ACCOUNTANTSGROEP DRT & PARTNERS
Nieuwsbrief jaargang 9
juli 2009
2/ de uitgaven voor de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie 3/ de uitgaven voor de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie, de zonnepanelen moeten niet noodzakelijk op de woning aangebracht zijn
Geachte lezer, Gezien de steeds wijzigende wetgeving en rechtspraak achten wij het nuttig om u via onze nieuwsbrief in het tweede nummer van dit jaar op de hoogte te brengen van enkele belangrijke onderwerpen over de recentste fiscaliteit. Mocht u verdere vragen hebben kan u steeds onze kantoren contacteren via de gebruikelijke nummers.
Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven. 4/ de uitgaven voor de plaatsing van andere uitrustingen voor geothermische energieopwekking 5/ de uitgaven voor de plaatsing van dubbele beglazing 6/ de uitgaven voor de isolatie van daken 7/ de uitgaven voor de plaatsing van een warmteregeling van een centrale verwarmingsinstallatie door middel van thermostatische kranen of door een kamerthermostaat met tijdsinschakeling 8/ de uitgaven voor een energie-audit van de woning
Vanaf aanslagjaar 2010 kan het bedrag van de belastingvermindering voor energiebesparende investeringen in een woning dat het maximum aftrekbaar bedrag overstijgt, worden overgedragen naar één van de drie jaren volgend op het jaar van de uitgave. De overdracht geldt enkel voor uitgaven die betrekking hebben op woningen die al vijf jaar in gebruik zijn genomen als woning. Concreet: Vanaf aanslagjaar 2010 ? Ten vroegste voor uitgaven gedaan in 2009.
Wat betreft de eerste 7 uitgaven dienen de werken te moeten worden uitgevoerd door een geregistreerde aannemer. De belastingvermindering slaat in al deze gevallen zowel op de plaatsing als op de materialen die geleverd worden door de geregistreerde aannemer.
Energiebesparende investeringen? 1/ de uitgaven voor de vervanging van oude stookketels door een condenserende ketel, een stookketel op hout, een lage temperatuurketel, een installatie met warmtepomp, een installatie met een systeem van microwarmtekrachtkoppeling, de uitgaven voor het (regelmatige) onderhoud van alle types van stookketels (ongeacht de gebruikte brandstof en ouderdom)
Maximum bedrag? De belastingvermindering bedraagt 40% van de uitgave maar wordt beperkt per woning en per belastbaar tijdperk tot een bedrag van 2.770 EUR (geïndexeerde bedrag geldig voor aanslagjaar 2010) te
1
verhogen met 830 EUR (geïndexeerde bedrag geldig voor aanslagjaar 2010) voor uitgaven die betrekking hebben op zonneenergiewinning.
De belastingvermindering bedraagt eveneens 40 % met beperking tot het maximumbedrag voor energiebesparende uitgaven zoals in vorig artikel bepaald.
Minstens vijf jaar oude woning? Het beoordelingstijdstip is het tijdstip waarop de werken worden aangevangen. De woning moet op dat moment al vijf jaar in gebruik genomen zijn.
Belastingvermindering voor uitgaven voor beveiliging van een woning tegen inbraak of brand. Deze belastingvermindering is reeds sinds aanslagjaar 2008 in voege.
Voorbeeld: In 2009 (aj 2010) doet belastingplichtige een uitgave van 25.000 EUR voor de installatie van zonnepanelen. De maximale vermindering bedraagt voor 10.000 EUR (25.000 x 40 %) beperkt voor dat jaar tot 3.600 EUR (2.770 + 830). De vermindering die kan worden overgedragen naar 2010 (aj 2011) bedraagt 6.400 EUR. De overgedragen vermindering zal worden gevoegd bij de vermindering voor eventuele energiebesparende uitgaven betaald in 2010. Ook voor dat jaar zal de maximumvermindering worden overschreden. Het saldo van de vermindering dat het maximumbedrag voor aj 2011 overschrijdt kan vervolgens nog worden overgedragen naar 2011 (aj 2012).
