editie 4 April 2009
NIEUWSBRIEF C-AR De Nieuwsbrief C-AR is bedoeld om direct betrokkenen en stakeholders te informeren over de voortgang van het Centraal Aansluitingenregister. De Nieuwsbrief verschijnt op reguliere basis onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep C-AR. Voor meer informatie: Erwin de Jager, Projectmanager C-AR, e-mail:
[email protected]. Opmerkingen en suggesties over de Nieuwsbrief C-AR zijn welkom.
In deze editie o.a.: Herman Jonkman, Enexis: ‘Administratie meetbedrijven veel sluitender’ Erwin de Jager, C-AR: ‘De netbeheerder wordt ontzorgd’ Projectleiders netbeheerders: ‘‘Samen investeren in verbeteringen’ Dataverkeer bij Havenbedrijf Rotterdam: ‘Opmerkelijke overeenkomsten met C-AR’ Leo Dijkstra, Logica: ‘De C-AR motor draait!’
Rob van Rees, directeur Greenchoice: ‘C-AR: meer efficiency in de keten’ de Nederlandse markt zijn blij met de komst van het C-AR. Rob van Rees, directeur van onafhankelijk energieleverancier Greenchoice, acht een centraal aansluitingen register van groot belang voor de energiesector, omdat er meer efficiency in de keten mee wordt bewerkstelligd. Ook zorgt C-AR voor een verkleining van de kans op fouten in de berichtenuitwisseling tussen netbeheerders en leveranciers, en het minimaliseren van de afstemmingskosten, zegt hij.
Rob van Rees (Greenchoice): ‘Afstemming van gegevens zo goed mogelijk organiseren.’ Niet alleen de grote nu nog geïntegreerde bedrijven, ook de kleinere onafhankelijke energieleveranciers op
Van Rees: “Voor de BV-Nederland is C-AR een goede ontwikkeling. Omdat we te maken hebben met een vrije markt, verschillende leveranciers en verschillende netbeheerders, worden we geconfronteerd met de opgave de afstemming van gegevens zo goed mogelijk te organiseren. In dat licht bezien vind ik C-AR een logische ontwikkeling in de richting van:
hoe richt ik dat zo efficiënt mogelijk in tegen zo laag mogelijke kosten.” Geen zorgen Als onafhankelijk energieleverancier zonder netfaciliteiten bemoeit Greenchoice zich niet intensief met de implementatie van C-AR. Dat is vooral een zaak van de netbeheerders, zegt Van Rees. “Wel zijn we destijds heel nauw betrokken geweest bij het toenmalige Energie Clearing House. Toen dat werd opgericht door de grote energiebedrijven haakten wij al vrij snel aan en werd ik lid van het bestuur. Ook zijn wij betrokken geweest bij de discussie over hoe het nieuwe marktmodel er nu precies uit moest gaan zien. C-AR kwam toen als onderdeel daarvan logischerwijs ter sprake.” Van Rees juicht het toe dat C-AR er binnen afzienbare termijn gaat komen. Over de implementatie ervan maakt hij zich geen zorgen. “Ik weet zeker dat dat
NIEUWSBRIEF C-AR editie 4 April 2009
goed zal gaan’, zegt hij. Wel merkt hij dat mensen in de energiesector doorgaans wat kopschuw zijn geworden voor ingrijpende operaties. Van Rees: “Dat komt doordat de sector in het verleden door de energietoezichthouder fors op haar vingers is getikt voor administratieve fouten. Daardoor heeft zich toch iets van onzekerheid en angst postgevat bij sommige mensen.” Ongegrond Maar die angst is volledig ongegrond, meent hij. “De fouten van toen waren te wijten aan twee belangrijke oorzaken. In de eerste plaats was dat een historisch opgebouwd vervuild bestand, dat inmiddels door alle partijen in de sector door de marktwerking volledig is opgeschoond. De tweede oorzaak voor die administratieve problemen was
destijds enerzijds het liberaliseren van de markt en anderzijds de immense automatiseringsslag die bedrijven moesten maken. Dat opgeteld maakte dat de sec-
maar er wordt nu zo serieus en gemotiveerd door de netbeheerders aan C-AR gewerkt, dat de hele operatie zeker zal slagen. Het enige waarover de
Rob van Rees (Greenchoice): “Qua automatisering is er nog een hoop werk te verrichten.” tor met grote administratieve problemen werd geconfronteerd. Inmiddels heeft iedereen de boel volledig op orde, is de vervuiling verleden tijd, en zijn we al heel ver gevorderd met de ontwikkeling van C-AR. Niets staat een succesvolle implementatie dus meer in de weg.” Rotterdams Het is nu vooral ook een kwestie van de zaken voortvarend en adequaat aanpakken, zegt Van Rees. “Qua automatisering is er nog een hoop werk te verrichten,
betrokken partijen nu eigenlijk nog van gedachten wisselen, is het te volgen tijdspad. Toch denk ik dat het belangrijk is dat de vaart er nu in gehouden wordt. Anders loop je de kans dat het proces in de versukkeling raakt. Wat dat betreft ben ik echt een voorstander van de Rotterdamse aanpak: Geen woorden maar daden.”
