NIEUWS Nederland Mei 2011
Gasalarmrepeater stuurt X-zone Switch Off
X-pect 8000 veiligheidsbrillen
Het nieuwe Drägerbuisje benzeen 1/a
Explosieveiligheid neemt aanzienlijk toe door automatische uitschakeling van elektrische apparatuur bij ontploffingsgevaar.
Deugdelijke, ergonomische en fraai vormgegeven veiligheidsbrillen voor vele toepassingen zijn zelfs buiten werktijd een genoegen.
Gasvrij geven van containers met benzeencontaminatierisico bijna zeven keer sneller en dubbel zo simpel.
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 19
2|
Column
Dräger Nieuws Nederland in biofolie Met ingang van deze editie van het Dräger Nieuws Nederland wordt het blad verpakt in biologisch afbreekbare maïsfolie. De grondstoffen voor de folie bestaan uit restproducten van maïsproducten en aardappelzetmeel. De transparante wikkel mag dus bij het gft-afval en is onder normale omstandigheden binnen negentig dagen volledig gecomposteerd, waarna er slechts water, kooldioxide en biomassa overblijven. Het toepassen van deze folie vloeit voort uit het milieubeleid van Dräger.
Brandweer Vakdagen 2011
Recycling Zijn wij van nature milieuvriendelijk? De materie waaruit ons lichaam is opgebouwd, is niet door onszelf gemaakt. In ons DNA is vastgelegd in welke vorm die materie zich manifesteert, maar de elementaire bouwstenen zijn op de één of andere manier aan onze omgeving onttrokken. We hebben ze als het ware een tijdje in bruikleen. In die pakweg tachtig jaar dat we in staat zijn om ons biologische bouwwerk staande te houden ververst die materie zich voortdurend. Er gaan dus nieuwe grondstoffen in en er komen afvalproducten uit. Wat we eten en drinken hebben we in hoge mate zelf in de hand. We zijn kieskeurig in onze consumptie, ter behoud van onszelf. Ademen doen we als dat moet via filters of uit cilinders. Zo zorgen wij ervoor dat we alleen bruikbare bouwstenen toelaten in ons bouwwerk. Na bewezen diensten geven we de grondstoffen altijd weer
terug aan de natuur. Om te worden hergebruikt. De atomen waaruit u en ik bestaan vinden hoe dan ook een nieuwe, hopelijk heilzame bestemming. Daardoor is het zelfs denkbaar dat er ooit een enkel molecuul van u of van mij terechtkomt in de biologisch afbreekbare folie waarin het Dräger Nieuws Nederland vanaf dit nummer wordt verpakt. We mogen de natuurlijke balans niet te ver uit zijn evenwicht brengen. In het belang van alles en iedereen na ons. Daarom ben ik een overtuigd hergebruiker. Ik word daarin gesteund door vele heldere geesten en door mijn werkgever. Dräger is een bedrijf dat deze overtuiging deelt en dat ook in woord en daad uitdraagt. Op een minder wollige manier dan ik het hier formuleer, dat wel. Dräger. Techniek voor het leven. Omdat we zelf ook gerecycled zijn, zo denk ik er dan achteraan. Paul Roodenrijs
Van dinsdag 7 juni tot en met donderdag 9 juni vinden de Brandweer Vakdagen plaats in Gorinchem. Op de beurs zijn vele toeleveranciers van de brandweerkorpsen te vinden en is een veelheid aan zaken te zien op het gebied van brandpreventie, brandbestrijding en communicatie. Dräger is present en toont onder andere de nieuwe Quaestoren, de Bodyguard 1000, het CPS 7900 gaspak, de nieuwe – nu al succesvolle – UCF warmtebeeldcamera’s en vele andere producten.
|3
Automatisch de spanning eraf Dräger X-zone Switch Off nuttige accessoire voor de Dräger X-zone 5000
In de NieuwsDräger van mei 2010 is de Dräger X-zone 5000 uitgebreid beschreven. Het is een verplaatsbaar gasalarm met repeaterfunctie, waardoor een alarm draadloos van de ene X-zone naar één of meer andere X-zones wordt doorgestuurd. Zo kan de atmosfeer in een besloten ruimte of een explosiegevaarlijke zone worden bewaakt door een X-zone, terwijl de signalering tevens op andere plaatsen plaatsvindt. De X-zone kan echter nog meer. Lassen of slijpen in besloten ruimten In besloten ruimten waar zich brandbare of explosieve gassen kunnen bevinden, worden ontstekingsbronnen zoveel mogelijk geweerd. Er worden maatregelen genomen om elektrostatische ontladingen te voorkomen, er wordt antistatische kleding gedragen, zaken worden geaard en er wordt gebruik gemaakt van scheidingsen veiligheidstransformatoren. Verder wordt er geforceerd geventileerd en gemeten, en tijdens werkzaamheden wordt de atmosfeer continu bewaakt. Toch
blijft er een restrisico bestaan. Bij las- en slijpwerk is vonkvorming eenvoudigweg niet te voorkomen, en de werknemer zal direct met zijn werk moeten stoppen en de ruimte verlaten als meetinstrumenten signaleren dat gas- of dampconcentraties boven een bepaalde grens komen. Liever automatisch Transformatoren en schakel- en verdeelkasten bevinden zich conform de regels buiten besloten ruimten. Het uitschakelen van alle elektrische apparaten dient ook daar te geschieden om te zorgen dat alle kabels en gereedschappen in de ruimte spanningsloos zijn. De X-zone 5000 kan deze uitschakeling automatisch laten plaatsvinden. Fail-safe en zonder tijdsvertraging. De configuratie is eenvoudig: zodra de X-zone 5000 bij de werkzaamheden een overschrijding van de ingestelde grenswaarde signaleert, dan stuurt deze de X-zone aan die zich bij het elektrische voedingspunt bevindt. Deze ‘herhaalt’ niet alleen het alarm, maar stuurt via zijn potentiaalvrije contact de X-zone Switch Off, die
de voedingsspanning automatisch onderbreekt. Dräger X-zone Switch Off De X-zone Switch Off bestaat uit een robuust draagbaar rvs-frame, voorzien van een elektrisch gestuurd vermogensrelais dat, getriggerd door een X-zone 5000, een standaard 32A CEE-aansluiting uitschakelt. Een duidelijk zichtbare groene indicatielamp brandt als de spanning is ingeschakeld. Naast de lamp is een rode knop gemonteerd als handbediende noodstop. Om aan alle industriële eisen te voldoen is de X-zone Switch Off goedgekeurd voor ATEX zone 1. Veiliger is nauwelijks denkbaar.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
4|
Dräger X-pect 8000-serie veiligheidsbrillen Het oog wil ook wat
Onlangs heeft Dräger een compleet nieuwe serie veiligheidsbrillen geïntroduceerd. Uiteraard CE-gemarkeerd en conform de NEN-EN 166 (oogbescherming). Het gamma bestaat uit ver schillende overzetbrillen (8100-serie, ook wel ‘bezoekersbrillen’ genoemd), veiligheidsbrillen (8300-serie) en ruimzichtbrillen (8500-serie). Comfort, veiligheid en design zijn belangrijke uitgangspunten geweest bij het ontwerp. Tenslotte is de bereidheid om veelal de gehele werkdag een veiligheidsbril te dragen niet alleen afhankelijk van risico’s en voorschriften. Een bril moet comfortabel zitten en het oog wil ook wat. Dräger is geslaagd in de opzet: de X-pect 8000 is in korte tijd een veelgeprezen artikel geworden.
Kwetsbaar zintuig Ogen zijn zeer gevoelige en kwetsbare zintuigen, en daarom is het logisch om ze te beschermen tegen alle bedreigingen die er op de loer liggen. Die bedreigingen worden gevormd door bijvoorbeeld stof, vloeistofspatten en uitstekende delen. Daarnaast zijn er de minder zichtbare gevaren: te fel licht en licht buiten het zichtbare spectrum (UV en IR) kunnen leiden tot onherstelbare schade aan de ogen. Ultraviolet licht draagt niet bij aan de beeldvorming, maar kan het oog wel schade berokkenen. Een oogaandoening als staar is helaas geen zeldzaamheid en wordt onder andere veroorzaakt door UV in zonlicht. Buitenwerkers doen er ook daarom goed aan de ogen te beschermen: X-pect brillen bieden minstens 99,5% reductie van ultraviolet, zelfs met de geheel transparant ogende glazen.
