5
Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 10
Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO vt); - de opleiding leraar gehoorgestoorden A (deeltijd) (GG-A dt) - de opleiding leraar gehoorgestoorden B (deeltijd) (GG-B dt). 15 Visitatiedatum: 12 januari 2005
20
25
30
35
40
45 © Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2005
2
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Inhoud
5
Deel A:
Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel
5 7 7 8 10 10 12 12
Deel B:
Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 26 29 31 33
10
15
20 Deel C:
25
3
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
35 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 37 Deskundigheden panelleden 39 Bezoekprogramma 42 Kengetallen 44 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 49
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
3
4
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Deel A: Onderwerpen
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
5
6
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Deel A: Onderwerpen
1.1
Voorwoord
5
10
15
20
25
30
35
In dit rapport doet het panel dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) de Master Special Educational Needs van Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg (Fontys OSO) heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. De Master Special Educational Needs wordt gevormd door de volgende vier opleidingen: - leraar speciaal onderwijs algemeen (deeltijd) (LSO dt); - leraar speciaal onderwijs algemeen (voltijd) (LSO vt); - leraar gehoorgestoorden A (deeltijd) (GG-A dt); - leraar gehoorgestoorden B (deeltijd) (GG-B dt). Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in december 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Het visitatiebezoek vond plaats op 12 januari 2005 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: − De heer drs. G.W. van Dorp (voorzitter); − De heer R. Brandenburg (werkvelddeskundige); − De heer drs. W. de Boer (NQA-auditor). De heer prof. dr. J.D. van der Ploeg heeft het visitatierapport medio april 2005 als domeinpanellid orthopedagogiek beoordeeld. Het panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document ‘Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties’ van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn relevante bijlagen opgenomen.
40 1.2
Inleiding
Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg (Fontys OSO) is een opleidingscentrum voor opleidingen voor speciaal onderwijs en maakt onderdeel uit van Fontys Hogescholen.
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
7
5
Fontys OSO biedt opleidingstrajecten op tien locaties in Nederland: Amsterdam, Rotterdam, Bergen op Zoom/Breda, Tilburg, Eindhoven, Sittard, Den Bosch, Nijmegen, Hengelo en Utrecht. Op verzoek van (grotere) hogescholen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden worden door Fontys OSO opleidingstrajecten op locatie uitgevoerd. Door Fontys OSO worden vier opleidingen aangeboden (LSO dt, LSO vt, GG-A dt en GG-B dt), die opleiden tot de Master Special Educational Needs. De visitatie van deze Master staat in dit visitatierapport centraal.
10
15
20
25
30
35
De vol-en deeltijdopleiding Leraar speciaal onderwijs algemeen en de deeltijdopleidingen Leraar gehoorgestoorden A en B vormen samen de Master of Special Educational Needs. Zowel de opleiding voor Leraar speciaal onderwijs algemeen (vt en dt) als de opleiding voor Leraar gehoorgestoorden A en B (dt) zijn voortgezette opleidingen en vormen een vervolg op een afgeronde HBO-opleiding met 168 studiepunten/240 EC. Om te worden toegelaten tot deze opleidingen is het bezit van een onderwijsbevoegdheid gewenst. Dit kan een bevoegdheid voor het basisonderwijs of voor het voortgezet onderwijs zijn. De voltijdopleiding Leraar speciaal onderwijs algemeen is een eenjarige opleiding, waarbij de student twee dagen per week college volgt, twee dagen per week verplichte praktijk heeft op een school voor basis-, speciaal basis- of voortgezet onderwijs en 1 dag per week besteedt aan zelfstudie en de uitvoering van praktijkopdrachten. De deeltijdopleidingen Leraar speciaal onderwijs algemeen, leraar gehoorgestoorden A en leraar gehoorgestoorden B zijn, afhankelijk van de vooropleiding of nascholing, een of tweejarige opleidingen. De studenten hebben gemiddeld per week één middag- of avondbijeenkomst van 3,5 uur en een zelfde tijdsinvestering voor zelfstudie. Daarnaast is nog een aantal uren nodig voor het uitvoeren van praktijkopdrachten. De Master of Special Educational Needs telt per 1 oktober 2004 3693 studenten verdeeld over: LSO vt (157 studenten), LSO dt (3491 studenten), GG-A dt (45 studenten) en GG-B dt (0 studenten). Het panel merkt met betrekking tot de opleiding GG-B dt op dat deze opleiding voor het laatst in 2001 is verzorgd. Het is niet duidelijk in hoeverre deze opleiding in de nabije toekomst wederom wordt aangeboden. Het panel zet dan ook vraagtekens bij het aspect continuïteit van de opleiding. Het panel acht zich daarmee niet in staat om een oordeel te geven over andere onderwerpen dan het onderwerp ‘doelstelling van de opleiding’ (onderwerp 1). Dit betekent dat het panel zich voor de overige onderwerpen van de opleiding onthoudt van een oordeel (‘niet beoordeelbaar’).
40
1.3
45
De visitatie van de opleidingen door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA en die hieronder wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport met de bijlagen een duidelijke basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats
8
Werkwijze
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
vond op basis van het voor de opleidingen geldende domeinspecifieke referentiekader (zie facet 1.2). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. 5
10
De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden (december 2004), zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek (januari 2005). Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken.
15
20
25
30
35
40
Het visitatiebezoek NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het management, lid Raad van Bestuur, leden van de Raad van Advies, docenten, studenten en afgestudeerden. Bij deze gesprekken was een auditor van Fontys Hogescholen als toehoorder aanwezig. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit onderwerp- en detailrapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding(en) accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in april 2005 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. In het detailrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in april 2005 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Het panel is begin juli 2005 bijeengekomen om de door Fontys OSO ingebrachte feitelijke onjuistheden te bespreken. De bespreking van deze feitelijke onjuistheden en de interne kwaliteitscontrole door NQA hebben ertoe geleid dat medio juli 2005 door NQA aanvullende vragen aan de opleiding zijn gesteld. De opleiding heeft deze vragen eind augustus 2005 beantwoord, waarna de antwoorden begin september 2005 door het panel zijn besproken. De opleiding is naar aanleiding van deze bespreking gevraagd om een korte toelichting te geven op een drietal door haar geformuleerde antwoorden. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
9
september 2005. Het visitatierapport is in september 2005 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
5
10
15
In deze paragraaf wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het ‘Beoordelingsprotocol’ zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie ‘Handreiking voor oordeelsvorming’ een belangrijke rol. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het detailrapport. Daar waar de argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding. Een en ander met inachtneming van de opmerkingen inzake de opleiding GG-B dt. 1.5
20
25
30
Oordelen per onderwerp
1.5.1 Doelstellingen opleiding De facetten ‘Domeinspecifieke eisen’, ‘Niveau Master’ en ‘Oriëntatie HBO-Master’ zijn voor alle opleidingen met een ‘voldoende’ beoordeeld. De oordelen op dit onderwerp zijn voor de vier opleidingen derhalve positief. 1.5.2 Programma Aan vijf van de acht facetten die tot dit onderwerp behoren, is bij de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt het oordeel ‘voldoende’ toegekend. Aan drie van de acht facetten is voor de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt het oordeel ‘goed’ toegekend.. De opleiding GG-B dt is op alle facetten niet beoordeelbaar gebleken. 1.5.3 Inzet van personeel De facetten ‘Eisen HBO’ en ‘Kwantiteit van het personeel’ krijgen bij de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt het oordeel ‘voldoende’. Op het facet ‘Kwaliteit van het personeel’ scoren deze opleidingen een ‘goed’. De opleiding GG-B dt is op alle facetten niet beoordeelbaar gebleken.
35
40
1.5.4 Voorzieningen Het facet ‘Materiële voorzieningen’ wordt voor de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt als ‘goed’ beoordeeld. Het facet ‘Studiebegeleiding’ wordt voor de opleidingen LSO dt/vt en GGA dt met een ‘voldoende’ beoordeeld. De opleiding GG-B dt is op alle facetten niet beoordeelbaar gebleken. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De facetten ‘Evaluatie resultaten’, ‘Maatregelen tot verbetering’ en ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ zijn voor de opleidingen LSO dt/vt en GG-
10
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
A dt met een ‘voldoende’ beoordeeld. De opleiding GG-B dt is op alle facetten niet beoordeelbaar gebleken.
5
1.5.6 Resultaten Op beide facetten krijgen de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt een ‘voldoende’. De opleiding GG-B dt is op alle facetten niet beoordeelbaar gebleken.
