NIEUWS Nederland Juni 2013
HPS 7000 brandweerhelm krijgt warm onthaal Onderscheidend in comfort en flexibiliteit
Pagina 13
Visuele vlamdetectie met de Flame 3000
Beheerder brandmeldinstallatie (BBMI)
Zien is alarmeren, binnen- en buitenshuis
Opleiding meer dan een wettelijke plicht
Pagina 16
Pagina 24
2|
Column
Luisteren De leukste bijdragen in Dräger Nieuws komen van onze klanten. In die artikelen lees ik de meest onverwachte dingen. Over vluchtmaskers in een gevangenis, het verschil tussen rode en blauwe bakken bij de brandweer en over hoe spinnen onze gasdetectiekoppen blijken te waarderen. Veiligheid is een serieuze zaak, maar we blijven mensen en we leren elke dag heel veel bij door naar elkaar te luisteren. Lezen is tenslotte ook een soort luisteren. Dat begint met goede wil. In mijn vrije tijd probeer ik te luisteren naar mijn dierbaren, zij luisteren naar mij. Op het werk luister ik naar productmanagers en ik hoop dat zij op hun beurt naar mij, maar vooral naar u luisteren. Omdat een open oor een eerste voorwaarde is voor heldere communicatie. Soms schuilt de kwaliteit van communicatie namelijk meer in de luisteraar dan in de spreker. Genoeg gesproken, ik wens u veel leesplezier.
Patrick van Vugt Business Unit Manager
Dräger op de 112 Vakdagen Professionals in het incidentmanagement, de crisisbeheersing en rampenbestrijding weten de jaarlijkse 112 Vakdagen te vinden. Veertigduizend vierkante meter expositieruimte, unieke ‘buitendemonstraties’, een uitgebreid kennisprogramma en gratis parkeerfaciliteiten maken de jaarlijkse beurs tot een nuttige tijdsinvestering. De 112 Vakdagen vinden plaats van 11 tot en met 13 juni 2013 in Gorinchem. Dräger toont haar noviteiten op standnummer 128. Kernprogramma Dräger Safety Nederland richt een ruime stand in met als ‘toppers’ de nieuwe Dräger HPS 7000 brandweerhelm (zie onder andere deze editie van Dräger Nieuws Nederland) en uiteraard de per-
soonlijke gasmeters Dräger X-am 2500 en de grotere broers. Daarnaast zijn vele specialisten present voor het demonstreren van alle Dräger-producten en systemen die voor de brandweer en andere professionele hulpverleners van belang zijn. Bezoekers kunnen in de stand niet alleen kennismaken met nieuwe producten, maar ook vragen stellen en uitleg krijgen over alle bestaande veiligheidsproducten. Zelfs
over de producten die ze zelf al jaren in gebruik hebben. Dräger begrijpt dat niet iedereen alle handleidingen van buiten kent, en soms is het tien keer sneller om het even rechtstreeks aan de specialist te vragen. Wat is er prettiger dan een ongedwongen en leerzaam privé-onderhoud? Dräger waardeert input uit het werkveld.
|3
Dräger X-am 2500 Nieuwe persoonlijke gasmeter vervangt Dräger X-am 2000
De kleine
alleskunner De Dräger X-am 2000 heeft vele jaren goede diensten bewezen als persoonlijke viergasmeter. Maar aan alles komt een einde. De opvolger heeft enkele prettige nieuwe eigenschappen. Afhankelijk van de geplaatste sensoren detecteert de X-am 2500 O2, CO, NO2, SO2 en H2S met behulp van betrouwbare en volwassen meettechnologie.
Flexibele sensorbezetting De Dräger X-am 2500 gebruikt de bekende kleine XXS-sensoren en is in hoge mate flexibel. Een ‘2500’ die bij aanschaf voorzien is van bijvoorbeeld een zuurstof- en een Ex-sensor kan in een later stadium probleemloos worden uitgebreid met bijvoorbeeld een sensor voor zwavelwaterstof (H2S). Andersom kan ook: als de werkomstandigheden of processen veranderen, kan een overtollig geworden sensor probleemloos worden verwijderd. Bovendien is de 2500 ook te gebruiken voor de XXS NO2- en SO2-sensoren, wat tot nu toe voorbehouden was aan de X-am 5000 en 5600. Nieuw display reduceert onderhoud De X-am 2500 is net zo licht en compact als de 2000 en verschilt qua uiterlijk slechts in detail van zijn voorganger. Vooral het display is aangepast; het zijn geen 7-segments karakters meer, maar het scherm is een
LCD-matrix waar afzonderlijke beeldpunten zijn aan te sturen. Dat betekent dat ook karakters en pictogrammen te presenteren zijn die niet in het 7-segments format passen. Eén van de daardoor mogelijk geworden extra’s is het presenteren van de naam van de eigenaar. Dat lijkt een kleinigheid, maar het hebben van een herkenbaar eigen meetinstrument zorgt ervoor dat de drager er zorgvuldiger mee omgaat. Dat komt in de praktijk op overtuigende manier naar voren uit de onderhoudsstatistieken. Bedrijven en individuele werknemers zijn zeer te spreken over ‘dedicated’ instrumenten. En een naam op het scherm is handiger dan alleen een serienummer en een ID, ergens diep in de firmware. Accessoires Eventuele acculaders, externe pompen en kalibratiestations die bedoeld waren voor de Dräger X-am 2000 zijn ook geschikt
voor de 2500. Uiteraard kan ook de X-dock, het snelle en automatische bumpteststation en ‘datalogger’ overweg met de X-am 2500. De bumptest wordt uitgevoerd in 8 tot maximaal 15 seconden en verbruikt slechts een minimale hoeveelheid testgas. Tijdens de kalibratie worden alle relevante data ingelezen in de X-dock om direct of later via een netwerk te worden toegevoegd aan een centrale managementdatabase.
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger: 079-3444 777
4|
Ademluchtwerkplaats Hardenberg gecertificeerd
Brandweer Hardenberg
Op 10 april 2013 heeft de commandant van het Brandweerkorps Ommen/Hardenberg, Martin Cuperus, het certificaat voor de ademluchtwerkplaats uitgereikt gekregen van Patrick van Vugt, Business Unit Manager bij Dräger Safety. Bij de feestelijke gebeurtenis stonden ook Eddy Scholten, coördinator van de technische dienst en verantwoordelijk voor de ademluchtwerkplaats en Koos Prins op het podium. Koos Prins en Marco Kappert zijn beide ademluchttechnicus niveau 4 en vormen de harde kern van het team dat de ademluchtwerkplaats bemant. Daarnaast zijn er 25 vrijwilligers op niveau 2 opgeleid. In wisselende bezetting doen zij al het onderhoud aan de (Dräger) ademluchtapparatuur voor
Goederenstroom vuil duidelijk gescheiden van schoon
Brandweer Ommen en Brandweer Hardenberg, onderdeel van de brandweerregio IJsselland. Ere wie ere toekomt Eddy Scholten is in zijn nopjes met deze kroon op het werk: “Ik vond het geweldig dat jullie manager de moeite heeft genomen om helemaal naar Hardenberg te komen, nota bene met een fotograaf. En leuk dat hem zelfs details opvielen die we hebben aangepast. We waren er ook trots op dat onze commandant de technici naar voren heeft gehaald, die hebben er tenslotte het meeste werk aan gehad. Ik heb het hele auditproces als zeer prettig ervaren, met een prima ondersteuning van Dräger.”
Het proces Samen met Koos Prins is Eddy in 2011 begonnen alle processen en werkzaamheden in te richten volgens de richtlijnen van de NVBR. Eddy: “Het is een bestaande werkplaats en we hebben al onze werkzaamheden afzonderlijk onder de loep genomen. Soms is het moeilijker om oude gewoonten af te leren dan om nieuwe dingen aan te leren. Blanco instappen is eigenlijk het beste, en Koos Prins had dat voordeel, want hij kwam nieuw binnen. Dräger heeft ons daarbij op een heel prettige manier een spiegel voorgehouden en dat heeft een prima resultaat opgeleverd. We werken met veel plezier op de nieuwe manier en zijn volgens velen zelfs een voorbeeld voor anderen. Die zijn dan ook altijd welkom om eens te komen kijken.”
Pieter Jansen, auditor bij Dräger Brandweer Hardenberg heeft de vijfde gecertificeerde ademluchtwerkplaats in Nederland. Pieter Jansen van Dräger Safety over het voordeel van certificering: “Je hebt al je processen en materieel altijd aantoonbaar op orde. Behalve dat het fijn is om nooit mis te grijpen, weet je ook zeker dat je middelen deugdelijk zijn. De brandweer heeft risicovol werk, en ongelukken kunnen dus gebeuren. Bij ernstige ongevallen krijg je onherroepelijk te maken met de Inspectie SZW, die alles tot op de bodem uitzoekt. Als dan blijkt dat een uitrustingsstuk onvoldoende preventief onderhoud heeft gehad of dat je middelen en processen niet in orde zijn, dan heb je een probleem. Maar behalve dat gaat het gewoon elke dag om de veiligheid van de manschappen. Als je die kunt borgen dan moet je dat niet laten. Certificering zorgt voor een stok achter de deur en is een blijvende investering in de kwaliteit van je organisatie.”
|5
In de rode zone wordt gereinigd en in de blauwe zone wordt gerepareerd
Aanpassingen Alle procedures in de werkplaats zijn in kaart gebracht, waar nodig aangepast en op papier gezet. Op werkplekken worden geplastificeerde werkvoorschriften gebruikt die helder aangeven welke instructies en procedures gelden voor het betreffende karwei. Met name bij wisselende bezetting is het heel belangrijk dat er een duidelijke structuur ligt. En de werkzaamheden moeten uiteraard conform de richtlijnen van de NVBR worden uitgevoerd. Eddy: “Onze ademluchtwerkplaats gaat op slot als er geen werkzaamheden worden uitgevoerd, en je kunt er bovendien alleen in via de rode (=vuile) zone. Er ging toch een nieuwe vloer in, dus we hebben die daar meteen rood gemaakt. Zo hebben we ook heel overzichtelijk de defecte apparatuur in rode bakken liggen. Vroeger legden we een briefje op de defecte materialen, maar dat kan eraf waaien. De blauwe bakken zijn voor alle middelen die in orde zijn.
Dräger Engineered Solutions
Alles staat geordend in schappen langs de wand, met versienummers op de bakken. Er hangen duidelijke stroomschema’s aan de muur, en iedereen kan zien wat er op welke plek thuishoort. Voor uitrustingsstukken waar ongevallen of bijna-ongevallen mee zijn gebeurd hebben we een calamiteitenkoffer. Niet uniek, maar wel een heel goed idee, want je stelt bewijsmateriaal veilig en je kunt later grondig uitzoeken wat er eventueel met de spullen aan de hand was.” Voorraadbeheer en onderdelen Natuurlijk wil je van alle middelen weten waar ze zijn en in welke toestand ze verkeren. Daar zorgt het Drägerware registratieprogramma voor. Eddy: “Ook de voorraad reserveonderdelen is gestroomlijnd. Het ‘fifo’-principe (first in - first out) zorgt ervoor dat er nooit te oude onderdelen op voorraad zijn; alles wordt ook op datum gelabeld. Dat is ook economisch, want je hoeft niets meer weg te gooien. En we hebben
aparte bakken onderdelen voor de verschillende middelen. Dat werkt fantastisch: als je aan een masker werkt, dan heb je maar één bak nodig. Handiger, maar ook veiliger. Je zult nooit een verkeerd ringetje of membraantje monteren dat toevallig past. Dat zit namelijk in een andere bak.” Het nut van certificering Eddy: “Voor mij was het certificaat eigenlijk niet eens het belangrijkste. Ik vond het nodig dat er eens iemand over onze schouder meekeek. Bedrijfsblindheid ligt op de lange duur op de loer, en allerlei gewoonten sluipen er ongemerkt in. Dat zijn niet altijd de juiste gewoonten, en het is daarom dat we aan het certificeringstraject zijn begonnen. Pieter Jansen (de betrokken kwaliteitsmanager en auditor van Dräger Safety) heeft daarbij een heel positieve inbreng gehad, en de samenwerking ging uitstekend. En ik ben natuurlijk trots op het resultaat.”
