NIEUWS Nederland November 2015
Dräger DrugCheck® 3000 De snelle en simpele on-site multidrugstest
Pagina 3
Veiligheden Bauer compressoren
Dräger Oxylog Draagbaar beademingstoestel
Richtlijn drukapparatuur stelt heldere eisen
Pagina 6
Pagina 11
2|
Column Verstandige normconformiteit Standaardisatie is een groot goed. Waar ik ook een caravan zou kopen, hij past op de trekhaak van mijn auto dankzij een wereldwijde ISO-standaard die zegt dat de kogel een diameter van precies 50 millimeter moet hebben. Heel fijn ook als de Wegenwacht mij een leenauto met trekhaak verschaft. Normen zijn echter niet allemaal zo duidelijk en het wordt helemaal lastig als je ze los gaat laten op mensen. Want geen enkel mens voldoet aan een standaard: gelukkig maar, want het leven zou knap eentonig worden. Dräger heeft als toonaangevend bedrijf zitting in allerlei normcommissies. Dat kost ons tijd en geld, maar toch sturen we onze beste mensen erheen en proberen we vooral de redelijkheid te verdedigen in de tijdrovende overlegprocedures. Soms met groot succes, soms met compromissen als gevolg. Uitstappen is natuurlijk geen optie: goede normen zijn van levensbelang. We zien ze terug in de documenten die op ons afkomen bij aanvragen en aanbestedingen. Ze garanderen mede de kwaliteit en de veilige toepasbaarheid van een product. Maar ze worden erg verabsoluteerd. Ze zijn heilig geworden. Dat de brandweerhelm mij beschermt als ik op de bouwplaats loopt hoeft geen betoog. Dat doet hij, zelfs vele malen beter dan voorgeschreven, maar hij is er niet op beproefd. Het zou zijn alsof ik de trekhaak van mijn auto naar een keuringsinstituut breng met het verzoek om hem te keuren volgens de norm voor aanhangwagenkoppelingen aan fietsen. Ik ben groot voorstander van normalisatie en normen, maar word nog blijer van gezond verstand. Mijn fietsaanhanger gaat namelijk niet achter de auto. Patrick van Vugt Business Unit Manager
Beurzen Veilig Werkt Beter en A+A Dräger gaf acte de présence op de beurs Veilig Werkt Beter (6, 7 en 8 oktober in de Brabanthallen in Den Bosch) en op de A+A te Düsseldorf. In Den Bosch stond in de eigen stand de gasbewaking en monitoring centraal, met de focus op de explosieveilige X-zone 5500 ‘gebiedsbewaker’. Dit uiterst communicatieve flexibel inzetbare gasmeetsysteem was voorzien van de X-zone Com, die naast de standaard onderlinge communicatie met andere X-zones in de keten, ook via het gsmnetwerk met de buitenwereld kan communiceren.
Daarnaast werden alcohol- en drugstestmiddelen gedemonstreerd in een gedeelde stand met Trafieq, expert in alcohol- en drugsbeleid en uitvoerder van opgelegde educatieve maatregelen. De grootste Europese veiligheidsbeurs A+A heeft op het moment van schrijven van Dräger Nieuws Nederland nog niet plaatsgevonden, maar daar zal de X-plore 8500 aanblaasfilterunit alsmede het SPC 3700 chemiepak met CVA 0700 ventilatievest* in de schijnwerpers staan (*zie pagina 8).
|3
Dräger DrugCheck® 3000 De snelle en simpele on-site multidrugstest
snel en simpel Steeds meer bedrijven onderkennen het risico van drugsgebruik door werknemers. Hoe groot de omvang van het mogelijke probleem is, blijft vaak onduidelijk bij gebrek aan controle en transparantie bij betrokkenen. Als een risicoinventarisatie aangeeft dat onder invloed verkerende werknemers grote schade, letsel of ernstige incidenten kunnen veroorzaken, dan is beleid in feite noodzakelijk. Over het zelf of met ondersteuning invoeren van ADM-beleid (alcohol, drugs en medicijnen) valt elders in deze Dräger Nieuws Nederland en voorgaande edities te lezen. Dräger benadrukt dat ADM-beleid niet slechts bestaat uit het invoeren van controles op de werkvloer. Maar als die controles moeten worden uitgevoerd dan heeft Dräger er de juiste technische middelen voor, of het nu een snelle, minimaal belastende check betreft of een hoognauwkeurige en rechtsgeldige proef.
Screening en beleid Vooral bij controles op de werkvloer bestaat er behoefte aan een snelle, nietinvasieve test. Het verantwoord afnemen van bloed behoeft medische kennis en betekent een aantasting van de lichamelijke integriteit van de testpersoon, wat een forse drempel opwerpt bij ‘bedrijfscontroles’. Ook aan het afnemen van urine kleven bezwaren: werknemers willen om uiteenlopende redenen niet meewerken, het toezicht is lastig en er is zelfs kans op fraude, te vergelijken met de verschijnselen die we kennen van dopingcontroles in de professionele sportbeoefening. Toch zijn controles vaak geboden, omdat een werknemer onder invloed een gevaar kan zijn voor zichzelf, voor zijn directe collega’s en voor de omgeving. BRZO-bedrijven kunnen erover meepraten en worden er door hun verzekeraars, de autoriteiten en door klanten toe gedwongen zaken via een gedegen beleid onder controle te hebben. Snelle en betrouwbare eerstelijnscheck Dräger biedt pocketformaat testmiddelen die bij uitstek geschikt zijn voor een snelle detectie van ongewenste hoeveelheden verdovende middelen in het lichaam van een te testen persoon. Voor het afnemen en analyseren van een speekselmonster is niet meer nodig dan een Dräger DrugCheck 3000. Enkele minuten na het plaatsen van het absorberend bemonsterstaafje in de bijbehorende testcassette is duidelijk of de persoon eventueel onder invloed is van speed, ecstasy, cannabis, marihuana (wiet, hasjiesj), cocaïne en/of opiaten. De hierbij benodigde handelingen zijn eenvoudig uit te voeren en behoeven geen laboratoriumvaardigheden. Ook het onhygiënisch druppelen met pipetjes of het timen met een stopwatch behoren tot het verleden. Duidelijke verkleuringen geven de status van het proces weer. Gebruikers en conformiteit De DrugCheck 3000 wordt reeds wereldwijd in meerdere landen toegepast voor betrouwbare en snelle drugsdetectie op werkplekken of ‘aan de poort’ in onder andere de mijnbouw, de olie- en gaswinning, de procesindustrie, bij hand-
4|
havende diensten, in penitentiaire inrichtingen en bij reïntegratietrajecten van ‘risicogroepen’. In alle landen van de Europese Unie en staten die zich aan de Europese richtlijnen hebben geconformeerd is de DrugCheck 3000 voor screeningdoeleinden toegelaten als in-vitrodiagnostisch instrument. Het voldoet aan de 98/79/EC-richtlijn en de eisen gesteld in ISO 13485. Laagdrempelig alternatief “De DrugCheck 3000 is bedoeld als een snel en eenvoudig controlemiddel”, zegt Gerrit Grefelman, Product Manager Alcohol- en Drugsdetectie van Dräger Nederland. “Het is compact, relatief voordelig, heeft geen elektriciteit nodig en biedt toch een goede selectiviteit en nauwkeurigheid. Overal waar snel of op meerdere plaatsen gelijktijdig testmiddelen voorhanden moeten zijn is de DrugCheck 3000 op zijn plaats. Er is maar weinig instructie nodig voor het gebruik en een setje past bij wijze van spreken in je broekzak. Ook in ambulances en voertuigen van bewakingsdiensten is wel een plekje te vinden voor de DrugCheck 3000. Bij vreemd, afwijkend gedrag, vernauwde of juist verwijde pupillen van slachtoffers of werknemers kan een snelle test onzekerheden grotendeels wegnemen. Ook na bedrijfsongevallen of bijna-ongevallen kan een drugstest deel uitmaken van de standaardprocedure. Je weet binnen enkele minuten of een testpersoon onder invloed is van drugs. Een positieve uitslag betekent dat het gebruikte middel invloed heeft op het functioneren van de betrokkene, en dat is waar het bij de beoordeling op een werkvloer of in het verkeer om gaat.” CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079 3444 777
Het nemen van steekproeven hoort bij een effectief ADM-beleid
WERKING VAN DE DRUGCHECK 3000
De DrugCheck 3000 is een in-vitrotest, wat letterlijk ‘in glas’ betekent, dus buiten het lichaam. In de (zeer beknopte) gebruiksaanwijzing is vermeld dat de test werkt volgens het immunoassay-principe. Sterk versimpeld: de vloeistof in de DrugCheck 3000 bevat verschillende gemerkte antilichamen die zich gedurende de test al dan niet hechten aan de reeds op het testmembraan aangebrachte minimale hoeveelheden ‘gebonden’ drugs. Via een indicatorreactie vormen ze daar de lijntjes die kenmerkend zijn voor een negatiefuitslag. Als zich in het speekselmonster drugs bevinden, zullen de gemerkte antilichamen zich hier onmiddellijk aan gaan binden, met als gevolg dat er geen of minder antilichamen overblijven voor het vormen van een lijntje op de positie van de ‘gebonden’ drugs. Vormt zich geen lijntje, betekent dit een positiefuitslag voor de betreffende drug. Mocht dat abracadabra zijn: het is vergelijkbaar met wat een zwangerschapstest doet.
