naaldwijkers erbij. Dan linksaf de Zweth op en daar kwamen veel Lierenaars en Maasdijkers erbij. Het was een soort “zwaan, kleef aan” maar wel oergezellig. Bij het gemaal aan de Zweth gingen we rechtsaf de Zijde, ofwel de Monsterwatering, op. Daar kwam er een hele drom uit Kwintsheul en Wateringen bij. Het werd steeds drukker en steeds gezelliger. Op de driesprong had je de eerste “koek en zoopie tent” van de jongens van Brabander uit de Heul. Die waren normaal polderwerkers, maar nu ook zonder werk. Op de Zijde had je eerst de brug van de Woudseweg, waar je onderdoor moest. Vaak was onder de brug een plankier aangebracht voor de veiligheid. Een vrijwilliger stond erbij met een bus, waar je een geldstuk in deed, doorgaans een cent of een stuiver. Dan verder naar Schipluiden, ook onder de brug door en hetzelfde ritueel. Daar heb je de molen en de trambrug. Wij waren dan op de helft. Daar kwamen de Schipluiders en de Hoornezen erbij. Het was dan pas echt druk. De volgende rit was een stuk van ongeveer 7 kilometer rechtuit op de Vlaardingse Vaart met doorgaans de oostenwind tegen. Halverwege had je café Vlietzicht. Als het erg winderig en koud was kon je daar alvast iets innemen. Daar waren ook de vlieten, o.a. de Boonervliet rechtsaf naar Maasland. Die kwamen er ook nog bij. Er was daar natuurlijk een “koek en zoopie” tent en dan door naar Vlaardingen. Daar was het pas echt druk. Je moet je voorstellen dat de Hoogstraat vol liep met Westlanders met de schaatsen in de hand maar ook met de schaatsen met schaatsbeschermers eronder. Je zou kunnen zeggen , ze kluunden door de straat, hoewel dat woord hier nog niet bekend was. Het eerste café was “De Kroon”. Daar was het compleet feest. Stampvol Westlander met allemaal het hoogste woord en met volle zeilen aan de borrel. Er werd minder bier gedronken dan nu, maar meer jonkies en vieutjes. Als “De Kroon“ helemaal afgeladen was, ging je door naar het volgende café met hetzelfde recept. Op de terugweg was het de gewoonte om bij bakker Hazenberg naast “De Kroon” Vlaardingse moppen te kopen. Dat zijn een speciaal soort koekjes en die moest je meebrengen als je daar was geweest. Die moppen knoopten je in je zakdoek en deed je aan je riem. De terugweg schaatste veel lichter dan de heenweg. Enerzijds had je de wind mee en anderzijds was alcohol ook een goed smeermiddel. Wel uitkijken voor de scheuren in het ijs, want vaak begon het al iets te donkeren.
Schaatsen naar Vlaardingen -vervolgThuisgekomen had je genoeg honger en in de avond kreeg je kou. Je kunt dat nu niet meer voorstellen maar je wassen en schoon ondergoed aantrekken was er toen nog niet bij. Douches waren er nog niet en wassen deed je alleen op zaterdag. Vergeleken met de hygiëne van nu kun je je ook dit niet meer voorstellen. Mijn moeder had daar een soort spreekwoord voor, nl. “Schaatsenrijders, kou, kak en allerhande ongemak”. Eén keer ben ik op een zaterdagmorgen met een snijdende wind met twee broers naar Vlaardingen gereden. Ik kwam de avond ervoor net thuis van militaire dienst waar ik op vrijdag de hele dag wacht gelopen had in Nijmegen. Ik was gekleed in mijn luchtmachtpakje met capje. We reden om de beurt voorop. Toen het op de Vlaardingse Vaart mijn beurt weer was om aan kop te rijden riep mijn broer ineens: “Jan, stoppen, je oren zijn bevroren”. Inderdaad ze waren spierwit. Gelukkig had ik mijn luchtmachtsjaal die rond geweven was. Die trok ik stijf over mijn hoofd en op naar Vlaardingen. Bij “De Kroon” aangekomen probeerden we eerst te plassen. Van de kou lukte dat niet, maar na verloop van tijd en paar borrels kwam er leven in en lukte het toch. Verder hebben mijn oren en zo er niets aan overgehouden. Vroeger was de rit naar Vlaardingen bij sterk ijs een leuke vermakelijkheid. De echte schaatsers reden echter naar Gouda. Dat was wel een heel stuk verder. Het was de kunst om een stenen pijp met lange steel, die de winkelier met een paar steekjes op je rug had genaaid, heel thuis te brengen. Dus vallen was er niet bij. In het schaatsmuseum aan de Burgemeester Elsenweg hing een foto van een gezelschap Jansens en Van Schieën, met een schoolbordje erbij, dat aanduidt dat ze op 8 maart 1942 terugkwamen uit Vlaardingen. Dat waren nog eens winters!!.
