Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief Juli 2009
72
Nieuwsbrief no 72pag. 1
Beste vrienden, In alle stilte is Annelize Went 2 juni overleden. We zijn er trots op deze bescheiden, integere vrouw als gastdocente in ons midden gehad te hebben. We raden iedereen aan bij het gebruik van de banierententoonstelling om 1 banier per etui op te bergen. Komen er 2 banieren in een etui dan gaat er nogal wat kapot.Voorlopig is het met elastiekjes opgelost want reparatie is schreeuwend duur. Wil je vast in je agenda noteren dat de landelijke dag op 3 November plaats vindt. De Hr. Stoové voorzitter van het Indisch Herinneringscentrum zal ons over de toekomstplannen vertellen. Een nieuwsbrief van het IHC zie verderop. De tentoonstelling in Lansingerland is een groot succes geworden. Hulde aan Mieke, de organisatrice en alle gastdocenten die hielpen de klassen rond te leiden. Op de Tong Tong fair heeft het Indisch Platform een stand gehad en de aangesloten verenigingen/stichtingen hebben meegeholpen de stand te bemannen. Het Indisch Familie Archief is verhuisd en kreeg onderdak bij het Haagse Gemeentearchief, een goede oplossing. Spuistraat 70 2511 BT den Haag. Na 1 september weer te bereiken. Het Museon heeft in de maand augustus een tentoonstelling: Nederlanders in Japanse kampen, een aanrader. Het boek “Romusha van Java” –Win Rinzema-Admiraal werd 17.7. gepresenteerd en e het 1 exemplaar aan de hr. Bot overhandigd. Uitgeverij Profiel ISBN 978 90 5294 461 6 à € 21,95. Een heel interessant stuk over Soekarno en Hatta en nog wat andere artikelen . Met hartelijke groet mede namens het bestuur
Inhoud. Brief no 72, juli 2009 ....................................................................................................................... 01 Soekarno, Hatta, cs. in augustus 1945............................................................................................. 02 Romusha's ..................................................................................................................................... 03Chinezen in Nederlands Indië........................................................................................................... 04 Kampong in de klei ......................................................................................................................... 05 Nederland-Indonesië werken samen aan waterbeheersing ............................................................... 06 Wie kent Van Kleef ......................................................................................................................... 07 Japanse jaartellling, 2602................................................................................................................. 07 Meer dan 1000 scholieren in 1 week................................................................................................. 08 Pensioen voor vermoorde vaandrig .................................................................................................. 09 Agenda ........................................................................................................................................... 09 Nederlanders in Japanse kampen ................................................................................................... 10 Stichting Indisch Herinneringscentrum Bronbeek_Nieuwsbrief_nr2 ................................................... 11 De Sumatra of Pakanbaroe spoorweg .............................................................................................. 12 Toples in de toko ............................................................................................................................ 13 Fototentoonstelling Ned-Indie te Berkel-Rodenrijs............................................................................. 13 Liefdesbaby's................................................................................................................................... 14 Aanbieding boek Ik beken aan voorzitter Vaste Kamercommissie VWS ........................................... 14
Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door de opbrengsten uit de Giroloterij en de Bankloterij. Uw deelname aan de Giro- c.q. Bankloterij wordt daarom van harte aanbevolen.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 2
Soekarno, Hatta, cs. in augustus 1945 Bij het beoordelen van de situatie in Indië na 15 augustus 1945 is het goed te bedenken dat er twee groepen Indonesiërs waren.
was ook sterk bij de mohammedanen en uiteraard bij de communisten die dat ook probeerden in China, Korea en Vietnam.
Enerzijds de oudere Indonesiërs die opgegroeid waren met de Nederlandse normen en waarden ; anderzijds de jonge Indonesiërs, geboren na 1930. Die jongeren waren drie jaar blootgesteld geweest aan de Japanse racistische propaganda: weg met alle blanken uit Azië; Azië voor de Aziaten die niet de christelijke godsdienst aanhangen, onder leiding van de Japanners. Die boodschap was drie jaar lang, dag en nacht, op elke straathoek in en om de grote steden op Java, uiterst luid rondgebazuind uit hoog opgehangen luidsprekers. In de rivieren op Java dreven in de laatste vier maanden van 1945 duizenden zoniet tienduizenden lijken van veelal Indonesiërs die de christelijke godsdienst aanhingen.
Omdat de Britten pas op het laatste moment als geallieerde macht Java en Sumatra moesten bezetten (en de Nederlanders met de Australiërs mee mochten naar de rest van de archipel), hadden de Japanners de opdracht om orde en rust op Java te handhaven. De Britten hadden eenvoudigweg niet de mensen om Java effectief te bezetten, noch het geld om de benodigde uitrusting aan te schaffen voor een grotere militaire macht en evenmin hadden zij de politieke wil om op Java te vechten tegen de Indonesiërs.
Daarnaast moeten we niet vergeten dat men in het begin onder Indonesië slechts Java moeten verstaan . Zeker geldt dat voor de zogenaamde bersiap periode, die slechts op beperkte schaal op Sumatra heeft plaatsgevonden. Dat verklaart veel van wat er gebeurde in de nieuwe republiek. De oudere Indonesiër weet dat onafhankelijkheid alleen te verkrijgen is indien - in de Verenigde Naties de Verenigde Staten Indonesië zullen erkennen. Tevens is de oudere Indonesiër zich er van bewust dat Nederland en Indië de vijfde economische macht van de wereld waren en dat dit succes alleen tot stand was gekomen door instemming en samenwerking van de Indonesische bevolking met de Nederlanders. Een en ander had tot gevolg dat in de jaren dertig de Indonesische bevolking een ongekend welvaartsniveau had. En die hoge welvaart voor de gewone “ boeng “ wensten ze niet op te geven. Dus onafhankelijkheid, maar met nog lang een samenwerking met de Nederlanders. Dat zien we terug bij de uitkomst van de Ronde Tafel Conferentie van november 1949 . Daarnaast was er de jongere Indonesiër die pas met derden wil praten nadat alle blanken hun land verlaten hebben, liefst met geweld. Tevens werden zij gemanipuleerd door de nog aanwezige Japanners, die nu - na de oorlog - wilden bewerkstelligen dat Indonesië een gewillige grondstoffenleverancier werd van Japan. Dan was er in het bijzonder op Java nog een derde partij. Dat waren misdadigersbenden die vanouds door de Nederlanders gedoogd waren zolang zij de Nederlandse belangen niet beschadigden. Deze mensen boden hun diensten aan de Indonesiërs die het meeste boden . Het waren de ex-KNILofficieren die het belang voor hun positie van deze benden inzagen en gebruikten. Tevens ontdekten ze zo een manier van financiering los van het centraal gezag. De behoefte aan macht om Indonesië te besturen
Het probleem van de jongere Indonesiër was dat ze Soekarno als hun leider zagen (Indonesië was het enige land in Azië, met uitzondering van de Molukken en Nieuw-Guinea , waar door de plaatselijke bevolking niet fel tegen de Japanners is gevochten). Tijdens de Japanse tijd had Soekarno de jongeren enthousiast gemaakt voor onafhankelijkheid onder Japanse leiding, omdat hij in de onoverwinnelijkheid van de Japanners geloofde. Tevens lichtten de Japanse officieren hen in over “bijltjesdag” in Nederland na de Duitse capitulatie. Zij wilden wel onderhandelen maar dan met de diplomatie van de bambu runtjing en met Indonesië bedoelden zij Indië plus Malakka, geheel Borneo, geheel Timor en geheel Nieuw-Guinea. (Minangkabauers waren ook in Malesië politiek actief) Maar voor veel oudere Indonesiërs was Soekarno de collaborateur met Japan. Men hield hem verantwoordelijk voor de dood van miljoenen Indonesiërs. Dat was ook de reden dat, onder anderen, de Nederlandse minister-president, Drees, met deze man onder geen beding wenste te onderhandelen. En dat na de Indonesische onafhankelijkheids erkenning, Nederland Soekarno niet uitnodigde om als staatshoofd van een bevriende natie naar Nederland te komen. Dit resulteerde in een felle machtsstrijd in Indië tussen de verschillende Indonesische bevolkingsgroepen, een strijd die voor hen veel belangrijker was dan de strijd tegen de Nederlanders en zeker vele malen wreder, zoals bij de Madioen-opstand op Java. Berucht is ook de meedogenloze terreur van de communisten en de Darul Islam onder de burgerbevolking op Java. Regelmatig kwamen strijders dan ook even schuilen en uitrusten in een van de Nederlandse sectoren op Java; ook konden ze daar vaak tekorten aan voedsel en medicijnen aanvullen. Men wist dat de Amerikaanse regering de Nederlandse regering had aangeraden Indonesië zo snel mogelijk onafhankelijkheid te verlenen en zelf op 1 januari 1946 hun kolonie de Philippijnen zelfstandigheid zouden geven. De Britten hadden al op 29 september Indonesië de facto erkend. De strijd tegen de Nederlanders zagen ze dan ook meer als een symbolische strijd. Dat het doel bereikt