DRÄGER ACADEMY BIEDT GEBRUIKERSTRAINING DRUGCHECK 3000
De Dräger Academy biedt ook gebruikerstrainingen voor de Dräger DrugCheck 3000. Behalve op de werking en het gebruik van de compacte multidrugstest voor screening doeleinden wordt tijdens de opleiding ingegaan op de invloed van drugs op het menselijk lichaam, de sociale aspecten van het afnemen van drugstesten en de inbedding van drugstesten in een alcohol- en drugsbeleid. Inschrijven kan via de website van de Dräger Academy www.draeger-academy.nl De Dräger Academy is telefonisch bereikbaar via 079-3444750
|5
Dräger HPS 3500 – één helm voor alle hulpverlening Met belangstelling werd door brandweer, technische hulpverleners, reddingsteams en ambulancepersoneel uitgezien naar de opvolger van de HPS 3100 hulpverleningshelm: de HPS 3500. Deze moderne helm is toegelaten volgens de combinatie van nieuwe normen NEN-EN 16471:2014 (helmen voor bos- en heidebrandbestrijding), NEN-EN 16473:2014 (helmen voor technische hulpverlening) en NEN-EN 12492:2012 (bergbeklimmersuitrusting, dus helmen voor redding op hoogte). Dat maakt hem tot een echte multifunctionele hulpverleningshelm. De robuuste en tevens stijlvolle HPS 3500 is 100 tot 150 gram lichter dan zijn voorganger – de basisversie weegt slechts 710 gram –
en heeft een verbeterd ventilatiesysteem voor een nog comfortabeler binnenklimaat. Tot de accessoires behoren vizieren van polycarbonaat of gaas, een speciale ‘anticondens’ veiligheidsbril en gehoorbescherming. Samen met de Nomex® neklap, lampadapters en verschillende retroreflecterende stripings maken ze de helm inzetbaar voor vele soorten werk, ook aan sterkstroominstallaties en bij houtbewerking. De klittenbandsluiting en snelle hoofdmaatinstelling zorgen voor minimaal tijdverlies bij spoedeisende acties. De vezelversterkte helmschaal is er in rood, geel en wit (Basic) of gelakt (Premium) in acht verschillende kleuren.
Dräger PSS® Safety Belt Werkzaamheden op hoogte moeten veilig worden uitgevoerd, zelfs als het snelle en ongeplande interventies betreft. Als tevens ademluchtapparatuur moet worden gebruikt, kan dat lastig worden. Het bandenstel van een ademluchttoestel is normaal gesproken ongeschikt en niet toegelaten voor gebruik als positioneringsysteem of als vangsysteem. De Dräger PSS Safety Belt is een goedgekeurde positioneringsgordel die – in plaats van de standaardheupgordel – is te bevestigen aan de PSS 5000 of -7000 ademluchttoestellen. De drager kan zich met de karabijnhaak van de PSS Safety Belt snel en veilig verankeren en
zo zorgen voor goede positionering en valpreventie. De ijzersterke aramide band is voorzien van snelle ‘sliding lock’, pull-forward heupbandstelfunctie en lijnzakken. ‘Gewone’ positioneringsgordels moeten voldoen aan de NEN-EN 385 (werkplekpositionering), terwijl de PSS Safety Belt door zijn temperatuurbestendigheid ook is goedgekeurd conform de NEN-EN 137 (ademluchttoestellen) en daardoor zelfs in brandsituaties mag worden gebruikt. Eenvoudig onderhoud, gering gewicht (minder dan een kilo extra) en goede reinigbaarheid (niet poreus) maken het plaatje veilig, ergonomisch en compleet.
Nieuwe Protector-software ook voor Dräger Testor 3100 Duurzame hardware loopt het risico ingehaald te worden door de snel evoluerende computerapparatuur waarmee deze communiceert. Dat geldt ook voor de testbanken voor ademluchtmaskers, -toestellen en gaspakken van Dräger. De betrouwbare Testor 3100 werd reeds gelanceerd in een tijd dat computers nog gebruikmaakten van Windows 95 en met de buitenwereld communiceerden via een seriële poort. Moderne computers hebben dergelijke poorten niet meer, dus is de Testor 3100 sinds het jaar 2008 uitgerust met usb-interface, en werden oudere apparaten
voorzien van een adapter. Behalve de ‘fysieke laag’ van de verbinding, moeten ook de dataprotocollen en de bijbehorende programmatuur (de ‘app’ zou de moderne naam zijn) compatibel blijven met de aangesloten pc’s of laptops. Vanwege de uitdrukkelijke wens van trouwe gebruikers van de Testor 3100 is de onder Windows 10 compleet nieuw geschreven Protector 6.0-software leverbaar vanaf begin 2016 en geschikt voor de Prestor, Quaestor 5000 en 7000 én Testor 3100 met usb-aansluiting.
6|
Veiligheden Bauer compressoren Richtlijn drukapparatuur stelt heldere eisen Toen stoom nog hét medium was om machines aan te drijven, was al duidelijk welke enorme risico’s er verbonden waren aan het op hoge druk brengen van grote hoeveelheden gas of damp. Een exploderende ketel bleek in staat om complete gebouwen met de grond gelijk te maken. Daarom werd in 1824 al de eerste Stoomwet van kracht en werd – krachtens die wet – door de Dienst van het Stoomwezen toezicht gehouden op alle drukapparatuur. Deze
Bauer veiligheid
dienst werd in 1994 geprivatiseerd en overgenomen door Lloyd’s Register, dat nog steeds als één van de zes ‘notified bodies’ (aangemelde instanties) inspecties en keuringen uitvoert. In 2008 werd de Stoomwet vervangen door de Richtlijn Drukapparatuur, ook bekend onder de naam PED-richtlijn. Deze richtlijn geldt voor (stoom-)ketels en drukvaten, maar ook voor buizen of leidingen die een maximale toegelaten druk van 0,5 bar of hoger hebben.
|7
Voldoen aan de PED-richtlijn Fabrikanten van drukapparatuur zoals Dräger (zowel voor ademluchtapparatuur als Dräger gasdistributiesystemen) en Bauer of Boge (compressoren) hebben te maken met de in Europa verplichte CE-markering en zullen er met al hun kennis voor zorgen dat hun producten bij ingebruikname minimaal aan de basisveiligheidseisen voldoen. Onderdelen worden daartoe met voorgeschreven factoren overgedimensioneerd, ze worden tijdens de productie stelselmatig beproefd en er worden zogenaamde ‘bezwijkmechanismen’ ingebouwd. Het CE-merk is echter geen absolute garantie voor een blijvend veilig bedrijf: als slijtage, gebruik en/of veroudering tot potentieel gevaarlijke situaties kunnen leiden, is periodieke keuring vereist, aldus artikel 7.4a lid 3 van het Arbobesluit. Keuringsregime Hoe vaak (onderdelen van) een drukhouder, compressor of samenstel moet worden gekeurd is niet in kort bestek uit te leggen, en bovendien hanteren lidstaten van de Europese Unie soms afwijkende regels. Waar de Arbowet nog enige ruimte voor interpretatie laat is de PED-Richtlijn op dat punt zeer specifiek. Intervallen van één, twee, vier en zes jaar worden genoemd voor de verschillende componenten en bovendien worden naast inspecties ook bepaalde beproevingen en demontages vereist voor sommige onderdelen. Een demontage kan het nodig maken dat er een nieuwe inbedrijfstellingskeuring dient plaats te vinden. Bovendien zijn er keuringshandelingen die de fabrikant of een erkend deskundige mag uitvoeren en keuringen die zijn voorbehouden aan een aangewezen instantie, zoals Lloyds. Mechanische veiligheden Elke goedgekeurde (ademlucht-)vulinstallatie beschikt over talloze veiligheidsvoorzieningen. De eenvoudigste van die verplichte onderdelen zijn de ‘eindveiligheden’ van de compressor: de gekalibreerde afblaasventielen die bestaan uit een veerbelaste klep die bij overschrijding van een bepaalde druk opent en afblaast. Niet alleen moet de aanspreekdruk in
de fabriek nauwkeurig zijn ingesteld, maar ook dient de doorlaat voldoende groot te zijn om verdere druktoename bij draaiende compressor te voorkomen. Zelfs als contacten van een drukgestuurd relais niet zouden openen en als de zekeringen van een (inmiddels zwoegende) elektromotor niet springen, zal deze eindveiligheid voorkomen dat bijvoorbeeld een buffervat of leiding ontploft. Ademluchtcompressoren bestaan uit drie, soms vier trappen, die in cascade de druk opvoeren van atmosferische druk naar circa 300 bar. Na elke trap volgt een mechanische veiligheidsklep, ingesteld op de bij die trap passende druk. Met name tussen de verschillende trappen is sprake van een fluctuerende druk, die controle en (her)kalibratie lastig maakt.
BEVINDINGEN INSPECTIE SZW
CONTACT
De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) heeft van november 2014 tot en met maart 2015 bij 182 gebruikers van drukapparatuur (in de breedste zin des woords) de installaties geïnspecteerd. In het in juni gepubliceerde rapport staat de conclusie dat met name de keuringsverplichtingen in de gebruiksfase onvoldoende worden nageleefd. Van de in totaal negentig overtreders werd er bij 68 bedrijven handhavend opgetreden. Aardig is dat in het rapport ook de beweegredenen van de overtreders zijn geïnventariseerd: 20% dacht dat het onderhoudsbedrijf het regelde, 15% wist niet dat de keuringstermijn was verstreken, 14% had de herkeuring aangevraagd, bij vier procent was de zaak al afgekeurd en was geen actie ondernomen om te laten herkeuren en eenzelfde aantal vond het keuren te duur. De overige 43% had uiteenlopende, vage- of geen redenen of excuses. De Inspectie komt bij overtreders altijd terug. Aanvankelijke waarschuwingen worden bij herhaalde constatering forse boetes. Wim Klever, projectleider van de instanties, meldt aan het einde van het rapport dat installateurs en leveranciers er goed aan doen hun klanten te wijzen op de keuringsplicht. Aangemelde keuringsinstanties kunnen dat ook doen, maar zijn daar (nog) niet wettelijk toe verplicht.
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079 3444 777
Het rapport ‘Veilig werken met drukapparatuur’ is te vinden op www.inspectieszw.nl
Vervangen veiligheidskleppen In Nederland worden buffercilinders van ademluchtvulinstallaties na vier jaar* (eerste keer) en vervolgens om de zes jaar gedemonteerd om te worden gekeurd en gehercertificeerd. Conform de Richtlijn Drukapparatuur is dan ook bovengenoemde nieuwe inbedrijfstellingskeuring van het samenstel compressor/buffer vereist. Het is de Nederlandse Warenwetregeling Drukapparatuur die eist dat er bij een dergelijke keuring tevens gereviseerde of nieuwe eindveiligheden worden gemonteerd. Bauer adviseert sinds kort ook gelijktijdige vernieuwing van de tussenveiligheden van de compressor, mede omdat de kostprijs van deze veiligheidskleppen relatief gering is. Als onderdeel van het 4- of 6-jaarlijkse keurings- en onderhoudsschema worden de betreffende onderdelen door Dräger vervangen, waarbij tevens een meetbrief met de openingsdruk van de nieuwe eindveiligheid wordt verstrekt. *Bij nieuwe of deels vervangen/gerenoveerde installaties met bestaande cilinders of bij een ooit opgetreden keuringsachterstand kan de keuringscyclus afwijken van de standaard. De keuringsdata van de drukvaten zijn echter leidend.