Op onze website staat een foto van dezelfde datum, maar dan met de omgeving erop. Herkent u de plek? www.oudhonselersdijknaaldwijk.nl
Het verhaal van … een schaatstocht naar Vlaardingen
Ergens in januari 1963, op een zondag ochtend gingen wij, Annie en Nico ’t Hoen naar Vlaardingen. We waren vrij vroeg in de ochtend uit De Lier vertrokken. Annie kwam daar vandaan en we hadden toen nog verkering. Na een bezoek aan De Kroon, waar het tegen 13.00 uur te druk werd, gingen we de stad in. En we moesten wat eten. Omdat we in het Westland nog geen Chinees-restaurant hadden gingen we daar naartoe. (nieuw voor ons) Dat eethuis stond midden in het centrum. In die dagen was het zo dat als je uit eten ging was je gekleed in pak en stropdas. Komen wij binnen bij de Chinees en we voelden dat de bediening naar ons keek: twee jonge mensen in dikke eigen gebreide truien en onder hun armen vreemde voorwerpen. De jongen had twee stukken hout er aan ijzer en het meisje schoenen met ijzers en ze liep op haar sloffen met extra sokken er over heen. Een van de bediensters vroeg toen aan mijn meisje: “mevlouw, heeft u zele benen?” en wees op de sokken. Wij lagen in een deuk, deze mensen hadden nog nooit schaatsen gezien. Wij hebben toen uitgelegd, dat ze maar eens moesten gaan kijken aan het eind van de Hoogstraat bij de brug. In middels kwamen er meer schaatsers die honger gekregen hadden. Waarschijnlijk nieuwsgierig was een van de bediensters met de fiets wezen kijken. Die praatte honderd uit, uiteraard in het Chinees, maar wij konden goed volgen dat het ging over ijs en schaatsen. En met afrekenen verontschuldigden ze zich, ze hadden nog nooit schaatsen gezien en wisten absoluut niet wat dat was.
Uiteraard hebben we toen moppen gekocht bij Hazenberg, de enige echte Vlaardingse moppen. De bij behorende foto is die ochtend gemaakt voor we naar Vlaardingen schaatsten. Nico ’t Hoen, Naaldwijk
Het nieuws van 1914 door Els Spaargaren Kijken in de kranten van een eeuw geleden levert aardig wat informatie op over hoe het leven er toen in Naaldwijk en Honselersdijk uitzag. Een greep uit het nieuws van toen: - Het was wel twee weken winter in januari. Het vroor meteen hard, want in korte tijd kon men schaatsen. Opmerkelijk nieuwtje; er was een staking van baanvegers! - Het winterweer zorgde voor nu onbekende gevaren; koetsen en wagens gleden van de weg en koetsiers kwamen in moeilijkheden. In Honselersdijk waren de Dijkstraat en de Van Reenenstraat een modderbad en bijna onbegaanbaar. Eind januari werd de laatste voorzien van een laag koolas en de Dijkstraat werd in februari bestraat. - Er werd ook nog steeds gebouwd in beide dorpen. In Honselersdijk bouwde men nog meer arbeiderswoningen bij de rolpaal en in Naaldwijk waren de huizen in het verlengde van de Martinus Dorpiusstraat bewoond. Langs de Dijkweg in Naaldwijk, tussen de Kleine en Grote Woerdlaan, waren bomen gekapt en werd de sloot gedempt. Er kwam een wandelpad en er werden nieuwe bomen neergezet. - In Honselersdijk overleed op 2 maart de heer J. van Cranenburgh, smid, maar beter bekend als musicus. Hij was onder meer organist van de Oude Kerk in Naaldwijk. - De buitenplaats Broekvliet was, na een korte tijd bewoond te zijn geweest, weer leeg. Men was bang dat het huis gesloopt zou gaan worden. - In maart staat een heel stuk in de krant over het Prinsenbos in Naaldwijk. Een groot gedeelte hiervan is opgeofferd aan de tuinbouw, maar het laatste stuk, circa 2 hectaren, blijft behouden en wordt een uitspanningsoord. Hiervoor stond de eigenaar, de heer Vroeg, dit laatste stuk af. - In de Herenstraat in Naaldwijk verdwijnt een oud pand. De sloop wordt goedgepraat omdat het gebouw uit de rooilijn stond en het nieuw te bouwen pand zou alles weer rechttrekken, zodat een mooier straatbeeld zou ontstaan. Zomaar enkele stukjes uit de oude krant. Wilt u meer lezen dan kan dit op de website. Daar staan de volledige krantenberichten. http://www.oudhonselersdijknaaldwijk.nl/documenten/artikelen/krantenberichten-1914