De inrichting van ademluchtwerkplaatsen is één van de activiteiten van ‘Engineered Solutions’ van Dräger. Klanten in de industrie en bij brandweerorganisaties raken er in toenemende mate van overtuigd dat bepaalde projecten niet tot de kerntaken behoren en dat het loont om ze uit te besteden aan derden. Daarbij kan het gaan om oefen- en opleidingsfaciliteiten, reddingscontainers, shutdown management en het installeren van veiligheidsvoorzieningen op schepen. Engineered Solutions ervaart een toenemende vraag, onder andere uit Azië, waar een sterke professionalisering gaande is bij hulpdiensten. Dat betekent dat er ook grootschaliger wordt getraind en dat er wordt geïnvesteerd in faciliteiten. Met verschillende ‘Focus Groups’ worden niet alleen ademluchtwerkplaatsen gerealiseerd; Engineered Solutions heeft o.a. ook brandsimulatoren gebouwd, bijvoorbeeld uitgevoerd als compleet vliegtuig. Maar ook diverse reddingstreinen voor de Duitse en Zwitserse spoorwegen en vlucht- en (H2S)reddingscontainers ingericht in Nederland. In bijvoorbeeld de tunnelbouw en de industrie is grote behoefte aan adequate reddingsvoorzieningen. Maar ook gasdetectie en ademluchtvoorzieningen in gepantserde voertuigen of reddings- en vluchtmiddelen op winningsplatforms en schepen zijn zaken waar Engineered Solutions zich met succes mee bezig houdt. Niet slechts aan de andere kant van de wereld; ook Nederland toont zich een groeimarkt.
6|
Een praktisch onverwoestbare ademluchtwerkplaats Ademluchtwerkplaatsen van Dräger zijn beroemd. Uiteraard zijn ze geheel aangepast aan de wensen van de gebruikers, uitgaande van een efficiënte workflow en met de meest gebruikte voorzieningen op de toegankelijkste plaatsen. Een doordacht ontwerp voorkomt jarenlange ergernis en verdient zich terug door kortere doorlooptijden en tevreden gebruikers.
Decorpaper Overlay Board Back layer
HPL Laminaat
Ontwerp van een eilandtafel
Ontwerp Er bestaat niet zoiets als een ‘standaard ademluchtwerkplaats’, en bovendien schuilen de verschillen niet slechts in de kleur. Brandweerkorpsen werken met vaste of wisselende bezetting, kiezen ervoor om bepaalde werkzaamheden uit te besteden of doen juist veel extra werk voor derden. Bovendien zijn er altijd randvoorwaarden van bouwkundige en budgettaire aard. Menige nieuwe ademluchtwerkplaats zal in een bestaand pand moeten worden ondergebracht of bepaalde elementaire keuzes moesten al worden gemaakt in een vroege ruwbouwfase, toen de inrichting van de ademluchtwerkplaats nog niet in detail was vastgesteld. Dräger denkt graag mee over de vertaling van de ‘cijfers’ betreffende frequenties van bepaalde werkzaamheden, personele bezetting en noodzakelijke grijpvoorraad in een optimale lay-out van de ruimte. Werkeilanden, compressorruimten en spoelvoorzieningen worden geprojecteerd vanuit de werkzaamheden. Vuil en schoon materiaal wordt gescheiden behandeld, conform de richtlijnen van de NVBR. Deze workflow-gerichte opzet doet denken aan industriële keukens, waar rauw en bereid voedsel streng gescheiden blijven. Normconform, efficiënt en vanuit ergonomische principes.
Duurzaamheid Een ademluchtwerkplaats is echter geen keuken: ademluchtapparatuur, cilinders en eventueel gaspakken vereisen andere werkeilanden, verlichting, gereedschappen en randapparatuur. Bovendien gaat een ademluchtwerkplaats zeer lang mee. Dräger past uitsluitend hoogwaardige materialen toe, want een slecht sluitende lade of een werkblad dat na jaren blootstelling aan vocht of stoten opzwelt of beschadigd raakt is zeer onwenselijk. Dat betekent dat roestvaststaal, hpl-gelamineerd volkernmateriaal (Trespa) en kogelgelagerde rails voor de laden worden toegepast. Geplastificeerd spaanplaat, plastic, gelakte werkoppervlakken en niet roestvaste materialen komen er niet aan te pas. ‘Duurzaam’ betekent bij Dräger ‘nagenoeg onverwoestbaar’. Gebruiksgenoegen Opgetekend uit de mond van een ademluchttechnicus: “Er hangt echt geen deurtje scheef, en als je een la sluit hoor je slechts een zacht suizen. Niet alleen de laden lopen op rolletjes; de hele operatie lijkt soepeler te gaan als je alles op de goede plek hebt liggen.” Dräger heeft vele projecten succesvol afgerond en is natuurlijk blij met positieve kritieken. Roger Zonnenberg, één van de Drägerspecialisten op het gebied van de inrichting van ademluchtwerkplaatsen: “Er is geen betere reclame dan een klant die
Keuze uit vele kleuren
ook jaren later nog fluitend van plezier aan het werk is in een werkplaats waar nog steeds niets aan mankeert.” Offerte en aanbesteding Het beste eindresultaat wordt bereikt als een potentiële leverancier tijdig wordt betrokken bij de plannen om tot een nieuwe ademluchtwerkplaats te komen. Dräger oriënteert zich zorgvuldig met betrekking tot de eisen en randvoorwaarden, treedt in overleg en levert vervolgens heldere 3D-tekeningen en een compleet gespecificeerde aanbieding. Eventueel kan daar nieuwe of bestaande apparatuur in worden opgenomen, ook als die niet van Dräger zelf afkomstig is. Het is een pré dat Dräger tevens de knowhow in huis heeft van alle ‘inventaris’. Een brede scope en uitgebreide keuzemogelijkheden bieden voordelen in planmatige en economische zin. Een nieuwe ademluchtwerkplaats is een investering voor jaren: je ruilt hem namelijk niet zo gemakkelijk in als een tankautospuit…
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
|7
Nieuws in het
kort
DRÄGER ALCOTEST 3000, PRIJSVRIENDELIJK KWALITEITSINSTRUMENT
Naast de high-end Alcotest instrumenten, heeft Dräger nu ook een eenvoudige alcoholtester ontwikkeld. Het handzame blaasinstrument doet qua meetnauwkeurigheid en betrouwbaarheid niet onder voor zijn grote broers, maar is beduidend soberder uitgevoerd. Het toestel is niet voorzien van een (driftgevoelige) halfgeleidersensor, maar van de bekende nauwkeurige elektrochemische DrägerSensor©. De Dräger Alcotest 3000 is met één knop te bedienen en heeft geen intern geheugen of aansluiting voor externe printer of computer. Het is inschakelen, blazen en aflezen op het duidelijke, verlichte display. De Alcotest 3000 is met name voor het bedrijfsleven bedoeld, om met eenvoudige en betrouwbare middelen deugdelijke alcoholtesten uit te kunnen voeren op de werkvloer. Dit als onderdeel van het alcohol- en drugsbeleid. Vooral in hoogrisico-omgevingen en in bedrijven waar ongevallen en schade aan kostbare goederen ten gevolge van drankgebruik op de loer liggen is de Alcotest 3000 een waardevol gereedschap, dat het alcoholbeleid handen en voeten geeft. DRÄGER X-DOCK, AUTOMATISCHER K AN NIET
Eenvoudige bediening, een laag gasverbruik en korte testtijden. Dat waren de eisen die gebruikers stelden aan een automatisch bumpteststation voor persoonlijke gasmeters. De Dräger X-dock is daarin meer dan geslaagd. De gebruiker van een Dräger gasmeetinstrument kan met de X-dock zelf een periodieke functie- en bumptest uitvoeren. Inleggen, klep sluiten en even wachten tot de led op de module groen oplicht. De X-dock is opgebouwd uit een mastereenheid met touchscreen, die tot tien modules verzorgt van testgas via een gasbesparend ventielensysteem. Op een uitgiftepunt van persoonlijke gasdetectie-instrumenten bewijst de X-dock waardevolle diensten: het onafhankelijk simultaantesten voorkomt wachtrijen. Er kan snel en eenvoudig worden gekozen tussen bumptesten en kalibraties. Registratie en uitlezing van alle instrument- en testdata geschiedt volautomatisch. Optioneel kan de X-dock via een standaard netwerk in verbinding staan met een PC waarop de X-dock Manager software is geïnstalleerd, maar de X-dock blijft altijd autonoom functioneren.
D800 ONTRUIMINGSSYSTEEM CONFORM EN 54-16
De D800 is het ‘type A’ ontruimingssysteem van Dräger. Het modulair uitbreidbare 19-inch systeem werkt met kostenbesparende lusbekabeling voor de luidsprekers en kan daarnaast ook overweg met (bestaande) luidsprekers in steekleidingen. Het systeem heeft naast de ontruimingsfunctie ook de mogelijkheid om als normale omroep- of muziekinstallatie gebruikt te worden, zonder dat de ontruimingsfunctionaliteit daardoor in het gedrang komt. Eind 2012 is de D800 centrale met bijbehorende voeding door VDS (EU Notified Body) goedgekeurd volgens de EN 54-16 en EN54-4. De luidsprekerrange die door Dräger toegepast wordt was reeds EN54-24 goedgekeurd. Dat betekent onder andere dat alle verzekeraars de D800 accepteren als een volwaardige ontruimingsinstallatie.
Bekijk het Dräger videoblog op http://campaigns.draeger.com/x-dock/nl/
8|
De Dräger warmtebeeldcamera’s zijn onovertroffen ‘Je voegt een zintuig toe, en ervaart dat je er niet meer buiten kunt…’
Diverse modi, zodat u zelf bepaald wat u wilt zien
Thermal Imaging Cameras (TIC) zijn ‘hot’. Als brandweerkorpsen ze nog niet hebben, staan ze minstens in de top drie van de wensenlijst. Professionele brandbestrijders zijn weliswaar dappere lieden, maar ze nemen verantwoorde risico’s. Dat kan alleen maar als de gevaren tevoren kunnen worden ingeschat. Daarvoor is
Altijd een warmtezintuig paraat Objecten in onze omgeving zijn waarneembaar doordat ze zichtbaar licht reflecteren. Dat doen ze selectief: een wit object reflecteert alle licht, een groen object alleen de groene bestanddelen en een zwart object absorbeert alle licht. Objecten produceren zelf ook onzichtbare infrarode (warmte)straling. Infrarood licht kun je voelen, maar de huid werkt niet zoals het netvlies in het menselijk oog: er worden geen scherpe begrenzingen of contouren afgebeeld. Slechts de richting van stralingswarmte is bij benadering vast
informatie nodig die niet zonder hoogwaardige technische hulpmiddelen kan worden vergaard. Bovendien moet dat snel, want elke minuut kan het verschil betekenen tussen leven en dood. Daarom zijn er de UCF 6000, UCF 7000 en UCF 9000 warmtebeeldcamera’s van Dräger.
te stellen. Zichtbaar licht wordt door het minste of geringste tegengehouden, maar infrarood straling heeft een veel groter doordringend vermogen. Met andere woorden: ‘gewoon’ zien in dichte rook of mist gaat niet, maar een infraroodbeeld kan ook onder zeer slechte omstandigheden nog zorgen voor voldoende oriëntatiemogelijkheden. Werking van de warmtebeeldcamera Warmtebeeldcamera’s hebben een bereik dat zich in het infraroodspectrum veel verder uitstrekt dan dat van de receptoren op
het menselijk netvlies. In een warmtebeeldcamera zijn daartoe speciale infraroodgevoelige sensoren toegevoegd, die een warmtebeeld produceren. Het elektrische signaal dat van de warmtesensoren afkomstig is, bevat geen ‘kleurinformatie’. De kleur die op het monitorschermpje wordt getoond is een door de elektronica berekende interpretatie van de intensiteit van de infraroodstraling op ieder beeldpunt. Wit, geel en rood corresponderen daarbij gewoonlijk met hoge infraroodintensiteit en zwart met een lage, om zo tot een intuïtief juiste presentatie te
|9
komen. Dräger warmtebeeldcamera’s hebben daarbij de mogelijkheid om het ‘zichtbare plaatje’ in zwart-wit af te beelden, met het intuïtief gekleurde ‘thermogram’ als overlay. Via (automatische) gevoeligheidsregeling wordt het contrast in elke situatie geoptimaliseerd. Scherp infraroodbeeld bij reddings- of blusacties Bij warmtebeeldcamera’s voor hulpdiensten komt het vooral aan op storingsvrije werking, een intuïtief juiste bediening en een sprekende en scherpe presentatie. Alle Dräger modellen scoren op deze punten uitmuntend. Een beeldresolutie van 384 x 288 pixels (UCF 9000) is de weliswaar de hoogste resolutie op de markt, maar vooral bij langgolvig infrarood (bij relatief lage temperaturen) is de bereikbare scherpte aan grenzen gebonden. Bovendien zal een lens licht met zeer grote golflengten beduidend minder sterk breken dan kortgolvig licht. Dit chromatisch effect maakt het tot een zware opgave om in het gehele infraroodgebied tot een scherpe afbeelding te komen. Desondanks slagen Dräger warmtebeeldcamera’s daar uitstekend in: de UCF 9000 biedt de beste beeldscherpte in de markt. De UCF-serie is specifiek ontworpen voor brandbestrijding in binnenruimten.
