Postbus 248 3800 AE Amersfoort Stadsring 159b 3817 BA Amersfoort Retouradres: Postbus 248 - 3800 AE Amersfoort
T 033 467 29 00 F 033 467 29 99
[email protected] www.kngf.nl www.defysiotherapeut.com
Aan NVMT leden
ABN AMRO 55.30.44.028 IBAN NL59ABNA0553044028 BTW 0025.84.700.B.01 KvK 40506528
Relatienummer Onze referentie Datum Onderwerp
11010195 11010195 5 november 2012 Nieuwsbrief mbt ALV 20 november 2012
Doorkiesnummer E-mailadres
941
[email protected]
Aantal pagina’s
5
Nieuwsbrief bij moties NVMT ALV 20 november 2012 [RGF]
Geacht lid, Het NVMT-bestuur ontving twee moties voor de komende Algemene Ledenvergadering (ALV) van 20 november 2012. De ene motie spreekt zich uit tegen de masterverplichting voor herregistratie in het CKR-deelregister manueel therapeut. De andere motie vraagt het bestuur om alles in het werk te stellen om manueeltherapeutische zorgverlening als verleend door de leden van de NVMT niet langer aan te merken als verbijzonderde fysiotherapie. De volledige teksten van beide moties vindt u, in het besloten ledendeel van de NVMT-website, via deze link; http://nvmt.fysionet.nl/index.php?p=1018852
Met deze nieuwsbrief wil het NVMT-bestuur zijn standpunt ten aanzien van deze moties met u delen. Uiteraard licht het bestuur dit standpunt ook toe op de ALV van 20 november. Motie ‘de masterverplichting voor herregistratie tot nader order opschorten’ De centrale vraag in deze motie is of de kosten van de opleiding worden terugverdiend in de toekomst en of het volgen van de masteropleiding de kwaliteit van het beroepsinhoudelijk handelen van de manueel therapeut verhoogt. Waarom heeft de NVMT destijds besloten om de beroepsgroep op te leiden tot masterniveau? Manuele therapie is ontstaan uit goeroeïsme waarbij de manueel therapeuten in opleiding op basis van theoretische modellen leerden tot een behandelstrategie te komen. Afhankelijk van de stroming kwam de manueel therapeut tot een behandelmethodiek (Kaltenborn, Maitland, MacKenzie of nog eerder Still, Palmer). Handelen naar best available evidence maakte daarvan geen onderdeel uit. Vandaag de dag wordt deze goeroeïstische instelling verlaten op alle vlakken binnen de gezondheidszorg en wordt van een zichzelf respecterend beroep verwacht te streven naar wetenschappelijke onderbouwing en naar wetenschappelijke inzichten te handelen. Manuele therapie is officieel reguliere zorg en dus geen alternatieve geneeswijze. Daarom liggen wetenschappelijke attitude en handelen in de lijn van verwachting net als bij andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. De fysiotherapeut-specialist onderscheidt zich van de algemeen fysiotherapeut door aantoonbaar te beschikken over een extra en bijzonder expertise-, kennis- en kundeniveau binnen de fysiotherapie. Deze fysiotherapeutspecialist incorporeert de meest recente, valide wetenschappelijke ontwikkelingen in zijn evidence based klinische praktijk.
5 november 2012 Datum Onze referentie Pagina 2 van 5
De beroepsgroep kon niet voldoen aan de internationale status van fysiotherapie, het internationaal beroepscompetentieprofiel en het nationale beroepscompetentieprofiel (BCP) waarin evidence based handelen centraal staat. Daarom werd geadviseerd om de hele beroepsgroep op te leiden met verplichte scholing zodat deze voldoet aan het beroepscompetentieprofiel, in staat is haar handelen op basis van wetenschappelijke inzichten te onderbouwen en met een wetenschappelijke attitude te werken. Andere beoogde uitkomsten hiervan waren: geen concurrentiestrijd binnen de eigen beroepsgroep; één honorarium, dat overeenkomt met het competentieniveau; behoud van tarief; sterke sociaal-maatschappelijke positie: fysiotherapeut-specialist; duidelijke domeinafbakening; mogelijkheden voor de toekomst, zoals extra bevoegdheden; parallel lopen met internationale ontwikkelingen op het gebied van master. Na uitgebreide communicatie met de leden en ledenrondgangen over dit onderwerp stemde de ALV in 2007 in met de masterverplichting. Binnen het KNGF heeft de manuele therapie zich sterk gepositioneerd en het voortouw genomen om het niveau van specialist te koppelen aan een masteropleiding. Inmiddels is dit standpunt overgenomen door het College Specialisten Verenigingen (CSV) en is de master breed geïncorporeerd in opleidingen tot fysiotherapeut-specialist. Zeker het samenwerkingsverband binnen de musculoskeletale groep (MSG) met de sportfysiotherapeuten, de orofaciaal fysiotherapeuten (beide gelijkopgaand met dezelfde verplichte mastereisen), de psychosomatisch werkende fysiotherapeut