Het nut van gele lenzen De X-pect 8310 veiligheidsbrillen zijn ook leverbaar met geel gekleurde lenzen. Vooral bij lage verlichtingssterkten wordt het contrast verbeterd door gebruik van een geelfilter. Dat komt doordat licht met een grote golflengte (aan de rode kant van het zichtbare spectrum) minder verstrooit dan kortgolvig licht. Blauw en violet licht verstrooien sterk en zorgen dus voor een wazig, onscherp beeld. Dat effect wordt sterker als de atmosfeer aerosolen bevat, zoals nevel of stof. Dit is tevens de aanleiding geweest dat in Frankrijk automobielen vroeger gele koplampen dienden te voeren. Uiteraard zal een geelfilter de totale hoeveelheid licht iets verminderen en zal een dergelijke bril niet mogen worden toegepast als er een zeer accurate kleurwaarneming wordt verlangd. In omstandigheden waar het belang van een scherp contrast zwaar weegt, loont het gebruik van gele lenzen.
|5
Opgelucht ademhalen Optische klasse en beter zicht Onregelmatigheden in dikte van het transparante materiaal en onrechtmatigheden verstoren het beeld. Daarom worden hoge eisen gesteld aan de reinheid van de kunststof en de nauwkeurigheid van het fabricageproces. Alle brillen zijn van optische klasse 1 en bovendien voorzien van een krasvaste toplaag en anticondens-coating. Ergonomie Veiligheidsbrillen moeten prettig zitten en mogen geen hinder opleveren in combinatie met andere persoonlijke beschermingsmiddelen of corrigerende brillen. Gedragen samen met adembescherming - zoals wegwerpmaskers- of een veiligheidshelm kan een bril een probleem vormen. Met name aan deze vrij gebruike-
lijke combinaties is veel aandacht besteed, zodat bescherming en draagcomfort niet in het gedrang komen. De veren (‘brillenpootjes’) zijn plat, waardoor gehoorbeschermingskappen voldoende blijven afsluiten en extra laterale bescherming wordt geboden. Ook het gewicht van de oogbescherming en de vorm van de neusbrug zijn van groot belang. De X-pect 8320 (‘standaard’ veiligheidsbril) weegt nauwelijks 21 gram. Zelfs ‘onervaren’ gebruikers blijken in de praktijk te vergeten dat ze een veiligheidsbril dragen: een bewijs dat de 8320 voldoet aan de eisen. Design Een bril is een modeartikel bij uitstek, zelfs als het om een deugdelijke veiligheidsbril gaat. De X-pect zonnebrillen zijn zo fraai vormgegeven en zitten zo comfortabel dat ze zelfs populair blijken te zijn op het strand en in de auto. Daar heeft niet alleen de drager belang bij, maar ook zijn werkgever: tenslotte vormt oogletsel dat in de vrije tijd wordt opgelopen net zo goed aanleiding tot verzuim.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
door nieuw partikelfilter Kosten omlaag en efficiency omhoog met de Dräger 40/100 adapter In stofrijke omgevingen moeten de ademwegen worden beschermd tegen binnendringen van irriterende, schadelijke of giftige deeltjes. Afhankelijk van de aard van de stof wordt gebruikgemaakt van P1, P2 of P3 filters. Als het gevaar van blootstelling binnen bepaalde grenzen blijft, kan een snuitje daarvoor een geschikt en voordelig persoonlijk beschermingsmiddel zijn. Maar er is een aantrekkelijk alternatief. Filterbox 40/100 Het oppervlak van een disposable stofmasker is beperkt. Inspannend werk in een stofrijke atmosfeer betekent dat snuitjes frequent moeten worden vervangen. Ze raken verstopt, waardoor ademen zwaarder gaat en lekkage langs de neus zal toenemen. Niet alleen de bescherming neemt daardoor af, maar ook het draagcomfort en de acceptatie van de gebruiker. Bovendien lopen de kosten op met de vervangingsfrequentie. In plaats van een disposable filtrerend stofmasker kan nu ook worden gekozen voor een duurzaam half- of volgelaatsmasker, waarop een filterbox 40/100 wordt aangebracht. Dit nieuwe Dräger-product bestaat uit een demontabele kunststof behuizing waarin een rond filterelement wordt aangebracht. Het enige dat wordt vervangen is het filter zelf, waarvan het effectieve oppervlak bovendien ruim drie keer zo groot als dat van een snuitje. Dat resulteert in een evenredige verlenging van de mogelijke gebruiksduur. Samen met de lagere aanschafprijs van het P3 filter zal het gebruik van de filterbox in combinatie met bijvoorbeeld een halfgelaatsmasker al binnen enkele weken lonen. De filterbox heeft een diameter van 100 mm en is voorzien van standaard 40 mm ‘roldraad’, waardoor deze op elk gelaatsmasker voorzien van een schroefpassing (ook niet-Dräger) is toe te passen. Door de aanzuigopeningen van de lucht is de vervuilingsgraad van het filter eenvoudig te controleren, en er is een extra metalen gaasfilter aan te brengen om bescherming te bieden tegen eventuele vonken of metaalspetters. De ronde inlegfilters (P3) zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 25 stuks.
6|
Nieuwe disposable gaspakken Dräger CPS 5800 en CPS 5900 Altijd gaspakken paraat zonder onderhoud, testen en reinigen Op het eerste gezicht lijkt een gaspak te duur om na gebruik te worden afgedankt. Toch zijn er verschillende redenen om disposables in te zetten in plaats van duurzame gaspakken zoals het topmodel CPS 7900. De zorg voor duurzame gaspakken Het beschikbaar houden van één of meer gaspakken vergt nogal wat: decontaminatie en reiniging na gebruik, vervolgens droging, testen, eventuele reparatie en opslag in een geschikte opbergzak. Bovendien zal het hele logistieke proces zorgvuldig en snel plaats moeten vinden om te zorgen dat er bijvoorbeeld bij een calamiteit niet wordt misgegrepen. Voor specialisten en frequente gebruikers is dat routinewerk. De faciliteiten en de planning zijn erop afgestemd. Anderen hebben meer aan een gaspak voor éénmalig gebruik, zonder dat er een ‘facilitaire dienst’ belast is met onderhoud en beheer. Disposables Beroepsbeoefenaars die slechts incidenteel in gaspak worden ingezet, kunnen baat hebben bij disposable gaspakken als daarmee het vereiste beschermingsniveau wordt bereikt. De CPS 5800 en CPS 5900 disposables zijn breed inzetbaar bij blootstellingsrisico aan vaste, vloeibare en gasvormige chemicaliën bij taken zoals controlemetingen of overslagwerkzaamheden. Beide gaspakken zijn min of meer vergelijkbaar met de bekende Dräger TeamMaster en WorkMaster reusables. Met als grootste verschil: ze zijn stukken voordeliger en worden na gebruik weggegooid. Dat wil zeggen als ze tijdens het gebruik daadwerkelijk in contact zijn geweest met gevaarlijke stoffen waardoor ze gereinigd zouden moeten worden. ‘Op de plank’ zijn ze probleemloos tien jaar houdbaar. Uitvoering CPS 5800 & CPS 5900 Een disposable gaspak wordt uiteraard
gemaakt van chemisch resistent materiaal. Dat materiaal (Zytron 500) is flexibel, zacht en door een non-woven textiellaag flink treksterk en scheurbestendig. Het laminaat is echter wel dunner dan dat van een herbruikbaar pak, zodat er beperkingen gelden voor ruw werk, brand of ‘mechanisch bedreigende omgevingen’. Daar staat tegenover dat het gewicht van een compleet pak slechts ca. 3 kg bedraagt. Handschoenen en sokken zijn één geheel met het pak, waarbij ten behoeve van extra comfort katoenen binnenhandschoenen kunnen worden gedragen en/of ter verhoging van de snijbestendigheid Kevlar overhandschoenen of andere chemicaliënhandschoenen. Aan de voeten worden de gewenste veiligheidslaarzen over het pak gedragen, in de individuele maat van de drager. Het materiaal van het pak is zo soepel dat er zich geen ongemakkelijke vouwen onder de voetzool zullen vormen. Bij de CPS 5800 wordt het ademluchttoestel buiten het pak gedragen. De CPS 5900 is identiek aan de CPS 5800, maar biedt binnen het pak ruimte aan een ademluchttoestel voorzien van één of twee ademluchtcilinders. Maten Geen twee mensen zijn identiek. De CPS 5800 en CPS 5900 zijn verkrijgbaar in vijf verschillende maten, waarmee werknemers met lichaamslengte variërend van 1,5 meter tot 2,1 meter en een gewicht tot (in de grootste maat) 140 kilogram zich op een comfortabele manier veilig kunnen voelen. Normen Over een disposable mag niet worden gedacht in termen van ‘minder’ of ‘gebrekkiger’ dan een herbruikbare variant: De CPS 5900 voldoet bijvoorbeeld aan de NEN-EN 943 deel 1 en 2 (ET), de NFPA 1994 klasse 2 en aan de eisen gesteld aan gasdichte beschermingspakken voor de Duitse brandweer, de vfdb 08/02:2002-11 en GUV-I 8671. Bovendien is het pak aangemeld voor toetsing aan de SOLAS II-2, Reg. 19, de eis voor gebruik aan boord van
zeeschepen. Dräger disposables zijn daarmee uniek in hun soort. Dräger CPS 5900 oefenpak Gaspakdragers moeten op een zo realistisch mogelijke manier worden getraind in het gebruik van het pak, of dat nu een reusable uitvoering betreft of een disposable. Daarom is er voor opleidingsdoeleinden een speciaal oefenpak beschikbaar. Dit oefenpak is gemaakt van iets lichter materiaal, niet volledig gasdicht, maar wel uitgevoerd met een vloeistofdichte rits. Het oefenpak heeft een afwijkende kleur en is duidelijk als zodanig gemarkeerd. CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
|7
Preventie loont met het Interlock alcoholslot Dit jaar wordt het zogenaamde ‘Alcoholslotprogramma’ (ASP) door de regering ingevoerd, als correctieve maatregel voor zware alcoholovertreders in het verkeer.