De belastingvermindering bedraagt 50 % van de gedane investering, maar is beperkt per woning tot 170 EUR. Wie heeft er recht op? De eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker en zelfs de huur-der van de woning kan de belastingvermindering genieten. Welke uitgaven? Voor uitgaven voor beveiliging tegen inbraak betreft het de levering en de plaatsing van: - inbraakvertragende gevelelementen - alarmsystemen en de componenten ervan - een camerasysteem uitgerust met een registratiesysteem
Conclusie Door deze overdrachtregeling is het niet langer noodzakelijk om de betaling van dure energiebesparende investeringen te spreiden over verschillende jaren. Als het werken aan oudere woningen betreft dan. Voor nieuwbouwwoningen en woningen jonger dan vijf jaar blijft een optimalisatie wel relevant.
De levering en plaatsing moet gebeuren door een geregistreerde aannemer. Voor alarmsystemen geldt bovendien de bijkomende voorwaarde dat: - de plaatsing gebeurt door een erkende beveiligingsonderneming - het alarmbeheer verzekerd wordt door een vergunde alarmcentrale
Tijdelijke uitbreiding energiebesparende uitgaven die recht geven op belastingvermindering.
Voor uitgaven voor beveiliging tegen brand betreft het de levering en de plaatsing van: - brandblussers - deuren met brandweerstand van een half uur geplaatst: • tussen de garage en de woning
De tijdelijke uitbreiding betreft de uitgaven voor muur- en vloerisolatie werkelijk betaald in 2009 en 2010. De uitbreiding is dus wel degelijk beperkt in tijd tot deze 2 jaren.
2
• • •
nemen en Vereenvoudigen, heeft de ministerraad het voorontwerp van wet goedgekeurd om de modaliteiten van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid starter (BVBA Starter) vast te stellen. In deze crisistijd heeft onze economie meer dan ooit nood aan nieuwe activiteit. Maar geen enkele Belgische vennootschapsvorm speelt echt in op de behoeften van jonge starters die met hun eerste onderneming beginnen. Met dit wetsontwerp komt er in het Belgische recht een vennootschapsvorm voor jonge ondernemers die een onderneming willen starten. Aan de garanties voor Belgische schuldeisers en consumenten wordt met deze vennootschapsvorm niet geraakt. Dankzij de goedkeuring van deze hervorming moeten startende ondernemers makkelijker gebruik kunnen maken van de voordelen die het rechtsstelsel van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid biedt. Namelijk afscherming van privébezit en familiebezit tegen ondernemingsrisico’s. De oprichting van deze vennootschapsvorm is aan bepaalde voorwaarden onderworpen: Het minimumkapitaal van de BVBA Starter is 1 euro. Na maximaal 5 jaar moet het kapitaal worden verhoogd. Er moet een financieel plan worden opgesteld onder toezicht van een expert uit de cijferberoepen (boekhouder, bedrijfsrevisor, …) om vroegtijdige faillissementen door een gebrek aan ervaring te voorkomen.
aan de binnenkant van de keuken tussen het slaap- en woongedeelte van de woning aan de binnenkant van het verwarmingslokaal
De levering en plaatsing moet gebeuren door een geregistreerde aannemer. De levering en plaatsing van deuren met een brandweerstand moet gebeuren conform de geldende reglementering inzake de preventie van brand en ontploffing. Uitsluitingen De uitgaven die als beroepskost worden afgetrokken geven geen recht op de belastingvermindering. Formaliteiten De belastingplichtige moet volgende documenten ter beschikking van de administratie houden: - de facturen betreffende de leveringen en de prestaties die aan de basis liggen van de betreffende uitgaven - het betalingsbewijs van de bedragen die voorkomen op deze facturen Hebben de uitgaven betrekking op de levering en plaatsing van een camerasysteem uitgerust met een registratiesysteem, dan moet de belastingplichtige ook nog het origineel of een kopie van het attest ter beschikking houden van de administratie dat bewijst dat het systeem werd aangegeven bij de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
BVBA Starter voor beginnende ondernemers
De BVBA Starter is een maatregel uit het federale KMO-plan. Dit plan is bedoeld om de oprichting van ondernemingen aan te moedigen en om de werkgelegenheid aan te wakkeren.
Op voorstel van Sabine Laruelle, minister van KMO’s en Zelfstandigen, Stefaan De Clerck, minister van Justitie, en Vincent Van Quickenborne, minister voor Onder-
Opgelet: het gaat hier om de principiële goedkeuring door de ministerraad. De wet treedt pas effectief in werking na de
3
Het ondernemingsnummer zal gelden als uniek identificatienummer naar alle overheidsinstanties toe.
publicatie in het Staatsblad, maar dat kan nog enkele maanden duren. We houden je op de hoogte wanneer je de BVBA voor starters daadwerkelijk kan oprichten.
