Nieuwsbrief ‘Justitiële jongeren met een psychiatrische problematiek’
------------------------------------------------------------------------------------------------Viermaandelijkse nieuwsbrief, jaargang 4, nummer 2 VU Lies Vandemaele, Brugfunctie, Groeningepoort 4, 8500 Kortrijk,
[email protected] , www.brugfunctie.be
Beste nieuwsbrieflezer,
Agressie in de jeugdhulp zorgt voor breuken in zorgtrajecten van jongeren en maakt ons werk soms lastig om te dragen. Hoe gaan we hiermee om? In 2011 organiseerden we een Actorenvergadering over dit thema. Alle partners in Oost- en WestVlaanderen werden uitgenodigd om hierover in interactie te gaan. Voor de IBE’s is agressie ‘core business’. De IBE’s nemen jongeren op die vaak problemen hebben met agressieregulatie. Ze ontwikkelden daarin al heel wat expertise. Geert Taghon, coördinator van de Patio, neemt je mee in de opbouw van het agressiebeleid. Hij beschrijft hoe in de residentiële behandelafdeling voor MOF-jongens een structureel antwoord gegeven wordt op agressie.
De mobiel in evenwicht Het belang van een goed agressiebeleid Inleiding Terugkijkend op de voorbije vijf jaar stellen we een positieve evolutie vast in de fysieke agressie door jongeren in de Patio. De doelgroep is onveranderd maar de fysieke agressie werd sterk teruggedrongen. Het aantal agressie-incidenten is met 50 % gedaald. In dit artikel wordt het agressiebeleid binnen onze residentiële behandelafdeling, de Patio, toegelicht. We zijn van mening dat een degelijk onderbouwd agressiebeleid, ondersteund door het hele team en de ruimere organisatie, van cruciaal belang is bij het reduceren van fysieke agressie. 1
Agressie en ontwikkeling Agressieve gevoelens zijn bij elk kind aanwezig en maken deel uit van de normale ontwikkeling. Frustraties en gevoelens van agressie ontstaan omdat een kind geconfronteerd wordt met iets niet kunnen of iets niet mogen of omdat het gevoelens van machteloosheid ervaart. Het omgaan met deze gevoelens en hierbij adequaat gedrag stellen is dan ook een belangrijke ontwikkelingstaak voor het kind en een niet te onderschatten opvoedingsvaardigheid voor de ouder. Een (klein) kind leert via de interactie met zijn ouders omgaan met zijn frustraties en agressieve gevoelens. Dit veronderstelt dat het kind een voldoende goede relatie heeft met zijn ouders waardoor deze ontwikkeling kan worden gerealiseerd. Dit betekent een voldoende veilige en voorspelbare context. Dat is niet voor elk kind zo: • •
•
•
De opvoedingscontext kan verstoord worden door stressfactoren zoals financiële problemen, relatieproblemen, chronische ziekte van een gezinslid en andere moeilijkheden. Tevens kunnen de ouderlijke vaardigheden onvoldoende ontwikkeld zijn. Betrokken zijn bij je kind, positief stimuleren, het ontwikkelen van probleemoplossende vaardigheden en het omgaan met discipline en monitoring komen daardoor in het gedrang. Anderzijds worden agressieve gevoelens van het kind sterk geprikkeld en omgezet in moeilijk gedrag wanneer zijn/haar noden onvoldoende zijn ingevuld. Zo is er een nood aan een veilige, warme hechtingsrelatie, aan zelfontwikkeling, aan begrenzing en aan structuur. Tenslotte hebben ook individuele kindfactoren zoals temperament, aanleg voor agressie en intelligentie een belangrijke invloed op de agressieontwikkeling en de -regulatie.