Nederland is daar niet uniek in: in de Verenigde Staten, Canada en Australië lopen vergelijkbare programma’s. Waar Nederland wél in voorop loopt: het alcoholslot wordt hier ook vrijwillig ingebouwd, zonder wettelijke dwang. Op verzoek van werkgevers, van partners van probleemdrinkers of van de drankrijder zelf. Chapeau! Verantwoordelijkheidsbesef Het pleit vóór de Nederlanders dat het alcoholslot in de auto niet slechts als een beperking van de individuele vrijheid wordt gezien. Het dient een groot maatschappelijk belang dat verkeersdeelnemers nuchter zijn. Eerst blazen en dan pas kunnen starten is niet slechts een lastige opgelegde handicap, maar een blijk van verantwoordelijkheidsbesef, met name als het gaat om een particulier die uit eigen beweging een Interlock alcoholslot laat inbouwen. Dräger heeft respect voor deze keuze en benadrukt dat het ‘particulier gebruik’ een extra bijdrage levert in de vermindering van het aantal verkeersslachtoffers. Bovendien helpt het de individuele gebruikers bij het beheersen van hun verslavingsproblematiek. Daling ziektekosten 25% Uit Zweeds onderzoek onder 1158 deelnemers aan een tweejarig alcoholslotprogramma blijkt dat het ASP zorgt voor een verbeterde gezondheid, een vermindering van het ziekteverzuim en ziekenhuisbezoek van de deelnemers, ook na verwijdering van het slot. Deze vermindering van ziektes betekent een daling van 25% in ziektekosten ten opzichte van de controlegroep. In Zweden bestond deze uit 815 vergelijkbare bestuurders-onder-invloed van wie, in plaats van deelname aan het ASP, het rijbewijs werd ingetrokken. (Bjerre Kostela & Selén, 2007)
Verantwoord ondernemen Veilig en gezond werken is verplicht, en in bijna alle bedrijven vanzelfsprekend. Een beleid op het gebied van alcohol hoort daar bij. Ter voorkoming van schades en ongevallen worden steeds vaker alcoholsloten toegepast op bedrijfsvervoermiddelen. Chauffeurs in het personen- en goederenvervoer en werknemers met een ‘auto van de zaak’ zien het slot in toenemende mate als een blijk van verantwoordelijkheid van de werkgever. Dat geldt overigens ook voor de klant. De Interlock is niet alleen een ‘serieus visitekaartje’, het is ook een prikkel om gezonder te leven en het waarborgt de nuchterheid van de bestuurder. Daarmee is het een investering die zichzelf in afzienbare tijd terugverdient. Persaandacht Begin dit jaar hebben de media uitgebreid aandacht besteed aan het alcoholslot, gelukkig ook met inbreng en commentaar van Dräger als vooraanstaand fabrikant. In de interviews en commentaren werd telkens het belang van de preventieve werking van het slot en het particuliere gebruik benadrukt. De afgelopen jaren zijn jaarlijks tientallen startonderbrekers ingebouwd in vracht- en personenwagens.
Louter preventief, want de wet schreef het nog niet voor. Zonder uitzondering zijn klanten positief over de werking en het effect van de Interlock. Bovendien heeft het gezorgd voor een uiterst waardevolle praktijktest, een hoop gebruikerservaringen en lovende verhalen van mensen die geholpen zijn door de techniek. Steun van belangenorganisaties Het Trimbos Instituut, Veilig Verkeer Nederland, het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) en de ANWB zijn voorstander van het preventief gebruik van het alcoholslot en steunen Dräger in het onder de aandacht brengen van het alcoholslot als preventief middel, los van het alcoholslotprogramma. Dräger Safety Nederland verheugt zich vooral in het vrijwillig preventief gebruik van de Interlock. Dat is de afgelopen jaren al succesvol gebleken. Zie hiervoor de gebruikerservaringen en aanvullende informatie op www.alcohol-verkeer.nl CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
8|
Dräger PAS® MAC-serie mobiele ademluchtcompressoren Overal en altijd ademlucht beschikbaar
Op productielocaties en (petro)chemische plants waar frequent gebruik wordt gemaakt van ademlucht, is veelal een distributiesysteem aanwezig. Tevoren moet een zorgvuldige inschatting gemaakt worden hoeveel ademlucht er op iedere plek beschikbaar dient te zijn en wat de verwachte gelijktijdigheidsfactor is. Een dergelijk leidingsysteem met één of meer centrale compressoren kan echter ontoereikend blijken of is in het geheel niet bruikbaar (bijvoorbeeld bij een shut down of calamiteit). Geen nood: Dräger biedt een uitgebreide serie mobiele compressoren die overal inzetbaar zijn. Betrouwbaar en economisch, vooral als de behoefte aan ademlucht pieksgewijs optreedt. Voordelen van mobiele voorzieningen Een mobiele compressor is overal inzetbaar waar behoefte ontstaat aan ademlucht. Gepland of bij calamiteiten. Bij lange onderhoudsintervallen of besloten
ruimten die slechts sporadisch worden betreden is de inzet van mobiele middelen economischer dan het aanleggen en onderhouden van een vast distributiesysteem en bovendien is de plaats waar de inname van lucht plaatsvindt eenvoudig aan de omstandigheden aan te passen. Met andere woorden: als de wind draait kan de compressor verplaatst worden. Autonome mobiele compressoren zijn bovendien te gebruiken op locaties waar geen of onvoldoende betrouwbare stroomvoorziening beschikbaar is. Inzet kan tevens een bestaand airlinesysteem tijdelijk ondersteunen of aanvullen, bijvoorbeeld als de druk in een leidingsysteem te ver daalt bij een te groot verbruik. Soorten en maten Het gamma mobiele ademluchtcompressoren omvat vier typen: twee ‘kleine’ elektrisch aangedreven uitvoeringen (verrolbare ‘karretjes’), de PAS MAC1000 en de PAS MAC2000 voor respectievelijk één of
twee gebruikers en twee diesel aangedreven aanhangwagens. De PAS MAC1000 heeft genoeg aan een standaard 230 voltaansluiting (1,5 kVA); de PAS MAC2000 heeft een 400V driefasenaansluiting nodig. De twee dieselmodellen, de PAS MAC4000 en -8000, zijn bedoeld voor vier resp. acht gebruikers en zijn als aanhanger toegelaten op de openbare weg. Alle compressoren voorzien in een operationele noodvoorraad, opgeslagen in buffercilinders. Zelfs als de compressor uitvalt, wordt via dat fail-safe systeem nog enige minuten ademlucht geleverd zodat een veilige evacuatie te allen tijde mogelijk is. De buffervoorraad is naar behoefte uit te breiden door het aankoppelen van standaard ademluchtcilinders. Naar wens is een optisch en akoestisch alarm aanwezig. ATEX Hoewel een mobiele compressor opgesteld wordt in een relatief veilig gebied
|9
waar de lucht zo zuiver mogelijk is, kan dat gebied zijn aangemerkt als explosiegevaarlijke zone. Het gebruik van een ATEXgoedgekeurd model is dan noodzakelijk. De elektrische modellen zijn optioneel leverbaar in ATEX (zone 1) uitvoering. De diesel aangedreven modellen zijn standaard uitgerust met brandbeveiliging en een vonkenvanger op de uitlaat. Veilige ademlucht door intelligente sturing Bij elke compressor kan het voorkomen dat er onverhoopt gevaarlijke stoffen worden aangezogen. Ter reductie van CO, CO2 en waterdamp kunnen de compressoren met een zogenaamde ‘pressure swing droger’ worden uitgerust, naast de standaard aanwezige membraandroger. Bij het aanzuigen van brandbare gassen zullen de dieselcompressoren via een automatisch ventiel direct worden uitgeschakeld. Daarmee is nog niet elk risico ondervangen. In uitzonderlijke situaties waar ook andere giftige gassen en dampen een bedreiging vormen, kan de compressor worden beveiligd door een X-zone mobiel gasalarm met een Switch Off unit (zie pagina 3). Dat betekent dat de risico’s van elk denkbaar gas in elke meetbare concentratie (doorgaans gedetecteerd bovenwinds van de compressorinlaat) te ondervangen zijn. Eisen De compressoren zijn niet alleen veilig en betrouwbaar, maar ook stil, milieuvriendelijk en ze voldoen aan de relevante eisen: de geleverde ademlucht is conform de NEN-EN 12021, ze zijn CE-gekeurd en geschikt voor buitengebruik (elektrische modellen IP 55) bij temperaturen van 0 tot 45 °C. Met aanvullende pressure swing droger zelfs vanaf -6 °C. En de aanhangwagens zijn toegelaten op de openbare weg.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