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË zou worden stond al vast. Nu, 17 augustus 1945, wist Soekarno dat Amerika het onmogelijke mogelijk had gemaakt; Japan had de oorlog verloren. Indonesische jongeren en de hoogste in rang aanwezige Japanners eisten van hem dat hij de onafhankelijkheid van Indonesië uitriep. Onder deze druk bezweek hij. Soekarno realiseerde zich dat hij die onafhankelijkheid niet voor zijn land kon verkrijgen op de manier die de jongeren in hun hoofd hadden. Het moorden, verminken, verkrachten en plunderen van de jongeren zou de onafhankelijkheid alleen maar onbereikbaar maken. Samen met Hatta bedacht hij een aantal maatregelen om de onafhankelijkheid toch te verwerven. Als de man die Indonesië naar buiten zou vertegenwoordigden zochten Soekarno en HattaSjahrir aan. Die was in de oorlog fel anti-Japans geweest, hij was zelfs betrokken geweest bij een opstand tegen de Japanners in de oorlog. Zij verzochten Javaanse KNIL-officieren om een Indonesisch leger op te richten onder leiding van een jonge Javaan, geheten Soedirman, dat het alleenrecht kreeg op wapens. Zij richtten beschermde kampen in waar blanken, Chinezen en christelijke Indonesiërs beschermd zouden worden tegen de Javaanse pemuda’s (jongeren). Het waren de Haagse politici die dit niet inzagen en ook weigerden in te zien. Dat maakte de scheiding tussen Nederland en Indonesië zo gewelddadig ook nog na de soevereiniteitsoverdracht. Door het niet overdragen van het mondeling toegezegde NieuwGuinea aan de nieuwe staat Indonesië bleef de situatie ook nog tientallen jaren weinig vriendelijk . En dat terwijl tienduizenden Nederlanders zo graag “hun” land wilden helpen bij verdere opbouw. Maar ook zij begrepen veelal niet, dat absolute onafhankelijkheid voor de nieuwe staat een noodzaak was. En dan was er nog het communisme. Bij de ouderen, zich zelf noemende intellectuelen, was het mode sympathie te hebben voor het communisme, de goelag-archipel was volgens hen een verzinsel van de Amerikanen en het massaal vermoorden van burgers in opdracht van Stalin was ook een onzinbericht. Bij de jongeren was er de overeenkomst met de communisten van: vermoord alle blanken. In 1926 was er door Moskou een opstand in Indië georganiseerd. In augustus 1948 kwam op Java de heer Moeso aan, die tweeëntwintig jaar ondergedoken was geweest in de Sovjet-Unie na die opstand. Hij vertelde dat de
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 3
Sovjet-Unie in december 1948 bevrijdingstroepen naar Indië zou sturen en dat het dus tijd was zich bij hem aan te sluiten. Een kleine groep sloot zich bij hem aan en kwam in september in opstand tegen Soekarno en Hatta. Ze hadden pech: noch de bevolking, noch het leger steunden hen. Hatta en generaal Nasoetion grepen snel en hard in. Net als in 1926 liet Moeso zijn vrienden in de steek in de hoop zijn eigen hachje te kunnen redden. Op 31 oktober werd hij te Soemanding rond 11 uur gedood. Op 21 februari 1949 werd Tan Malakka, ook een communist, bij Selopanggoeng gedood. Soedirman, die ziek was, durfde niet tegen Nasoetion in te gaan toen hij bemerkte dat vrijwel de gehele legertop achter Nasoetion stond. Soekarno huilde en zei dat Moeso en Malakka een paar jaar te vroeg waren met hun machtsgreep. Zowel Soedirman als Soekarno hadden sympathie voor het communisme. Soekarno gokte nu dat het communisme uiteindelijk zou zegevieren over het westen. In de periode 19541956 organiseerde hij geruchtmakende showprocessen in de Sovjet-stijl, onder andere tegen de Nederlandse zakenmensen Schmidt en Jungschläger. In 1961 liet hij een verpletterende militaire strijdmacht opbouwen op Celebes met door de Sovjet-Unie geschonken wapens, ter waarde van 600 miljoen Amerikaanse dollar, om Nederland van Nieuw-Guinea te verjagen. In 1965 wilde hij de gehele legertop laten uitmoorden. Dat laatste betekende zijn politieke einde. Hoe ingrijpend de oorlogsperiode was voor de nieuwe republiek blijkt ook uit het feit dat men bij de spelling voor de schrijftaal Bahassa uit het Maleis, overging van de taal met de rijkste klankkleur (het Nederlands ) naar de taal met de armste klankkleur (het Japans). We zien dat ook terug bij het vervangen van de naam van de stad Batavia. Men koos toen niet voor de oud-Javaanse naam Jacatra maar voor de Japanse verbastering Djakarta. Bronnen R.Cribb ( hoogleraar Indonesië in Australië ) ter perse (2009) M.C.van Delden, De republikeinse kampen in Nederlands-Indië (2007) H.A.Poeze, Verguisd en vergeten (2007) W.A.J.P.Valkenier, Op de valreep (2007) Jan-Willem Hoegen
<<<>>>
Gooi en Eemlander 18.7.2009.
Romusha's In alle landen die de Japanners in de Tweede Wereldoorlog bezetten, werden op grote schaal dwangarbeiders aan het werk gezet in de mijn- en bosbouw en bij de aanleg van wegen, vliegvelden en spoorlijnen. Op Java en Madura trof dat lot zeker vier miljoen inheemse bewoners. Van deze romusha's (dwangarbeiders of werksoldaten) vond 50 tot 80 procent de dood. Lang behoorde de barbaarse behandeling die zij ondergingen tot de vergeten hoofdstukken van de geschiedenis. Win Rinzema-Admiraal beschrijft in haar boek "Romusha van Java, het laatste front 1942-1945" nauwgezet hoe de dwangarbeiders werden "geworven" en hoe het hen verging. In haar met veel bronnenmateriaal en foto's gelardeerde boek is materiaal verwerkt dat ze in een periode van meer dan tien jaar verzamelde door interviews, literatuuronderzoek en archiefwerk in Indonesië en Nederland. <<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 4
“De rechtspositie der Chinezen in Nederlands-Indië 1848-1942. Wetgevingsbeleid tussen beginsel en belang” Leiden University Press, 2009. “ Uit het proefschrift van Jurist Patricia Tjiook-Liem NOG STEEDS ACHTERGESTELD In de 19de eeuw had de Chinese bevolking in Nederlands-Indië veel minder rechten dan de Europese. Pas onder druk van China zette de koloniale overheid in de 20ste eeuw een ander beleid in. Maar de wijzigingen in hun rechtspositie zagen de Chinezen zelf beslist niet als een verbetering. Zo blijkt uit het proefschrift van jurist Patricia Tjiook-Liem. Voor haar onderzoek maakte zij veel gebruik van documenten in het Nationaal Archief. In 1848 werd de bevolking van N-I bij wet in twee hoofdgroepen verdeeld: Europeanen en Inlanders. Met Europeanen werden Nederlanders bedoeld en met Inlanders de inheemse bevolking. De term Inlanders heeft tegenwoordig een ongunstige betekenis, maar werd in de koloniale periode gebruikt in wet- en regelgeving. Het wettelijk onderscheid tussen Europeanen en Inlanders berustte op de verschillen in ras en geloof. Iedere hoofdgroep was onderworpen aan een eigen rechtssysteem met eigen wetgeving en rechtspraak. Personen die tot de westerse bevolkingsgroepen behoorden en de christelijke godsdienst beleden, werden aan de Europeanen gelijkgesteld. Zij hadden dezelfde rechten en plichten als Europeanen. Chinezen en andere oosterse, niet-inheemse en nietchristelijke bevolkingsgroepen, ook wel aangeduid als Vreemde Oosterlingen, waren in de wet aan Inlanders gelijkgesteld, Inlanders en de met hen gelijkgestelden hadden minder rechten en minder of geen toegang tot voorzieningen voor Europeanen, en meer en andere plichten dan Europeanen. Vanaf 1920 verdeelde de wet de bevolking in drie groepen: Europeanen, Inlanders en Vreemde Oosterlingen. Ondanks de gelijkstelling met Inlanders, waren Chinezen en andere Vreemde Oosterlingen ook onderworpen aan wettelijke bepalingen voor Vreemde Oosterlingen. Deze dubbele ongelijkheid leidde tot grote ontevredenheid. In 1900 ontstond de Chinese beweging, die zich inzette voor onderwijs en een betere rechtspositie. Zij streefde naar de opheffing van het passen- en wijkenstelsel en de politierol. Aan het passen- en wijkenstelsel waren alleen Vreemde Oosterlingen onderworpen. Het passenstelsel hield in dat Chinezen en andere Vreemde Oosterlingen niet vrij konden reizen, maar een pas nodig hadden wanneer zij zich buiten het gewest waar zij gevestigd waren begaven. Het wijkenstelsel schreef voor dat Chinezen en andere Vreemde Oosterlingen in door de koloniale overheid aangewezen wijken moesten wonen. De tweede grief vormde de politierol, de lagere strafrechtspraak bij overtredingen, die vele waarborgen voor een goede rechtsgang miste. Deze rechtspraak was niet in handen van een rechtsgeleerde, maar in die van een bestuursambtenaar. De laatste was vaak ook hoofd van de politie. De politierol was berucht vanwege de grote willekeur waarmee zij werd uitgeoefend.
