ACCOUNTANTSGROEP DRT & PARTNERS
Nieuwsbrief jaargang 10
januari 2010
fing van de BTW geacht worden plaats te vinden.
Geachte lezer,
Het jaar 2009 zit er bijna op en ook op fiscaal vlak heeft de wetgever weer niet stilgezeten.
Ter zake wordt er in het BTW-wetboek een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen de diensten die worden verricht voor belastingplichtige afnemers, met name Business tot Business (B2B) en de diensten die worden verricht voor niet-belastingplichtige afnemers, zijnde Business to Consumer (B2C).
Naar jaarlijkse gewoonte geven wij een beknopt overzicht van de voornaamste wijzigingen die werden doorgevoerd. Mocht u verdere vragen hebben of bijkomende verduidelijkingen wensen kan u ons steeds contacteren via de gebruikelijke kanalen.
1. HOOFDREGEL - In een B2C-relatie worden de geleverde diensten, geacht plaats te vinden daar waar de dienstverrichter de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd. De B2C-regeling zal ook van toepassing zijn indien de afnemer een belastingplichtige is maar niet handelt in zijn hoedanigheid als BTW-belastingplichtige. Indien hij zowel handelt voor zijn privédoeleinden als voor zijn economische activiteit zal de plaatsbepaling gebeuren overeenkomstig de B2B-regels.
BTW Pakket
Vermits de BTW regels in een B2C omgeving minimaal werden gewijzigd wordt hierna verder ingegaan op de wijzigingen in een B2B omgeving.
2010 wordt voor ons allen het jaar van de grote uitdaging, met de invoering van de nieuwe BTW-wetgeving voor diensten (VAT Package) staan we de grootste BTW- hervorming sinds 1993. Het BTWpakket behelst een ingrijpende wijziging in de lokalisatieregels van diensten en van de regels ter voldoening van de BTW. Naar aanleiding van deze nieuwe wetgeving werd ook de BTW- aangifte en de intracommunautaire opgave aangepast.
- In een B2B omgeving worden de geleverde diensten, voortaan, geacht plaats te vinden daar waar de ontvanger van de dienst de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd.
Vanaf 1 januari 2010 gelden nieuwe regels om te bepalen waar diensten voor de hef-
1
-
2. Het BEGRIP BELASTINGPLICHTIGE Overeenkomstig de B2B regel dient de dienst verricht te worden voor een als zodanig handelende belastingplichtige. Wat wordt er verstaan onder belastingplichtige en hoe bewijs je dat een klant kwalificeert als een “zodanig handelende belastingplichtige”? Allereerst wordt er verstaan onder belastingplichtige: -
-
-
Gewone BTW-belastingplichtigen, zijnde zij die geregeld en zelfstandig in de uitoefening van een economische activiteit goederen leveren of diensten verrichten die in het BTW- wetboek zijn opgenomen en die periodieke BTW aangiftes indienen.
Niet-belastingplichtige rechtspersonen die voor BTW-doeleinden geïdentificeerd zijn. Hieronder verstaat men bijvoorbeeld een gemeente die voor geen enkele outputverrichting als BTW-plichtige wordt aangemerkt, maar die wel bij de aankoop van goederen in andere lidstaten de drempel van 11.200 EUR heeft overschreden en in gevolge de drempeloverschrijding of optie voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd. Zulke belastingplichtigen worden ingevolge de nieuwe lokalisatieregels als belastingplichtige aangemerkt.
Let wel de uitbreiding van het begrip belastingplichtige geldt alleen voor de toepassing van de nieuwe plaatsbepalingsregels voor diensten. Zij gelden niet voor de andere artikelen in het BTW-wetboek.
Hieronder vallen eveneens de volledig vrijgestelde belastingplichtigen overeenkomstig art. 44 WBTW zijnde de advocaten, dokters, notarissen, ….;
Hoe bewijs je dat de afnemer van de dienst, die in een andere lidstaat is gevestigd, handelt als een “zodanig handelende belastingplichtige?”
Gedeeltelijke belastingplichtigen : dit zijn belastingplichtigen die naast handelingen die binnen de toepassingssfeer van de BTW vallen, ook handelingen stellen die buiten de toepassingssfeer van de BTW vallen;
Hierover ondervraagd, antwoordde de Minister dat het BTW-nummer van de medecontractant als een bewijs wordt beschouwd. De geldigheid van BTWnummers kan nagegaan worden via de “VIES”-website van de Europese Commissie. (http://ec.europa.eu/taxation_customs/v ies/vieshome.do).
Bijvoorbeeld gemengde holdingvennootschappen, openbaar besturen die naast handelingen als overheid ook BTW-activiteiten uitoefenen (v.b. uitbating van een concerthal) of een VZW die naast een BTW-activiteit ook subsidies ontvangt dewelke buiten de toepassing van de BTW vallen. Deze belastingplichtigen zullen voor het geheel van hun activiteiten als belastingplichtigen worden aangemerkt;
En wat met afnemers die buiten de EU zijn gevestigd? Hoe dient “een als zodanig handelende belastingplichtige” in deze context beoordeeld te worden? Het klassieke antwoord luidt, dat men de principiële hoedanigheid van BTWbelastingplichtige heeft, zodra men geregeld en zelfstandig goederen levert of diensten verricht die binnen het toepassingsgebied van de BTW vallen. Ver-
2
juridisch noch materieel kan worden opgesplitst dan wordt deze geacht plaats te vinden in het land van de hoofdzetel van de ontvanger. Zelfs wanneer de dienst zowel voor de hoofdzetel als voor de vaste inrichting wordt verricht.
der antwoordde de Minister dat de beoordeling moet gebeuren op grond van Communautaire criteria. Het bewijs ligt in ieder geval bij de dienstverrichter.
3. VASTE INRICHTING 4. SCHULDENAAR VAN DE BTW In tegenstelling met de huidige regelgeving, worden vanaf januari 2010 de diensten die verricht worden vanuit een vaste inrichting van de dienstverrichter, geacht plaats te vinden daar waar de vaste inrichting zich bevindt.
