NIEUWSBRIEF INTERNATIONALISERING FONTYS No. 10, oktober 2003
I.
ONTWIKKELINGEN BIJ FONTYS
1. Actualisering Fontys Internationaliseringsbeleid Vlak vóór de zomervakantie, op 7 juli, heeft de Groepsraad een nieuwe notitie ‘Fontys Internationaliseringsbeleid’, vastgesteld. Dit is een actualisering en aanscherping van eerder beleid dat van 2000 dateerde. De internationaliseringscoördinatoren die aan het lokaal overleg internationalisering deelnemen, hebben allen een exemplaar van de notitie ontvangen. Andere geïnteresseerden kunnen bij ons een exemplaar opvragen. Een paar belangrijke punten uit de notitie: a) Er worden drie hoofdlijnen van beleid onderscheiden: internationalisering in het regulier onderwijs, anderstalige opleidingen en internationale projecten. Voor elk van deze lijnen worden enige actiepunten genoemd. b) Alle instituten worden gevraagd om in het kader van Macon 2004 hun internationaliseringsbeleid te expliciteren en in de maraps te rapporteren over de voortgang. c) Er dient nadrukkelijker werk te worden gemaakt van internationalisering van het curriculum, internationalisering (ook) voor thuisblijvers. Hierover zal in het voorjaar 2004 door FIO een conferentie worden georganiseerd. Wij zouden graag op de hoogte komen van bestaande initiatieven van Fontysopleidingen op dit terrein, wil je die svp aan ons melden. Het hoeven niet persé succesverhalen te zijn. d) Er is een gedragscode uitgewerkt voor het omgaan met studenten van de anderstalige opleidingen. e) Plannen tot het aanbieden van anderstalig onderwijs dan wel het aantrekken van grote groepen buitenlandse studenten dienen voortaan eerst te worden voorgelegd aan de Groepsraad, gezien de consequenties voor de ondersteuning (zoals huisvesting). f) Er komt 1 loket waar alle niet-onderwijsgebonden zaken rond internationalisering, zowel voor uitgaande als inkomende studenten, worden gebundeld. Hierdoor wordt ook een betere registratie van uitgaande en inkomende studenten geregeld en kunnen we gemakkelijker handelen bij calamiteiten zoals SARS. g) Er wordt voortaan op toegezien dat zowel uitgaande als inkomende studenten goed verzekerd zijn h) Fontys International (dat voortaan omwille van de duidelijkheid Fontys International Projects heet) krijgt de kans voor een doorstart, weliswaar in sterk afgeslankte vorm. i) Er is een stuurgroep internationalsering ingericht waarin een aantal directeuren van internationaal actieve instituten zitting hebben onder voorzitterschap van Norbert Verbraak, die de portefeuille internationalisering heeft overgenomen van Elly Teune. In de bijeenkomst ter gelegenheid van de opening van het studiejaar refereerde Jan Thomeer onder meer aan deze notitie en het belang ervan. 2. •
•
3. •
ECTS De informatieve website met Engelstalige informatie over ons opleidingsaanbod in ECTS-termen (www.fontys.nl/ects ) is intussen al bijna 1 ½ jaar in de lucht. Probleem is dat het opleidingsaanbod nogal eens verandert en het is natuurlijk ondoenlijk om elk jaar bij alle opleidingen na te vragen of er iets veranderd is en dit dan te verwerken. Daarom is afgelopen jaar gezocht naar mogelijkheden om aan te sluiten bij het geautomatiseerde studievoortgangsysteem, zodat veranderingen automatisch ook naar ECTS zouden worden doorgekoppeld. Door de onzekerheid ten aanzien van welk studievoortgangsysteem Fontys wil gaan hanteren kon dit project niet worden afgerond. Nu een voorlopige keuze gemaakt is voor PROGRESS kunnen opnieuw de mogelijkheden worden onderzocht. Intussen zijn instituten druk doende ook hun Nederlandse studiepuntensysteem om te zetten in de ECTSsystematiek. Dat moet uiterlijk 1 september 2004 gerealiseerd zijn. Voor de coördinatie hiervan is een project gestart, met Ingrid van de Pluym (tel. 74474) als projectleider. Lokaal overleg Eenmaal per jaar houdt Fontys International Office in samenwerking met de International Service Desk ter plaatse een overleg op locatie (Eindhoven, Tilburg en Venlo) met de instituutscoördinatoren internationalisering die door de betreffende desk worden bediend. De – ook dit jaar geanimeerde – bijeenkomsten hebben plaatsgevonden op 23 september en 7 oktober j.l. Aan de orde was op de eerste plaats informatie-uitwisseling met betrekking tot de beurzenprogramma’s Erasmus, Leonardo en Delta. Verder stond ook het vernieuwde Fontys internationaliseringsbeleid op de agenda en de wilwegweek van dit jaar. Een dergelijke bijeenkomst geeft ook altijd ruimte voor het uitwisselen van informatie. Er werd melding gemaakt van een paar interessante activiteiten vanuit de opleidingen. Het blijkt nuttig elkaar tenminste eenmaal per jaar te treffen.
Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
1 Maart 2005
• •
4. •
•
•
•
•
Op het overleg werden onder meer ook uitgedeeld de meest recente namenlijst van de internationaliseerders bij Fontys en een overzicht van de belangrijkste websites ten behoeve van internationalisering. Indien anderen een exemplaar van (een van) beide documenten willen, moeten zij dat even laten weten. Overigens zijn zowel Fontys International Office als de Fontys International Service Desk natuurlijk altijd bereid tot een bilateraal gesprek of een adviserende c.q. verduidelijkende bijdrage als een instituut daaraan behoefte heeft. Anderstalige opleidingen Het aantal eerstejaars van de 5 erkende Engelstalige opleidingen blijft dit jaar iets achter bij de verwachtingen. Dit omdat het vanwege de SARS-epidemie niet mogelijk was om een aantal studenten in hun thuisland tijdig voor te lichten en te selecteren. Daardoor kon bijvoorbeeld de opleiding Bachelor Business Administration van de Bedrijfshogeschool niet op tijd starten met een nieuwe groep. Er bleven ook studenten weg, omdat de collegegelden zijn verhoogd en de leges voor een verblijfsvergunning. Tot op het laatst bleef ook onduidelijk of er voldoende huisvesting kon worden gerealiseerd. Het zag er aanvankelijk zeer somber uit en niet dan na een gezamenlijke krachtsinspanning lukte het op het laatste moment om althans tijdelijk voldoende ruimte te realiseren. Dat betekent evenwel dat een aantal studenten tijdelijk in een stacaravan op een camping in Valkenswaard moest worden gehuisvest. Aan het einde van dit kalenderjaar zal een aantal units worden geplaatst op een van de Fontysterreinen en dan is het probleem van de afstand in elk geval opgelost. Intussen wordt in overleg met de gemeente, de TUe en Philips nagedacht over meer structurele oplossingen op de langere termijn. In de introductieweek eind augustus vond opnieuw een geslaagde introductieactiviteit plaats voor alle eerstejaars studenten van de Engelstalige opleidingen. Er wordt over nagedacht of het verstandig en mogelijk is om deze activiteit naar een wat later tijdstip te verplaatsen, omdat op de betreffende datum nog niet alle studenten binnen waren, mede vanwege visumproblemen. Inmiddels zijn ook andere opleidingen begonnen met het aantrekken van niet-EU studenten. De Engelstalige International Business & Management Studies en sommige Duitstalige opleidingen in Venlo hebben nu enige Chinese studenten die al in Duitsland verbleven. Ook in Venlo komt nu druk op de huisvestingsmarkt. Ook de Dansacademie in Tilburg start dit studiejaar met een aantal Chinese studenten. Aan de dansacademie studeren steeds nogal wat buitenlandse studenten. De directie van het facilitair bedrijf heeft een onderzoek laten plaatsvinden (projectleider Ger Olsder) naar de afstemming van de ondersteuning voor de anderstalige opleidingen in Fontys. Nagenoeg alle afdelingen van het facilitair bedrijf krijgen hier op een of andere manier mee te maken. Geconstateerd werd onder meer het volgende: • Er gebeurt veel door de opleidingen zelf. • De meeste diensten zijn elk op eigen manier enthousiast bezig of welwillend om hun deel van de ondersteuning gestalte te geven. Maar de verschillende afdelingen van het facilitair bedrijf weten te weinig van elkaar. Er is dan ook behoefte aan een zekere functionele regie, waarin vraag en aanbod, en het aanbod op elkaar, beter wordt afgestemd. • Er is onduidelijkheid bij de opleidingen ten aanzien van wat men kan verwachten van het facilitair bedrijf en van elke van de onderscheiden afdelingen. De afdelingen van het facilitair bedrijf weten omgekeerd te weinig of horen te laat van plannen van de opleidingen.. • Bij het starten met of uitbouwen van dergelijke opleidingen dienen van begin af ook de consequenties en de (on)mogelijkheden van ondersteuning (met name huisvesting) te worden meegenomen. • Er wordt een aantal opmerkingen per dienst gemaakt, waarvan de meeste diensten intussen hebben beloofd deze ter harte te zullen nemen. De directie van het facilitair bedrijf beraadt zich momenteel op de consequenties die verbonden moeten worden aan de resultaten.
5. Engelstalige pagina’s Het afgelopen half jaar is hard gewerkt door Marketing & Communicatie in samenspraak met FIO aan een betere vulling van de Engelstalige pagina’s van Fontys online: www.fontys.nl/english . We houden ons graag aanbevolen voor commentaar. Het is de bedoeling dat ook de Duitstalige pagina’s worden aangepast. 6. •
•
Fontys op het internationale podium Francien Wieringa van de Fontys Hogeschool Sociaal Werk is reeds enige jaren president van SIETAR Europa (Society for Interculturral Education, Training and Research): de Europese tak van een wereldwijde organisatie van professionals die in het interculturele domein actief zijn. (Zie website www.sietareuropa.org ). Ze wil graag bemiddelen voor mensen van Fontys die gebruik willen maken van dit netwerk dat allerlei ontmoetingsmogelijkheden biedt voor interculturele en internationale projecten. De Fontys Hogeschool voor de Kunsten is van 23 tot 25 oktober de gastheer van het congres van de European League of Institutes of the Arts (ELIA). Directeur Jaques van Meel van de Fontys Dansacademie
Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
2 Maart 2005
is voorzitter van de sectie Dans van die organisatie. In het kader daarvan vinden ook verschillende voorstellingen en presentaties plaats met deelname van studenten van meerdere nationaliteiten. • Eind september is een groep derdejaars studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij (Fontys Hogeschool Management Economie en Recht) naar Kopenhagen geweest voor de startconferentie van een groot internationaal project, waarbij vooral via virtuele weg (Blackboard) gecommuniceerd zal worden. • Fontys hogeschool Marketing Management heeft een samenwerkingscontract getekend met de Belarusian State University in Minsk, Wit Rusland. De samenwerking is onder meer gericht op studentenuitwisseling. • Eind vorig studiejaar studeerden de eerste 10 studenten af van de opleiding Orthopedische Technologie die Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde aanbiedt in samenwerking met de Katholieke Hogeschool Kermpen in Geel (België). Deze samenwerking is een van de resultaten van het eerdere TRIS-project. • Op de conferentie van de EAIE in Wenen in september j.l. in Wenen (zie par. 15) heeft Jos Cornelissen samen met 3 collega’s van andere universiteiten een zeer geanimeerde ‘roundtable-session’ verzorgd over een aantal aspecten van de rol van de International Relations Manager als kennismanager. Wij ontvangen graag berichten over andere initiatieven en activiteiten in Fontys.
II. 7. •
•
8. •
•
ONTWIKKELINGEN IN NEDERLAND Beleid OC&W In de onlangs gepresenteerde begroting 2004 van het ministerie van OC&W staat weinig nieuws op het terrein van internationalisering. Wèl dat Nederland een toppositie moet innemen op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Dit wordt overigens met name vertaald naar investeringen in beta en techniek. Maar ook wordt aangekondigd dat de HBO-masters nurse practitioners zullen worden bekostigd als bijdrage aan de oplossing voor het tekort aan artsen. Duidelijk meer expliciet over internationalisering is het concept Hoger Onderwijs en OnderzoeksPlan (HOOP) dat onlangs verscheen, onder de titel “Doelgericht naar 2010’. Internationale aspecten hebben een behoorlijk aandeel in dit plan. Nadrukkelijk wordt gewezen op het toenemend belang van Europa en globalisering voor het hoger onderwijs. Nederland wil tot de top van de kenniseconomieën van Europa horen. Men wijst met tevredenheid op de voortvarende wijze waarop Nederland de bachelor-masterstructuur aan het invoeren is en op onze voortrekkersrol inzake accreditatie. Men wil meer aandacht voor de internationale positionering van het HO, waaronder de herkenbaarheid van de titulatuur (hopelijk denkt men hier ook aan het wegnemen van het verwarrende onderscheid tussen HBO en WO bachelors en masters). Ook hoort hierbij dat de positioneringsinstrumenten (Delta en de NESO’s) meer op kwaliteit dan op kwantiteit zullen worden gericht – zie ook onder par. 8). Men wil een nog meer vooraanstaande rol spelen in het Bolognaproces, In dat kader wil men o.m. tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU in de 2e helft van 2004 een conferentie organiseren over mobiliteit, mede in relatie tot de meeneembaarheid van de studiefinanciering. En men wil nog eens samen met het Nederlands HO nadenken over problemen en kansen bij de samenwerking met de grenslanden.