Al deze factoren zijn nauw verbonden met elkaar. Ze beïnvloeden elk gezin en daarmee ook het gedrag van elk kind. Wanneer deze factoren in een negatieve wisselwerking op elkaar inspelen kan problematisch gedrag ontstaan. Er kan zelfs sprake zijn van een verstoorde agressiebeleving en een uitgesproken agressieregulatieproblematiek, zoals vaak voorkomt bij de jongeren van De Patio. Binnen de hulpverlening is het belangrijk om een context te creëren waarin de ontwikkelingstaken een plaats krijgen, met oog voor de individuele kindfactoren en het invullen van basisnoden in het bijzonder: • • •
Veilige en voorspelbare relaties Kansen tot zelfontwikkeling Het ervaren van groeistimulerende structuur en begrenzing
We willen hierbij benadrukken dat jongeren die problemen ervaren met hun agressieregulatie, vaak niet op een constructieve wijze in relatie kunnen treden. Het is eerder een ‘niet kunnen’ dan een ‘niet willen’. Hoe negatief het gedrag ook mag zijn, de nood aan relatie blijft bestaan. Het is zelfs soms zo dat het agressieve gedrag de enige manier is waarop de jongere in relatie kan treden. Het terrein waarop met deze jongeren gewerkt wordt moet dan ook een oefenklimaat zijn. Zien hoe anderen op een constructieve(re) wijze omgaan met hun eigen agressieve gevoelens en reageren op de agressie van een ander, werkt op zichzelf al agressieregulerend. Een goed agressiebeleid biedt mogelijkheden waardoor kinderen en jongeren kunnen oefenen in het 'anders' omgaan met hun agressieve belevingen en met de relatie. Een team van begeleiders dient dit mee te faciliteren en dragen. 2
De transfer naar de thuiscontext is de aansluitende belangrijke stap. Daarom betrekken we de thuiscontext van bij het begin bij het werk met de jongere. Ook daar trekken we een groeiproces op gang .
Agressie en de Mobiel-metafoor Boven de wieg van een baby is een mobiel niet weg te denken. De baby geniet in zijn wiegje van het wiebelen van het mobieltje. De verschillende elementen bewegen als mama of papa ze even aanraken, maar ze bewegen evenzeer als de deur open gaat en een zuchtje wind door de kamer waait. Elk element is onlosmakelijk verbonden met een ander element. De draden verbinden de elementen met elkaar. Ze houden elkaar ook samen en maken de mobiel stevig. We kunnen het agressiebeleid van de Patio met een mobiel vergelijken. De mobiel ‘agressiebeleid’ bestaat uit vier elementen:
Deze vier elementen zijn met elkaar verbonden en houden elkaar in evenwicht of brengen elkaar uit evenwicht. Die verbinding, die relatie tussen de verschillende elementen, vormt het vijfde element en zorgt voor samenhang en harmonieuze dynamiek. Als één van de elementen van het mobieltje uit evenwicht raakt dan heeft dit invloed op de andere elementen. De nood aan een stevig agressiebeleid dringt zich dan op om het evenwicht opnieuw te herstellen. Zoniet dreigen de verschillende elementen te verstarren en kunnen ze niet verder ontwikkelen. Het mobieltje is broos als de samenhang broos is. De touwen zijn geen stalen kabels maar zijden draden. Het agressiebeleid kent pas succes als alle elementen in balans blijven. Binnen De Patio is het agressiebeleid een dynamisch gebeuren dat zijn momenten van evenwicht heeft afgewisseld met momenten dat het mobieltje uit balans dreigde te geraken, om uiteindelijk terug in evenwicht te komen.
Laten we de verschillende elementen van de mobiel even kort toelichten. 3
Element 1: De doelgroep
Kennis verwerven van de doelgroep is een cruciale pijler in het uitwerken van ons agressiebeleid. We kunnen stellen dat het werken met jongens met een agressieregulatie problematiek de nood aan externe structuren verhoogt. Hierbij zijn de psychiatrische ziektebeelden, de gepleegde feiten en de heterogene groepssamenstelling elementen waarmee we moeten rekening houden in het opstellen van ons agressiebeleid. Deze elementen verhogen de nood aan het installeren van een veilig behandelklimaat, vanuit het gegeven dat de doelgroep worstelt met een existentieel gevoel van onveiligheid.
Element 2: Ik als begeleider/begeleidster
Elke teamlid dient te investeren in zijn persoonlijke ontwikkeling via supervisie, reflectie, vorming,... om de slaagkansen van ons agressiebeleid te verhogen. De eigen kijk van de begeleider op de doelgroep zal zijn/haar handelen kleuren. We werken met een doelgroep die sterk de grenzen aftast, wantrouwig is in relatie en een zeer grote groepsdynamische impact heeft. De begeleider stemt zich af op de non-verbale begeleiding van de doelgroep en werkt zich in in de sociometrische systemen. ‘Met zorg begrenzen’ vormt de basishouding. Vanuit deze houding van ‘zorgdragende begrenzing’ bieden we jongeren veel kansen en reflecteren we over ons eigen handelen. Dit komt onze mentale flexibiliteit ten goede.
