Jaargang 2008 nr. 5
n e e r o s i p u u h it T Nieuwsbrief voor- en door senioren & mensen met een beperking
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie en is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Gulpen-Wittem en de provincie Limburg.
Inhoud: Voorwoord en colofon Komt tijd komt raad, maar de kwetsbare oudere bestaat Oud en ongeduldig? Waarom duurt wachten steeds langer als je oud wordt? Gedicht: "De tsiet" Werkgelegenheid in Gulpen vroeger en nu Werken: vroeger en nu Vrijwilligerswerk, waarom doen we dat? De huisarts: in gesprek met dhr. Ruijters Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan, en de tijd van gaan is voor mij gekomen Enquête “Thuis en er op uit” Activiteitenkalender
blz. 2 blz. 3 blz. 5 blz. 7 blz. 8 blz. 9 blz. 10 blz. 12 blz. 13 blz. 14 blz. 15
1
Voorwoord In het vorige nummer gaf ik al aan dat het thema van dit nummer is: hoe besteden wij onze tijd? Hoe besteedt u uw dag? Wat doet u allemaal in die 24 uur per dag? Bent u nog volop actief in het arbeidsproces? Verricht u vrijwilligerswerk? Bent u nog volop bezig met uw (klein)kinderen? Komt u ook tijd te kort? Besteedt u alle tijd aan uw hobby? Of gaat de tijd voor u erg langzaam? Hoopt u dat de dag snel voorbij is? Voelt u zich gelukkiger als de tijd snel gaat of juist niet? Maar misschien ook een beetje over hoe komt het toch dat de tijd zo snel gaat. Het lijkt wel dat naarmate de jaren verstrijken de tijd nog sneller gaat. Maar vaak hebben we het ook over verloren tijd; zonde van de tijd zeggen we dan als we ergens op moeten wachten. Tijd is blijkbaar dan ook een gevoelskwestie. De wachttijd bij de tandarts, de kassa, enzovoorts. In een overgenomen artikel van de hand van Mark Mieras blijkt dat wachten ook heilzaam kan zijn.
In deze uitgave een aantal vergelijkingen tussen vroeger en nu. Een artikel over de kwetsbare oudere in deze moderne tijd. En wat is er door de jaren heen veranderd in Gulpen-Wittem? Piet Hegger schetst in zijn artikelen op herkenbare wijze de verschillen in werkomstandigheden en werkgelegenheid tussen vroeger en nu. Verder een informatief artikel waarin aandacht wordt besteed aan het werk van de huiarts. Wat doet deze zoal en wat is het verschil in werkwijze met de huisarts van vroeger? Interessant is ook het stuk over vrijwilligerswerk en de activiteiten van vrijwilligers. Misschien is vrijwilligerswerk wel iets voor u… Tot slot is er in dit nummer uitgebreid aandacht voor de gehouden enquête; hoeveel formulieren zijn er geretourneerd? hoe heeft u als lezer gereageerd? Welke conclusies trekken we hieruit?
En om in beeldspraak van het thema tijd te blijven treft u ook een artikel van mij aan onder de titel “er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan, en de tijd van gaan is voor mij gekomen”. Inderdaad, ik neem afscheid als redactievoorzitter, maar Maud Doveren gaat mijn werkzaamheden voortzetten.
Pieter van der Velde
Namens de redactie veel leesplezier.
Colofon De nieuwsbrief ‘Thuis en er op uit’ is een uitgave van de gemeente Gulpen-Wittem. Samenstelling redactie: Mevrouw Ans Pieters en de heren, Piet Hegger, Wim Janssen en Pieter van der Velde (voorzitter). Vaste mede-auteurs: Mevrouw Ine Sleijpen en de heren Ger van Loo en Joos Beckers.
2
Hoewel deze uitgave met de grootste zorg is samengesteld, kunt u aan deze uitgave geen rechten ontlenen. Gemeente Gulpen-Wittem Willem Vliegenstraat 12 Postbus 56, Gulpen Tel.: 043-8800600 E-mail:
[email protected] www.gulpen-wittem.nl
Komt tijd komt raad, maar de kwetsbare oudere bestaat…….. Steeds vaker hoor ik spreken of lees ik over de ‘kwetsbare oudere’. Veelal wordt met de oudere een persoon bedoeld die op leeftijd is gekomen. Een deel van deze ouderen ontvangt vroeg of laat thuis zorg van anderen of gaat in een zorgcentrum wonen. Ouder worden gaat dus gepaard met toenemende kwetsbaarheid. Dit doet een appél op hulp van anderen. Het betekent echter niet dat alles zonder meer overgenomen, voorgedaan, voorbedacht en voor de oudere geregeld en besloten moet worden. Per persoon moet bekeken worden wat iemand nog zelf kan doen. Met de tijd komt er voor iedere oudere een gepaste oplossing, maar het is goed om stil te staan bij de kwetsbaarheid van ouderen. Is kwetsbaarheid dan alleen maar een kenmerk van oudere mensen? Met andere woorden; komt kwetsbaarheid met de tijd? Ik denk van niet. Als we een kind, werknemer, zieke of verkeersdeelnemer voor ogen halen, kunnen we vrij gemakkelijk een beeld vormen van hun kwetsbaarheid. Mensen in welke situatie en leeftijdsfase dan ook zijn en blijven kwetsbare wezens. Tegenover kwetsbaarheid staat weerbaarheid. Mensen kunnen zich weren tegen dreiging, gevaar en dingen die zij niet willen. Maatschappij, overheden, zorgverleners en wij allen zouden gemakkelijk klaar zijn als we aannemen dat deze weerbaarheid altijd afdoende zou zijn. Zeker bij ouderen met forse lichamelijke beperkingen en/of (afnemende) geestelijke vermogens is de weerbaarheid beneden de maat die nodig is om een goed bestaan te kunnen leiden. Het woord leiden heeft hier betrekking op ‘een leven leiden’ maar ook op ‘het zelf richting geven aan je leven’, samen met anderen. Het gaat bij ouder worden en veroudering dus niet alleen om je laten verzorgen en helpen door anderen, maar ook om het mee bepalen hoe deze zorg en hulp van anderen eruit moet zien. Ook gaat het erom dat je mee kunt bepalen hoe regelingen, voorzieningen en instituties eruit moeten zien.