Features UCF 6000: – Eénhandsbediening – Laserpointer – Snapshot-functie – Vergroot dynamisch bereik – Snelle sluitertijd – Automatisch stand-by – Automatische schermhelderheidsregeling met sensor – Geïntegreerde microfoon – Geleverd met software
Vernuftige gevoeligheidsregeling Een andere technisch lastige opgave is de automatische gevoeligheidsinstelling van de camera. In een koele ruimte is een mens goed te zien: het warmtebeeld toont een slachtoffer helderwit of geel. Vlak naast een brandhaard is dat met een gewone warmtebeeldcamera onmogelijk geworden; rond de brandhaard wordt alles zwart. Het is als het fotograferen met sterk tegenlicht; de camera regelt zijn gevoeligheid sterk terug. Dräger warmtebeeldcamera’s benutten geavanceerde technieken om in dergelijke omstandigheden tóch een infraroodbeeld van de koele omgeving te presenteren. De Dräger UCF-serie zal bij sterke infraroodbronnen namelijk ‘tussenbeelden’ opnemen met hoge gevoeligheid. De op die beelden overbelichte brandhaard wordt niet ‘gebruikt’, terwijl de temperatuurverschillen in de koele achtergrond elektronisch in het thermische plaatje worden gevoegd. Het resultaat is verbluffend, aldus een enthousiaste brandweerman: “Ik zie een slachtoffer nu zelfs vlak naast een brandhaard!”
Extra voor UCF 7000 en UCF 9000: – ATEX zone 1 – Applicatie-instellingen – Thermische Scan – Foto en video opslag – Black-box functie – 2x zoom Extra voor UCF 9000: – Hoogste resolutie: 384 x 288 pixels – 8 speciale toepassingsstanden – Real-life videocamera – Terugkijken video-opnamen – 4x zoom – Voldoet aan NFPA 1801:2013
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
10 |
Dräger gasdetectie bij Dow Terneuzen
Jeroen de Jong, Gasdetection Specialist Cegelec en Adri van den Bosch, SME Asbest, Gasdetection van Dow Benelux B.V.
Dow Terneuzen is een enorme productielocatie die achttien fabrieken huisvest, de meeste actief in de kunststoffen. Met de huidige 1700 medewerkers is Dow in vijftig jaar uitgegroeid tot de grootste werkgever in Zeeuws Vlaanderen. Bovendien is Dow een grote opdrachtgever voor veel aannemers en toeleveringsbedrijven in de regio. Ruim de helft van de stationaire gasdetectieapparatuur bij Dow Terneuzen draagt de merknaam Dräger.
Risico’s onder controle Veiligheid heeft prioriteit. Dow stelt strenge eisen aan alle materieel, aan eigen personeel en aan aannemers die werkzaamheden op het terrein uitvoeren. Op dat terrein bevinden zich ook installaties van anderen dan Dow; doorgaans verwerken deze bedrijven halffabricaten van Dow. Voor de synthese van bijvoorbeeld ethyleen, polyurethaan en amines wordt benzeen gebruikt, een koolwaterstof die behalve brandbaar ook giftig is. Processen beginnen met nafta (ruwe olie), die via kraakprocessen in verschillende fracties wordt omgezet. De veelheid aan stoffen in de verschillende installaties vereist ook uitgebreide gasdetectie ter voorkoming van gezondheids- en milieurisico’s. De Polytron IR334, PIR 7000, PIR 8700, Polytron XPTox, Polytron XP-Ex en allerlei
andere elektrochemische, infrarood en katalytische sensoren detecteren koolwaterstoffen, H2S, NH3, NO, NO2 en ze bewaken het zuurstofgehalte. De Drägerproducten zijn er puur voor de bewaking van de veiligheid en niet voor primaire procesbesturing of meet- en regeltechniek. Het betreft in totaal vele honderden gasmeetkoppen op strategische plaatsen in de installaties. Dräger gasmeettechniek “Niet alleen ‘Terneuzen’ maakt gebruik van Dräger gasmeettechniek, wereldwijd past Dow gasdetectie van Dräger toe, ook in bijvoorbeeld het Midden-Oosten en bij Dow in China. Dat is overigens geen exclusieve zaak. Dow wil bewust niet afhankelijk zijn van één partij,” zo legt Adri van den Bosch uit, verantwoordelijk voor
de gasdetectie bij Dow Terneuzen, waar hij al 35 jaar werkt. “Bovendien zijn er altijd ‘specials’; bijzondere toepassingen waar de ene fabrikant net iets beter in de specificaties past dan de andere. Momenteel is meer dan de helft van onze gasmeetkoppen van Dräger, en daar zijn we heel gelukkig mee. Dow heeft een wereldwijd contract met Dräger, waardoor we verzekerd zijn van vaste levertijden en duidelijke prijsafspraken. Maar het is niet zo dat ik overal Drägerproducten wil toepassen omdát er een contract is. Het moet wel aan onze eisen voldoen; tenslotte moeten wij ermee werken.” Doen jullie het onderhoud van gasdetectiesystemen zelf? Adri: “Nee, daarvoor hebben wij een contractor, Cegelec. Ik stel je bij deze voor
| 11
Grijpvoorraad Polytrons en onderdelen
Dräger X-zones en bijbehorende Dräger X-am 5000 gasmeters na controle weer standby
aan Jeroen de Jong, gasdetectiespecialist bij Cegelec. Jeroen en zijn collega’s hebben hun werkplaats hier in het gebouw en ze zijn kind aan huis, maar formeel zijn wij hun opdrachtgever. Cegelec rapporteert maandelijks aan mij, maar we steken ook regelmatig ons hoofd om de hoek van de deur. Dat werkt prima.” Wat moet je kunnen als onderhoudstechnicus? Jeroen: “Goed onderhoud vergt een boel specialistische kennis, zowel chemisch als elektronisch. Voor gasdetectie bestaat geen fulltime-opleiding, dus je moet in de
praktijk je ervaring en kennis overbrengen. En opleidingen volgen van leveranciers zoals Dräger. Wij hebben geen ‘doorstroomfunctie’ en zijn gebaat bij continuïteit in het personeelsbestand om onze kennis te borgen. Aan wat voor systemen werken jullie? Jeroen: “Wij servicen zowel de stationaire gasdetectie als de portable gasmeters. We doen dat hier met zeven personen, want het gaat om veel hardware en storingen kunnen ook buiten kantooruren optreden. We hebben 23 gescheiden plants die allemaal hun eigen gasdetectiesystemen
hebben en hun eigen controlekamers. Gasmeetsystemen sturen hun eigen lokale melders aan, akoestisch en optisch. Je vindt hier jodelaars, buzzers en flitslichten, afhankelijk van de plek waar we alarmeren. In besloten ruimten zoals laboratoria zijn flitsers zichtbaar door een raam, zodat je buiten al ziet dat er iets aan de hand is. De systemen zijn allemaal geoptimaliseerd naar de risico’s van de specifieke installaties en ze zijn bewust niet onderling gekoppeld. Technisch kunnen jullie alles, maar wij vinden het overzichtelijker met een apart systeem per productieinstallatie. Uiteraard zijn de centrales wel
Dow is één van de grootste chemische bedrijven ter wereld. Het bedrijf is in 1897 opgericht door Herbert H. Dow in Cleveland (Ohio) en kort daarna verplaatst naar Midland (Michigan), waar nog steeds het hoofdkantoor zetelt. Dow vervaardigt onder andere kunststoffen, gewasbeschermingsmiddelen voor de agrarische sector en chemicaliën en halffabricaten voor de automobielindustrie, de elektronica en de energievoorziening. De afnemers zijn te vinden in 160 verschillende landen. De bedrijfsstrategie combineert winstgevendheid met duurzaamheid, groei en innovatie in de gehele productieketen. Dow Benelux heeft haar hoofdkantoor in Terneuzen, aan de Herbert H. Dowweg. Terneuzen is tevens productielocatie; vooral van kunststofpellets, de korrels waarvan vele thermoplastische kunststofproducten worden gemaakt.
12 |
Controle van het hydrofoob filter in de Polytron IR optische gasdetector. Bestand tegen mist en insecten
voorzien van een doormelding naar de bedrijfsbrandweer, die bij een alarm binnen enkele minuten ter plaatse is. Vanuit de gasdetectiesystemen sturen we lokaal de sprinklers, oog- en nooddouches en de luchtbehandelingsinstallaties aan. Het is maar net hoe je het programmeert.” Zijn de omstandigheden zwaar voor het materiaal? Jeroen: “Op bepaalde plekken zeker. Bij de dokken waar de schepen aanleggen (zilte atmosfeer; red.) en in delen van de installaties waar het milieu corrosief is, gebruiken we roestvaststalen behuizingen. Als dat aluminium zou zijn dan krijg je al na een jaar het deksel er niet meer af. Wartels kunnen zo aangetast raken dat je ze stukdraait als je er wat kracht op uitoefent. Met rvs heb je daar geen last van. Bovendien zijn nieuwe behuizingen altijd af-fabriek ingevet. Zelf met de siliconenspray aan de gang gaan is niet de bedoeling. Voor je het weet vergiftig je een katalytische sensor.” Welke typische storingen zijn het vermelden waard? Jeroen: “Eigenlijk hebben we weinig storingen, en preventief vervangen van sensoren hoeft niet: de IR-sensoren zijn failsafe en je kunt op afstand uitlezen hoe elke sensor zich heeft gedragen (Smart
Meten, controleren en repareren; ieder heeft zijn specialisme
technologie, red.). Zo kun je het onderhoud goed plannen. Soms kan het wel twintig jaar duren voordat je aan vervanging moet gaan denken. Wel zijn er plaatsen waar we last hebben gehad van spinnen in infrarood meetkoppen, wat storingen veroorzaakte. In de sensorbehuizing is het namelijk net iets warmer dan erbuiten, dus dat is ’s winters een populaire nestplaats. Maar met de hydrofobe filtertjes die we nu aanbrengen voorkom je valse alarmen: een spinnetje kan dan niet in de eigenlijke sensor terechtkomen. En het beperkt ook de kans dat mist of stoom tot storingen en zelfs onterechte alarmen leidt. We hebben na een storingsmelding ook wel eens een gasmeetkop aangetroffen die compleet in een grote klomp ijs was verdwenen. Dan had er een druppelende stoomslang in de buurt gelegen.” Wat doe je als een stationair gasmeetsysteem buiten bedrijf is? Adri: “Dan moet een proces desnoods worden stilgelegd. Maar we kunnen bij werkzaamheden of tijdelijke bijzondere omstandigheden ook Dräger X-zones inzetten. Die kunnen de bewaking overnemen. Hiernaast staan er vijf paraat, compleet met portable X-am 5000’s, uitgerust met de juiste sensoren. Met hun 105 dBA alarm en hun repeaterfunctie kunnen ze zelfs in lawaaiige omgevingen voor
afdoende beveiliging zorgen. En ze zijn ATEX-proof, wat voor ons een eerste vereiste is.” Gebruiken jullie ook de Dräger persoonlijke gasmeters? Adri: “Zeker, en dat bestand groeit sterk. Er is een periode geweest dat Dräger niet onze eerste keus was voor personal detection, maar de X-am-serie en de PAC portable detectortjes zijn prima. Mooi compact en stevig. Dräger is een graag geziene gast bij Dow.” Welke eisen stel je aan een leverancier? Adri: “Ten eerste moet het product aan de eisen voldoen. Maar misschien is de service nog wel belangrijker. Ik wil meteen een reactie als ik bel met een probleem of een storing: ‘ik kom erop terug’ is voor mij al het verkeerde antwoord. Helemaal als dat dan niet gebeurt, dan ben ik er doorgaans klaar mee. Misschien ben ik een driftig baasje, maar ik heb een vraag en ik wil een antwoord. En Dräger gaat daar heel goed mee om, daarom zijn jullie van harte welkom.” ZIE OOK
www.dow.com/benelux/
| 13
Dräger HPS 7000 brandweerhelm krijgt warm onthaal
De nieuwe HPS 7000 brandweerhelm, aangekondigd in de vorige editie van Dräger Nieuws Nederland, is leverbaar. Met zijn geringe gewicht, zijn dynamische en sportieve design en uitmuntende pasvorm is het nauwelijks een verrassing dat de helm enthousiast wordt onthaald bij brandweerkorpsen.