ONDERDANEN VAN CHINA Rond 1900 bleek de staatsrechtelijke positie van de Chinezen van groot belang in de betrekkingen met China. Tot 1892 bezat de bevolking van NederlandsIndië de Nederlandse nationaliteit. Er waren twee soorten Nederlanderschap. Personen geboren in Europa uit Nederlandse ouders bezaten het volle Nederlanderschap en hadden daarmee ook de politieke rechten die aan het Nederlanderschap waren verbonden. De inheemse bevolking en overige ingezetenen van Nederlands-Indië bezaten het Nederlanderschap zonder politieke rechten. In 1892 wilde men met de Wet op het Nederlanderschap en het Ingezetenschap een einde maken aan dit tweesoortig Nederlanderschap. Er zou één soort Nederlanderschap komen voor Nederland en voor de overzeese gebiedsdelen. Het Tweede Kamerlid Levysohn Norman vreesde echter dat Inlanders en Vreemde Oosterlingen met het volle Nederlanderschap toegang zouden krijgen tot de voor hen voordien gesloten ambten. Ze zouden benoembaar zijn voor hoge ambten als lid en vicepresident van de Raad van Indië en zelfs benoemd kunnen worden tot gouverneur-generaal. Met het aannemen van het amendement Levysohn Norman werden de inheemse bevolking en de Chinezen van het Nederlanderschap uitgesloten. Zij werden daarmee uit het Nederlandse staatsverband gestoten en in artikel 12 van de Wet van 1892 expliciet tot vreemdelingen verklaard in het land waar zij thuishoorden. Voor de inheemse bevolking had dit vreemdelingschap; geen consequenties. Indië was hun land. Chinezen in Nederlands-Indië waren echter ook onderdanen van China. En dat land steunde de pogingen van de Chinezen hun positie in Nederlands-Indië te verbeteren. Onderwijzers voor de scholen van de Chinese beweging werden onder andere in China geworven. Vanaf 1906 reisden Chinese onderwijsinspecteurs en andere regeringsfunctionarissen af naar Indië om zich op de hoogte stellen van de situatie en de Chinezen steun te verlenen. Hoewel de Indische regering aanvankelijk geen bezwaar tegen deze bezoeken had, vond zij ze later onwenselijk. Ze vermoedde dat deze Chinese functionarissen ook politieke bijbedoelingen hadden. Een ander heet hangijzer vormde de consulkwestie. Vanaf 1890 had Nederland verzoeken van China om toelating van zijn consuls met succes op de lange baan weten te schuiven. Nederland vreesde dat Chinese consuls zich niet zouden beperken tot het behartigen van handelsbelangen, maar zich ook zouden bemoeien met de rechtspositie van de Chinezen, die als Chinese onderdanen vreemdelingen waren in het Nederlandse staatrecht. Onder druk van de omstandigheden besloten minister van Koloniën mr. D. Fock en zijn opvolger A.W.F. Idenburg tot een andere strategie. Het Nederlandse onderdaanschap van de Chinezen moest voorafgaand aan het consulair verdrag worden geregeld. Daarmee zouden de Chinezen binnen het Nederlandse staatsverband worden
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË gebracht en Nederland zou tegenover China een wettelijke grondslag krijgen voor het Nederlandse onderdaanschap van deze Chinezen. Tegelijkertijd moest de rechtspositie van de Chinezen zo snel en zoveel mogelijk worden verbeterd. De indruk moest worden voorkomen dat verbetering van de rechtspositie was afgedwongen onder pressie van de consuls. Als eerste stap richtte de koloniale overheid in 1908 de Hollands-Chinese scholen op. Ondanks de urgentie slaagde zij er niet in, behoudens een verzachting van het passen- en wijkenstelsel in 1910, deze tijdig af te schaffen en de politierechtspraak te hervormen. Dit gebeurde pas in 1914 en 1919. NIETS VERANDERD In 1910 bepaalde de Wet op het Nederlandse onderdaanschap dat personen die in Nederlands-Indië waren geboren uit daar gevestigde ouders, maar geen Nederlanders waren volgends de Wet op het Nederlanderschap van 1892, Nederlandse onderdanen waren. De inheemse bevolking van Nederlands-Indië en een groot deel van de met hen gelijkgestelden werden hiermee “Nederlands onderdaan niet-Nederlander”. Om een dam op te werpen tegen bemoeienissen van de Chinese regering, werd bij het consulaire verdrag in 1911 vastgelegd dat in Nederlands-Indië de Nederlandse wetgeving prevaleerde. China zag hiermee formeel af van steun aan de Chinezen in NederlandsIndië. Nederland bleef de baas op eigen gebied. China stond er wel op dat Nederlandse onderdanen buiten Nederlands-Indië de vrijheid kregen hun Nederlands onderdaanschap op te geven en te kiezen voor
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 5
de Chinese nationaliteit. Voor de Chinezen in Nederlands-Indië betekende het Nederlandse onderdaanschap geen wijziging van hun rechtspositie. Die rechtspositie werd namelijk niet bepaald door het onderdaanschap maar door het Regeringsreglement. Dat reglement, dat beschouwd werd als de grondwet van Nederlands-Indië, bepaalde dat Chinezen in Nederlands-Indië gelijkgesteld waren aan Inlanders. Als Nederlands onderdaan waren zij na 1910 aan dezelfde rechten en plichten onderworpen die voor hen als vreemdeling voor 1910 golden. Het Nederlands onderdaanschap werd door hen dan ook niet als een verbetering maar eerder als een verslechtering beschouwd. In Nederlands-Indië konden zij niet meer rekenen op bescherming en daadwerkelijke steun van China. Hun was geen keuze geboden voor aanvaarding of verwerping van het Nederlandse onderdaanschap waardoor dit onderdaanschap werd gevoeld als een gedwongen naturalisatie waaraan geen rechten waren verbonden. Ook de acties die Chinezen tussen 1914 en 1920 voerden voor verwerping van het Nederlandse onderdaanschap, en daarmee voor een terugkeer naar de status van vreemdeling met de Chinese nationaliteit, bleven zonder resultaat. Naschrift: Jurist Patricia Tjiook-Liem schreef het proefschrift “De rechtspositie der Chinezen in Nederlands-Indië 18481942. Wetgevingsbeleid tussen beginsel en belang” Leiden University Press, 2009. Bron: Nationaal Archief Magazin 2009/2, Patricia Tjiook-Liem
<<<>>>
INDONESIËRS WILLEN WONEN IN TRADITIONELE DORPEN
KAMPONG in de KLEI… door THIJS WARTENBERGH LELYSTAD – Bij elkaar wonen, jong en oud, je ’senang’ (op je gemak) voelen, met elkaar over vroeger praten (tempo doeloe), lekker eten en naar muziek luisteren, traditioneel of van de indorocker Andy Tielman: die wens komt voor Indische Nederlanders steeds dichterbij. In Almere, Lelystad en ook in andere provincies leven plannen voor dorpen met sterke Indische accenten. Dringen voor Rumah Senang… Wuivende palmbomen markeren zo’n dorp, waar ook mensen van niet-Indische afkomst welkom zijn. Boodschappen worden gedaan in een toko, waarbij de bewoner wandelt tussen de huizen in typerende Minangkabau-stijl (te vinden op WestSumatra, met zadeldaken en elegante, omhooglopende punten als kenmerken) en woningen met waranda en grote overstekken aan de gevels om schaduw te creëren. ’s Avonds staat een bezoek aan het Indisch restaurant op het programma en daarna treedt in het hoofdgebouw Wieteke van Dort op, bekend van haar creatie Tante Lien. Daarbij weet ze de aanwezigen met typisch Indische grappen en liedjes te vermaken. Zo ziet, met enige fantasie, een dag in ’Rumah Senang’ (huis waar je je thuisvoelt) in Almere eruit. In
Lelystad heet de Indische nederzetting ’Desa Warande’ (dorp in de wijk Warande) en daar is iets soortgelijks denkbaar. Makelaar Coby de Boer, die een bemiddelende functie vervult bij de Indische dorpen: „Er is veel interesse voor de dorpen, zowel bij jong als oud. Indische families zijn heel hecht en sociaal betrokken, zowel bij hun familie als hun omgeving. Zij zorgen voor elkaar en een Indisch dorp, waar je dicht bij elkaar bent, maakt dat mogelijk.” De meer dan één miljoen tellende Nederlanders met Indisch bloed, de 350.000 die in de jaren vijftig en zestig naar Nederland kwamen en hun nakomelingen, ontmoeten elkaar graag. De drukbezochte pasar malams en muziekavonden zijn daar goede voorbeelden van. In Almere, in Rumah Senang, staat voor 100 woningen het achtvoudige aan belangstellenden ingeschreven. Dat wordt dringen. „Aan de hand van woonwensformulieren die de ingeschrevenen ingestuurd hebben wordt bepaald hoe de huizen er definitief uit gaan zien”, aldus Wally Stahlberg, een van de initiatiefnemers. Datzelfde geldt voor Desa Warande. De bewoners hebben zodoende veel inspraak in de indeling van de woningen.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
• Wally Stahlberg, initiatiefnemer van het Indische dorp Rumah Senang in Almere, bij een maquette van het hoofdgebouw, in typerende Minangkabaustijl.