8|
Fris in het pak Ventilatievest CVA 0700 houdt de chemiepakdrager bij de les Elke werknemer die ooit in een chemiepak of gaspak heeft moeten werken kent het onprettige plakkerige gevoel dat het gevolg is van transpiratievocht dat niet op natuurlijke wijze weg kan. Het is te vergelijken met het zweten tijdens een fietstocht in een compleet dampdicht regenpak. In een gasof chemiepak is zelfs nog een extra temperatuurverhoging te verwachten vanwege het ontbreken van wind en de invloed van processen in de omgeving. Alles bij elkaar is dit slecht voor de concentratie, de arbeidsproductiviteit en de veiligheid. Dräger presenteert de comfortabele oplossing: een chemiepak met daarbij behorend ventilatievest. Om bij langdurige en stressvolle operaties het lichaam (en in figuurlijke zin ook het hoofd) koel te houden heeft Dräger deze combinatie ontworpen. De extra luchtstroom via het vest – afkomstig uit het airlinesysteem – bewerkstelligt de natuurlijke verdamping van zweet en zorgt voor een versnelde luchtverversing in het pak. Beide effecten zorgen voor een koel en comfortabel binnenklimaat. In combinatie met de SPC 3700 – het nieuwe Dräger chemiepak voor eenmalig gebruik – voorziet de CVA 0700 behalve in koellucht ook in ademlucht. Een unieke toepassing voor pakdragers.
CONTACT
Aankoppelen van de CVA 0700 in het chemicaliënpak
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079 3444 777
|9
Dräger CVA 0700
In combinatie met Dräger SPC 3700
Veiliger werken met ventilatievest Een benauwd binnenklimaat is in vele opzichten ongunstig: het leidt tot versnelde uitputting, verminderd zicht door condensvorming en een verhoogd stressniveau. Werken in een gaspak wordt gekwalificeerd als ‘lichamelijk zeer zwaar’. Ademluchtdragers en gaspakgebruikers zijn in de regel zowel goed getraind als medisch gekeurd, maar zelfs kerngezonde mensen kunnen onder extreme omstandigheden onwel worden. Die kans neemt af als er een goede lichaamskoeling wordt toegepast. Gezien de hoogrisico-omstandigheden waarin pakdragers veelal opereren zijn ongevallen als gevolg van warmteflauwtes of concentratieverlies zeer ongewenst. De CVA 0700 zorgt voor een duurzaam comfortabel binnenklimaat. Het volume van de luchtstroom langs het bovenlichaam kan via het openen of sluiten van twee ritssluitingen in het rugpand van het ventilatievest naar wens worden ingesteld. Unieke combinatie met SPC 3700 chemiepak Dräger heeft het nieuwe type 3 (zie kader) vloeistofdichte pak en het ventilatievest parallel aan elkaar ontworpen. De SPC 3700 is een ‘constant flow disposable splash protective suit’, een overdrukpak voor eenmalig gebruik dat korte metten maakt met lastig maskergebruik en de vermoeiende ademweerstand die gepaard gaat met het ademen door een automaat.
Het pak is vervaardigd van scheurbestendig Tychem® F (grijs) of Tychem® C (geel) weefsel, heeft een panoramisch vizier en biedt maximaal comfort en veel bewegingsvrijheid. De SPC 3700 is leverbaar in zes maten en weegt maximaal slechts één kilogram. In de originele verpakking opgeslagen heeft de SPC 3700 een levensduur van vijf jaar. Vanzelfsprekend zijn alle noodzakelijke accessoires voor het chemiepak en ventilatievest leverbaar, zoals binnenen overhandschoenen, verschillende chemicaliënbestendige laarzen, slangen, reduceerventielen, koppelingen en externe ademluchtbronnen. Gebruikstesten Fabriekstesten met proefpersonen die in het chemiepak aan lichamelijke inspanning werden onderworpen komen allemaal tot vergelijkbare positieve resultaten. De gemeten binnentemperatuur met CVA 0700 ventilatievest is gemiddeld 5 graden lager, en de beklemmende relatieve luchtvochtigheid geeft een allesbepalend verschil van circa 50% te zien. De lastigst te kwantificeren grootheid blijft de persoonlijke ervaring. Maar het zegt veel dat ervaren gas- en chemiepakgebruikers zonder uitzondering enthousiast zijn over het comfortabelere lichaamsgevoel. Een citaat: “De inspanning blijft weliswaar zwaar, maar werken in het pak is met dit ventilatievest geen extra afmattende factor meer.”
CLASSIFICATIE GASPAKKEN
De Europese PBM-richtlijn 89/686/EEG onderscheidt zes typen beschermende kleding die in het normale spraakgebruik worden aangeduid als gas- of chemicaliënpakken: ■ ■ ■ ■ ■ ■
Type 1: Ongeventileerde gasdichte beschermende kleding tegen vloeibare en gasvormige chemicaliën, inclusief vloeistofaerosolen en vaste deeltjes. Type 2: Niet-gasdichte beschermende kleding tegen vloeibare en gasvormige chemicaliën, inclusief vloeistofaerosolen en vaste deeltjes. Type 3: Beschermende kleding tegen vloeibare en gasvormige chemicaliën, met vloeistofdichte verbindingen. Type 4: Idem, met spraydichte verbindingen. Type 5: Beschermende kleding tegen vaste deeltjes. Type 6: Beschermende kleding tegen vloeibare chemicaliën.
Voor alle genoemde typen zijn de eisen vastgelegd in de betreffende normen. Voor onder andere speciale hittewerende kleding en nucleaire bescherming bestaan aanvullende eisen.
10 |
PASU 2660 HR 3 verplaatsbare ademluchtvoorzieningsunit Lucht waar de vaste airline niet reikt
Waar langdurig gewerkt moet worden met ademlucht is een leefluchtsysteem handiger dan een cilinder op de rug. Het raakt namelijk nooit leeg. In industriële omgevingen worden daartoe vaste persluchtleidingen met ademluchtconditioneringsapparaten gebruikt, speciale ademluchtnetwerken aangelegd of mobiele compressoren opgesteld. Ook steekwagentjes met luchtcilinders (‘ademluchtkarren’) zijn inzetbaar. Omdat de bovenstaande oplossingen soms nét niet aan alle eisen tegemoetkomen heeft Dräger een alternatief ontwikkeld.
Groot debiet bij shutdowns en onderhoud Veel industriële plants zijn voorzien van vaste leidingen voor ademlucht, ontworpen voor een zeker ‘gemiddeld’ gebruik. Bij groot onderhoud, reparaties of een shutdown is dat al snel ontoereikend voor het aantal aangesloten werknemers. Zij bevinden zich immers vaak met meerdere airlinegebruikers op dezelfde plek, wat een te groot debiet kan betekenen voor de plaatselijke leidingdiameter of voor de uiteindelijke bron, meestal een compressor. Zeker bij het verlengen met slangen en vervolgens uitsplitsen kan de druk te ver zakken om comfortabel en vooral veilig te kunnen ademen. Het opvoeren van de druk is een noodmaatregel die zelden mogelijk is: het leidingnetwerk en de reductieapparatuur zijn ongeschikt en de verhoogde druk kan funest zijn voor andere aangesloten apparatuur. Ook de stroomsnelheid in de leidingen mag niet te hoog worden. Boven circa tien meter per seconde ‘fluit’ de lucht letterlijk door de buizen en wordt er amper verdere ‘debietwinst’ meer geboekt. In dergelijke gevallen zijn tijdelijke extra voorzieningen vereist. Zoeken naar alternatieven Slangen dertig meter omhoogtrekken langs een destillatietoren, vastzetten langs bordessen en zorgen dat het struikelge-
vaar beperkt blijft is een heikele en op zijn minst tijdrovende zaak. Een dieselcompressor opstellen in een ATEX-zone mag doorgaans niet, en ook in een scheepsruim of andere besloten ruimte kan geen compressor worden neergezet, al is het alleen maar omdat deze schone buitenlucht zal moeten innemen en niet de eigen uitlaatgassen. Grote (bijvoorbeeld 50 liter) cilinders kunnen een oplossing zijn, maar – ook al bevatten ze ademlucht – ze vertegenwoordigen een extra risico in een besloten ruimte. Daarnaast zijn ze zwaar, nogal onhandelbaar en mogen ze niet los worden opgesteld. In veel gevallen zou een hijs- en verplaatsbaar cilinderpakket uitkomst kunnen bieden. PASU 2660 HR 3 In industriële omgevingen is aan hijswerktuigen, heftrucks en andere transportmiddelen meestal geen gebrek. Een robuuste ademluchtmodule, uitgerust met grote voorraadcilinders, verdeelstation met reduceerventiel en ingebouwde slanghaspels kan het leven een stuk eenvoudiger maken. Vooral als die compacte eenheid is voorzien van hijsogen en sparingen voor vervoer met een heftruck. Dräger heeft het in 2014 ontwikkeld als antwoord op een dringende marktvraag in de petrochemie. Daartoe is nauwkeurig geïnventariseerd welk ‘formaat’ de unit zou moeten hebben
PASU 2260 HR 3
om het gat tussen de ademluchtkar en de vaste leefluchtvoorziening of de ‘aanhangwagencompressor’ te dichten. Het werd een stabiel roestvaststalen frame met zes 300 bar 50-litercilinders en zes lagedruk gebruikersaansluitingen, drie ingebouwde 45 meter RVS-slanghaspels met veerretour die vast aangesloten zijn op het verdeelstation. Uiteraard CE-gemarkeerd en bovendien leverbaar met ATEX-toelating (Zone 2 IIC-T4) voor het gehele samenstel. De PASU 2660 HR 3 units zijn inmiddels naar volle tevredenheid in gebruik bij verschillende klanten in de petrochemische sector. Ook uitvoeringen met een ander aantal cilinders of met meer (of juist minder) haspels zijn leverbaar.
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079 3444 777
| 11
Eenvoudig te bedienen en veilig voor de patient.