Erwin de Jager (C-AR): ‘De netbeheerder wordt ontzorgd’ Nu de ontwerpfase van het C-AR achter de rug is, begint het echte werk: de bouw en test van het centrale systeem. Release 1 van de software is gebouwd en elke stap wordt zorgvuldig getest. “We zijn nu volop bezig om de eerste systeemtesten uit te voeren. De eerste pakketjes met software worden vanaf begin juli tussen EDSN en de netbeheerders over en weer gestuurd”, meldt C-AR-projectleider Erwin de Jager. In deze fase van het project is een belangrijke rol weggelegd voor de projectleiders bij de diverse betrokken netbeheerders, die het nieuwe systeem in hun bestaande infrastructuur moeten implementeren. Er vindt intensief
overleg plaats binnen de stuurgroep en de diverse project overleggen. Totnogtoe hebben alle deelnemers aangegeven dat ze op tijd klaar zijn om vanaf juli de functionele testen uit te voeren”, aldus De Jager. Ook de leveranciers en overige marktrollen zijn bij het project betrokken. Voor hen bouwt EDSN het zogenoemde Energie Marktportaal (E-MP). Deze fungeert als een soort entree of lobby voor het C-AR waar alle marktpartijen toegang toe hebben. Leveranciers kunnen hier de benodigde gegevens uit het C-AR opvragen maar hebben geen toegang tot het daadwerkelijke register, dat uitsluitend voor netbeheerders is bedoeld. De Jager: “Het voordeel van het E-MP is dat er minder berichtenverkeer nodig is tussen leveranciers en netbeheerders. Leveranciers kunnen zelf de benodigde informatie ophalen. Dit is efficiënter en de kans op fouten is praktisch nul. De netbeheerder wordt zo in belangrijke mate ontzorgd.”
Herman Jonkman, manager Enexis Meetbedrijf: ‘Een sluitende administratie, minder uitval en dus veel efficiënter werken’ tot het verleden’ Met de toekomstige invoering van C-AR vindt de registratie straks centraal plaats in één systeem. En dat biedt voor meetbedrijven het voordeel dat de administratie veel sluitender wordt dan tot nu toe het geval is, zegt Herman Jonkman, manager van het Enexis Meetbedrijf. “Nu nog zijn er verschillende administraties en is er uitval bij het versturen van berichten. Bij C-AR is mijn hoop en verwachting dat de dataverzameling in Nederland consistenter wordt, dat er minder uitval is en dat er daardoor efficiënter gewerkt kan worden.” Winst Jonkman maakt als vertegenwoordiger van het Enexis Meetbedrijf deel uit van de Algemene Ledenvergadering van de vereniging Nederlandse EnergieDataUitwisseling (ALV-NEDU). Hij zegt dat de omschakeling van de huidige werkwijze naar een centraal aansluitingen register een majeure verandering inhoudt. Jonkman: “Het omzetten van alle verschillende aansluitregisters die netbeheerders nu zelf nog beheren naar een centraal systeem, biedt natuurlijk geweldig nieuwe kansen. Het resulteert in een belangrijke vereenvoudiging van de uitwisseling van gegevens tussen de netbeheerder en het meetbedrijf. C-AR betekent een opschaling naar betere State of the Art technieken.” Dat die verandering ook gepaard zal gaan met pijn, in de vorm van weerstand, wekt geen verwondering, meent Jonkman. “Daarom ook zul je dat proces van verandering binnen het netwerkbedrijf heel goed moeten