Nieuwe wet zorgt voor kwaliteitsverbetering van de Kruispuntbank voor Ondernemingen
Relanceplan - Bedrijfsvoorheffing Om financiële ademruimte te creëren voor bedrijven en ondernemers, heeft de federale regering maatregelen genomen om eventuele liquiditeitsproblemen ten gevolge van de economische en financiële crisis zoveel mogelijk te verzachten.
Op 1 juli 2003 zijn de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) en de erkende ondernemingsloketten officieel van start gegaan met als doel dat de ondernemingen hun gegevens slechts éénmaal aan de overheid ter beschikking moeten stellen op basis van een uniek identificatienummer. Hiermee is de KBO het register geworden dat alle identificatiegegevens van ondernemers en bedrijven bevat
De bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen van werknemers en van bedrijfsleiders,betaald of toegekend in de maanden maart 2009 tot en met augustus 2009, is betaalbaar binnen de vijftien dagen na het verstrijken van de derde maand volgend op de maand van betaling of toekenning van de bezoldigingen.( dwz een uitstel van 3 maanden)
Met het oog op een kwaliteitsverbetering voorziet de wet van 20 maart 2009 in enerzijds, een nieuwe en duidelijkere definitie van de ondernemingen die zich in de Kruispuntbank moeten inschrijven, en anderzijds, in de ambtshalve schrappingen van een aantal ondernemingen.
Het gebruik van de maatregel is facultatief maar de aangiftetermijn zelf wordt niet verlengd. Er is geen nalatigheidsinterest verschuldigd tijdens de 3 maanden uitstel, doch wel vanaf de dag na de uitgestelde betaaldatum en dat aan het wettelijke tarief van 7 %.
Vrije beroepen zoals dokters, advocaten, notarissen, … zullen vanaf 1 juli 2009 een ondernemingsnummer krijgen, net zoals handelsondernemingen.
Let wel: dit is een uitstel van betaling gedurende 3 maanden maar nadien is er wel een periode waarin er dubbele bedrijfsvoorheffing te betalen valt.
Tot nu toe moesten vrije beroepen zich niet in te schrijven in de Kruispuntbank voor Ondernemingen. Als alles volgens planning verloopt, zal hier vanaf 1 juli 2009 dus verandering in komen. Wie start met een vrij beroep zal vanaf dan verplicht moeten langsgaan bij een ondernemingsloket. De reeds gevestigde zelfstandigen met een vrij beroep zullen in een eenmalige operatie opgeladen worden in de Kruispuntbank voor Ondernemingen.
Nieuwe BTW-wetgeving vanaf 1 januari 2010
4
BTW ingevolge de regel van algemene verlegging van heffing.
Wetgeving Op 1 januari 2010 treedt er een nieuwe BTW regelgeving in werking. Deze maatregelen hebben als doel de BTW-wetgeving te moderniseren en te vereenvoudigen. Niettegenstaande de BTW richtlijnen nog niet werden omgezet in de Belgische BTW wetgeving, heeft de Minister van Financiën, bij wijze van persmededeling, reeds laten weten welke wijzigingen er zullen worden aangebracht.
BTW Aangifte Als gevolg van de wijzingen in de BTW wetgeving, zal ook de BTW- aangifte, vanaf januari 2010, lichtjes aangepast worden. De BTW aangifte zal uitgebreid worden met twee nieuwe vakken, zijnde vak 44 aan de zijde van de uitgaande handelingen en vak 88 aan de zijde van de inkomende handelingen.
De belangrijkste wijziging situeert zich op het vlak van de plaatsbepaling van diensten.
In het nieuwe vak 44 dient de maatstaf van heffing te worden vermeld van de verrichte diensten, aan een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige, en die overeenkomstig de algemene verleggingsregel plaatsvinden in de lidstaat van de afnemer, alwaar deze belastingplichtige schuldenaar wordt van de BTW in de andere lidstaat.