Het tegendeel lijkt soms waar. Vaak wordt er voor ouderen gezorgd op een wijze die door anderen bedacht is. Zij leiden een bestaan waarover zij de leiding zijn kwijtgeraakt en zij worden niet meer als gesprekspartner gezien en gehoord. Dit ondanks hun behoefte en hun vermogens om wel mee te praten, mee te beslissen, zeker daar waar het over hen zelf gaat. Elk mens is beschermwaardig, een fundamentele waarde. Velen zullen het hier mee eens zijn. Zeker bij toenemende kwetsbaarheid van ouderen komt deze waarde in zicht. Allereerst zou het zelfbeschermende vermogen van ouderen ondersteund moeten worden. Pas daarna, als de oudere onvoldoende of niet meer voor zichzelf kan opkomen, moeten we de oudere in bescherming nemen. Te vroeg of onnodig beschermen leidt tot betutteling. Dit niet of te laat doen leidt tot in de steek of aan zijn lot overlaten van de oudere. In beide situaties komt de oudere mens niet tot zijn fundamentele rechten (zelfbeschikking en bescherming door anderen). Veel is en wordt er geregeld voor álle mensen. Voor kinderen is er zo onder meer veel geregeld met betrekking tot scholing en ontwikkeling. Ze krijgen hier een positie waarbinnen ze beschermd worden. Kinderen mogen zich ontwikkelen naar een toenemende mondigheid. Denk bij ‘bescherming’ ook aan verkeersregels, kinderen worden in het verkeer nadrukkelijk beschermd tegen gevaar. Het wordt allemaal voor het kind geregeld.
3
De oudere wordt weliswaar in vele wetten, regels, procedures en instellingen beschermd, maar vele van deze wetten, regels en proce-dures worden niet mét hen vastgesteld, maar worden vóór hen bepaald. Regelmatig bepalen jongeren voor de ouderen wat voor hen wel of niet goed is. Buiten hun om worden de zaken geregeld, ondanks het gegeven dat juist de ouderen een zeer goede kijk op zaken en ‘het goede leven’ hebben en dat juist ouderen weloverwogen beslissingen kunnen nemen. Waar bij jongeren juist naar mondigheid toe gewerkt wordt, worden ouderen op deze wijze (onbedoeld?) in meerdere of mindere mate monddood gemaakt. Of dit de juiste wijze van beschermen is? Goed omgaan met kwetsbare ouderen betekent onder meer met respect met hen omgaan en respect hebben voor al wat zij in hun jongere jaren voor de maatschappij gedaan hebben. Ook zij hebben vroeger gewerkt en anderen in bescherming genomen en voor anderen gezorgd. Zij hebben de maatschappij ingericht en regels gemaakt, ook met de verwachting dat wanneer zij zelf ouder zijn, er op een goede manier voor hen gezorgd wordt. Ouderen hebben dus veel levenservaring en daar kunnen wij veel van leren; wij kunnen leren van de tijd.