Flexibele confectie, bijna maatwerk De basisversie van de HPS 7000 weegt ongeveer 1300 gram, erg weinig voor een compleet normconforme brandweerhelm met ingebouwd gelaatsbeschermingsvizier en daarmee een van de lichtste in zijn klasse. Dat lage gewicht ontlast de nekspieren en zorgt er samen met de goede pasvorm voor dat zelfs langdurig gebruik nauwelijks extra vermoeidheid veroorzaakt. De helm is leverbaar in twee basismaten, waarmee via een op twee plaatsen instelbaar binnenwerk voor hoofdmaten van 50-66 cm een prima pasvorm wordt bereikt. Snelle instelling is mogelijk middels een goed bereikbaar verstelwiel aan de achterzijde van de helmschaal; zelfs met natte handschoenen is eventueel ‘nastellen’ in een handomdraai geschied. Voor het behoud van een prettig binnenklimaat is in de relatief open structuur een haarnet aangebracht, zodat er tijdens het gebruik voldoende ventilatie optreedt. Dat voelt niet alleen comfortabel, maar voorkomt ook lastige condensvorming op het gelaatsscherm of op de tevens ingebouwde veiligheidsbril. Ook de pocket voor het aanbrengen van een masker-helm combinatie is, indien nodig, in maar liefst vier standen verstelbaar. Onderscheidend karakter Brandweerlieden herkent men in de eerste plaats aan de helm. Die helm ziet er dus anders uit dan bijvoorbeeld een
Drager HPS 7000 met geintegreerde helmlamp en externe helmlamp
Helmkleur chroom met retroreflecterende striping voor verhoogde zichtbaarheid
motor- of bouwhelm, wat een logisch gevolg is van het veel grotere scala aan thermische en mechanische risico’s waartegen hij beschermt. Vorm volgt functie, en die functionaliteit is tijdens de jarenlange ontwikkelperiode altijd het eerste uitgangspunt geweest. Dräger heeft echter ook haar best gedaan om het aanzicht van de helm te optimaliseren, niet achteraf, maar vanaf de eerste schetsen tot de laatste veldproeven. Volgens velen is dat gelukt: het model is goed, stoer, degelijk en zonder overdadige opsmuk. De nieuwe HPS 7000 is wezenlijk anders. Maar wel direct herkenbaar als brandweerhelm. De helm is leverbaar in negen kleuren, ook nalichtend en in glanzend chroom. Er kan gekozen worden voor een matzwarte frontplaat of een frontplaat in dezelfde kleur als de helmschaal. En met of zonder geïntegreerde helmlamp. De led-verlichting verblindt collega’s niet en verlicht in de kijkrichting.
Service Tijdens het gebruik wordt een helm vies, en niet alleen aan de buitenzijde. De Dräger HPS 7000 bestaat uit een minimaal aantal componenten, zodat onderhoud snel en eenvoudig kan worden uitgevoerd. Bovendien is voor demontage geen speciaal gereedschap nodig. In minder dan een minuut kan het gehele binnenwerk worden gedemonteerd en opnieuw aangebracht. Wassen mag gewoon in de industriële wasmachine, dus de zeep en het borsteltje zijn voorgoed verleden tijd. Voor wie uiterst krap in de tijd zit: zelfs de complete helm kan in de waszak in een trommelwasmachine (met uitzondering van communicatieapparatuur en verlichting).
Accessoires Afhankelijk van de eisen of wensen van de gebruiker is een uitgebreide serie accessoires beschikbaar; lamphouders (links en/of rechts) met led- of xenonlampen, de geïntegreerde ledhelmlamp, Nomex-neklappen in diverse uitvoeringen, waszakken, helmtassen en flashover beschermingshoezen. Uiteraard is communicatieapparatuur aan de binnenzijde van de helm aan te brengen.
De proef op de som Uitrustingsstukken zoals een brandweerhelm worden niet slechts aangeschaft op grond van hun uitstekende ‘papieren prestaties’: je moet ze proberen. Dräger laat u dus graag kennismaken met de HPS 7000. Eenmaal geprobeerd is verkocht, zo is de ervaring. Maar u wordt niets opgedrongen. CONTACT
Interesse? Voor meer informatie of een demonstratie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
14 |
Van Tienen Milieuadvies B.V. deelt inzichten met Dräger Wim van Tienen weet alles van gegaste containers. Op diverse containerterminals in Limburg heeft zijn bedrijf dependances van waaruit zijn gasmeetkundigen opereren. Het gaat daarbij om het bemeten, inspecteren, ventileren en gasvrij geven van zeecontainers die op doorreis zijn naar de afnemer. Van Tienen opereert plichtsgetrouw en uiterst veiligheidsbewust, iets dat helaas nog geen gemeengoed is in de branche. Dat komt niet louter door onwil en kwade opzet, maar wordt mede in de hand gewerkt door de complexe en nog onvolkomen regelgeving.
Lastige koelcontainer; dikke deuren laten weinig ruimte voor de meetsonde.
Op de luchtplaats Op een van de containerterminals waar Van Tienen actief is staan enkele zeecontainers met een pilon op de hoek. Bovendien steekt er een vlaggetje bovenuit, dat is bevestigd aan een forse knalgele aanjager, die via een dikke slang lucht door de container blaast. Medewerker Danny Alberts bemeet containers met een rvs-meetsonde die via een deurrubber naar binnen wordt gestoken. Een verdeelblok leidt de lucht uit de container naar Dräger gasmeetinstrumenten van het type X-am 5000 en X-am 7000. Daarnaast zijn er 2 aansluitpunten waarop, afhankelijk van de lading, stof-specifieke detectiebuisjes van Dräger met bijbehorende (Accuro) handpompen kunnen worden aangesloten. Verder maakt hij nog gebruik van een PID gasmeter en een GDA multigastester. Het instrumentarium wordt overzichtelijk vervoerd in een soort ijscokarretje, want het rijden met motorvoertuigen dient tot een minimum te worden beperkt in verband met de veiligheid. Grote reachtrucks, vrachtwagens en zo nu en dan een trein moeten vrije doorgang hebben. Danny en Wim dragen veiligheidsschoenen, signaalhesjes en voeren ‘flashers’ mee voor de zichtbaarheid. Ook de meetkar is verplicht uitgerust met een rood zwaailicht. Dräger Nieuws Nederland kijkt
Wim van Tienen van Van Tienen Milieuadvies bij een geforceerd geventileerde container. Links het actiefkoolfilter
mee met de werkzaamheden en stelt vragen. Wim, waar moet je op meten? Wim: “Dat is afhankelijk van de inhoud. Het is mijns inziens onvoldoende om alleen op de vijftien meest voorkomende gassen te meten aan de hand van een standaardlijstje. Dit biedt slechts schijnveiligheid, maar het is helaas nog steeds de meest toegepaste meetstrategie. Wij maken eerst een risicoanalyse aan de hand van de inhoud en de herkomst en voegen daar dan zo nodig enkele metingen aan toe. Ook een door een onafhankelijk laboratorium uitgevoerde luchtmonsteranalyse kan deel uitmaken van de risico-analyse. Better safe than sorry. Ik ben een voorstander van selectief meten op basis van een gedegen risicoanalyse. Dat is beter dan het herhalen van dezelfde beperkte meting op alle containers.” Zijn er bepaalde aanwijzingen voor de stoffen waar je op verdacht moet zijn? Wim: “Natuurlijk. In een lading rijst hoef je geen benzeen te verwachten, maar de container is bijna altijd begast, anders is de helft van de lading opgevreten door de rijstmeelkevers als hij aankomt. En als er veel polystyreen (piepschuim) in een container
met elektronica zit, dan verwacht je pentaan en isopentaan, dat gebruikt wordt als blaasmiddel bij de fabricage van polystyreenschuim. Medische goederen moeten altijd volledig steriel blijven, dus daarvoor wordt ethyleenoxide toegepast. Vroeger steriliseerde men met gammastraling, en dat is eigenlijk veel veiliger, maar gassen is goedkoper. Ethyleenoxide is zeer giftig, kankerverwekkend en mutageen en het trekt enorm in poreus materiaal, dus positief bemeten containers moeten lang worden geventileerd tot vlak voor het lossen.” Kom je veel vreemde meetresulaten tegen? Wim: “Door je ervaring haal je bijzondere meetresultaten er zo uit. Wij willen dan weten hoe dat komt. Fout-positieve en foutnegatieve resultaten zijn onwenselijk, dus we zijn erg gespitst op afwijkende uitslagen. Een voorbeeld: bij containers waar piepschuim in zit meten we nooit formaldehyde. Dat is raar, en dan willen we controle van onze meetresultaten. Bij metingen ‘trekken’ we daarom zeer regelmatig ook een luchtmonster in een monsterzak, of we gebruiken een aldehydesampler. Die monsters gaan dan naar het Dräger laboratorium in Lübeck.”
| 15
Inzichten met Dräger
Gasmeetkundige Danny Alberts met een meetkar met zwaailicht.