Op de diensten verricht voor buitenlandse B2B-klanten zal de Belgische dienstverrichter geen Belgische BTW meer mogen aanrekenen. Of de klant binnen de EU is gevestigd of daarbuiten is van geen belang. Evenmin of de dienst in het land van de afnemer al dan niet is vrijgesteld.
Worden de diensten daarentegen verricht voor een vaste inrichting van die belastingplichtige, dan geldt als plaats van de dienst, de plaats waar de vaste inrichting is gevestigd.
Dit heeft enerzijds tot gevolg dat sommige diensten die voorheen met Belgische BTW dienden te worden gefactureerd, voortaan zonder Belgische BTW worden gefactureerd.
De verwijzing naar de zetel van de vaste inrichting veronderstelt dat de diensten worden verstrekt voor de doeleinden van de vaste inrichting en niet voor de hoofdzetel van de economische activiteit van de belastingplichtige.
Vb. maakloonwerk in België, lokaal Belgisch transport… Anderzijds zal in een aantal gevallen de noodzaak van een buitenlandse registratie verdwijnen.
Derhalve moet men in overweging nemen of :
Vb. lokaal buitenlands transport of werkzaamheden m.b.t roerende goederen in het buitenland.
- het contract werd afgesloten door de vaste inrichting zelf of dat de bestelbon uitgaat van de vaste inrichting;
Met andere woorden, de belastingplichtige afnemers gevestigd in een lidstaat van de EU, die onder toepassing van de nieuwe B2B hoofdregel diensten afnemen van een dienstverrichter die niet in hun lidstaat is gevestigd, dienen vanaf 1 januari 2010 zelf de verschuldigde BTW te voldoen in hun BTW aangifte via de verlegging van heffing. Dit voor zover de desbetreffende diensten in hun lidstaat niet zouden zijn vrijgesteld. => INTRACOMMUNAUTAIRE DIENSTEN.
- of de handelingen werden gefactureerd met vermelding van de naam, het adres en het btw-nummer van deze inrichting en; - dat de betaling wordt gedaan via een op naam van deze inrichting geopende rekening. Deze toelichting ligt in de lijn met het antwoord van de Minister van Financiën op een parlementaire vraag. Wanneer een dienst, in het kader van een globaal contract, wordt verricht voor meerdere vestigingen tegelijkertijd en deze dienst noch
3
Vrijgestelde BTW belastingplichtigen (advocaten, dokters, notarissen, scholen, ziekenhuizen ….) die diensten verrichten dewelke overeenkomstig de hoofdregel gelokaliseerd worden in de lidstaat van de afnemer én er niet zijn vrijgesteld van BTW, zullen vanaf 1 januari 2010, deze dienstverrichtingen eveneens moeten rapporteren in een intracommunautaire opgave, wat een BTW-identificatie vereist. Een BTW aangifte moeten deze belastingplichtigen echter niet indienen.
5. BTW AANGIFTE EN INTRACOMMUNAUTAIRE OPGAVE Om de toepassing van de nieuwe verleggingsregeling ten aanzien van intracommunautaire diensten afdoende te kunnen controleren worden er een aantal nieuwe roosters ingevoerd in de periodieke BTWaangifte. a. UITGAANDE VERRICHTIGEN Inzake de rapporteringverplichtingen is het van belang na te gaan of : -
Hoe kan een Belgische dienstverrichter zich ervan vergewissen of de dienst die hij in de lidstaat van de ontvanger verricht al dan niet van BTW is vrijgesteld?
de klant binnen de EU is gevestigd of daarbuiten én indien het intracommunautaire diensten betreft of deze vrijgesteld worden in de lidstaat van de afnemer.
Gezien de lidstaten ter zake uiteenlopende wetgevingen hanteren zal dit tot grote praktische moeilijkheden leiden. Bovendien kan, wie vrijgestelde diensten ten onrechte op de intracommunautaire opgave vermeldt, bestraft kunnen worden met een geldboete.
In het nieuwe Vak 44 (Vak 48 creditnota’s) komen enkel de uitgaande diensten, verricht voor belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat, waarbij deze afnemers schuldenaar zijn van de BTW onder toepassing van de hoofdregel.
In een antwoord op een parlementaire vraag heeft de Minister van Financiën geantwoord dat de Administratie geen kritiek zal uiten ten aanzien van de dienstverrichter die ter goeder trouw is en die in het bezit is van een verklaring van de ontvanger van de dienst, dat de dienst al dan niet is vrijgesteld in zijn lidstaat.
Het zijn enkel deze handelingen die moeten opgenomen worden in de nieuwe intracommunautaire opgave onder code “S”. In deze nieuwe intracommunautaire opgave moeten dus de intracommunautaire diensten worden opgenomen die volgens de nieuwe hoofdregel plaatsvinden in de lidstaat van de afnemer en er niet zijn vrijgesteld van BTW.
b. NIEUWE PLAATSBEPALINGSREGELS EN DE BELGISCHE AFNEMER (AANKOOPZIJDE)
Wordt de plaats van de dienst niet bepaald door de hoofdregel maar door een afzonderlijke plaatsbepalingsregel (zie hieronder) of wordt de dienst in de lidstaat van de afnemer vrijgesteld van BTW, dan mag de dienst niet worden opgenomen in de intracommunautaire opgave onder code “S” en bijgevolg ook niet in Vak 44 van de BTW aangifte maar wel onder Vak 47.
Wie moet de BTW voldoen als dergelijke intracommunautaire dienst geacht wordt in België plaats te vinden? In principe is dit de dienstverrichter maar in afwijking daarvan bepaalt de BTWwetgeving dat de Belgische afnemer van de dienst de BTW moet voldoen via ver-
4
legging van heffing, wanneer de dienst wordt verricht door een dienstverrichter die niet in België is gevestigd en de dienst krachtens de B2B hoofdregel geacht wordt in België plaats te vinden.
-
Beschikt de buitenlandse belastingplichtige/dienstverrichter over een vaste inrichting in België, dan zal hij voortaan aangemerkt worden als een niet in België gevestigde belastingplichtige, voor zover de inrichting niet betrokken is bij de levering van het goed of de dienst.