Element 3: Team
Investeren in een team dat eenduidig kan handelen, zorg draagt voor elkaar en in staat is om elkaar op te vangen na agressie is een essentieel onderdeel van een goed agressiebeleid. Een voorspelbaar en betrouwbaar team ontstaat door een goede onderlinge afstemming en het installeren van eenduidigheid in handelen. Deze afstemming bevordert de mentale flexibiliteit van het team waardoor moeilijk en onvoorspelbaar gedrag van de jongere kan worden gedragen. De vertrouwensrelatie en individuele opvolging die jongeren ervaren in de relatie met hun individuele begeleiders hebben een positief effect op de behandeling/begeleiding. Het verhoogt tevens de verbondenheid van de begeleiding met de doelgroep.
4
Element 4: De organisatie
De organisatie is betrokken bij het agressiebeleid en investeert hierin. De organisatie is het laatste element van de mobiel, maar even belangrijk als alle vorige elementen. De organisatie moet blijvend investeren in het team, de jongeren en de individuele begeleiders. Dit door het verzorgen van een evenwichtig personeelsbeleid, het investeren in infrastructuur en het voorzien van financiële middelen voor vorming en training. Inspraak en samenspraak vormen hierbij de ruggengraat.
Element 5: De samenhang en harmonieuze dynamiek
De vier elementen van het mobiel worden door afstemming harmonieus in evenwicht gehouden. De supervisie binnen onze werking zorgt voor een grotere samenhang binnen het team. Het kunnen bespreken van gevoelens van overdracht en tegenoverdracht, het zoeken naar de betekenis van gedrag en een luisterend oor bij elkaar vinden zorgt voor een harmonieuze dynamiek. Het maakt een essentieel onderdeel uit van de zorg die we dragen voor de 'zorg', zoals bijvoorbeeld de nazorg die we organiseren na een agressie-incident. De verschillende overlegstructuren bevorderen de samenhang en de relatie tussen de verschillende elementen.
Tot slot Een goed agressiebeleid ontwikkelen was een moeizaam groeiproces binnen onze organisatie. Het mobieltje heeft niet veel nodig om uit evenwicht te geraken of om met zijn zijden draden in de war te raken. Toch durven wij te stellen dat het succes van onze mobiel de reden is van de daling van agressie en een betere agressiebeheersing op onze afdeling. Het is als leidinggevende steeds zoeken naar een evenwicht tussen het bejegenen van de doelgroep, de individuele teamleden, het team als geheel en de organisatie. Een wankel evenwicht, maar een zeer boeiend proces. Dit artikel is geschreven vanuit het perspectief van een forensische jeugdpsychiatrische setting. Het is onze stelligste overtuiging dat de elementen van de mobiel in elke setting van toepassing zijn. We hopen dan ook dat dit artikel iedereen die werkt met jongeren die agressief gedrag stellen inspireert.
Geert Taghon Coördinator De Patio
5
Bibliografie
Dr. DEGELS A., Onuitgegeven verslaggeving supervisies. PZ H. Familie, Kortrijk, 2012 TAGHON, G., Loop naar de maan. Praktijkgids omgaan met agressie in onderwijs en opvoeding. Uitgeverij Garant, 2008. Het uitgebreide artikel over agressiebeleid verscheen in Agora.
TAGHON, G., Het belang van een goed agressiebeleid. Agressie in de Patio. Agora, 2012, jg. 28, juni (nr. 2)
het
Agora is een tijdschrift van Jongerenbegeleiding. Meer informatie vindt u op www.jo-in.be
VAN DER HELM, P., Promotieonderzoek: “First do no Harm: Living group climate in secure juvenile correctional institutions ”. SWP: Vrije Universiteit Amsterdam, 2011
WOLTHUIS, A., VANDENBROUCKE, M., Schade herstellen tijdens jeugddetentie. Een evaluatieonderzoek naar herstelgericht werken in Forensisch Centrum Teylingereind, 2009.
Indien u zich wil abonneren op deze nieuwsbrief, kan u mailen naar
[email protected]. Indien u deze nieuwsbrief niet langer wenst te ontvangen, kan u dat op hetzelfde adres doorgeven.
6