Historisch Café Het Historisch Archief Westland organiseert bijeenkomsten die bedoeld zijn om mensen met interesse in de geschiedenis bij elkaar te brengen en mee te laten praten over een bepaald thema. Deze avonden vinden plaats op 17 maart, 22 april en 19 mei in de kleine zaal van Theater De Naald. Het eerste thema is: Romeinen in je achtertuin. De entree is gratis, er wordt wel een kleine bijdrage voor de koffie gevraagd en u moet zich voor deze avonden aanmelden bij het archief. www.historischarchiefwestland.nl
Godenwijn, vispastei en zoete hoen een impressie van de lezing ‘Heerlijk eten op Honselaarsdijk’ 20 februari 2014, Nederhof te Honselersdijk Recensie: Jolanda Faber Voorafgaand aan een bijzondere en smakelijke proeverij heeft neerlandica en culinair historica Christianne Muusers ons een beetje wegwijs kunnen maken in de receptenwereld van de 17e eeuw. Dat ‘beetje’ ligt niet aan haar kennis op dit gebied en zeker niet aan haar enthousiaste manier van presenteren - maar wel aan het feit dat het eten in vorige eeuwen zo gebrekkig in het geschiedenisonderwijs is opgenomen. Onze basiskennis is zogezegd nihil. En wát we op school geleerd hebben, blijkt dan ook nog eens niet altijd wáár te zijn. Ik zal een paar voorbeelden noemen. Het is niet de VOC die de specerijen in ons land introduceerde. Al in de middel-eeuwen bestonden handelsroutes vanuit het verre oosten naar ons land. We kenden dus al lang peper, maar deze was - door de vele tussenhandel - letterlijk peperduur. Specerijen waren alleen betaalbaar voor de echte rijken, die er ruim mee omgingen. De gewone man kruidde zijn maal met inlandse mosterd, en niet zuinig ook. Naast kruidig hield hij ook van zuur en zoet, wat in die tijd azijn en fruit betekende. De smaak van vruchten en kruiden kwamen we in de proeverij tegen in de ‘Godenwijn’. Groenten at men in de middeleeuwen nauwelijks en aardappels waren er ook nog niet. De maaltijd bestond voornamelijk uit vlees, tenzij dat volgens de kerkelijke kalender niet mocht. Dan at men vis. Een goede katholiek at zelfs meer dan de helft van het jaar geen vlees. Het beeld van de middeleeuwer met varken aan het spit is dus maar half waar. Wij kregen daarom na afloop een heerlijke vispastei geserveerd met daarop de ‘H’ van Honselaarsdijk. Maar ze zijn als kleine hapjes bedoeld.
Cleyn Pasteykens in den Visch tijdt te maken Neemt Palinck, ende Salm, of Kerpers, laetse stoven, captse dan cleyn, ende doet al de graten wt. Corinten, Gengeber, Naghelen, Foelie, Boter, Sout, Verjuys, en Poreye die behout.
Toen de VOC - door de scheepvaart op Indië - aan het begin van de 17e eeuw de handel in specerijen overnam, nam de verkoop ervan echter snel af. Ze zijn er dus niet rijk van geworden. Dat komt door opkomst van de moestuin. Huis Honselaarsdijk had er ook een, ten westen van de Nederhof, waar nu het bedrijventerrein ligt. Deze tuin was zo groots opgezet dat de hele hofhuishouding ervan mee kon eten. Met de komst van deze groenten uit eigen tuin, waren nieuwe recepten nodig, die vooral in Frankrijk bedacht werden en middels kookboeken verspreid werden. Het is niet zo dat de specerijen direct uit de keuken verdwenen, maar ik kan mij zo voorstellen dat je je eigen teelt wel goed wil proeven. Christianne had voor ons een simpele maar smakelijke komkommersalade gemaakt, die een nachtje op uien had liggen trekken.