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
11
1.6
Schematisch overzicht oordelen
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet 1. Doelstellingen 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau Master 1.3 Oriëntatie HBO-bachelor 2. Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5. Kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijs rendement Totaaloordeel
LSO dt Positief V V V Positief V V
LSO vt Positief V V V Positief V V
GG-A dt Positief V V V Positief V V
GG-B dt Positief V V V Niet beoordeelbaar NB NB
V
V
V
NB
V V G G
V V G G
V V G G
NB NB NB NB
G Positief V V G Positief G V Positief V V
G Positief V V G Positief G V Positief V V
G Positief V V G Positief G V Positief V V
NB Niet beoordeelbaar NB NB NB Niet beoordeelbaar NB NB Niet beoordeelbaar NB NB
V
V
V
NB
Positief V V Positief
Positief V V Positief
Positief V V Positief
Niet beoordeelbaar NB NB Niet beoordeelbaar
5 1.7
10
Totaaloordeel
Op grond van voorgaand schema en de onderbouwing daarvan in paragraaf 1.4 waaruit blijkt dat de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt op de zes onderwerpen voldoende of goed scoren en dat de opleiding GG-B dt op vijf van de zes onderwerpen niet beoordeelbaar is. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt POSITIEF is en dat de opleiding GG-B dt, met uitzondering van onderwerp 1, NIET BEOORDEELBAAR is.
12
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Deel B: Facetten
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
13
14
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Deel B: Facetten
Onderwerp 1
DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING
5 Facet 1.1
10
15
20
25
30
35
Domeinspecifieke eisen
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende voldoende
Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Beschrijving • De door Fontys OSO gehanteerde eindkwalificaties voor de opleidingen (deeltijd en voltijd) zijn afgeleid van het generiek competentieprofiel voor speciale onderwijszorg dat is vastgelegd in het document Bekwaam & Speciaal (oktober 2004). Dit competentieprofiel voor speciale onderwijszorg beschrijft het vermogen van de student te functioneren als een zelfstandig professional in een complexe, multidisciplinaire context. • Het competentieprofiel is opgesteld door het Werkverband Opleidingen Speciaal Onderwijs (WOSO) en de Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijzend personeel (SBL). Het competentieprofiel is in definitieve vorm gereed gekomen in oktober 2004. Begin 2004 waren de tekst en opzet gereed, en is een legitimatietraject afgelegd waarin het competentieprofiel is voorgelegd aan (en is besproken met) relevante vertegenwoordigers van de beroepspraktijk. • Met het opstellen van het profiel en het daarbijbehorende legitimatietraject heeft Fontys OSO gevolg gegeven aan de aanbevelingen van de visitatiecommissie (2003); de opleiding heeft het initiatief genomen in de ontwikkeling van erkende competentieprofielen. • Het panel heeft geconstateerd dat de competentiegerichte eindkwalificaties/competentieprofielen door de trajectcoördinatoren van de opleidingen zijn getoetst aan het bovengenoemde generiek competentieprofiel en dat deze hierop aansluiten. Tevens heeft het panel geconstateerd dat de eindtermen voor de afzonderlijke opleidingstrajecten in samenwerking/afstemming met de relevante vertegenwoordigers uit het werkveld en de wetenschap inhoudelijk zijn geactualiseerd. • Het panel heeft vastgesteld dat Fontys OSO onder studenten, alumni, docenten en werkveld diverse onderzoeken en evaluaties uitvoert waarin gericht gevraagd wordt naar de betekenis van het profiel en de opleiding voor de praktijk. Fontys OSO beschouwt dit als belangrijke informatie over de relevantie van eindkwalificaties/competentieprofielen in relatie tot de praktijk. Door het panel wordt dit als positief beoordeeld.
40
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
15
5
10
Oordeel panel Het panel is van oordeel dat de eindkwalificaties voldoende aansluiten bij de eisen van vakgenoten in het speciaal onderwijs. Het panel constateert dat de eindkwalificaties tot stand zijn gekomen door de actieve rol van het werkverband van de opleidingen speciaal onderwijs; en dat het generieke competentieprofiel is voorgelegd aan relevante vertegenwoordigers van het werkveld. Het panel heeft kunnen vaststellen dat belang wordt gehecht aan het oordeel van studenten, alumni, docenten en werkveld als het gaat over de betekenis van het profiel en de opleiding voor de praktijk. Met het bovenstaande is naar de opvatting van het panel aangetoond dat sprake is van een relatie tussen Fontys OSO en het werkveld; dit facet wordt daarom als ‘voldoende’ beoordeeld.
Facet 1.2
15
20
25
30
35
Niveau master
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende voldoende
Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Beschrijving • Via een koppeling van de Dublin-descriptoren aan de Roehampton-criteria wordt door Fontys OSO het kader voor de toetsing op HBO-master-niveau geformuleerd. Deze koppeling is door de opleiding uitgewerkt in een zogenoemd Beschrijvingsschema. Het schema wordt door de opleiding gehanteerd om structureel en systematisch na te gaan of de beoogde beoordelingscriteria op HBO-master-niveau in de opleidingstrajecten worden opgenomen. Trajectcoördinatoren van de opleiding hebben de eindkwalificaties van de opleidingstrajecten getoetst aan de Dublin-descriptoren. Uit die toetsing is gebleken dat de eindkwalificaties aan de eisen voldoen. • Het panel heeft kennis genomen van het Beschrijvingsschema en is op basis van de formulering van de eindkwalificaties en de uitwerking die de kwalificaties hebben gekregen binnen de opleiding, nagegaan in hoeverre de beoogde werking van het schema kan worden onderschreven. Het panel heeft daarbij gebruik gemaakt van relevant opleidingsmateriaal, bijvoorbeeld de verdere uitwerking van doelstellingen binnen de leerroutes, en van informatie die uit gesprekken verkregen is. Dit leidde bij het panel tot de vaststelling dat de door de opleiding gegeven analyse in het zelfevaluatieverslag correct is: de Dublindescriptoren en de koppeling met de Roehampton-criteria zijn in voldoende mate in de formulering van de eindkwalificaties te herkennen en worden door de opleiding consequent toegepast. • Het panel stelt vast dat Fontys OSO met het inzetten van lectoren, het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden en het aanreiken van specialistische kennis invulling geeft aan het master niveau.
40
16
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
5
Oordeel panel Het panel is van oordeel dat de eindkwalificaties adequaat aansluiten op het niveau dat van een masteropleiding mag worden verwacht. Het panel heeft geconstateerd dat het door de opleiding gehanteerde Beschrijvingsschema waarmee wordt nagegaan of de beoogde beoordelingscriteria op HBO-master-niveau in de opleidingstrajecten worden opgenomen adequaat is. Het panel stelt vast dat het oordeel zowel betrekking heeft op LSO dt als LSO vt en dat het oordeel eveneens van toepassing is op de opleidingen GG-A en GG-B. Het facet wordt beoordeeld als ‘voldoende’.
10 Facet 1.3
15
20
25
30
35
40
Oriëntatie hbo
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende voldoende
Criteria: De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Een HBO-Master heeft de kwalificaties voor het niveau van een zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of een spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een HBO-master vereist is of dienstig is. Beschrijving • De vorige visitatiecommissie heeft de aanbeveling gedaan een landelijk profiel op te (doen) stellen en dat voor te leggen aan het werkveld. Het panel constateert dat met het tot stand komen van het generiek competentieprofiel speciale onderwijszorg Bekwaam & Speciaal deze aanbeveling is overgenomen en tot een resultaat is gebracht. Het profiel is door het werkveld gesanctioneerd en geldt als beroepsprofiel voor het speciaal onderwijs. • In het zelfevaluatierapport geeft Fontys OSO aan dat de eindkwalificaties getoetst zijn aan de beroepscompetenties die in Bekwaam & Speciaal zijn opgenomen en dat deze hiermee matchen. Fontys OSO heeft hierbij relevante vertegenwoordigers uit het werkveld betrokken. Het panel heeft de beschrijvingen van de eindkwalificaties en de beschrijving van de beroepscompetenties met elkaar vergeleken en constateert dat de beroepscompetenties in voldoende mate zijn geïntegreerd in de eindkwalificaties. De opleidingsdoelen zijn zodanig geformuleerd dat van de afgestudeerde verwacht wordt dat hij in hoge mate zelfstandig kan functioneren, in een multidisciplinaire setting kan werken en weet in te spelen op en om te gaan met complexe situaties. • Fontys OSO heeft, middels een digitale “quick scan” professionals in het werkveld de gelegenheid geboden het nieuwe competentieprofiel op relevantie voor hun functioneren te beoordelen. Uit een analyse van de resultaten van deze quick scan blijkt dat © NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
17
• 5
10
professionals uit diverse werkvelden zeer positief oordelen over de relevantie van de beschreven competenties. Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties betrekking hebben op het niveau van de zelfstandig of leidinggevend beroepsbeoefenaar. De opleidingen zijn gericht op professionals die al in de beroepspraktijk werken, en stellen docenten in staat om als zelfstandig of leidinggevend professional invulling te geven aan de eigen functie / het eigen beroep.
Oordeel panel De eindkwalificaties weerspiegelen naar het oordeel van het panel in voldoende mate de eisen die het beroepenveld stelt aan een Master of Special Educational Needs. De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan op het beroepsprofiel. Bij het tot stand komen van beroepsprofiel en eindkwalificaties is het beroepenveld betrokken. Tegen deze achtergrond wordt dit facet beoordeeld als ‘voldoende’.