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 6
Geduld „De belangstellenden voor Almere hebben veel geduld moeten opbrengen”, zegt Stahlberg. „De eerste ideeën waren al bij de gemeente in 2003 bekend. De plannen moesten echter regelmatig bijgesteld worden. Nu is er gelukkig een definitieve plek in Almere Poort (Homeruskwartier) toegewezen. Eindelijk mogen we gaan bouwen. De bouw kan medio 2010 beginnen. In Lelystad gaat alles wat vlotter. Daar is de eerste bijeenkomst met bewoners op 17 juni. In Almere ligt het dorp midden in de bebouwing, in Lelystad is er veel water in de buurt. Daar wordt dan ook een Indische archipel (eilandenrijk) nagebootst. Daar komen in ongeveer 100 huizen toekomstige bewoners te wonen op eilanden met de namen Bali, Sumatra, Java of Lombok.
FOTO: BOB FRIEDLÄNDER
Tekeningen van de huizen in Almere en Lelystad… <<<>>>
Nederland en Indonesië werken samen aan waterbeheersing
09 feb 2009 | Nederland en Indonesië gaan nauwer samenwerken bij de bestrijding van de wateroverlast in de Indonesische hoofdstad Jakarta. Dat verklaarde minister Verhagen na zijn gesprek met de Indonesische vice-president Kalla in Den Haag. Nederland ondersteunt een lening van 120 miljoen euro van de Wereldbank aan Indonesië voor werkzaamheden om de afwatering te verbeteren 'Tijdens mijn bezoek in januari heb ik de problemen met eigen ogen kunnen zien', aldus minister Verhagen (Buitenlandse Zaken). 'Ik ben blij dat wij met onze technologische expertise op dit gebied Indonesië de
helpende hand kunnen bieden.' Dit jaar wordt er een begin gemaakt met het baggeren van kanalen en rivieren waardoor de kans op overstromingen in grote delen van Jakarta met 40 procent zal afnemen. Minister Verhagen en vice-president Kalla bespraken de impact van de wereldwijde financiële en economische crisis op Nederland en Indonesië. Indonesië is één van de landen van de G20, de groep van de twintig belangrijkste nationale economieën. Verhagen en Kalla beklemtoonden dat onbelemmerde en eerlijke handel van groot belang is voor een snel herstel van de wereldeconomie. Nederland is een van de grootste Europese investeerders in Indonesië. Er zijn naar schatting 2700 Nederlandse bedrijven in het land actief, vooral op de het gebied van landbouw, verwerkende industrie en groothandel. Ministerie van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag Tel.: 070-3 486 486 Fax: 070-3 484 848 Internet: www.minbuza.nl <<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 7
De Telegraaf 3 juni 2009
Handvol reacties op oproep in krant: ’Wie kent Van Kleef’
Waarheid rond weldoener blijft raadsel door ROB HAMMINK AMSTERDAM/SINGAPORE, woensdag
Soms blijft een mysterie helaas een mysterie omdat de tijd alle informatie vervaagde. Op onze oproep ’Wie kent Van Kleef’ kwamen twaalf reacties. Uit naam van de Nederlandse ambassadeur in Singapore, Chris Sanders, en uit naam van de Singaporese professor Tommy Koh vroegen wij ons vorige week af wie de Nederlandse weldoener Karel Willem Benjamin Van Kleef(f) kende. De man die ongetrouwd en kinderloos in 1930 te Haarlem overleed, liet zijn gehele vermogen na aan de staat Singapore. Een vermogen dat momenteel miljoenen euro’s representeert. Waarom? En hoe ziet de beste man eruit? Dat laatste is van belang omdat de Stad van de Leeuw een ode wil brengen aan Van Kleef. Meelevende lezers wezen richting mensen met die achternaam. De heer Koster uit Vinkeveen raadde aan om eens te zoeken in archieven van Joodse gemeentes in Batavia en Haarlem, omdat Van Kleeff met dubbel f zeker een Joodse achtergrond heeft. Ook nuttig was de e-mail waarin werd gesteld dat de vader van Karel, die arts was, hertrouwde. Misschien dat er vanuit die lijn informatie kan komen. ’Waarom liet hij zijn hele vermogen na aan de staat Singapore?’ De reactie van de 86-jarige May bracht wat meer licht in de duisternis. De vieve vrouw schreef een e-mail en wilde ons graag ontmoeten. Haar grootmoeder Marie Elizabeth was namelijk de zus van Karel van Kleeff. „En het is met dubbel f, hoor. Dat staat hier op een trouwakte.” De opgewekte vrouw heeft zich in haar appartement, dat wordt gedomineerd door een Indische sfeer, goed voorbereid. Mappen met papieren zijn op haar tafel uitgespreid. Het betreft met name de stamboom van haar vader, de lijn van de May’s. Eén kopie brengt ons naar Soerabaja van toen: 27 februari 1887. „Toen zijn mijn grootmoeder en mijn grootvader Charles François Marie getrouwd. Uit dit huwelijk kwam mijn vader voort, John François Marie. Hij was bankdirecteur.” Haar ogen worden wat troebel. „Hij overleed in het kamp,
twee weken voor de bevrijding.” Ze herinnert zich: „Aan tafel werd er wel eens gesproken over een oom die heel rijk was. Een handelsman. Hij zou zijn gehele vermogen hebben weggegeven aan Singapore. Hij zwierf rond door Azië.” Charitatieve man Alice komt uit een gezin van tien kinderen. Of haar broers of zussen nog iets weten? Met liefde maakt Alice een belrondje. Eerst met haar 95-jarige broer John. Die zich niets meer herinnert. Dan later met haar 90jarige zus Grace. „Ja, er werd over die oom gesproken. Hij was een charitatieve man die, net zoals onze grootvader May, zijn vermogen weggaf aan mensen die het hard nodig hadden. Grootvader May gaf aan slachtoffers van de Lombok- en Atjeh-expedities. Er is weinig meer voor ons overgebleven.” Grapt dan: „Zou er nog ergens geld op ons liggen te wachten van die Karel? Dan wordt het toch tijd dat we hem vinden.” Met 271 jaar herinneringen ontrafelen we het mysterie rondom Karel van Kleeff niet. De initiator van deze zoektocht, professor Tommy Koh, blijft ondanks de magere bronnen hoop houden. „Iemand die geen kinderen en geen partner heeft gehad, tja, dat wordt moeilijk. Ik had de hoop gevestigd op uw krant. Maar… hoop doet leven.”