DROGEN VAN ADEMLUCHT
Ademlucht wordt altijd gefilterd om te zorgen dat er zich geen verontreinigingen in bevinden. Daarnaast wordt de lucht ontdaan van een teveel aan waterdamp om te zorgen dat er geen ijs wordt gevormd in reduceerventielen of filters. Overal waar decompressie optreedt, gaat dat gepaard met temperatuurverlaging. Afhankelijk van debiet, mate van decompressie en omgevingstemperatuur kan de temperatuur van de lucht onder 0 °C komen, zal aanwezig waterdamp bevriezen en zal ijs de toevoer geheel kunnen blokkeren. Hoeveel waterdamp lucht bevat, kan worden uitgedrukt in het zgn. ‘dauwpunt’; dat is de temperatuur waarbij de waterdamp in de lucht condenseert (of rijpt beneden 0 °C). Het dauwpunt moet daarom lager worden gehouden dan de temperaturen die in het systeem optreden. Het drogen van lucht geschiedt via drie hoofdprincipes. Koeldrogers Koeldrogers koelen de lucht af, waardoor waterdamp condenseert en als vloeibaar water wordt afgevoerd. Een koeldroger kan in een installatie binnenshuis worden toegepast, maar bereikt nooit een dauwpunt onder 0 °C. Adsorptiedrogers Een tweede mogelijkheid is een adsorptiedroger: daarin wordt de lucht door een ‘waterminnend’ poreus materiaal geleid, dat de watermoleculen bindt. Dat materiaal kan bijvoorbeeld silicagel zijn of geactiveerd aluminium. Dit materiaal raakt na enige tijd verzadigd en moet dan worden geregenereerd. Dat kan door verwarming (‘droogstoken’), maar ook door drukverlaging (‘spoelen’ met droge lucht bij lage druk). De genoemde ‘pressure swing droger’ (optie op de PAS MAC4000 en -8000) is een automatisch regenererende adsorptiedroger. Membraandrogers Tenslotte kan lucht worden gedroogd met een membraandroger: een dunwandig ‘semi-permeabel membraan’ streeft naar gelijke concentraties van waterdamp aan beide zijden: aan de hogedrukzijde is de dichtheid van watermoleculen veel groter dan aan de met droge lucht geventileerde lagedrukzijde, waardoor er een ‘watertransport’ optreedt. Dit type droger is in principe onderhoudsvrij en heeft geen bewegende delen. Het is de standaarddroger voor de PAS MAC-compressoren.
10 |
De eerste gecertificeerde ademluchtwerkplaats Brandweer Zwolle aantoonbaar veilig aan het werk Op 1 juli 2010 heeft de eerste certificering van een ademluchtwerkplaats plaatsgevonden. Die eer viel te beurt aan de nieuwe faciliteit van de gemeentelijke brandweer te Zwolle aan de Marsweg nummer 39. Daarmee beschikt het korps over een hoogwaardig systeem voor onderhoud, service en keuring van zowel ademluchttoestellen als duikapparatuur. Het certificaat waarborgt de deugdelijkheid van het hele onderhoudsproces en daarmee de veiligheid van de producten: het maakt het aantoonbaar aan klanten en aan de steeds strenger controlerende instanties die toezien op het naleven van de geldende regelgeving. Dräger Nieuws Nederland sprak met de drijvende krachten achter de ademluchtwerkplaats: verantwoordelijk ‘aanspreekpunt’ John Exel en twee niveau vier onderhoudstechnici, Paul Borgman en Herman Kramer. John, waarom wilden jullie de nieuwe werkplaats laten certificeren? John: “We wilden laten zien dat de kwaliteit van de werkplaats en van de uitgevoerde werkzaamheden op een hoog niveau staan. Wij werken ook voor derden, zoals de uitgebreide BHV-organisatie van Scania, de bedrijfsbrandweer van DSM en de hogeschool Windesheim. Als je nagaat waar een adembeschermingswerkplaats volgens de richtlijnen van de NVBR aan moet voldoen, dan kan dat met name voor kleinere korpsen en andere organisaties zoals duikscholen een flinke drempel zijn. Wij doen ook reparaties en jaarcontroles en men kan daarvoor bij ons terecht. Het certificaat is de kroon op ons werk.” Heeft Dräger jullie werkplaats ingericht? John: “Ja, naar volle tevredenheid. In de offertefase bleek Dräger verrassenderwijs de voordeligste, dus de keuze was niet moeilijk, van de kwaliteit waren we al overtuigd.” Maar is het niet raar dat Dräger ook heeft gecertificeerd? John: “In de zin van de slager die zijn eigen vlees keurt? Nee, we hebben er echt vertrouwen in. Dräger toetst volgens de richt-
lijnen van de NVBR en is echt objectief. Het gaat slechts voor een heel klein gedeelte om de producten maar met name om het logistieke proces, de borging en registratie, de opleidingen en de documentatie. Dat certificaat is drie jaar geldig en er is een jaarlijkse kleine audit die ons scherp houdt.” Heeft de audit geleid tot aanpassingen? Herman: “Ja, een kleinigheidje in de registratie van de spullen. Wij hadden de slangen waarmee je lucht in een duikpak blaast niet van aparte nummers voorzien. Ze hoorden bij het ademluchttoestel. Maar omdat ze in de operatie wel verwisseld kunnen worden, kan dat bijvoorbeeld het opsporen van storingen lastiger maken. Nu hebben ze een eigen barcode.” Hoe zijn jullie te werk gegaan bij het ontwerp van de werkplaats? Paul: “Op de oude post in het centrum hadden we van 1986 tot drie jaar geleden onze ademluchtwerkplaats. Herman is daar als nieuwkomer begonnen en heeft zich geruime tijd verdiept in hoe de nieuwe werkplaats eruit zou gaan zien. Dat heeft totaal ongeveer anderhalf jaar in beslag genomen, terwijl hier de palen in de grond gingen voor de nieuwe post.” Herman: “Ik voel me al met al erg verantwoordelijk voor wat het is geworden. Ik heb op de oude post al een werkboek met werkbare procedures gemaakt en die getest met collega’s. De kleurcodering van de cilinders is daar een voorbeeld van, zodat je nooit een cilinder pakt die al een halfjaar niet opnieuw gevuld is. Maar je moet proberen niet telkens het wiel opnieuw uit te gaan vinden. Dräger heeft veel input geleverd en ik heb heel veel rondgekeken bij andere korpsen: in Amsterdam, in Groningen, in Almere en op veel andere plekken. In Nijmegen dacht ik dat ik in de ademluchthemel terechtgekomen was, zo uitgebreid en zo mooi. Je pikt overal wat van op. Mensen moeten meer bij elkaar in de keuken kijken. Hier zijn anderen ook altijd welkom.”
| 11
Wat kenmerkt jullie werkplaats? Herman: “Het is een praktisch en functioneel ingerichte faciliteit, met een groot ‘werkeiland’ in het midden, waar je gemakkelijk omheen kunt lopen. Aan één kant van het eiland werken we vooral aan duikapparatuur, en aan de andere kant aan ademluchttoestellen. De nodige gereedschappen en onderdelen zijn handig gedistribueerd over grote laden rondom, wat je het meest nodig hebt bovenin. De werkplaats is een schone ruimte, wat wil zeggen dat de decontaminatie van de toestellen in een aparte ruimte plaatsvindt. De ruimte is dus ook niet voor iedereen toegankelijk. Vanuit ons oefengebouw even in bluskleding binnenlopen is uitgesloten: er zit een slot op de deur. Dat gaf wel wat gemopper, maar het doel is iedereen duidelijk. Er wordt ook niets ‘geleend’ uit onze gereedschapsladen.” Hebben jullie vaste onderhoudsmedewerkers? John: “Paul en Herman zijn onze vaste ademluchttechnici, maar tevens operationeel inzetbaar. Verder zijn in elke ploeg twee personen opgeleid en gekwalificeerd om hier te werken. ‘s Ochtends wordt er geoefend en ’s middags voeren zij andere werkzaamheden uit, bijvoorbeeld in de ademluchtwerkplaats. Paul en Herman kunnen die hulp goed gebruiken.” Is er nog iets wat niet naar wens functioneert? Herman: “De werkplaats is helemaal perfect, ik zou niet weten wat we anders hadden moeten doen. Maar nu je het vraagt: we gebruiken Drägerware (software voor materieel- en onderhoudsregistratie) via het gemeentelijk netwerk en een centrale database. Uitstekende software, maar het netwerk is zo traag dat we soms wel een kwartier zitten te wachten om een maskertje in te voeren. Met een stand-alone systeem zouden we stukken sneller werken. Dat is geen verwijt aan Dräger, maar iets wat we zelf moeten zien op te lossen. De werkplaats draait prima en we zien de vervolgaudits met vertrouwen tegemoet.”