Het feit dat de in België gevestigde afnemer over een BTW-identificatienummer moet beschikken dat de letters BE bevat heeft tot gevolg dat een vrijgestelde belastingplichtige zoals een advocaat, notaris, dokter, school, …zich zal moeten registreren voor BTW, opdat dit BTW -nummer zou kunnen meegedeeld worden aan de in de in een andere EU-lidstaat gevestigde dienstverrichter.
Een vaste inrichting wordt geacht te zijn betrokken bij een bepaalde verrichting wanneer aan minstens één van de volgende voorwaarden is voldaan: -
-
-
het contract werd gesloten met de vaste inrichting zelf of de bestelbon gaat uit van de vaste inrichting; de dienst werd gefactureerd op naam, adres en BTW-nummer van de vaste inrichting; de technische en/of menselijke middelen van de vaste inrichting worden ingezet bij het verrichten van de dienst of het leveren van het goed.
Bovendien zal de vrijgestelde BTW- belastingplichtige de BTW, onder de nieuwe verleggingsregel, moeten voldoen via het indienen van een bijzondere BTW aangifte. De hierboven uiteengezette principes zijn eveneens van toepassing op nietbelastingplichtige rechtspersonen die voor BTW-doeleinden zijn geregistreerd alsook op gedeeltelijk belastingplichtigen.
Deze nieuwe bepaling geldt voortaan ook voor de andere gevallen van verlegging van heffing waaronder o.a. de algemene verleggingsregel.
Wat de rapporteringsverplichting betreft van deze intracommunautaire diensten, werd een nieuw Vak 88 (Vak 84 voor creditnota’s) opgenomen in de BTW aangifte. Hierin komen enkel de aangekochte diensten, van dienstverrichters die gevestigd zijn in een andere EU-lidstaat, waarvoor de Belgische BTW is verschuldigd door de Belgische afnemer onder toepassing van de hoofdregel. De verschuldigde BTW wordt opgenomen in vak 55 van de BTW-aangifte, de recupereerbare BTW wordt opgenomen in vak 59.
Samengevat kan men stellen dat de nieuwe verleggingsregel in hoofde van de Belgische afnemer van toepassing is wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
BTW-identificatienummer dat de letters BE bevat; de dienst wordt verstrekt door een niet in België gevestigde dienstverrichter; de dienst is in België niet vrijgesteld van BTW
het betreft een dienst in een B2Bomgeving; de dienst vindt plaats in België overeenkomstig de hoofdregel. Dit houdt in dat de belastingplichtige afnemer van de dienst in België is gevestigd en die beschikt over een
5
dienen bijgevolg ook niet worden opgenomen in de intracommunautaire opgave.
6. TIJDSTIP VAN VOLDOENING VAN DE BTW
Mogelijkerwijs moet men als belastingplichtige zich ervan vergewissen of een BTW registratie in het buitenland al dan niet nodig is ten einde zijn BTWverplichtigingen te kunnen voldoen, tenzij er een bijzondere of een algemene verleggingsregel kan worden toegepast.
Om kruiscontroles mogelijk te maken tussen de intracommunautaire opgave van de dienstverrichter en de verlegging van heffing in de BTW-aangifte van de afnemer, is er vereist dat beide partijen de dienst op hetzelfde moment aangeven. Daartoe zijn eenvormige regels inzake de opeisbaarheid van de BTW noodzakelijk.
8. VOORBEELDEN Voor diensten die onder de nieuwe hoofdregel vallen zal de BTW slechts opeisbaar zijn op het tijdstip waarop de dienst is voltooid. Dit heeft tot gevolg dat op de factuur die tussentijds wordt ontvangen of op een voorschotfactuur de BTW (nog) niet mag verlegd worden. Enkel bij de voltooiing van de dienst zal de verlegging van heffing mogen worden toegepast. Deze specifieke regeling is enkel van toepassing voor intracommunautaire diensten. De achterliggende reden is dat de dienstverrichter en de afnemer, de dienst in dezelfde periodieke aangifte zouden rapporteren om de hierboven aangehaalde controles mogelijk te maken.
- Een Belgische belastingconsulent geeft advies aan een Nederlandse BTWbelastingplichtige voor een bedrag van 1.500 EUR BTW- aangifte :Vak 44 : 1.500 EUR IC-opgave : NL BTW- nummer klant : “S” : 1.500 EUR - Een Belgische transporteur vervoert goederen van San Francisco naar Los Angeles in opdracht van een Italiaanse onderneming voor 5.000 EUR BTW- aangifte: Vak 44 : 5.000 EUR IC-opgave: It BTW-nummer klant : “S” : 5.000 EUR
7. AFWIJKINGEN OP DE HOOFDREGEL BIJ B2B
- Een Belgische accountant verricht accountancydiensten voor een Australische onderneming. Voor deze diensten wordt een bedrag van 4.000 EUR aangerekend.
Zoals in de bestaande regeling bevat het BTW pakket ook een reeks uitzonderingen op de hoofdregel om te bepalen in welk land een dienst geacht wordt plaats te vinden.
BTW-aangifte: Vak 47 : 4.000 EUR IC-opgave : geen
In bijlage vindt u een overzicht van de huidige plaatsbepalingsregels t.o.v. deze die van toepassing zijn vanaf 01.01.2010. Zowel in een B2B als een B2C omgeving.
- Een Belgisch advocaat, vrijgestelde belastingplichtige, verricht een dienst voor een Franse BTW-plichtige afnemer voor een bedrag van 3.000 EUR. Deze dienst is niet vrijgesteld in Frankrijk.
Diensten die overeenkomstig deze afwijkende regels worden geacht in het buitenland plaats te vinden dienen niet te worden gerapporteerd in de vakken 44 of 88 en
Bijzondere BTW aangifte : geen IC-opgave: Fr BTW- nummer klant : “S”: 3.000 EUR
6
Indien deze verrichting in Frankrijk is vrijgesteld zal de BE advocaat noch een aangifte en noch een IC-opgave moeten indienen.
