ACCOUNTANTSGROEP DRT & PARTNERS
Nieuwsbrief jaargang 9
januari 2009
ting die ook wordt toegekend wanneer er geen belasting verschuldigd is.
Geachte lezer, Het jaar 2008 zit er bijna op en ook op fiscaal vlak heeft de wetgever weer niet stilgezeten.
De omzetting van de belastingvermindering in een belastingkrediet gebeurt enkel voor de betalingen voor dienstencheques, niet voor de uitgaven voor PWA-cheques en de omzetting gebeurt uitsluitend voor belastingplichtigen waarvan het belastbaar inkomen (per persoon) niet hoger is dan 22.870 EUR voor aanslagjaar 2009.
Naar jaarlijkse gewoonte geven wij een beknopt overzicht van de voornaamste wijzigingen die werden doorgevoerd. Mocht u verdere vragen hebben of bijkomende verduidelijkingen wensen kan u ons steeds contacteren via de gebruikelijke kanalen.
Belastingvermindering voor aandelen in ontwikkelingsfondsen.
ENKELE NIEUWIGHEDEN IN DE PERSONENBELASTING.
De inschrijving op aandelen (op naam) van
Voor aanslagjaar 2009: Terugbetaalbaar belastingkrediet voor uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques. De huidige belastingvermindering voor dienstencheques levert slechts een effectieve belastingbesparing op voor zover de vermindering kan aangerekend worden op de verschuldigde belasting. Met andere woorden: geen belasting, geen vermindering! Concreet betekende dit voor personen met een laag inkomen of vervangingsinkomen vaak geen belastingvermindering omdat zij geen of onvoldoende belasting betalen. Dit wil dan ook zeggen dat de bruto kostprijs van een dienstencheque voor hen ook meteen de netto kostprijs is. Om deze reden wordt, voor belastingplichtigen met lage of middeninkomens, de theoretische belastingvermindering geheel of gedeeltelijk omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet. Een soort negatieve belas-
erkende ontwikkelingsfondsen wordt beloond met een belastingvermindering. Een ontwikkelingsfonds is een organisatie die via leningen, waarborgen of participaties geld ter beschikking stelt van microfinancieringsinstellingen in derdewereldlanden. De belastingvermindering is gelijk aan 5% van de uitgave voor de verwerving van de aandelen. Voorwaarde is wel dat de belastingplichtige minstens 330 EUR (voor aanslagjaar 2009) moet storten en aldus bedraagt de vermindering minimaal 16,50 EUR. De uitgave en bijgevolg ook het bedrag van de vermindering zijn niet geplafonneerd
1
Elke echtgenoot of wettelijk samenwonende heeft recht op de vermindering indien de aandelen op zijn persoonlijke naam zijn uitgegeven.
paald. Heeft het E-peil betrekking op een bijgebouw, dan kan de vermindering niet worden toegekend. De vermindering wordt verleend voor een termijn van 10 jaar, die aanvangt in het jaar dat volgt op het jaar waarin het E-peil voor de eerste maal werd toegekend aan het gebouw. De belastingplichtige kan voor meerdere gebouwen waarvan hij eigenaar is de vermindering verkrijgen.
De aanvraag van de belastingvermindering moet worden gestaafd met een attest. De aandelen moeten gedurende ten minste 60 maanden ononderbroken in het bezit gehouden worden van de belastingplichtige die erop inschreef. Zoniet wordt de verkregen belastingvermindering pro rata temporis teruggenomen.
De verminderingen voor energiezuinige gebouwen worden automatisch toegekend aan de eigenaar. Hij moet ze niet uitdrukkelijk aanvragen. Werd de vermindering echter niet automatisch toegepast, dan kan de belastingplichtige ze alsnog vragen via een verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing van belasting.
Vermindering wegens energiezuinig gebouw (Vlaams Gewest). Vanaf aanslagjaar 2009 kent het Vlaams Gewest een vermindering van onroerende voorheffing toe voor gebouwen die weinig energie verbruiken. De tijdelijke vermindering geldt dus enkel in het Vlaams Gewest.
Wie bepaalt E-peil ? De berekening gebeurt aan de hand van software die de Vlaamse overheid ter beschikking stelt. Dat is een taak voor de architect - in de meeste gevallen - of een externe expert.