15 Onderwerp 2
Facet 2.1
PROGRAMMA
Eisen hbo
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
20
25
Het programma sluit aan bij de criteria voor een voor het programma van een HBOopleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk.
30
35
40
Beschrijving • Uit bestudering van het zelfevaluatieverslag en het studiemateriaal van de opleidingen concludeert het panel dat het programma van de opleidingstrajecten is opgebouwd uit inhoudelijke modulen rond themagebieden die relevant zijn voor de taak en functie waarvoor de opleiding opleidt (zoals orthopedagogische, orthodidactische en organisatorische rollen) en dat deze gebaseerd zijn op actuele beschrijvingen van relevante beroepssituaties. • Het panel heeft geconstateerd dat het programma van de opleidingstrajecten door trajectcoördinatoren in ontwikkelteams systematisch en structureel actueel en op niveau gehouden wordt. Het panel is van mening dat hiermee gewaarborgd wordt dat het programma periodiek wordt geactualiseerd en op niveau wordt gehouden. 18
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
•
5
• 10
15
• 20
25 •
30 •
35
40
45
Op basis van het door Fontys OSO ter inzage gelegde materiaal constateert het panel dat gedurende de hele opleiding in alle modulen van het opleidingsprogramma aandacht wordt besteed aan competentieverwerving van studenten (interpersoonlijke competenties en competent in reflectie en ontwikkeling zijn hier voorbeelden van). Bij het verwerven van de vereiste competenties wordt een relatie gelegd naar specifieke praktijksituaties en de behoeften van de student via persoonlijke leerdoelen, welke zijn opgenomen in het persoonlijk ontwikkelingplan (POP) van de student. Het POP dient hierbij als sturingsmechanisme. Het panel stelt op basis van het ter inzage gelegde materiaal vast dat de opleidingen gebruik maken van actuele vakliteratuur en van studiemateriaal dat aan de beroepspraktijk ontleend is. Dit omdat in de opbouw van de modules themagebieden centraal staan die relevant zijn voor de taak en functie waarvoor de opleiding opleidt en omdat de opleiding in de modules de relatie legt naar de actuele beroepspraktijk. Dit geldt zowel voor het ter inzage gelegde studiemateriaal en de vakliteratuur van de opleidingen LSO dt/vt als voor de opleidingen GG-A/B dt. Tevens heeft het panel voor alle vier opleidingen geconstateerd dat door middel van taaktoedeling en taakverdeling aan docenten is gewaarborgd dat zowel vakliteratuur als studiemateriaal up to date worden gehouden. Het panel heeft kennisgenomen van het feit dat in alle opleidingtrajecten toegepast onderzoek de rode draad vormt. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende typen onderzoek waaronder bijvoorbeeld het actieonderzoek dat vanuit het lectoraat en kenniskringen wordt geëntameerd. Het panel vraagt zich echter af of daar waar gesproken wordt over psycho-diagnostisch onderzoek dit relevant is voor de masteropleiding. Dit vanuit de gedachte dat dit toch het terrein is van de wetenschappelijk opgeleide psycholoog. Het panel heeft geconstateerd dat Fontys OSO de laatste jaren met verschillende instituten, binnen en buiten Nederland, samenwerkingsafspraken heeft gemaakt over de gezamenlijke uitvoering van opleidingstrajecten en ondersteuning bij onderzoeksmatige activiteiten van de kenniskring(en) van de lectoraten. Zo zijn onder meer afspraken gemaakt met de universiteit van Antwerpen, de universiteit van Leiden en de universiteit van Nijmegen en Roehampton-university Londen. Studentevaluaties tonen aan dat studenten het programma als actueel, duidelijk, relevant en waardevol voor de beroepspraktijk beschouwen.
Oordeel panel Het panel komt tot het oordeel dat de opleidingen aan de eisen van een hbo-masteropleiding voldoen. De relatie met de beroepspraktijk wordt overtuigend aangetoond doordat de modulen van het programma gebaseerd zijn op actuele beschrijvingen van relevante beroepssituaties. Via toegepast onderzoek en actieonderzoek komen studenten in aanraking met de onderzoekspraktijk. Via trajectcoördinatoren in ontwikkelteams draagt Fontys OSO zorg voor de actualiteit en het niveau van het opleidingsprogramma. Het panel stelt vast dat sprake is van een adequate relatie tussen de opleiding, het programma, de beroepspraktijk en onderzoek op relevante terreinen. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’. © NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
19
Facet 2.2
5
Relatie doelstellingen en inhoud programma
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.
10
15
20
25
30
35
Beschrijving • Het panel concludeert dat alle opleidingstrajecten zijn opgebouwd uit modules die allen gerelateerd zijn aan de competenties waarvoor wordt opgeleid (de diverse rollen worden in de vorm van thematiseringen behandeld). Alle opleidingen hebben een omvang van 60 EC-punten. Deze 60 punten vormen vervolgens het vertrekpunt voor de bepaling van de studielast per module. • In de inhoudelijke modulen van de opleidingstrajecten komt een aantal vaste themagebieden aan de orde rond de orthopedagogische, orthodidactische en organisatorische rollen in de context van de leerlingen, collega’s en omgeving. Deze thema’s lopen als leerlijnen door de opleidingen. Hoewel de inhouden van leerroutes kunnen verschillen, borgen de opleidingen via deze leerlijnen dat methodisch gewerkt wordt aan het behalen van de eindkwalificaties. • De programma’s van de opleidingstrajecten kennen een opzet waardoor de eindkwalificaties worden gerealiseerd. Bij het verwerven van de vereiste competenties door de student wordt een relatie gelegd naar, enerzijds, de specifieke praktijksituatie en, anderzijds, de behoeften van de student via de persoonlijke leerdoelen. De leerdoelen worden bepaald vanuit het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student, de context waarin hij werkt en vanuit de eindkwalificaties van de opleiding. • Uit studentevaluaties blijkt dat studenten positief oordelen over de concretisering van het programma in leerdoelen en leerinhouden. Oordeel panel De relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma wordt naar het oordeel van het panel in voldoende mate gelegd. Er wordt een onderscheid naar de inhoud van de verschillende modulen gemaakt. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
20
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Facet 2.3
Samenhang in het opleidingsprogramma
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. 5 •
10
•
• 15
20
25
30
35
•
De vorige visitatiecommissie was positief over de volgtijdelijke samenhang tussen modulen in opleidingstrajecten, maar vond dat de inhoudelijke samenhang tussen de verschillende thema’s die deel uitmaken van een leerroute bij studenten soms voor problemen zorgde (overlap). Het panel concludeert dat de verschillende opleidingstrajecten zijn opgebouwd uit modules die gerelateerd zijn aan de competenties waarvoor wordt opgeleid. Dit geldt zowel voor de opleidingen LSO dt/vt als voor de opleidingen GG-A/B dt. Het panel stelt vast dat Fontys OSO op drie manieren meer samenhang in het programma (van de opleidingstrajecten) heeft gebracht. In de eerste plaats door in alle modulen van de programma’s van de opleidingstrajecten de regulatieve cyclus, de cyclus van professioneel handelen, centraal te stellen. Via de cyclus van waarnemen, interpreteren, diagnosticeren, plannen, produceren, handelen, evalueren, bijstellen en verantwoorden wordt binnen de opleidingstrajecten consequent omgegaan met de problematiek uit de beroepspraktijk. In de tweede plaats door het uitvoeren van actieonderzoek. In een aantal opleidingstrajecten wordt hiermee geëxperimenteerd. In de derde plaats door in ieder opleidingstraject het verrichten van onderzoek als structureel programma-onderdeel op te nemen. Studenten ontwikkelen hierdoor onderzoeksvaardigheden die zij vervolgens binnen de opleidingstrajecten toepassen. Het panel heeft de opleiding verzocht aan te geven wat de totale omvang (in EC) van het aandeel toegepast onderzoek over de gehele opleiding is. De opleiding heeft aangegeven dat de masteropleiding SEN een totale omvang heeft van 60 EC. Bij de ontwikkeling van de opleiding is als uitgangspunt genomen dat hiervan minstens 25% expliciet besteed moet worden aan onderzoeksvaardigheden. Het aantal EC’s voor onderzoeksvaardigheden is voorlopig vastgesteld op 16 EC. Het panel heeft op basis van gesprekken met studenten vastgesteld dat studenten het opleidingsprogramma als inhoudelijk samenhangend beschouwen.