- Tussen twee BTW-belastingplichtigen zal de plaats van de dienst verlegd worden naar de lidstaat waar de afnemer voor BTW doeleinden is gevestigd. Om te vermijden dat BTW-plichtigen, in een internationale context, zich voor BTWdoeleinden moeten laten registeren in de lidstaat van de klant, voorziet de nieuwe wetgeving in een verlegging van de heffing van de BTW naar de klant op voorwaarde dat de dienstverrichter niet is gevestigd in de lidstaat van de klant of er geen vaste inrichting heeft die is tussen gekomen bij de verrichting.
In vak 88 dient de maatstaf van heffing te worden vermeld, van de vanuit een andere lidstaat ontvangen diensten, die overeenkomstig de algemene verleggingsregel in België plaatsvinden., zijnde daar waar de afnemer is gevestigd, en waarvoor de Belgische afnemer schuldenaar wordt van de BTW.
- Voor diensten die verricht worden tussen niet-BTW-plichtigen blijft de hoofdregel dat de dienst zal plaatsvinden daar waar de dienstverrichter is gevestigd.
Kwartaalaangevers, die vrijgestelde intracommunautaire leveringen van goederen verrichten voor een jaarlijks bedrag van meer dan 400.000 EUR, zullen van de eerste maand die volgt op het kwartaal waarin deze drempel is overschreden, verplicht worden om maandaangiftes te doen.
Gemengde en gedeeltelijke belastingplichtige alsook vrijgestelde belastingplichtigen en niet-belastingplichtige rechtspersonen die voor BTW doeleinden geregistreerd zijn, zullen vanaf 1 januari 2010 steeds beschouwd worden als BTW-belastingplichtigen. Dit heeft tot gevolg dat vrijgestelde belastingplichtigen (vb. advocaten) voor BTW doeleinden geregistreerd zullen worden indien zij schuldenaar worden van de
BTW Listing goederen
Intracommunautaire
Om de BTW administraties toe te laten, te verifiëren of de klant/afnemer zijn ver-
5
plichtingen nakomt, zal de dienstverrichter deze diensten voortaan moeten rapporteren in een intracommunautaire listing, naar analogie van de intracommunautaire listing voor de goederen. Diensten die zijn vrijgesteld in de lidstaat van de klant hoeven niet te worden gerapporteerd.
De belastingplichtigen stellen de administratie hiervan in kennis doormiddel van het aankruisen van een nieuw vakje op de BTW aangifte van de maand december of van het vierde kwartaal.
Vanaf januari 2010 zullen de intracommunautaire leveringen gerapporteerd worden onder “Code L” en de intracommunautaire diensten onder “Code S”, op dezelfde listing wel te verstaan.
Diensten inzake seminaries, congressen, beurzen
Een greep uit de nieuwe BTW regels
In tegenstelling tot de huidige regelgeving, zullen vanaf 2011 diensten m.b.t. culturele, sportieve, wetenschappelijke en onderwijsactiviteiten in principe belast worden in het land waar de afnemer, BTW-plichtige, van de dienst is gevestigd.
Nieuw is dat belastingplichtigen die maandaangiften indienen vanaf januari eveneens maandelijks een intracommunautaire opgave zullen moeten opmaken, ongeacht het bedrag van de intracommunautaire handelingen die ze verrichten.
Is de afnemer van de dienst geen BTWplichtige of hebben de geleverde diensten betrekking op het “leveren van toegang” en daarmee samenhangende diensten dan blijft de plaats van de dienst deze waar het evenement doorgaat.
Kwartaalaangevers kunnen zich nog steeds beperken tot een kwartaalopgave, voor zover het totaalbedrag per kwartaal, van de vrijgestelde levering van goederen de drempel van 100.000EUR niet overschreden heeft in de loop van elk van de vorige 4 kwartalen.
Werkzaamheden aan roerende goederen /maakloonwerk Ook hier zijn er wijzigingen op til vanaf 2010. Vanaf dan zullen werkzaamheden en expertises aan roerende goederen belast worden met toepassing van BTW van het land waar de afnemer is gevestigd indien de afnemer een BTW-plichtige is of een voor BTW geregistreerde niet-belastingplichtige rechtspersoon is. Voorwaarde is wel dat de dienstverrichter niet gevestigd is in de lidstaat van de afnemer of de vaste inrichting van de dienstverrichter op geen enkele wijze tussenkomt in deze dienstverlening.