begeleiden. Het zal niet zonder slag of stoot gaan. Toch denk ik dat deze omschakeling aan iedereen heel goed is uit te leggen. De wereld van C-AR ziet er immers beter uit dan de wereld van nu, de winst die ermee wordt geboekt zal door alle partijen worden onderkend. Ik ben ervan overtuigd dat je alle handen daarvoor op elkaar krijgt. C-AR levert duidelijk veel winst op.” Betrokkenheid Jonkman: “Binnen het Enexis Meetbedrijf zie ik een sterke betrokkenheid bij C-AR. Onze mensen hebben mee mogen bouwen aan het nieuwe marktmodel en processen die we straks gaan voeren mee helpen vormgeven. Zij kennen de voetangels en klemmen en beseffen heel goed wat er zal verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Dat geeft een enorme drive om je daarvoor in te zetten. Daarnaast moet ik constateren dat er relatief gezien niet zo heel veel verandert voor het meetbedrijf, de impact voor energieleveranciers en netbeheerders is vele malen groter.” Jonkman ziet voor het meetbedrijf kansen om op het vlak van informatieuitwisseling tussen netbeheerders en meetbedrijven een flinke stap voorwaarts te maken. Want, zegt hij, een meetbedrijf kan zijn werk pas echt goed doen op het moment dat duidelijk is hoe een aansluiting er fysiek uitziet bij een klant. “Het zogenaamde E64 bericht krijgt veel meer gewicht bij de invoering van het nieuwe marktmodel. Dat biedt een significante verbetering in de berichtenafhandeling
tussen netbeheerder en meetbedrijf. En daarmee een significante verbetering in het functioneren van de keten. Dat zal iedere leverancier, shipper, PVpartij en netbeheerder gaan merken.” In het platform meetbedrijven hebben de Meetbedrijven extra aandacht voor wat veranderingen in de energiesector betekenen voor de meetbedrijven. Ook C-AR komt daarbij prominent aan de orde, zegt Jonkman. Dubbele uitdaging De ontwikkeling van de slimme meter, processen gebeuren parallel aan de invoering van het nieuwe marktmodel waar het C-AR een grote rol in speelt. “Slimme meters helpen een betere kijk geven op het energieverbruik. Invoering van slimme meters is een operatie van zeldzaam formaat. Datzelfde geldt voor het invoeren van het nieuwe marktmodel. Samen vormen deze initiatieven een dubbele uitdaging voor de Nederlandse energiesector. Dit kan een succes worden als de sector inclusief de overheid bereid is sterk samen te werken.”
NIEUWSBRIEF C-AR editie 4 April 2009
Even voorstellen: de projectleiders C-AR Nu het C-AR op de tekentafel gestalte heeft gekregen, is het tijd om van de technische documentatie naar de bouw te gaan. Hier ligt een zware taak voor de netbeheerders, die het nieuwe systeem in hun eigen bedrijfsvoering moeten implementeren. De projectleiders van de betrokken bedrijven werken binnen het C-AR intensief met elkaar samen. Graag stellen we ze even aan u voor:
Heert van de Worp (Cogas): ‘Een complexe uitdaging’ “Cogas is direct vertegenwoordigd in het projectleiders overleg van de netbeheerders. Dit platform zorgt ervoor dat de projectactiviteiten centraal worden afgestemd en geeft ook inzicht in de laatste status. Een goede zet, omdat mensen in en om het project namelijk altijd direct invloed uit oefenen op het verloop van het project en het eindresultaat. Op dit moment zijn wij binnen Cogas volop bezig met de implementatiefase C-AR ofwel een complexe uitdaging.”