John Exel, Herman Kramer en Paul Borgman in hun nieuwe werkplaats
ADEMLUCHTWERKPLAATS GEEN STANDAARDPRODUCT
Waar ademluchtapparatuur wordt gebruikt is onderhoud en reiniging noodzakelijk. Dat kan worden uitbesteed, maar zodra het gebruik op flinke schaal plaatsvindt, zal een werkplaats onontbeerlijk zijn. Goed gereedschap is het halve werk. Een investering van vaak tienduizenden euro’s wordt niet zomaar gedaan, dus het moet in één keer goed. Liefst meteen voor twintig jaar. Het is niet de bedoeling dat er na een paar jaar al weer verbouwd of hersteld moet worden. Dräger richt voortdurend ademluchtwerkplaatsen in en begrijpt als geen ander dat het uniforme standaardproduct niet bestaat. Dat begint al met de bouwkundige omstandigheden: vorm en grootte van ruimten zijn overal anders. Standaardmeubilair past zelden optimaal of het blijft behelpen. Bovendien zijn taken en hoeveelheid werk verschillend en heeft elke gebruiker tot op zekere hoogte zijn eigen voorkeuren. Compromissen kunnen leiden tot jarenlange ergernis, met alle gevolgen voor het werkplezier en de kwaliteit van het werk. Kortom: het moet meteen goed. Dräger-aanpak De basis-layout van een ademluchtwerkplaats en eventuele spoel- of compressorruimten wordt gemaakt aan de hand van de werkprocessen, waarbij vuil en schoon gescheiden blijven, loopafstanden beperkt blijven en de opzet zo logisch en werkbaar mogelijk blijft. Een Dräger ontwerp wordt in samenspraak met de gebruiker gemaakt en vervolgens gepresenteerd via 3D-aanzichten, voorzien van een heldere motivatie en beschrijving. Meubilair zoals eilandtafels en spoeltafels wordt uitgevoerd in roestvaststaal en hpl-gelamineerd volkernmateriaal (in de volksmond ‘Trespa’; zelfs voor buitentoepassingen uitermate geschikt). Bladderen, chippen of anderszins beschadigen is nagenoeg uitgesloten bij dit watervaste materiaal, dat bovendien in elke gewenste kleur kan worden verwerkt. In Zwolle is dat, net als in Zaanstad, brandweerrood; het korps in Weert gaat voor zwart, Nijmegen en Hoorn zijn blauw. Topkwaliteit materialen, robuuste scharnieren en kogelgelagerde laden zorgen voor een ademluchtwerkplaats die als dat moet decennialang meegaat. De Dräger-lijfspreuk ‘techniek voor het leven’ heeft tenslotte meerdere betekenissen.
12 |
Tilburg wil geen knarsjes en piepjes Dräger PSS 5000 ademluchttoestel blijkt de ideale vervanger
Philip Harmsen, hoofd Technische Dienst van het brandweerkorps Tilburg, is zeer tevreden met het nieuwe PSS 5000 ademluchttoestel.
Het Brandweerkorps Tilburg valt de eer te beurt de eerste gebruiker te zijn van de nieuwe PSS 5000 ademluchttoestellen. Honderddertig toestellen en totaal driehonderd maskers hebben inmiddels hun weg naar Brabant gevonden. Men is niet over één nacht ijs gegaan toen de PA94plus na ruim acht jaar trouwe dienst aan vervanging toe was. Het korps in Tilburg heeft een werkgroep samengesteld, een programma van eisen opgesteld en een aanbestedingsprocedure gestart. Philip Harmsen, hoofd Technische Dienst, was voorzitter van de werkgroep en vertelde Dräger Nieuws Nederland hoe een en ander in zijn werk ging. Hoe is de aanbesteding verlopen? Philip: “De aanbestedingsprocedure heeft totaal anderhalf jaar in beslag genomen. Onze werkgroep bestond uit vier
personen van het korps, waaronder ikzelf, en een juriste van de gemeente die vooral het ingewikkelde papieren proces begeleidde. We zijn begonnen met een algemene oriëntatie, waarvoor we alle leveranciers van adembescherming in Nederland hebben uitgenodigd om een presentatie te houden. Daarna hebben we een programma van eisen samengesteld. We stelden niet alleen eisen aan de apparatuur zelf, maar ook aan de nalevering van onderdelen, de testapparatuur en bijvoorbeeld de opleiding van de onderhoudstechnici.” Zijn er al mogelijke leveranciers afgevallen op grond van de gewenste specificaties? Philip: “Jazeker. Bepaalde typen ademluchttoestellen vielen ook af. Toestellen die boven het door ons gespecificeerde maximale gewicht kwamen bijvoorbeeld.
Of toestellen zonder uitneembare ademautomaat maar met een ‘frisseluchtklap’. Een frisseluchtklep kun je in onze overtuiging namelijk vergeten te sluiten en daarom stond in het bestek dat we dat per sé niet wilden. Verder stelden we ook de eis dat een leverancier ‘economisch gezond’ moest zijn, en dat er een serieus milieubeleid gevoerd diende te worden. Dat hebben we zelf ook gecheckt.” Hebben jullie de spullen van de aanbieders ook kunnen testen? Philip: “We hebben uiteindelijk -op basis van de offertes die er lagen- twee aanbieders gevraagd aan een testdag mee te werken. Beiden hebben we laten weten wat we gingen doen: twee afzonderlijke groepjes zouden de ademluchttoestellen beproeven, vooral op gebruiksgemak. We hebben niet ‘gestookt’: dat de toestellen bijvoorbeeld voldoende vlam-
| 13
BRANDWEER TILBURG
Het korps van de brandweer te Tilburg is onderdeel van Brandweer Midden- en West-Brabant. Cluster Tilburg telt 189 medewerkers en 78 vrijwilligers en bestaat uit de posten Berkel-Enschot, Tilburg-Centrum, Udenhout en Vossenberg. Berkel-Enschot en Udenhout worden volledig door vrijwilligers bemand. De afdeling Technische Dienst, direct betrokken bij de vervanging en het onderhoud van de PSS 5000 ademluchttoestellen, maakt deel uit van de Sector Incidentbestrijding. De ademluchtwerkplaats bevindt zich op de post Vossenberg, nabij het Brandweeropleidings- en trainingscentrum. (zie www.brandweertilburg.nl en www.brandweermwb.nl)
bestendig zijn volgt al uit de normen. Als eenvoudige brandweerman kun je het toch niet testen op de manier waarop TNO en de andere instituten dat kunnen. Het andere aspect was de onderhoudsvriendelijkheid. Heel meetbaar; vooral als je concrete onderhoudsactiviteiten met de stopwatch klokt.” Wat waren de resultaten? Philip: “Het eindresultaat is bekend: het is de Dräger PSS 5000 geworden en daar ben ik zelf erg blij om. Vooral op het gebied van het gebruiksgemak staat de PSS 5000 aan de top. Het is een perfect ding, hij zit lekker, de rugplaat heeft de goede vorm. Onderhoud is veel eenvoudiger dan bij de voorganger. Bij het klokken van de tijden benodigd voor diverse werkzaamheden waren de verschillen marginaal dus de voordelen op het gebied van het gebruiksgemak gaven de doorslag.