en de bedrijfstherapeuten staat in het teken van verwetenschappelijking, zoals de investering in een hoogleraar op het gebied van musculoskeletale gezondheidsproblemen. Deze investering is een direct uitvloeisel van de wetenschappelijke ambities naar stevige onderbouwing van het vak manuele therapie. Het opleiden van de beroepsgroep tot master wordt in de toekomst nog breder ingezet. In 2011 deed de beroepenkolomcommissie de aanbeveling om ook de algemeen fysiotherapeut per 2025 op te leiden tot het niveau van master. Het Algemeen Bestuur (AB) nam deze aanbeveling over. Wat heeft het ons gebracht? Het bestuur kan concluderen dat het opleiden van de beroepsgroep naar masterniveau een goede stap is geweest. Hiermee heeft de beroepsgroep zich sterk kunnen positioneren, onder andere in de richting van zorgverzekeraars, het Ministerie van VWS, naar verwijzers en in het kader van het CAO Ziekenhuiswezen. Zonder een masterniveau was het bijvoorbeeld niet mogelijk geweest om binnen het Ministerie van VWS deuren te openen naar het uitbreiden van bevoegdheden (de zogenaamde extended scope). Met het masterniveau heeft de beroepsgroep zich sterk kunnen positioneren bij de zorgverzekeraars als specialisten die handelen volgens evidence based practice-inzichten, en op basis van richtlijnen onderbouwde beslissingen nemen binnen een afgebakend domein. Hiermee is bij zorgverzekeraars het vertrouwen gewekt dat zij de inhoud en kwaliteit kunnen overlaten aan de beroepsgroep. De Hogeschool Utrecht (HU) en de SOMT hebben onderzoek gedaan onder manueel therapeuten die onlangs de verkorte masteropleiding hebben afgerond. Uit hun ervaringen bleek dat de mastergraad de positie van de manueel therapeut versterkt. Afgestudeerden van deze masteropleiding vinden dat ze kritischer zijn op eigen handelen en analyses beter onderbouwen. Daarnaast geven afgestudeerden aan beter te kunnen communiceren met verwijzers, artsen en specialisten. Waarom is er discussie ontstaan over de master? Het is duidelijk dat de kosten van de “verkorte“ master de reguliere kosten voor bij- en nascholing overstijgen. Voor herregistratie in het CKR manuele therapie (minimaal 50 punten in het vakinhoudelijk deel en maximaal 30 punten in het basisdeel) moeten ongeveer vier cursussen en twee congressen gevolgd worden per vijf jaar (kosten rond € 2750 - € 3000). De verplichte master is relatief duur per twee jaar: € 6000 - € 6700 op basis van collegegeld. Deze studie in twee jaar geeft daarnaast een hogere studiebelasting. Vanzelfsprekend staan deze kosten nog buiten de te maken kosten voor herregistratie als algemeen fysiotherapeut waar ook minimaal 50 punten voor het vakinhoudelijk deel moeten worden verzameld per herregistratietermijn. Welke acties heeft het bestuur ondernomen? Om het contrast in kosten te overbruggen en de studiebelasting te verlagen, vroeg het bestuur aan alle masteropleidingen Manuele Therapie de opleiding te temporiseren, dan wel modulair op te bouwen. Verschillende opleidingen Manuele Therapie zijn hierop ingegaan. De huidige verkorte master kan worden
5 november 2012 Datum Onze referentie Pagina 3 van 5
afgelegd tussen drie tot vijf jaar en de kosten kunnen ook daardoor over meerdere jaren worden verspreid. Zie voor meer informatie de NVMT-website: www.nvmt.nl Daarnaast kunnen de opleidingen bij het BOCK aangeven dat de diverse modules ook voor het algemeen register gelden. Hierdoor kunnen studiepunten voor beide registers voor herregistratie worden ingezet. Als de verkorte masteropleiding gedurende twee registerperiodes wordt gevolgd (bijvoorbeeld voor 2015 beginnen, na 2015 eindigen), krijgen deelnemers volledige vrijstelling voor het behalen van punten voor het deelregister/aantekeningenregister waarvoor de verkorte master geldt, voor beide registratieperiodes. Daarmee wordt de investering van € 6000 - € 6700 vergelijkbaar met de investering aan bij- en nascholing over twee periodes met betrekking tot het beroepsinhoudelijk deel (2 x € 2750 - € 3000). Zodra ook accreditatiepunten verdiend kunnen worden voor het algemeen register, is de verplichte master zelfs goedkoper dan de cursussen en congressen die gevolgd moeten worden voor herregistratie als algemeen fysiotherapeut zowel als manueel therapeut per twee termijnen. Ook heeft het NVMT-bestuur in voorgaande jaren de herregistratiecriteria verruimd zodat ook masterdiploma’s binnen het musculoskeletale domein en MSc-diploma’s herregistratie mogelijk maken. Wat willen de indieners van de motie bereiken? De motie bestaat uit vier componenten: 1.