Oordeel panel Door het centraal stellen van, enerzijds, de regulatieve cyclus en, anderzijds, het verrichten van onderzoek in de modules van de opleidingstrajecten heeft Fontys OSO volgens het panel meer samenhang in het programma gerealiseerd. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’. Voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
40
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
21
Facet 2.4
5
10
15
20
25
Studielast
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Beschrijving • De studeerbaarheid werd in het visitatierapport Opleidingen Speciaal Onderwijs voldoende beoordeeld. • Het panel stelt vast dat de opleiding algemene uitgangspunten heeft geformuleerd voor (de verdeling van) de studielast. Deze uitgangspunten hebben onder meer betrekking op: contacturen, praktijkuren en de tijd die besteed dient te worden aan het bestuderen van literatuur en het maken van praktijkopdrachten. Het panel beoordeelt deze algemene uitgangspunten als positief. • Binnen Fontys OSO wordt gewerkt met teams en teamleiders. Uit het zelfevaluatierapport blijkt dat Fontys OSO beschikt over 12 teams, waarvan 5 teams zich richten op de voor- en vroegschoolse educatie en het primair onderwijs; 3 teams richten zich op het veld van speciaal onderwijs en 4 teams richten zich op het veld van voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. De teamleiders en opleidingscoördinatoren dienen als aanspreekpunt voor docenten en studenten. Opleidingscoördinatoren registreren de studieresultaten van de studenten en overleggen periodiek met studenten over de studievoortgang. Eveneens is de opleidingscoördinator de eerst aanspreekbare voor studenten bij studieproblemen, persoonlijke problematiek en studievertraging. • Studenten kunnen zich over procedures rond de beoordeling, toetsing en eventuele herkansingen via de studiegids laten informeren of via de opleidingscoördinatoren en docenten van de opleidingstrajecten. • Studentevaluaties tonen aan dat de studenten positief oordelen over studielast en studeerbaarheid van het programma.
30 Oordeel panel Het panel vindt de onderwijsorganisatie en informatievoorziening bevorderlijk voor een goede studievoortgang en komt voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt tot het oordeel ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’. 35
22
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Facet 2.5
5
10
15
20
25
30
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO-bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. Beschrijving • De instroom wordt in het visitatierapport Opleidingen Speciaal Onderwijs als voldoende beoordeeld, hoewel de leerroutekeuze voor studenten weinig transparant genoemd wordt, hetgeen belemmerend voor hun keuze is. • Het panel heeft de opleiding een aantal aanvullende vragen gesteld met betrekking tot de instroomeisen. De opleiding heeft als antwoord hierop aangegeven dat aan studenten de eis wordt gesteld dat zij een verwante bacheloropleiding hebben afgerond, werkzaam zijn in de praktijk waarvoor zijn worden opgeleid en ervaring hebben in die praktijk. Ten aanzien van dit laatste punt, het hebben van ervaring in de praktijk waarvoor de studenten worden opgeleid, geeft de opleiding desgevraagd aan dat, hoewel zij hiervan geen administratiebijhoudt, minstens 90% van de studenten feitelijk twee of (soms veel) meer jaren praktijkervaring heeft. • Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding de transparantie van de opleidingstrajecten heeft verbeterd (zie ook 2.2) door de clustering in modulen rond een inhoudelijk thema. Oordeel panel De instroomvereisten zijn naar het oordeel van het panel in overeenstemming met het gewenste instroomniveau voor de masteropleiding. De eisen die de opleiding stelt, een afgeronde bacheloropleiding, het werkzaam zijn en ervaring hebben in de praktijk waarvoor wordt opgeleid, vindt het panel adequate vereisten. Het panel vraagt zich naar aanleiding van de antwoorden op een door haar specifiek gestelde vraag hieromtrent echter wel af of de instelling voldoende toeziet op de toepassing van de instroomvereisten in die situaties waarin de opleiding wordt verzorgd door een samenwerkende partnerinstelling. Het panel komt met deze kanttekening voor dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt tot het oordeel ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
Facet 2.6
35
Instroom
Duur
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
goed goed goed niet beoordeelbaar
Criteria: De opleiding voldoet aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum. HBO-master: minimaal 60 studiepunten. © NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
23
5
10
Beschrijving • Het panel heeft vastgesteld dat de opleidingen een nominale studieduur van 60 EC hebben, hetgeen overeenkomt met 1680 uur. • Uit het zelfevaluatieverslag van de opleiding blijkt dat via trajectevaluaties is onderzocht dat de feitelijke studielast overeenkomt met de geplande studielast. • Het panel stelt vast dat de opleiding een realistische inschatting maakt van de studieduur, en dat de studieduur voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Oordeel panel De opleiding voldoet aan het mastercriterium van 1680 studie-uren. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘goed’. Voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
15 Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
goed goed goed niet beoordeelbaar
Criteria: Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. 20
25
30
35
40
Beschrijving • In het visitatierapport Opleidingen Speciaal Onderwijs oordeelde de visitatiecommissie positief over het didactisch concept: de werkvormen zijn didactisch verantwoord en in lijn met het realiseren van de eindtermen en met een effectief leerproces van de studenten. Als kanttekening gaf het panel aan dat de consistentie voor verbetering vatbaar was en dat het gebruik van ICT een meer centrale plaats zou moeten innemen. • Fontys OSO heeft het didactisch concept naar het oordeel van het panel versterkt door de werkvormen te richten op de integratie van kennis, beroepsvaardigheden en beroepshouding en het bereiken van competentiegerichte doelstellingen. • Het panel heeft geconstateerd dat met dit concept de internationale mastereisen uit de Dublin descriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden kunnen worden gerealiseerd. • Op ICT-gebied heeft Fontys OSO naar het oordeel van het panel een goede ondersteunende educatieve infrastructuur voor studenten en docenten gerealiseerd. • Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten positief oordelen over de in de opleiding gebruikte methoden en werkvormen. Oordeel panel De opleiding heeft haar didactisch concept sinds de vorige visitatie verder versterkt en nog meer gericht op professioneel handelen en persoonlijk functioneren. Het panel beoordeelt dit
24
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘goed’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
goed goed goed niet beoordeelbaar
5 Criteria: Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. 10
15
20
25
30
35
Beschrijving • In het visitatierapport Opleidingen Speciaal Onderwijs oordeelde de visitatiecommissie negatief en ‘niet te beoordelen’ op dit onderdeel. De kritiek van de visitatiecommissie betrof het ontbreken van een objectieve maatstaf waartegen de gerealiseerde kwalificaties konden worden afgezet, onvoldoende theoretische reflectie binnen de afstudeerwerkstukken, teveel casuïstiek en praktijkgericht en te weinig theoretische reflectie, grote verschillen tussen docenten, trajecten en locaties als het gaat om toetsing, niet standaard geven van feedback en overlap in opdrachten. • Er zijn door de opleiding verschillende maatregelen genomen om de adequate hantering van de beoordeling en toetsing in de organisatie te borgen. Er wordt gebruik gemaakt van toetsvormen die zowel de kennis als de toepassing van de kennis beoordelen en die de ontwikkeling daarin zichtbaar maken. • Toetsing vindt plaats in de vorm van opdrachten die in de volgende vormen voorkomen: praktijkopdracht/werkstuk/reflectieopdrachten/verslagen, portfolio in relatie tot POP, profielbeschrijvingen van het proces van groepssupervisie, presentaties en kennistoetsen. Het panel vindt hierin voldoende variatie aanwezig. • In de studiegids worden de procedures rond beoordeling en toetsing vermeld. Studenten zijn hiervan op de hoogte. • In de beschrijvingen van de modulen van de opleidingstrajecten zijn de beoordelingscriteria opgenomen. Deze zijn voorafgaand aan de uitvoering van de modulen bij de studenten bekend. • Bij de relevante onderdelen waar de beoordeling op de grens van een voldoende/onvoldoende ligt, wordt door de opleiding een tweede beoordelaar ingeschakeld. Tevens vindt steekproefsgewijze toetsing van onderdelen plaats op trajectniveau. Deze wordt uitgevoerd door een toetscommissie. • De feedback is standaard geregeld: vanuit beoordelingswijzers of feedbackformulieren wordt schriftelijke (en soms aanvullende mondelinge) feedback aan studenten gegeven. • Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten positief oordelen over de beoordeling en toetsing (transparantie van de gehanteerde criteria, aansluiting van de toetsen op de te bestuderen stof, toepasbaarheid van en feedback op de opdrachten).