Alice Beverly Spiekerman toont de trouwakte. FOTO: DE TELEGRAAF
<<<>>>
2602 Per decreet van 29 april 1942, Keizer Hirohito's verjaardag, werd verordonneerd dat (1) van nu af aan Japan Nippon moest heten, en dat (2) een nieuwe Japanse jaartelling van kracht werd. Sindsdien werd 1942 tot 2602, enzovoort.. Dit alles met als achtergrond het jaar 660 VC, het jaar van de troonsbestijging van de eerste Japanse keizer, na zijn dood Keizer Jimmu genoemd. De huidige keizer wordt beschouwd als een directe nazaat van Keizer Jimmu. Curieus is, dat toen ik indertijd ego-documenten van oud-kampbewoners ter vertaling in het Japans aanbood aan Naomi Bom-Mikami, deze Japanse dame helemaal niets bleek te weten van of over deze jaartelling-switch. Dr ir D.(Derk) Hille Ris Lambers. <<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 8
Meer dan duizend scholieren in één week! Door Mieke Huisman mieke. huijsman@online. nl 010-4182191 Wat een fototentoonstelling en verhalen over de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië ( maart 1942 - 15 augustus 1945 ) al niet teweeg brengen. Veel contacten werden gelegd, veel mensen ontmoet en met elkaar afspraken gemaakt! Het resultaat was er wel naar! Lansingerland, een nieuw gevormde gemeente bestaande uit Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk, was "een schot in de roos" Voor de fototentoonstelling een prachtige en l icht e open ruimte. De voormalige raadszaal van Berkel en Rodenrijs; een gastvrije burgem eest er met een vriendelijke en hulpvaardige staf! De opening op 29 april 2009 was een feestelijk gebeuren. De zaal was voor de gelegenheid, mede voor de 4/5 mei herdenking/ viering, aangekleed met de vaderlandse driekleur en oranje. Veel belangstellenden hadden aan de officiële uitnodiging gehoor gegeven. Dat er zoveel belangstelling is geweest danken wij vooral aan alle publicaties, die de Gemeente Lansingerland heeft verzorgd. De Burgemeester, de heer E.H. van Vliet, verwelkomde alle gasten en onthulde in zijn openingsspeech zijn persoonlijke betrokkenheid. Ook zijn moeder en oma hebben in het Japanse interneringskamp Bangkinang op Sumatra gevangen gezeten. Naast de mooie, door medewerkers van Museon opgestelde panelen waren tevens vijf vitrines met attributen uit het kampleven te bekijken. Veel mensen, vooral oud-Indiëgangers en familieleden kwamen kijken, zelfs voor een tweede of een derde keer. Veel vragen werden gesteld en zij bestudeerden de uitgestalde boeken. In de laatste week, van 11 tot en met 18 mei, gaven 6 scholen met 10 groepen/klassen acte de présence. Dit waren leerlingen van 5 basisscholen en een grote groep VWO-ers. Totaal hebben 281 scholieren met grote belangstelling de tentoonstelling bezocht. Over de gehele periode, inclusief de scholieren, hebben 608 personen ons gastenboek getekend. Hoeveel er door de mazen zijn geglipt is niet te achterhalen!
Hoe kom ik dan aan de titel"meer dan 1000 scholieren in één week"? Gedurende de tentoonstellingsperiode (29 april-19 mei 2009) mocht ik op 14 mei aanwezig zijn op het Erasmiaans Gymnasium te Rotterdam, tijdens de jaarlijkse herdenking van hun joodse medeleerlingen uit de Tweede Wereldoorlog. Als gast kon ik in drie sessies plus minus 900 gymnasiasten in het kort iets over onze ervaringen in de Japanse kampen vertellen. Met grote aandacht werd geluisterd. Aan het slot, bij de volgende twee gedichten, werd het zelfs doodstil! Alles overziend heeft onze Indische geschiedenis, in de aanloop naar de herdenking in 2010 dat er 65 jaar geleden een einde kwam aan de Tweede W e r el d o o r l o g veel jongeren bereikt!
Nu ben ik ouder ouder dan mijn ouders Veel ouder dan mijn ouders geworden zijn En nu ben ik moeder meer moeder dan mijn moeder ooit heeft kunnen zijn (lied van Liesbeth List; tekst van Freek de Jonge) Moeder, Heb ik diep genoeg gebogen, zodat jij geen klappen kreeg, is het daarom lieve mamma, dat je al die jaren zweeg? Heb je in die tijd gekeken door de ogen van je kind en gehoord met kinderoren de spanning voor ‘t appèl begint? Weet je eigenlijk wel mammie wat mijn ziel is aangedaan? door die schreeuwende Jappen in dat kamp hier ver vandaan! (Peter) <<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 9
Uitgever wil staatspensioen voor vermoorde vaandrig Leeuwarder Courant 08-06-2006 FRANEKER - De weduwe van de in 1948 in Indonesië vermoorde vaandrig Rob Aernout behoort alsnog pensioen van de staat te ontvangen. Uitgeverij Van Wijnen uit Franeker wil graag dat de Tweede Kamer zich daar sterk voor maakt. Hoewel het er alle schijn van heeft dat de op corruptie jagende Hagenaar door de eigen troepen is omgebracht, heeft het rijk zich nooit over zijn nabestaanden ontfermd. Van Wijnen gaf vorig jaar het boek 'Met de dood voor ogen' van Henk Hovinga uit. Daarin staat de dood van Aernout uitgebreid beschreven. De vaandrig die inlichtingenwerk verrichtte, was smokkel, wapenverkoop, corruptie en fraude bij zijn strijdmakkers van het Koninklijk Nederlandsch-lndisch Leger (KNIL) op het spoor. Nadat al geprobeerd was om Aernout te vergiftigen kwam hij in februari 1948 door een nekschot om het leven toen hij een bezoek bracht aan een KNILluitenant. Minstens zes mensen die onderzoek deden naar zijn dood, stierven eveneens onder verdachte omstandigheden. Een officieel onderzoek van de door de minister Hans 's Jacob ingestelde commissie-Zaaijer werd begin jaren vijftig in de doofpot gestopt. Hovinga zocht de zaak opnieuw uit en ging voor zijn boek en twee radiouitzendingen langs bij onder an deren de nu 95-jarige weduwe Henriëtte AernoutRoyaards. Voor de schrijver staat het vast dat Aer-
nout in opdracht van corrupte militairen is omgebracht. De weduwe kreeg in 1948 een karige uitkering van de algemene ongevallenraad. Maar een net pensioen bleef uit. De buiten Friesland woonachtige hoogbejaarde Henriëtte Aernout betitelt dit als „schandelijk". Ze leefde jarenlang met haar kinderen in armoede. De reden dat de staat geen cent pensioen toekende, was omdat Aernout stierf buiten diensttijd in het weekeinde. Hovinga pleitte in zijn boek en radio-uitzendingen alsnog voor genoegdoening. Maar uitgever Dingeman van Wijnen moet tot zijn teleurstelling merken dat die oproep niets heeft opgeleverd. „Het verhaal van vaandrig Aernout is een tragische zaak waarop veel reacties zijn gekomen. Mensen hebben het hoofdschuddend gelezen en aangehoord. Hij was zaken op het spoor die het daglicht niet konden verdragen, is in de val gelokt en doodgeschoten." Het zou van eerherstel getuigen als de overheid alsnog met het pensioen over de brug komt, meent Van Wijnen. In een brief aan de Tweede Kamer heeft hij de kwestie aangesneden. Kamerlid Roland Kortenhorst (CDA) uit Joure laat weten allereerst een reactie op de brief te vragen aan minister Henk Kamp van defensie. „Maar om teleurstellingen te voorkomen, stel ik nadrukkelijk geen verwachtingen te willen wekken bij de nabestaanden." <<<>>>