4
Recht doen aan de kwetsbaarheid en beschermwaardigheid van ouderen betekent ook dat er naar hen geluisterd en omgekeken wordt. Regelingen en veranderingen zouden in begrijpelijke mensentaal vervat en uitgelegd moeten worden. Bereidheid om naar de resultaten van regelingen te kijken en hier verantwoording over te nemen, is nodig. Ouderen zelf zouden, daar waar dit mogelijk is, zichzelf in bescherming kunnen nemen door mee te doen in gesprek (maatschappelijk en individueel), over wat goed voor hen is of wat niet. De kwetsbare, maar ook weerbare oudere bestaat!!! De toenemende kwetsbaarheid, wordt niet altijd veroorzaakt door de veroudering zelf, maar ook door hoe wij er met zijn allen mee omgaan. Ger van Loo
Oud en ongeduldig? Waarom duurt wachten steeds langer als je oud wordt? Op internet stond een heel aardige wetenswaardigheid: Je hersenen veranderen geleidelijk gedurende het leven. Vanaf je 20ste daalt het aantal receptoren voor de stof dopamine elke tien jaar gemiddeld met 6 procent. De gevoelstijd, die sterk aan het dopaminesysteem is gekoppeld, wordt zo geleidelijk opgerekt. Voor ouderen lijkt het steeds langer te duren voor er op de klok een uur is verstreken. Dit effect staat los van de ervaring van personen boven de 40 dat het leven steeds sneller lijkt te gaan. De verjaardagen lijken zich steeds sneller op te volgen. Deze illusie ontstaat doordat er steeds minder ervaringen in het geheugen worden opgeslagen. Wie terugkijkt op zijn leven heeft daardoor de illusie dat de tijd steeds sneller gaat. Heilzaam wachten Op eerste pinksterdag 1955 ontstond op knooppunt Oudenrijn bij Utrecht de eerste file in Nederland. Destijds een symbool van vooruitgang, inmiddels het spookbeeld van onze mobiliteit. We wachten in het leven heel wat af. Wat doet wachten met je? Hoe reageren je hersenen erop? Waarom sta je altijd in de verkeerde rij? En waarom ervaren we het als ergerlijk? Het NCRV-radioprogramma Knoopunt Kranenbarg blikte terug op de eerste file in Nederland. Dat was op eerste pinksterdag 1955, een mooie lentedag. Vele ouderen zullen zich dat vast nog wel herinneren. Het knooppunt Oudenrijn bij Utrecht was nog een rotonde waar de stromen dagjesreizigers uit alle windrichtingen met elkaar in de knoop raakten. Inzittenden draaiden verrast hun ramen open. Zo veel auto’s die elkaar ontmoetten werd indertijd nog gezien als een fijn symbool van vooruitgang. Zo zien we het al lang niet meer. De file werd spookbeeld van onze mobiliteit en mikpunt van maatschappijkritiek. Want wachten heet ergerlijk en zonde te zijn. Maar waarom eigenlijk? Wachten kan ook heel nuttig en aangenaam zijn.
Koude kleuren verlengen de 'gevoelstijd' We wachten veel, en niet alleen in de file. Wachten doen we ook in de trein, voor het stoplicht, bij de tandarts, bij de bakker, op het postkantoor. Het leven bestaat voor een groot deel uit wachten. Althans zo lijkt het vaak. In werkelijkheid overschatten we die wachttijd schromelijk. Onderzoeker Mark van Hagen van de afdeling Marktonderzoek en Advies van de Nederlandse Spoorwegen besloot de wachttijdbeleving te onderzoeken. Met de stopwatch in de hand observeerde een team studenten van de Universiteit Twente eind 2006 passagiers op het perron. Wanneer de trein arriveerde werd hun gevraagd hoe lang het naar hun gevoel had geduurd. De opgegeven tijd was gemiddeld tweeënhalf keer de werkelijke wachttijd. Vier minuten lijkt tien minuten voor een wachtende reiziger. Naast ‘gevoelstemperatuur’ is er dus kennelijk ook zoiets als ‘gevoelstijd’. En die gevoelstijd is op het perron sterk verlengd. Van Hagens collega Elsbeth Boes herhaalden zijn onderzoek vorig jaar op Den Haag CS terwijl er zacht sfeermuziek uit de omroepinstallatie klonk. Voorlopige conclusie vooral ’s avonds krimpt de gevoelstijd met muziek. Ook kleuren hebben effect, geloven de NS-onderzoekers. Koude kleuren lijken de gevoelstijd te verlengen en warme kleuren lijken die te verkorten. Ze gaan het dit jaar uittesten. Die bevindingen sluiten mooi aan bij recent hersenonderzoek. Onze gevoelstijd wordt bepaald door de ‘basale ganglia’, een reeks hersencentra diep onder de hersenschors. Die centra liggen in de emotionele hersenen en zijn ook zelf gevoelig voor stoffen die op de emotie werken zoals cafeïne en nicotine. Koffie, sigaretten, achtergrondmuziek en veel andere prettige sensaties die in de hersenen de productie van de stof dopamine verhogen, verkorten de gevoelstijd. Mensen met schizofrenie, waarbij de dopamineproductie sterk oploopt, hebben het gevoel dat de wereld op hol slaat. Bij ergernis en stress gebeurt het omgekeerde: de gevoeligheid voor dopamine daalt en de gevoelstijd wordt langer.
5
De gevoelstijd wordt waarschijnlijk ook beïnvloed door de mate waarin we ons op het voortschrijden van de tijd richten. Wie zich in de rij bij het postkantoor iedere vijf seconde afvraagt of het al opschiet, rekt de gevoelstijd flink op. Ook een pannetje melk aan de kook brengen kan zo eindeloos duren, en laat je het fornuis dan voor je gevoel maar één moment in de steek, dan kookt de melk over. De paradox van het wachten is dat het extra lang duurt als we ons erop fixeren en eraan ergeren. Of we nu in de file, op het perron of bij de tandarts wachten: onze hersenen rekken de wachttijd op, juist als we er de pest in hebben. Het lijkt lang te duren omdat het vervelend is en het is vervelend omdat het lang lijkt te duren. Wie de ergernis loslaat en zich overgeeft aan het onvermijdelijke oponthoud boekt dus dubbele winst. Veel vaste filerijders hebben zich die overgave eigen gemaakt. Ze stellen zich in op het onvermijdelijke bumper aan bumper rijden en kunnen er zelfs heimelijk van genieten. Onderzoekers van het Haagse Kennisinstituut voor Mobiliteit (KIM) stelden vorig jaar vast dat van de forensen die dagelijks in vaste files staan de helft daarin geen of maar een ‘matig’ probleem ziet. Driekwart van de dagelijkse filerijders zegt geen onoverkomelijk bezwaar te hebben tegen nog een kwartiertje langer in de file. Logisch dat files nauwelijks oplosbaar zijn. ‘Mensen die dagelijks in de file staan, vinden het helemaal geen ramp’, zegt ook psycholoog Karel Brookhuis, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘Wie iedere dag van Culemborg naar Utrecht rijdt, staat een kwartiertje te wachten. Daar houd je dan rekening mee. Forensen passen het in hun gewoonten in.’