Export Hoger onderwijs /mobiliteitsobstakels In het kader van het HOOP (zie par. 7) heeft het ministerie nagedacht over de instrumenten voor de bevordering van de ‘export hoger onderwijs’: onderwijs ook voor niet-EU studenten, meestal in een andere taal. Men heeft daartoe het bureau CHEPS van de Universiteit Twente onderzoek laten doen naar de ervaringen en wensen met betrekking tot de NESO’s (Netherlands Educational Support Offices) , het Delta beurzenprogramma etc. Geconcludeerd werd dat het stimuleringsbeleid voortzetting behoeft (andere landen zijn ook druk doende), maar beter ingekaderd zou moeten worden in het totale beleid ten aanzien van de ‘kennissamenleving’ (vergelijk bijvoorbeeld het onlangs gestarte ‘innovatieplatform’ onder leiding van premier Balkenende). Er zouden ook NESO’s moeten komen in andere landen dan de huidige (China, Indonesïe, Taiwan en Zuid Afrika ). Maar wellicht, mede om financiële redenen, verbonden aan reeds bestaande posten als ambassades of economische attachés. Ook moet er een duidelijker taakomschrijving komen voor de NESO’s. De overheid moet vooral het deel financieren dat betreft de generieke promotie van het Nederlands hoger onderwijs. Ook wordt aanbevolen de gedragscode wat dwingender te maken (dan moet deze wel wat bondiger) en te voorzien van een klachtenprocedure. Ook de doelen van het Deltabeurzenprogramma zouden moeten worden aangescherpt en wellicht wat meer gericht op kwaliteit in plaats van kwantiteit (nu krijgt een instelling een hoger beursbedrag naarmate het meer studenten uit de betreffende landen trekt). Tenslotte wijst men ook nog eens op de mobiliteitsobstakels (mobstacles): er is sterke behoefte aan een immigratiebeleid dat uitzonderingen maakt voor kenniswerkers en studenten. In een bijeenkomst naar aanleiding van het CHEPS-rapport eind juni bleek men het eens met een meer op kwaliteit gerichte doelstelling van de Deltabeurzen, als dat maar niet betekende dat ze voortaan uitsluitend aan masterstudenten zouden worden uitgedeeld en/of aan techniekstudenten. Er werd voor gewaarschuwd dat het niet verstandig zou zijn om bij ‘Nederland kennisland’ te eenzijdig de nadruk te leggen op beta en
Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
3 Maart 2005
•
• •
techniek. We profileren ons internationaal vaak juist op heel andere gebieden, zoals watermanagement, maar ook kunsten of gezondheidszorg. Het onderscheid in titulatuur tussen WO en HBO moet weg, we maken het hiermee onszelf internationaal onnodig moeilijk. Ook werd ervoor gepleit om, in navolging van landen als Duitsland en de UK, niet-EU studenten ook na hun afstuderen nog enige jaren de kans te geven om hun kennis in ons land te benutten. Juist dan leveren ze immers een belangrijke bijdrage aan onze kenniseconomie. Er werd ook een pleidooi gehouden om de NESO’s meer te betrekken bij de selectie van studenten (dat gebeurt overigens nu al in China nadat geconstateerd is door de ambassade in Bejing dat maar liefst 20 % van alle studenten met Nederlandplannen niet over de vereiste taalvaardigheid beschikt en er ook nogal eens vervalste diploma’s worden aangeboden) en ook bij de verstrekking van de Deltabeurzen. Opnieuw verscheen ‘bij de Nuffic de uitgave ‘Study in the Netherlands’ met een overzicht van het Engelstalig aanbod in Nederland. Het gaat om in totaal ruim. 850 opleidingen (vorig jaar 666). Fontys is met 7 opleidingen vertegenwoordigd. De informatie is te zien op www.studyin.nl , klik op ‘international study programmes and courses’. Er traden ook deze zomer weer enorme vertragingen op bij de aanvragen voor visa bij de IND. Hier zijn kamervragen over gesteld. Nog groter zijn de ergernissen rond de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor niet-EU studenten die al in Nederland zijn. Ondanks het feit dat studenten hiervoor intussen een absurd hoog bedrag moeten betalen zijn de wachttijden tegenwoordig al gauw 4 maanden, waardoor allerlei vervelende situatie ontstaan. De afhandeling van de verblijfsvergunningen is per 1 september overgegaan van vreemdelingenpolitie naar IND en de gemeente, maar het is nog steeds niet duidelijk hoe dat precies in zijn werk moet gaan. We zijn in gesprek met de gemeente Eindhoven om te komen tot een wat soepeler afhandeling althans in Eindhoven.
9. Mobiliteitscijfers In juli verscheen wederom de jaarlijkse BISON-monitor met cijfers over de internationale mobiliteit in het jaar 2001/2002. Het aantal Nederlandse studenten dat naar het buitenland gaat neemt enigszins af: van 7% (2000) naar 5,3 % (2002). Het aantal buitenlandse studenten dat naar Nederland komt neemt toe, tussen 2000 en 2002 is het met ca. 18% gestegen. Dit vooral vanwege de resultaten van het beleid met betrekking tot export hoger onderwijs. 10. Nederland in vergelijking In september verscheen ook weer het jaarlijkse OESO-rapport ‘Education at a glance’, waarin het onderwijs in Nederland vergeleken wordt met dat in een groot aantal andere landen. Op www.minocw.nl/onderwijs/index.html zijn alle gegevens te vinden. Een paar belangrijke punten mbt het hoger onderwijs: • In Nederland zijn relatief de meeste studenten in het 4 – 6 jarig HBO of WO afgestudeerd. Maar relatief heel erg weinig in beroepsgerichte kortere opleidingen, zoals die in andere landen veel meer voorkomen. • Nederland is het enige land waar men al op 17-jarige leeftijd kan instromen in het HO (HAVO) en ook het enige land waar het secundair onderwijs formeel doorloopt tot het 20e jaar (MBO). • In heel Europa zijn de technische en exacte afstudeerrichtingen niet erg populair, maar Nederland scoort hier het laagste. Dat geldt nog eens extra voor het percentage vrouwen in deze studierichtingen. • Het meest populair zijn in Nederland, iets meer dan elders, Rechten, Economie en Sociale Wetenschappen. • In het Nederlands HO werken, net als in Duitsland, relatief het minste vrouwen. • In Nederland en Duitsland is het meest sprake van vergrijzing van het docentencorps in het primair en secundair onderwijs. • De Nederlandse leraren moeten de meeste uren maken en de klassen zijn hier groter. De salarissen zijn min of meer gelijk (behalve in het hoger secundair onderwijs en in het HO, waar men relatief meer verdient). • We trekken relatief weinig studenten uit het buitenland aan (maar deze gegevens zijn niet erg betrouwbaar – zie ook par.9).