3 soorten verminderingen: -
-
-
een vermindering van 20% van de onroerende voorheffing voor een woning met een maximaal E-peil van E60 een vermindering van 20% van de onroerende voorheffing voor een ander gebouw dan een woning met een maximaal E-peil van E70 een vermindering van 40% van de onroerende voorheffing voor gebouwen met een maximaal E-peil van E40
Voor aanslagjaar 2010: Verhoogde aftrek van bepaalde beveiligingskosten. Vanaf aanslagjaar 2010 zijn bepaalde beveiligingskosten die als beroepskosten worden aangemerkt aftrekbaar tegen 120%. Welke beveiligingskosten ? - abonnementskosten voor de aansluiting op een vergunde alarmcentrale voor het beheer van een alarminstallatie in een onroerend goed - kosten voor beveiligd vervoer van geldwaarden door een vergunde bewakingsonderneming - kosten voor bewaking (van roerende en onroerende goederen) door
Het E-peil is het peil van primair energieverbruik en dat is het totale energieverbruik van een gebouw en haar vaste installaties in standaardomstandigheden. Het E-peil wordt beoordeeld op 1 januari van het aanslagjaar. Gebouwen komen alleen in aanmerking voor de vermindering als het vereiste Epeil voor het gebouw als geheel werd be-
2
een vergunde bewakingsonderneming, gemaakt door een groep van ondernemingen (bv. winkeliers uit dezelfde winkelstraat die samen een beroep doen op een bewakingsonderneming)
Een tip! Nazicht geldigheid BTWidentificatienummers toegekend in de andere lidstaten Bij facturatie aan een buitenlandse klant die binnen de Europese Gemeenschap is gevestigd controleert u waarschijnlijk nu reeds het aan u bezorgde BTW nummer via de volgende website:
De verhoogde aftrek geldt zowel voor natuurlijke personen als voor vennootschappen, maar dan enkel voor KMOvennootschappen. Beveiliging van de privé-woning
http://ec.europa.eu/taxation_customs/vies/l ang.do?fromWhichPage=vieshome&select edLanguage=NL
Sinds vorig jaar kan men onder bepaalde voorwaarden een belastingvermindering krijgen als men zijn woning laat beveiligen tegen inbraak of brand. Voor inkomstenjaar 2008 bedroeg de vermindering, die rechtstreeks van de te betalen belastingen afgetrokken wordt, 50% van de uitgave met een maximum van 170 EUR. Gezien het minimale succes van deze maatregel plant de regering een verhoging tot 500 EUR niet-geïndexeerd zodat de maximale vermindering ongeveer 660 EUR zal bedragen.
Onze ervaring leert ons dat het resultaat hier verkregen geen rechtsgeldigheid heeft. Wenst u absolute zekerheid over het correct zijn en nog actieve buitenlands BTW nummer kunnen wij u volgende contactgegevens meedelen: AOIF – CENTRAL LIAISON OFFICE – BRUSSEL Afdeling: Internationale administratieve samenwerking op gebied van taxatie btw Joseph Stevensstraat 7 (Zaveltoren – 23ste verdieping) 1000 BRUSSEL Tel: 02/552.58.97 – Fax: 02/552.55.50
[email protected]
Welke uitgaven? Plaatsing inbraakwerend glas, be-
U kan deze dienst contacteren met de vraag of een buitenland BTW correct en actief is, men garandeert een antwoord binnen de paar uur.
AANNEMERREGISTRATIE veiligingssystemen voor deuren, ramen, poorten, enz., gepantserde deuren, alarm- en camerasystemen, bepaalde waterblussers en brandwerende deuren.
Als gevolg van een veroordeling door het Europese Hof van Justitie heeft België de regelgeving inzake de registratie van aannemers gewijzigd. In de nieuwe regeling draait het niet meer om het feit of de aannemer al dan niet ge-
3
registreerd is, maar wel om het feit of de aannemer al dan niet fiscale en/of sociale schulden heeft. Met andere woorden de inhoudingplicht en het ontstaan van de hoofdelijke aansprakelijkheid is voortaan gelinkt aan het bestaan van sociale en/of fiscale schulden in hoofde van de (onder) aannemer. De registratie als aannemer is enkel nog van belang voor de toepassing van het verlaagd BTW-tarief op aannemingswerken of voor het bekomen van een belastingvermindering op energiebesparende investeringen.
De inhouding voor de sociale schulden bedraagt 35% van het factuurbedrag excl. BTW. Is het factuur bedrag lager of gelijk aan 7.143 EUR én er zijn sociale schulden dan dient de opdrachtgever sowieso 35% van het factuurbedrag in te houden en door te storten aan schatkist. Is het factuurbedrag hoger dan 7.143 EUR én de sociale schulden bedragen meer dan 35% van het factuurbedrag dan dient er slechts 35% te worden ingehouden en doorgestort.
Inhoudings- en doorstortingsverplichting - Sociale luik
Bedraagt de sociale schuld minder dan 35% van het factuurbedrag dan dient enkel het bedrag van de openstaande schuld te worden ingehouden en doorgestort.
Om na te gaan of een (onder)aannemer sociale schulden heeft moet een gegevensbank worden geconsulteerd op volgende website: http://www.socialsecurity.be/site_nl/Appli cs/30bis/index.htm. Nadien klikken op het vakje “inhoudingplicht consulteren”. Indien uit deze consultatieronde blijkt dat er geen sociale schulden zijn, dan mag de volledige factuur betaald worden aan de (onder)aannemer. Blijkt dat de (onder)aannemer wel sociale schulden heeft, dan moet nagegaan worden welk % van de factuur moet ingehouden worden.
Inhoudings- en doorstortingsverplichting – Fiscale luik Naast het sociale luik, treedt vanaf 01.01.2009, ook het fiscale luik in werking. Net zoals voor het sociale luik, zal de opdrachtgever, de gegevensbank van de FOD (Federale Overheidsdienst) moeten raadplegen om na te gaan of de (onder)aannemer al dan niet fiscale schulden heeft. Is het antwoord op deze vraag positief dan zal de opdrachtgever/hoofdaannemer aan de (onder) aannemer een attest moeten opvragen waaruit de hoogte van de fiscale schuld blijkt.