Dräger Oxylog 1000® draagbaar beademingstoestel Vanaf het prille begin van Dräger als onderneming levert het bedrijf beademings- en ademluchtapparatuur. Het grote verschil tussen een ademluchttoestel en een beademingsapparaat is dat bij de eerste de gebruiker zelf in staat is te ademen en bij een beademingsapparaat doorgaans niet. De ‘gebruiker’ is in het laatste geval arts, ambulanceverpleegkundige of anesthesist, en de persoon aan het apparaat ‘patiënt’.
Steun en toeverlaat van de anesthesist Een van de belangrijkste taken van een anesthesist is het monitoren van de primaire levensfuncties van de patiënt, het beoordelen van het bewustzijnsniveau, doseren van anesthetica en het regelen van de kunstmatige ademhaling. Vooral de fase tussen actief ademhalen en beademd worden door een beademingsapparaat vergt een nauwkeurige afstemming van de ondersteunende apparatuur op de onwillekeurige ademprikkels van de patiënt. Dräger heeft als fabrikant van beademingstoestellen en anesthesieapparatuur diepgaande kennis van meten, regelen en sturen van de flow en de samenstelling van gasmengsels. Moderne beademingsapparatuur in operatiekamers ondersteunt anesthesisten door grotendeels automatisch te reageren op de signalen en meetwaarden die afkomstig zijn van de patiënt. De kennis die Dräger heeft opgebouwd bij het ontwerpen en perfectioneren van ademluchtsystemen en beademingsapparatuur heeft geleid tot een serie hoogwaardige toestellen voor zowel medische als veiligheidstechnische toepassingen.
Oxylog-serie Compacte transportbeademingsapparatuur wordt toegepast bij zogenaamd ‘intern transport’ van beademde patiënten in ziekenhuizen, in ambulances en bij reddingsoperaties in het veld. In ambulances is de Oxylog 1000 een veel toegepast (uitneembaar) beademingstoestel. Het behoeft geen elektriciteit en is zeer overzichtelijk te bedienen. Indicaties en hoor-
baar alarm werken geheel op de gasdruk. Medisch geschoolde hulpverleners intuberen de te beademen persoon, waarna de Oxylog 1000 de beademing overneemt. Maximale druk, volume en ademfrequentie zijn met simpele draaiknoppen in te stellen. De geavanceerdere broers Oxylog 2000 plus en Oxylog 3000 plus zijn tevens voorzien van elektronica en meet- en regelmechanismen zoals CO2-
12 |
bewaking en tonen een capnogram op het ingebouwde display (een grafische weergave van de gemeten concentratie kooldioxide in de ademlucht als functie van de tijd, red.). Ze kennen vele verschillende beademingsmodi, reageren automatisch op ademprikkels en zijn ook te gebruiken met een masker bij zogenaamde ‘non-invasieve’ beademing. De Oxylog 3000 plus doet in zijn kunnen feitelijk niet onder voor een groot, vast opgesteld beademingsapparaat zoals dat op de intensive care wordt gebruikt. Het verschil is dat een Oxylog 3000 plus slechts 5,8 kg weegt (met batterij maar zonder zuurstofcilinder). Voor alle Oxylog-toestellen zijn compacte caddies (draagframes voor toestel en zuurstofcilinder), regenbestendige draagtassen en muurbeugels leverbaar. Afgestemd op gebruikseisen De Oxylog 1000 is een elementair en enorm betrouwbaar beademingstoestel. De belangrijkste grootheid die de medicus of hulpverlener onder controle moet hebben is de instelling van het ademminuutvolume; dat is de ademdiepte maal
de frequentie. “Bij gebruik tijdens levensreddende acties in het veld kan de bediening van een toestel niet eenvoudig genoeg zijn”, zegt Arjan Wulff van Dräger. “De ‘1000’ is niet voor niets zo populair; hij biedt de gewenste eenvoud en betrouwbaarheid. Toch blijft beademen een taak voor medisch geschoolden. Intuberen mogen alleen een arts of een ambulanceverpleegkundige doen. Je moet er vaardigheid in hebben om zonder schade de beademingstube in de luchtpijp te kunnen plaatsen en bijvoorbeeld niet in de slokdarm terecht te komen. Een huisarts is weliswaar bevoegd, maar als hij niet bekwaam is (ongeoefend), zal hij toch niet intuberen. Beademing met een machine vereist specialistische kennis en oefening waar de gemiddelde Nederlandse BHV-organisatie niet over beschikt. Toch zijn er bedrijven in de zware industrie en ook de scheepvaart die gebruikmaken van de Oxylog 1000. De bedoelde ondernemingen hebben dan echter wel een eigen medische dienst die ook getraind is in het intuberen en toepassen van beademingsapparatuur.”
KUNSTMATIGE BEADEMING
Onder normale omstandigheden ademt een mens doordat de borstkas beurtelings uitzet en krimpt, daartoe aangezet door de spieren. Tijdens het uitzetten van de borstkas ontstaat een onderdruk waardoor omgevingslucht via de mond of neus en de luchtwegen tot uiteindelijk in de longblaasjes terechtkomt. Bij gebruik van een ademluchttoestel zet de negatieve druk bij de inhalatie kleppen in de adem(halings)automaat in werking, waardoor er lucht uit de cilinder in het masker stroomt. Zuurstof wordt via de wanden van de longblaasjes in het bloed opgenomen en kooldioxide afgescheiden. Uitademen van de CO2-houdende lucht geschiedt vervolgens via het uitademventiel. Als er echter geen ademreflex is, dan spreekt een ademautomaat niet aan. Er is een ‘externe pomp’ nodig. Bij mond-opmond beademing vervult een ander mens de rol van pomp, maar het kan ook met een beademingstoestel, dat met de juiste cadans en een instelbare maximale druk en volume de longen vult en vervolgens weer leeg laat lopen. Voor die ‘positievedrukventilatie’ is wel een luchtdichte aansluiting op de ademwegen nodig, wat de reden is dat er wordt geïntubeerd. Een masker kan namelijk niet verhinderen dat de tong de luchtpijp af zou sluiten. Grote medische beademingstoestellen meten, regelen en registreren drukverloop en samenstelling van zowel in- als uitgeademde lucht. Nood- en transportventilatoren (zoals de Oxylog 1000) hebben geen of minder automatische regelmechanismen, maar kunnen via eenvoudige handmatige instellingen voorzien in de basisbehoefte. Ze werken niet met gewone gecomprimeerde lucht, maar met (medische) zuurstof, waardoor het benodigde volume (en daarmee de vereiste overdruk) met bijna een factor vijf wordt gereduceerd.
BEADEMINGSTRAUMA
Het met positieve druk beademen van een mens is niet zonder risico’s. Vele decennia geleden werd al duidelijk dat er zelfs directe weefselschade kan ontstaan door met te grote drukken of volumina te ventileren. Moderne apparatuur is daarom zodanig begrensd dat dit alleen nog onder zeer uitzonderlijke omstandigheden of door gerichte manipulatie zou kunnen gebeuren (er kan ook een medische afweging aan ten grondslag liggen). De voor het lichaam onnatuurlijke overdrukbeademing heeft ook subtielere gevolgen. Positieve druk geeft stress op de longblaasjes en dat activeert het immuunsysteem, waardoor er afweerstoffen en witte bloedlichaampjes in actie komen. Die processen zorgen voor de vorming van toxische stoffen die onder andere de ragfijne bloedvaatjes in de longen kunnen aantasten. De door beademing in gang gezette biochemische processen zijn de laatste jaren diepgaand bestudeerd. Het is aangetoond dat positievedrukbeademing altijd schade kan veroorzaken, maar het streven is uiteraard om die aan de beademing gerelateerde schade zo klein mogelijk te houden. Vooral bij ouderen en mensen met longaandoeningen is er minder reservecapaciteit dan bij gezonde patiënten om eventuele schade op te kunnen vangen. Ook bij drenkelingen geldt een extra risico, onder andere doordat het longweefsel stugger geworden is. Barotrauma of volutrauma door beademing is inmiddels een zeldzaam verschijnsel geworden.
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Medical: 079 3444 831
| 13
Parksense II gasdetectiecentrale Detectie toxische gassen conform nieuwe Europese norm Detectie- en meetsystemen voor giftige gassen en uitlaatgassen in parkeergarages en tunnels moeten aan strengere eisen voldoen sinds het van kracht worden van de NEN-EN 50545-1 (verplicht vanaf 15 augustus 2014). Reeds bestaande installaties (zoals de Parksense I) mogen worden gehandhaafd en zelfs uitgebreid, maar Dräger levert en monteert nieuwe installaties conform de nieuwe norm. De Parksense II is er speciaal voor ontwikkeld.
geheel nieuw ontwerp van het systeem. Zelfs de gebruikte terminologie is veranderd: de term ‘transmitter’ is bijvoorbeeld vervangen door ‘sensor’.”
Noodzaak nieuwe hard- en software De NEN-EN 50545 is een omvangrijk document dat voor geheel Europa strengere eisen stelt aan de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van met name CO- en NOX-detectie in parkeergarages en tunnels. Toleranties (toegelaten verschillen tussen gemeten waarden en werkelijke omgevingsconcentraties) zijn aanzienlijk verkleind, maar ook de centrale en de ingebedde software moeten aan nieuwe eisen voldoen. “Nieuwe eisen zoals bewaakte (nood)stroomvoeding, software op SIL-1niveau, gewijzigde alarmdrempels, één procent meetnauwkeurigheid en de eis dat sensorbehuizingen stof- en plensdicht moeten zijn (IP54, red.) betekende een
Parksense II CO/LPG “De nieuwe Parksense II heeft dezelfde systeemopbouw als de bekende Parksense (voor de duidelijkheid nu aangeduid als Parksense I, red.),” vervolgt Brouwer. “De controller vormt het hart van de centrale en deze herbergt ook het uitleespaneel en het toetsenbord met de bekende pijltjesnavigatie. CO- LPG- en NO(2)-sensoren kunnen – via repeaters – worden verdeeld over maximaal vier lussen, die gezamenlijk of gescheiden per stuurzone de potentiaalvrije contacten voor externe signalering en ventilatie commanderen. Het systeem is op vele manieren te configureren. Mocht de controller onvoldoende (bewaakte) sturingen bieden voor veeleisende toepassingen dan is er een uitbreidingsmodule leverbaar. Ook is het mogelijk om op de parksense II conventionele 4-20mA sensoren aan te sluiten.