Godenwijn, vispastei en zoete hoen -vervolg-
Om een Hoen met Oranje-schillen te stoven. Neemt een Hoen, braedt'et bykans murruw, treckt'et van de Spit, neemt Oranje-schillen in quartieren ghesneden, ziedse murruw in water, neemt een schoone pot Rijnse-wijn, doet de Oranje-schillen daer in, en Suycker om soet te maken, doet dan het Hoen daer by, dan samen opgeschept, en wel met Caneel-poeyer bestroyt. Op haar website heeft Christianne Muusers ook andere 17e eeuwse recepten staan met sprekende namen zoals ‘Hoen met groen’. De hoen die wij mochten proeven was bereid in een sinaasappelschillenmarinade. In de 17e eeuw werd namelijk ook de oranjerie geïntroduceerd. Nog niet met veel glas, maar al wel met grote ramen en een doordacht systeem van etagères, verwarming en watertoediening. De citrusvruchten, vijgen en ander exotische vruchten werden ’s zomers in de siertuin geplaatst, die direct vóór de oranjerie lag. Het was immers een heel karwei om alles naar buiten te tillen.
Als ik nu de prenten van de tuin van Huis Honselaarsdijk bekijk, dan zie ik de vele tuinmannen voor me, die dagelijks in de weer waren om te zorgen dat de nuffige Franse koks in de hofkeuken al die nieuwe recepten konden toepassen. En dan moest het paleis ook altijd voorzien zijn van grootse boeketten met verse bloemen. Ga er maar aan staan!
Komkommersalade Komkommers. Zoekt de zagstste uyt eer dat de kernen beginnen hart te worden, schiltse, en doet van het witte veel weg: snijdse dan in dunnen schijven, strooyt 'er Zout over, laatse op een Uyen met Kruydnagelen bestooken, leggen, zoo omtrent twaalf uuren staan; somtijds eens omkeeren, dan afdroogen, en met Oly, Azijn en Peper voordissen. Komkommers bestaan voor 97% uit water. En dat water wordt ook nog grotendeels verjaagd door de komkommer een tijd te laten staan met zout, dat vocht onttrekt. Als je van komkommer houdt, heb je minstens een halve per persoon nodig. Dat 'witte' in het recept stelde me voor een raadsel. Het enige dat ik kan bedenken is dat hier de kern met de zaadjes wordt bedoeld, maar dan moet de komkommer wel in de lengte gehalveerd worden. En dan krijg je geen schijfjes, maar halve schijfjes. Moderne komkommers hebben geen zaden meer, die kun je rustig meteen in schijfjes snijden. Ingrediënten 2 komkommers 1 volle theelepel zout 1 ui, gepeld en doormidden gesneden 8 tot 16 kruidnagels 3 eetlepels olijfolie of half olijfolie en half neutraal 1 tot 2 eetlepels wijnazijn versgemalen witte peper naar smaak Voorbereiding Steek de kruidnagels in de bolle kant van de uien, en leg ze met de snijkant naar beneden in een diepe kom. Schil de komkommers, en snijd of schaaf ze in dunne plakjes. Bestrooi met zout, schep goed om, en leg de komkommerplakjes rond en op de uien in de kom. Dek de kom af met plasticfolie (of een deksel) en zet twaalf uur koel weg (of zo lang als mogelijk is, voor het avondeten kun je de komkommer 's ochtends voorbereiden). Bereiding Laat de kommer goed uitlekken in een zeef, knijp overtollig vocht met de hand eruit. Dep de komkommer met goed absorberend keukenpapier of een schone theedoek (gewassen zonder wasverzachter). De ui gaat weg. Maak een sausje van olie en azijn, klop tot licht gebonden. Hoe meer azijn, hoe authentieker de smaak, maar tegenwoordig gebruiken we minder. Serveren Vlak voor het opdienen meng je de vinaigrette met de komkommer. Dien op in één schaal, of in indivuele kommetjes.
Voor andere inspirerende recepten zie: www.coquinaria.nl/overzicht.htm