- Een Belgische aannemer doet beroep op een Luxemburgse onderaannemer voor de uitvoering van een werk in onroerende staat in België: Prijs 10.000 EUR
- Een Belgisch softwarehuis verricht diensten voor een niet-belastingplichtig rechtspersoon zonder BTW- nummer, gevestigd in Luxemburg. De prijs bedraagt 10.000 EUR.
BTW-opgave :
Vak 81: 10.000 EUR Vak 87 : 10.000 EUR Vak 56: 2.500 EUR Vak 59: 2.500 EUR
De Luxemburgse onderaannemer dient deze dienst niet te vermelden in haar ICopgave.
Het Belgisch softwarehuis zal aan de Luxemburgse klant 21% Belgische BTW of 2.100 EUR in rekening brengen.
9. ADMINISTRATIEVE WIJZIGING IN DE BTW FORMALITEITEN VANAF 01.01.2010
BTW-aangifte : Vak 03 : 10.000 EUR – Vak 54 : 2.100 EUR IC-opgave : geen
a. BTW AANGIFTE
- Een Belgisch farmabedrijf doet beroep op een Nederlandse onderneming voor de herstelling aan één van de machines van het Belgisch machinepark. De prijs bedraagt 2.000 EUR
Normaliter zal de belastingplichtige verplicht zijn kwartaalaangiftes in te dienen tenzij de jaaromzet voor de volledige economische activiteit 1.000.000 EUR bereikt (voor fraudegevoelige sectoren ligt deze drempel op 200.000 EUR). Wanneer deze laatste drempel wordt overschreden zal er verplicht overgeschakeld worden naar maandaangiftes.
BTW – aangifte: Vak 82: 2.000 EUR Vak 88 : 2.000 EUR Vak 55 : 420 EUR Vak 59: 420 EUR NL onderneming : IC-opgave : BE BTW nummer – klant : 2.000 EUR
Vanaf 1 januari treedt er nog een tweede drempel in voege waardoor maandaangiftes verplicht kunnen worden.
- Een Belgische dokter vraagt aan een Duitse onderneming advies over de implementatie van een specifiek softwarepakket: Prijs : 2.000 EUR
Indien de jaarlijkse intracommunautaire leveringen van goederen de grens van meer dan 400.000 EUR overschrijden, zullen maandaangiftes verplicht worden “vanaf de eerste maand die volgt op het kwartaal waarin deze drempel werd overschreden”. De referentieperiode voor dit bedrag van 400.000 EUR vangt aan op 1 januari 2010. De drempeloverschrijding dient aan de BTW administratie worden gemeld, uiterlijk de 10e van de maand volgend op dit kwartaal.
Bijzondere BTW aangifte : Vak 74 : 2.000 EUR Vak 80 : 420 EUR De dokter dient bijgevolg 420 EUR af te dragen aan de Belgische BTW administratie. De Duitse onderneming zal deze dienstprestatie opnemen in haar IC-opgave : BE BTW- nummer klant : 2.000 EUR
7
Een andere nieuwigheid in de BTWaangifte,voor gemengde of gedeeltelijke belastingplichtigen, is de opneming in vak 00, van de vrijgestelde omzet overeenkomstig art. 44 WBTW.
munautaire diensten in dezelfde opgave dienen te worden opgenomen. De vrijgestelde intracommunautaire leveringen of driehoeksverkeer worden in de opgave opgenomen met de vermelding “L”of “T” De intracommunautaire diensten zullen voortaan onder de code “S” worden vermeld.
In principe zullen belastingplichtigen verplicht deze verrichtingen moeten opnemen in de BTW- aangifte met betrekking tot de periode waarop ze betrekking hebben. Door een administratieve tolerantie kunnen deze gegevens alsnog aan de administratie worden meegedeeld in de laatste BTWaangifte van het jaar. Ten uitzonderlijke titel dienen deze gegevens ten laatste tegen 20 april van het jaar volgend op dat van de handelingen worden meegedeeld aan de Administratie.
Belastingplichtigen die gehouden zijn om maandaangiftes in te dienen zullen deze opgave maandelijks moeten indienen. De overige belastingplichtigen zullen per kwartaal deze opgave moeten indienen. Indien het totaalbedrag van de vrijgestelde intracommunautaire leveringen van goederen (incl. overbrengingen) de drempel van 100.000 EUR overschrijden, in het huidige kwartaal én elk van de vier vorige kwartalen (2009 mee in rekening nemen) dan wordt deze belastingplichtigen eveneens verplicht maandopgaven in te dienen.
Ten slotte zal de nieuwe BTW-aangifte in de hoofding ook een nieuw aan te kruisen vakje bevatten met betrekking tot de handelingen op te nemen in de jaarlijkse lijst van afnemers-belastingplichtigen. Een nihil-listing hoeft niet langer te gebeuren, het volstaat het hierboven vermelde vakje aan te kruisen.
Ter verduidelijking: Het aankruisen moet in beginsel gebeuren in de aangifte van de maand december of het vierde kwartaal. Bij wijze van tolerantie zullen evenwel de in de periodieke aangiftes van de eerste drie maanden of het eerste kwartaal van het volgende jaar aangekruiste vakjes door de administratie in aanmerking worden genomen.
In de loop van januari 2010 stelt men vast dat in het tweede kwartaal 2009 de drempel van 100.000EUR werd overschreden. De belastingplichtige zal met betrekking tot de maand januari 2010 een maandelijkse opgave moeten indienen, uiterlijk tegen 20 februari 2010. Deze belastingplichtige zal ten vroegste m.b.t. de handelingen van het 3e kwartaal 2010 een intracommunautaire kwartaalopgave kunnen indienen voor zover de drempel van 100.000 EUR niet werd overschreden in het eerste en tweede kwartaal van 2010.