11. Beschouwingen over de stand van zaken ten aanzien van internationalisering in het Nederlands hoger onderwijs bij het afscheid van Kees Kouwenaar Kees Kouwenaar, hoofd van de afdeling internationalisering van de Nuffic, heeft in juli na ruim 20 jaar afscheid genomen voor een functie elders. Een goede gelegenheid om eens terug te blikken en met name ook vooruit te blikken op de stand van zaken met betrekking tot de internationalisering in het Nederlands hoger onderwijs. • Han van der Horst (Nuffic) begon met een interessant overzicht over de evolutie binnen de international offices. Van ontwikkelingssamenwerking (vooral universiteiten) via Europese programma’s voor uitwisseling (waarbij hert HBO aansloot) tot kennisexport (toch meer WO dan HBO). Van het international office als een idealistische voorpost van werken voor de derde wereld - een belang dat niet noodzakelijk met dat van de universiteit hoefde samen te vallen – via een nieuwe bureacratie ten behoeve van het verwerven van internationale subsidies, tot een instantie die het algemene strategische beleid van de instelling
Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
4 Maart 2005
•
•
•
•
ondersteunt. Internationalisering is niet langer alleen een zaak van de internationaliseerders, maar van het algemene management. Han pleitte ervoor om internationalisering meer in directe relatie te brengen met kwaliteitszorg. Niet rechtsreeks, maar in faciliterende en ondersteunende zin. Internationalisering heeft immers vooral een kwaliteitsbevorderend doel. Marijk van de Wende (de internationaliseringsprofessor van de Universiteit Twente) gaf een interessant overzicht van de ontwikkeling van internationalisering. Hoewel internationalisering inderdaad steeds meer als onderdeel van het strategisch beleid wordt gezien, wordt het toch ook vaak gebruikt als een argument om vooral nationale of instellingsgerichte prioriteiten door te voeren. Marijk verwacht dat internationalisering als specifiek beleidsitem uiteindelijk minder belangrijk zal worden, omdat instellingen zich er niet mee kunnen profileren, het wordt iets vanzelfsprekends. Marijk ziet een aantal trends die van belang zijn bij de verdere ontwikkeling van internationalisering: 1. Internationalisering wordt steeds meer economisch gedreven. Ook zij pleit er sterk voor dat we bij kennisexport vooral echt talentvolle kenniswerkers aantrekken (zie ook par. 8) en dat daarvoor het restrictieve toelatingsbeleid moet worden losgelaten. 2. Globalisering speelt een steeds grotere rol in het HO. Ook hierin is vooral het economische aspect van invloed (GATS). 3. ICT brengt internationalisering steeds meer binnen handbereik. ICT wordt door weinig instellingen nog echt strategisch benut, bijvoorbeeld om nieuwe (ook internationale) doelgroepen aan te boren. Terwijl hier enorme mogelijkheden liggen. Peter van der Hijden van het Socratesbureau van de EU wees op de verschuiving van aandacht van programma’s naar systemen. Van Erasmus naar Bologna. Hij gaf aan dat dit ook een rol speelt in het denken over de nieuwe Socratesregeling. Hij wees er nog eens op dat Bologna méér is dan BaMa. Er staat ook in dat Europa de meest aantrekkelijke bestemming moet worden voor buitenlandse studenten. Daarvoor moet men dus durven naar elkaar te kijken, met benchmarks en best practices. Dat leidt tot veel meer gemeenschappelijkheid, bijvoorbeeld ten aanzien van kwaliteitszorg. En tot toenemende transparantie, door middel van ECTS en Diplomasupplement. Zaken die een aantal jaren geleden voor ondenkbaar werden gehouden. Bernd Wächter van de ACA, de Europese club van instellingen als Nuffic, DAAD etc., wees er nog eens op dat Bologna twee zaken probeert te verenigen die niet noodzakelijkerwijs bij elkaar horen: de harmonisatie en innovatie van de onderwijssystemen en de grotere toegankelijkheid. De meeste Europese landen, Nederland is een van de weinige uitzonderingen, hebben van dat laatste nog nauwelijks werk gemaakt. We liggen nog mijlenver achter op onze belangrijkste concurrenten, de USA voorop. Kees Kouwenaar tenslotte wees nog eens op het belang van ontwikkelingssamenwerking, die grotendeels uit beeld is verdwenen. Terwijl we toch ook een bijdrage zouden moeten leveren aan een betere kennisontwikkeling in andere delen van de wereld.
12. Focusjaar Turkije 2003/2004 is Turkije het focusjaar van de Nuffic. Turkije is interessant, omdat het een potentieel nieuw EU-lid is, een land waar veel interessante HO-ontwikkelingen plaatsvinden, waar natuurlijk ook nogal wat van onze allochtone studenten vandaan komen en waarvan geconstateerd wordt dat men tot nu toe nog niet zo gericht was op Europa, maar veel meer op de USA. De Nuffic heeft een landenstudie gemaakt over Turkije, er verscheen een special van Transfer (mei 2003), er worden werkbezoeken georganiseerd. De Nuffic-website (www.nuffic.nl) bevat speciale pagina’s over Turkije.
III.