40
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
25
5
Oordeel panel Het panel constateert dat de opleidingen zich op het facet toetsing en beoordeling aanmerkelijk hebben verbeterd. Er is een duidelijk toetsbeleid ontwikkeld, de variatie in toetsvormen is toegenomen en er wordt feedback gegeven. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘goed’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
Onderwerp 3
INZET VAN PERSONEEL
10 Facet 3.1
15
20
25
30
35
40
Eisen hbo
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Beschrijving • Het panel heeft op basis van de cv’s van docenten vastgesteld dat de meerderheid van het onderwijzend personeel van Fontys OSO afkomstig is uit het beroepveld waarvoor wordt opgeleid. De meeste docenten zijn naast hun betrekking als docent bij Fontys OSO ook direct en structureel betrokken bij het beroepenveld. Hierdoor zijn de docenten, naar het oordeel van het panel, goed in staat om een verbinding met de beroepspraktijk te leggen. De soort en omvang van de aanstellingen varieert. Ongeveer 10% van de docenten wordt gedetacheerd vanuit het werkveld, 40% van de docenten heeft een fulltime en vast dienstverband en ongeveer 50% van de docenten zijn parttime in dienst middels tijdelijke en vaste benoemingen. • Het panel constateert dat docenten worden gestimuleerd om in hun onderwijs een verbinding met de beroepspraktijk te leggen door bijvoorbeeld actief deel te nemen aan landelijke/regionale studiebijeenkomsten georganiseerd door beroepsverenigingen of te participeren in (landelijke) ontwikkelnetwerken. In toenemende mate worden ook internationale conferenties/studiebijeenkomsten bijgewoond. • Fontys OSO stelt naar het oordeel van het panel duidelijke eisen aan de praktijkervaring van docenten in het speciaal onderwijs. In het beleidsplan ‘Organisatie-, ontwikkeling- en besluitvormingsstructuur’ (januari 2004) heeft zij onder meer vastgelegd dat Fontys OSO-medewerkers een sterke gerichtheid op en inhoudelijke kennis van het werkveld dienen te hebben. Een criterium dat Fontys OSO ook hanteert bij de selectie en benoeming van personeel. Het panel beoordeelt dit als positief. • Verdere professionalisering van docenten vindt met name plaats binnen de acht jaarlijkse studiedagen die door Fontys OSO worden georganiseerd voor alle 26
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
kerndocenten. Tijdens deze studiedagen wordt aandacht besteed aan de (door)ontwikkeling van competentieprofielen, de ontwikkeling van nieuwe onderwijsmethodieken en van de organisatie. De afgelopen jaren hebben veel docenten OSO scholingstrajecten gevolgd voor verdere professionalisering. 5
10
Oordeel panel Het panel is van mening dat in de gesprekken en in de stukken ruim voldoende is aangetoond dat de docenten een verbinding leggen met de beroepspraktijk. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’. Voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
Facet 3.2
15
20
25
30
Kwantiteit personeel
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Beschrijving • Het totale docententeam voor de tien opleidingslocaties bestaat uit 145 FTE (ruim 450 docenten). De docent/student ratio binnen de opleiding is 1:25, hiermee heeft de opleiding voldoende capaciteit om studenten op de tien opleidingslocaties te begeleiden. • Fontys OSO werkt met een concreet uitgewerkte normjaartaak. Deze omvat conform de CAO-HBO 1659 klokuren per jaar bij een volledige betrekkingsomvang (1,0 fte). Deze norm, en de vertaling daarvan naar de specifieke onderwijstaken en de betrekkingsomvang, geeft volgens Fontys OSO en ook volgens het panel goede garanties om een te grote werklast te voorkomen. • Het panel beoordeelt het als positief dat teamleiders van Fontys OSO periodiek de feitelijke en ervaren werklast met medewerkers bespreken en dat hier, indien noodzakelijk en gewenst, acties aan worden verbonden (wijziging in jaartaakformulier, overdragen van taken aan andere docenten). • Uit de Fontys Personeelsenquête “Arbeidsomstandigheden en werkbeleving”, die tweejaarlijks wordt afgenomen, blijkt dat veel OSO-docenten positief oordelen over hun arbeidsomstandigheden.
35
40
Oordeel panel Het panel is van mening dat er voldoende personeel aanwezig is om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
27
Facet 3.3
5
10
15
20
25
30
35
Kwaliteit personeel
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
goed goed goed niet beoordeelbaar
Criteria: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Beschrijving • Het panel heeft de cv’s van de docenten bekeken en oordeelt hier positief over. De docenten blijken inhoudelijk sterke competenties te hebben om het programma te realiseren. Alle kerndocenten beschikken over recente ervaringen met en/of kennis van de beroepspraktijk. Daarnaast heeft het merendeel van de docenten van de opleiding LSO dt/vt een wetenschappelijke opleiding, zijn vijf van deze docenten aan het promoveren en zijn vier docenten reeds gepromoveerd. • Het panel heeft geconstateerd dat Fontys OSO in haar personeelsbeleid als benoemingsvoorwaarde heeft opgenomen dat nieuwe medewerkers een sterke verbondenheid hebben met het beroepenveld om zodoende heel direct voeling te houden met het werkveld en om nieuwe medewerkers te introduceren. Daarnaast dienen nieuwe medewerkers en docenten een wetenschappelijke opleiding te hebben en actief te zijn op wetenschappelijk gebied. • Sinds 2000 worden functioneringsgesprekken gevoerd met docenten. Met ingang van januari 2005 worden Competentie-ontwikkelingsplan-gesprekken gevoerd tussen teamleiders en docenten en tussen MT-leden en teamleiders/leden van het stafteam. Hier wordt de inhoudelijke deskundigheid van de betreffende docent besproken. Daarnaast bewaken de teamleiders de uitvoering van de persoonlijke ontwikkelplannen van docenten. Voortgangsgesprekken vinden plaats op basis van de evaluatie van modules. • Verdere professionalisering van docenten vindt onder andere plaats binnen de acht jaarlijkse studiedagen die door Fontys OSO worden georganiseerd voor alle kerndocenten. Tijdens deze studiedagen wordt aandacht besteed aan de (door)ontwikkeling van competentieprofielen, de ontwikkeling van nieuwe onderwijsmethodieken en van de organisatie. • Fontys OSO is in januari 2003 gestart met een eigen lectoraat ‘Interactieve vormen van kennisontwikkeling in speciale onderwijszorg’. Het lectoraat is erop gericht kennistoepassing en kennisontwikkeling van medewerkers en studenten in speciale onderwijszorg verder te expliciteren en te systematiseren. Bij het lectoraat hoort een kenniskring. Daarnaast zal per 1 juni 2005 een tweede lectoraat ‘Evaluerend handelen in speciale onderwijszorg, jeugdzorg en arbeidstoeleiding’ van start gegaan.
28
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
5
10
Oordeel panel Het panel is van mening dat de medewerkers met name op inhoudelijk vlak goed gekwalificeerd is. Zij hebben allen veel relevante werkervaring, zijn actief in het werkveld en beschikken over wetenschappelijke en theoretische kennis. Er is vanuit het management veel aandacht voor de verdere ontwikkeling van de competenties van de docenten. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘goed’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
Onderwerp 4
Facet 4.1
15
20
25
30
35
VOORZIENINGEN
Materiële voorzieningen
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
goed goed goed niet beoordeelbaar
Criteria: De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Beschrijving • Fontys OSO is een landelijk operend opleidingsinstituut met als hoofdvesting Tilburg. Voor lesactiviteiten wordt gebruik gemaakt van de huisvestingsmogelijkheden in de tien door het ministerie van OCenW aangewezen opleidingsplaatsen door het hele land. Studenten kunnen op deze opleidingsplaatsen gebruik maken van de aanwezige infotheken, orthotheken, mediatheken en ICT-voorzieningen. • Medewerkers worden door Fontys OSO gefaciliteerd om vanuit huis te kunnen werken, door onder andere een laptop, een ADSL-verbinding en een mobiele telefoon te verstrekken. • Studenten en docenten hebben toegang tot de website OSO. Deze website bevat informatie over actuele ontwikkelingen, hulpmiddelen voor onderlinge communicatie (weekschema’s, adressenlijsten) en taakuitvoering (jaarroosters, lesroosters), etc. Het intranet geeft een verbetering in de efficiency van informatievoorziening. • Fontys OSO maakt gebruik van semi-digitale netwerken via teleplatforms en van ‘Viadesk’ als digitaal kantoor voor studenten. In deze digitale leeromgeving kunnen studenten werk en reflectie uitwisselen met elkaar en met docenten. • Studenten kunnen daarnaast, vooral vanwege de grote spreiding over het land en de vele verschillende voorzieningen, gebruik maken van de binnen Fontys OSO gehanteerde digitale leeromgeving ‘n@tschool. Studenten hebben in gesprekken met het panel aangegeven dat zij dit positief beoordelen. • Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten voldoende tot positief oordelen over de voor hen relevante voorzieningen.
40
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
29
5
Oordeel panel Het panel is van mening dat de materiële voorzieningen van Fontys OSO toereikend zijn om het onderwijs te verzorgen. Door de grote regionale spreiding van studenten over het land en de verschillende faciliteiten, ligt er een groot accent op het afstandleren via een digitale leeromgeving. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GGA dt als ‘goed’. Voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
Facet 4.2
10
Studiebegeleiding
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.