Hoeveel schulden de (onder)aannemer heeft wordt niet meegedeeld, om dat te weten te komen dient de opdrachtgever een attest aan te vragen bij de aannemer. Dit attest is enkel noodzakelijk als de factuur groter of gelijk is aan 7.143 EUR. De aannemer zal het attest binnen de 30 dagen moeten aanvragen bij de RSZ. Het attest blijft 20 dagen geldig. Bij latere betalingen moet een nieuw attest worden opgevraagd.
Reikt de (onder)aannemer geen attest uit aan de opdrachtgever dan dient deze 15% van het factuurbedrag, exclusief BTW in te houden en door te storten. Reikt de (onder)aannemer wel een attest uit en blijkt dat de fiscale schulden hoger zijn dan 15% van het factuurbedrag, dan
De opdrachtgever dient slechts tot inhoudingen over te gaan indien er op het ogenblik van de betaling aan de medecontractant sociale schulden zijn.
4
dient de opdrachtgever 15% van het factuurbedrag in het houden en door te storten. Is de fiscale schuld lager dan 15% van het factuurbedrag, dan moet slechts de openstaande schuld worden ingehouden.
der)aannemer heeft op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst, evenals de schulden die ontstaan zijn tijdens de uitvoering van de overeenkomst. Als de inhouding- en doorstortingsverplichting correct wordt nageleefd komt de hoofdelijke aansprakelijkheid te vervallen.
Hoofdelijke aansprakelijkheid Overeenkomstig de nieuwe wetgeving is er sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid in hoofde van de opdrachtgever/aannemer, indien de (onder)aannemer op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst effectief sociale of fiscale schulden heeft. De hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale schulden is beperkt tot de totale som van de aan de (onder)aannemer toegekende werken, exclusief BTW.
Bij een niet of een niet correcte inhouding is de opdrachtgever/hoofdaannemer hoofdelijk aansprakelijk.
De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de fiscale schulden wordt beperkt tot 35% van de totale prijs van de werken toevertrouwd aan de (onder)aannemer, excl. BTW.
Buitenlandse aannemers
De hoofdelijke aansprakelijkheid én de inhoudingsverplichting zijn niet van toepassing op de opdrachtgever-natuurlijke persoon in de mate dat hij voor privédoeleinden werken in onroerende staat laat uitvoeren.
Er dienen geen inhoudingen te gebeuren wanneer er een beroep wordt gedaan op een niet in België gevestigde aannemer wanneer kan worden aangetoond dat deze geen sociale schulden heeft in België. Dit bewijs kan worden geleverd door de voorlegging van geldige detacheringbewijzen (voor EU onderdanen is dit een E101 document).
De hoofdelijke aansprakelijkheid inzake sociale schulden wordt van 100% naar 65% verlaagd indien blijkt dat de aannemer/onderaannemer ook fiscale schulden heeft, zodat de hoofdelijke aansprakelijkheid nooit meer dan 100% bedraagt. Indien er daarentegen in hoofde van de aannemer/opdrachtgever al een hoofdelijke aansprakelijkheid wordt toegepast voor sociale schulden, dan komt de aansprakelijkheid voor de fiscale schulden te vervallen.
Teruggave van ingehouden bedragen
Zowel in de sociale als in de fiscale regeling is de hoofdelijke aansprakelijkheid niet beperkt tot de eigen sociale of fiscale schulden? Zij geldt ook voor de sociale en fiscale schulden waarvoor de medecontractant hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld in relatie met zijn onderaannemer (ketenaansprakelijkheid).
De door de opdrachtgever/aannemer ingehouden en doorgestorte bedragen kunnen door de (onder)aannemer teruggevorderd worden voor zover deze niet werden aangewend om schulden aan te zuiveren. Met betrekking tot de fiscale schulden, zouden deze moeten terugbetaald worden binnen een termijn van 2 maanden te reke-
Als schulden worden beschouwd, alle sociale en fiscale schulden die de (on-
5
nen vanaf de indiening van de aanvraag tot teruggaaf.
werkelijk gebruikt werden voor de door de administratie weerhouden indicie. Dit neemt niet weg dat de belastingplichtige wel moet bewijzen dat hij deze fondsen tijdens het belastbaar tijdperk heeft uitgegeven.
Met betrekking tot de sociale schulden zullen deze terugbetaald worden uiterlijk binnen 3 maanden vanaf het einde van het kwartaal waarin de aanvraag tot teruggaaf werd ingediend.
Principe van rechtszekerheid Een controleur had gedurende verschillende jaren de integrale aftrek toegestaan van voertuigkosten, terwijl de wet maar een aftrek ten belope van 75% van die kosten toestond.
BESLISSINGEN VAN DE RECHTBANK. Het blijft verbazingwekkend dat sommige belastingplichtigen nog steeds zeer lange procedures moeten voeren om toch hun gelijk of ongelijk te halen tegenover de fiscus.
Heeft het feit dat de administratie gedurende verschillende jaren een akkoord heeft toegepast dat strijdig is met de wettelijke bepalingen dus gerechtvaardigde verwachtingen doen ontstaan in hoofde van de belastingplichtige? De rechtbank van eerste aanleg van Brussel antwoordde hierop bevestigend. “Eiseres kon er rechtmatig van uitgaan op basis van eerdere controles dat de voertuigkosten voor de verplaatsing van artiesten volledig afgetrokken konden worden. (rechtb. 1e aanleg Brussel, 9 april 2008, niet gepubl.).