Nieuwe protocollen, nieuwe hardware Brouwer betreurt het dat de Parksense II en de bijbehorende componenten niet compatibel konden blijven met de bestaande apparatuur: “Dat zal echter voor geen enkel systeem gelden dat volgens de nieuwe norm is ontworpen. Als je het busprotocol en de software op grond van de regelgeving moet veranderen, de behuizing van sensoren moet aanpassen en overal ‘confidence-checks’ moet inbouwen dan gaat dat niet met de bestaande hardware. Gelukkig kunnen we wel bestaande bekabeling toepassen. De manuren benodigd voor het (opnieuw) trekken van kabels vormen vaak een aanzienlijk deel van de totale kosten. Het vervangen van bestaande installaties is echter voorlopig niet aan de orde, tenzij die aan het einde van hun technische levensduur zijn.” CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Stationaire Gasdetectiesystemen: 079 3444 845
TYPEN CENTRALES, SENSOREN EN WAARSCHUWINGSBORDEN
Parksense II kent voor elke toepassing de ideale centrale, variërend van Mini- en Small tot Medium en DIN-railuitvoering. De uitvoeringen verschillen onderling in uitbreidbaarheid, aantal lussen/sensoren en externe stuurmogelijkheden. Parksense II sensoren zijn IP65 (stof- en waterdicht, beter dan de norm vereist) en hebben een vervangbaar sensorelement. X-change® technologie (eigen microcontroller met kalibratiegegevens) maakt kalibratie bij wisselen overbodig. De sensorbehuizing bevat zelfs een interne zoemer voor de automatische functietest. Naast zogenaamde mastersensoren (direct op de maximaal 900 meter lange buskabel) voor CO, NO, NO2 en LPG zijn er slavesensoren voor NO, NO2 en LPG, die aangesloten worden op een mastersensor. Slavesensoren maken het eenvoudig om vanaf de CO sensor via een enkelvoudige ‘aftakking’ op andere hoogte te kunnen meten. Ook aan waarschuwingsborden zijn eisen gesteld. Nieuwe, aan twee zijden leesbare led-borden met geïntegreerde flitser zijn leverbaar in de standaardmaat 1000 x 240 mm (op 30 meter leesbaar) en extra lage uitvoering 1000 x 147 mm (maximaal 15 meter kijkafstand). Door het energieverbruik van slechts 6 watt (!) vormen ze slechts een minimale belasting van de voeding.
14 |
Kevin Oudhuis met Miloofar Salimiyan en Jaleesah Stephens in de RYD-stand
Responsible Young Drivers op het SpijkenisseFestival 2015 Dräger alcohol- en drugstesten ingezet Op vrijdag 21 augustus 2015 opende het gratis toegankelijke SpijkenisseFestival de bewaakte poorten. Thema van de openingsavond, speciaal voor jongeren: ‘Local Heroes’. Plaatselijke en regionale muzikale beroemdheden (MC’s) produceerden strakke dancemuziek en zorgden samen met een goedgemutst publiek
De gemeente Nissewaard organiseerde en sponsorde voor de 22e keer het gratis toegankelijke SpijkenisseFestival, op een nieuwe grotere locatie aan de Elementenweg. Reggy Barra van Theater de Stoep, vanaf het prille begin bij de organisatie betrokken, is er trots op dat het evenement nog steeds floreert, ondanks krappe budgetten en andere hobbels op zijn pad. Barra over het alcohol- en drugsbeleid: “De gemeente laat zich adviseren door diensten zoals brandweer en politie ten aanzien van de veiligheid van evenementen. Dat werkt bij ons door in de vorm van de regels die in de vergunning gesteld zijn. Dat klinkt harder dan het is, want de festivalorganisatoren zitten ook aan tafel met degenen die
voor een gezellige sfeer. Gebruik van drank en drugs werden ontmoedigd, maar niet op een geforceerde manier. Zo had de organisatie een plek naast de hoofdingang gereserveerd voor de stand van RYD (Responsible Young Drivers), een stichting met een ideëel doel: het bevorderen van nuchterheid in het verkeer.
de formele regels maken. In de vergunning wordt bijvoorbeeld gesteld dat we geen alcohol schenken aan minderjarigen. Dat hebben we opgelost via paarse 18+ polsbandjes die mensen bij de ingang krijgen, want je kunt niet een barman of -vrouw opzadelen met die controle. Net als voor de regels met betrekking tot de geluidsdruk, de toegestane vijfduizend bezoekers en de sluitingstijd, zorgen wij ervoor dat zaken rond alcohol en drugsgebruik tijdens het evenement op een beheersbare en liefst gemoedelijke manier worden geregeld. RYD geeft bij het SpijkenisseFestival invulling aan het streven om de openbare weg te vrijwaren van dronken of onder invloed zijnde bestuurders. En ja, we evalueren alle
incidenten en stemmen ons beleid af op gewogen risico’s. RYD staat er op de vrijdag, want dat is een avond die zich met dj’s en ‘dance’ richt op jongeren. De ervaring leert dat er dan een grotere kans is dat er drugs worden gebruikt. Ik ben ervan overtuigd dat hun acties vruchten afwerpen, zonder het plezier te bederven.” Provinciaal beleid Bas van Toledo, projectleider bij Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeer Zuid Holland (ROV) werkt als ambtenaar van de provincie Zuid Holland aan verkeersveiligheid, advies en educatie in de diverse regio’s. ROV is de formele opdrachtgever van RYD voor het uitvoeren van alcohol- en
| 15
drugscontroles bij het SpijkenisseFestival. Van Toledo: “Elk jaar wordt een bepaald budget besteed aan deze zogenaamde ‘uitvoeringen’. Dat gaat per inschrijving: gemeenten melden zich daartoe bij ons aan met hun wensen. Eén van onze speerpunten is de bevordering van de verkeersveiligheid en wij kunnen zinvolle acties financie-
Afname van een alcoholblaastest met de Dräger Alcotest 6510
Vrijwillige deelnemers (BOB’s) worden voorzien van een blauw armbandje
ren. Wij willen dat festivalbezoekers duidelijk afspreken wie de BOB is, en RYD heeft een prima manier gevonden om dat aan te moedigen. Ik vind het belangrijk dat met name jeugdige bestuurders op een goede manier op hun verantwoordelijkheid worden gewezen. Bij bijna één op de vier ongevallen is er sprake van alcoholgebruik, dus het loont zeker de moeite. Ook de politie is doende met de invoering van drugscontroles in het verkeer, en dat is niet voor niets. De effecten van onze acties, campagnes en educatieprogramma’s zijn lastig te bepalen, maar het bereik is wel vast te stellen. Steeds meer mensen zijn bekend met bijvoorbeeld alcohol- en drugscontroles. Bij de alcoholacties van RYD in sportkantines zien we positieve resultaten, en dat tegen beperkte kosten, zeker als je het vergelijkt met de wegenbouwkundige aanpak van kruispunten of rotondes om het veiliger te maken. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ziet al jaren een afname van het aantal alcoholgebruikers in het verkeer en wil dat graag vasthouden. RYD bereikt de doelgroep heel goed met hun jonge medewerkers. Het besef dat alcohol, drugs en verkeer niet samengaan, kan niet vroeg genoeg doordringen. Wat mij betreft met nullimiet.”
Positief getest op cocaïne en methamfetamine
Met RYD op locatie Al op vrijdagmiddag installeren de medewerkers van RYD zich in hun partytent naast de ingang van het festivalterrein in Spijkenisse. Het Dräger DrugTest 5000 ‘drugslaboratorium’ staat met volle accu op de desk, met een voorraad monsternamesets binnen handbereik. De Alcotest 7510 ligt er met een doos steriel verpakte mondstukjes naast. Klaar voor de strijd. Jaleesah, Vincent en Miloofar, de drie RYD-medewerkers, begeven zich beurtelings in het publiek met de vraag of mensen bestuurder zijn en – zo ja – of ze mee willen werken aan een alcohol- en een drugstest aan het einde van de avond. De meesten reageren enthousiast en laten zich naast het paarse festivalbandje ook van een blauw RYDpolsbandje voorzien. Een enkeling wil meteen al blazen, maar dat is eigenlijk niet de bedoeling: bij het vertrek moet blijken dat ze nuchter zijn en veilig achter het stuur van de auto of brommer gaan zitten. Dat wordt dus later onverbiddelijk vastgesteld met de Dräger testapparatuur.