6
Hersenen gebruiken de ledigheid van het wachten De gedwongen onderbreking in de dagelijkse race tegen de klok is voor velen ook welkom, meent Brookhuis: ‘De tijd is voorbij dat je als kostwinner bij thuiskomst krant en pantoffels kreeg aangereikt. Thuis wacht nu de volgende managementtaak. De kinderen moeten weggebracht er moet worden gekookt.’ De file is dan een cadeautje. Automatisering neemt ons steeds meer routinewerk uit handen. De hersenen zijn veel intensiever in touw dan tien of twintig jaar terug. Vrijwel alle ledigheid is uit ons werkpakket geklopt. Terwijl die ledigheid wel degelijk een functie had. Hersenscanners laten zien dat in de hersenen een netwerk van hersencentra actief wordt als we even nergens aan denken. Het gaat om centra onder het voorhoofd boven op het hoofd en in de kloof tussen de hersenhelften die zich bezighouden met planning, beweging, kiezen en het sturen van emoties. Onderzoekers geloven dat de centra de wachtmomenten gebruiken voor achterstallig werk. Om kennis en emoties op orde te brengen. En inderdaad: opeens ploept er in de file dan de gezochte titel of de vergeten naam op uit de diepte van je brein. De ledigheid van het wachten wordt door de hersenen waarschijnlijk ook gebruikt om te anticiperen op de nabije toekomst. Ben je bijvoorbeeld net bijna over een drempel gestruikeld dan treft het brein voorbereidingen om de volgende keer op het juiste moment je been automatisch wat hoger op te trekken.
Geregeld nietsdoen is allerminst verloren tijd Geregeld eventjes niets doen is dus allerminst verloren tijd. En waarschijnlijk zelfs heel productief. Niet voor niets ervaren veel rokers het als een zegen dat ze een dwingend alibi hebben om hun werk geregeld te onderbreken. Ook de dagelijkse files vervullen vaak die functie doordat ze in het hectische leven van forensen een vast rustpunt forceren. Dat voorkomt overspanning en burn-out. Voor veel forensen is de dagelijkse file ook nuttig als kreukelzone tussen werk en thuis. Wie een pittige baan heeft met veel nadenken, plannen en regelen laat zijn hersenen acht uur lang in de hoogste versnelling draaien. Tegen de avond kost het de hersenstam dan moeite om terug te schakelen. Daar, onder in de hersenen, wordt het ritme bepaald waarmee de hersenkwabben hun prikkels uitwisselen. Hersenonderzoekers onderscheiden diverse typen hersengolven die corresponderen met bepaalde activiteiten. Mensen die druk aan het werk zijn vertonen snelle ‘beta- ’ en ‘gammagolven’. De aandacht ligt in het hoofd en is nauwelijks bij het lichaam. Van honger ben je je in deze toestand maar beperkt bewust.
De file is de ideale plek om het ritme te verlagen naar het kalmere ‘alfa-ritme’. Als het niet vanzelf gaat, kun je de hersenstam een handje helpen met trucs die ook bij yoga en meditatie worden gebruikt om de aandacht naar het lichaam te sturen: concentreren op ademhaling, buik of voetzolen bijvoorbeeld. Ook in de rij bij de kassa van de supermarkt is het een nuttige oefening. Een veel heilzamer en prettiger tijdverdrijf dan je druk maken of je wel in de kortste rij staat. Om de gewoonte te veranderen moeten de meeste mensen wel eerst een knop omzetten. Zo bleken in het onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteit de ervaren filerijders, die zich met de file hadden verzoend, eenmaal van de snelweg af, zichzelf vaak toch weer zaten op te vreten bij het eerste het beste rode stoplicht. Zo diep zit kennelijk de veronderstelling dat wachten nutteloos en akelig is. Door: Mark Mieras Uit: Volkskrant Hart en Ziel Datum: 9-5-2008
En dan, geheel in de ban van het thema tijd, het gedicht de tsiet….. De tsiet D'r miensj va hü deed of ’t brent, me jakkert mer en broest en rent. flotter jeet 't drop en druvver, 't leefste sjleug me sjtukker uvver. Tsiet is jeld, doa sjteet me drop, d'r inne drieënt d'r angere op. bij nuus mieë weëd nog sjtil jesjtange, sjrit vuur sjrit weëd wieër jejange. Me kiekt nit um, jing inkel kieër, me jeet mer durch en loeter wieër. Zoeë vlij-je weche, daag en sjtonde, voet wie'ne blits, jraat wie tsekonde. En sjteet me an d'r sjloes benoa, denkt ziech 't leëve nog ins noa. dan ziet me laider veul tse sjpieë, wat me verpast hat kunt niet mieë. Sjtat jage mos me drum verzukke, 't sjunste van d'r daag tse plukke. d'r Herjod hat de tsiet jemaat, va tsauwe hat Heë os nuus jezaat.