Bewijsplicht bij tekenen en indiciën. De administratie bewijst dat een echtpaar roerende waarden aankocht voor een bedrag van 100.000 EUR en hiervoor geen verantwoording kan geven over de oorsprong van de gelden . Zij worden dan ook belast op basis van tekenen en indiciën. Om te bewijzen dat de hogere graad van gegoedheid voortkomt uit inkomsten die tijdens een vroegere periode dan de belastbare zijn verkregen volstaat het niet dat eisers aantonen dat zij bij het begin van het belastbare tijdperk voldoende financiële middelen hadden. Zij dienen eveneens aan te tonen dat zij deze financiële middelen tijdens het belastbaar tijdperk hebben aangewend. Financiële middelen die tijdens het belastbaar tijdperk onaangeroerd zijn gebleven verantwoorden immers niet de uitgaven die in dat belastbaar tijdperk gedaan zijn. De rechtspraak stelt weliswaar dat de belastingplichtige niet moet bewijzen dat de fondsen die hij tijdens een belastbaar tijdperk heeft aangewend, daad-
De motivering van de beslissing is juridisch gezien interessant. De administratie liet immers uitschijnen dat de aard van de publieke orde van het fiscaal recht in casu inging tegen de toepassing van het principe van rechtszekerheid. Deze beslissing heeft de grote verdienste dat ze het principe van rechtszekerheid als een hogere rechtsregel inzegent.
BTW: publiciteitskosten of kosten van onthaal. Arrest van het Hof van Beroep van Gent dd. 29.04.2008 - De belastingplichtige, een NV, heeft op verschillende plaatsen in
6
België een handelsbeurs georganiseerd. Daarbij werden circusvoorstellingen gehouden in een tentencomplex. De belastingplichtige heeft de BTW in aftrek genomen als publiciteitskosten. Volgens de administratie betreft het echter kosten van onthaal waarvoor het recht op aftrek uitgesloten is. De circusvoorstelling zou immers geen direct verband hebben met de handelsbedrijvigheid van de belastingplichtige. Het Hof van Beroep oordeelt echter dat moet aangenomen worden dat de circusvoorstelling slechts één bedoeling had, namelijk zoveel mogelijk mensen naar de handelsbeurs lokken en hen zolang mogelijk in het tentencomplex bezighouden om de verkoop van de producten van de belastingplichtige te bevorderen. De gemaakte kosten hebben dus een daadwerkelijk effectief en coherent publicitair karakter. Het Hof van Beroep verwijst nog naar rechtspraak van het Hof van Justitie waarbij een ruime interpretatie van reclame wordt gehanteerd. De belastingplichtige mag dus de BTW in aftrek nemen.
aparte ingang verworpen. De Rechtbank is de mening toegedaan dat aangezien het bewezen is dat de aparte ingang bestemd is voor de economische activiteit van de belastingplichtige en het niet betwist wordt dat de verworpen kosten enkel en alleen betrekking hebben op de aanleg en het onderhoud van het stukje tuin rond deze aparte ingang, is het eveneens bewezen dat de belastingplichtige de aan haar geleverde goederen en verleende diensten voor de aanleg en het onderhoud van dit stukje tuin rond de aparte ingang eveneens bestemt voor haar economische activiteit. De administratie heeft dus onterecht de aftrek van de BTW in verband met de facturen voor de aanleg en het onderhoud van dit stukje tuin verworpen.
Notarisklerk volgt postgraduaat bedrijfskunde
BTW - Recht op aftrek - Rechtstreekse en onmiddellijke samenhang tussen gebruikte goederen en diensten en de gehele activiteit van de belastingplichtige
Een belastingplichtige, werkzaam als notarisklerk, wil de kosten van een postgraduaat bedrijfskunde in aftrek brengen als beroepskosten. Hij wijst daarvoor op het feit dat “hij veel meewerkt aan vennootschapsakten”.Maar de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt vond dit onvoldoende om de aftrek te rechtvaardigen. Aangezien het postgraduaat bedrijfskunde een uitgesproken “economische” inslag heeft, achtte de rechtbank het niet bewezen dat de opleiding een voldoende verband vertoonde met de huidige beroepswerkzaamheid als notarisklerk, die een “juridische” inhoud heeft. (Gb. Hasselt 29 november 2006, Fisc. nr. 1065, p. 11).