RYD projectleider Kevin Oudhuis Kevin Oudhuis, projectleider alcohol- en drugsacties, is na zijn studie business management min of meer toevallig bij RYD terechtgekomen en onderhoudt de contacten met de partners, waaronder Dräger Nederland. Oudhuis is met zijn 26 jaar te oud voor ‘actieve dienst’, hoewel hij bij RYD ook enkele jaren trainingen heeft gegeven en controleacties heeft gedraaid. “Als je 18 of 19 bent en affiniteit hebt met het thema alcohol en drugs dan bereik je de jeugd veel beter”, zegt Oudhuis. “Ik vind het schitterend om te zien hoe de collega’s meteen aansluiting vinden en hoe ontspannen ze de testen afnemen en de boodschap uitdragen. Wij zetten natuurlijk niet in de functieomschrijving dat je ervaren gebruiker moet zijn, maar het helpt wel als je weet hoe je een blowtje doet en wat de pilletjes voor effect hebben. Je moet de jeugdcultuur en de partyscene kennen. Tijdens onze acties zijn we zelf uiteraard broodnuchter. RYD is inmiddels geen onbekende meer, want we geven voorlichting op scholen, bij rijscholen
16 |
Vincent de Jong van RYD instrueert een jonge chauffeur bij het bevochtigen van een monsterstaafje voor de DrugTest 5000
en we staan met onze Dräger-apparatuur op festivals zoals dit. Mensen zien onze promotiefilmpjes in de bioscoop, kennen ons via via of dankzij de nieuwe media. Posters en gedrukte reclame hebben bij onze doelgroep hun beste tijd gehad.” Vrijwillige deelname Deelname aan de alcoholblaastest en de speekseldrugstest geschiedt op vrijwillige basis. “Dat wil ik graag zo, want we zijn niet de handhaver of een verlengstuk daarvan”, zegt Oudhuis. “We willen nuchtere verkeersdeelname op een positieve manier aanmoedigen, dus geven we alle nuchter vertrekkende testdeelnemers een presentje: een sleutelhanger, duimring of een stressbal.” Dat blijkt later op de avond, als een beveiliger met een overduidelijk onder invloed verkerende bezoeker aan komt zetten, die vriendelijk wordt geweigerd. Alleen bestuurders die zich tevoren hebben aangemeld. Vlak daarna komt er een gebo-
ren Spijkenisser mét polsbandje langs om zich te laten testen. “Héé, dat is van Dräger,” zegt hij, “op de raffinaderij gebruik ik elke dag jullie meetbuisjes om gas te meten!” Hij test negatief, maar zijn vriendin niet. Gelukkig kan ze zich laten rijden. Oudhuis legt uit dat RYD jongeren niet kan verbieden om achter het stuur te stappen, maar dat er wel degelijk iets mee wordt gedaan: “Wij spreken de betrokkene erop aan en zoeken een BOB in zijn of haar gezelschap. Desnoods bellen we een taxi voor ze. Over de resultaten van de testen doen we in verband met privacy geen uitspraken, in elk geval niet over personen of specifieke evenementen, maar positief-uitslagen zijn er zeker.” Einde avond Tegen middernacht zijn er tientallen testen uitgevoerd. De drukte nadert zijn hoogtepunt. Er ontstaan nog net geen wachtrijen, wat bovendien goed in de hand gehouden wordt door de min of meer gelimiteerde
uitgifte van blauwe bandjes aan het begin van de avond. “Nou, dat was te verwachten,” spreekt een Rotterdammer met dubbele tong na een positieve drugtest. “Ik heb gisteren ook flink aan de pep (amfetamine, red.) gezeten.” Het wat en hoe wordt niet echt duidelijk, maar Jaleesah begrijpt van zijn gezelschap dat hij zijn autosleutels al heeft afgegeven. Hij wordt lachend uitgezwaaid. Enkele festivalgangers zijn doende de monsternamestaafjes te bevochtigen. Geduld hebben ze wel, benieuwd naar de uitslag, die gelukkig in veel gevallen negatief is. Bovendien is het bij de RYD-tent ook gezellig, mede doordat Jaleesah, Vincent en Miloofar niet uit hun humeur te krijgen zijn. Degelijke hardware van Dräger Jaleesah roept de hulp in van Vincent, nadat iemand enkele malen op een verlicht menutoetsje van de DrugTest 5000 heeft gedrukt. “Waar is mijn uitslag nou?” Vincent drukt twee keer op een knop en laat zien dat er niks verloren gaat. In een wip staat de gemeten concentratie van de zes hoofdgroepen drugs weer op het scherm, zodat de geteste bezoeker er nog snel een foto van kan maken met zijn mobieltje. “Even op mijn Facebook zetten...” Kevin Oudhuis twittert zelf ook over de actie en meldt meteen dat de Dräger-fotograaf aanwezig is. Hij is content met de Dräger-apparatuur. “We hebben er nooit storingen mee en klachten over de bediening krijg ik ook niet. De apparatuur is accuraat en we zorgen ervoor dat we een volle accu achter de hand hebben, zodat we nooit nee hoeven te verkopen. Prima support ook.” Zo lang er nog drugs en alcohol in de wereld zijn is er voor RYD werk aan de winkel. En heeft Dräger een tevreden klant.
RESPONSIBLE YOUNG DRIVERS
Responsible Young Drivers is een verkeersveiligheidsorganisatie voor en door jongeren. In 1989 werd de stichting opgericht in België, naar aanleiding van een noodlottig verkeersongeval waarbij de jonge Taguny Moreau om het leven kwam. In België heeft de organisatie een omvang en een status die te vergelijken is met Veilig Verkeer Nederland in ons land. Inmiddels heeft de organisatie zich ook over de landsgrenzen uitgebreid: in 2004 startte RYD in Nederland, waarna in 2006 de Stichting Responsible Young Drivers Nederland werd geregistreerd. De stichting heeft momenteel circa 60 jonge medewerkers, die zich ervoor inzetten om jonge bestuurders op een positieve manier te wijzen op hun verantwoordelijkheid. RYD is vooral actief in Noord- en WestNederland. Team Noord (Drachten) heeft vijftien betaalde jongeren in dienst, waarvan drie teamleiders en Team West (Amsterdam) zelfs 40, met zes teamleiders. Verder zijn er vier vaste ‘kantoorkrachten’, twee teamplanners en evenzoveel projectleiders. Het overkoepelende doel: het weren van alcohol en drugs uit het verkeer. Zie ook: www.ryd.nl
| 17
Trafieq, dienstverlener ADM-beleid Nuchterheid op de werkvloer is vanzelfsprekend geworden Statistiek “Graag zou ik met harde cijfers komen, maar die zijn er nauwelijks,” zegt Rienmeijer. “Wat we kunnen zeggen over het gebruik van drank en drugs op de werkvloer (of met invloed op het werk) is vooral afgeleid uit landelijke statistiek en uit eigen ervaring. Volgens het RIVM (2014) gebruikt 85 % van de bevolking wel eens alcohol en ongeveer 5 % van diezelfde groep ook drugs. Ervaring leert dat de afbraaktijd van alcohol en drugs veelal onbekend is en bovendien structureel wordt onderschat. Hierdoor lopen veel mensen, vaak onbewust, het risico onder invloed op het werk te verschijnen. Maar het is niet in het belang van bedrijven om cijfers naar buiten te brengen, mochten die al bekend worden vanuit testen na (bijna-)ongevallen of eventuele reguliere controles. Ook werknemers houden hun kennis liever voor zich. Ik meen me inmiddels een aardige indruk te kunnen vormen van de ernst van het probleem en zie dat aanpak loont. Om het in bedrijfskundige termen te zeggen: met een samenhangend ADM- en gezondheidsbeleid heb je binnen een half jaar al een return on investment.”
Beleid op het gebied van alcohol, drugs en medicijnen (ADM) komt niet uit de lucht vallen. Ook het internet biedt geen kant en klare modelplannen. Bij bedrijven die risicovol werk doen of hun werk uitvoeren in risicovolle omgevingen is het besef volop aanwezig dat alcohol, drugs en medicijnen desastreus kunnen zijn voor de veiligheid op de werkvloer. Die bedrijven blijken baat te hebben – of te hebben gehad – bij externe ondersteuning. Doorgaans geldt: hoe groter het bedrijf, hoe beter het ADM-beleid. Harry Rienmeijer, directeur van Trafieq, meent te weten hoe dat komt en benadrukt het belang van een solide beleid op elke werkvloer.
Op welke gebieden is een goed ADMbeleid lonend? Rienmeijer: “Als voorbeeld: een middelgrote transportondernemer heeft sinds de invoering van hun ADM-beleid een ziekteverzuim van slechts drie procent. Vergeleken met een gemiddelde in de branche van vijf à zes procent is dat erg laag. De directeur merkte vooral een enorme afname van het zogenaamde ‘grijze verzuim’, dat zijn de kortdurende ziekmeldingen met vage klachten, die traditioneel een piek vertonen direct na het weekeinde. Hij heeft berekend dat elke procent minder verzuim hem op jaarbasis een ton oplevert. Naast minder ziekteverzuim kun je denken aan min-
18 |
zelfs met de ‘5000’. Maar sowieso gaat het voorlichten en het informeren van betrokkenen vooraf aan de invoering. De manier waarop je de handhaving implementeert komt daarna.”
der ongevallen en schades, wat tevens een hele hoop ellende en kosten scheelt. Ook eventuele certificerende instellingen en verzekeraars laten vroeg of laat van zich horen. Als er veel schades worden geclaimd vlak na het weekend dan zijn zij de eersten om daar werk van te maken. Het is dan aan werkgevers om daar verandering in aan te brengen om bijvoorbeeld premieverhogingen te voorkomen.” Vindt u dat elk bedrijf een streng ADMbeleid in moet voeren? Rienmeijer: “Dat is erg kort door de bocht. Net als de gedachte dat je met het instellen van geregelde alcohol- en drugscontroles alléén de problemen uit de wereld zou helpen. Maar toch is er geen goede reden te bedenken om het niet te doen, als je maar niet over één nacht ijs gaat. Als wij bedrijven gaan ondersteunen dan is het eerste wat we doen een screening. We kijken daarbij naar de risico’s in dat specifieke bedrijf en overleggen over het doel, de insteek en de motivatie. We werken volgens een stappenplan. Een bedrijf dat 24-uursdiensten draait loopt bijvoorbeeld meer risico dan een negen-tot-vijfonderneming. Je kunt je ook voorstellen dat bij
facilitaire bedrijven in de evenementensector de kans en de verleiding van ongewenst gebruik groter is, en dat in de petrochemische sector de gevolgen van een misser enorm kunnen zijn. Zowel een grotere kans als een groter gevolg rechtvaardigen een serieus beleid.” Maakt Trafieq het beleid of doet het bedrijf dat? Rienmeijer: “Strikt genomen is het een plicht van de werkgever om risico’s voor eigen werknemers en derden te minimaliseren. Maar dat wil niet zeggen dat die werkgever zelf veiligheidsschoenen gaat kopen. Juist bij ADM-beleid heb je heel veel baat bij externe expertise. Het onderwerp ligt gevoelig, er zijn geen panklare oplossingen en de kans op uitglijders en zelfs mislukking ligt op de loer. Het weloverwogen invoeren van een gedegen beleid doe je niet in een paar weken. Voordat je als onderneming gaat overwegen te investeren in eigen testapparatuur ben je op z’n minst een jaar verder. En wij kunnen kleinere ondernemingen ook blijvend faciliteren, zo nodig ook met tests op afroep, waarbij we binnen het uur met een Dräger DrugCheck 3000 op de stoep staan, of
Waardoor zou het ADM-beleid kunnen mislukken? Rienmeijer: “Vooral door onvoldoende draagvlak. De bedrijfsleiding moet er met de juiste motivatie instappen en zal het bedrijfsbreed moeten doen. Een restrictief ADM-beleid alleen voor de werkvloer en niet voor het management heeft weinig kans van slagen, dus ook de directeur zal uiteindelijk een keer moeten blazen bij de poort. Of zich een speekseltest moeten laten welgevallen bij een al dan niet aangekondigde controle. Het testen kan een behoorlijke sociale impact hebben en de relatie tussen de werkvloer en degene die de testen moet afnemen onder spanning zetten. De kans is zelfs groot dat je binnen je eigen bedrijf geen enkele functionaris bereid vindt om testen af te nemen. Uitbesteden voorkomt eventuele interne sociale spanning en houdt de zaken neutraal. Alleen heel grote bedrijven met een gezaghebbende bedrijfsbeveiliging zouden de praktische controles door eigen mensen kunnen laten uitvoeren. Bij kleinere ondernemingen kent iedereen elkaar en is het moeilijk om intern ‘zonder aanzien des persoons’ te handelen. In je voorlichting moet je ook goed duidelijk maken waarom je een ADM-beleid invoert. Je doet het niet alleen voor die ene overtreder, maar ook voor de
| 19
tien collega’s die om hem heen staan. Pas als je beleid vorm heeft gekregen en uitgebreid is toegelicht dan kun je het testen gaan invoeren. Hoewel dronken of onder invloed van drugs werken reden voor ontslag is, is dat doorgaans niet het primaire streven van een werkgever. Ontslag betekent dat je een bres slaat in je personele bestand en dat er met de werknemer ook kennis de deur uit vliegt. Je kunt dus beter proberen het gedrag van die werknemer te veranderen. Leefstijl van werknemers is een onderwerp waar wij sterk op inzetten, maar er is één uitzondering en dat is de echte ‘medische’ verslavingsproblematiek: daarvoor bestaat specialistische professionele hulpverlening.”