ONTWIKKELINGEN IN EUROPA EN DAARBUITEN
13. Follow-up Bologna Op 18 en 19 september vond in Berlijn de follow-up conferentie plaats van de ministers van onderwijs van de landen die de Bolognaverklaring hebben ondertekend. In Bologna is indertijd (1999) afgesproken dat elke twee jaar een dergelijke conferentie zou plaatsvinden, om te voorkomen dat de Bologna-verklaring te vrijblijvend zou worden. De eerste follow-up conferentie vond plaats in 2001 in Praag, nu was het dus de beurt aan Berlijn. • De conferentie werd voorafgegaan door een groot aantal seminars over onderwerpen die in het kader van de verklaring van belang zijn. Ook waren er discussiebijdragen van een groot aantal organisaties, zoals de EUA (de Europese organisatie van universiteiten) en de ESIB (de Europese vereniging van studentenorganisaties). Ook de deelnemende landen leverden elk een countryrapport met betrekking tot de stand van zaken in hun land. Al deze documenten zijn te downloaden van de uitstekende website www.bologna-berlin2003.de . 5 Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
Maart 2005
•
Op deze website is nu ook het slotcommuniqué te vinden van de conferentie in Berlijn. Er is behoorlijk wat vooruitgang geboekt en het Bolognaproces wordt steeds minder vrijblijvend. De taal is niet langer ‘dit of dat ‘should be nice to do’, maar er worden concrete taken en actoren genoemd. • Men houdt vast aan alle doelstellingen van de Bolognaverklaring, maar er zijn voor de volgende conferentie in 2005 drie prioriteitsgebieden aangewezen waaraan deelnemende landen in dat jaar mòeten voldoen: Elk land moet een kwaliteitszorgsysteem hebben ontwikkeld dat accreditatie en certificering regelt. En het ENQA (European Network for Quality Assurance), de Europese club van landelijke kwaliteitszorgorganen, wordt opgeroepen op dat terrein een aantal standaarden en kriteria te ontwikkelen. In 2005 moet elk land daadwerkelijk gestart zijn met de invoering van het tweefasensysteem (niet langer alleen van plan zijn dat te doen of nog met de voorbereiding bezig zijn ). Er moet maximale inspanning worden geleverd om elkaar’s graden en buitenlandse studieperioden te erkennen. Minstens moeten alle landen de Lissabon conventie hebben ondertekend. Studenten met een getuigschrift van de eerste graad moeten toegang krijgen tot opleidingen van de tweede graad. Landen dienen in 2005 een gedetailleerd rapport te leveren over deze 3 prioriteitsgebieden en ze dienen ook toegang te geven tot de informatie die daarvoor nodig is. • Nogmaals: men houdt vast aan alle doelstellingen van Bologna. Bologna kan niet worden ingevoerd ‘à la carte’, zei eurocommissaris Reding in haar openingswoord. Dus ook zaken als ECTS en het Diplomasupplement, het wegwerken van obstakels voor mobiliteit, de promotie van de Europese dimensie in het onderwijs, de sociale dimensie, de attractiviteit van Europa voor niet-Europese landen en levenslang leren (inclusief de erkenning van eerder verworven competenties) blijven van belang. • De ministers hebben beloofd elk voor hun land een ‘qualification framework’ uit te werken waarin kwalificaties worden beschreven in termen van niveau, werklast, leerdoelen en profiel. En er zal een overkoepelend kader worden ontwikkeld voor de Europese Hoger Onderwijsruimte dat flexibel genoeg zal zijn om alle nationale kaders in te passen en dat kan dienen als een vertalingsmechanisme tussen de verschillende nationale systemen. • Een belangrijk mechanisme voor de realisering van de Bolognadoelstellingen vindt men de ontwikkeling van joint degrees: studenten behalen hun diploma op basis van een studie die in meerdere landen heeft plaatsgevonden, onder de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de betrokken hoger onderwijsinstellingen. Er zijn hiervoor nog vele wettelijke belemmeringen. De ministers hebben beloofd dat ze hun nationale wetgeving zoveel mogelijk zullen aanpassen om deze belemmeringen weg te werken. • Men verbindt het proces nu ook aan de Europese Onderzoeksruimte: het doctoraal niveau moet als derde graad aan het proces worden toegevoegd, er moet ook meer mobiliteit plaatsvinden op dat niveau, etc. • Het aantal deelnemende landen is opnieuw sterk uitgebreid: in totaal hebben nu 40 Europese landen de verklaring ondertekend, nu doen bijvoorbeeld alle voormalige Joegosolavische landen mee en ook Rusland. Men heeft beloofd de nieuwe landen te helpen om op de rijdende trein te springen. Er is overigens ook grote belangstelling voor het proces vanuit Latijns Amerika, waar men een dergelijke operatie overweegt. • De EU krijgt een steeds belangrijkere rol in de verdere ontwikkeling. Aanvankelijk was Bologna vooral een zaak van de ministeries van de landen zelf. Overigens wordt ook de UNESCO steeds meer in het proces betrokken, zodat ook aansluiting bij ontwikkelingen elders in de wereld is gewaarborgd. • De volgende follow-up conferentie zal plaatsvinden in mei 2005 in Bergen, Noorwegen. Er wordt een sterkere link gelegd met de Europese Unie. Zo zal de – wisselende – voorzitter van de EU (in de tweede helft van 2004 Nederland) steeds de bijeenkomsten van de follow-up groep voorzitten.
14. Trends III. Bij elke ministerconferentie in het kader van Bologna verscheen er een Trend-rapport: bij de eerste conferentie in Bologna in 1999 verscheen het eerste Trend-rapport met vooral een overzicht van de stand van zaken in de betrokken EU-landen. Trend II, bij de conferentie in Praag in 2001, gaf een overzicht van de stand van zaken in de overige landen die mede ondertekend hadden. Trend III, dat onlangs verscheen ten behoeve van de conferentie in Berlijn, bevat vooral een overzicht van de implementatie van Bologna op met name het instellingsniveau. Daarvoor zijn alle instellingen voor hoger onderwijs benaderd, naast vertegenwoordigers van studenten, werkgevers en de betrokken ministeries. • Geconstateerd wordt dat de bewustwording over het Bolognaproces enorm is toegenomen de laatste 2 jaar, maar dat er op de werkvloer nog niet veel van te merken is: het is nog vooral een zaak van overheid en instellingsbestuurders. Daar zal snel iets aan moeten gebeuren. • Het minst bewustzijn van Bologna is er in de UK en ook in Ierland, Duitsland, Zweden en Estland en Lithouwen. Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
6 Maart 2005
• • • •
• • •
Er wordt een brede instemming geconstateerd bij de bestuurders voor de doelstellingen van Bologna. Maar minder dan 50% van de instellingen heeft een Bolognacoördinator om de verschillende processen gecoördineerd in banen te leiden. Er wordt breed geklaagd over het gebrek aan financiële ondersteuning voor de implementatie van Bologna. Studenten worden op de meeste plaatsen heel aardig betrokken bij de hervormingen. Ze zijn het ook erg eens met de doelstellingen ervan, maar ze bekritiseren dan ook het stevigst de manier waarop het wordt ingevoerd. Met name de sociale dimensie ontbreekt, dit is dè kans voor betere toegankelijkheid, studentgecentreerd leren etc. Hoewel maar liefst 91% van de instellingsbestuurders de employability van hun afgestudeerden als een belangrijk topic zien, worden nog slechts in zeer beperkte mate beroeps- en werkgeversorganisaties bij het proces betrokken. Slechts 30% van de instellingen maakt melding van een specifiek marketingbeleid voor het aantrekken van (buitenlandse) studenten. Hier zijn de UK en Ierland en – in mindere mate – Nederland de uitzonderingen. Het tweefasensysteem vindt breed ingang.