Een vennootschap heeft haar maatschappelijke zetel in een villa die voor het grootste gedeelte wordt gebruikt als privé-woning; in de zijvleugel van de villa bevinden zich de bedrijfsruimten van de vennootschap. Het staat vast dat de bedrijfsruimten te bereiken zijn via een aparte ingang langs de straatzijde en over een eigen parking beschikken, afgescheiden van de ingang en de parking van het privé-gedeelte van de villa. De administratie heeft de aftrek van de BTW in verband met de kosten voor de aanleg van de aparte ingang, namelijk een oprit met parkeermogelijkheid, aanvaard, doch heeft de aftrek van de BTW in verband met de kosten voor de aanleg en het onderhoud van het stukje tuin rond deze
Het hof van beroep te Antwerpen ziet dit evenwel anders. 7
Weliswaar is het hof van mening dat niet alle vakken van de opleiding “een direct praktisch nut” hebben op een notariskantoor, maar volgens het hof kan toch niet worden betwist dat de “kennis van financiering, bedrijfsorganisatie, accountancy en informatica een onmiskenbare meerwaarde vormen bij de uitoefening van een functie als eerste klerk op een notariskantoor, in de contacten op het kantoor, in de contacten met het cliënteel/vennootschappen en bij de precieze vastlegging van de inhoud van de vennootschapsakten”.
geleverde producten niet kunnen controleren, vermits zij de precieze identiteit van de leveranciers niet kende.
Op die gronden staat het hof wel de aftrek toe van de kosten in verband met de gevolgde opleiding (inschrijvingsgeld en verplaatsingskosten).
Een boekhouder heeft met een klant een overeenkomst gesloten om tegen een bepaalde belangrijke som per maand diverse opdrachten waar te nemen. Die overeenkomst kadert in het vooruitzicht dat de klant heeft om met een nieuwe afnemer grote zaken te doen. Maar voor de uitbreiding van zijn activiteit heeft de klant dringend 300.000 frank nodig. Aangezien het verkrijgen van een bankkrediet te lang zou duren, leent de boekhouder hem dat geld. Deze leningsovereenkomst wordt met de hand toegevoegd onderaan op de overeenkomst van boekhoudopdracht.
Het Hof besluit dat het akkoord van de mandataris is aangetast door een dwaling in rechte, zodat er geen rekening mee moet worden gehouden. De aanslag wordt nietig verklaard.
Verlies van schuldvordering door een goedgelovige boekhouder
Gestolen zwarte boekhouding De persoon met wie een frituuruitbater vroeger samenwoonde, bezorgt aan de Administratie de zwarte boekhouding van de frituur. Op basis daarvan kondigt de Administratie een belangrijke omzetverhoging aan. De mandataris van de frituuruitbater gaat ermee akkoord en de Administratie vestigt, zonder verder onderzoek, aanvullende aanslagen. Het Hof van Beroep te Bergen vernietigt deze aanslagen evenwel.
De klant gaat failliet en de curator reikt een attest uit dat de vordering van 300.000 frank als verloren mag worden beschouwd. De boekhouder wil dat verlies aftrekken als beroepskost. De fiscus weigert dat. Volgens hem ging het om een privé-lening die los stond van de boekhoudopdracht; dat blijkt alleen al uit het feit dat de lening met de hand was bijgeschreven op de getypte overeenkomst houdende de boekhoudingopdracht.
De Administratie mag voor de vaststelling van de belasting beroep doen op alle bewijsmiddelen van het gemeen recht. Maar zij moet de bewijskracht van de door haar gebruikte gegevens kunnen aantonen, d.w.z. het betrouwbaar en juist karakter ervan.
Het Hof van Beroep te Gent laat de aftrek als beroepskost toe. Het Hof is van mening dat de boekhouder onmiddellijk tot de overtuiging moet zijn gekomen dat de boekhoudovereenkomst slechts kans maakte ooit te worden uitgevoerd indien zijn klant op de kortst mogelijke termijn over geld zou beschikken voor investeringen. Uit de stukken blijkt dat de boekhouder
In principe kan de Administratie geen aanslag vestigen op basis van een bewijsstuk dat zij op een illegale of ongeoorloofde wijze in bezit heeft gekregen, zoals de zwarte boekhouding van de belastingplichtige die een derde op een bedrieglijke manier heeft ontvreemd. De Administratie heeft bovendien het aantal in het zwart
8
werkelijk geloofde dat zijn klant een nieuwe afnemer had voor grote zaken. Hij geloofde te goeder trouw dat die zaken een rendement beloofden, dat de boekhoudovereenkomst verantwoordde. Zo toont de boekhouder volgens het Hof aan dat hij de lening heeft toegestaan om zich ervan te verzekeren dat de boekhoudovereenkomst uitvoering zou krijgen. Aldus is voldaan aan de voorwaarde van artikel 49 W.l.B. 1992 dat het moet gaan om een kost die gedragen wordt om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.
voor een verminderde prijs na het een aantal jaren te hebben verhuurd ???
Belgisch wegvervoerder tewerkgesteld door een Luxemburgse vennootschap - Belgische of Luxemburgse inkomsten? Een Belgisch belastingplichtige oefent een beroepsactiviteit uit als internationaal chauffeur ten dienste van een transportonderneming, gevestigd in het Groothertogdom Luxemburg. Hij oefent voornamelijk prestaties uit in het buitenland, met name in het Groothertogdom Luxemburg, en slechts zelden in België, en krijgt zijn instructies op de zetel van zijn werkgever, waar hij vertrekt en zijn voertuig terug naartoe brengt.