Eric Sommer (Enexis): ‘Samen investeren in verbeteringen’ “Heel veel werk. Dat is wat het C-AR momenteel betekent voor Enexis. Enexis kiest bewust om hier - samen met onze collega-netwerkbeheerders - veel op in te zetten, omdat we ervan overtuigd zijn dat het C-AR de weg effent om ons werk in de toekomst beter te kunnen doen. Met minder inspanningen. Zodat we ons blijvend kunnen concentreren op onze kernactiviteit: onze klanten nog beter bedienen!”
Ricardo Arkes (Rendo): ‘Samen het C-AR trekken!’ “Het C-AR is een goed initiatief van de energiesector om er voor te zorgen dat de (administratieve) processen vereenvoudigd worden voor alle betrokken partijen. Door samen de schouders er onder te zetten, kunnen we er voor zorgen dat het nieuwe marktmodel ook daadwerkelijk op 1 juli 2010 uitgerold kan worden.”
Arnold Smit (Alliander): ‘Verdergaande vereen voudiging’ “Het C-AR is voor Alliander een belangrijke eerste stap in de centralisatie van die processen die voor elke netbeheerder hetzelfde zijn. In het nieuwe marktmodel worden de netbeheerder processen vereenvoudigd en het C-AR verzorgt een nog verdergaande vereenvoudiging. Dit is natuurlijk een ontwikkeling die wij als netbeheerders allemaal toejuichen.”
Wim Joosse (Delta): ‘Een toren van Babel?’ “Vanuit instapoptie 2 perspectief is het C-AR-project (CARIN bij DNWB) vooral gericht op de interface naar het C-AR. Dat lijkt een niet al te ingewikkelde klus. Grote uitdaging is echter om met alle interne en externe partijen op één lijn te komen en te blijven. Belangrijkste sleutelwoord daarbij is communicatie. De geschiedenis leert dat dit niet genoeg benadrukt kan worden. De huidige goede samenwerking biedt echter vertrouwen voor de toekomst.”
Erwin de Jager (EDSN): ‘C-AR samen tot succes maken’ “Iedereen is het aan zichzelf en de anderen verplicht om het C-AR tot een succes te maken. Alle betrokkenen voelen die druk, en dat komt de samenwerking alleen maar ten goede.” Elleke Krijger (ObN-NetH): ‘Deadline komt snel dichterbij’ “Voor ons als relatief kleine partij en met de problematiek van integrerende netbeheerders (Obragas, NRE en Netbeheer Haarlemmermeergas) is de impact van het nieuwe Marktmodel en de bijbehorende wijzigingen in processen en systemen gigantisch.. We zien het C-AR als spil in het geheel van eigen processen en systemen én externe centrale systemen. De uitdaging die wij ons gesteld zien, is om op tijd aan te sluiten op het C-AR en onze organisatie klaar te stomen. De datum 1 juli 2010 komt snel dichterbij!” Raymond Essers (Logica): ‘Kwaliteit is key’ “We zijn ons terdege bewust van de betekenis van dit systeem voor de netbeheerders. We zijn daarom bezig met een uitgebreid en intensief testtraject van het systeem.”
Peter Dirne (Intergas): ‘Krachten zo veel mogelijk bundelen’ “Het integreren van het C-AR binnen de bedrijfseigen processen en systemen is een uitdaging maar realiseerbaar. Het is goed dat de netbeheerders de krachten binnen het C-AR project waar mogelijk bundelen.” Joost de Geus (TenneT): ‘Iedereen gebaat bij C-AR’ ‘TenneT heeft als beheerder van het landelijk transportnet ongeveer 80-100 aansluitingen en we vinden het C-AR erg belangrijk! We ondersteunen dit initiatief van harte. Het C-AR draagt bij aan het verbeteren van de administratieve processen in de markt en daarbij is iedereen gebaat.’ Rudy de Blok (Stedin): ‘Acceptatie cruciaal’ ‘Acceptatie van het C-AR door de marktpartijen is cruciaal voor het succes.’
