Nieuws ASML-instituut mag best iets esoterisch doen
Nieuws Aderverkalking in kaart met beeld en geluid
Maandelijks magazine voor de hightechindustrie // 28 juni - 13 september 2013 // www.bits-chips.nl
Hordelopen in de hightech
De ups en downs van het midden- en kleinbedrijf
6
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS
Sponsor
7 November 2013 • ’s-Hertogenbosch • NL
We welcome your conference proposals on the following topics:
Big science Co-development Distributed sensing Electric vehicles Healthcare Smar t cities
CALL FOR PAPERS G o to w w w.e mbe d d e d -s yste ms .n l/progr am me an d fi l l ou t t h e su b mi ssi on form
Organiser
Co-organiser
Coffee sponsor
De ad li ne 1 Se pte mbe r 2013
Opinie Redactioneel
Nikkelen Neelie
‘I
Paul van Gerven is redacteur van Bits&Chips.
k wil onze chipproductie verdubbelen tot twintig procent van de wereldproductie. Ik wil dat Europa meer chips produceert dan de Verenigde Staten op eigen bodem.’ Dat zei eurocommissaris Neelie Kroes bij de lancering van ‘haar’ offensief om de Europese halfgeleiderindustrie te revitaliseren. Nikkelen Neelie heeft in het recente verleden wel meer van dit soort bommetjes gedropt, maar wennen doet het nog steeds niet. Iedereen die een beetje weet hoe het ervoor staat in de halfgeleiderwereld weet dat Kroes hier een ambitie uitspreekt die velen voor onmogelijk houden. Wat houdt het offensief precies in? De Europese Commissie en lidstaten leggen vijf miljard euro publiek geld op tafel voor zeven jaar onderzoek en innovatie in de héle IC-toeleverketen, dus van machinebouwers en materiaalleveranciers tot chipproducenten en -ontwerpers. Het geld gaat naar publiek-private samenwerkingsverbanden, waarin de deelnemers zorgdragen voor de andere helft van de kosten. De industrie heeft eerder al honderd miljard aan nietR&D-investeringen toegezegd op voorwaarde dat, in de woorden van Kroes, ‘we onze zaakjes op orde krijgen’. De Commissie co-financiert daarnaast samen met een aantal andere publieke fondsen vijf pilotproductielijnen: voor powerelektronica (op galliumnitride en verdunde siliciumplakken), Mems, 450 millimeter wafers en FDSOI-technologie. 450-millimeterproductie moet niet per se als een opstapje naar een Europese 450-millimeterfabriek worden gezien, maar meer ter ondersteuning van Imec en ASML. Al weet je het natuurlijk nooit met Kroes. De FDSOI-plannen, waarvoor onlangs ook nog een ondersteunend Eniac-project à 360 miljoen euro werd gestart, zijn een verhaal apart. Deze technologie is Europa’s laatste kans om nog iets in voor te stellen in de geavanceerde chipproductie. Pc-processoren zijn allang een gepasseerd station, met het opdoeken van ST-Ericsson is de exit uit draadlooschips ook compleet, maar ST heeft de hoop toch nog niet opgegeven om iets te betekenen in de – zeer lucratieve – processoren voor consumentenelektronica. Met FDSOI probeert het een comeback te orkestreren, terwijl de andere grote jongens opteren voor de alternatieve Finfet-technologie.
Het zijn allemaal plannen waar het hart van de gemiddelde techneut sneller van gaat kloppen. Maar getuigen ze ook van enige realiteitszin? Tien miljard euro geeft Intel in één jaar uit aan R&D, niet in zeven. Honderd miljard euro aan investeringen klinkt veel, maar de betreffende club telt 29 grootbedrijven, 36 mkb’ers en 52 onderzoeksorganisaties. En het publieke geld is op zijn
Het publieke geld is op zijn Europees weer lekker over alles en iedereen uitgesmeerd Europees weer lekker over alles en iedereen uitgesmeerd. Keuzes worden niet gemaakt. Het verleden biedt ook al weinig hoopvolle aanknopingspunten. Van liefde tussen Europese spelers in en rond de halfgeleiderproductie is nooit sprake geweest. Ook al concurreert bedrijf A niet met bedrijf B, ze strijden wel om dotaties uit dezelfde Europese subsidiepotjes. Niet voor niets heeft Kroes twee jaar lang koppen tegen elkaar moeten slaan voordat zij haar initiatief kon ontvouwen. Hoe goed bedoeld ook, de bedragen die nu over tafel gaan, zijn veel te laag om het versnipperde Europese IC-landschap uit het moeras te trekken. Kroes weet dat zelf ook wel. In ‘De wereld draait door’ fulmineerde ze tegen ‘die stakkers’ in de Europese Raad die maar niet willen inzien waar het Europese verdienvermogen ligt. De EU spendeert 41 procent van haar begroting aan landbouw, terwijl Kroes en collega GeogheganQuinn voor iedere miljard voor onderzoek en innovatie moeten vechten. Die twintig procent van de wereldproductie kunnen we voorlopig dus wel vergeten. Het beste dat we van het huidige voorstel kunnen hopen, is dat het de dalende trend tot stilstand brengt. Om Kroes’ ambities te realiseren, moet de Unie fundamenteel op de schop – en de afgelopen jaren hebben laten zien dat dat niet eenvoudig is.