Geen afschrijvingen op kunstwerken Een advocaat kocht in 1999 een schilderij van een kunstenaar voor 480 000 BEF. De advocaat stelde dat het schilderij beroepsmatig werd aangewend aangezien het in zijn bureau, dat gevestigd was in een oud herenhuis, was opgehangen. Dit bureau was volledig afgescheiden van de privévertrekken. In hoofdorde betwistte de fiscus het beroepsmatige karakter, terwijl in ondergeschikte orde de taxatiediensten oordeelden dat de uitgave voor dit kunstwerk de beroepsbehoeften ver oversteeg. De belastingplichtige legde zijn dossier voor aan de rechtbank. De rechter beslist dat het schilderij niet kan worden afgeschreven. Volgens de rechtbank kan er enkel worden afgeschreven op investeringen met een beperkte levensduur, die door slijtage na een bepaalde periode zullen moeten vervangen worden. De rechter vindt dat een schilderij, modern dan wel antiek, niet beantwoordt aan de definitie van investering en dus niet kan worden afgeschreven.
Op basis van deze vaststellingen, bevestigt het Hof van Cassatie dat verweerder zijn beroepsactiviteit uitoefende bij zijn Luxemburgse werkgever en dat diens loon niet belastbaar was in België.
Voertuigen die in Luxemburg zijn ingeschreven Personen die in België verblijven moeten de voertuigen die zij in België in het verkeer wensen te brengen inschrijven in het repertorium van de voertuigen, zelfs indien deze voertuigen reeds in het buitenland zijn ingeschreven. Deze verplichting is echter niet van toepassing voor het voertuig dat door een natuurlijke persoon wordt gebruikt voor de uitoefening van zijn beroep en dat in het buitenland is ingeschreven op naam van een buitenlandse eigenaar waarmede die persoon verbonden is door een arbeidsovereenkomst. De natuurlijke persoon die aan de bij deze bepaling gestelde voorwaarden voldoet, moet aan boord van het voertuig een attest bewaren dat afgeleverd is door
Opmerking : indien de advocaat dit schilderij had gehuurd en in zijn bureau opgehangen dan zou er volgens ons wel een grote kans zijn dat de huur fiscaal aftrekbaar is (!?). Misschien verkoopt de kunstenaar het schilderij wel aan de advocaat
9
het Belgische bestuur dat de btw onder haar bevoegdheid heeft.
Constructie 'naakte eigendom / vruchtgebruik' (parlementaire vraag 24.09.2008) VRAAG Het aannemen van een vennootschapsvorm leverde in het verleden bij de verwerving van onroerend goed heel wat voordelen op. Een populaire constructie was om bij de aankoop van onroerend goed door particulieren het vruchtgebruik ervan via de vennootschap te regelen. Ik heb vernomen dat sommige fiscale administraties dergelijke constructies nu afwijzen, terwijl andere ze wel nog aanvaarden.
Kan dit attest niet worden voorgelegd, dan zullen douanebeambten die bevoegd zijn voor de controle op het vlak van deze materie de overtreding op de verplichting tot inschrijving van het voertuig in België vaststellen en bijgevolg ook het gebrek aan betaling van de verkeersbelasting en de belasting op de in verkeerstelling.
Hoeveel onroerende goederen voor gemengd gebruik worden er jaarlijks aangekocht via dergelijke constructies? Hoe verklaart de minister de verschillen tussen verschillende fiscale administraties? Zal hij ervoor zorgen dat de regels overal hetzelfde geïnterpreteerd zullen worden? Moet de aankoopconstructie van naakte eigendom en vruchtgebruik, inclusief de fiscale aftrekmogelijkheden, behouden blijven?
Gelet op de voormelde bepaling, moet, om te kunnen genieten van de vrijstelling van inschrijving in België, het voertuig dat ter beschikking wordt gesteld van de Belgische verblijfhouder noodzakelijkerwijze eigendom zijn van de buitenlandse onderneming. De vrijstelling van inschrijving kan immers niet worden toegepast indien het voertuig eigendom is van de Belgische verblijfhouder of wanneer deze laatste het voertuig zelf in huur of in leasing heeft genomen.
Wat gebeurt er met de fiscaliteit als het vruchtgebruik beëindigd wordt? Wat gebeurt er als de particulier zijn woning verkoopt?
De Belgische zelfstandigen die hun persoonlijk voertuig in het buitenland inschrijven of die een voertuig ten persoonlijke titel in huur of in leasing nemen kunnen bijgevolg geen aanspraak maken op het regime van vrijstelling van inschrijving en dus ook niet op de vrijstelling van de BIV en de VB.
ANTWOORD (van de heer Reynders, Vice-eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen) Ik beschik niet over gegevens inzake het aantal aankoopprocedures die men hier schetst. Het gemengd gebruik van onroerend goed blijkt niet altijd duidelijk uit de formele registratieprocedure. Een analyse van dergelijke aankoopprocedures heeft aangetoond dat in de meeste gevallen de waarde van het vruchtgebruik overschat wordt, dat de kosten die ten laste zijn van de naakte eigenaar gedragen worden door de vruchtgebruiker en dat het eigendom in
Bron: antwoord van de Minister van Financiën op een parlementaire vraag dd.12.06.2008
10
het bezit komt van de naakte eigenaar na afloop van het vruchtgebruik.
De Europese Gemeenschap binnenkomen of verlaten met meer dan 10.000 EUR cash !!
Eerstdaags wordt er een actie inzake bijstand, controle en invordering georganiseerd. De regels zullen verduidelijkt worden aan alle betrokken taxatieambtenaren, zodat de eenvormigheid van behandeling verzekerd wordt. Daarna zal ik meer uitgebreid kunnen antwoorden.