standen bestaan omtrent de effecten van alcohol en drugs en de detectie. Dat je al tegen de lamp zou kunnen lopen als je veertien dagen eerder een joint hebt gerookt, of dat alcoholhoudend mondwater zorgt voor een positieve uitslag van een blaastest. Handhaving is bedoeld om mensen die het beleid met voeten treden eruit te vissen en om te laten zien dat het je ernst is. Je wilt een A&D-vrije werkvloer, en niet primair mensen de laan uitsturen.
Is er een vergunning nodig om binnen bedrijven te testen? Rienmeijer: “Daar hebben we zelfs met Justitie over overlegd, en het antwoord is nee. Een bedrijf bepaalt zijn eigen beleid, de interne regels en de manier van handhaven. Het weren van werknemers die onder invloed zijn is niet anders dan logisch en volgt al uit de arbowetgeving. Deskundigen bij Justitie komen wel met het uitdrukkelijk advies aan bedrijven om er een extern expert bij te betrekken. Mocht een zaak voor de (arbeids-)rechter komen dan kun je daarmee aantonen dat je het serieus aanpakt en dat je onafhankelijk testen af laat nemen.” Waarom wordt er zo gehamerd op goede voorlichting voordat je gaat ‘handhaven’? Rienmeijer: “Omdat er heel veel misver-
De monsterafnemer verkleurt als deze voldoende speeksel geabsorbeerd heeft
Incidenteel gebruik hoeft niet erg te zijn, maar als ze dat op zondagavond doen terwijl ze maandagochtend weer aan het werk moeten is het wel degelijk een risico. Dat moeten je werknemers ook beseffen.” Waarom werken jullie met Drägerapparatuur? Rienmeijer: “We gebruiken de DrugTest 5000 voor grotere projecten en de DrugCheck 3000 voor sneller mobiel gebruik. Voor de alcoholcontroles hebben we de Alcotest 7510 van Dräger. We hebben de markt terdege onderzocht, maar vinden nergens de betrouwbaarheid die Dräger biedt. Bijkomend voordeel is dat de grote bedrijven in de hoogrisicosector Dräger al kennen van de gasmeters of de persoonlijke beschermingsmiddelen. Wat je moet voorkomen is dat de kwaliteit van de test ter discussie staat, want er kan voor de betrokkenen veel van afhangen. Vals positieve of vals negatieve testen zijn uit den boze. Je gaat tenslotte ook niet bergbeklimmen met bedenkelijke touwen.” Welke ontwikkelingen zijn er gaande? Rienmeijer: “Ik zie vooral dat werkgevers het ADM-beleid steeds belangrijker gaan vinden. Dat ze bereid zijn het probleem te erkennen en ons daarin te betrekken. Het uitbesteden van het ADM-beleid is niet langer vreemd, of een dure luxe die is voorbehouden aan de hoogrisicosector. Toen ik begon kreeg ik vaak de opmerking ‘bij ons is het geen probleem’, nu worden we gebeld of we workshops kunnen geven.”
TRAFIEQ
Trafieq Business B.V, expert op het gebied van alcohol, drugs- en medicijngebruik in het verkeer en op de werkvloer, is in 2008 opgericht door de huidige directeur, Harry Rienmeijer, en medeondernemer Sandra Kamerbeek. De naam is afgeleid van het Franse woord voor verkeer, trafique, dat bovendien ook betekenis heeft op het gebied van communicatie. De q aan het einde maakt er een unieke term van en slaat ook op ‘quality’. In haar zevenjarig bestaan is het bedrijf gegroeid naar circa zestig ‘preventiemedewerkers’, ondersteund door tien personen op het kantoor in Utrecht. Trafieq is in opdracht van de overheid uitvoerder van de wettelijk opgelegde educatieve maatregelen zoals de EMA- LEMA- en EMG-cursussen waar ‘betrapte’ bestuurders mee te maken kunnen krijgen. Daarnaast geeft Trafieq objectieve en oordeelvrije trainingen, verplichte ‘Code-95’ nascholingen, adviezen en voorlichting bij bedrijven of instellingen en worden organisaties ondersteund bij het invoeren van een ADM-beleid. Zie ook: www.trafieq.nl
20 |
Dräger VarioGard® visualisatiepaneel VVP 1000 Gasdetectiemeetwaarden en statusberichten overal overzichtelijk gepresenteerd
Gasdetectiecentrales zijn doorgaans neutraalgrijze ‘dozen’ waarop gasdetectoren worden aangesloten. Bij het overschrijden van ingestelde concentratiegrenzen zullen ze ervoor moeten zorgen dat er actie wordt ondernomen; welke dan ook. Op grond van een alarm kunnen gebieden worden geëvacueerd en worden eventueel externe systemen getriggerd. Dat kunnen bijvoorbeeld toegangs- of ventilatiemechanismen zijn. De gebruiker (of ‘superuser’) wil echter wel weten wat het systeem precies doet of wat het heeft gedaan bij een calamiteit. Dat kan nu heel eenvoudig met het nieuwe touchscreen visualisatiepaneel VVP 1000.
Gasdetectie is geen zeldzame hightech Op veel plaatsen wordt de samenstelling van de omgevingslucht bedreigd door mogelijke emissie van giftige, brandbare of zuurstofverdringende gassen. In ziekenhuizen kan de samenstelling van de lucht bijvoorbeeld worden beïnvloed door narcosegassen, stikstof of zuurstof, allemaal met hun eigen risico’s en specifieke ‘alarmdrempels’. In parkeergarages gelden stikstofoxides, koolmonoxide en lpg als bedreiging, bij de bier- en frisdrankproductie wordt CO2 gebruikt voor de ‘bubbels’ en levensmiddelen worden veelal verpakt in stikstof om bederf tegen te gaan. In koelinstallaties wordt giftige ammoniak steeds vaker toegepast als koudemiddel. In laboratoria kan een enorme verscheidenheid aan
gassen en dampen worden toegepast. Behalve dat gassen ‘op voorraad’ zijn of worden gedistribueerd via leidingen, kunnen er ook kwalijke substanties – doelbewust of als gevolg van incidenten – ontstaan als gevolg van reacties tussen aanwezige chemicaliën. In sommige zwembaden kan men hierover meepraten. Gasdetectie is dus zeker geen exclusieve petrochemische aangelegenheid. Het eenvoudige en betrouwbare Dräger VarioGard-systeem bewijst zijn diensten overal waar gasgevaar te duchten is. Flexibele gasdetectie met de VarioGard Moderne gasdetectiecentrales communiceren via een databus, uitgevoerd als steekleiding. De Dräger VarioGard doet dat ook,
maar kan tevens uit de voeten met ringbekabeling, een sterstructuur of een combinatie daarvan. Transmitters (de eigenlijke gasdetectiekoppen), converters (bijvoorbeeld van 4 – 20 mA naar het busprotocol), relaismodules en repeaters zijn op de databus aangesloten en worden via hun unieke adres herkend door de centrale, terwijl ze allemaal via dezelfde drie-aderige kabel in verbinding staan. Ten opzichte van de klassieke manier van bekabelen biedt dat grote voordelen, zoals een enorme besparing op de hoeveelheid te installeren en aan te sluiten kabel en probleemloze uitbreidingsmogelijkheden. Een nieuwe transmitter kan immers overal op de bus worden aangekoppeld. Het modulaire en zeer flexibel toepasbare VarioGard-systeem van Dräger kan via het VarioGard-busprotocol tot maar liefst honderd bus-cliënten – ook wel slaves genoemd – verwerken. VVP 1000, nieuwe ‘uitleeseenheid’ Onder normale omstandigheden leidt een gasdetectiesysteem een teruggetrokken bestaan. Op de achtergrond wordt echter permanent gewaakt door alle sensoren, aangesloten op een gasdetectiecentrale. Wat deze centrale met de meetgegevens doet is afhankelijk van de toepassing. Gebruikelijke acties zijn directe besturing van externe veiligheidssystemen, regeling van ventilatiemechanismen en optische of akoestische signalering bij het overschrijden van een ingestelde concentratie. In het geval van de VarioGard-centrale biedt een klein ingebouwd LCD-scherm via ‘pijltjesnavigatie’ informatie over actuele gasconcentraties. Dat is niet de handigste manier om de vinger aan de pols te houden: het scherm en de toetsen bevinden zich immers op de centrale zelf, en deze is meestal ondergebracht in een technische ruimte. Als comfortabele monitoring (bijvoorbeeld in een desk in een portiersloge of meldkamer) gewenst is, biedt het 10-inch kleurenscherm VVP 1000 een prima oplossing. Dit touchscreen biedt op elk moment eenvoudig toegang tot alle meetwaarden en statusinformatie, indien gewenst zelfs van meerdere VarioGard-centrales tegelijk. Andersom kunnen ook meerdere VVP 1000
| 21
visualisatiepanelen tegelijk toegang bieden tot hetzelfde VarioGard-gasdetectiesysteem, zonder dat dit tot onderlinge conflicten leidt. Uitlezen data De VVP 1000 is geen gewone touchscreen tablet, maar een robuuste waterdichte (IP65) Linux-based computer met usb, seriële interface en ethernetaansluiting. De VVP 1000 registreert elk alarm en iedere gebeurtenis en logt daarbij tevens de tijd en het kanaal. Deze gegevens worden automatisch tot een jaar na dato bewaard. Het kleurenscherm biedt tien tabbladen met ieder tien kanalen, waardoor honderd slaves (gasdetectoren en andere op de bus aangesloten apparaten) kunnen worden
getoond. Zoeken naar een alarm hoeft niet: de ‘tab’ en het kanaal dat een alarmstatus heeft – of had – kleuren automatisch rood. De bediening laat zich in enkele minuten doorgronden, zelfs zonder instructie. Bovendien is het touchscreen ‘foolproof’: nieuwsgierige kindervingers zijn niet in staat het gasdetectiesysteem te ontregelen of onverhoopt uit te schakelen. Mini-webserver Het VVP 1000 visualisatiepaneel is een ‘extra’; een voorziening die de autonomie van het gasdetectiesysteem niet aantast. Het maakt de actuele en verzamelde data zichtbaar, indien gewenst ook op afstand. Door de VVP 1000 via de RJ45-netwerkaansluiting te koppelen aan de ethernetbeka-
beling in een bedrijf kan via elke netwerkaansluiting op een veilige manier toegang worden verkregen tot de ingebouwde webserver. Met andere woorden: één VVP 1000 is uit te lezen en te besturen via iedere gewenste computer, waarbij de presentatie en functionaliteit via de webbrowser identiek is aan die op het eigen led-verlichte TFT-scherm.