6|3
Inhoud Deze keer in Bits&Chips
11
15
Nieuws
Door ASML gesponsord instituut goed voor heel Nederland
Met de cofinanciering van een publiek onderzoeksinstituut betreedt ASML een spanningsveld, maar de wetenschap klaagt niet.
Neelie 3 Nikkelen
In 140 woorden Overzicht Door ASML gesponsord instituut goed voor heel Nederland Licht en geluid in de slagader Zonnecelpolymeer organiseert zichzelf Een elektrische schakelaar voor magnetisme Een weekendje hacken met ASD
Opinie
3 13 17 19 67
4|
Nikkelen Neelie – Paul van Gerven Testautomatisering is onvermijdelijk – Derk-Jan de Grood Onbestemd gevoel – Angelo Hulshout De communicatietrainer – Jaco Friedrich Systeemautisme – Joost Backus
6
Licht en geluid in de slagader
Het Erasmus MC gaat een prototype katheter ontwikkelen waarmee artsen kunnen beoordelen hoe gevaarlijk aderverkalking is in slagaders.
16 Zonnecelpolymeer organiseert zichzelf
Nieuws
7 8 11 15 16 16 18
Nieuws
En verder
68 69 72 75
Trainingen Events Wegwijzer Colofon
weekendje 18 Een hacken met ASD
Thema Mkb’s in de hightech
22
26
Achtergrond
In bedrijf
Ondernemers moeten pijn gaan verkopen
De honderden adviseurs, instanties en subsidieregelingen sturen de ondernemer de verkeerde kant op.
duidelijk gezicht in 33 Een een zee van concurrentie Nieuws
22 33 54 60 64
Ondernemers moeten pijn gaan verkopen Een duidelijk gezicht in een zee van concurrentie Gimv laat kleine bedrijven doorgroeien tot wereldspeler De ongelijke strijd tussen het mkb en de diepe zakken Brainport Development heeft startblokken klaar staan
Opinie
45 Runner-up – Aad Vredenbregt 53 De headhunter – Anton van Rossum 61 Industriële eiken – Henne van Heeren
In bedrijf
24 24 26 30 31 32
Ambient Systems Litams Medusa Single Quantum CMosis Vinotion
Spin-off Kernfysisch Versnellerinstituut brengt straling in kaart
Waar radioactieve materialen gedetecteerd moeten worden, ziet het Groningse Medusa een rol weggelegd voor zijn producten.
van dienstverlening 34 Denaarobstakels productontwikkeling 34 37 37 38 40 41 42 44 46 47 48 50 51 56 58 59 62 63
Verum Controllab Products Matinspired Target Compiler Technologies Vector Fabrics Anderis Technology Streamit Dynamic Ear Company Nemo Healthcare Nightbalance Technolution Embed Engineering Zenso Greenpeak Ansem BlueIce Delmic Cytocentrics
6|5
How do you keep multilayer mirrors cool, even when blasted by EUV? Join us to find out At ASML we’re solving some fascinating challenges, including those of EUV. That’s why we’ve brought together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and precision engineering - to develop machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/careers
/ASML
/company/ASML
Analyse In 140 woorden
Open source
Never ending story Als een slangenkop die blijft bijten na te zijn afgehakt, zo blijft de rechtszaak van het inmiddels failliete Sco tegen IBM terugkomen. De opensourcegemeenschap bekijkt de ontwikkelingen met argusogen. In 2003 bedacht Unix-leverancier Sco een tactiek om een slaatje te slaan uit de groeiende populariteit van Linux: gebruikers moesten gaan betalen voor IP van Unix dat in Linux terechtgekomen zou zijn. Een gerechtelijke uitspraak bij een grote Linux-gebruiker zou de claim kracht bij moeten zetten. Toen bleek dat het Unix-IP vooral bij Novell ligt en Sco in de juridische strijd ten onder ging, slaakte de opensourcegemeenschap een zucht van verlichting. Waarom eigenlijk? Tien jaar later is Sco’s tactiek via een andere weg gemeengoed geworden: professionele Linux-gebruikers betalen dikke bedragen voor elkaars patenten. Het Linuxgebaseerde Android is bijvoorbeeld een aardige melkkoe voor Microsoft. Een licentie kan daar nog wel bij. PE Displays
Liquavista, wat moet je ermee? Naast legioenen bloggers blijkt er toch nog een partij enthousiast over de technologie van Liquavista: de online boekwinkel Amazon, ook bekend van zijn Kindle-e-readers en Kindle Fire-tablets. Het bedrijf nam de Philips-spin-off onlangs over van Samsung, naar verluidt voor tientallen miljoenen dol-