2. 3. 4.
Het bestuur van de NVMT laat nader onderzoeken of kan worden aangetoond dat de masterverplichting leidt tot een inhoudelijke verdieping en een kwaliteitstoename van het beroepsinhoudelijk handelen. Dat zou meetbaar moeten zijn als het gemiddeld aantal behandelingen van een mastercollega lager is, of doordat er minder recidivering optreedt bij patiënten van collega’s die het mastertraject hebben afgerond. Daarnaast geeft het bestuur de opdracht tot het maken van een kosten-batenanalyse, zodat de keuze om de verplichting al dan niet af te schaffen niet alleen wordt gebaseerd op kwaliteitscriteria, maar ook op basis van bedrijfseconomische argumenten. De verplichting wordt per direct tot nader order opgeschort. Het staat de individuele leden natuurlijk vrij om een lopend mastertraject te vervolgen dan wel zich als nieuwe student in te schrijven. Als er geen externe evidentie gevonden kan worden voor de meerwaarde van de verplichting, dan zal, zonder dat dat verder ter stemming wordt gebracht, de verplichting definitief vervallen. Als de kosten-batenanalyse aantoont dat de investering niet op redelijke wijze c.q. redelijke termijn kan worden terugverdiend, dan zal, zonder dat dat verder ter stemming wordt gebracht, de verplichting definitief vervallen.
Reactie NVMT bestuur Het bestuur van de NVMT is van mening dat het niet te meten is of het volgen van de masteropleiding de kwaliteit van het beroepsinhoudelijk handelen daadwerkelijk verhoogt door alleen te kijken naar minder behandelingen of minder recidieven. Beide uitkomstmaten zijn multi-factorieel beïnvloedbaar op patiënt-, behandelaar- en omgevingsniveau. Ze meten slechts een aftreksel van wat er daadwerkelijk plaatsvindt. Kwaliteit van beroepsinhoudelijk handelen betreft immers ook de attitude en de denkprocessen en klinische redeneerprocessen van de behandelaar. Een voorbeeld: na het volgen van een inhoudelijke cursus over schouderklachten is de therapeut op de hoogte van de allerlaatste wetenschappelijke inzichten en hoe hij deze kan incorporeren in de behandeling. Het bestuur vindt dat dit de kwaliteit van de behandeling verhoogt. Dat door het volgen van de cursus de eerstkomende schouderpatiënt eerder herstelt en minder behandelingen nodig heeft, is een vreemde invulling van het woord kwaliteit. Juist kennis en attitude zijn per definitie niet te meten bij de patiënt. Zowel de mastermanueel therapeuten als de niet-master-manueel therapeuten kunnen op basis van een ander klinisch redeneerproces uiteindelijk toch komen tot dezelfde interventie. Toch zijn de afwegingen die gemaakt worden zeer van belang. De voorgestelde prognostische klinische studie kan hierop geen zicht bieden. Door de complexiteit van de vele beïnvloedbare factoren zullen de uitkomsten zeer discutabel zijn en naar verwachting niet significant. Het bestuur vindt de voorgestelde studie dan ook onzinnig om “kwaliteit” van twee verschillende niveaus van manueel therapeuten te meten. De al uitgevoerde studies bij de SOMT en HU geven aan hoe de manueel therapeut zelf kwaliteit ervaart, wat een veel grotere zeggingskracht heeft.