15
20
25
30
35
Beschrijving • In het visitatierapport ‘Opleidingen Speciaal Onderwijs’ (2003) beoordeelde de visitatiecommissie de studiebegeleiding als onvoldoende en niet beoordeelbaar. Naar de mening van het panel heeft Fontys OSO sindsdien diverse maatregelen getroffen om dit te verbeteren. • Fontys OSO maakt gebruik van opleidingscoördinatoren en docenten die de studiebegeleiding en studievoortgangsbewaking van studenten op zich nemen. • Potentiële studenten worden via informatiebijeenkomsten, opleidingsbrochures en website geïnformeerd over de inhouden van de opleiding. • Na afronding van een module krijgt elke student via de docent schriftelijk feedback over het verloop van de module. • Studentenevaluaties tonen aan dat studenten positief oordelen over de studiebegeleiding, de informatievoorziening en de bereikbaarheid van docenten. Daarnaast hebben studenten in gesprekken met het panel aangegeven dat zij de begeleiding van docenten bij het afstuderen als voldoende beoordelen. • In de normjaartaak van elke opleidingscoördinator is 50 uur per studentengroep opgenomen voor studiebegeleiding en informatievoorziening. Oordeel panel Naar het oordeel van het panel zijn door Fontys OSO voldoende waarborgen gecreëerd, (aanwezigheid van opleidingscoördinatoren en docenten en feedback), waaruit blijkt dat studenten adequaat worden begeleid en van informatie worden voorzien. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’. Voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
40
30
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Onderwerp 5
Facet 5.1
5
10
15
20
25
30
INTERNE KWALITEITSZORG
Evaluatie resultaten
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Beschrijving • Fontys OSO hanteert een kwaliteitszorgsysteem bestaande uit drie verschillende cycli. Een zesjarige cyclus van accreditatie met een tussentijdse interne audit vanuit Fontys, een jaarlijkse cyclus van planning en control aan de hand van een managementcontract (MARAP) en drie daarop gebaseerde managementsrapportages (MARAP’s) en, tot slot, een korte cyclus bestaande uit diverse onderwijsevaluaties. Voor elk van deze cycli geldt dat na afloop een analyse plaatsvindt en dat voorstellen ter verbetering worden gedaan (Plan van aanpak invoering kwaliteitssysteem Fontys OSO, oktober 2004 en Handboek Kwaliteitszorg, november 2004). Het panel beoordeelt dit als positief. • Op hogeschoolniveau heeft Fontys OSO ervoor gekozen om de verschillende verantwoordelijkheden op het gebied van kwaliteitszorg vast te leggen. Zo heeft de Raad van Bestuur de functie van beleidsmaker en toezichthouder ten aanzien van kwaliteitszorg, is de directeur van Fontys OSO primair verantwoordelijk voor de feitelijke uitvoering van de kwaliteitszorg, zorgt een vaste consultant uit het Fontys Facilitair Bedrijf, afdeling Onderwijs/team Kwaliteitszorg voor ondersteuning van de activiteiten op het gebied van kwaliteitszorg en houdt het team Kwaliteitszorg zich bezig met de uitvoering van een aantal Fontysbrede onderzoeken. • Binnen Fontys OSO worden diverse evaluaties uitgevoerd waarvan de resultaten worden teruggekoppeld in de MACON-MARAP-cyclus. Voorbeelden van evaluaties die door Fontys OSO worden uitgevoerd zijn de tweejaarlijkse Fontys Studentenenquête, de jaarlijkse Fontys Personeelsenquête, docent-en studentevaluaties op module-en trajectniveau, bekwaamheidsonderzoeken, rendementsanalyses, systeem voor klachtenregistratie, etc. Het panel heeft vastgesteld dat deze evaluaties systematisch plaatsvinden en de basis vormen voor verdere ontwikkeling.
35
40
Oordeel panel Het panel is positief over het door Fontys OSO gebruikte cyclisch systeem. De resultaten uit de diverse onderzoeken worden aantoonbaar gebruikt om het onderwijs en de organisatie te verbeteren. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
31
Facet 5.2
5
10
15
20
Maatregelen tot verbetering
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Beschrijving • Het panel concludeert (zie ook facet 5.1) dat Fontys OSO aantoonbaar gebruik maakt van de resultaten van de diverse onderzoeken om het onderwijs en de organisatie te verbeteren. Zo maken trajectcoördinatoren en ontwikkeldocenten, die primair verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van de verschillende opleidingstrajecten, gebruik van de uitkomsten van de diverse evaluaties om de trajecten verder te ontwikkelen en te verbeteren. Dit geldt ook voor teamleiders en hun teams. • Doordat Fontys OSO de uitkomsten van de onderwijsevaluaties direct beschikbaar stelt, kunnen docenten deze gebruiken om, bijvoorbeeld, praktijkopdrachten te beoordelen en waar nodig bij te stellen. Oordeel van het panel Het panel heeft gezien dat er voldoende maatregelen zijn genomen naar aanleiding van resultaten van onderzoek. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
25 Criteria: Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. 30
35
Beschrijving • Fontys OSO hecht belang aan het betrekken van medewerkers, studenten, het beroepenveld, de overheid en de maatschappelijke omgeving bij de (interne) kwaliteitszorg. Centraal hierbij staat de gedachte dat kwaliteit een kwestie van beroepsattitude is en dat kwaliteit zich pas echt ontwikkelt als iedere belanghebbende betrokken is bij de kwaliteitszorg. Het panel heeft tijdens de visitatie geconstateerd dat zowel door medewerkers, als studenten en werkveldvertegenwoordigers met betrokkenheid over de vier opleidingen wordt gesproken. 32
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
•
• 5 • • 10
15
Studenten, docenten, alumni en werkveld worden door Fontys OSO geënquêteerd op voor hen relevante kwaliteitscriteria. De uitkomsten van de evaluaties worden binnen de verschillende gremia besproken. Gegevens van de verschillende evaluaties worden gepresenteerd en besproken tijdens studiedagen en scholingsactiviteiten. Indien nodig leiden deze resultaten tot bijstelling van het curriculum, de modules of de organisatie. Uit de Fontys Studentenenquête blijkt dat studenten positief oordelen over de omgang met de evaluatie en kritiek en over de mogelijkheid van inspraak. Het beroepenveld en afgestudeerden worden op verschillende manieren betrokken bij de kwaliteitszorg, onder andere via bekwaamheidsonderzoeken waarin de relevantie en de beheersing van de eindtermen aan de orde komen.
Oordeel panel Het panel is van mening dat zowel medewerkers, studenten, alumni als het beroepenveld voldoende worden betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Met alle groepen worden resultaten van evaluaties besproken en er is voor hen ook de mogelijkheid om hierop te reageren. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’. Voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
20 Onderwerp 6
Facet 6.1
25
30
35
RESULTATEN
Gerealiseerd niveau
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Beschrijving • In het visitatierapport ‘Opleidingen Speciaal Onderwijs’ was het niet mogelijk dit facet te beoordelen, omdat een objectieve maatstaf waartegen de gerealiseerde kwalificaties konden worden afgezet ontbrak. • Het panel heeft geconstateerd dat Fontys OSO nu beschikt over een generiek competentieprofiel voor speciale onderwijszorg (zie ook facet 1.1) en een generieke beschrijving van het HBO-Masterniveau in de Dublin-descriptoren, waaraan de gerealiseerde eindkwalificaties worden getoetst (zie ook facet 1.2). • De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn gekoppeld aan de verschillende praktijkopdrachten en de overkoepelende opdracht uit de opleidingstrajecten. In de doelen die aan de opdrachten zijn gekoppeld spelen een zichtbare toename in de
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
33
• 5 •
10
handelingsbekwaamheid in relatie tot kinderen met een zorgvraag en een goed ontwikkeld reflectief vermogen een belangrijke rol. Op basis van het ter inzage gelegde materiaal heeft het panel vastgesteld dat de afgestudeerden voldoende gekwalificeerd zijn om goed te kunnen werken in de praktijk. Het panel heeft tijdens het bezoek de (eind)werkstukken ingekeken en akkoord bevonden (zie bijlage 5).
Oordeel panel Het panel heeft vastgesteld dat de afgestudeerden van de vier opleidingen aan de eindkwalificaties voldoen. Verder blijken zowel vertegenwoordigers van het werkveld als afgestudeerden positief over de verworven competenties en de toepasbaarheid in de werksituatie. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GG-A dt als ‘voldoende’ . Voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
15 Facet 6.2
20
25
30
35
Onderwijsrendement
LSO dt LSO vt GG-A dt GG-B dt
voldoende voldoende voldoende niet beoordeelbaar
Criteria: Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Beschrijving • In het visitatierapport Opleidingen Speciaal Onderwijs (2003) beoordeelde het panel het opleidingsrendement als onvoldoende en niet beoordeelbaar, onder meer vanwege het ontbreken van geformuleerde streefcijfers. • Het panel heeft geconstateerd dat Fontys OSO nu wel beschikt over streefcijfers. • Het percentage afgestudeerden van vier opleidingen fluctueert in de periode 20002004 tussen de 70 en 100 procent. • De ‘beperkte’ uitval van studenten gedurende de opleiding is volgens Fontys OSO in vrijwel alle gevallen het gevolg van zwaarte van de studie, toenemende werkdruk in het onderwijs in combinatie met een deeltijdstudie en persoonlijke omstandigheden. Oordeel panel Het panel is van mening dat het rendement van de opleidingen LSO dt/vt en GG-A dt voldoende is. Het panel beoordeelt dit facet voor de opleiding LSO dt/vt en de opleiding GGA dt als ‘voldoende’ en voor de opleiding GG-B dt geldt het oordeel ‘niet beoordeelbaar’.