Edwin van Meerendonk (Westland): ‘Een nieuwe invalshoek’ “De invoering van het Centraal Aansluitregister als één van de nieuwe centrale applicaties binnen het nieuwe marktmodel is voor Westland Infra een intrigerende exercitie; zowel voor de ICT als voor de gebruikersorganisatie. De grootschaligheid van aanpassingen en de ambitieuze tijdslijn geven een nieuwe invalshoek op de bekende ‘uitdaging’.” De projectleiders C-AR. Vlnr: Edwin van Meerendonk (Westland), Ricardo Arkes (Rendo), Eric Sommer (Enexis), Erwin de Jager (EDSN), Heert van de Worp (Cogas), Joost de Geus (TenneT), Arnold Smit (Alliander), Raymond Essers (Logica), Rudy de Blok (Stedin), Wim Joosse (Delta). Elleke Krijger (ObN-NetH) ontbreekt op de foto.
NIEUWSBRIEF C-AR editie 4 April 2009
Port Community System vertoont opmerkelijk veel overeenkomsten met C-AR: Eén centraal ICT-platform voor Rotterdamse en Amsterdamse havens
Overeenkomsten Het ICT-platform voor de Rotterdamse en Amsterdamse havens vertoont zeker parallellen met het centraal aansluitingen register in de energiesector, merkt Van der Wolf op. Het bij elkaar brengen van informatie op een centraal platform voor de havens biedt de mogelijkheid om veel meer informatie aan partijen te geven, waardoor het inzicht in bepaalde zaken wordt vergroot, zegt hij. “Door dit proces te standaardiseren, wordt de betrouwbaarheid van data-uitwisseling vergroot. Vertaal je dat naar de energiesector, dan zie je dat ook een centraal aansluitingen register uitgaat van een standaard werkwijze en dat verschillende werkprocessen tot het verleden behoren. Dat vergroot de efficiency, voorkomt fouten en bespaart geld. Een andere parallel tussen ons systeem en C-AR is dat er verschillende partijen bij die gegevensuitwisseling betrokken zijn.” Implementatie Van der Wolf: “Er is van te voren heel intensief nagedacht voordat we met het Port Community System aan de slag zijn gegaan. Heel belangrijk is dat je bij de implementatie
van een dergelijk systeem over mensen beschikt die de business van haver tot gort kennen. Een ander belangrijk aspect is de win-win-situatie. Zowel in de havens als in de energiesector heb je te maken met een omgeving waarin meerdere partijen moeten samenwerken. Dat betekent dat de voordelen van zo’n systeem voor iedereen inzichtelijk moeten worden gemaakt. Zowel op directieniveau als op het niveau van operationeel management zul je volledige committment moeten hebben om ermee aan de slag te kunnen gaan.” Belangrijk is ook, zegt Van der Wolf, dat er van het momentum gebruik gemaakt moet worden om praktische zaken in gang te zetten. “Als er committment is, pak de zaken dan snel aan en ga er niet eerst eindeloos lang op studeren. Een tweede aandachtspunt is dat je eerst actie neemt en pas daarna erover gaat communiceren. Volg je de omgekeerde volgorde, dan loop je het risico dat zaken niet goed van de grond komen omdat dat weerstand oproept bij betrokkenen. Elke verandering doet nu eenmaal pijn. Laat je die leidend zijn in zo’n complex systeemveranderingsproces, dan krijg je dingen veel moeilijker voor elkaar. In de energiesector zal dat, naar ik veronderstel, niet veel anders zijn.”