Belastingplichtigen die hun activiteit stopzetten zullen in geval van een nihil-listing de Administratie hiervan moeten inlichten door het aankruisen van het vakje in de laatste in te dienen BTW aangifte.
b. INTRACOMMUNAUTAIRE OPGAVE Zoals reeds hoger werd aangehaald zullen van 1 januari 2010 de intracommunautaire leveringen van goederen en de intracom-
8
9
BELASTINGEN De laatste jaren is de eindejaarsperiode een tijd waarin de regering een aantal maatregelen neemt. Dit is ook dit jaar zeker het geval . Maatregelen in het kader van de begrotingsopmaak, in het kader van de crisis, reparatiewetgeving etc volgen mekaar op. Hierbij een kort overzicht van de aangekondigde maatregelen. Sommige maatregelen zijn al goedgekeurd , andere wachten nog op goedkeuring en nog andere zijn al in het Belgisch Staatsblad verschenen.
gen zijn lager dan het maximumpercentage. Vanaf aanslagjaar 2011 en ook voor aanslagjaar 2012 zal het maximaal percentage echter verminderd worden tot 3.8 % waardoor de aftrek een stukje lager zal zijn. Deze vermindering kan in bepaalde dossiers, met een hoog eigen vermogen, toch een aanzienlijk bedrag vertegenwoordigen.
VERLAAGD BTW NIEUWBOUW
NOTIONELE INTRESTAFTREK
TARIEF
De maatregel die werd ingevoerd om de bouwsector te ondersteunen en die normaal gezien ten einde zou komen op 31/12/2009 werd met een jaar verlengd. Het gaat over 6 % btw over de eerste schijf van 50.000 euro bij nieuwbouw, 6 % bij afbraak en daarmee gepaard gaande heropbouw van woningen op het ganse Belgi-
De aftrek van deze intresten zal beperkt worden door een nieuw Koninklijk Besluit. Tot op heden was het maximumpercentage 6.5% . Voor aanslagjaar 2010 is het tarief 4.473 % voor grotere en 4.973 % voor de kleinere vennootschappen , dus die bedra-
10
- voor andere verkrijgers: 590 EUR per jaar voor verwarming en 295 EUR per jaar voor elektriciteit
sche grondgebied en 6 % in de sociale woningbouw. Voorwaarde is wel dat er voor 1 april 2010 een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd.
De bedragen worden als volgt verhoogd :
VOORDELEN ALLE AARD PRIVÉGEBRUIK BEDRIJFSWAGENS.
-
voor leidinggevend personeel en bedrijfsleiders: -1.480 EUR voor 2010 en 1.640 EUR vanaf 2011 wat verwarming betreft - 740 EUR voor 2010 en 820 EUR vanaf 2011 wat elektriciteit betreft
Wanneer bedrijfswagens eigendom van een vennootschap privé gebruikt worden is er steeds een belastbaar voordeel. De berekening van dit voordeel gebeurde tot op heden op basis van de fiscale PK van de wagen en op basis van de privékilometers. Men ging ervan uit dat indien de privépersoon minder dan 25 km (enkele rit ) woonwerkverkeer deed er een voordeel was voor 5000 km en indien de afstand meer was dan moest er met 7.500 km rekening gehouden worden. Dit principe blijft behouden maar men zal nu met CO² uitstoot rekening houden in plaats van met fiscale PK. Er zal een coëfficiënt worden bepaald ( waarschijnlijk is dat 0,0021 euro voor benzinewagens en 0,0023 euro voor dieselwagens) en die coëfficiënt moet vermenigvuldigd worden met de CO² uitstoot per gram per kilometer. Die uitkomst moeten we dan vermenigvuldigen met het aantal privékilometers om het belastbaar voordeel te bekomen.
-
voor andere verkrijgers: - 740 EUR voor 2010 en 820 EUR vanaf 2011 voor verwarming - 370 EUR voor 2010 en 410 EUR vanaf 2011 voor elektriciteit
BS :10/12/2009
KOSTENFORFAIT LEIDERS
BEDRIJFS-
Op vandaag is het zo dat de aftrek voor kosten voor bedrijfsleiders forfaitair 5 % van het belastbaar inkomen is. Dit is een wettelijk forfait . De 5 % kostenforfait zal vanaf 1/1/2010 ( aj 2011 ) dalen tot 3 %. Indien je denkt meer kosten te hebben moeten ze bewezen worden, is de denkpiste bij de fiscus. Klein voorbeeld : belastbaar inkomen 40.000 euro – vroegere forfait was 2000 euro Nieuwe forfait is 1200 euro . Dit verschil van 800 euro minder kosten geeft toch een meerbelasting van ongeveer 400 euro.
VOORDELEN ALLE AARD VERWARMING EN ELECTRICITEIT De ministerraad heeft beslist het bedrag van de forfaitaire voordelen alle aard verwarming en elektriciteit op te trekken. Momenteel bedraagt het voordeel: - voor leidinggevend personeel en bedrijfsleiders: 1.180 EUR per jaar voor verwarming en 590 EUR per jaar voor elektriciteit
11
BEDRIJFWAGENS
ENERGIEBESPARENDE INVESTERINGEN IN WONINGEN
De aftrekpercentages van autokosten in de vennootschapsbelasting zijn ook aan een wijziging onderhevig. De nieuwe tabel is als volgt:
Het wetsontwerp wijzigt de bestaande belastingvermindering voor bepaalde energiebesparende investeringen in woningen op verschillende punten.
CO2-uitstoot diesel
Bij woningen die minder dan vijf jaar oud zijn worden de investeringen beperkt tot: - uitgaven voor de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie; - uitgaven voor de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie; - uitgaven voor de plaatsing van alle andere uitrustingen voor geothermische energie- opwekking Hierbij acht men een woning minder dan vijf jaar oud, een woning waarvan de ‘ingebruikneming’ minder dan vijf jaar voorafgaat aan de aanvang van de betrokken werken.
CO2-uitstoot benzine
100% elektrisch
Fiscale aftrekbeperking
0 gram
120 %
0 - 60 g
0 - 60 g
100%
61-105 g
61-105 g
90%
106-115 g
106-125 g
80%
116-145 g
126-155 g
75%
146-170 g
156-180 g
70%
171-195 g
181-205 g
60%
>195 g
> 205g
50%
Ook nieuw is het feit dat de brandstofkosten voor personenwagen, voor auto’s dubbelgebruik en voor minibussen nu ook fiscaal beperkt zullen worden. Vanaf aj 2011 zou die aftrek beperkt worden tot 75%.