15. EAIE-conferentie De jaarlijkse Europese conferentie voor internationaliseerders van de European Association for International Education (EAIE) vond dit jaar plaats in september in Wenen. Er waren 3 Fontysmensen aanwezig: Albert Sleutjes (Lerarenopleidingen Tilburg en Sittard), Jan de Schouwer (Marketing Management) en Jos Cornelissen (FIO). In totaal namen bijna 2000 deelnemers deel, waarvan ca. 185 uit Nederland (het grootste contingent kwam uit Finland, bijna 200 deelnemers). Dit maakt deze conferentie tot hèt trefpunt voor internationaliseerders uit Europa (er komen ook ruim 300 deelnemers van buiten Europa). Het is ondoenlijk om alle sessies bij te wonen of te verslaan. Geïnteresseerden kunnen het programma en een aantal handouts downloaden van de website van de EAIE: www.eaie.org/conf2003/programme . Een paar hoofdlijnen die duidelijk worden: 1. Veel informatie over Bologna-ontwikkelingen: zie par. 13. 2. Het was verheugend te horen dat in Oostenrijk er geen enkel verschil in waardering is tussen universiteiten en Fachochschulen. Beide leiden tot gelijkwaardige bachelor- en mastergraden. Het is ook mogelijk om tussentijds zonder enig probleem over te stappen van FH naar universiteit of omgekeerd. Er zijn wèl verschillen: Fachhochschulen kennen bijvoorbeeld een numerus fixus, universiteiten niet. 3. In het algemeen wordt voor een bacheloropleiding 3 jaar (180 ECTS) gerekend en een master zou dan 1 1/2 tot 2 jaar moeten duren (90 – 120 ECTS ). 4. Competentiegericht leren komt geleidelijk in steeds meer landen aan de orde. Het Tuning-project (zie onze vorige nieuwsbrief - par. 20) doet wat dit betreft heel goed werk. Het is verrassend tot welke eensgezindheid men blijkt te kunnen komen ten aanzien van een aantal cruciale competenties. 5. Dit succes brengt Brussel ertoe om fors in te zetten op stimulering van een vervolg op het Tuning-project voor andere disciplines via de Thematische Netwerken. En men verwacht dat dit wel eens tot Europese standaarden zou kunnen leiden die dan eventueel ook vanuit het Europese niveau beoordeeld zouden kunnen worden ten behoeve van accreditatie. 6. Er is een groot verschil in de mate waarin landen actief zijn op de competitieve wereldmarkt. De Angelsaksische landen, de USA voorop, zijn onbetwiste marktleider. Maar ook Scandinavië komt op, net als Duitsland en Frankrijk. Nederland heeft verreweg het grootste Engelstalige aanbod buiten de Engelssprekende landen. We kunnen in het algemeen nog veel leren van de wijze waarop landen als de USA, maar ook Australie, de opvang van hun buitenlandse studenten hebben geregeld. Ik zag ook een goed voorbeeld van de universiteit van Helsinki. 7. Er is een groot aantal internationale netwerken actief, van universiteiten, (zoals het Utrecht Netwerk, de Coïmbragroep, de groep van universiteiten in hoofdsteden) als koepels (zoals de EUA, Eurashe, de Europese club van studentenorganisaties ESIB etc. etc.) Als je kijkt naar het aantal organisaties dat actief is in de (voor)besprekingen van de follow-up conferentie van Berlijn (zie par. 13) krijg je een beetje een beeld. Opvallend is dat het Nederlandse HBO in de meeste netwerken niet of slechts mondjesmaat is vertegenwoordigd. En dit terwijl we juist een uitstekende bijdrage zouden kunnen leveren! 8. ICT wordt steeds belangrijker in het internationale verkeer. Steeds meer voorbeelden van virtuele mobiliteit, de inschakeling van ICT in de werkzaamheden van het international office, maar ook een oproep tot het vormen van een ‘blacboard-community’ e.d. 9. Een interessante sessie over Ranking. Men is daadwerkelijk op zoek naar mogelijkheden om de prestaties van universiteiten te ranken (anders doet de pers het wel): In Duitsland heeft men al veel ervaring en men wil dit nu gaan uitbreiden naar internationale ranking. Zie voor het Duitse systeem www.dashochschulranking.de of www.university-ranking.com . Het is vooal interessant om universiteiten te vergelijken op hun verschillende studierichtingen, ranking van de universiteiten als geheel zegt niet zoveel voor een student die een keuze moet maken. Ook een totaalscore zegt niet zoveel, men moet de ranking op meerdere indicatoren geven, zowel gebaseerd op feiten als op meningen/beoordelingen. En het gaat niet alleen om de kwaliteit van het onderwijsaanbod, maar ook om de Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
7 Maart 2005
kwaliteit van de faciliteiten en zaken als bv. de kwaliteit van de stad waarin de universiteit is gevestigd. Studenten kunnen zelf aangeven welke criteria zij belangrijk vinden en ontvangen dan overzichten voor hun eigen keuze van criteria. 16. Actieplan Talen De Europese Commissie heeft een nieuw actieplan “Promoting language learning and linguistic diversity’ goedgekeurd voor de periode 2004 – 2006, tot stand gekomen na uitgebreide consultatie van het veld. Men wil dat de burgers van Europa naast hun moedertaal tenminste 2 andere talen beheersen. Studenten moeten worden aangemoedigd om tenminste één semester in het buitenland te studeren en daarbij ook een extra taalcompetentie te verwerven. Er wordt een aantal maatregelen genoemd om het talenonderwijs te verbeteren. Men wil toe naar een European Indicator of Language Competence, waarmee men de situatie per land kan bijhouden. En men wil een European Language Portfolio, waarmee op een transparante en in heel Europa vergelijkbare, manier iemand’s taalvaardigheid zichtbaar gemaakt kan worden. Er ligt op de eerste plaats een taak bij de lidstaten zelf, de EU wil ondersteunen door meer gerichte maatregelen onder Socrates en Leonardo en door de organisatie van een aantal studieconferenties en onderzoeken. 