5 november 2012 Datum Onze referentie Pagina 4 van 5
Een hoger tarief was nooit het argument om de beroepsgroep zich te laten ontwikkelen naar masterniveau. Overigens betalen in het algemeen bij- en nascholingen en investeringen in kennisvergaring als congressen en cursussen zich niet in financieel opzicht terug. Ook zonder masterverplichting moeten er kosten gemaakt worden voor het volgen van vakinhoudelijke scholing voor het deelregister manueel therapeut. Zoals eerder indeze brief genoemd, heeft het hogere opleidingsniveau het mogelijk gemaakt de manueel therapeut stevig te positioneren in de onderhandelingen met zorgverzekeraars, ten behoeve van de CAO Ziekenhuiswezen en ten opzichte van andere stakeholders. Dat resulteerde in de eerste positieve effecten in de huidige onderhandelingen. Het bestuur wil u wijzen op het effect van het uitvoeren van deze motie. Als deze motie wordt uitgevoerd, doet zich op dat moment al een splitsing voor binnen de beroepsgroep in Nederland. De master-manueel therapeuten zullen zich immers niet meer vertegenwoordigd zien door de NVMT en er zijn al geluiden dat deze groep van master-manueel therapeuten dan een eigen vereniging wil oprichten. De vraag is dan met welke vereniging de zorgverzekeraars en andere stakeholders als KNGF zaken willen doen. Versnippering van de beroepsgroep geeft stakeholders de kans om groepen tegen elkaar uit te spelen. Kortom: voor deze motie stemmen, betekent logischerwijs ook een splitsing in onze beroepsgroep. Motie ‘manueel therapeutische zorgverlening door de leden van de NVMT niet langer aan te merken als verbijzonderde fysiotherapie...’ Door het uitvoeren van deze motie streven de indieners ernaar de volgende problemen te lijf te gaan: tariefstelling, overconsumptie, contractering en afnemende vergoeding in kwalitatief en kwantitatief opzicht. Deze motie kan de NVMT niet uitvoeren omdat ze haaks staat op de doelstelling van de NVMT zoals in de huidige statuten is verwoord, namelijk: “het bevorderen van de manuele therapie als specialisme van de fysiotherapie” en “het behartigen van de sociaal-economische belangen van haar leden binnen de door het KNGF gestelde kaders en/of werkafspraken.” Daarnaast is statutair bepaald dat het in beginsel aan het KNGF is om te bepalen of een therapie binnen het domein van fysiotherapie valt. Binnen het KNGF staat niet ter discussie dat manuele therapie binnen het domein van de fysiotherapie valt. Het CVZ heeft in 2009 uitgesproken dat manuele therapie zorg is zoals fysiotherapeuten die plegen te bieden. Als manuele therapie niet langer binnen het domein van fysiotherapie valt, krijgt het dezelfde status als een willekeurige andere alternatieve therapie. Daarmee is het geen zorg die onder de Zorgverzekeringswet valt en moet de door de NZa vastgestelde prestatiebeschrijving voor een zitting manuele therapie komen te vervallen. Als het lukt om de prestatiebeschrijving te laten vervallen, kan hiermee bereikt worden dat zorgverzekeraars manuele therapie niet meer contracteren. De vraag is dan wel of de manueel therapeut nog veel patiënten naar zich toe kan trekken. De kans is groot dat deze weg het imago van de manueel therapeut schaadt. Er zijn weinig aanvullende polissen die die alternatieve therapieën vergoeden. De manueel therapeut kan in theorie in deze situatie de prijs vragen die hij/zij zelf wil hanteren, maar de vraag is wel of er dan nog voldoende markt is om een goede boterham te verdienen. Het NVMT-bestuur is van mening dat dit niet het gevolg zal zijn. Het lijkt kortom niet waarschijnlijk dat de achterliggende doelstelling met de uitvoering van deze motie wordt gehaald, namelijk: het in rekening kunnen brengen van hogere tarieven. Tot slot Op de ALV van 20 november stelt het NVMT-bestuur voor om het beleid ten aanzien van de herregistratiecriteria te wijzigen. Deze voorgestelde wijziging beoogt de verplichte inschrijving bij een masteropleiding te laten vervallen en de termijn voor het afronden van een masteropleiding te verruimen naar 1 januari 2025. Hiermee komt het bestuur tegemoet aan de uitkomsten van de ledenpeiling en geeft het geregistreerde leden meer tijd om een opleidingstraject te plannen en kosten te spreiden. Ook wordt hiermee tegemoetgekomen aan die geregistreerde manueel therapeuten die hun werkzaamheden voor 2025 beëindigen. Inmiddels heeft u de uitnodiging voor deze ALV ontvangen en kunt u bijbehorende teksten vinden op de NVMTsite. U bent van harte uitgenodigd om deel te nemen aan deze ALV. Het NVMT-bestuur wijst beide moties af en adviseert de leden om niet in te stemmen met de moties. Het bestuur staat voor het ingezette beleid op het gebied van hoogwaardige kwaliteit en sociaaleconomische belangenbehartiging.
5 november 2012 Datum Onze referentie Pagina 5 van 5
Het bestuur heeft bij diverse stakeholders steeds vurig gepleit voor tariefsbehoud/-verhoging, voor vrijheid in handelen van de manueel therapeut, voor bewustzijn van de manueel therapeut en voor ontwikkeling van kwaliteit in handelen en transparantie. Als het bestuur een beleid moet verdedigen dat 180 graden anders is, wordt dat volkomen ongeloofwaardig. Uiteraard respecteert het bestuur de ALV als hoogste orgaan. Als een of beide moties wordt/worden aangenomen, zal het bestuur zich ernstig beraden of het bereid is daaraan uitvoering te geven. Met vriendelijke groet, Namens het NVMT bestuur,
Dr. A.L. Pool-Goudzwaard, Voorzitter