Werkgroep Hersentumoren vzw Gasstraat 5 B-2950 Kapellen GSM: 0495 303 511 Bank: DEXIA 068-2442239-97 E-mail:
[email protected] Site: www.wg-hersentumoren.be Kapellen, 15.02.2011
NIEUWSBRIEF 020 1. Bijkomende behandelingswijze voor patiënten met een recidiverend glioblastoom
Eind november 2010 heeft Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx met een apart Koninklijk Besluit een budget uitgetrokken van 1,5 miljoen EURO zodat patiënten die lijden aan een glioblastoom en die niet (meer) reageren op de enige erkende behandeling temozolomide (merknaam Temodal) over een bijkomend alternatief kunnen beschikken. Hiertoe werd op aandringen van Werkgroep Hersentumoren vzw, en ook van de beroepsvereniging BANO (Belgian Association for Neuro Oncology) een compromis uitgewerkt die een win – win situatie oplevert voor alle betrokken partijen: -
-
De patiënt krijgt een bijkomende overlevingskans. Dit is inmiddels op indrukwekkende wijze gedocumenteerd door de feiten. De “evidence” is evenwel niet gebleken uit de klassieke “randomized phase III trials”, maar door eenvoudigweg de evolutie op te volgen bij een groot aantal patiënten die met bevacizumab (merknaam Avastin) behandeld werden. De overheid doet geen nutteloze kosten, aangezien het erop neer komt dat de producent van het geneesmiddel de medicatie gedurende 3 maand gratis ter beschikking stelt. Na die periode blijkt duidelijk of de behandeling aanslaat. De producent is in de gelegenheid zonder loodzware procedures de effectiviteit van zijn product aan te tonen. Wetenschappers en clinici worden in de gelegenheid gesteld om zelf terug een groter aandeel te krijgen in de research.
Dit compromis is een mogelijk model voor de vestrekking van geneesmiddelen voor zeldzame kankers in het algemeen. Het kan een versoepeling inhouden voor het “off-label” gebruik en het “early use” van geneesmiddelen (gebruik voor andere ziekten dan waarvoor het geneesmiddel een registratie heeft, vroegtijdig gebruik van nieuwe geneesmiddelen). Wij zijn voorstanders van die mogelijkheden op voorwaarde dat de toxiciteit (giftigheid, nevenwerkingen) op voldoende wijze gedocumenteerd zijn. Bij off-label gebruik is dit reeds het geval: de toxiciteit werd immers reeds grondig onderzocht voor het gebruik bij andere ziekten. Een andere mogelijkheid is het verlenen van voorlopige erkenningen, zodat de effectiviteit (werkzaamheid) ook in de praktijk kan uitgetest worden. Dergelijke werkwijze houdt tevens een versoepeling in van de procedure voorzien in de Europese Wetgeving (Clinical Trials Directive). Ook op het niveau van de EMA (European Medicines Agency) wordt het debat op dit ogenblik gevoerd. Dat leek twee jaar geleden nog onmogelijk. Eén van de belangrijkste actoren om dergelijke mentaliteitswijziging te stimuleren is de Europese patiëntenbeweging ECPC (European Cancer Patiënt Coalition). Ook beroepsverenigingen van specialisten laten zich niet onbetuigd. Bijvoorbeeld neemt ESMO (European Society for Medical Oncology) op zeer actieve wijze deel aan het debat. Zijn dergelijke initiatieven betaalbaar? Het antwoord is ondubbelzinnig ja! Sinds enkele jaren lopen grootschalige initiatieven in Duitsland (Heilversuch), en ook in Frankrijk (Plan Chirac). De impact van de versoepeling op de begroting van de geneesmiddelenverstrekking is zeer beperkt gebleven. De maatregelen hebben niet tot de gevreesde kostenexplosie geleid om diverse redenen: -
Het aantal gevallen is in de praktijk beperkt gebleven. Het systeem werd niet alleen aangewend om uiterst dure nieuwe therapieën uit te proberen, maar ook producten die al jaren op de markt zijn. Een nieuwe vorm van samenwerking en uitwisseling van informatie tussen alle betrokkenen werkt meer efficiënte initiatieven in de hand.