Hebben jullie veel contact met Dräger? Wim: “Ja. Wij wisselen intensief informatie uit en dat is in ons beider belang. Gegevens over kruisgevoeligheden van meetbuisjes worden gedeeld en er worden oplossingen voor bedacht. Een methylbromidebuisje reageert bijvoorbeeld ook sterk op dichloorethaan en dichloormethaan, en zo zijn er heel veel van die verschijnselen, zowel mild als ernstig. Dat geldt voor alle merken gasmeetbuisjes. Je moet goed weten wat je doet en het moet ook correct in de documentatie van de fabrikant staan. Dräger haalt die informatie niet alleen uit het eigen lab, maar ook uit het veld en zal het daarna reproduceren en zonodig verwerken in de informatiesheets. Er blijven altijd nieuwe combinaties en afwijkende omgevingsfactoren denkbaar. Ook voor de opleidingen van het Dräger OpleidingsCentrum is praktijkervaring onmisbaar. Onze mensen volgen de praktische trainingen van Dräger en de specialisten en docenten van Dräger zijn hier ook regelmatig te vinden.” Al die extra inspanningen zijn tijdrovend en kostbaar. Wil de klant daarvoor betalen? Wim: “Die extra kosten zijn betrekkelijk. Naarmate je beter zicht krijgt op containerstromen en de risico’s, kun je steeds
Buisjesmeting, uitgevoerd met de Accuro handpomp
gerichter gaan meten. Als risicoanalyse aantoont dat je veilig via 1:10 steekproeven kunt meten, dan is dat veel economischer dan elke individuele container bemeten. Dat is winst voor de klant. Desgewenst adviseren we ook over alternatieve verpakkingswijzen, maar dat zet natuurlijk alleen zoden aan de dijk als de afnemer daar ook invloed op heeft. Niet meer meten lijkt sommigen ook aanlokkelijk, maar je kunt dan onverantwoorde risico’s nemen. En de douane kan zelfs weigeren om een container te openen. Dan passeert hij niet. Dat doorkruist dan je hele planning. En ik heb het nu nog niet eens over de noodlottige ongevallen die er al gebeurd zijn met niet of slecht bemeten containers.” Positieve containers moeten eerst worden geventileerd. Welke voorzieningen hebben jullie daarvoor? Wim: “Wij werken met speciale ontgassingsdeuren met lamellen (passief) of met aansluitingen voor ventilatorunits (actief). Bij het aanbrengen werken we met onafhankelijke adembescherming. Het ventileren kan met over- of onderdruk, van boven naar beneden of juist andersom, en we hebben zelfs filterunits gevuld met actiefkool, zodat we gevaarlijke stoffen niet het milieu in blazen. Voor ontgassingsvelden
waar we geen netspanning hebben, werken we met aggregaten voor de voeding van de blowers en eventuele verwarmingstoestellen. Effectief ventileren zorgt ervoor dat je sneller onder de grenswaarden zit, dus het loont om daar energie in te steken. We zijn zelfs bezig patent aan te vragen op enkele van onze vindingen.” Waarom worden containers niet al in de haven geventileerd? Wim: “Als je stopt met ventileren kan de gasconcentratie weer oplopen doordat poreuze producten en stuwhout nog ‘uitgassen’. Ontgassen moet je dus kort voor het lossen doen, op een veilige plek. Als je een container daarna nog een nacht ‘op chassis’ zou laten staan dan kan de concentratie weer opgelopen zijn tot boven de grenswaarden. Wij ontgassen altijd tot op het moment dat de container daadwerkelijk wordt opgeladen en doen natuurlijk controlemetingen voor de vrijgave. Op onze meetrapporten zetten we zo nodig ook dat er binnen twee uur gelost moet worden. In Rotterdam ventileren en in Maastricht afleveren en lossen is niet verantwoord. Veilig omgaan met gegaste containers is gewoon een must, en je krijgt er vroeger of later spijt van als je dat niet doet.” Zie ook www.vt-m.nl
16 |
Visuele vlamdetectie met de Dräger Flame 3000 het wakende oog heeft een hekel aan valse meldingen
De Flame 3000 houdt een oogje in het zeil
Hoe sneller een brand wordt gedetecteerd, hoe beter. Rook- of CO-sensoren spreken pas aan als de rook of de rookgassen de sensor hebben bereikt, en thermische melders moeten eerst warm worden voordat ze aanspreken. Dat maakt ze zeker niet onbruikbaar, maar om een brand in een vroeger stadium vast te stellen kan de Dräger Flame 3000 worden ingezet, die gebruik maakt van een slimme camera. Vlamdetectie Er zijn veel omgevingen te bedenken waar conventionele branddetectie niet tot het gewenste resultaat leidt. In bijvoorbeeld een metaalwerkplaats, een keuken, een spuiterij of op een petrochemische plant gaat het snel fout: rookmelders kunnen ook worden geactiveerd door lasrook of stoom, in een spuiterij kan nevel tot vals alarm leiden en in de petrochemie zal op veel plaatsen explosieveilige detectieapparatuur nodig zijn, en zijn valse alarmen bovendien in hoge mate ongewenst. Ook
voor gebieden waar ondanks allerlei beperkingen een zeer betrouwbare branddetectie noodzakelijk is, bestaat een uitstekend alternatief: vlamdetectie. Vlamdetectoren bestaan in verschillende uitvoeringen, elk met hun eigen werkingsprincipe. Er zijn UV-detectoren, breedspectrum infrarood detectoren, UV/IR detectoren en visuele vlamdetectoren met beeldherkenningsalgoritmen. Tot de laatste behoort de slimme en betrouwbare Flame 3000. Karakteristieke eigenschappen van brand Een echte brand straalt een energierijk en vrij karakteristiek infraroodspectrum uit, en heeft al vanaf een geringe omvang een ‘flakkerend’ karakter. Hoewel de golflengte van het uitgestraalde IR-licht afhankelijk is van de brandstof en van de temperatuur, verschillen vlammen voldoende van warme voorwerpen om selectieve detectie mogelijk te maken. Vlamdetectie via een visuele vlamdetector kan bovendien een
echte brand herkennen aan de vorm van het beeld op de sensormatrix. Die laatste, het eigenlijke fotogevoelige onderdeel, is te vergelijken met de CCD-chip in een gewone digitale camera. Conventionele IR en/of UV sensoren hebben niet het voordeel van beeldherkenning, maar vormen hun ‘oordeel’ vooral op grond van de aanwezigheid van bepaalde IR- (en/of UV) golflengten in combinatie met een bepaalde ‘modulatie’ van de stralingsintensiteit. De Dräger Flame 3000 ‘ziet’ dat ook, maar zal via cameratechniek tevens vorm, kleurverloop en beweging in de vlammen herkennen en is daarmee één van de meest foutvrije branddetectoren. Voor heet werk (laswerkzaamheden), emissie van hete CO2 en fakkelreflecties is de Flame 3000 nagenoeg immuun. Betrouwbare bewaking van grote gebieden Om met een vlamdetector een ruimte of gebied te bewaken, is het belangrijk te bepalen welk gedeelte van de ruimte moet
| 17
Zien is alarmeren, ook
buitenshuis
worden bestreken en welke schaduwwerking van aanwezige objecten toelaatbaar is. Meestal is een flinke detectiehoek praktisch, omdat daardoor een groter gebied kan worden beveiligd. Daar zit bij alle detectoren een keerzijde aan: de gevoeligheid wordt kleiner. Met andere woorden: een brand moet groter zijn voordat de vlamdetector daadwerkelijk alarmeert. Bij verdubbeling van de afstand zal een brand vier keer zo groot moeten zijn om de detector te activeren. De Flame 3000 combineert een horizontale zichthoek van 120 graden (verticaal 80°) met een uitzonderlijke gevoeligheid. Zo wordt bijvoorbeeld een benzinebrand met een aanzichtoppervlak van slechts 0,1 m2 op een afstand van 60 meter feilloos gedetecteerd. De responsetijd van de Flame 3000 is slechts vier tot maximaal 30 seconden. Zien is alarmeren, ook buitenshuis Het detecteren van branden in de openlucht is met conventionele middelen ronduit lastig. Rook en warmte verwaaien, en
vlamdetectoren kunnen flink last hebben van bijvoorbeeld de zon. Toch is de Flame 3000 uitstekend in staat om buiten branden te detecteren. Vuur zal in bijna alle gevallen wel 'op het oog' kunnen worden waargenomen, en wat het oog ziet zal de Flame 3000 ook waarnemen. De Flame 3000 overtreft daarbij de menselijke bewaker: hij is namelijk altijd alert, wordt niet afgeleid en ondervindt geen hinder van geestdodend werk. De Flame 3000 kent eigenlijk maar één beperking: een ‘onzichtbare’ brand wordt niet gedetecteerd. Bij bijvoorbeeld een waterstofbrand zal de detector pas aanspreken als de omgeving ‘meebrandt’. Als dergelijke branden verwacht kunnen worden zijn andere detectiemethoden vereist. Integratie in brandmeldsystemen Hoewel de werking van de Flame 3000 inwendig enige principiële overeenkomsten vertoont met Dräger warmtebeeldcamera’s, is het geen camera die een videosignaal afgeeft. Alle beeldherkennings-
programma’s en intelligentie bevinden zich in de explosieveilige roestvaststalen behuizing. Aan de buitenzijde is het een compact en stevig object, waar alleen een driekleurenled aan de voorzijde de status weergeeft. Aan de achterzijde bevindt zich een connector om de vlamdetector aan te koppelen aan een (bestaande) detectorlus van een brandmeldsysteem of elk ander systeem dat overweg kan met een simpel potentiaalvrij contact of een 4-20 mA signaal. De Flame 3000 is dus gewoon een sensor, maar dan wel een heel slimme. Sommige dingen kun je niet eenvoudig en robuust genoeg maken, zo is de Dräger-filosofie geweest bij de ontwikkeling van de Flame 3000.
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger FGS: 079-3444845
18 |
Dräger vluchtmaskers en ademlucht bij PI Vught De Penitentiaire Inrichting te Vught bestaat uit zeven zogenaamde ‘units’ waar in totaal 600 gedetineerden hun straf uitzitten. Het terrein ziet eruit als een keurig dorp, maar wel een dorp met gesloten deuren dat bovendien geheel is ommuurd. In tegenstelling tot andere PI’s groeit ‘Vught’ de komende jaren nog. Van de 850 personeelsleden zijn zeventig complexbeveiligers opgeleid tot bedrijfshulpverlener. BHV-plusser, want de BHV-organisatie beschikt ook over omgevingslucht onafhankelijke ademluchtapparatuur van Dräger. Daarnaast worden Dräger vluchtmaskers beschikbaar gehouden voor personeel en/of gedetineerden.
Dräger Parat C
Brandrisico Een van de grootste veiligheidsrisico’s in een penitentiaire inrichting is brand. Branden zijn doorgaans geen ongelukjes: het komt regelmatig voor dat gedetineerden brand stichten in hun cel, ondanks de minimale hoeveelheid brandbare materialen die aanwezig zijn. Brand wordt overal (behalve in natte ruimten) gedetecteerd, maar het leidt niet tot automatische ontgrendeling van celdeuren. Brandcompartimenteringsdeuren zullen automatisch dichtvallen. De BHV’ers zullen ‘met de hand’ moeten ingrijpen. Dräger Nieuws werd in de PI ontvangen door Rein Mahulette, coördinator BHV. Rein werkt samen met Patricia Sales, ook C-BHV, coördinator opleidingen en tevens officier bij de brandweer te Vught. Samen zorgen zij ervoor dat de wettelijk vereiste ‘adequate BHV-organisatie’ in stand wordt gehouden. Dat de BHV in een PI anders werkt dan in een gewoon bedrijf, is duidelijk. Rein, hoe ben jij bewaarder geworden? Rein Mahulette: “Bewaker of cipier heet het allang niet meer. Je bent penitentiair inrichtingswerker (PIW’er) en je kunt beter spreken van een ‘justitiële zorginstelling’ dan van een bajes. Toen ik in 1985 begon was die ‘culturele omslag’ al ingezet. Levenservaring en sociale vaardigheden zijn belangrijker voor een PIW’er dan een fors postuur en spierballen. Justitiabelen worden mondiger en daar moet je mee om kunnen gaan, anders red je het niet. Ik ben als Molukker opgegroeid in Kamp Vught en ben na mijn loopbaan als rijinstructeur bij defensie als het ware bij de
buren aan het werk gegaan. De wat ruwe taal in een PI was me niet vreemd. En omdat ik een technische achtergrond heb, raakte ik op zeker moment via de technische dienst betrokken bij het onderhoud van de tankautospuit en de ademluchtapparatuur van onze eigen brandweer. Die is vijf jaar geleden omgezet in een BHV-plusorganisatie, en ik ben nu coördinator BHV. Lesgeven doe ik hier nog steeds af en toe, en bovendien ben ik ademluchttechnicus niveau 3.
En dus een ‘zware’ BHV-organisatie. De BHV’ers functioneren in hun normale werktaken ‘op de gang’, onderaan in de justitiële hiërarchie, maar ze beslissen bij een incident wel over leven en dood. In zo’n geval heeft de BHV de leiding. Op die discrepantie bereiden we mensen voor door training en oefening. Een ploegleider BHV is bij een inzet dus geen dienstbare collega die helpt met omhangen van ademlucht. Hij of zij moet aansturen en zorgen voor duidelijke opdrachten.”