Andere vermeldenswaardige wijzigingen Mededeling vrijgestelde handelingen Vanaf januari 2010 zullen gemengde of gedeeltelijk BTW-belastingplichtigen, ten minste éénmaal per kalenderjaar, de in art. 44 WBTW, beoogde vrijgestelde handelingen, zoals verhuur van gebouwen, …dienen te rapporteren in vak 00 van de BTW aangifte. In principe zullen deze handelingen in de aangifte van de maand december of de aangifte van het 4e kwartaal dienen opgenomen te worden. Deze maatregel kadert in de strijd tegen de fraude.
In alle andere gevallen zijn deze diensten steeds belastbaar in het land waar de dienst effectief wordt verricht.
Jaarlijkse klantenlisting Eveneens zullen vanaf 2010 er niet langer “nihil” klantenlistings ingediend moeten worden.
6
Cross-border leasing
groter voor de onderneming zowel wat levering van goederen en diensten betreft.
Ook hier zal men met een aantal belangrijke wijzigingen rekening moeten houden. Onderscheid moet worden gemaakt tussen verhuur op lange termijn en verhuur op korte termijn.
De nieuwe wetgeving betreffende de continuïteit van de onderneming
Voor verhuur op lange termijn (voor auto’s meer dan 30 opeenvolgende dagen, voor vaartuigen meer dan 90 dagen) zal de plaats van de dienst steeds deze zijn waar de afnemer/ BTW-plichtige is gevestigd. Voor afnemers/niet-BTW belastingplichtigen zal de plaats van de dienst, de plaats zijn waar de afnemer zijn gebruikelijke verblijfplaats of permanent adres heeft. Deze wijzigingen zijn van toepassing vanaf 2013
In het Belgisch Staatsblad van 9 februari 2009 verschenen respectievelijk de Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen en de Wet van 26 januari 2009 houdende wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de continuïteit van de ondernemingen. De nieuwe wet betekent geen breuk met het bestaande recht – het is in feite ingebed in het bestaande recht – maar poogt in dat recht bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.
Met betrekking tot de verhuur op korte termijn zal de plaats van de dienst deze zijn waar het vervoermiddel effectief ter beschikking wordt gesteld van de huurder, ongeacht de hoedanigheid van deze laatste. Waar de verhuurder gevestigd is doet niet langer ter zake.
De vroegere regels betreffende de depistage en de handelsonderzoeken blijven in wezen behouden.
De verhuur van pleziervaartuigen zal voor BTW worden belast daar waar het vaartuig effectief ter beschikking wordt gesteld van de huurder op voorwaarde dat de verhuurder er ook is gevestigd of er een vaste inrichting heeft.
Binnen de nieuwe wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen kunnen twee verschillende fases onderscheiden worden: -
Besluit Door de implementatie van de nieuwe BTW wetgeving wordt er, tussen BTW belastingplichtigen, gestreefd, om binnen de EU, zoveel mogelijk BTW te verleggen naar de afnemer van de dienst. Hierdoor zal er, ingevolge de algemene verleggingsregel, minder BTW moeten aangerekend worden op de uitgaande facturen. Door de uitbreiding van de administratieve verplichtingen naar intracommunautaire diensten wordt het belang van een correct BTW-nummer van de afnemer steeds
-
de preventieve fase of buitengerechtelijke reorganisatie, waarin de reorganisatie op informele wijze wordt gerealiseerd. de gerechtelijke reorganisatie, die bestaat uit een procedure onder toezicht van de rechtbank.
In vergelijking met de bestaande regeling biedt de nieuwe wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen veel meer instrumenten om levensvatbare (delen van) ondernemingen te laten bestaan. De wet stelt drie mogelijkheden van gerechtelijke reorganisatie voor, die moge-
7
lijks elk op hun beurt kunnen worden doorlopen in het kader van dezelfde procedure of zelfs tegelijk voor afzonderlijke activiteiten: -
Overdracht onder gerechtelijk toezicht De derde procedure organiseert de overdracht van de onderneming onder gerechtelijk toezicht. De nieuwe wet vertrekt van het concept dat het behoeden van de onderneming of minstens bepaalde activiteiten van de onderneming de te bereiken doelstelling is. Daarom voorziet de wet dat, onder bescherming van een soepel memoratorium, de onderneming kan worden overgedragen. Overdracht van de onderneming kan van bij het begin van de reorganisatieprocedure voorzien worden, maar het kan zich ook daarna opdringen in geval van mislukking of van heroriëntering van een klassieke reorganisatieprocedure. Het behouden van de werkgelegenheid is een beslissende factor bij deze overdrachtsprocedure. Deze overdrachten zijn niet noodzakelijk vrijwillige opdrachten, maar kunnen ook gedwongen overdrachten zijn. Niet enkel de gedwongen overdrachten, maar ook de vrijwillige verlopen onder toezicht van de rechtbank van koophandel.
de reorganisatie door minnelijk akkoord onder gerechtelijk toezicht; de reorganisatie door collectief akkoord (het oude akkoord); de reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag.