34
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Deel C: Bijlagen
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
35
36
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Bijlage 1:
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
37
38
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
5
10
15
20
Panellid werkvelddeskundige: R. Brandenburg
Panellid, voorzitter: Drs. G.W. van Dorp
Vereiste deskundigheid volgens NVAO
Panellid NQA: Drs. W. de Boer
Deskundigheden panelleden Panellid domein orthopedagogiek: Prof. dr. J.D. van der Ploeg
Bijlage 2:
Voorzitterskwaliteiten
X
Auditorkwaliteiten
X
X
X
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
X
Onderwijskundige kennis en kennis van het hoger onderwijs Kennis en/of ervaring t.a.v. relevante internationale ontwikkelingen werkveld
X
X
X
X
X
X
X
X
X
De heer drs. G.W. van Dorp Voornamelijk ingezet vanwege zijn kennis van en ervaring in het (hoger) onderwijs. Heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Heeft vanuit eerdere visitaties kennis van de accreditatiesystematiek. Opleiding: 1971 Christelijke Pedagogische Academie Zwolle, Akte voor volledig bevoegd onderwijzer 1972 Vrije Universiteit van Amsterdam, Propedeuse MO Economie en Recht 1977 Erasmus Universiteit Rotterdam, doctoraal Economie Werkervaring: 1971 - 1972 leraar LBO te Rotterdam 1972 - 1977 onderwijzer BO (waarnemend hoofd) te Rotterdam 1977 - 1984 docent economie, Chr. HEAO te Zwolle 1984 - 1985 studieleider MO economie Chr. Lerarenopleiding te Zwolle 1985 - 1988 sectordirecteur HEAO Hogeschool Drente te Emmen 1988 - 2001 voorzitter college van bestuur Chr. Agrarische Hogeschool Dronten 2001 - 2005 directeur bedrijfsvoering ITC Enschede. 2005 zelfstandig adviseur
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
39
5
Overige werkzaamheden: Actief in diverse besturen en commissies. Oprichter en voorzitter van de stichting studentenhuisvesting Zwolle. Voorzitter schoolcommissie bij de vereniging voor Christelijk onderwijs te Zwolle Voorzitter van de stichting jachthaven exploitatie ZC ’37 te Kampen Voorzitter van de HAO-raad (vereniging van agrarische hogescholen) Andere bestuursfuncties betroffen: telefonische hulpdienst Overijssel, Stichting Werk, Agrarisch kenniscentrum Flevoland en de HBO-raad te Den Haag. 2000-heden: voorzitter bezwaarschriftencommissie gemeenten Kampen en Zwartewaterland.
10
15
De heer R. Brandenburg Is met name ingezet vanwege zijn eerdere ervaring als lid van een visitatiecommissie voor OSOopleidingen (post-hbo-speciaal) en zijn kennis en werkervaring in het speciaal (voortgezet) onderwijs. Heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs.
20
Opleiding: 1969 1975 1980 - 1990
HBO-kweekschool Post-HBO Opleiding Speciaal Onderwijs Post-HBO Management Opleiding
Werkervaring: 1973-heden Directiefuncties in speciaal voortgezet onderwijs (cluster 4) 1980-heden Diverse adviesfuncties speciaal onderwijs
25 De heer prof. dr. J.D. van der Ploeg Is met name ingezet vanwege zijn deskundigheid als hoogleraar orthopedagogiek en kennis van sociaal pedagogische dienstverlening. Heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Heeft vanuit eerdere visitaties kennis van de accreditatiesystematiek.
30 Opleiding: 1963 1975
35
40
45
Werkervaring: 1950 - 1959 1959 - 1976 1976 - 1980 1980 - 1982 1982 - 1993 1993 - heden
Universiteit van Amsterdam, Doctoraal examen sociale pedagogiek Universiteit van Amsterdam, Dissertatie: isolement, angst en agressie
In diverse functies werkzaam in het clubhuiswerk en vormingswerk In diverse functies werkzaam in de jeugdzorg en kinderbescherming Universitair hoofdmedewerker Bijzonder hoogleraar Orthopedagogiek, Universiteit van Amsterdam Hoogleraar Orthopedagogiek, Rijksuniversiteit Leiden Leider van onderzoeksgroep Nederlands Instituut voor Pedagogisch en Psychologisch Onderzoek, Amsterdam
De heer drs. W. de Boer Ingezet als NQA-auditor. Hij heeft 6 jaar ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. Bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange visitatie-ervaring. Via detachering bij de DVC en betrokkenheid bij de beoordeling van een groot aantal opleidingen beschikt hij over uitgebreide expertise op het gebied van de validering van beroepsgerichte masteropleidingen.
40
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Opleiding: 1985 - 1986.propedeuse politicologie, KU Nijmegen 1986 - 1992 doctoraal bestuurs- en beleidswetenschappen, KU Nijmegen
5
10
Werkervaring: 1992 - 1994 Management trainee Erasmus Universiteit Rotterdam. 1994 - 1999 Besturenraad PCO 1999 - 2003 HBO-raad, afdeling kwaliteitszorg 2001 - 2003 Dutch Validation Council (detachering in deeltijd) 2004 - …. Netherlands Quality Agency
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
41
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Programma visitatiebezoek Fontys OSO op 12 januari 2005 5 Tijd
Wat
Wie
09.00-11.00 uur
Paneloverleg, bestuderen materiaal
11.00-11.45 uur
Overleg management, lid Raad van Bestuur, stafteam, lector Fontys OSO, auditor Fontys en panel
11.45-12.30 uur
Overleg docenten Fontys OSO en panel
− De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer Management Fontys OSO: − Mevrouw Ponte (lector) − Mevrouw Teune (lid RvB) − De heer Dollevoet − De heer Claasen − De heer Boeijkens − De heer De Jong − De heer Gielis − De heer Haccou − De heer Verhulst (auditor Fontys) Panel: − De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer Auditor Fontys: − De heer Verhulst Docenten Fontys OSO: − Mevrouw van den Heijkant − Mevrouw Loerts − De heer Smeets − Mevrouw Quak − Mevrouw Buzzoni − Mevrouw De Baar Panel: − De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer Auditor Fontys: − De heer Verhulst
12.30-13.30 uur
Lunch
42
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
13.30-14.15 uur
Overleg studenten en panel
14.15-15.00 uur
Overleg afgestudeerden en panel
15.00-15.45 uur
Overleg Leden Raad van Advies en panel
15.45-16.30 uur
Paneloverleg
16.30-17.00 uur
Overleg management Fontys OSO en panel
17.00-17.30 uur
Paneloverleg
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Studenten Fontys OSO: − Mevrouw Van de Meijden − Mevrouw Linssen − Mevrouw van Roy − De heer De Greef − Mevrouw Reuvers-Maas Panel: − De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer Auditor Fontys: − De heer Verhulst Afgestudeerden Fontys OSO: − Mevrouw Verhagen − Mevrouw Martens − De heer Hageman − Mevrouw Broeijer-Overtoom − Mevrouw Lebens − Mevrouw De Ridder − De heer De Zwart − Mevrouw Berkel-Strijbos Panel: − De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer Raad van Advies Fontys OSO: − Mevrouw van Dijk − De heer Wigman − De heer N. van Dorp − De heer van Schijndel Panel: − De heer G. van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer − De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer Management Fontys OSO: − De heer Boeijkens − De heer De Jong − De heer Gielis − De heer Haccou − Mevr. Teune (lid RvB) − Mevr. Ponte (lector OSO) − De heer Dollevoet − De heer Claasen
Panel: − De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer − De heer van Dorp − De heer Brandenburg − De heer De Boer
43
Bijlage 4:
Kengetallen
Kengetallen Opleiding leraar gehoorgestoorden A (dt), tabel 1 t/m4 5 Tabel 1: Algemene gegevens studenten Opleiding Leraar gehoorgestoorden A (dt). Inschrijvingsjaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Totaal aantal 45 64 77 68 54 60 ingeschreven studenten Totaal aantal 22 38 36 38 28 37 instromende studenten Totaal aantal 14 17 36 23 28 26 geslaagden
10
15
2004 45
21
Tabel 2: Opleidingsrendement als percentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding Leraar gehoorgestoorden A (dt). Instroomcohort Opleidingsrendement 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Diploma behaald 0% 0% 3% 5% 7% 16% gemeten na 1 jr. Diploma behaald 68% 89% 58% 71% 79% gemeten na 2 jr. Diploma behaald 73% 89% 61% 71% gemeten na 3 jr. Diploma behaald 73% 89% 61% gemeten na 4 jr. Diploma behaald 73% 89% gemeten na 5 jr. Diploma behaald 73% 89% gemeten na 6 jr.