Rein Mahulette, coördinator BHV, bij de hoofdpoort van de Penitentiaire Inrichting te Vught
Jullie trainen regelmatig? Rein: “Ja, we trainen ‘DJI-specifiek’ (Dienst Justitiële Inrichtingen) en hebben speciale oefencellen, waar we ook branden simuleren met rookgeneratoren. We richten ons vooral op snel handelen. In de praktijk zitten we nu op een inzettijd van ongeveer een minuut, waardoor je relatief weinig reddingsacties hoeft uit te voeren, want dan is een brandje al geblust en de boel geëvacueerd. Op dit moment loopt er net een herhalingstraining ademluchtonderhoud, want je moet je spullen ook in prima staat houden. Jullie collega van het Dräger OpleidingsCentrum is beneden bezig met de cursisten.”
Waarom BHV-plus? Rein: “Budgetten voor facilitaire voorzieningen staan al jaren onder druk, vandaar de omzetting van bedrijfsbrandweer naar BHV-plus, met ademlucht. Bij de Schipholbrand werd het iedereen duidelijk dat de aanrijtijd van de brandweer beduidend hoger kon zijn dan buiten de inrichtingen. Er zijn tenslotte nogal wat hindernissen te nemen. Daarom is het noodzakelijk dat we binnen de muren flink zelfredzaam zijn. Restrisico’s zijn tot het uiterste geminimaliseerd en we hebben een automatische en een handbediende sprinklerinstallatie.
Komen branden vaak voor? Rein: “Eigenlijk wel, het kan oplopen tot twee keer in de week. De procedure is vastgelegd: bij een alarm gaan er eerst twee verkenners poolshoogte nemen en als ze rook of vlammen zien, dan worden er ademluchtdragers heen gestuurd.”
| 19
Rechtsom: Patricia Sales, coördinator opleidingen Opleiding onderhoud ademluchtapparatuur Oefencellen worden gebruikt voor training van de BHV-plusorganisatie Ademluchtapparatuur grijpklaar
Heb je zelf wel eens een brand meegemaakt? Rein: “Zeker; toen ik nog ‘op de gang’ werkte, heb ik eens een gedetineerde gered die met een brandende sigaret in zijn hand in slaap was gevallen en daarmee zijn matras had aangestoken. Ik heb zelf toen zoveel rook ingeademd dat ik een paar dagen het ziekenhuis in moest. Het ergste was dat het twee weken later weer gebeurde. De gedetineerde kwam er beide keren beter af dan ik, want als je slaapt adem je veel minder in dan wanneer je iemand uit zijn cel sleept. Toen had ik overigens niet de beschikking gehad over ademluchtapparatuur of een vluchtmasker.” En die vluchtmaskers? Waar bevinden die zich? Rein: “Elke unit heeft een zogenaamde binnenportier (bipo), die in de loge Dräger Parat-C vluchtmaskers heeft hangen. Ik heb er zelf wel eens gebruik van gemaakt ook. Dat is al een tijd geleden, en de fout die ik toen maakte was dat ik met het vluchtmasker op ben gaan kijken waar de brand was (uiteindelijk bleek dat een zwartverbrand broodje bapao te zijn op een kookplaatje). Dat is tegen alle regels in, want het heet niet voor niets vluchtmasker. Ik heb toen geen last gehad
van de giftige rook, hoewel het echt blauw stond, maar het zicht was zo beperkt dat ik net zo goed had kunnen verdwalen. En als dat te lang duurt dan houdt het wel op. Door zuurstoftekort, of je filter raakt verzadigd en slaat door. Daadwerkelijk ingrijpen vereist onafhankelijke ademlucht, op zijn minst zo’n klein Dräger setje. Maar slangen aan je gezicht zijn hier ook een gevaar, want een gedetineerde rukt je masker zo van je hoofd. Het is een risico waar je bij onze cliënten rekening mee moet houden.” Hoe denk je over de huidige Parat-C vluchtmaskers? Rein: “Die zijn uitstekend geschikt voor vluchtdoeleinden en ik ben blij dat we ze hebben. Het mooiste vind ik dat Dräger zich echt heeft verdiept in onze toepassing en dat we onze bijdrage mochten leveren aan de ontwikkeling; bijvoorbeeld aan de verpakking en de vouwwijze. Ik heb zelf met jullie mensen aan tafel gezeten en er werd goed notie genomen van ons gebruik en prima meegedacht. Voor ons is het heel belangrijk dat een vluchtmasker supersimpel is en dat je er – zelfs als je nog nooit zo’n ding van nabij hebt gezien – niets fout mee kunt doen. Capuchon over je hoofd en that’s it.”
Ten slotte; heb je nog aanbevelingen voor Dräger? Rein: “Ik ben heel tevreden over Dräger, jullie leveren goede materialen en uitstekende service. Maar als je echt een minpuntje wilt horen dan kan ik het onderhoudsregistratiesysteem voor ademlucht noemen. Op zich prima software en het ziet er verschrikkelijk mooi uit, maar het is voor ons wat te uitgebreid en te ingewikkeld. Zoiets als beheer en registratie van onderhoud voor derden is voor ons ballast, want dat doen we niet. Ik wil dat dan ook niet op mijn scherm zien als ik maar dertig maskers heb. Dat kan ik desnoods in Excel. Later heeft Dräger een ‘light-versie’ uitgebracht die voor ons beter geschikt zou zijn geweest. Maar dat is verleden tijd, en we gaan Dräger zeker uitnodigen een offerte uit te brengen voor de nieuwe ademluchtapparatuur waar we hard aan toe zijn. Er wordt weliswaar bezuinigd, maar ik prijs me gelukkig met een directie die serieus om blijft gaan met veiligheid en arbeidsomstandigheden.”
ZIE OOK
www.dji.nl/Organisatie/Locaties/Penitentiaire-inrichtingen/PI-Vught/
20 |
Kwaliteit ontstaat niet vanzelf, ook niet bij Dräger Quality Management en Product Reliability Producten van Dräger staan bekend om hun prestaties, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Het handhaven van productkwaliteit en productbetrouwbaarheid vergt permanente waakzaamheid, want de ontwikkeling van nieuwe producten staat nooit stil. Ieder nieuw product moet goed zijn en – voor zover van toepassing – beter dan
zijn voorganger. Marketeers en productontwikkelaars (Research & Development) hebben vanaf de eerste ideeën voor een nieuw instrument of systeem al te maken met Product Reliability, een afdeling binnen het Global Quality Management dat bij Dräger in alle lagen van de organisatie haar invloed doet gelden.
Een HPS 6200 brandweerhelm wordt uitgebreid getest volgends de EN443
Reliability en Quality, ingebed en geaccepteerd Hoe eerder in de keten van productontwikkeling de producten worden beoordeeld op hun kwaliteit, hoe beter. Reclamaties van klanten zijn zeer ongewenst en bovendien te voorkomen door (onderdelen van) producten pas vrij te geven na voortdurende risico-inventarisaties, intensieve beproevingen en optimalisaties. Elk onderdeel van het proces wordt bewaakt op het gebied van systeemkwaliteit onder verantwoordelijkheid van een Reliability Engineer en ieder product of halffabricaat is volledig beproefd. Global Quality Management en Product Reliability zijn sterk centraal georiënteerd, maar een gedecentraliseerde benadering speciaal voor productkwaliteit waarborgt de benodigde spoed en competentie. Daarom hebben de kwaliteitsmedewerkers allemaal een eigen specialisme en worden ingezet op de werkvloer, als onderdeel van bijvoorbeeld een R&D team van een productgroep. Martin Schödel, verantwoordelijk voor Global Quality Management zegt daarover het volgende: “Kennis van kwaliteitssyste-
men is belangrijk maar niet toereikend om de vereiste kwaliteit en betrouwbaarheid te waarborgen. Een kwaliteitsmanager binnen Dräger heeft een bepalende stem waar het de voortgang of de koers betreft. In bepaalde gevallen kunnen projecten zelfs compleet worden stilgelegd. Dat wordt echter niet zomaar geaccepteerd binnen een team dat veel energie in een project of product heeft gestoken. De ontwikkelaars bedenken de meest geweldige innovaties, maar soms halen ze het niet omdat ze niet aan de kwaliteitseisen voldoen. Voor de acceptatie van een dergelijke beslissing is het belangrijk dat de kwaliteitsmedewerker ook kennis van het specifieke product heeft en van het begin af aan betrokken is bij de ontwikkeling. Hij of zij werkt hand in hand met het team en is, als schakel in de ketting, een volwaardig gesprekspartner en lid van het ontwikkelingsteam.” Interne kwaliteitsbewaking In de ontwikkelingsfase worden prototypen op alle mogelijke manieren beproefd. Testen zijn afgestemd op het toekomstige gebruik in het veld maar ook voorgeschre-
ven door normen. Honderdduizend keer een knop van een Interlock alcoholslot indrukken, of een instrument op de verschrikkelijkste manieren blootstellen aan vocht, stof, schokken of hitte. Tevoren wordt vastgelegd hoe groot steekproeven moeten zijn om tot statistisch relevante resultaten te komen. Voor zover mogelijk worden producten kunstmatig verouderd, afgestemd op de beoogde levensduur. Bij toeleveranciers aangekochte onderdelen, materialen en halffabricaten worden via SQA (Supplier Quality Assurance) getoetst om ook daarvan de kwaliteit te waarborgen. Zo is elke schakel van het proces onder controle. Initiële productkwaliteit Eén van de succescriteria van onze onderneming is gebaseerd op productbetrouwbaarheid. De kwaliteitsdoelen die leiden tot een betrouwbaar product worden reeds bij aanvang van een ontwikkelingstraject gesteld en voortdurend gemonitord en gestuurd via de Deming Circle: Plan Do Check Act. Dr. Stefan Wagner, het hoofd van de afdeling Product Reliability geeft uitleg: ”Intern hebben wij al onze
| 21
kwaliteitsprocessen per productgroep geborgd en gecertificeerd. Verder weten we al veel over de voorgangers, hebben we een goed beeld van het toekomstige productgebruik en maken we gefundeerde risico-inschattingen. Grote problemen zullen dus in principe nooit ‘in het veld’ optreden, na de vrijgave van een product. Toch kunnen er geheel nieuwe producten zijn die in onbekende omgevingen of nieuwe toepassingen gebruikt worden, en dan kun je in extreme gevallen dingen tegenkomen die niemand kon voorzien. Wij leren van bestaande en voorgaande trajecten en hanteren een systeem om veldervaringen en klachten terug te koppelen naar de productontwikkeling. Hierin komt onze specifieke kracht naar voren dat onze Reliability Engineers verantwoordelijk zijn voor productbetrouwbaarheid gedurende de gehele levenscyclus van het product.” Terugkoppeling veldervaring Productmanagers, accountmanagers en andere Drägerwerknemers die bij de klant over de vloer komen, hebben zicht op de toepassingen van de producten. Klachten, vragen en opmerkingen uit de praktijk komen bij hen terecht. Zo zorgen zij voor een waardevolle terugkoppeling uit het veld. Martin Schödel: “Wereldwijd gaan die rapportages via zogenaamde CRR’s (Customer Returns Reports). Die meldingen worden ingevoerd in een centrale database, en worden door ons beoordeeld en gewogen. Vervolgens hanteren we een prioriteitssysteem bij de aanpak van problemen. Terwijl complete uitval van een instrument of een defect dat de
Martin Schodel en dr. Stefan Wagner bewaken de kwaliteit op alle fronten in alle stadia
gezondheid in gevaar kan brengen uiteraard de hoogste prioriteit heeft, worden andere gebreken geëvalueerd en opgelost in volgorde van de ernst, de frequentie en het belang." Een verbetering mag geen verslechtering herbergen Dr. Wagner benadrukt dat de kwaliteitsborging onverminderd van toepassing blijft bij latere verbeteringen van een product: “Wij willen slechts verbeteringen aanbrengen met behoud van de bestaande kwaliteiten. Een verandering in een product kan weliswaar een actueel probleem oplossen, maar tevens zorgen voor een onbedoelde verslechtering op andere punten. Bij bijvoorbeeld software kan het zeer complex zijn, want we willen waar mogelijk ook ‘terugwaartse compatibiliteit’ garanderen, soms voor instrumenten die al meer dan tien jaar oud zijn. Die verbeteringen kunnen ook heel over-
zichtelijk zijn: de PAC persoonlijke gasdetectoren zijn bijvoorbeeld uitgerust met vergulde contacten.