Minnelijk akkoord De eerste procedure die gebeurt onder gerechtelijk toezicht is het onderhandelen van een minnelijk akkoord onder bescherming van de opschorting. De paar maanden respijt kunnen de stappen die de schuldenaar zet vergemakkelijken. Collectief akkoord De tweede procedure is de gerechtelijke herstelprocedure door een collectief akkoord. Zij benadert de bestaande akkoordprocedure, maar wordt tegelijk radicaal vereenvoudigd. De procedure is in twee periodes verdeeld: -
-
Ondernemingsbemiddelaar De wet bevat tevens een nieuwigheid die ontstaan is op verzoek van de personen die zich bezighouden met insolventiedossiers. De schuldenaar kan de aanstelling van een ondernemingsbemiddelaar vragen teneinde de reorganisatie van zijn bedrijf te vergemakkelijken. Deze mogelijkheid bestaat tevens voor de schuldenaar wanneer deze het voorwerp uitmaakt van een handelsonderzoek. Het begrip “ondernemingsbemiddelaar” is geïnspireerd door de gemeenrechtelijke bemiddelaar, maar anders dan laatstgenoemde vervult de ondernemingsbemiddelaar een meer actieve rol.
de periode van de opschorting, die de periode beoogt tijdens dewelke de schuldenaar probeert een oplossing voor zijn problemen te vinden en tijdens dewelke hij een reorganisatieplan opmaakt; de periode van de uitvoering van het plan.
De creatie van deze figuur is een interessant aanvullend spoor in het kader van het handelsonderzoek. De rechter mag immers nooit advies geven of bijstand verlenen aan de opgeroepen onderneming met het oog op de nodige herstelmaatregelen. Een ondernemingsbemiddelaar
8
kan dit echter wel doen: hij is de geschikte persoon om te onderhandelen tussen de schuldeisers en de schuldenaar en kan de schuldenaar bijstaan bij de realisatie van de herstelmaatregelen. De aanstelling van een ondernemingsbemiddelaar kan tevens gevraagd worden buiten elk handelsonderzoek.
gemaakt, te redden. De nieuwe wet biedt aan de onderneming in moeilijkheden reeds van bij het neerleggen van het initieel verzoekschrift meerdere mogelijkheden om de situatie recht te zetten. De onderneming staat niet meer voor de tweevoudige keuze van het gerechtelijk akkoord of het faillissement, maar kan integendeel beschikken over een meervoud aan opties, gaande van zeer vrije systemen tot systemen die meer van dwingende aard zijn.
Tegenstelbaarheid De nieuwe wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen bevordert het minnelijk akkoord op verschillende manieren, onder meer door het erkennen van de tegenstelbaarheid van de betalingen die in de loop van dat akkoord gebeurden en door te aanvaarden dat niet alle schuldeisers er moeten bij worden betrokken.
Laattijdig opgesteld betwisting, aftrek?
De belangrijkste vernieuwing in de preventieve fase bestaat in de wettelijke omkadering van het minnelijk akkoord. De nieuwe wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen voorziet zowel in een buitengerechtelijk minnelijk akkoord, als in het gerechtelijk minnelijk akkoord. Wellicht zal het minnelijk akkoord vooral zijn nut kunnen bewijzen in de preventieve buitengerechtelijke fase. Een minnelijk akkoord heeft verschillende voordelen: vrijheid, vertrouwelijkheid en geen procedurekosten. Wanneer het minnelijk akkoord voldoet aan bepaalde voorwaarden worden het akkoord en alle betalingen in dit verband gedaan beschermd tegen de bepalingen van de artikelen 17, 20 en 18 Faillissementswet.
factuur:
U ontvangt een factuur voor goederen of diensten die een jaar of langer geleden werden geleverd? Is deze factuur nog fiscaal aftrekbaar ??? 1. BTW Artikel 1 van het kb van 16 juni 2003 tot wijziging van de koninklijke besluiten nr. 3, 4, 14, 48 en 51 inzake de btw brengt de termijn voor de uitoefening van een recht op aftrek van vijf jaar terug tot drie jaar. Doorgaans zal men dus geen probleem hebben met de aftrek.