Door: Dhr. Haes Uit: Mosalect Geraadpleegd op: 19-5-2008 Ingezonden door: Ine Sleijpen
Foto: tijd vooruit Bron: www.lanscape.nl 7
Werkgelegenheid in Gulpen vroeger en nu De werkgelegenheid in Gulpen was vroeger heel anders dan nu. Er waren een aantal omvangrijkere bedrijven met een aantal werknemers. Zo was er de chocoladefabriek van de familie Fouarge. Hier werkten tientallen jongens en meisjes uit Gulpen en de directe omgeving. Verder was er de Leerlooierij Ploum. Deze bood werkgelegenheid aan tientallen mannen. Dit was echter geen leuk werk, de geur in de leerlooierij was niet prettig. Dan was er nog de melkfabriek, met de heer ter Huurne als directeur. Er werkten enkele tientallen heren en een handjevol dames voor de administratieve werkzaamheden. Tot slot was er de welbekende Gulpener Bierbrouwerij met bijbehorende azijnen een mosterdfabriek en het confectieatelier Cordewener. Gezamenlijk boden deze grotere bedrijven werkgelegenheid aan enkele honderden mensen. Hiernaast waren er nog enkele tientallen kleine winkels. Er waren zeven slagerijen en een aantal bakkerijen, nu vinden we in Gulpen van elk nog twee. Er waren drie groente- en fruitzaken en het aantal kruidenierswinkels in Gulpen was ook groot. Nu is er nog een supermarkt, waar je alles kunt kopen. Een aanzienlijk ander winkelbeeld dan vroeger. Voordeel van een groot aantal winkels was dat er voor bijna iedereen werk te vinden was.
HIER
Er zijn een aantal bedrijven uit Gulpen moeten vertrekken; de firma Wijsten met hun vrachtauto’s, de firma graaf Dakbedekkingen, en supermarkt Simons- Martens bestaan niet meer. Zoals gezegd is de werkgelegenheid in Gulpen momenteel van andere aard. De Gulpener Bierbrouwerij en de supermarkt bieden werk aan ongeveer 100 personen. Daarnaast zijn er een groot aantal mensen werkzaam in de zorg. Deze kent meerdere vormen, zoals de thuiszorg en de zorg in het het Dr. Ackenshuis. De horeca biedt in ons dorp ook veel werkgelegenheid. Mede dankzij het toerisme is er een veelvoud van cafés, restaurants, lunchrooms, pensions en hotels in Gulpen te vinden. Tegenwoordig wordt er veel met deeltijdbanen gewerkt, waardoor er steeds meer werknemers nodig zijn. Aan de andere kant is er ook veel meer vraag naar werk, omdat de vrouw ook mee blijft werken. Toch mag worden gezegd dat Gulpen wat betreft werkgelegenheid een gezonde gemeente is, waar voldoende werk is voor alle mensen. Piet Hegger
HAD
UW ADVERTENTIE KUNNEN STAAN. Inlichtingen: (van maandag t/m donderdag): 043-880 07 82
8
Werken: vroeger en nu Vroeger werkte men 6 dagen per week 10 uren per dag en alles gebeurde nog met handgereedschap. De boer had een paard, daar spande hij zijn machines achter, zoals een ploeg, een eg en een cultivator. Om te oogsten had hij een machine waar hij het koren mee kon binnenhalen. Op de boerderij werd dan door een andere machine alles uit het koren gehaald. Het stro werd nog met een gaffel bij elkaar gedaan. Tegenwoordig laat de boer alles doen door een machine die de oogst uit het koren haalt en het meteen in zakken stopt. Het stro wordt tot balen gemaakt. Deze worden op een wagen gestapeld, zonder dat de menselijke hand eraan te pas is gekomen. In de bouw stond vroeger iemand bij de betonmolen, vulde deze handmatig en vulde dan de kruiwagens. Deze werden dan met een lier naar boven getrokken of een opperman bracht ze in bakken met een ladder naar boven. De bakstenen gingen ook met deze lier of werden door dezelfde opperman via de ladder naar boven gedragen. Tegenwoordig komt er een cementwagen en brengt het cement kant-en-klaar. Het cement wordt dan via een kraan naar de juiste plaats getransporteerd. Ook de bakstenen worden met deze hijskraan naar de juiste plaats gebracht.