Dat hebben we gedaan na incidentele foutmeldingen bij langdurig gebruik van de oudere PAC 3000 in agressieve atmosferen. Het gaat ons niet om de goedkoopste, maar wel om de adequaatste oplossing. De vergulde contacten zijn daar een goed voorbeeld van. Het is ook belangrijk te weten dat wanneer we een instrument modificeren en het vervolgens opnieuw de (externe) toelatingstesten moet ondergaan, dat het wat langer kan duren voordat de verbetering daadwerkelijk voor de klant beschikbaar is. Dat zal altijd helder gecommuniceerd worden met de belanghebbenden. Want met lapwerk is uiteindelijk niemand geholpen.”
Kwaliteitsborging bij Dräger Quality assurance is een systematische activiteit. Het vergt het voortdurend monitoren van processen en producten aan de hand van nationale en internationale normen en het toetsen aan vooraf gestelde eisen. Deze zelfcontrole geschiedt via voortdurende terugkoppeling in elk onderdeel van de ontwikkeling en vervaardiging van producten. Daarvoor worden verschillende ‘tools’ toegepast zoals Six Sigma, FMEA (Failure Mode and Effect Analysis) en Reliability Testing, inclusief een toegankelijk documentatie- en informatiesysteem. Dräger Reliability Management zorgt middels Q-planning, Q-status en Q-methods voor de sturing van zowel de productontwikkeling als de productie en zorgt zo voor continue proces- en conceptverbeteringen die het product – en uiteindelijk de klanttevredenheid – ten goede komen. De nog steeds stijgende lijn hiervan wordt bevestigd door de resultaten van de grote, wereldwijde klanttevredenheidsenquête die elke twee jaar wordt uitgevoerd. Klanten blijken Dräger als bedrijf te waarderen en zijn in toenemende mate zeer tevreden over de producten.
22 |
De Dräger Polytron 8000-familie Eenvoudig instrumentmanagement op afstand
Nagenoeg
onderhoudsvrij
In november 2012 besteedde Dräger Nieuws aandacht aan de Polytron 5000-familie, de nieuwe lijn stationaire gasdetectie-instrumenten van Dräger. Deze solide gasmeters onderscheiden zich door een uniform en strak design van hun rvs of aluminium behuizing en uiteraard door hun voortreffelijke prestaties. De Polytron 5000-serie heeft gezelschap gekregen van de Polytron 8000 tot en met 8720. Instrumenten met dezelfde robuuste buitenkant, maar met uitgebreidere interfacemogelijkheden en diagnostische functies.
Nagenoeg onderhoudsvrij Polytron stationaire gasdetectie-instrumenten zijn bedoeld voor permanente bewaking van de omgevingslucht. Het kan daarbij gaan om toxische gassen en dampen, brandbare gassen en dampen of bewaking van de zuurstofconcentratie. Zelfs in ‘onvriendelijke’ atmosferen moet een lang en probleemloos leven kunnen worden verwacht, zonder dat regelmatige interventie van onderhoudspersoneel nodig is. De Polytron 5000 en 8000-series zijn gebouwd om 24 uur per dag en 365 dagen per jaar betrouwbaar hun werk te doen, ook in explosiegevaarlijke en corro-
sieve omgevingen. De periodieke kalibratie kan door één persoon worden uitgevoerd, terwijl het instrument zelf alle calculaties en linearisaties automatisch uitvoert. Uitvoeringen en nummering De Polytron 8000-serie heeft hetzelfde nummeringssysteem als de 5000-serie: zo is de 8000 geschikt voor de Dräger elektrochemische sensoren (voor toxische substanties en zuurstof), de 8200 is voor katalytische sensoren en de 8310, 8700 en 8720 werken met infraroodsensoren. De 8310 en 8700 zijn bedoeld voor kool-
waterstoffen en de 8720 zorgt met een IRsensor voor detectie van CO2. De duurzame en gevoelige sensoren en korte responsetijden zijn identiek aan de ‘5000’. De explosiebestendige behuizing, lokale user interface en menustructuur zijn bij alle modellen gelijk, alleen de ingebouwde elektronica verschilt. De gebruiker merkt daar niets van en zal bijvoorbeeld de 8720 net zo gemakkelijk bedienen als de 8000. Eenvoudig instrumentmanagement op afstand Polytron 8000 instrumenten zijn op afstand te benaderen via HART® met de Dräger PolySoft 8000 software, waarmee snel en eenvoudig de status kan worden beoordeeld. Via DTM (Device Type Manager, zeg maar de ‘driver’ voor een apparaat) is de Polytron 8000-seriemoeiteloos te integreren in bestaande managementsystemen, zoals PactWare. Uiteraard is het sensorsignaal beschikbaar via de analoge 4-20 mA output en kunnen (optie) tot drie robuuste relaiscontacten worden
| 23
ingebouwd, bedoeld voor lokale aansturing van veiligheidsacties of van het veelgebruikte ‘verkeerslicht: groen = veilig, geel = foutmelding, rood = gasalarm. In de nabije toekomst zullen uitvoeringen beschikbaar komen met een Foundation Fieldbus of Profibus uitgang. Sensor test dongle Een ander ‘extra’ van de Polytron 8000 ten opzichte van de ‘5000’, is de mogelijkheid tot het plaatsen van een zogenaamde ‘dongle’, een klein stukje hardware in het huis van de afleesunit dat enkele handige functies toevoegt. Via de firmware in deze dongle kan bijvoorbeeld een sensortestfunctionaliteit worden toegevoegd: de sensor test dongle verricht vele verschillende gepatenteerde testroutines die de betrouwbaarheid en de functionaliteit van de sensor en de bijbehorende elektronica beproeft. Diagnostics dongle Uitgebreidere diagnostische gegevens
over sensorprestaties, stress en resterende levensverwachting kunnen zichtbaar worden gemaakt met de diagnostics dongle. Alle functionaliteiten van de sensor test dongle zijn geïntegreerd. De uitlezing is bijvoorbeeld te gebruiken voor planning van het preventieve onderhoud. Bij plaatsing van de diagnostics dongle verschijnt direct een klein pictogram dat voortdurend de conditie van de sensor toont via een ‘bargraph’ (te vergelijken met de manier waarop de laadtoestand van de accu van een digitale camera wordt aangeduid). Drie ‘blokjes’ betekent dat de sensor prima functioneert, twee betekent dat de sensor het einde van zijn levenscyclus nadert, en één blokje betekent dat de sensor nog werkt, maar dat deze zo spoedig mogelijk moet worden vervangen. Data dongle Ten slotte is er een data dongle beschikbaar. Deze bevat een datalogger en een eventlogger, waarin meetwaarden, fouten en alarmen worden vastgelegd. Door met
de magneetpen één van de knoppen op het display van de meter te bedienen is de recente geschiedenis op te roepen. Na een alarm of foutmelding kan bijvoorbeeld het gemeten concentratieverloop over het afgelopen kwartier worden getoond in een grafiekje op het verlichte display. Op deze manier kunnen ‘spikes’ (doorgaans afkomstig van inductie of andere stoorsignalen) worden onderscheiden van langzaam verlopende concentratieschommelingen. Een gebruiker die over alle functionaliteiten wil beschikken kan gebruik maken van een combinatiedongle.
CONTACT
Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger FGS: 079-3444845
24 |
Beheerder brandmeldinstallatie (BBMI) Opleiding meer dan een wettelijke plicht
Jan Buteyn van het Dräger OpleidingsCentrum tijdens een BBMI-opleiding.
Steeds meer bedrijven en bouwwerken zijn uitgerust met een brandmeldinstallatie (BMI). Het Bouwbesluit kan een BMI verplichtstellen: artikel 6.20 en bijlage 1 geven exact aan in welke gevallen een dergelijke voorziening verplicht is, wat de omvang van de bewaking moet zijn, of er doormelding van alarmen plaats moet vinden en of certificatie van de installatie verplicht is. De gebruiksfunctie van het bouwwerk, de gebruiksoppervlakte en de hoogte van de bovenste ‘gebruiksvloer’ zijn de voornaamste criteria. Het Bouwbesluit verwijst naar de NEN 2535 voor de eisen waaraan de installatie moet voldoen.
Beheer verplicht Louter het beschikken over een goede BMI is niet het einde van het verhaal. In de NEN 2654-1 zijn tevens eisen vastgelegd voor het beheer, de controle en het onderhoud van brandmeldinstallaties. Eén van die eisen is de aanstelling van een beheerder. Die beheerder brandmeldinstallatie (BBMI) dient aantoonbaar te zijn opgeleid en dient bepaalde maandelijkse en viermaandelijkse controles uit te voeren, registraties bij te houden en klein preventief onderhoud uit te kunnen voeren. De BBMI is bovendien het eerste aanspreekpunt voor de brandweer.
Misverstand “Het grootste misverstand waar ik in de praktijk tegenaan loop is de aanname dat een niet-gecertificeerde installatie geen beheerder behoeft,” zegt Jan Buteyn, docent BBMI bij het Dräger OpleidingsCentrum (DOC). “Elke BMI moet een opgeleide beheerder hebben, en helaas schort het daar in de praktijk wel eens aan. Natuurlijk is dat niet alleen een kwestie van regelgeving. Een installatie zal alleen aan de verwachtingen voldoen als iemand zich bekommert om het periodiek testen, uitbreidingen begeleidt en optreedt als aanspreekpunt. Ik ben bij
Zelf doen leert het beste. Zoals het resetten van melderlussen in een veilige oefenopstelling.
Dräger al meer dan dertig jaar beroepsmatig actief in de brandbeveiliging en word met grote regelmaat ingezet als docent BBMI, ook toen het nog ‘opgeleid persoon’ heette. Dat is een leuke en nuttige taak, die voor cursisten en hun werkgever zeker vruchten afwerpt.” DOC opleiding BBMI Het Dräger OpleidingsCentrum leidt cursisten in anderhalve dag op tot BBMI conform de richtlijnen van het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (NIBHV). De opleiding bestaat uit een theoriedag en – circa twee weken later –
| 25
Zelf doen leert het beste. een halve dag praktijktraining en examen. Groepsgrootten variëren van zes tot maximaal twaalf deelnemers. De opleidingen worden zowel gegeven bij het DOC als (bij inschrijving van meerdere cursisten) bij de klant aan huis, en zijn onafhankelijk van de toegepaste installatie. Buteyn: “Natuurlijk ben ik blij als men een Dräger installatie gebruikt, want daar hebben we zelf alle hardware en kennis van binnen handbereik. Bij een incompanytraining wil ik graag weten wat voor installatie men in huis heeft, zodat ik ook de specifiekere vaardigheden van de toekomstige BBMI kan behandelen. Op die manier probeer ik mensen heel praktisch voor te bereiden op hun taken en blijft de kennis veel beter hangen.” Het bestaansrecht van de beheerder “Technische installaties en systemen die niet worden beheerd raken in verval. Een BMI die regelmatig kleine storingen vertoont of onterechte meldingen genereert leidt tot ergernis en nodeloze kosten,” aldus Buteyn. “Bovendien zal de alarmorganisatie minder snel gaan reageren. Je wilt dat de brandmeldinstallatie gewoon goed werkt en geen overlast veroorzaakt. Klachten over een enorme toename van doorgemelde onterechte alarmen wil ik wel wat nuanceren. De moderne installaties geven zeker niet meer foute meldingen dan vroeger. De reden dat er zoveel onechte of ongewenste meldingen zijn
schuilt eerder in de hoeveelheid BMI’s die er tegenwoordig worden gebruikt. Vertraagd doormelden is niet altijd een goede oplossing: een brand kan zich immers razendsnel ontwikkelen terwijl de brandweer nog niet is gealarmeerd. Daarom is het in veel steden zelfs verboden. Een beheerder weet wat zijn installatie doet, waarop de melders reageren en hoe hij zelf omgaat met alarmen. Snel reageren op storingen is van groot belang. Ik richt me bij de opleiding zoveel mogelijk op de huidige techniek. Sommige testen worden uitsluitend uitgevoerd vanuit de regelgeving, die altijd achter de praktijk aanloopt. Ionisatiemelders zijn bijna uitgestorven, en de laatste melder die je van binnen moest schoonmaken is een model dat ik in 1974 voor het laatst heb zien verkopen. Ook al zijn centrales verregaand geautomatiseerd en zijn storingen een zeldzaamheid, je moet nog steeds een aanspreekpunt hebben als er iets mee aan de hand is. De menselijke factor. Iemand die weet wat het systeem doet en hoe het dient te functioneren. Als er een lampje knippert op een paneel bij de receptie, dan wil de receptioniste wel weten wie ze kan bellen. De BBMI dus; tenzij ze dat zelf is natuurlijk.” Problematiek Buteyn kent het klappen van de zweep. “In zorginstellingen kan een brandmeldinstallatie soms een handicap zijn. Als een
Opleidingsinhoud ‘Beheerder brandmeldinstallatie (BBMI)’ – De werking van de brandmeldinstallatie – Het algemeen bedienen van de brandmeldinstallatie – Het testen van de brandmeldinstallatie – Het interpreteren van de voorschriften, normen en eisen – Kennis t.a.v. brand en brandverschijnselen – Het bijhouden van het logboek
bewoner het alarm activeert, moet je weten wat je moet doen. Ik begrijp dat een verplegende het op zo’n moment heel druk kan hebben en dus het alarm even laat gaan, inclusief de doormelding. Een tot BBMI opgeleide BHV’er kan intussen de melding intern onderzoeken, het paneel resetten en eventueel achter een doormelding aan bellen. Dat voorkomt onnodig uitrukken, de daarmee samenhangende kosten en het ongenoegen bij de brandweer. De meeste ‘gaten’ vallen in bedrijfsverzamelgebouwen. Het probleem daar is dat een BMI het eigendom is van een verhuurder of vastgoedbedrijf dat er zelf niet is gehuisvest. Huurders voelen zich niet geroepen om zich met de BMI te bemoeien, want die hoort bij het gebouw. Ik denk dat vastgoedeigenaren er goed aan doen om een aantal functionarissen op te leiden en ze verantwoordelijk te maken voor de BMI’s. Behalve dat je een stukje extra service levert aan je huurders zorg je daarmee ook voor adequate brandbeveiliging, ook op langere termijn. Ik leid het liefste mensen op met enige interesse in techniek, maar het is niet strikt noodzakelijk. Ook de receptioniste kan het certificaat behalen. We geven het niet cadeau, maar na het volgen van onze opleiding zal de BMI ook voor een niet-technicus veel meer zijn dan een lastige grijze doos en een paneel met lampjes.”