Leo Dijkstra (Logica): ‘De C-AR motor draait!’ In 2002 werd voor de Rotterdamse haven het Port Community System ingericht, waarmee bedrijven en overheden efficiënt en eenvoudig informatie kunnen uitwisselen. Sinds maart dit jaar zijn het Port Community System van Haven Amsterdam (PortNET) en van Havenbedrijf Rotterdam (Port infolink) samengevoegd in Portbase. De overeenkomsten van het systeem met C-AR zijn opmerkelijk, zegt Iwan van der Wolf, directeur van Portbase. Portbase profileert zich als ‘home of logistics intelligence’. De nieuwe organisatie noemt zich de neutrale en betrouwbare spin in het web voor alle logistieke informatie in de Rotterdamse en Amsterdamse havens. Ze biedt 25 verschillende informatiediensten en telt ongeveer 1.300 klanten in alle havensectoren. Van der Wolf: “Het Port Community System is het centrale ICT-platform voor bedrijven en overheden die bij de havens zijn betrokken. Op dit platform kunnen zij via internet met elkaar communiceren, waardoor de efficiency en beveiliging van de onderlinge berichtgeving wordt bevorderd.” Complexe wereld De havenlogistiek is een wereld waarin heel veel partijen met elkaar communiceren. Vanuit juridisch oogpunt bezien is de haven een plek waar documenten en rechten op goederen overgaan van de ene op de andere partij. Overheden, zoals de
douane, hebben een belangrijke controlefunctie in de haven, want die is zowel knooppunt als grens. Er zijn heel veel partijen die in een haven zaken met elkaar moeten doen, zegt Van der Wolf. “Die hebben niet allemaal een commerciële relatie, maar zijn wel op elkaar aangewezen. Een wegvervoerder die naar een haventerminal komt, heeft feitelijk niets te maken met de terminal. Toch zijn zij in de informatie-uitwisseling op elkaar aangewezen, omdat de één een vracht aflevert en de ander die in ontvangst neemt.” Van oudsher verliep die data-uitwisseling op papier, per telefoon, telex of per koerier. Van der Wolf: “Als je bijvoorbeeld kijkt naar de containersector, dan waren er 150 contactmomenten voor nodig voordat een container dat hele proces doorlopen had.” Met de intrede van Port infolink ontstond een centraal ICT-platform waarop alle partijen heel gemakkelijk hun gegevens kwijt kunnen en ook weer vanaf kunnen halen. Dat is de basis van het systeem. Inmiddels is het uitgebreid met tal van andere diensten, waardoor op een eenvoudige manier gegevens kunnen worden aangeleverd en waarmee partijen hun eigen voordeel kunnen doen, legt Van der Wolf uit. “Het Port Community System verschaft hun administratieve ondersteuning en collectioneert gegevens waarover men anders nooit zou kunnen beschikken.”
Na een zorgvuldige ontwerpperiode is het C-AR projectteam begonnen met de bouw van het centrale systeem. Het bouwteam werkt volgens een strak gestandaardiseerd ontwikkel- en configuratieproces en heeft in het Integration Result Centre van Logica in Groningen de eerste software gerealiseerd. De oplevering van de eerste release nadert snel en ook release 2 komt er volgens planning aan. De eerste processen zijn van het begin tot het eind met het geïntegreerde C-AR systeem doorlopen. Leo Dijkstra, delivery director Utilities van Logica, was erbij: “Vanuit mijn ingenieursachtergrond en passie voor auto’s vind ik dit zelf altijd een magisch
moment. Het systeem komt tot leven, of in dit geval: de C-AR motor draait!” Het project bevindt zich nu al volop in de fase van de systeemintegratietesten, waarna de gezamenlijke testen met EDSN en ook de netbeheerders volgen. De eerste testdatamigraties met echte data van de netbeheerders starten in juni. Dijkstra: “De uitkomsten van die proefmigraties geven de netbeheerders informatie over hun aangeleverde data. EDSN en Logica krijgen hierdoor input voor het gedetailleerde ‘go-live’ draaiboek. Het doel van dit draaiboek is ervoor te zorgen dat de eindgebruikers geen hinder ondervinden van deze transitie.” Stabiele operatie Logica heeft met dit project voor EDSN een naam hoog te houden. Er is het projectteam dan ook alles aan gelegen te zorgen voor een stabiele operatie, niet alleen bij de transitie nu, maar vooral ook in de komende jaren. Voor het echte succes is het nood-
zakelijk dat elke netbeheerder goed aansluit en de processen conform het nieuwe marktmodel uitvoert. Dijkstra legt uit: “De situatie is nu fundamenteel anders dan bij de oprichting van Energie Clearing House en de opening van de markt in 2001. De destijds ingevoerde systemen routeren, ook vandaag de dag nog, berichten zonder dat de data centraal is geplaatst. Bij de nieuwe systemen is dit wel het geval, waardoor in tegenstelling tot acht jaar geleden nu een forse migratie plaatsvindt. Een goede ondersteuning vanuit EDSN en Logica en een open samenwerking met de netbeheerders is daarbij cruciaal. Onze mensen voelen deze verantwoordelijkheid heel sterk. Er is voor ons namelijk nog een extra uitdaging. Naast de opdracht voor de realisatie van C-AR is Logica ook betrokken bij gerelateerde projecten bij netbeheerders. We kijken dus altijd een stap verder dan de eerstvolgende mijlpaal. Logica wil van dit project echt een groot succes maken.”