Leeuwarden, 14 juni 2006. Aan hen die dit aangaat Met grote teleurstelling en woede las ik dat de weduwe van de in het voormalig Nederlands Indië vermoordde vaandrig Aernout geen recht had/heeft op een pensioen omdat de vaandrig buiten diensttijd is doodgeschoten. Deze vaandrig in dienst van het Koninkrijk Der Nederlanden was daar in opdracht van de regering. Deze zelfde regering trekt haar handen nu af van deze kwestie. Over geloofwaardigheid en lef gesproken. Wanneer je nu bv de heer Kamp hoort over zijn manschappen, hoe dapper en met veel discipline zij hun opgedragen taak uitvoeren. Maar hoe, oh wee, zal de reactie zijn van de heer Kamp wanneer een soldaat buiten diensttijd wordt doodgeschoten, heeft zijn weduwe dan ook geen recht op een pensioen? Ik raad u aan het boek Met de dood voor ogen van Henk Hovinga ISBN 90 5194 278 8 te lezen. Wanneer u deze niet wilt aanschaffen, dan kunt hem wel van mij lenen. Kosten van verzending voor mijn rekening. Met groet Teun Heijstek. Email: teunheijstek@ hetnet.nl Site: http://home.hetnet.nl/~teunheijstek/mizumaki_nl.htm <<<>>>
Agenda. De film “Het jaar 2602” is donderdag 13 augustus 2009 op de TV te zien bij Nederland 2, ca 22u30 (tegen die tijd zelf even in de TV-gids nakijken) Museon in Den Haag, Stadhouderslaan 37, heeft van 4 juli 2009 tot en met 28 februari 2010 de tentoonstelling “Nederlanders in Japanse kampen”, De geschiedenis van een collectie. (zie verderop een nadere beschrijving). Toegang Museon: volwassenen: €7,50 - 65+: €6,00, CJP: €5,00. Kinderen t/m 3 j gratis, evenals houders van Museumjaarkaarten. Geopend dinsdag t/m zondag van 11.00-17.00. 070-3381338
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Nieuwsbrief no 72pag. 10
juli 2009
Nederlanders in Japanse kampen De geschiedenis van een collectie Rode Kruis-diploma's van haar moeder, maar ook kwam via een oplettend snuffelaar in de kringloopwinkel een borduurwerk uit kamp Tjideng in de collectie van het Museon terecht. Het is duidelijk dat de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië nog steeds voor heel veel mensen grote betekenis heeft. 'Het jaar 2602' (1942 in de Japanse jaartelling) werd geïnitieerd door de Stichting Verfilming Japanse Burgerkampen 1942-45. De website vormt de spil van het project en is vanaf begin augustus te bekijken via de website van het Museon. Twee van de vijftig portretten van deze
De hele maand augustus is er een kleine tentoonstelling te zien over de Japanse interneringskampen. De aanleiding hiervoor is een aantal nieuwe schenkingen, het multimediaal project 'Het jaar 2602' en de presentatie van de collectie op de website. Om historische redenen is gekozen voor de maand augustus, de maand waarin Japan capituleerde en de geïnterneerden te horen kregen dat de oorlog was beëindigd. Van een feestelijke bevrijding was echter geen sprake, want de Indonesische bevolking begon een strijd voor de onafhankelijkheid. Van twee al bij het Museon bekende tekenaars, D.H. Volz en Pim van Boxsel kwamen nieuwe tekeningen binnen via respectievelijk de zoon en de weduwe. Van Thea Buys kreeg het Museon onder andere de
website zijn met foto en persoonlijke kamprelicten in de tentoonstelling opgenomen. Ook kan vanaf begin augustus de hel e collecti e 'Nederlanders in Japanse kampen' worden bekeken via www.museon.nl Joke van Grootgeest Uit:Vrienden Magazine, Museon-Omniversum, no 24-2009
<<<>>>
Meer dan 1000 scholieren...
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 11
Nieuwsbrief nr. 2 van het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek. EEN WARME ZOMER Nieuwsbrief nr. 2 van het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek. Wat we beloven, maken we waar. Zo'n twee maanden geleden zijn wij gestart met de communicatie naar geïnteresseerden. Nieuwsbrief nr. 1 was onze eerste officiële uiting en hierin beloofden wij vier keer per jaar wetenswaardigheden over het Indisch Herinneringscentrum naar belangstellenden te sturen. En belangstelling heeft u. Steeds meer mensen schrijven zich in voor deze nieuwsbrief. Een warm welkom aan hen die nu voor het eerst onze informatie lezen. De belangstelling bleek ook op de Tong Tong Fair in Den Haag, waar wij aanwezig waren in de stand van het Indisch Platform. Wij mochten vele gesprekken voeren met mensen die stuk voor stuk enthousiast reageerden op de activiteiten van het herinneringscentrum, zoals de publiekspresentatie en het stripboek. Een aantal personen was zichtbaar gerustgesteld: het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek is er echt. Warm was ook de bijeenkomst op zaterdag 20 juni. Op Bronbeek nam Vaya Nijhof-Schippers, bestuurslid van het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek, een eerste exemplaar van de 'Geïllustreerde atlas van de Bersiapkampen in Nederlands- Indië' in ontvangst. Dit naslagwerk is gedurende 4,5 jaar geschreven door H. Beekhuis, H.Th. Bussemaker, P.M. de Haas en A.A. Lutter. Vaya Nijhof-Schippers dankte de auteurs voor al het werk en gaf aan dat er nooit genoeg verteld kan worden over de oorlog in Nederlands-Indië: "Het is van groot belang de geschiedenis door te geven aan jongere generaties". LOPENDE ACTIVITEITEN Eind mei is begonnen met het registreren van een grote boedel die het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek heeft gekregen van het ministerie van VWS. De boedel betreft een deel van de inventaris van het voormalig Indisch Huis in Den Haag. VWS heeft deze boedel gekocht uit het faillissement van Stichting Het Indisch Huis. Onder leiding van deskundigen zorgen vrijwilligers voor het fotograferen, registreren en deels beschrijven van de uiteenlopende voorwerpen. Samen met Museum Bronbeek wordt gekeken of er objecten van museale of bibliothecaire waarde bij de boedel zitten, sommige voorwerpen worden gebruikt voor de inrichting van het hoofdkwartier van het Indisch Herinneringscentrum. De niet gebruikte voorwerpen worden na het completeren van de registratie opgeslagen tot wordt besloten wat er definitief mee gebeurt. WERVING DIRECTEUR In De Telegraaf en in de Volkskrant van 13 juni en in de Moesson van juli staat de personeelsadvertentie waarmee het herinneringscentrum zoekt naar een directeur die de algemene leiding en verantwoording over het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek krijgt. Er wordt gezocht naar een persoon die onder meer affiniteit heeft met de Indische geschiedenis en beschikt over een zakelijke instelling, een gezonde dosis lef, besluitvaardigheid en creativiteit.