CONTACT
Interesse? Het Dräger OpleidingsCentrum is bereikbaar op telefoonnummer 079-3444750
26 |
MTG-keur voor Dräger portable gasmeters Persoonlijke gasmeters ook geschikt voor dampen Dräger persoonlijke gasmeters zijn bedoeld voor het bewaken van de veiligheid van ieder individu dat zich bloot zou kunnen stellen aan giftige of brandbare gassen en dampen of aan een te lage zuurstofconcentratie. Ze worden vaak gebruikt in industriële omgevingen waar veelal ook stationaire gasmeetapparatuur wordt toegepast voor het meten en regelen van processen. Voor dergelijke instrumenten gelden afwijkende – vaak nog strengere – eisen ten aanzien van meetnauwkeurigheid dan voor persoonlijke gasdetectie.
Dräger Bump Test Station in actie
MTG, belangrijk voor brandweer en chemische industrie De afkorting MTG staat voor MessTechnisches Gutachten in het Duits. In het Engels is het MAC: Measuring Approval Certificate. Voor technici werkzaam in de meet- en regeltechniek of procesbesturing is de MTG als onderdeel van de ATEX-toelatingskeuringen inmiddels een vertrouwd begrip. Dräger persoonlijke gasmeetinstrumenten worden gebruikt voor veiligheidstechnische toepassingen, waardoor in strikte zin niet aan de MTGeisen behoeft te worden voldaan. Toch voldoen Dräger portables en de (Ex-) sensoren ook ruim aan deze eisen: Dräger heeft dat namelijk door een onafhankelijk instituut (een Notified Body) laten vaststellen. Een Dräger portable waarschuwt aantoonbaar accuraat en tijdig, ook bij incidenten met emissies of lekkages van zwaardere vloeibare koolwaterstoffen. Dat geldt voor de brandweer en in de chemische industrie als belangrijke voorwaarde voor de persoonlijke veiligheid. Certificeringsinstituut DEKRA Reeds in 2011 heeft DEKRA EXAM GmbH, certificeringsinstituut gespecialiseerd in explosieveiligheid, machineveiligheid en persoonlijke bescherming, in totaal zeven Dräger X-am 5000 portables op de pijnbank gelegd. De persoonlijke vijfgasmeters waren voorzien van verschil-
lende XXS-sensoren (de ‘kleine’ reeks van Dräger), waaronder de CatEx 125 PR voor koolwaterstofmetingen in explosiegevaarlijke omgevingen en/of de O2, CO, en H2S-sensoren. Bovendien zijn toebehoren zoals kalibratie-cradles, laders, NiMHaccupakketten, datasheets en handboeken overhandigd.
ling aan stof en de ‘opwarmtijd’ van het gehele instrument zijn bepaald en beoordeeld. Al met al een zeer volledig testprogramma, leidend tot een typekeuringscertificaat van achttien pagina’s. De normen EN 60079-20-1 en -29-1, EN 50104, EN 45544-1 en -2, de EN 50271 en 6007 golden daarbij als minimumeisen.
Testen DEKRA heeft de instrumenten in twee afzonderlijke testlaboratoria (Essen en Bochum) onderworpen aan verschillende ‘performance tests’. Gedurende enige maanden zijn de gasmeters onderworpen aan beproevingen om te bepalen of ze al dan niet voldoen aan algemene eisen, kalibratie en afregeling en de respons op verschillende gassen; ook gassen en mengsels waar de sensoren niet voor zijn bedoeld, dit laatste ter bepaling van ongewenste kruisgevoeligheid en zgn. vergiftiging van sensoren. Vergiftiging betekent het defect raken of niet meer adequaat reageren van sensoren door blootstelling aan bepaalde stoffen. Kalibratiecurves, meetbereik, response time, korte en langetermijn-stabiliteit, temperatuur-, vochten drukgevoeligheid, gevolgen van opslag en de betrouwbaarheid van pre-alarmering en hoofdalarm zijn beproefd en beoordeeld. Ook de gevoeligheid voor trillingen en stoten (vallen), stromingssnelheid van gas langs de sensoren, blootstel-
Methaan t/m nonaan Testrapporten kenmerken zich door neutrale technische taal. Ze zijn spannende lectuur voor de fabrikant die zijn producten ter beproeving aanbiedt en het is aardig om te zien dat er soms een lovend woord opduikt, naast de zakelijke constateringen dat de prestaties normconform zijn. Veel zaken zijn geen verrassing voor de fabrikant. Een vooralarm is non-latching, hetgeen wil zeggen dat de signalering weer verdwijnt als een ingestelde grenswaarde wordt onderschreden, terwijl een hoofdalarm met de hand dient te worden gereset. De certificeerder meldt alle gedrag neutraal terug, ook dat resultaten bij Ex-metingen met n-C9H20 (nonaan, geen gas maar een damp) in het gehele bereik minder dan 2% LEL afwijken. DEKRA bevestigt daarmee dat Dräger portables als Ex-meter toegelaten zijn van de lichtste koolwaterstof (methaan) tot en met de zware damp nonaan. Dräger is terecht trots op de resultaten en heeft het MTG-certificaat toegevoegd aan de lijst.
| 27
Dräger on tour – Stap in! Dräger promotietruck koerst door Nederland
omgang met gevaarlijke stoffen kan bijgewoond worden. Zelfs een specifieke productlijn, een bepaald veiligheidsonderwerp of een gevaarlijke stof waar uw interesse naar uit gaat behoort op aanvraag tot de mogelijkheden.
Van 16 tot en met 20 september 2013 zal de Dräger Safety Roadshow Nederland bezoeken. Eerder zijn onder andere Duitsland, Denemarken, Oostenrijk en Spanje bezocht, waar de (lokale) bemanning veel bezoekers heeft mogen verwelkomen, met enthousiaste reacties tot gevolg. De ‘roadshow’ bestaat uit een forse oplegger met uitschuifbare zijwand, waarin op gezette tijden presentaties plaatsvinden van nieuwe producten, technieken en ontwikkelingen op het gebied van veiligheidstechniek en omgang met gevaarlijke stoffen. U bent van harte uitgenodigd om in te stappen.
Uitgever: Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AH Zoetermeer Dräger Nieuws Nederland is een uitgave van Dräger Safety Nederland B.V., verschijnt twee keer per jaar in een oplage van 7500 exemplaren en wordt – verpakt in biologisch afbreekbare folie – kostenloos toegezonden aan al haar relaties en klanten.
Veiligheidstechniek verdient een podium Gasmeetbuisjes, detectiesystemen en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn geen typische ‘etalagematerialen’. Toch verdient veiligheidstechniek een toonzaal waar ook de look & feel van de altijd zeer doordachte producten kan worden ervaren. In de comfortabele truck staan de experts klaar om uitleg te geven, live producten te demonstreren en informatie te verstrekken over reparatie en onderhoud, opleidingen en het vinden van de juiste oplossingen voor specifieke problemen. Een toegankelijk mini-college over
Rijdend kenniscentrum De Dräger promotietruck biedt bezoekers vrijblijvend informatie en is door het brede draagvlak een kenniscentrum voor alle veiligheidstechniek. Die kennis wordt actief gedeeld met de bezoekers: het is dus een unieke kans om de horizon te verbreden en kennis te maken met alles wat nieuw is onder de zon. Uiteraard wordt voor de catering gezorgd. CONTACT
Voor aanmeldingen en meer informatie over de route kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek op telefoonnummer 079-3444777.
Hoofdredactie: Mascha Fiktorie Tel. 079-3444777
Vormgeving: VONRauschenbach Kommunikation Lübeck, Duitsland
Redactiemedewerkers: Marcel Captijn, Patrick van Vugt, Mark Schilte, Wilco Kurpershoek, Roger Zonnenberg, Peter van Buuren, Gerrit Grefelman, Martina van Oosten, Ton Sebel, Eric Brouwer, Hans van Moolenbroek, Adri Groenendijk, Jan Buteyn, Marc Ettema, Dr. Stefan Wagner, Adrie van den Bosch, Rein Mahulette, Eddy Scholten, Wim van Tienen
Fotografie: Dräger, Ardito Fotografie Drukwerk: Drukmotief B.V.
© Dräger Safety Nederland B.V. 2013 Alle rechten voorbehouden. Deze publicatie mag niet worden gereproduceerd, opgeslagen in een datasysteem of openbaar gemaakt, in welke vorm of met welke methode dan ook, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door middel van fotokopie, opname of welke andere techniek dan ook, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
De artikelen in deze nieuwsbrief bevatten informatie over producten en hun mogelijke toepassingen in het algemeen. Ze houden geen enkele garantie in dat een product specifieke eigenschappen heeft of geschikt is voor enig specifiek doel. Gespecialiseerde medewerkers worden geacht exclusief gebruik te maken van de vaardigheden die ze hebben verworven door hun opleiding en training en door praktijkervaring. De zienswijzen, meningen en uitspraken zoals uitgedrukt door de personen die in de tekst voorkomen alsmede door de externe auteurs van de artikelen, komen niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de uitgever. Dergelijke zienswijzen, meningen en uitspraken komen volledig voor rekening van de betreffende personen. Niet alle producten die worden genoemd in deze nieuwsbrief, zijn wereldwijd verkrijgbaar. Uitrustingspakketten kunnen van land tot land verschillen. Dräger behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen in producten. De actuele informatie is verkrijgbaar bij de uitgever.
Optimale bescherming bij iedere
inzet
Dräger HPS 7000 brandweerhelm De Dräger HPS 7000 brandweerhelm stelt de nieuwe norm: met zijn innovatieve systeem-design, de ergonomische pasvorm en componenten die hem tot een multifunctionele systeem-oplossing maken. Daarbij biedt hij u bij elke inzet een optimaal veiligheidsconcept.
VERDERE INFORMATIE: WWW.DRAEGER.COM