Geplande inwerkingtreding voor uitgaven die werkelijk zijn betaald vanaf 1 januari 2010. Men plant ook een beperking van de verhoging van 600 EUR (niet geïndexeerd) voor de uitgaven voor de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie en op uitgaven voor de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie. De verhoging zal voortaan slechts op deze laatste uitgave van toepassing zijn!
INENERGIEBESPARENDE VESTERINGEN EN BELASTINGKREDIET Voor de volgende uitgaven wordt een tijdelijke uitbreiding van het stelsel van ‘omzetting in een terugbetaalbaar belastingkrediet’ voorzien:
Geplande inwerkingtreding vanaf aanslagjaar 2012. Dus, voor uitgaven gedaan in het inkomstenjaar 2011.
-
-
12
uitgaven gedaan voor de vervanging van oude stookketels of voor het onderhoud van een stookketel uitgaven voor de plaatsing van dubbele beglazing uitgaven voor de plaatsing van een warmteregeling of van een installatie van centrale verwarming door
-
Rechtbank van Luik - Een uitbater van een manege wordt belast op de winst die wordt gemaakt dankzij een paard tijdens een wedstrijd. De eigenaar merkt op dat dit paard nooit werd ingezet in het kader van zijn beroepsactiviteit, dat hij het inderdaad privé heeft aangekocht en dat er, gelet op de sportieve kwaliteiten ervan, nooit sprake van is geweest op het uitsluitend te gebruiken voor de eenvoudige manegeactiviteiten waarmee hij zich bezighoudt. In zijn boekhouding werden overigens nooit kosten opgenomen voor de inschrijving van het paard voor paardenwedstrijden. De Rechtbank is van oordeel, gelet op met name: de beperkte omvang van de gerealiseerde winst, het lage karakter van de kosten die werden opgenomen in de boekhouding van de manege en welke verband houden met het paard, het feit dat niet alle kosten die voor voorvermeld paard werden gemaakt ten laste werden genomen, de administratie ten onrechte het prijzengeld als belastbare winst heeft getaxeerd.
middel van thermostatische kranen of door een kamerthermostaat met tijdsinschakeling uitgaven voor een energie-audit van de woning
Voor zover de vermindering niet effectief kan genoten worden wegens een gebrek aan voldoende belastbare inkomsten voorziet men hier in een terugbetaalbaar belastingkrediet. En dit voor de werkelijk in de belastbare tijdperken 2010 tot 2012 betaalde uitgaven.
BTW BIJ OVERDRACHT TERREINEN. Onder druk van Europa zal er vanaf 1/01/2011 waarschijnlijk btw te betalen zijn bij overdacht van terreinen die behoren bij een nieuw gebouw. Op heden is er 21% btw op de nieuwbouw en 10% registratierecht op de gronden bij de verkoop van een nieuwe woning. Bedoeling is om dan het totale bedrag te onderwerpen aan 21% btw.
SCHENKING GRONDEN
VAN
Hof van Beroep Antwerpen – een artsenvennootschap wou de kosten van twee personenwagens in mindering van haar belastbaar inkomen brengen. De administratie aanvaardde telkens de afschrijving van het duurste voertuig (Porsche) als aftrekbare beroepskost en verwierp de afschrijving van de tweede wagen. De overige kosten van de twee wagens samen werden door de administratie voor de helft aanvaard als aftrekbare kost. De vennootschap gaat in beroep maar het Hof geeft de fiscus gelijk en oordeelt dat de arts in gebreke blijft te bewijzen dat beide wagens voor beroepsdoeleinden worden gebruikt.
BOUW-
De bestaande regeling voor schenking aan natuurlijke personen tegen verminderde tarieven van een perceel grond dat bestemd is voor woningbouw wordt verlengd met 2 jaar tot 31/12/2011.
DE RECHTER SPRAK :
Rechtbank Hasselt - Een gehuurde wagen die gratis was ter beschikking gesteld van de bedrijfsleider en het voordeel van alle aard wegens gratis auto werd niet vermeld op zijn loonfiche . De Rechtbank stelt vast dat de ter beschikking gestelde personenwagen werd aangewend voor woonwerkverkeer. De wagen werd voorts ook
13
De BTW-belastingplichtige probeert het verschil tussen de begin- en de eindvoorraad van het jaar te verklaren door een schenking van gedateerde kledingstukken in het kader van een inzamelactie voor het goede doel. Het Hof beslist echter dat zelfs indien de BTW-belastingplichtige een deel van zijn voorraad zou hebben weggeschonken in het kader van een inzamelactie voor het goede doel, deze schenking wordt gelijkgesteld met een verkoop en is, bijgevolg, eveneens onderworpen aan de heffing van de BTW.
aangewend voor allerlei privé-verkeer en voor vakantiereizen. Hieruit werd terecht voor elk betrokken jaar een voordeel van alle aard afgeleid en begroot en hierop blijkt de ficheplicht dan niet te zijn nageleefd, terwijl het toch ging om uitgaven in hoofde van eiseres voor het gebruik van de wagen. Terecht werd dan ook volgens de rechtbank de bijzondere aanslag van geheim commissieloon toegepast.(300%) Hof van Beroep van Antwerpen - De belastingplichtige was tot 9 juni 1999 bestuurder van een vennootschap die in 2001 failliet verklaard werd. Voornamelijk van februari 1999 tot juni 1999 heeft de vennootschap de bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging van de bestuurder niet doorgestort. Er werden aanslagen in de bedrijfsvoorheffing gevestigd die niet betaald werden. De administratie wil de bestuurder aansprakelijk stellen voor de betaling van deze schulden van de vennootschap inzake de bedrijfsvoorheffing wegens de volgende fouten: het gebrek aan toezicht op het doorstorten van bedrijfsvoorheffing op zijn eigen loon gedurende vier maanden en het gebruiken van de bedrijfsvoorheffing op zijn eigen loon gedurende vier maanden als een onwettelijke alternatieve financiering van de onderneming. Het Hof heeft echter medelijden met de bestuurder omdat het vaststelt dat aan de hand van brieven aan de financieel directeur waarin de bestuurder de niet doorstorting van de bedrijfsvoorheffing aankaart, maar geen gehoor vond, hij volgens het Hof voldoende aantoont dat hij geen fout heeft gemaakt, bestaande uit een gebrek aan toezicht op de verplichte doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.(opgepast : huidige wetgeving is ondertussen strenger geworden).