Die schouderbanden zakken écht niet meer af, geweldig! Als je met de oude types een slachtoffer moest verplaatsen, gebeurde het nogal eens dat er een schouderband halverwege je arm hing.” Waarom ben je blij dat het de Dräger PSS 5000 is geworden? Philip: “Gewoon omdat het een prima ding is. En de contacten met Dräger zijn gelukkig goed. Bijkomend voordeel is dat de omscholing van de onderhoudsploeg en de training van de gebruikers meer een soort ‘bijscholing’ is geworden. Het is vooral de Bodyguard (digitale manometer) waaraan men even moet wennen. Maar alles is voor de gebruiker lekker basic, terwijl je toch uit kunt breiden. Telemetrie gebruiken we niet, maar het moet er in de toekomst wel zonder extreme kosten aan toe te voegen zijn. Ik ben zelf geen voorstander van wat ik noem ‘knarsjes en
piepjes’ aan je hoofd. De fluit bij zestig bar; die is belangrijk. Een brandweerman heeft al genoeg om op te studeren en we moeten oppassen dat we niet teveel gaan vergen van een mens, vooral niet in tijden van stress.” Zou je nog iets willen verbeteren aan de PSS 5000? Philip: “Doorgaans hoor ik het snel genoeg als er iets niet deugt, maar het blijft akelig stil. Bij het omhangen moet je er even aan denken dat je eerst je pak straktrekt, zodat de stroeve banden gemakkelijk op hun plek komen. O, en in een paar oudere voertuigen moeten we iets aanpassen omdat daar de lendensteunen van de stoelen net in de weg zitten als er PSS 5000’s aan de haken hangen. Daar komen we echter wel uit.”
14 |
OTblue rookmelders
Dräger X-am 2000 NAM/Cofely stapt over op Dräger X-am 2000 personal gasmeter
Een mogelijk nadeel van infrarood rookmelders is dat niet alle soorten rook worden gedetecteerd. Zeer donkere rook en uiterst kleine rookdeeltjes reflecteren onvoldoende licht om de interne fotocel te prikkelen. De OTblue rook/brandmelder van Dräger is een gecombineerde thermisch/optische melder die (in het optische gedeelte) gebruikmaakt van kortgolvig blauw licht, dat in staat is om veel kleinere rookpartikeltjes te detecteren dan andere optische (IR) melders. OTbluemelders zijn zeer snel en bij uitstek geschikt voor hoge-energiebranden en voor toepassing op risicolocaties. Zij kunnen door hun uitzonderlijke eigenschappen zelfs prima vervangers zijn voor ionisatiemelders. Met als voordeel dat ze geen radioactieve bron bevatten.
Dräger Oxy 6000 omgevingslucht-onafhankelijk zuurstofvluchttoestel
In de scheepvaart, ondergronds of in afvalwaterzones kunnen calamiteiten eensklaps het gebruik van een zuurstof-reddingstoestel vereisen. Filtervluchtmaskers maken geen zuurstof, het nieuwe Oxy 6000 vluchttoestel wel. In een handomdraai verandert de handige box in een ademluchtregeneratietoestel, dat de gebruiker een uur lang van voldoende zuurstofrijke ademlucht voorziet. Dat uur kan van levensbelang zijn bij moeilijk toegankelijke ruimten, grotere vluchtafstanden (tunnels, mijnen) of reddingsacties waarbij een slachtoffer op hulp moet wachten in een vergiftigde of zuurstofarme atmosfeer. De ongeopende Oxy 6000 heeft – zonder tussentijdse controle – een levensduur van 10 jaar en beschikt over een Safety Eye (indicatievenster) om de paraatheid te kunnen controleren.
Sinds enkele jaren gebruikt de Nederlands Aardolie Maatschappij de Dräger X-am 7000 ‘grote’ gasmeters voor vrijgavemetingen, zowel on- als offshore. Tot volle tevredenheid. Begin dit jaar, nadat Cofely een uitgebreide duurtest voor NAM had uitgevoerd, zijn ook de kleine personal gasmeters door Dräger geleverd. In totaal circa zeshonderd exemplaren van de Dräger X-am 2000 zijn in gebruik genomen door alle werknemers die vanuit hun functie of hun werkzaamheden moeten zijn uitgerust met een persoonlijke gasmeter.
| 15
Sprekend ontruimingsalarm Het D800 ontruimingsalarmsysteem met gesproken woord is klaar voor de invoering van de EN 54-16 Volgens het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken dient een bouwwerk, afhankelijk van zijn functie, de vloeroppervlakte, de hoogte en het aantal bouwlagen voorzien te zijn van een brandmeldinstallatie en/of een ontruimingsalarminstallatie. De ontruimingsalarminstallatie moet momenteel voldoen aan een door burgemeester en wethouders goedgekeurd programma van eisen en aan de NEN 2575:2004. In maart 2011 is de NEN-EN 54-16 definitief van kracht geworden. In deze norm staan de functionele eisen waaraan een ontruimingsalarmcentrale met gesproken woord dient te voldoen. Deze Europese norm vervangt alle bestaande nationale eisen die eerder gesteld waren aan een ontruimingsalarmcentrale met gesproken woord. Vanaf maart 2011 dienen alle nieuw te leveren ontruimingsalarmsystemen voorzien te zijn van ontruimingsalarmcentrale met een NEN-EN 54-16 certificaat. Dit heeft grote gevolgen voor de apparatuur die toegepast mag worden bij ontruimingsalarmsystemen met gesproken woord. Ontruiming met spraak of middels een slowwhoop Nog steeds herkent niet iedereen het karakteristieke slowwhoopgeluid als het signaal waarbij een gebouw ontruimd moet worden. Zelfs als de voorgeschreven ontruimingsoefeningen periodiek worden uitgevoerd, kunnen er bezoekers aanwezig zijn die het signaal niet eerder hebben waargenomen. Natuurlijk kan het desastreuze gevolgen hebben als aanwezigen denken dat het inbraakalarm afgaat of dat een collega een nieuwe ringtone op zijn GSM heeft. Daarom is in onder andere openbare gebouwen, gebouwen met een logiesfunctie en bijvoorbeeld industriegebouwen vanaf een bepaalde afmeting of hoogte een zogenaamd ‘ontruimingsalarm type A’ verplicht. Dit type ontruimingsalarm biedt als groot voordeel dat aanwezigen heldere gesproken instructies kunnen krijgen, in combinatie met het herkenbare slowwhoopgeluid.
Differentiatie door gerichte instructie Bij een grotere ‘slowwhoop-installatie’ kan een ontruiming alleen selectief plaatsvinden door het al dan niet activeren van bepaalde groepen signaalgevers. Verdere differentiatie is niet mogelijk. Bij een ‘ontruimingsalarm type A’ zijn de signaalgevers uitgevoerd als luidsprekers, die gevoed kunnen worden met gesproken woord of elk ander gewenst geluidssignaal. Dat signaal kan afkomstig zijn van een elektronische generator, het kan een zich herhalende opgeslagen audiosample zijn of het kan afkomstig zijn van een per-
soon die in een microfoon spreekt. Wat het al dan niet inschakelen van bepaalde groepen luidsprekers betreft, is een ‘gesproken’ ontruimingssysteem niet selectiever dan een slowwhoopsysteem, maar er kunnen wel gerichte instructies worden gegeven ten aanzien van de te volgen procedure of de gewenste actie. Het kan enorme voordelen bieden om duidelijk te kunnen maken welke nooduitgang gebruikt moet worden en welke verzamelplaats moet worden gebruikt. Bovendien kan aanvullende informatie worden gegeven over de aard en de locatie van het incident dat aanleiding is tot ontruiming. De D800 is in staat om per ontruimingszone en zelfs per lus een individuele melding te doen uitgaan. Bovendien kan ook een visueel alarm (flitslicht, zonder aanvullende voeding) in een luidsprekerlus worden opgenomen. Muziek en andere oproepen via het ontruimingssysteem In vroeger tijd werd een omroepsysteem
of muziekinstallatie gebruikt als ontruimingsalarm. Tegenwoordig is de zaak vaak omgekeerd: een type A ontruimingsinstallatie kan en mag gebruikt worden voor achtergrondmuziek en als omroepsysteem, mits aan de eisen in de norm voor ontruimingsalarmsystemen is voldaan. Aan een ontruimingsalarminstallatie worden nu eenmaal zwaardere eisen gesteld dan aan een omroepinstallatie. Zo zal permanente achtergrondmuziek soms als storend worden ervaren, en aanleiding kunnen zijn het volume in een bepaalde ruimte laag of zelfs geheel uit te zetten. In geval van een ontruiming wordt deze volumeregeling gepasseerd en wordt het ontruimingsbericht toch op het juiste volume weergegeven. Functiebehoud De NEN 2575 eist functiebehoud van de bekabeling naar de luidsprekers conform de NPR 2576. Dit wordt in de praktijk gerealiseerd door gebruik van speciale functiebehoudbekabeling en montagematerialen of middels een zogenaamde lusbekabeling. Het D800 ontruimingsalarmsysteem maakt gebruik van de lustechniek, in combinatie met een isolator (DLI) per luidspreker. Lusbekabeling wil zeggen dat iedere luidsprekerlus (van maximaal 100) luidsprekers vanaf beide kanten van de kabellus wordt gevoed. Bij een kortsluiting of onderbreking in de kabel zal de bij elke luidspreker aanwezige lusisolator het defect isoleren, waardoor er nooit meer dan twee luidsprekers uit zullen vallen. De heengaande - en de retourleiding van de kabellus dienen door onderling gescheiden compartimenten te voeren. De toegepaste standaard 2 x 1,5mm2 YMvK kabel levert een aanzienlijke kostenbesparing op ten opzichte van de veel duurdere functiebehoudbekabeling. De centrale apparatuur, ontruimingsbedienpanelen en eventueel decentraal opgestelde apparatuur zijn via een eigen netwerk met elkaar verbonden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van standaard CAT-5 UTP bekabeling.