NIEUWSBRIEF C-AR editie 4 April 2009
C-AR’retjes Kick-off Testcoördinatoren C-AR Met de oplevering van het Mastertestplan van 17 december jl. zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart voor het kunnen testen en accepteren van het systeem C-AR. Centrale vraag hierbij is of het systeem voldoet aan de specificaties zoals die gezamenlijk zijn opgesteld. Eerst zal de Site Acceptance Test (SAT) worden uitgevoerd, waarin EDSN het product accepteert richting Logica. Daarna zal met de User Acceptance Test (UAT) acceptatie door de netbeheerders plaatsvinden.
Implementatiewerkgroep Dataplan ‘Een uitdaging’ mag het genoemd worden, het opstellen van het data migratieplan. Negen netbeheerders met op dit moment elk hun eigen aansluitingenregister die hun aansluitingengegevens gaan migreren naar het Centraal Aansluitingenregister. De werkgroep Dataplan heeft er inmiddels 8 sessies aan gewijd en met resultaat. Het dataplan is in de projectstuurgroep van 2 april jl. vastgesteld. Naast een beschrijving van het formaat waarin de aansluitingengegevens gemigreerd gaan worden, bevat het dataplan tevens de organisatorische en planmatige aspecten van de migratie. Al in juni 2009 zullen de eerste netbeheerders proefmigraties gaan uitvoeren. De proefmigraties stellen de netbeheerders gefaseerd in staat om de aansluitingengegevens in het juiste formaat aan te bieden. Belangrijk zijn bijvoorbeeld de wijzigingen in het register ten gevolge van de introductie van het nieuwe marktmodel. Verder streven de netbeheerders naar standaardisatie en kwaliteit en dit vergt de nodige voorbereidingen. De werkgroep zal gedurende de proefmigraties periodiek bij elkaar blijven komen om ervaringen uit te wisselen, eventuele wijzigingen op het gemeenschappelijke dataplan te bespreken en op de hoogte te blijven van ontwikkelen rond het Centraal Aansluitingenregister.
Hiertoe heeft iedere netbeheerder een eigen testcoördinator aangesteld. Alle testcoördinatoren komen samen in het testcoördinatoren overleg, waarin met EDSN en Logica de gezamenlijke testaanpak verder wordt vormgegeven. Op 11 februari jl. vond de kick-off van dit overleg plaats. Doelstelling is het informeren, het delen van kennis en het scheppen van kaders voor een zinvolle gezamenlijke uitvoering van alle testactiviteiten (SAT en UAT) die leiden tot de acceptatie van het systeem C-AR. Om deze doelstelling serieus te kunnen realiseren, komen de testcoördinatoren tweewekelijks bij elkaar bij EDSN. Organisatieplan C-AR gereed & goedgekeurd Op donderdag 2 april jl. heeft de Stuurgroep C-AR het organisatieplan vastgesteld voor het beheer van het C-AR. Dit plan is de afgelopen weken opgesteld door de implementatiewerkgroep Organisatie, bestaande uit vertegenwoordigers van zowel de netbeheerders als van EDSN. Doelstelling van dit plan is om de verdeling van de taken & verantwoordelijkheden tussen de netbeheerders en EDSN (wie doet wat?) volledig scherp te krijgen. Tijdens een zestal bijeenkomsten hebben de werkgroepleden op een zeer constructieve wijze samen bepaald hoe de rolverdeling komt te liggen zodra het C-AR operationeel wordt. Zo is onder andere vastgesteld welke taken er komen te liggen bij de functioneel beheerders van de netbeheerders, hoe de onderlinge communicatie plaats zal vinden en hoe de verantwoordelijkheden verdeeld zijn bij de diverse beheerprocedures. Het organisatieplan zal nu verder worden gebruikt als template om ook de inrichting van het beheer voor het E-MP geregeld te krijgen.