Conclusie: de beleidsmakers in het algemeen, en Minister Onkelinx in het bijzonder, hebben oor gehad naar onze argumenten. Dit komt de overlevingskansen en de levenskwaliteit van onze lotgenoten, ten goede. De Minister heeft voor de tweede maal een moedige stap gezet voor ons: in 2008 door de invoering van een systematische psychologische en sociale begeleiding, en in 2010 door een de facto versoepeling van het geneesmiddelenbeleid. Het dossier bevacizumab (Avastin) werd ondersteund door de parlementsleden Maya Detiège, Yolande Avontroodt en Louis Ide. Wij danken hen voor de steun over de partijgrenzen heen en voor het stellen van de parlementaire vragen. Blijkt dan toch dat humanitaire aangelegenheden voor iedereen belangrijk zijn. 2. Zijn hersentumoren een zeldzame ziekte?
De Europese Commissie heeft enkele jaren geleden een “Task Force for Rare Diseases” in het leven geroepen. Die Werkgroep voor Zeldzame Ziekten heeft zijn kantoren in Luxemburg,
en is een onderdeel van DG SANCO, het directoraat-generaal voor gezondheid en consumenten. In juli 2009 werd de beleidsnota “Council Recommendation on Action in the Field of Rare Diseases” goedgekeurd door de Europese Raad. De tekst definieert het begrip “zeldzame ziekte” als volgt: minder dan 50 personen per 100.000 inwoners lijden aan de ziekte. Anders gezegd: de prevalentie is minder dan 5/10.000. In aanmerking nemende dat kanker statistisch niet hetzelfde verloop heeft als andere zeldzame aandoeningen bestaat een tendens om eerder te werken met het begrip “incidentie”: het aantal nieuwe gevallen/100.000 inwoners/jaar. De incidentie van alle tumoren van het centrale zenuwstelsel bedraagt ongeveer 30 nieuwe gevallen/100.000 inwoners/jaar (gegevens afkomstig van de CBTRUS, Central Brain Tumour Registry of the United States, de grootste statistiek betreffende hersentumoren ter wereld). Hierin worden alle vormen van hersentumoren, inclusief tumoren van het ruggenmerg, hooggradige en laaggradige, samengenomen. De meest voorkomende, en meest dodelijke vorm, van hersentumoren is het glioblastoom. De incidentie bedraagt minder dan 5 nieuwe gevallen/100.000 inwoners/jaar. De prevalentie blijft duidelijk onder de 50/100.000 die lijden aan een glioblastoom. Alle hooggradige hersentumoren, en veruit de meeste laaggradige, zijn een zeldzame vorm van kanker of ziekte. Korte tijd geleden kregen wij inzage van een beslissing genomen door de adviserend arts van een mutualiteit, die een aanvraag tot (gedeeltelijke) terugbetaling via het Bijzonder Solidariteitsfonds weigerde op basis van het feit dat het niet om een zeldzame kanker zou gaan. Die arts vergist zich. Overigens vinden wijzelf het omgaan met zogenaamd objectieve criteria om uit te maken of een ziekte al dan niet zeldzaam is niet echt relevant. Het gaat om de overlevingskansen van de individuele patiënt. Waarom zou men aan een hersentumorpatiënt minder overlevingskansen geven dan bijvoorbeeld aan een darmkankerpatiënt die in eerste lijn met dezelfde medicatie wordt behandeld? Indien dergelijke classificaties niet soepel gehanteerd worden komt men automatisch terecht in een soort “vakjesdenken”, waarbij niet de nood van de patiënt centraal staat, maar wel een bureaucratische behoefte aan controle, en soms ook de uitoefening van macht. Om dit soort kortsluitingen te vermijden is het wenselijk ook ervaringsdeskundigen rechtstreeks te betrekken bij de besluitvorming. Een vertegenwoordiging via tussenniveaus is weliswaar noodzakelijk om de nodige expertise op te bouwen, maar volstaat niet. Het contact met het beleid moet hersteld worden. Dit kan perfect zonder afbreuk te doen aan de bestaande instellingen. De informatie is immers complementair, en niet tegensprekelijk. Wat op Europees niveau kan, waar patiënten rechtstreeks betrokken worden bij de besluitvorming van de EMA, moet ook op federaal en op het niveau van de gemeenschappen en gewesten mogelijk zijn. Ons land kent een democratisch deficit op dit ogenblik. Zelfs nieuwe initiatieven, zoals de pas opgerichte Raad voor de Gehandicaptenzorg, blinken niet uit door de participatiegedachte. 3. International Brain Tumour Alliance: In september 2011 gaat in New York de “Top van de Verenigde Naties over Onbespreekbare Ziekten” (Non-communicable diseases) van start. Met onbespreekbare ziekten bedoelt men ziekten waarop een taboe rust, zoals HIV, en helaas ook nog vaak, kanker. Bij de voorbereiding van de top is gebleken dat men maximaal de nadruk wil leggen op preventie. Op zich is dit logisch, en dat beleid heeft ook het beste rendement, maar helaas is preventie in het geval van zeldzame kankers niet altijd mogelijk. De oorzaken zijn immers niet goed gekend. Het laatste geldt in een belangrijke mate voor hersentumoren. Hier moet
men maximaal inzetten op diagnose, behandeling, research en begeleiding van patiënten en hun naasten. Indien U het met deze zienswijze eens is verzoek ik U, samen met de IBTA (International Brain Tumour Alliance), mee te werken aan een petitie gericht aan de beleidsverantwoordelijken die deelnemen aan de conferentie. Dit kan via de volgende link: http://www.zoomerang.com/Survey/WEB22BRFYAVQ8H/ . De petitie werd in het Nederlands vertaald. Dank voor Uw medewerking.