17. Interessante ontwikkelingen elders • De discussie over de top-fees voor de topuniversiteiten in de UK is nog lang niet uitgewoed en het is nog steeds niet zeker hoe een en ander er precies komt uit te zien. Een van de ideeën is dat als de topfees doorgaan (alleen voor topuniversiteiten) ook de medewerkers van de topuniversiteiten veel beter betaald zullen worden. Ook wil de regering de onderzoeksgelden concentreren bij de best presterende onderzoeksuniversiteiten: de ‘big four’ krijgen nu al het grootste deel van het geld, terwijl zo’n 45 kleinere universiteiten bijna niets krijgen. • Het feit dat de USA de inreisbepalingen voor buitenlandse studenten fors heeft aangetrokken leidt tot een drastische daling van het aantal buitenlandse studenten, met name uit moslimlanden. Maar de USA blijft onbetwist de wereldleider in het aantrekken van buitenlandse studenten, zoals onder meer een special van het weekblad Newsweek triomfantelijk liet weten. • De organisatie Universitas 21 Global, een joint venture tussen een aantal universiteiten en Thomson Learning, is met een virtuele MBA-opleiding gestart (colleggeld tussen $ 12.500 en $ 30.000). De betrokken universiteiten verlenen alle hun reputatie en titel aan de getuigschriften. • De Verenigde Naties is een Global Virtual university begonnen met name ten behoeve van ontwikkelingslanden. • In de USA heeft de on-line Western Governors University de accreditatie verworven van maar liefst 4 accreditatie-organen, terwijl deze universiteit zelf geen opleidingen verzorgt en alleen maar competentieexamens afneemt en op basis daarvan de bachelor of mastertitel afgeeft. Studenten kunnen de titel verwerven op basis van eerder verworven competenties (kunnen ook buiten een opleiding verworven zijn) en door online cursussen bij universiteiten die met de universiteit een partnership hebben. • De Australische onderneming Amnet Ltd. heeft een complete universiteit in China gekocht.
IV.
BEURZENPROGRAMMA’S
18. Socrates/Erasmus • Onze vorig jaar ingediende aanvraag voor een Erasmus University Charter is goedgekeurd, waarmee we tot en met 2006/2007 recht hebben op Socratessubsidie. • Alle coördinatoren internationalisering van de opleidingen hebben bericht gehad over de voor dit studiejaar toegekende bedragen en de procedures om aan studenten- of docentenbeurzen te komen. Daarnaast is een en ander toegelicht op de lokale overleggen (zie par.3). Als je de informatie hebt gemist kun je contact opnemen met Lummy Oosterhuis. Studenten kunnen zich wenden tot de voor hen relevante Fontys International Service Desk. • De aanvraag voor het volgend studiejaar hoeft pas te gebeuren per 1 maart a.s. Als instituten plannen hebben voor het aanvragen van een Curriculumontwikkelingsproject (CD) of een Intensive Programme (IP) moeten ze zo snel mogelijk contact opnemen met Lummy Oosterhuis, omdat hierbij nogal wat komt kijken. • Er zijn weer extra middelen beschikbaar voor gehandicapte studenten en stafleden. 19. Leonardo • We hebben ook weer opnieuw gelden toegekend gekregen van het Leonardoprogramma, bedoeld voor studentenstages in het Europese buitenland. Tot nu toe hebben we steeds alle in aanmerking komende studenten uit het ons toegekende budget een beurs kunnen geven (meestal hoger dan de Erasmusbeurs). Ook hiertoe kunnen studenten zich wenden tot een van de International Service Desks. • Helaas komen sinds vorig jaar onderwijsinstellingen niet meer in aanmerking als stageplaats. Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
8 Maart 2005
• •
Ook buitenlandse studenten die bij Fontys als voltijdstudent zijn ingeschreven komen voor een Leonardobeurs in aanmerking, als de stage elders in Europa plaatsvindt (niet in Nederland of in hun thuisland). En sinds vorig jaar zijn er ook Leonardobeurzen beschikbaar voor afgestudeerden die aansluitend aan hun afstuderen nog werkervaring willen opdoen in het buitenland.
20. Delta • We hebben dit jaar een onverwacht hoog bedrag aan Deltasubsidie toegekend gekregen (176.100 euro, vorig jaar was het 39.000 euro), maar we kunnen dat nog niet helemaal uitgeven, omdat de kans groot is dat we bij de tussenrapportage in februari weer een deel zullen moeten terugstorten. Dat heeft te maken met de vreemde toekenningssystematiek van dit Nederlandse beurzenprogramma voor studenten van en naar China, Indonesië en Zuid Afrika. Pas in februari kennen we dus het definitieve bedrag. • Alle aanvragers hebben intussen te horen gekregen welk bedrag zij voorlopig te besteden hebben en naar eigen inzicht, zij het binnen de randvoorwaarden van het programma, kunnen toedelen aan de in aanmerking komende studenten. Als er instituten zijn die het hen toebedeelde bedrag niet kunnen realiseren, moeten ze dit zo snel mogelijk aan Lummy Oosterhuis laten weten, zodat we eventueel kunnen herverdelen. • In februari /maart volgt de nieuwe aanvraagronde. We zullen daartoe opnieuw alle instituten benaderen. 21. VSB, Talentenfonds en Culturele Verdragen Bij de International Service Desks zijn weer brochures verkrijgbaar over deze 3 beurzenprogramma’s. • Binnenkort zal de aanvraagprocedure weer starten voor het VSB-beurzenfonds voor getalenteerde afgestudeerden die serieuze plannen hebben voor een vervolgstudie. Aanmelding (uiterlijk 1 maart) dient te geschieden bij Fontys International Office (Lummy Oosterhuis ). Een Fontyscommissie selecteert de kandidaten die zullen worden voorgedragen aan het VSB-fonds. • Het Talentenfonds is eveneens bedoeld voor getalenteerde afgestudeerden. Men kan zich hiertoe rechtstreeks tot de Nuffic richten. • Culturle Verdragen zijn bedoeld voor laatstejaars studenten of pas afgestudeerden die in een ander land willen studeren of onderzoek doen. Er zijn met 40 landen dergelijke verdragen gesloten en de voorwaarden en bedragen verschillen per land. Er zijn, met uitzondering van de Kunsten, niet zo heel veel CV-beurzen beschikbaar voor HBO-studenten. Bij al deze beurzen geldt dat enige hulp vanuit de opleiding bij de aanvraag ten zeerste gewenst is. Informatie over deze en andere programma’s is te vinden via de site www.wilweg.nl , klik op ‘financiën’. 