In een onlangs gepubliceerde ‘instructie’ geeft de Administratie commentaar bij de verplichting die sinds midden vorig jaar geldt, om het grensoverschrijdend verkeer van liquide middelen van 10.000 EUR of meer, in bepaalde gevallen aan te geven .
Aangifte van buitenlandse rekeningen
De aangifteverplichting past in de strijd tegen het witwassen van geld. De achterliggende idee is dat de controle op het internationale girale geldverkeer tegenwoordig zo efficiënt is, dat criminele groeperingen er de voorkeur aan geven liquide middelen met koeriers of via goederenzendingen fysiek te vervoeren over de grenzen heen.
( Vraag van Van der Maelen dd. 08.05.2008)
Vandaar dat een Europese Verordening de verplichting invoerde om aangifte te doen van liquide middelen van 10.000 EUR of meer, die de Gemeenschap fysiek worden binnengebracht of de Gemeenschap verlaten.
kan u het aantal aangiften meedelen waarin het bestaan van buitenlandse rekeningen werd opgegeven?
De voormelde Verordening verplicht iedere natuurlijke persoon die de Europese Gemeenschap via België binnenkomt of verlaat en liquide middelen ten bedrage van 10.000 EUR of meer vervoert, daarvan aangifte te doen bij de daartoe bevoegde autoriteit. Dat is in casu de Belgische ‘douane’. De instructie preciseert dat het ‘via België binnenkomen of verlaten van de Gemeenschap’ slaat “op het fysiek verlaten of binnenkomen van de Gemeenschap”.
ANTWOORD (Viceeerste Minister en Minister van FinanAantal ciën en Institutionele Hervormingen, belastingplichtigen 02.09.2008) Aanslagjaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
28 582 24 616 28 966 36 758 51 946 87 601 104 694
Iemand die de Gemeenschap binnenkomt via Zaventem bv. en 10.000 EUR of meer liquide middelen bij zich heeft, moet derhalve in Zaventem aangifte doen. Strafsancties: Inbreuken kunnen bestraft worden met een gevangenisstraf van acht
11
dagen tot vijf jaar en een geldboete van 25 tot 25.000 EUR
schulden en vorderingen van de burger en anderzijds alle fiscale en niet-fiscale schulden en vorderingen van de Staat waarvoor Financiën bevoegd is. Een nog openstaande belastingschuld zal, zonder enige formaliteit, afgetrokken worden van eender welk bedrag dat Financiën uitkeert aan dezelfde persoon. En omgekeerd wordt een belastingkrediet niet terugbetaald in de mate dat de belastingplichtige nog een boete moet betalen of enige andere schuld heeft aan Financiën.
Wat bij verlies van register van aandelen op naam ? Bij verlies van dit register, een situatie die niet geregeld is bij wet, moet er naar praktische oplossingen gezocht worden. Een van de mogelijkheden is dat de raad van bestuur, als orgaan verantwoordelijk voor het correct bijhouden van het register van aandelen op naam, een document opstelt waarin de historiek van het aandeelhouderschap vanaf de oprichting van de vennootschap wordt weergegeven en dit op basis van alle beschikbare in formatie (oprichtingsakte, latere notariële akten, notulen en presentielijsten van algemene vergaderingen, overeenkomsten tot overdracht van aandelen ...). Een bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders, hiertoe bijeengeroepen door de raad van bestuur, kan vervolgens beslissen om de raad van bestuur te gelasten met de opstelling van een nieuw register (ter vervanging van het oude), waarin dan de identiteit van de huidige aandeelhouders en het aantal aandelen in hun bezit zullen worden ingeschreven. Het is aan te raden om een kopie van de notulen van deze bijzondere algemene vergadering, mede ondertekend door de raad van bestuur, in te lassen in het nieuwe register.
BEWAARTERMIJNEN De bewaartermijnen van de boeken en stukken zijn zowel voor de BTWreglementering als voor de boekhoudwet teruggebracht van tien naar zeven jaar : De verantwoordingsstukken worden zeven jaar bewaard tenzij zij niet strekken tot bewijs tegenover derden in welk geval ze drie jaar moeten worden bewaard.
MODERNISERING VAN HET VENNOOTSCHAPPENRECHT In het kader van de omzetting van de Tweede Richtlijn in het Belgisch recht werden enkele aanpassingen doorgevoerd in de vennootschappenwet vanaf 1 januari 2009.
SCHULDVERGELIJKING Eender welke schuld van de burger aan Financiën wordt voortaan afgehouden van het belastingtegoed.
Zo is er een nieuwe regelgeving voorzien in het kader van de procedure van de inbreng in natura waarbij in uitzonderingsgevallen een vrijstelling kan bekomen worden van de verslaggeving door de bedrijfsrevisor.
Met het oog op een “betere inning van de belastingen” komt er een veralgemeende schuldvergelijking tussen enerzijds fiscale
12
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN.(FAVV)
Wat de inkoop eigen aandelen betreft kan de Algemene Vergadering een machtiging geven aan de raad van bestuur tot maximaal vijf jaar voor de inkoop van maximaal 20% (vroeger 10%) van de eigen aandelen. Deze regeling geldt evenwel niet voor de CVBA.