OPENING HOOFDKWARTIER Het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek betrekt in augustus het kantoor op het Landgoed Bronbeek. Staatssecretaris Jet Bussemaker van VWS verricht op zaterdag 22 augustus de officiële opening. Voor de opening nodigt het herinneringscentrum een aantal relaties uit. In de volgende nieuwsbrief publiceren wij een aantal foto's van ons hoofdkwartier. ONTMOETEN De eerste Tong Tong Fair ligt inmiddels achter ons. Het was even wennen aan de nieuwe naam, maar ik moet zeggen: het was weer een feest der herkenning. Vertrouwde zaken als het Krontjongorkest en nieuwe culturele uitingen. Dit keer bijvoorbeeld uit Vietnam. Maar bovendien is het toch de plaats waar je, vaak onverwacht, oude vrienden en vriendinnen weerziet. Elkaar ontmoet. Lief en leed deelt. Je opgenomen voelt. Heel gezellig zitten eten met Joost van Bodegom, de energieke voorzitter van de Stichting Herdenking 15 augustus. Vooruit geblikt op de zomerweken. Met de onvolprezen Ellen Derksen vastgesteld dat de nieuwe burgemeester van Den Haag toch wel een groot Indohart heeft. Een uitdaging voor de Arnhemse burgemeester Paulien Krikke. En voor het eerst als Indisch Herinneringscentrum Bronbeek ons gepresenteerd in de stand van het Indisch Platform. Een vriend¬schappelijke omgeving. Zo'n aanwezigheid helpt om als Indisch Herinneringscentrum nieuwe vrienden te maken en te vertellen waar we mee bezig zijn. Wij kijken uit naar de belangrijke herdenkings- en herinnerings-maand augustus. Een belangrijke maand voor de gehele Indische gemeenschap. Voor het eerst zullen wij het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek op een meer tastbare manier aan u presenteren. In de middag van 15 augustus en 22 augustus. Maar eerst gaan wij elkaar ontmoeten in de ochtend van 15 augustus. Wij kijken naar u allen uit. Geniet eerst van de zomer. Erry Stoové Colofon Deze Nieuwsbrief is tevens online te lezen op www.ihcb.nl . Het volgende nummer komt uit in september 2009. BESTUUR STICHTING INDISCH HERINNERINGSCENTRUM BRONBEEK: Erry Stoové, Bing Go, Jan Willem Kelder, Kees Neisingh, Vaya Nijhof-Schippers, Winnie Sorgdrager. INDISCH HERINNERINGSCENTRUM BRONBEEK Velperweg 147, 6824 MB Arnhem, Email:
[email protected]. Bron: http://www.ihcb.nl/
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 12
De Sumatra of Pakanbaroe spoorweg Al in 1870 had het Nederlands-Indisch gouvernement plannen om een spoorwegnet over Sumatra aan te leggen om het binnenland te ontsluiten. In 1941 bestond er reeds een spoorweg van Padang naar Moeara waarmee een kolenmijnen in de binnenlanden kon worden bereikt. Verderop in de rimboe waren ook rijke kolenmijnen die nauwelijks bereikbaar waren. Verkenningen voor de aanleg van een spoorweg gaven een ongunstig beeld er moesten tunnels worden geboord en tenminste drie grote spoorwegbruggen worden gebouwd. Toen daarbij de rendabiliteit in beschouwing werd genomen, verdwenen de onderzoeksresultaten in het archief van de NederlandsIndische Staatsspoorwegen. De plannen waren bekend bij de Japanse legerleiding. De Japanse legerleiding hield rekening met een invasie op Sumatra, deze was inderdaad door de geallieerden gepland, maar moest worden uitgesteld omdat voor de landingen in Italië al het beschikbare materiaal werd vereist. De legerleiding was van mening dat in het kader van de verdediging van Sumatra een goed wegen en spoorwegen net noodzakelijk was. Wat ook een belangrijke rol speelde was de dreiging op de Indische Oceaan van geallieerde onderzeeboten. Er waren reeds grote verliezen geleden. Afvoer van kolen via Padang werd te gevaarlijk. Door een spoorweg te bouwen van Moeara - waar al een spoorweg liep naar Padang – naar Pakanbaroe werden goede mogelijkheden geschapen om snel van de westkust naar de oostkust te komen en in Pakanbaroe konden de kolen worden geladen op schepen die via de rivier Siak ver het binnenland in konden komen. Japan had grote belangen in de kolenmijnen voor de oorlogvoering waarbij het aspect “rendabel” nauwelijks telde en er beschikt werd over een groot arbeidspotentieel in de vorm van krijgsgevangenen en romusha’s. De romusha’s arriveerden al in september 1943 om te beginnen met de spoordijk en in mei 1944 werden de krijgsgevangenen aan het werk gezet. Ze aten stijfselpap en ratten, stierven door uitputting, honger, dysenterie, ernstige mishandeling en tropische ziekten. De spoorweg werd gebouwd door het oerwoud, bergen en moerassen. Omdat het boren van tunnels te veel tijd zou kosten werden grote omwegen gemaakt. Rivieren vormden een extra hindernis. Een groot deel van de krijgsgevangenen en romusha’s bereikten de spoorweg niet eens omdat de schepen waarop zij werden vervoerd werden getorpedeerd. De spoorweg werd gebouwd door Nederlandse, Britse, Australische krijgsgevangenen en door Indonesische romusha’s. De laatste zogenaamde vrijwilligers die nog slechter werden behandeld dan de Europeanen. De afstand was korter dan de Birma Siam Spoorweg
en ook het aantal overledenen is kleiner in getal. Wat ook verschilt is de leeftijdopbouw, al in 1942 waren de jonge en sterke gevangenen ingezet voor de Birma Siam Spoorweg. Toen in 1943 gevangenen nodig waren voor Sumatra waren in het algemeen de ouderen over. Maar daarmee zijn de verschillen vastgelegd. De overeenkomst beginnende met de gevaarlijke zeetransporten, het werken in een ongezonde omgeving met slechte tot geen medische verzorging, karige en ongezonde voeding, mishandeling zijn kenmerk voor beide spoorwegen. Maar op 15 augustus, de dag van de capitulatie van Japan, werd het werk aan de spoorweg voltooid door het slaan van de laatste spijker, die overigens van koper was aangezien er geen goud beschikbaar meer was. De krijgsgevangenen stonden er op een afstand bij. Het gordijn van de geschiedenis viel over de Sumatraspoorweg. In tegenstelling tot de Birma Siam Spoorweg werd de spoorweg van Moeara naar Pakanbaroe vrijwel vergeten. De spoorweg is alleen gebruikt om de bevrijdde gevangenen af te voeren en verviel daarna volledig. De slecht geplande aanleg en sabotage hadden een volledig onbruikbare spoorwegverbinding opgeleverd. Werk door Romusha’s begonnen in september 1943. Inzet krijgsgevangenen van 24 mei 1944 tot 15 augustus 1945: • Aantal krijgsgevangenen tewerkgesteld: 6000 • Krijgsgevangenen overleden Junyo Maru: 1600 • Krijgsgevangenen overleden van Waerwijck: 178 • Aantal krijgsgevangenen overleden tot 15 augustus 1945: 596 • Aantal krijgsgevangenen overleden tussen 15 au gustus en 25 november 1945: 110 • Vrijwel alle overledenen rusten op het Ereveld Leu wih Gadjah op Jav • Inzet romusha’s van september 1943 tot 15 augus tus 1945 • Aantal romusha’s tewerkgesteld: ca. 40.000 • Aantal romusha’s overleden Junyo Maru: ca.4000 • Aantal romusha’s overleden van Waerwijck: ca. 4 • Aantal romusha’s overleden aan de spoorlijn: ca. 25000 • Aantal romusha’s nog in leven op 15 augustus 1945: ca. 5.000, een onbekend aantal stierf na 15 augustus aan de gevolgen van de slechte behande ling. Er zijn vrijwel geen begraafplaatsen waar de overle den romusha’s hun laatste rust hebben. Comité Herdenking Birma-Siam www.shbss.nl Secretariaat
[email protected] Voorzitter mevr. Drs Lody Pieters
Spoorweg
http://www.gevolgenvanoorlog.nl/page/pag_view.asp?pag_i d=52 <<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 13
Toples in de toko Peter Steenmeijer Nederlandse leenwoorden in het Indonesisch en andersom Boekscout.nl presenteert met trots: Peter Steenmeijer “Toples in de toko” Toples (met één s) is een Indonesisch woord; het is afgeleid van 'stopfles'. Toko is vanuit het Maleis in het Nederlands opgenomen; het betekent 'winkel'. In de titel van dit boek staat dus een woord dat van West naar Oost is verhuisd en een woord dat vanuit het Verre Oosten in onze taal terecht is gekomen. Toples in de toko gaat op een speelse wijze in op de wederzijdse beïnvloeding van het Nederlands en het Indonesisch of Maleis. U kunt dit boek met ingang van vandaag bestellen: titel: Toples in de toko auteur: Peter Steenmeijer aantal pagina’s: 92 geïllustreerd: ja uitvoering/formaat: paperback 12,5 x 20 cm ISBN: 978-90-8834-806-8 vaste prijs: € 15,95 Een stukje uit het boek: Het Indonesisch recht is gebaseerd op Nederlands recht en het is dan ook niet verwonderlijk dat in de rechtskundige terminologi veel sporen van het Nederlands zijn terug te vinden. In het strafrecht begint het soms met een bandit die een delik begaat en door de agen van polisi aan de hand van zijn sinyalemen wordt opgepakt, dat heet: arestasi. Men kon hem trasir (traceren) aan de hand