16 |
D800 ook als ‘upgrade’ Het Dräger D800 ontruimingsalarmsysteem is modulair opgebouwd, standaard voorzien van één reserveversterker per maximaal 8 versterkermodules en uitgerust met een ingebouwde noodstroomvoorziening. Het systeem is zowel geschikt voor lusbekabeling naar de luidsprekers als voor steekleidingen of een combinatie van beide. Bij een bestaand systeem kunnen dus de ‘oude’ steekleidingen en luidsprekers worden gehandhaafd aan de nieuw geplaatste centrale, om naderhand eenvoudig te worden aangepast. De uiteinden van telkens twee steekleidingen worden onderling verbonden zodat er lussen ontstaan en luidsprekers worden van lusisolatoren voorzien. Op deze wijze is een installatie op economische wijze op te waarderen en te certificeren volgens de nieuwe norm. Bij nieuw aan te leggen systemen kan direct gebruik gemaakt worden van de voordelen van de lusbekabeling. Energieverbruik Een uitgebreid systeem met tientallen of zelfs honderden luidsprekers behoeft een fors aansturingsvermogen. Een conventionele versterker moet dat vermogen leveren, en consumeert nog meer uit het lichtnet. In bedrijfstoestand kan nog genoegen genomen worden met enige warmteontwikkeling, maar in ‘stand-by’ (dat is doorgaans het grootste deel van de tijd) is elke kilowattuur weggegooid, helemaal als deze warmte ook nog moet worden afgevoerd door een klimaatbeheersingssysteem. De Dräger D800 beschikt over digitale versterkers die in combinatie met een intelligent powermanagementsysteem het energieverbruik met 30 tot 90% reduceren, omdat ze in stand-by automatisch worden afgeschakeld. Bovendien blijft daardoor de benodigde noodstroomcapaciteit beperkt, hetgeen fors scheelt in bijvoorbeeld vervangingskosten van accu’s. CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger FDS: 079-3444845
Dräger Analytical Services Voor iedereen die zelf geen (gas)analysefaciliteiten heeft
Elk monster krijgt direct na binnenkomst een uniek nummer
Behalve producten levert Dräger diensten. Soms op locatie, soms ver achter de schermen op één van de gespecialiseerde afdelingen bij de moedervestiging in Lübeck. Daar bevindt zich onder andere een laboratorium dat zeer nauwkeurige metingen doet aan gassen en dampen, veelal in opdracht van externe klanten. Het kan daarbij gaan om buitenluchtmetingen, het achterhalen van vermoede ziekmakende bestanddelen in de omgevingslucht op een arbeidsplaats – zowel op kantoor als op de plant –, maar ook om het zeer nauwkeurig bepalen van de zuiverheid van medische lucht of van perslucht die in de voedselindustrie in aanraking komt met etenswaren. Zelfs als het nieuwe tapijt op kantoor een misselijkmakende lucht verspreidt, bepaalt Dräger desgewenst welke stoffen daar verantwoordelijk voor zijn. Dat zijn metingen waarbij concentraties veelal in ppb (parts per billion) uitgedrukt worden, en die zijn nu eenmaal niet met een eenvoudige draagbare gasmeter uit te voeren. Zelfs niet als er Dräger op staat.
tiemateriaal te leiden met behulp van een speciaal pompje, of door een passieve sampler gedurende een vastgestelde tijd bloot te stellen aan de omringende atmosfeer. Het is van groot belang dat dit op de voorgeschreven manier plaatsvindt. Zeer reactieve componenten zijn niet eenvoudig in te vangen en te transporteren naar het lab: deze zouden verbindingen met andere stoffen hebben gevormd voordat analyse kan plaatsvinden. Toch zijn ook instabiele stoffen betrouwbaar aan te tonen, door gebruik van een zogenaamde ‘aldehyde- en isocyanaat-monsternameset’. Een dergelijke set bestaat uit een kleine doorzichtige filterhouder, waarin zich een speciaal geïmpregneerd filter bevindt. Reactieve stoffen vormen hierin direct stabiele verbindingen die vervolgens probleemloos opgeslagen en getransporteerd kunnen worden. Veel metingen kunnen tegen vastgestelde tarieven ook op locatie uitgevoerd worden, bijv. als transport en labanalyse elders onmogelijk zijn, teveel tijd zouden vergen of omdat rapportage ter plekke nodig is.
Monstername Een gasmengsel hoeft niet in een fles of cilinder te worden afgeleverd. Er bestaan overzichtelijker manieren om monsters te nemen. Dat kan bijvoorbeeld door een vastgestelde hoeveelheid lucht door een Dräger monsternamebuisje met adsorb-
Werkzaamheden van het lab Ing. Dirk Rahn-Marx is het hoofd van de Dräger Analytical services/Messstelle. Hij analyseert dagelijks aanzienlijke hoeveelheden monsters, waarvan een groot deel afkomstig is van ‘buiten’. Monsters komen onder andere van ziekenhuizen, uit
| 17
de industrie, van containermetingen en milieudiensten. Dirk: “Zelfs een pot sojaschroot is hier ter analyse op begassing aangeboden; ja, uit Holland. Geen probleem, het is een leuke uitdaging.” Het evalueren van een ORSA-badge (passive Organic Vapor Sampling Badge) is daarentegen een routinekarweitje, dat desalniettemin met de grootste precisie plaatsvindt. Meestal arriveren monsters gewoon per post of pakketdienst. Direct na aankomst wordt het monster voorzien van een uniek nummer en wordt het gekoeld, tot het moment dat preparatie en analyse aanvangen. Bij bijvoorbeeld een ORSAbadge wordt de actieve kool verwijderd en in een desorptievloeistof gebracht, machinaal geschud en gedecanteerd. Daarna wordt een hoeveelheid van een microliter van deze vloeistof in één van de vele gaschromatografen geïnjecteerd. Er is dus slechts een zeer klein deel van de desorbtievloeistof nodig, zodat aanvullende of controleanalyses mogelijk blijven.
Dat is niet altijd zo: sommige analyses verbruiken een monster in één keer, wat hoge eisen stelt aan de werkwijze. Zoals Dirk zegt, terwijl hij een glazen buisje toont: “Als dit monster om wat voor reden dan ook onbruikbaar gemaakt wordt dan kan ik alleen maar een nieuw monster proberen te bemachtigen. Gelukkig komt dat uiterst zelden voor. Ik kan me niet heugen dat er bij de duizenden analyses met deze autosampler (een gaschromatograaf die monsters door een robot laat injecteren, red.) ook maar één keer iets mis is gegaan.” Het eindresultaat van de analyse is een gedetailleerd rapport, dat bovendien rechtsgeldig is: het lab is geaccrediteerd volgens EN ISO/IEC 17025. De Analyseservice specificeert niet alleen zeer nauwkeurig alle aangetroffen componenten, maar zal desgewenst ook aanbevelingen doen betreffende de interpretatie van de waarden in relatie tot de internationale grenswaarden.
Laboratoriumwerkzaamheden. Niet alleen nauwgezet, maar ook met een lach.
Gaschromatografie In het Dräger gasanalyselab is de gaschromatograaf één van de voornaamste meetinstrumenten. Er staan er een stuk of tien in allemaal verschillende uitvoeringen. Slechts enkele worden met de hand geïnjecteerd, de meeste zijn geautomatiseerd. Verschillen zijn er verder in tempe-
HET PRINCIPE VAN GASCHROMATOGRAFIE
De opgerolde capillaire kolom van de gaschromatograaf is ondergebracht in een temperatuurgeregelde ruimte.