In de kruidenierszaak moest men vroeger veel artikelen afwegen. De verkoopster moest alle artikelen opschrijven en alles optellen om een nota te maken. Nu is het zo, dat in de supermarkt mensen achter de kassa zitten, die van alle artikelen de streepjescode scannen. Uiteindelijk rolt er een nota uit, die geheel gespecificeerd is. Het personeel werkt geen 60 uur per week, zoals dat vroeger gebeurde, maar de werkdruk is nu veel hoger. Vroeger kwamen de mensen moe van hun werk thuis, maar toch met een plezierig gevoel, dit is tegenwoordig veel minder. Op de meeste plaatsen ben je maar een nummer met een heel grote verantwoordelijkheid. Vroeger was je meer een persoonlijkheid, die bij naam genoemd werd. Of het vroeger echter beter was dan nu betwijfel ik. Met wat je tegenwoordig verdient, kun je wel andere dingen doen als in die tijd. Men is echter ook veeleisender, zodat men met twee mensen moet werken in een gezin om bij de tijd te blijven. Men zal moeten blijven werken, maar zorg dat dit met plezier blijft gebeuren. Piet Hegger
Foto: werken op het land in vroegere tijden 9
Vrijwilligerswerk, waarom doen we dat? Wordt u ook wel eens geconfronteerd met de vraag “Hoe lang moet jij nog?“ En als u het antwoord al weet, weet u dan ook hoe u dan met de vrij gekomen tijd om zult gaan? Veel mensen vóór u hebben deze vraag voor zichzelf al beantwoord, zij zijn vrijwilliger geworden. Door mijn functie in het Dr. Ackenshuis zie ik elke dag veel vrijwilligers druk in de weer voor het welzijn van onze bewoners. Dan komt automatisch de vraag op, waarom worden mensen vrijwilliger, wat bezielt hen om zoveel vrije tijd te besteden aan vrijwilligerswerk? En de volgende vraag: zou u dat zelf ook willen en kunnen?
Foto: vrijwilligers en ouderen drinken samen koffie 10
De officiële definitie van vrijwilligerswerk luidt: Werk dat in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald wordt verricht voor anderen of de samenleving. Waarom worden mensen vrijwilliger? Ik citeer uit “vrijwilligersbeleid in zorgorganisaties” van Arcares: Vrijwilligerswerk biedt de vrijwilligers de mogelijkheid zich nuttig te maken en betekenis te geven aan hun leven door zich in te zetten voor anderen. Het biedt de kans om sociale contacten en werkervaring op te doen. Mensen kunnen via het vrijwilligerswerk hun talenten benutten en /of ontplooien Vrijwilligerswerk kan ook structuur in het leven van de vrijwilliger brengen. Veelal is het een combinatie van motieven die maakt dat mensen vrijwilligerswerk gaan uitvoeren.
Welke taken verrichten vrijwilligers in de zorgsector? Als ik het Dr. Ackenshuis als voorbeeld neem, dan verrichten vrijwilligers o.a. de volgende taken: assisteren bij activiteiten, assisteren op de afdelingen en bij projecten, chauffeurs die maaltijden rondbrengen, chauffeurs die bewoners en deelnemers van dagopvang en dagbehandeling vervoeren, verzorgen van de dierenassisteren in de winkel, assisteren in de recreatieruimte, bibliotheekwerk, voorlezen gespreksgroepen, muziek maken, zwemmen met de bewoners, assisteren bij “meer bewegen voor ouderen”, ziekenbegeleiding, lidmaatschap van de cliëntenraad, werkzaamheden in het internetcafé, deelnemen aan bijeenkomsten van het Alzheimercafé. Waarom wordt iemand vrijwilliger? Ik laat een van de vrijwilligers van het Dr. Ackenshuis aan het woord. Ria Frambach is al zo`n 20 jaar vrijwilligster in het Dr. Ackenshuis. Elke maandag en woensdag zet zij haar beste beentje voor om het leven van de demente ouderen in de huiskamer te veraangenamen. Ria: “Op woensdag rond 10.00 uur breng ik de bewoners naar de kapel in het Dr. Ackenshuis. Na de heilige mis ga ik met de bewoners naar de huiskamer waar ik hen help met drinken en de krant voorlees. Ik weet eerlijk gezegd niet of zij daar veel van oppikken, maar daar gaat het niet om, belangrijk is het ritueel van samen aan tafel gaan, het samen zijn. Tegen half twaalf wordt de tafel gedekt en genieten we gezamenlijk van een lekker bakje soep en een warme maaltijd. Rond half twee ga ik dan weer met een voldaan gevoel huiswaarts. Het mooie aan dit werk is, dat de mensen zo dankbaar zijn.”