van een goed sinyalemen. De kriminil had met een instrumen een brangkas geopend en had een pistol en bayonet in zijn bezit. Ook was hij agresif, dat is allemaal verboden. Een proses verbal volgt, soms met een suplemen. Er wordt menig dokumen met ingewikkelde teks opgemaakt op veel pagina. Die moeten komplit en otentik (authentiek, rechtsgeldig) zijn. De birokrasi is groot, en als amtenar verstuur je diverse formulir. De bandit heeft waarschijnlijk een alibi. De advokat houdt een pleidoi om de delinkuen uit de bui of sel te houden. Het woord bui betekent boei (baken op zee), het woord sel betekent cel -in alle betekenissen, dus bv. ook bloed/telefooncel. Maar beide woorden kunnen ook gevangenis betekenen. Justisi levert het rekuisitor, de advokat kan nog van replik dienen, maar uiteindelijk spreekt de rechter (in toga) het vonis uit, waarbij hij rekening houdt met de jurisprudensi. Daarna is er nog kasasi mogelijk, of uiteindelijk grasi of amnesti, verleend door de Presiden. Peter Steenmeijer: "De belangstelling voor taal begon al op het Maerlant lyceum waar ik (geboren in 1947 te Surabaya) voor de schoolkrant schreef. Na mijn middelbare schooljaren volgde een 35jarige carrière bij de Koninklijke Marine tot 2001. Ik werd ook hoofdredacteur van de marinebladen. In diverse publicaties in binnen- en buitenland zijn artikelen van mijn hand verschenen. Nu ben ik ruim acht jaar werkzaam in Jakarta als directeur Indonesië van de Oorlogsgravenstichting. Mijn dochter Maruja maakte de illustraties voor dit boek.." <<<>>>
Fototentoonstelling Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog, Een unieke expositie in Berkel en Rodenrijs. Berkel en Rodenrijs – Tot en met 19 mei kan men in de grote zaal van de SPiL (voormalig gemeentehuis) in Berkel en Rodenrijs een bezoek brengen aan een unieke tentoonstelling: een foto expositie van de overheersing van Japan in Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op grote panelen zijn de foto’s en tekeningen te bekijken; een chronologisch verslag van de gebeurtenissen tijdens de Tweede wereldoorlog in Zuidoost-Azië. De Japanse aanval op de Amerikaanse slagvloot bij Pearl Harbor, de landing van de Japanners op Java op de eerste van de maand maart. De capitulatie die volgde op 8 maart 1942, de internering van burgers in kampen, de dwangarbeid, de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, de Japanse capitulatie en tot slot de onafhankelijkheidstrijd van de Indonesiërs. Een indrukwekkende tentoonstelling die een samenwerkingsproject is van de Stichting Gastdocenten W.O. II werkgroep Zuidoost-Azië en de Stichting Museon. Rondleiding De belangrijkste beweegreden van de gastdocentenstichting is het geven van voorlichting aan jongeren over de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog en dan met name in het voormalig Nederlands-Indië. Als uitgangspunt spelen persoonlijke ervaringen, opgedaan tijdens de genoemde periode, een belangrijke rol. Inmiddels hebben reeds enkele scholen zich gemeld voor een rondleiding. Voor meer informatie kan men bellen met Mieke Huisman-Engelberts, tel. 010 - 4182191. Zij zal regelmatig present zijn bij de expositie, dus treft men haar niet thuis, dan kan men ook even bellen naar de SPiL (010 - 8004000). <<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juli 2009
Nieuwsbrief no 72pag. 14
De Telegraaf, dinsdag 2 juni 2009
Speurtocht kan slagen via website
Liefdesbaby’s Indië-gangers zoeken vader Van onze Haagse redactie
Kinderen die Indië-veteranen eind jaren veertig na een avontuurtje onder de klapperboom hebben achtergelaten bij inlandse schonen, kunnen sinds deze week worden opgespoord via de webpagina: ’http://www.oorlogsliefdekind.nl/ De site werd zeer toepasselijk onthuld op de Pasar Malam in Den Haag. Niet alleen de nog levende Indiëveteranen, die tussen 1947 en 1949 moesten vechten tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders, maar vooral hun familieleden kunnen van de webpagina gebruik maken om hun halfzusje of -broertje te zoeken. Omgekeerd kunnen de ’oorlogsliefdekinderen’ van wie velen in Indonesië wonen maar sommigen in Nederland, de site gebruiken om met hun vader of diens familie in contact te komen. Twee dagen na de lancering van ’Oorlogsliefdekind’ staan er al veel reacties en oproepen op. Zoals het relaas van de gebroeders Van Ewijk, die twee halfzusjes in Indonesië zoeken. Zij vonden bij het opruimen van de zolder van een tante een foto van de twee meisjes en kwamen er zo achter dat hun overleden
vader in Indië twee kinderen had verwekt bij een inlandse vrouw. Of de oproep van Karin Fonteijn, die op zoek is naar halfbroers of -zusters, die zijn geboren uit de liefdesrelatie tussen haar vader Henny Fonteijn en Mina. „Mijn vader was vanaf 1946 gelegerd op Trètès en was ingedeeld bij de RadioVerbindingsdienst”, schrijft zij. „Hij had opvallend rood haar en wilde Mina na de oorlog meenemen naar Holland, maar zijn moeder was daarop tegen.” Maar ook: kinderen zoeken hun vader. „Ik, Johnny van Kempen, geboren 26 juli 1948 op Soerabaja, zoek mijn vader. Roy Johannes Meijer, volgens hemzelf ’the shame en scandal of the family’”, is eveneens op zoek naar zijn verwekker. Site Volgens de initiatiefnemers van de site, de onderzoekers Stef Scagliola, Annegriet Wietsma en Jean Hellwig, kunnen belangstellenden behalve zoeken ook hun ervaringen op de webpagina zetten en met lotgenoten in contact komen via
[email protected] <<<>>>
Tweede Kamer opnieuw geconfronteerd met Indisch verleden Aanbieding boek Ik beken aan voorzitter Vaste Kamercommissie VWS Den haag – 23 juni 2009 Het onlangs verschenen boek Ik beken wordt dinsdag 23 juni 2009 op initiatief van het Indisch Platform aangeboden aan de voorzitter van de Vaste Kamercommissie VWS, mevrouw P. E. Smeets. Met de aanbieding van dit boek hoopt het Indisch Platform in vervolg op de geheime hoorzitting van 1 april jl. de Vaste Kamercommissie VWS meer inzicht en kennis te bieden over wat er feitelijk gebeurde in Nederlands-Indië tijdens WO II en de Bersiapperiode waarin Nederlands-Indië zich met geweld losmaakte van Nederland. Naar aanleiding van gesprekken van het Indisch Platform met kamerleden van de Vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport kwam op 1 april jl. de Indische backpay-kwestie en de problematiek rond Indische oorlogsschade, roof en rechtsherstel uitvoerig aan de orde tijdens een geheime hoorzitting. Daarbij waren behalve het Indisch Platform ook Peter Meijer en Hans Keppy uitgenodigd, die in opdracht van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) hier onderzoek naar hebben gedaan.* Deze kwestie wordt ook toegelicht in de bijlagen van Ik beken. De commissie, die zich geschokt toonde bij het horen van de feiten waarvan men geen kennis bleek te hebben, beraadt zich nu op het zetten van vervolgstappen. Document humain Het boek Ik beken wordt aan alle leden van de Vaste Kamercommissie uitgereikt als document humain. Het boek beschrijft op indringende wijze het verborgen leed van Indië dat zichtbaar wordt in de verbijsterende levensgeschiedenis van Ferry Holtkamp. Als jongen van veertien raakte hij betrokken bij het Indisch verzet. Na zijn arrestatie overleefde hij als politieke gevangene zes opeenvolgende gevangenissen onder het gruwelijke regime van de Japanse bezetter. Zowel over het Indisch verzet als over de martelingen en mensonterende omstandigheden waaraan politieke gevangenen werden blootgesteld door de Japanse machthebbers is nauwelijks iets bekend geworden via geschiedschrijving of media. 'Hij is een van de weinige Indische verzetsmensen die overleefde en in staat bleek zijn ervaringen te delen. Daarmee draagt Ik beken op unieke wijze bij aan de geschiedschrijving. Dat geldt niet alleen voor dit aspect van de Japanse bezetting, maar ook voor zijn verslag van de haat, het geweld en de moordzucht waarmee de inlandse extremisten volbloed Nederlanders en Indo-Europeanen hebben bejegend,' aldus de historicus dr. Herman Bussemaker, voorzitter van het Indisch Platform. Ik beken is verschenen op 27 april jl. bij Mistral uitgevers te Amsterdam. *) Deze NIOD-rapporten zijn verschenen onder de volgende titels: Meijer, H., Indische rekening.// Indië, Nederland en de backpay-kwestie 1945-2005; Amsterdam, 2005// en Keppy, P., Sporen van vernieling. Oorlogsschade, roof en rechtsherstel in Indonesië 1940-1957; Amsterdam, 2006.
[email protected] <<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)