Op 22 augustus werd in het Belgisch Staatsblad een koninklijk besluit van 30 juli 2008 gepubliceerd dat bepaalde voorwaarden wijzigt voor operatoren die door het FAVV worden gecontroleerd. Nieuw en belangrijk is de verplichting dat een aantal bedrijven uit de voedselketen voortaan de FAVV-toelating zullen moeten uithangen. Het gaat over inrichtingen die voedingsmiddelen rechtstreeks leveren of verkopen aan consumenten (eindverbruikers ) en die op basis van deze wetgeving over een toelating van het voedselagentschap moeten beschikken. Bv. slagers, bakkers, restaurants, snackbars, frituren enz. Zijn wel van deze verplichting uitgesloten: de verkopers van dranken en/of van voorverpakte levensmiddelen met een houdbaarheid van meer dan 3 maanden bij omgevingstemperatuur. Deze toelating moet op een voor de eindgebruiker zichtbare en toegankelijke plaats worden opgehangen. Zo kan de consument vrij eenvoudig vaststellen of het bedrijf over de nodige toelating beschikt.
Tot slot werd de wet versoepeld in het kader van het verbod van een vennootschap om eigen middelen voor te schieten, leningen toe te staan of zekerheden te stellen met het oog op de verkrijging van haar aandelen door derden. Dit verbod wordt opgeheven met dien verstande dat de raad van bestuur verantwoordelijk wordt indien een lening in dit kader wordt toegestaan of een zekerheid wordt gesteld. Zij dient ook een verslag op te stellen met een bijkomende toelichting omtrent de operatie. Dit verslag dient te worden neergelegd ter griffie en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
13
Elektronisch indienen BTWaangifte
Verhoging belastingvrije som voor lagere inkomens
Indien u uw btw-aangiften per kwartaal indient moet dat vanaf 1 april 2009 verplicht via elektronische weg gebeuren. Dus reeds voor de aangifte van het eerste kwartaal 2009 . Dit moet via het internet
Om de verhoging te berekenen is de regel als volgt: is het belastbaar inkomen van de betreffende belastingplichtige hoger dan 23.120 EUR, dan blijft de belastingvrije basissom gelijk aan 6.150 EUR. Is het belastbaar inkomen lager dan 22.870 EUR, dan is de belastingvrije basissom gelijk aan 6.400 EUR. Is het belastbaar inkomen gelegen tussen 22.870 EUR en 23.120 EUR, dan wordt de belastingvrije basissom van 6.400 EUR verminderd met het bedrag dat het inkomen hoger is dan 22.870 EUR.
Indien u niet over een computer en/of internetverbinding beschikt, kunt u worden vrijgesteld van de verplichting tot elektronische indiening. U stuurt hiertoe ten laatste tegen de datum waarop u de eerste elektronische aangifte had moeten indienen een verklaring op eer naar het bevoegde btw-controlekantoor. In deze verklaring legt u uit waarom u geen elektronische aangifte kunt doen. U verbindt er zich in deze verklaring ook toe de administratie te zullen verwittigen wanneer u wel over de nodige middelen beschikt. Natuurlijk kan u ook vragen dat ons kantoor deze aangifte voor u verstuurt aangezien wij wel de nodige infrastructuur hebben en de maandaangiften reeds meer dan een jaar elektronisch versturen.
14
Grensbedragen voor 2008
Toegelaten bijverdiensten voor gepensioneerden
(zie tabel hieronder) Om te vermijden dat hun pensioenuitkering geschorst wordt, dienen zij hun inkomsten te beperken tot bepaalde maxima. Worden de grenzen inzake toegelaten arbeid overschreden met minder dan 15%, dan wordt het pensioen pro rata verminderd, gelijk aan het percentage van de overschrijding. Worden de grenzen met meer dan 15% overschreden dan wordt de betaling van het pensioen voor het kalenderjaar volledig geschorst. De cijfers voor 2009 zijn nog niet beschikbaar maar aangezien ze steeds geïndexeerd worden zullen ze iets hoger liggen.
Personen die genieten van een pensioen kunnen binnen bepaalde perken bijverdienen door middel van inkomsten uit een bijberoep als zelfstandige of loontrekkende.
Aard van de bijverdienste Werknemer
Zelfstandige
Basis Met kinderlast
Rustpensioen Overlevingspensioen Voor de wet- Vanaf de wettelijke pensi- telijke pensi- -65 jaar +65 jaar oenleeftijd oenleeftijd 7.421,57 21.436,50 17.280,00 21.436,50 11.132,37
26.075,00
21.600,00 26.075,00
Basis
5.937,26
17.149,19
13.824,00 17.149,19
Met kinderlast
8.905,89
20.859,97
17.280,00 20.859,98
15
SLUITING Gelieve te noteren dat onze kantoren zullen gesloten zijn van 24/12/2008 tot en met 04/01/2009
Kantoren : DRT & PARTNERS Romeinsesteenweg 1022 1780 WEMMEL 02/456 89 10 DRT & PARTNERS Grote Markt 28 3200 AARSCHOT 016/55 33 40
Beste wensen en een voorspoe voorspoedig jaar 2009 Het ganse DRT team
Bezoek onze web-site :
http://www.drtpartners.com
16