“Maandag is zwemdag, dan ga ik steevast met een groep bewoners, medewerkers en andere vrijwilligers naar het zwembad in Vaals. Prachtig vind ik dat. Het is telkens weer roerend om te zien hoe de mensen hiervan genieten. Mensen die normaliter niet lachen, zie ik hier lachen. Dat raakt mij.” “Meestal kan ik thuis vrij gemakkelijk afstand nemen van de dingen die ik overdag heb meegemaakt, de verdrietige, maar ook de mooie momenten. Je kunt dit werk alleen doen, wanneer je er met hart en ziel bij betrokken bent. Of eerder met hart en handen, zeg maar. Want het is soms flink aanpoten. Ik kan me geen mooiere invulling van mijn leven wensen.” Nu moet u nog de vraag beantwoorden of u zich zelf ziet functioneren als vrijwilliger in de zorg? Een moeilijke vraag die we waarschijnlijk nog even voor ons uit schuiven. In het besef dat wij maar al te goed weten wat dit van ons vraagt, niet alleen in tijd, maar ook aan inzet. Aan de andere kant zien wij ook de waardering voor de vrijwilliger en de noodzaak van hun aanwezigheid. Als vrijwilliger bent u een onmisbare en belangrijke schakel. Denk daar eens over na, en mocht u belangstelling hebben voor het vrijwilligerswerk, loop dan even binnen in het zorgcentrum. Ans Pieters
11
De huisarts: in gesprek met dhr. Ruijters De heer Ruijters is huisarts. In het verleden heeft hij met dr. Schepel een praktijk gehad. Sinds een aantal jaren heeft hij zijn eigen praktijk op het adres Rijksweg 228. Een huisarts is er in eerste instantie om te zorgen voor onze gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Hij heeft echter nog veel meer taken. Bij lichamelijke klachten probeert hij ons eerst zelf te helpen. Als dit niet lukt, stuurt hij je verder met een verwijskaart naar een specialist. Door deze wordt bekeken hoe de klachten kunnen worden verholpen. Bij geestelijke klachten probeert dhr. Ruijters eerst om door gesprekken of door eventuele medicatie om de problemen op te lossen. Als dit niet lukt, krijg je een verwijskaart naar een psycholoog of naar het Riagg. De arts geeft ook hulp bij maatschappelijke problemen, zoals bij scheiding, armoede, of bij perikelen met de gemeente. Zelfs met vragen over formulieren met betrekking tot belasting of een taxiaanvraag komen mensen op het spreekuur. Een maal per maand heeft dhr. Ruiters een bespreking met maatschappelijk werk en de thuiszorg. Voorheen had hij ook nog zitting op het consultatiebureau, maar omdat er tegenwoordig zo weinig kinderen geboren worden, gebeurt dit nu via het Groene Kruis. Dhr Ruiters werkt ook nog in Mechelen in het Hospice voor terminale zorg, omdat dit in zijn rayon valt en de mensen uit andere plaatsen ook naar deze plaats verwezen worden en het moeilijk is om hun eigen huisarts te blijven behouden.
Vroeger was men als huisarts 24 uur per dag, 7 dagen per week bezig met de patiënten. Tegenwoordig bestaat er de Nightcare, waar men als patiënt in de weekend- en avonduren naar toe kan. De huisarts draait hier ook een aantal diensten, afwisselend met andere huisartsen uit de regio. De opleiding tot huisarts is niet eenvoudig. Na toelating tot de Universiteit moet men een algemene opleiding geneeskunde volgen. Deze duurt 6 jaar, waarvan de laatste twee jaar bestaan een stage als co-assistent. Wanneer je deze zes jaar met goed gevolg hebt doorlopen ben je basisarts. Hierna kun je een specialistenopleiding volgen. Huisartsgeneeskunde is ook een specialisme. De huisarts moet van het gehele scala van de geneeskunde iets weten, terwijl een specialist in een ziekenhuis van een bepaald gedeelte heel veel moet weten (de naam specialist zegt genoeg). Dit is een belangrijk verschil in werkwijze. De specialisatie tot huisarts duurt 3 jaar, waarvan men de eerste twee jaar stage loopt als huisarts in opleiding bij een gevestigde huisarts. Het laatste jaar loopt men stage in een verpleegtehuis en bij de EHBO-afdeling van een ziekenhuis. Deze stages zijn vier dagen per week, de vijfde dag wordt gereserveerd voor onderwijs. Ook wanneer de opleiding is afgerond is men verplicht 40 uur per jaar te besteden aan studie om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen. Uit bovenstaande blijkt, dat de taak van een huisarts toch veel uitgebreider is dan de meeste mensen denken. Piet Hegger
12
Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan, en de tijd van gaan is voor mij gekomen Inderdaad beste lezers, ik stap op als voorzitter van de redactieraad; ik was ondertussen al gestart met een nieuwe fulltime uitdaging bij een welzijnsorganisatie in Midden Limburg (Weert). Eigenlijk sluit ik daarmee een langere periode van actieve betrokkenheid bij de gemeente Gulpen-Wittem af. Die betrokkenheid startte met werkzaamheden in het kader van WWZ , een samenwerkingsverband tussen de gemeenten in het Heuvelland en de provincie Limburg, gericht op integrale samenwerking tussen Wonen, Welzijn en Zorg. Vervolgens mocht ik een actieve bijdrage leveren aan wat nu heet ’t Trefpunt in Epen in het woonzorgcomplex aldaar. Dit trefpunt werd eind 2004 in gebruik genomen. Daarna mocht ik dit experiment “opzetten van schriftelijke en digitale nieuwsvoorziening voor alle senioren (65-plussers) en mensen met een beperking van de gemeente Gulpen-Wittem” of, zoals in de gemeente beter bekend “de Nieuwsbrief Thuis en er op uit” begeleiden. Tussen door was ik ook nog een periode algemeen VVE-coördinator van de gemeente. Ik kan u verzekeren, ik ben door al die jaren heen steeds een beetje meer gaan houden van deze gemeente en zal deze heuvellandgemeente zeker gaan missen. Een beetje trots op de nieuwsbrief ben ik wel, zeker na de trage en moeizame start. Kernproblemen waren in de beginfase vooral “het samenstellen en actueel houden van een goede adressenlijst” en het krijgen van enthousiaste vrijwillige redactieleden. Zwaar was ook het verlies van redactielid Jan Brouers. Hij gaf in die periode niet op en was een echte steun. De trots wordt mede ingegeven door de vele positieve reacties die we als redactie mochten ontvangen en dat nog eens werd bevestigd door de resultaten van de enquête. Liefst 183 personen geven aan deze nieuwsbrief niet te willen missen, tegen 17 personen die aangaven het niet erg te vinden als de Nieuwsbrief zou verdwijnen. Dat zijn cijfers die spreken en in de wetenschap dat dit experiment voorlopig doorgaat en zich dus nog verder kan en zal gaan ontwikkelen.