Een gaschromatograaf bestaat uit een zeer lange capillaire buis, de zogenaamde ‘kolom’. Door deze kolom wordt een trage maar zeer constante flow van het draaggas (zeer zuivere stikstof, waterstof of helium) tot stand gebracht. Aan de ingangszijde van de kolom bevindt zich het injectieblok, waarin een kleine hoeveelheid van het analyt wordt ingespoten. Het analyt is het gasmonster zelf of de vloeistof waarin zich de verontreinigingen uit een sampler bevinden. De componenten waaruit het analyt bestaat bewegen zich gestaag met het draaggas mee door de kolom en bereiken tenslotte de detector aan het einde van de kolom. De binnenzijde van de kolom is bekleed met een wasachtige coating, de zogenaamde stationaire fase. Als de temperatuur in de kolom zich rond het dauwpunt van de te bepalen component bevindt, zullen de moleculen zich een bepaald percentage van de tijd in de stationaire fase bevinden en de rest van de tijd in de zogenaamde mobiele fase, het draaggas. Ieder molecuul maakt dus een groot aantal faseovergangen mee. Alleen in de mobiele fase beweegt de component mee naar het einde van de kolom. De moleculen van één component hebben ongeveer dezelfde migratiesnelheid en zullen dus rond dezelfde tijd bij de detector arriveren, andere moleculen zijn sneller of juist trager, waardoor een goede scheiding van de componenten wordt bereikt. Terwijl de tijd verloopt, wordt de hoeveelheid gedetecteerd gas opgetekend in een zogenaamd chromatogram. Deze grafiek toont voor elke component een piek waarvan de grootte (het oppervlak) een maat is voor de hoeveelheid van deze stof in het analyt. Er bestaan verschillende varianten van gaschromatografen, injectiemethoden, temperatuurprogramma’s en draaggassen.
18 |
ratuurprogramma’s en in het type detector. Er zijn grote met vloeibare stikstof gekoelde exemplaren en chromatografen waarvan de kolom in een oven tot zeer hoge temperaturen kan worden verwarmd. Bovendien verschilt de manier waarop de aan het einde van de kolom uittredende gassen worden gedetecteerd. Dat kan bijvoorbeeld middels vlamionisatiedetectoren, met een Electron Capture Detector (ECD) of met een massase-
lectieve detector. Al deze detectoren hebben hun eigen specifieke eigenschappen en zijn daarmee voor bepaalde gassen meer of minder geschikt. Naast gaschromatografie staan de laboranten diverse andere kwalitatieve en kwantitatieve analysemethoden ter beschikking. Er zijn nauwelijks componenten of concentraties denkbaar waar het Dräger lab niet de juiste apparatuur en expertise voor in huis heeft. Betrouwbare analyseresultaten
worden op een heldere en inzichtelijke manier geleverd, en als het haast heeft kan het bovendien razendsnel.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie over de laboratoriumen analyseservice: 079-3444748
Diensten van de Dräger Analyseservice Diensten van de locatiemeetdienst – Blootstellingsmetingen, oriënterend vooronderzoek, werkplekanalyses, controlemetingen en gerichte speciaalmetingen bij lage en gemiddelde concentraties (bijv. spuiterijen, cleaning). – Werkplekmetingen m.b.t. wettelijke gezondheidswaarden van gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld narcosegasmetingen in operatiekamers, oplosmiddelen in drukkerijen, gevaarlijke stoffen in de (petro-)chemische industrie, enz.). – Bepaling van concentraties gevaarlijke stoffen in binnenruimten (bijvoorbeeld huisstofallergenen, schimmelsporen, kwantificering van ‘directe’ en ‘indirecte’ tabaksrook). – Risicobeoordeling bij werknemers die aan bepaalde concentraties microorganismen worden blootgesteld. – Analyse van persluchtinstallaties en -leidingen – Bepaling van concentraties vluchtige oplosmiddelen in kantoren, theaters en andere openbare gebouwen. – Meting van benzeen- en stikstofdioxideconcentraties in de buitenlucht. – Drugtesten bij werknemers via speekselanalyse. Analyse van monsternamemiddelen op organische gassen en dampen – Gevaarlijke stoffen op de werkplek of in binnenruimten. – Organische dampen, zoals bijv. alcoholen, BTX (benzeen, tolueen, xyleen), esters, ketonen, perchloorethyleen (textielwasserijen), enz.
– Narcosegasanalyse: vluchtige anesthetica of gehalogeneerde organische verbindingen, lachgas. – Analyses in het kader van immisiemetingen (opname/binnendringing): stikstofdioxide NO2, benzeen en BT(E)X (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen). – Isocyanaat en aldehyde. – ‘Weekmakers’ zoals bijvoorbeeld dibutylftalaat (toegepast in PVC). – Olie-aerosolen en -damp. – Oliesporen in perslucht en gassen. – ‘Tabaksrookbelasting’ in de omgevingslucht. – Levering van gecontroleerde doseringen gas voor kalibratiedoeleinden, vergelijkende onderzoeken, proficiëntietesten/vakkundigheidstesten (onderling vergelijk laboratoria), als standaard voor analyseapparatuur, als referentiemateriaal, enz.
Ing. Dirk Rahn-Marx van de Analysenservice/ Messstelle in zijn laboratorium in Lübeck.
– Vluchtige koolwaterstoffen in de binnenlucht (en in absorberende materialen). – Glycolether. – Ethyleenoxide, vinylchloride. – Methanol, fenol. – Carbonzuren zoals azijnzuur en mierenzuur. – Koolwaterstoffen incl. evaluatie conform arbowetgeving. – Vluchtige aminen of heterocyclische stikstofverbindingen.
Analyse van materiaalmonsters (bijv. hout, leder, textiel, tapijt en huisstof) – Houtbeschermingsmiddelen: pentachloorfenol (PCP), lindaan, dichlofluanide, endosulfan, chloorthalonil. – Pyrethroïden. – Latex-allergenen in geneeskundige materialen. – Schimmelsporen (KVE, kolonievormende eenheden, bepaling kiemgetallen). – Overzichtsanalyses van materiaalemissies (o.a. uit kunststoffen, spaanplaat of vaste vloerbedekking). – Restoliegehaltebepaling op oppervlakken van materiaalmonsters (bijv. metalen).
| 19
Nieuw Drägerbuisje Benzeen 1/a gevoeliger, sneller en voordeliger
Benzeen (C6H6) is een kleurloze aromatische koolwaterstof, behorende tot de groep cyclische verbindingen. De vluchtige vloeistof wordt in grote hoeveelheden geproduceerd uit aardolie en onder andere gebruikt in de chemische industrie. Het is relatief voordelig, maar blootstelling aan de damp ervan kan op den duur kanker veroorzaken. De carcinogene eigenschappen maken dat er behoedzaam mee moet worden omgegaan. De wettelijke grenswaarde is daarom gesteld op 1 ppm. Specifiek op de grenswaarde meten Drägerbuisje Benzeen 1/a is bijna zeven maal zo snel als de voorganger. Het heeft slechts drie minuten nodig om de concentratie
Colofon Dräger Nieuws Nederland is een uitgave van Dräger Safety Nederland BV, verschijnt twee keer per jaar in een oplage van 7.500 exemplaren en wordt kosteloos toegezonden aan al haar relaties en klanten.
Redactie Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AH Zoetermeer tel. 079-3444666 Vormgeving: Dräger Fotografie: Dräger
benzeendamp op de grenswaarde specifiek te meten, en bovendien is het voorschakelen van een tweede buisje niet meer nodig. Dat tweede buisje is namelijk in de 1/a ingebouwd. Bovendien is dit filtergedeelte tevens uitgevoerd als indicator. Dat wil zeggen dat kruisgevoeligheid voor andere aromatische koolwaterstoffen is voorkomen, maar dat door verkleuring van de ‘voorlaag’ tevens kan worden vastgesteld of deze andere kwalijke koolwaterstoffen in de te meten atmosfeer aanwezig zijn. Door de afwezigheid van separate filterbuisjes zitten er per doosje geen vijf maar 10 buisjes in een doosje waardoor twee keer zoveel metingen kunnen worden uitgevoerd. En, voor de grootverbruiker niet onbelangrijk, een doosje is zelfs iets voordeliger dan de oude '0,5/c'.
Aan dit nummer werkten mee: Marc Ettema (eindredactie), Marcel Captijn (redactie), Paul Roodenrijs, Wilco Kurpershoek, Mark Schilte, Peter van Buuren, Gerrit Grefelman, Mascha Fiktorie, Martina van Oosten, Dirk Rahn-Marx, Eric Brouwer, John Exel, Philip Harmsen
Hoewel Dräger de grootst mogelijke zorg aan de inhoud van deze uitgave besteedt mogen er geen rechten aan worden ontleend. Kijk op www.draeger.com voor alle productinformatie en nieuwtjes. Naast de gedrukte Dräger Nieuws Nederland verschijnt er ook regelmatig een digitale nieuwsbrief. Aanmelden hiervoor kan via de website.
Draadloze alarmketen
Dräger X-zone 5000: seriegeschakelde veiligheid Hypermoderne bewaking: de Dräger X-zone 5000 is in combinatie met de X-am 5000 of X-am 5600 geschikt voor het gelijktijdig bewaken van 1 tot 6 gassen. De draagbare, robuuste en waterdichte alarmversterkers maken de meervoudige gasdetectieinstrumenten in een handomdraai tot een uniek systeem.
MEER INFORMATIE: WWW.DRAEGER.COM