Tabel 3: Uitvalpercentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding Leraar gehoorgestoorden A (dt). Instroomcohort Uitval van instroom 1998 1999 2000 2001 2002 Percentage uitval 5% 5% 22% 29% 11% gemeten na 1 jr. Percentage uitval 18% 11% 39% 29% 14% gemeten na 2 jr. Percentage uitval 23% 11% 39% 29% gemeten na 3 jr. Percentage uitval 27% 11% 39% gemeten na 4 jr. Percentage uitval 27% 11% gemeten na 5 jr. Percentage uitval 27% gemeten na 6 jr.
44
2003 24%
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Tabel 4: Uitstroom van instromers van de Opleiding Leraar gehoorgestoorden A (dt). Uitstroomcohort Uitstroom 1998/99 1999/00 2000/01 2001/02 2002/03 2003/04 instromers Aantal geslaagden 14 17 36 23 28 26 Gemiddelde 2 2,1 2,0 2,0 2,0 1,8 studieduur geslaagden in jaren Aantal studiestakers 5 6 11 19 3 10 Gemiddelde 2,2 1,8 1,4 1,7 1,0 1,1 studieduur studiestakers in jaren
5
Kengetallen Opleiding leraar gehoorgestoorden B (dt), tabel 5 t/m 8 Tabel 5: Algemene gegevens studenten Opleiding Leraar gehoorgestoorden B (dt). Inschrijvingsjaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Totaal aantal 10 1 ingeschreven studenten Totaal aantal 10 1 instromende studenten Totaal aantal 10 geslaagden
10
2004 1
Tabel 6: Opleidingsrendement als percentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding Leraar gehoorgestoorden B (dt). Instroomcohort Opleidingsrendement 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Diploma behaald 100% 0% gemeten na 1 jr. Diploma behaald 100% gemeten na 2 jr. Diploma behaald 100% gemeten na 3 jr. Diploma behaald gemeten na 4 jr. Diploma behaald gemeten na 5 jr. Diploma behaald gemeten na 6 jr.
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
45
Tabel 7: Uitvalpercentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding Leraar gehoorgestoorden B (dt). Instroomcohort Uitval van instroom 1998 1999 2000 2001 2002 Percentage uitval gemeten na 1 jr. Percentage uitval gemeten na 2 jr. Percentage uitval gemeten na 3 jr. Percentage uitval gemeten na 4 jr. Percentage uitval gemeten na 5 jr. Percentage uitval gemeten na 6 jr.
2003
5 Tabel 8: Uitstroom van instromers van de Opleiding Leraar gehoorgestoorden B (dt). Uitstroomcohort Uitstroom instromers 1998/99 1999/00 2000/01 2001/02 2002/03 Aantal geslaagden 10 Gemiddelde studieduur 1,0 geslaagden in jaren Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers in jaren
10
2003/04
Kengetallen Opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (dt), tabel 9 t/m 12 Tabel 9: Algemene gegevens studenten Opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (dt). Inschrijvingsjaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Totaal aantal 1396 1787 2066 2693 2562 3033 3491 ingeschreven studenten Totaal aantal 1105 1180 1354 2025 1487 2067 2295 instromende studenten Totaal aantal 607 835 1030 1077 1121 1292 geslaagden
46
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Tabel 10: Opleidingsrendement als percentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (dt). Instroomcohort Opleidingsrendement 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Diploma behaald 37% 26% 34% 34% 28% 30% gemeten na 1 jr. Diploma behaald 79% 72% 62% 65% 69% gemeten na 2 jr. Diploma behaald 81% 74% 65% 68% gemeten na 3 jr. Diploma behaald 82% 75% 66% gemeten na 4 jr. Diploma behaald 82% 75% gemeten na 5 jr. Diploma behaald 82% gemeten na 6 jr.
5 Tabel 11: Uitvalpercentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (dt). Instroomcohort Uitval van instroom 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage uitval 15% 17% 21% 20% 20% 19% gemeten na 1 jr. Percentage uitval 17% 23% 30% 26% 26% gemeten na 2 jr. Percentage uitval 18% 24% 33% 28% gemeten na 3 jr. Percentage uitval 18% 25% 34% gemeten na 4 jr. Percentage uitval 18% 25% gemeten na 5 jr. Percentage uitval 18% gemeten na 6 jr.
10 Tabel 12: Uitstroom van instromers van de Opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (dt). Uitstroomcohort Uitstroom instromers 1998/99 1999/00 2000/01 2001/02 2002/03 2003/04 Aantal geslaagden 607 835 1030 1077 1121 1292 Gemiddelde studieduur 1,3 1,7 1,6 1,4 1,7 1,6 geslaagden in jaren Aantal studiestakers 182 240 368 541 464 556 Gemiddelde studieduur 1,1 1,2 1,3 1,3 1,5 1,4 studiestakers in jaren
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
47
Kengetallen Opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (vt), tabel 13 t/m 16 Tabel 13: Algemene gegevens studenten Opleiding Leraar speciaal onderwijs algemeen (vt). Inschrijvingsjaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Totaal aantal 249 189 153 112 99 134 157 ingeschreven studenten Totaal aantal 249 186 145 107 97 127 151 instromende studenten Totaal aantal 231 168 134 101 85 113 geslaagden
5 Tabel 14: Opleidingsrendement als percentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding Leraar speciaal onderwijs algemeen (vt). Instroomcohort Opleidingsrendement 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Diploma behaald 93% 89% 91% 93% 88% 87% gemeten na 1 jr. Diploma behaald 94% 90% 92% 93% 91% gemeten na 2 jr. Diploma behaald 94% 90% 92% 93% gemeten na 3 jr. Diploma behaald 94% 90% 92% gemeten na 4 jr. Diploma behaald 94% 90% gemeten na 5 jr. Diploma behaald 94% gemeten na 6 jr.
10 Tabel 15: Uitvalpercentage van de instroom (cumulatief) van de Opleiding Leraar speciaal onderwijs algemeen (vt). Instroomcohort Uitval van instroom 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage uitval 6% 7% 7% 7% 6% 10% gemeten na 1 jr. Percentage uitval 6% 9% 8% 7% 7% gemeten na 2 jr. Percentage uitval 6% 9% 8% 7% gemeten na 3 jr. Percentage uitval 6% 9% 8% gemeten na 4 jr. Percentage uitval 6% 10% gemeten na 5 jr. Percentage uitval 6% gemeten na 6 jr.
15 Tabel 16: Uitstroom van instromers van de Opleiding Leraar speciaal onderwijs algemeen (vt). Uitstroomcohort Uitstroom instromers 1998/99 1999/00 2000/01 2001/02 2002/03 2003/04 Aantal geslaagden 231 168 134 101 85 113 Gemiddelde studieduur 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 geslaagden in jaren Aantal studiestakers 15 13 14 9 7 15 Gemiddelde studieduur 1,0 1,0 1,4 1,3 13 1,3 studiestakers in jaren
48
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Bijlage 5:
5
• • • • •
10 •
• 15
• 20
• • •
25
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Ir. J.J. Hageman, Eindcasus Remedial Teaching Voortgezet Onderwijs. April 2004. H.M. Hekkema-Dönszelmann, Afstudeerwerkstuk RT/VO 2002-2004. Mary Mourik, Afstudeerwerkstuk. Opleiding RTVO. Mei 2004 Marjo Tonk, Definitieve Casus, Onderzoek, Handelingsplan, Behandelsessies, Evaluatie, Reflectie. Opdracht opleiding Dyslexiespecialist. 2004. Annemiek Glasbergen, Eindwerkstuk DS03SM05 Opleiding Dyslexiespecialist. Juni 2004 Jeanne Verheugt-Hol, Het Spraak-Taal Ambulatorium, Begeleiding van ouder-kindinteractie belangrijk of niet? Onderzoek in het kader van de opleiding Remediaal Specialist. Mei 2001 Jos Smeets, Technische Leestoets voor de Brugklas, De constructie en praktijktoetsing van een nieuwe technische tekstleestoets voor brugklasleerlingen vmbo-havo-vwo. Onderzoek in het kader van de opleiding Remediaal Specialist. Juni 2001 Karin van Berkel, Ruim baan voor de loopbaan. Afstudeerwerkstuk opleiding LBSD. Juni 2004 Toon Bazelmans, PSO als middel naar competentiegericht leren. Afstudeerwerkstuk in het kader van de opleiding LBSD. Juni 2004 Hilde Verhagen, Afstudeerwerkstuk in het kader van de opleiding AUTISME. Juni 2004. Sandra 't Wout, De jongen die van voetbal houdt, Begeleiding van een kind met autisme in het speciaal onderwijs. Afstudeerwerkstuk opleiding Autisme. Augustus 2004.
© NQA - Visitatie Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
49