4. Revalidatiecentrum Pulderbos:
Eén van de meest gereputeerde instellingen voor revalidatie van jongeren in ons land is het Revalidatiecentrum Pulderbos. Ook kinderen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH), of meer specifiek met een hersentumor, kunnen hier terecht in de periode na de behandeling. Kort geleden werd ook gestart met een nieuw initiatief: het Respijthuis Slimmerik. Het is de bedoeling kinderen met een chronische aandoening die normaal gezien in hun gezin verblijven gedurende een korte periode op te nemen. Op die wijze kunnen de overige gezinsleden even tot rust komen. Voor verdere informatie: Limmerik: - 03 /466 06 34 -
[email protected] - www.limmerik.be Revalidatiecentrum: - 03/466 06 10 -
[email protected] - www.revapulderbos.be
5. Algemene vergadering WG-HT vzw: Werkgroep Hersentumoren vzw had op woensdag 26.01.2011 haar algemene vergadering. Onze werking zal gedurende 2011 vooral gericht zijn op: -
Verdere uitbouw lotgenotencontacten. Uitbreiding van de website met een meer uitgebreide Franstalige en Duitstalige sectie. Opnemen van de dossiers betreffende welzijn en begeleiding van overlevende hersentumorpatiënten.
Graag willen we onze dank uitspreken ten opzichte van Prof. Dr. Sebastiaan Engelborghs, neuroloog verbonden aan de Universiteit Antwerpen en het ZNA, voor de inspanningen die hij zich jarenlang getroost heeft voor een betere behandeling van hersentumorpatiënten. De parlementaire resolutie die we in 1997 geschreven hebben in samenwerking met Prof. Engelborghs en met toenmalig volksvertegenwoordiger Greet van Gool heeft ruime weerklank gevonden, en werd in februari 2008 unaniem goedgekeurd in de Kamer, nadat het voorstel opnieuw werd ingediend door de parlementsleden Maya Detiège, Nahima Lanjri, Yolande Avontroodt, Marleen Temmerman, Patrick Vankrunkelsven en David Geerts. Dit werkstuk lag aan de basis van een zeer ruim debat, dat plaats vond tijdens de “Ronde Tafel” op 12.09.2010, en waar alle participanten de mogelijkheid hadden hun standpunten te vertolken. Er werd naar een consensus gestreefd. Prof. Engelborghs heeft recentelijk gevraagd om van zijn functie van voorzitter van de medische raad van Werkgroep Hersentumoren vzw ontheven te worden. Nogmaals van harte dank! Dr. Paul Meijnders, oncoloog-radiotherapeut, en eveneens verbonden aan de Universiteit Antwerpen, en aan het ZNA Middelheim heeft de fakkel van Prof. Engelborghs overgenomen. Reeds in het verleden kenden we een nauwe samenwerking, en we kijken dan ook de toekomst, in samenwerking met Dr. Meijnders, met vertrouwen tegemoet. Welkom! 6. Volgende activiteiten
Werkgroep Hersentumoren vzw heeft in samenwerking met de Afasievereniging, de VLKBrugge en het Harvey Cushing Centrum een lotgenotencontact in het VLK inloophuis, Nieuwstraat 7, 8000 Brugge, 050/34.38.12,
[email protected] . Inschrijvingen kunnen rechtstreeks op dat e-mail adres, of ook via
[email protected] .
Verantwoordelijke uitgever: Frank Boeye, Gasstraat 5, 2950 Kapellen