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Stationaire Gasdetectiesystemen: 079 3444 845
Als een brandblusser niet rood is, herken je hem niet
Signs & Signals
>>
Een goede markering van gevaren, reddingsmiddelen, vluchtwegen en andere veiligheidsgerelateerde zaken geschiedt doorgaans met bordjes, stickers, ingelijste plattegronden of soms met een al dan niet wettelijk voorgeschreven kleur. Dräger kent de regels en de manieren om op tevens esthetisch verantwoorde wijze te zorgen voor een veilige, herkenbare en normconforme markering.
“Als je aan boord van een schip reddingsvesten bereikbaar opslaat, dan wil je ook dat ze in noodsituaties snel tevoorschijn komen”, zegt Harm de Jong van Dräger Marine & Offshore. “Dräger is weliswaar geen fabrikant van borden en stickers, maar we zorgen wel dat alle door ons geleverde reddingsmiddelen en noodvoorzieningen deugdelijk zijn gemarkeerd.
Zodat er niemand naar hoeft te zoeken op momenten dat daar absoluut geen tijd voor is. Een goed zichtbare, eenduidige en duurzame markering lijkt een kleinigheid, maar het is meer dan een finishing touch. Overal waar eisen gelden voor aanduidingen of pictogrammen zullen die markeringen zelf ook duurzaam moeten zijn om hun voorgeschreven eigenschappen te
behouden. Als je een reddingsvlot in een weerbestendige kunststof kist opbergt, dan zet je dus op die kist wat erin zit, ter voorkoming van verwarring en kostbaar tijdverlies in situaties dat elke seconde telt. Dergelijke opschriften moeten altijd leesbaar blijven, zelfs als ze worden blootgesteld aan extreme omstandigheden.
22 |
Onderscheid en consistentie Heldere aanduidingen bij bedieningsorganen van machines zijn verplicht voordat een CE-markering mag worden aangebracht. Die CE-markering zelf moet zichtbaar zijn, en zeker ook blijven. Daarom wordt die – in het voorgeschreven formaat – op een duurzaam identificatieplaatje aangebracht. Een noodstopknop is altijd rood, een gevaaraanduiding geel en een vluchtweg transparant groen. Verbodsborden hebben een rode rand en zijn rond, net als gebodsborden. Die laatste zijn te onderscheiden door witte opdruk op een blauwe ondergrond. De (werkplek-)verlichting mag die kleurherkenning niet onmogelijk maken. In weer en wind Niet alleen aan boord van – zeegaande – vaartuigen heeft de bebording het zwaar: ook in de industrie worden belettering en verplicht aangebrachte pictogrammen vaak blootgesteld aan weer en wind, aan schoonmaak- of oplosmiddelen of aan (ultraviolet) licht, bijvoorbeeld van de zon. De Jong: “De wet refereert aan normen voor alle aanduidingen van noodvoorzieningen, gevaren, vluchtwegmarkeringen en geboden die van toepassing zijn. Het witte kruis op een groene achtergrond (voor een EHBO-post of de plek van een verbandtrommel) moet dus zijn voorgeschreven kleur behouden, de eventuele lijm mag niet loslaten en de aanduiding
moet in zijn algemeenheid duurzaam zijn. Door zelf een printje op te plakken voldoe je misschien op het oog eventjes aan de wet, maar dat duurt slechts zolang het plakband houdt. En over de kleurechtheid en watervastheid van een printer-afdruk hoef je je geen illusies te maken. Ik beschouw alle ‘afwerking’ daarom als wezenlijk onderdeel van een project.” Duurzame stickers en borden Dräger levert duurzame en veilige materialen, die er ook op langere termijn goed uit blijven zien. Indien de omstandigheden dat vereisen, zullen borden dus bijvoorbeeld van rvs worden gemaakt of van andere speciale corrosievaste of hittebestendige materialen. “Behalve de veilig-
heidsaspecten kun je ook denken aan de indruk die je onherroepelijk maakt met een vergeelde en/of half losgekrulde sticker op een kast, een apparaat of een toegangsdeur. Ik vind het dus helemaal niet gek als je dat meeneemt in de afweging. Bij Dräger hebben we er in elk geval goed over nagedacht en onze klanten kunnen alle veiligheidssignalering met een gerust hart aan ons overlaten.”
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Marine & Offshore: 010 2952 740
Nalichtende markeringen zorgen ervoor dat bij plotselinge duisternis noodzakelijkheden toch gevonden kunnen worden.
Resumé
| 23
Dräger is overal, ook in deze Dräger Nieuws Nederland. Dit is een overzicht van DRÄGER PRODUCTEN en diensten die in deze uitgave ter sprake komen. De QR-code* linkt u naar een relevante internetpagina met de genoemde of gerelateerde producten.
Pagina 3
Pagina 6
Dräger DrugCheck® 3000 Drugsdetectie
Bauer Compressoren Ademluchtcompressoren
Pagina 5
Pagina 8
Dräger HPS 3500 Hoofdbescherming
Dräger SPC 3700 met CVA 0700 Beschermende kleding
Pagina 5
Pagina 11
Dräger Testor 3100 Adembeschermingswerkplaats
Dräger Oxylog Mechanische beademing
Pagina 5
Pagina 22
Drägerware 5000/7000 Werkplaatssoftware
Dräger VarioGard® VVP 1000 Stationaire gasdetectie
*De QR-code kunt u scannen met een daarvoor geschikte smartphone of tablet. Download hiervoor de betreffende applicatie in uw app-store.
Uitgever: Dräger Nederland B.V. Huygensstraat 3-5 2721 LT Zoetermeer Dräger Nieuws Nederland is een uitgave van Dräger Nederland B.V., verschijnt twee keer per jaar in een oplage van 7500 exemplaren en wordt – verpakt in biologisch afbreekbare folie – kostenloos toegezonden aan al haar relaties en klanten.
Hoofdredactie: Marc Ettema
Eindredactie: Mascha Fiktorie
Redactiemedewerkers: Marcel Captijn, Patrick van Vugt, Mark Schilte, Peter van Buuren, Roger Zonnenberg, Gerrit Grefelman, Ronald den Hartog, Ton Sebel, Eric Brouwer, Arjan Wulf, Harm de Jong, Harry Rienmeijer, Reggy Barra, Bas van Toledo, Kevin Oudhuis, Miloofar Salimiyan, Jaleesah Stephens
Vormgeving: VONRauschenbach Kommunikation Lübeck, Duitsland Fotografie: Dräger, Bauer Kompressoren, Stell GmbH Drukwerk: Drukmotief B.V.
© Dräger Nederland B.V. 2015 Alle rechten voorbehouden. Deze publicatie mag niet worden gereproduceerd, opgeslagen in een datasysteem of openbaar gemaakt, in welke vorm of met welke methode dan ook, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door middel van fotokopie, opname of welke andere techniek dan ook, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
De artikelen in deze nieuwsbrief bevatten informatie over producten en hun mogelijke toepassingen in het algemeen. Ze houden geen enkele garantie in dat een product specifieke eigenschappen heeft of geschikt is voor enig specifiek doel. Gespecialiseerde medewerkers worden geacht exclusief gebruik te maken van de vaardigheden die ze hebben verworven door hun opleiding en training en door praktijkervaring. De zienswijzen, meningen en uitspraken zoals uitgedrukt door de personen die in de tekst voorkomen alsmede door de externe auteurs van de artikelen, komen niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de uitgever. Dergelijke zienswijzen, meningen en uitspraken komen volledig voor rekening van de betreffende personen. Niet alle producten die worden genoemd in deze nieuwsbrief, zijn wereldwijd verkrijgbaar. Uitrustingspakketten kunnen van land tot land verschillen. Dräger behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen in producten. De actuele informatie is verkrijgbaar bij de uitgever.
As
tough as your work. As safe as possible.
Dräger X-plore® 8000 – Motoraangedreven aanblaasfilterunit Veeleisende omstandigheden op de werkplek vragen om betrouwbare oplossingen. De Dräger X-plore® 8000 biedt met zijn compleet nieuwe dimensie van intuïtieve bediening en intelligente elektronica exact die hoge veiligheid, die uw personeel nodig heeft om zich volledig op de uit te voeren werkzaamheden te kunnen concentreren. VERDERE INFORMATIE: WWW.DRAEGER.COM