Rechtbank van Hasselt - De administratie heeft de belastbare grondslag geraamd volgens tekenen en indiciën. In het bericht van wijziging van aanslag heeft de administratie de kosten voor levensonderhoud vastgesteld op 9.000,- euro, zonder verdere verduidelijking. Dus heeft de administratie volgens de rechtbank de uitgaven voor levensonderhoud willekeurig bepaald zodat de aanslag moet worden vernietigd. Rechtbank van Hasselt - De zoon en de dochter van de belastingplichtige studeerden in het buitenland. De ouders storten iedere maand een vast bedrag op hun rekening. Volgens de rechtbank zijn deze betalingen als regelmatig te beschouwen en dus komen ze voor 80 % in aanmerking om afgetrokken te worden als onderhoudsgeld in de personenbelasting van de ouders. Over de staat van behoeftigheid van de kinderen is er geen discussie. Buiten het onderhoudsgeld genoten de kinderen geen andere inkomsten. De kinderen maakten geen deel uit van het gezin. Het feit dat ze nog een kamer ter beschikking hadden in het huis van hun ouders en dat de kinderen nog vermeld waren in de verzekeringspolis van de ouders die de medische kosten dekt, bewijst geenszins dat ze deel uitmaakten van het gezin.
Hof van Beroep van Brussel Het geschil betreft een dwangbevel inzake BTW. Ingevolge een controle uitgevoerd in de loop van het jaar wordt een inventaris verschil vastgesteld.
Rechtbank van Bergen - Een bedrijfsleider ziet zijn inkomsten die hij heeft behaald uit een vennootschap naar Luxemburgs recht in België belast, om reden dat
14
materieel’. De kosten van het vliegtuig voldoen derhalve om als beroepskosten te worden afgetrokken.
zijn prestaties in Luxemburg niet worden aangetoond. De Rechtbank analyseert alle feiten die haar worden voorgelegd, waarbij ze alle verklaringen verwijdert waar alles erop wijst dat ze “uit vriendschap” werden opgemaakt. Zij concludeert uit deze feiten dat niets bewijst dat de uitvoering van het mandaat van zaakvoerder van de vennootschap naar Luxemburgs recht zou uitgeoefend zijn op Luxemburgs grondgebied en dat de fiscus dan ook terecht de inkomsten in België belast heeft.
Hof van Beroep Brussel - Het geschil heeft betrekking op een aanslag in de onroerende voorheffing , met betrekking tot een pand waarvan de vennootschap eigenaar was in de loop van het betwiste boekjaar. De vennootschap vordert de vrijstelling van de onroerende voorheffing wegens improductiviteit, en merkt ter ondersteuning van zijn verzoek op dat het pand leeg stond in de loop van het betwiste boekjaar, dat hij het onmogelijk kon verhuren gelet op de toestand ervan, dat er een procedure was opgestart teneinde een bouwvergunning te verkrijgen na de afbraak ervan, maar dat, aangezien dit verzoek was afgewezen, de werken niet werden uitgevoerd, hij contact heeft opgenomen met een vastgoedkantoor teneinde het pand te kunnen verhuren, en tot slot aarzelde om de toegestane renovatiewerken uit te voeren, daar deze mogelijk niet in de smaak vielen bij kandidaat-huurders. Het Hof beslist echter dat de Belgische staat terecht opmerkt dat aangezien de voornaamste doelstelling van de vennootschap erin bestond het pand af te breken en er een ander voor in de plaats op te trekken, de aangevoerde improductiviteit niet voortvloeit uit omstandigheden die losstaan van de wil van de vennootschap, daar ze gebruik heeft gemaakt van het pand op de manier die het best aansloot bij haar belangen.
Hof van Beroep Antwerpen - Een vennootschap investeerde in een vliegtuig, zwembad en moto. De administratie verwierp de afschrijvingen van het zwembad en de kosten met betrekking tot het vliegtuig en de moto als beroepskosten. Wat betreft het zwembad en moto oordeelde het Hof dat de belastingplichtige ten onrechte voorhoudt dat deze kaderen in het maatschappelijk doel van de vennootschap. Het feit dat de aanleg van een zwembad niet kadert in het statutair doel, neemt niet weg dat de kosten hiervan toch aftrekbaar kunnen zijn als beroepskost, wanneer wordt aangetoond dat deze kosten inherent zijn aan de uitoefening van het beroep van de vennootschap. Het Hof stelt evenwel vast dat het aanleggen van een zwembad in onderhavig geval niet kan beschouwd worden als een verrichting van handel of nijverheid of als een deel van een geheel van verrichtingen die voldoende vaak worden verricht en met elkaar verband houden om als beroepswerkzaamheid te worden beschouwd. Dit geldt evenzeer voor de aankoop van de moto. Het betreft derhalve kosten die niet inherent zijn aan de maatschappelijke activiteit van de vennootschap, zodat ze niet kunnen worden beschouwd als aftrekbare beroepskosten. Wat betreft de aankoop van het vliegtuig oordeelt het Hof dat het verhuren van het vliegtuig kan worden beschouwd als een professionele bezigheid en bovendien als een activiteit die behoort tot het statutair doel van de vennootschap, met name ’het verhuren en leveren van alle diensten of
REKENINGEN IN HET BUITENLAND - PERSONENBELASTINGAANGIFTE - ONREGELMATIGE AANGIFTE Zoals iedereen weet verplicht de belastingadministratie sinds enkele jaren de belastingplichtige om op zijn aangifteformulier van de personenbelasting te vermelden of hij al dan niet bankrekeningen in het buitenland aanhoudt, en zo ja, in welk land.
15
Een aantal kleine slimmeriken heeft bij zichzelf gezegd dat ze niets in het vakje schrijven en zo de banbliksems van de administratie kunnen mijden (vergeten is geen fraude).
snel omhoog) aangezien die twee landen geen informatie uitwisselen.