22. Beurzenprogramma’s ten behoeve van samenwerking met ‘derde landen’. De EU is doende een beleid te ontwikkelen voor samenwerking met ‘derde landen’ (niet-EU landen) in het kader van het (Bologna)streven om Europa tot een aantrekkelijke onderwijsbestemming te maken. In dat kader bestonden al subsisdieprogramma’s voor samenwerking met Oost Europa en Eurazië (Tempus, inmidels uitgebreid tot de Middellandse zeelanden – Tempus MEDA), de USA (EC-US), Canada (EC-Can), Latijns Amerika (Alfa) en Azië (Asia link), maar de scope wordt nu nog verder uitgebreid met nieuwe beurzenprogramma’s voor studenten uit die landen. • Het in de vorige nieuwsbrief aangekondigde programma ‘Erasmus World’ heet intussen ‘Erasmus Mundus’. Het is bedoeld om studenten uit niet-EU landen in staat te stellen een masterprogramma te volgen in meerdere landen van Europa. Daartoe moeten minstens 3 universiteiten in Europa in 3 verschillende landen samenwerken. • Alban. Een nieuw Europees beurzenprogramma voor masterstudenten uit Latijns Amerika die naar Europa willen komen. Meer informatie: www.programalban.org . • Daarnaast zijn er nu pilot-programma’s met Australie en met Japan. Meer informatie over al deze programma’s is te vinden op http://www.europa.eu.int/comm/education/policies/cooperation/cooperation_en.html , of via www.study-ineurope.org . Je kunt ook bij Fontys International Office nadere informatie krijgen. • Nederland is een nieuw programma gestart voor jonge professionals uit Rusland, Wit Rusland en de Oekraïne onder de naam TRUST. Gegadigden kunnen subsidie krijgen voor een stage van maximaal 4 weken bij een bedrijf of instelling in Nederland.
V. STUDIEDAGEN EN CONFERENTIES (Evt. nadere informatie bij ons verkrijgbaar) a. Op 25 november a.s. zal in Utrecht weer een Cospa-dag plaatsvinden voor personen die belast zijn met de organisatie van internationale stages. Er komen 4 thema’s aan de orde: ‘acquisitie en organisatie’, ‘kwaliteitszorg internationale stages, kosten en baten van internationale stages en accreditatie versus internationale stages. Kosten: 90 euro, incl. lunch.
Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
9 Maart 2005
b. c. d.
e.
f.
g.
VI. a. b.
c. d. e. f.
g.
Op 6 en 7 november organiseert de Nuffic weer een tweedaagse introductiecursus ‘Immigratieprocedures’ in den Haag. Kosten: 695 euro. Op 12 en 13 november organiseert de Nuffic weer een cursus Exportmarketing Hoger Onderwijs in Den Haag. Kosten 1295 euro, incl. 2 overnachtingen, maaltijden en materiaal. De Nuffic organiseert weer een Training Interculturele Vaardigheden op 27 en en 28 november a.s. (plus een latere terugkomdag) bij Kontakt der Kontinenten in Soesterberg. Kosten: 1395 euro, incl. overnachting, maaltijden, terugkomdag en cursusmateriaal. Op 1 en 2 december organiseert de Nuffic een conferentie over ‘Internationalisation at Home’ in Middelburg. (Wij zijn van plan over dit thema in het voorjaar 2004 een interne conferentie binnen Fontys te organiseren – zie par. 1.c). Het European Access Network en Echo (het Nederlands centrum voor diversiteitsbeleid) organiseren van 5 tot 7 november in Amsterdam een International Student Retention Conference over toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor ondervertegenwoordigde groepen. Zie: www.staffs.ac.uk/access-studies De Council on International Educational Exchange (CIEE) organiseert van 5 – 8 november in Budapest een conferentie over Language Learning at Home and Abroad. Zie www.ciee.org/conference
WEBSITES EN PUBLIKATIES De EU heeft een uitstekende website ontwikkeld met informatie over het onderwijs in Europa: www.ploteus.net Er is door de ACA (de Europese club van internationaliseringsorganisaties zoals de Nuffic) een website ontwikkeld ten behoeve van niet-EU studenten die plannen hebben om in Europa te gaan studeren: www.study-in-europe.org Studenten hebben zelf een informatieve gids gemaakt met informatie ver Europese universiteiten: meer info: www.universityguide.se/europe Er is een nieuw Expat Handbook verschenen met heel veel informatie ten behoeve van Nederlanders die voorgoed of langere tijd naar het buitenland gaan. Zie www.expatplus.nl Er is weer een nieuwe uitgave verschenen van het Holland Handbook, interessant voor een buitenlander die langere tijd in Nederland verblijft. Zie www.hollandbooks.nl . Prijs 19,90 euro. Een uitstekend blad met ook een prima website: Foreign Policy. Zie www.foreignpolicy.com . Er is bv. een ‘globaliseringsindex’ te vinden mbt de mate waarin een land internationaal georienteerd is. Nederland scoort als vijfde. Een goede Amerikaanse website met informatie over het hoger onderwijs, incl. internationale ontwikkelingen: http://chronicle.com/distance
VII. PARTNERSEARCH Op de EAIE-conferentie in Wenen (zie par. 15) zijn we benaderd door de Sungkyungkwan University uit Seoul, Zuid Korea. Men wil graag met Fontys samenwerken (men was o.m. in ons geïnteresseerd vanwege het feit dat we in Eindhoven gevestigd zijn, de stad van PSV-Hiddink!). Het gaat om de oudste universiteit in de AsiaPacific region (sinds 1395). Men heeft ongeveer 23.000 studenten. Kennelijk wordt de universiteit nogal gepusht door Samsung, die er de beste universiteit van Korea van wil maken en naar eigen zeggen gaat dat ook lukken. Als instituten geïnteresseerd zijn, neem even contact met Jos Cornelissen op. Informatie over de universiteit is te vinden op http://eng.skku.edu/ (trek je niets aan van het feit dat je steeds gevraagd wordt om Koreaanse tekens te downloaden).
VIII. a. b.
DIVERSEN Er is een Engelstalige boekenlegger verschenen over de Fontys Learning Community (‘You can go further with Fontys’). Tot eind december kunnen studenten meedingen naar de Niza-scriptieprijs voor de beste scriptie over Zuid afdrika. Zie www.niza.nl/scriptieprijs
Deze informatie is samengesteld door Fontys International Office. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
10 Maart 2005