Besluit De nieuwe wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen bevat elementen uit de huidige wet betreffende het gerechtelijk akkoord, maar ook nieuwe elementen. Voortaan beschikt de schuldenaar die liquiditeitsproblemen heeft – of zelfs in staat van faillissement verkeert – over een waaier van mogelijkheden om de onderneming die rendabel kan worden
2. Inkomensbelastingen De inkomensbelasting berust op het annualiteitsbeginsel van de belasting. Dat wil zeggen dat de inkomsten belastbaar zijn in het jaar, maar ook dat alleen de kosten die gedragen worden tijdens dat jaar aftrekbaar zijn van die inkomsten.
9
Wat als u bijvoorbeeld in 2009 een factuur ontvangt voor een levering van diensten uit 2007? Men trekt in 2009 kosten voor 2007 af, wat niet is toegestaan krachtens het wetboek van inkomstenbelastingen en door de controleur kan verworpen worden als niet-aftrekbaar!!
vaakst is, wat de bevoegdheid van het land in kwestie (waar men verblijft) rechtvaardigt om te belasten. Vraag : Een Belgische belastingplichtige brengt omwille van zijn beroep jaarlijks meer dan 183 dagen in het buitenland door. Is hij nog belastbaar in België en zo ja waar?
Is er dan een oplossing? Ja, in 2007 had u reeds een provisie moeten boeken voor te ontvangen factuur . Als een te ontvangen factuur voor de levering van het betrokken goed of de desbetreffende dienst in 2007 werd geboekt, is het probleem opgelost. De kosten worden in 2007 in rekening gebracht, en als er een verschil bestaat tussen de factuur en het bedrag dat in 2007 in de boeken werd ingeschreven, gaat het slechts om een kleine regularisatie die geen probleem oplevert.
De 183-dagenregel is een regel aan de hand waarvan men kan bepalen waar men effectief verblijft en waar de zetel van zijn vermogen is gevestigd. Het feit dat een belastingplichtige het hele jaar door reist, maar zijn partner en kinderen het hele jaar door in België leven, verandert niets aan zijn statuut van Belgisch inwoner. Om aan de inkomstenbelasting in België te ontsnappen moet de belastingplichtige met z'n gezin minstens 183 dagen per jaar in het buitenland verblijven. Naar het buitenland vertrekken komt erop neer dat men met zijn hele hebben en houden naar het buitenland trekt.
Door het bedrag van de nog te ontvangen facturen zo nauwkeurig mogelijk te begroten, respecteert men niet alleen het boekhoudrecht, maar ook het wetboek van inkomstenbelastingen. Die oefening is gemakkelijk. !!!
echter
niet
altijd
De 183-dagenregel voor ‘frequent travelers’
Reizen voor zijn job, hoe vaak ook, is geen criterium aangezien de zetel van het vermogen niet is gewijzigd. Een eventuele oplossing om minder belastingen te betalen voor multinationale werknemers kan via “salary-splitting” ,men ontvangt dan loon van werkgevers uit verschillende landen !!
Misschien heeft u reeds gehoord van de 183-dagenregel die de staat bepaalt waarin men belastbaar is. De regel is het resultaat van het internationaal fiscaal recht en dubbelbelastingovereenkomsten en stelt dat zodra men meer dan 183 dagen in een bepaalde staat verblijft, men in principe in die staat op zijn inkomsten wordt belast.
Verlaagd btw-tarief op nieuwbouw ? enkel voor natuurlijke personen? De tijdelijke maatregelen die de regering invoerde om de bouwsector te ondersteunen en zwartwerk tegen te gaan
183 dagen, dat is meer dan een half jaar, en dat geeft dus aan dat men op die plek het 10
voorzien dat natuurlijke personen die een privéwoning bouwen tot eind 2009 kunnen profiteren van het verlaagd btw-tarief van 6%. Deze gunst is beperkt tot 50.000 euro voor een enkele privéwoning waarin de bouwheer vijf jaar blijft wonen. Deze tijdelijke maatregel geldt niet voor privéwoning eigendom van een vennootschap!