BELGISCHE E-FACTUUR VANAF 1 JANUARI WETTELIJK
De administratie van haar kant heeft zich eveneens van haar meest vindingrijke kant laten zien. Een aantal ambtenaren heeft immers geprofiteerd van het feit dat er niets in het bewuste vakje was ingevuld om ervan uit te gaan dat de aangifte onregelmatig was en dat ze zo de belastingtermijn kon verlengen.In een arrest van 08.05.2009 heeft het Hof van Cassatie een einde gemaakt aan het debat. “een aangifte in de personenbelasting waarin de belastingplichtige niet ‘nihil’ heeft ingevuld in de daartoe voorziene rubriek als hij/of de leden van zijn familie geen houder zijn van een buitenlandse rekening is daarom niet onregelmatig.”
Vanaf 1 januari 2010 is de elektronische factuur in België volledig gelijkwaardig aan de papieren factuur. De ministerraad heeft daarover een ontwerp van koninklijk besluit ondertekend. Volgens de werkgeversorganisatie VBO kan een grootschalige toepassing van de elektronische factuur het bedrijfsleven 3,5 miljard euro besparen. Bedrijven zullen na 1 januari zelf kunnen kiezen welke methode gebruikt wordt om de authenticiteit van de e-factuur te bepalen. Die vrijheid moet de elektronische facturatie een duw in de rug geven.
De administratie heeft op dit punt dus verloren. Vanaf 1 januari 2010 Maar de ‘vergeetachtige’ belastingplichtige moet zich niet meteen winnaar wanen en blijven “vergeten”.
Bedrijven zullen vanaf 1 januari 2010 zelf kunnen kiezen op welke wijze ze hun facturen willen uitwisselen: per e-mail, via EDI of nog met andere technieken, en al dan niet beveiligd met een elektronische handtekening. Dit geldt zowel voor het verzenden, ontvangen, verwerken en archiveren van facturen.
- De betrokken sectie jaar na jaar niet invullen is geen gevolg van vergeetachtigheid, maar een uiting van de wil om ‘een misstap te begaan’. Bovendien hebben belastingplichtigen die hun personenbelastingaangifte via Tax-on-web indienen hebben geen andere keuze dan het vakje in te vullen of ze kunnen niet verder. - De Europese spaarrichtlijn die in de uitwisseling van gegevens tussen de belastingadministraties voorziet, kent slechts drie uitzonderingen (en weldra twee, want België is in het rijtje van meewerkende landen beland). Als de belastingplichtige zijn geld in Luxemburg of Oostenrijk heeft geplaatst, kan hij hopen voorlopig nog op beide oren te slapen (maar tegen welke prijs, want de roerende voorheffing gaat al
Aangezien de BTW-administratie niet meer zal bepalen welke methoden verplicht gebruikt moeten worden om de authenticiteit en de integriteit van een fac16
van de sociale faillissementsverzekering.
tuur te waarborgen, zullen de bedrijven zelf kunnen kiezen welke oplossing voor hen het meest aangewezen is.
Verzekering om faillissement te voorkomen
BVBA STARTER UNANIEM DOOR DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS GOEDGEKEURD.
-
Dankzij de goedkeuring van deze hervorming moeten startende ondernemers makkelijker gebruik kunnen maken van de voordelen die het rechtsstelsel van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid biedt. Namelijk afscherming van privé- en familiebezit tegen ondernemingsrisico’s.
-
-
De oprichting van deze vennootschapsvorm is aan bepaalde voorwaarden onderworpen: -
1.
Het minimumkapitaal van de BVBA Starter is 1 euro; Na maximaal 5 jaar moet het kapitaal worden verhoogd naar dat van een normale BVBA; Er moet een financieel plan worden opgesteld met de hulp van een expert uit de cijferberoepen (erkend boekhouder, bedrijfsrevisor, enz.) om vroegtijdige faillissementen te voorkomen.
2.
Ze kan niet alleen worden aangevraagd bij een omzetvermindering van 50 % in één jaar tijd. Maar ook bij een omzetvermindering van 60 % over 2 jaar, op voorwaarde dat aan een ander criterium wordt voldaan. Zelfstandigen die niet BTWplichtig zijn, kunnen voortaan van de verzekering gebruik maken als hun probleem door een boekhouder wordt gestaafd.
Verlenging van het uitstel van betaling van sociale bijdragen.
SOCIALE VERZEKERINGEN VOOR ZELFSTANDIGEN
Elke zelfstandige in hoofdberoep zal in 2010 een uitstel kunnen vragen voor de betaling van drie kwartaalbijdragen, voor de schulden die opeisbaar worden in de periode tussen januari 2009 tot en met juni 2010. De laattijdige betalingen zullen niet worden verhoogd, op voorwaarde dat de bijdragen uiterlijk op 31 december 2010 worden betaald of dat met het sociaal verzekeringsfonds een afbetalingsplan is afgesproken.
De ministerraad heeft drie Koninklijke besluiten goedgekeurd om de crisismaatregelen tot 30 juni 2010 te verlengen. In afwachting van hun concretisering in een wet of KB, vindt U hierbij alvast de inhoud: Faillissementsverzekering -
Uitbreiding van de periode in geval van een gerechtelijke reorganisatie en collectieve schuldenregeling: tussen 30 juni 2009 en 1 juli 2010; Nieuwe periode om op de verzekering een beroep te doen: van 1 januari 2010 tot 30 juni 2010; Versoepeling van de toekenningcriteria voor de verzekering:
Verlenging van de aanvraagtermijn van 3 naar 6 maanden
17
SLUITING Gelieve te noteren dat onze kantoren zullen gesloten zijn van 24/12/2009 tot en met 03/01/2010
Kantoren : DRT & PARTNERS Romeinsesteenweg 1022 1780 WEMMEL 02/456 89 10 DRT & PARTNERS Grote Markt 28 3200 AARSCHOT 016/55 33 40
Beste wensen en een voorspoedig jaar 2010 2010 Het ganse DRT team
Bezoek onze web-site :
http://www.drtpartners.com
18