Ik wens mijn opvolger Maud Doveren daarbij heel veel succes. Zij kan daarbij verder bouwen op een al aardig op elkaar ingespeelde redactieraad. Een redactieraad overigens die nog wel wat uitbreiding kan gebruiken. Wellicht zitten er onder de 9 personen die in de enquête aangaven wel eens wat voor de nieuwsbrief te willen schrijven of de 66 personen die die vraag met “misschien” hebben beantwoord, wel nieuwe “aspirant”- redactieleden. Wat iets minder uit de verf is gekomen is de activiteitenkalender. Ik wil dan ook graag nog eens een oproep doen aan iedereen om de activiteiten die men organiseert door te geven aan de redactie. De gemeente zelf kan daarvan gebruik maken maar zeker ook alle organisaties. U heeft daarmee niet alleen gratis reclame voor uw activiteiten, u doet daarmee ook aan het actief maken en houden van de lezers. En dat willen we nu juist bereiken…… meedoen! Graag wil ik afsluiten met nogmaals mijn dank uit te spreken voor de fijne periode die ik in Gulpen-Wittem heb gehad. Ook aan de collega’s in het gemeentehuis en niet in het minst aan wethouder Leurs-Mordang; zij ondersteunde het experiment van harte. Met de resultaten van de enquête in de hand kan de redactie voorlopig blijven rekenen op ondersteuning van de gemeente en zal de raad het in de toekomst zeker facilitair verder willen blijven honoreren. Ik hoop dat deze nieuwsbrief nog lang zal blijven bestaan en wens de redactie daarbij veel succes! Pieter van der Velde
13
Enquête “Thuis en er op uit” Zoals eerder werd vermeld zullen we in deze uitgave de reacties op de enquête “Thuis en er op uit” bespreken. Allereerst onze hartelijke dank voor het grote aantal reacties. Wij zijn aangenaam verrast door de respons op de vragenlijst; er hebben maar liefst 250 personen gereageerd. Heel verhelderend zijn voor ons ook de tips en aanvullingen die in grote getale bij de enquête zijn gevoegd. Van de 250 reacties die wij binnen kregen vinden 151 personen de nieuwsbrief interessant. Dit is bijna 61% van de personen die hebben gereageerd op de enquête, tegenover 8% die de nieuwsbrief niet interessant vindt. De nieuwsbrief wordt dus bij de meerderheid van de lezers op prijs gesteld. Deze uitspraak wordt nog een keer bevestigd wanneer we kijken naar de antwoorden op de vraag hoeveel procent van de lezers het jammer zouden vinden wanneer de nieuwsbrief zou verdwijnen. 74% van de respondenten (185 personen) geeft aan het jammer te vinden wanneer de nieuwsbrief zou verdwijnen, 11% heeft hierover geen mening, 10% zou het niet erg vinden wanneer de nieuwsbrief niet meer zou verschijnen.
14
Ook vroegen wij u wat u vindt van reclame in de nieuwsbrief. Meer specifiek wilden wij weten of er volgens u meer reclame in het blad mag. 25% zegt dat er meer reclame in de brief mag, 28% meent dat er niet meer reclame in de nieuwsbrief zou moeten komen, 40% heeft hierover geen mening. Een aantal keren werd als opmerking vermeld dat het plaatsen van reclame een goed initiatief is, mits de reclame relevant is voor oudere mensen. Wij zullen bij selectie van de advertenties uiteraard rekening houden met het onderwerp van reclame, zodat deze ook relevante informatie voor u als lezer bevat. Tot slot mogen wij concluderen dat 36% van de respondenten nieuwsgierig is geworden door de nieuwsbrief, 35% is een beetje nieuwsgierig geworden en 21% is niet nieuwsgierig gemaakt door “Thuis en er op uit”. Ook deze antwoorden bevestigen het positieve beeld dat de lezer heeft over de nieuwsbrief. Samenvattend mogen we concluderen dat de nieuwsbrief bij de lezer in de smaak valt. Een mooi resultaat! Wim Janssen
Activiteitenkalender Datum
Activiteit
Organisatie
inlichtingen
17-12-08
themaconcert 70 joar bloasmuziek Kerstviering
18-12-08
Kerstviering
Inter Nos met introductietocht Seniorenvereniging Eendrachtig Samen te Eys Ouderenvereniging Onder Ons Epen
kaarten à e 6,o.a. bij VVV Epen Mw. N. Naber 043-4512552 Mw. Van Harskamp 043-4552541
01-06-08
Heeft uw organisatie een interessante activiteit voor onze lezers? Mail het door naar de redactie: E-mail:
[email protected] of naar de Gemeente Gulpen-Wittem, t.a.v. Pieter van der Velde, Postbus 56, Gulpen.
HIER
HAD
UW ADVERTENTIE KUNNEN STAAN. Inlichtingen: (van maandag t/m donderdag): 043-880 07 82
15
16