3-
Deze bepaling is identiek aan de vorige behalve dat ze niet beperkt is in de tijd en dat het enkel gaat om afbraakwerken en heropbouw in de 32 door de staat geselecteerde gemeenten. Alles is dus nog niet verloren, maar voor men investeert – zoals helaas al te vaak gebeurt in België – moet men goed nadenken in welke fiscaal scenario men belandt.
Maar naast deze tijdelijke maatregel kan men echter andere mogelijkheden in rekening brengen. Vennootschappen kunnen wel van het verlaagd btw-tarief genieten voor : 1-
Afbraak/heropbouw in grote steden
Herstelwet is gunstig voor sportbeoefenaars
verbouwingswerken
Voor verbouwingswerken is het btw-tarief van 6% van toepassing als het gebouw als privé-woning wordt gebruikt (zelfs als de vennootschap er eigenaar van is en ouder is dan vijf jaar).
Vanaf inkomstenjaar 2009 zijn een aantal kosten die specifiek gedaan of gedragen om het gebruik van de fiets voor woonwerkverkeer aan te moedigen en die als beroepskosten worden aangemerkt, aftrekbaar aan 120%. Het betreft volgende kosten : 1.aankoop en onderhoud van de fiets voor personeelsleden en bedrijfsleiders (zaakvoerder) 2.aankoop of verbouwing onroerend goed voor fietsenstalling of kleedruimte, douches…
2-
De kosten van afschrijving van de hierboven bedoelde kosten zijn bovendien aftrekbaar aan 120% (een fiets moet minimaal over 3 jaar afgeschreven worden)
Afbraak/heropbouw
Als de vennootschap een krot, ruïne of industrieel complex koopt, vervolgens afbreekt en er een gebouw voor privébewoning optrekt, geldt het btw-tarief van 6% eveneens, zelfs als het gebouw vervolgens verhuurd wordt aan personen die het gebruiken als slaapplaats of als het ter beschikking wordt gesteld van de zaakvoerder van de vennootschap. Opgelet deze maatregel is beperkt in de tijd – tot 31.12.2009, behoudens verlenging.
Voorwaarde : de fiets moet (soms) gebruikt worden voor de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling. Volgens het parlement moet er voor eventueel privé-gebruik van de fiets geen voordeel van alle aard belast worden !!??
11
Bescherming hoofdverblijfplaats ook voor bestuurder en zaakvoerder Voor zelfstandigen is het sinds 2007 mogelijk een verklaring van nietbeslagbaarheid van hun hoofdverblijfplaats af te leggen bij de notaris. Deze mogelijkheid wordt nu ook uitgebreid tot de mandatarissen van vennootschappen en andere rechtspersonen. Iedere natuurlijke persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent in hoofdberoep en die niet door een arbeidsovereenkomst of een statuut is verbonden, kan zijn hoofdverblijfplaats ‘niet vatbaar voor beslag’ laten verklaren. De bescherming van de hoofdverblijfplaats kan dus ook gelden voor bestuurders, zaakvoerders, dagelijks bestuurders en werkend vennoten, op voorwaarde dat de vennootschapsmandataris die taak uitoefent in hoofdberoep. Voor de bepaling van het hoofdberoep wordt er rekening gehouden met de som van de afzonderlijke zelfstandige activiteiten. Wanneer een bestuurder dus verschillende mandaten combineert, die elk op zich geen volwaardig mandaat uitmaken, maar die samen wél een hoofdberoep vormen, heeft hij toch recht op de bescherming van de gezinswoning. Elke bepaling waarin een zelfstandige zich ertoe zou verbinden om geen verklaring van niet-beslagbaarheid van zijn hoofdverblijfplaats af te leggen, is automatisch nietig. Zelfstandigen kunnen er dus niet meer toe verplicht worden om de gezinswoning buiten de bescherming te houden.
Wij wensen u aangename vakantiedagen toe. Directie en medewerkers
Onze Kantoren: Romeinsesteenweg 1022 1780 WEMMEL 02/456 89 10 Grote Markt 28 3200 AARSCHOT 016/55 33 40
Bezoek onze website :
http://www.drtpartners.com
Deze bepalingen treden in werking op 29 juni 2009
12