lars. Het blijft echter de vraag waarom. De link met zijn eigen tablets is snel gelegd, maar met de rap eroderende prijs moet Amazon wel snel zijn. Dat lijkt er niet in te zitten. ‘We zijn altijd op zoek naar nieuwe technologieën die we wellicht op de lange termijn in onze producten zouden kunnen verwerken’, verklaarde Amazon aan CNet. Wat dan wel? Amazon is er zeker niet vies van om agressief nieuwe business aan te boren – zie de tablets of de cloud-infrastructuur – en heeft een stevige R&D-tak. Het kan alle kanten op. PE Onderzoek
Borrelpraat in toga Bezuinigingen op wetenschap en innovatie worden begrijpelijkerwijs in de onderzoekswereld steevast onthaald met doemscenario’s. Zo ook de bezuinigingen van het kabinet-Rutte II. Maar volgens de man die er misschien wel het beste zicht op heeft, valt het alleszins mee met de Nederlandse kenniseconomie. ‘Er is nog te veel borrelpraat: ‘Universiteiten zijn arm’, ‘TNO bakt
er niks van’, ‘NWO is te veel naar binnen gekeerd’.’ Allemaal mythes die met cijfers gemakkelijk kunnen worden weerlegd, zegt directeur Jan Staman van het Rathenau Instituut in TNO Time. ‘Wij zijn als klein, efficiënt landje uitstekend in staat met beperkte middelen in de wetenschappelijke wereldtop mee te draaien.’ Waarmee hij overigens niet wil zeggen dat het niet goed zou zijn om extra te investeren, voegt hij daar onmiddellijk aan toe. PvG Arbeidsmarkt
Waar blijven de banen? Waar de crisis aan het begin van dit decennium de Nederlandse hightech spaarde, sloeg deze in 2012 toch toe: de sector kromp 4,5 procent. Gelukkig verwachten ondernemers betere tijden: één procent groei dit jaar en zelfs 2,75 procent in 2014. Dat hebben ze althans gezegd tegen onderzoeksbureau Panteia. Met die cijfers zou HTSM aanzienlijk beter presteren dan de andere acht topsectoren (0,25 procent respectievelijk bijna twee procent groei in 2013 en 2014), en ook dan de Nederlandse economie als geheel. Gek genoeg levert de opleving geen extra werkgelegenheid op. Integendeel: het aantal werkenden in de techniek neemt met 1,5 procent per jaar af. Hoe kan dat, in tijden van tekorten aan technisch personeel? Panteia weet het ook niet zeker, maar suggereert dat de banen die verdwijnen niet technisch zijn. Of werknemers vertrekken zonder dat er vervanging wordt gevonden. PvG
Arbeidsmarkt Illustratie: Arthena
Gewenste ontslagen Het Financieele Dagblad inventariseerde jaarverslagen van bedrijven die hoofdkantoor houden op de Amsterdamse Zuidas en concludeerde dat daar sinds de aanvang van de crisis vijf jaar geleden 18,5 procent minder mensen werken. In dezelfde periode nam het aantal banen in Nederland licht toe. Moeten we daar om treuren? De meeste experts zijn het erover eens dat de financiële sector met gebakken lucht een gigantische zeepbel heeft opgeblazen, en toen die knapte de hele wereldeconomie in het verderf heeft gestort. Een correctie lijkt daarom niet alleen logisch, maar ook gewenst. De volgende stap zou moeten zijn dat de op de vleugels van de zeepbel disproportioneel gegroeide salarissen nog wel iets mogen krimpen, zoals enkele maanden geleden ook de Tweede Kamer van links tot rechts vond. PvG
6|7
Nieuws Overzicht nele licentie op de Brusselse software voor gebaardetectie ICT wijst fusievoorstel meeleveren met zijn platforms. van de hand Eindgebruikers kunnen dan De Amsterdamse detacherings- 3D-camera’s direct gebruiken, groep DPA en ICT Automati- zonder installatie van drivers of sering hebben in april verken- andere software. PE nende gesprekken gevoerd over /softkinetic een fusie. De Barendrechtse dienstverlener ziet vooralsnog echter weinig basis voor Halfgeleidermachines een samengaan. DPA’s puredetacheringsstrategie verschilt ASML mag Cymer daarvoor te veel van de eigen overnemen business en met de voorge- ASML heeft de laatste hinderstelde aandelenuitruil voelt ICT nis geslecht voor de inlijving van Cymer. Na de Verenigde zich ondergewaardeerd. NR /ict Staten, Duitsland, Taiwan, Israël en Japan heeft nu ook Zuid-Korea groen licht gegeven. Medisch ASML en Cymer verwachten de overname uiterlijk begin juni af Demcon neemt te ronden. PvG /cymer minderheidsbelang in Mems-specialist QMicro De Enschedese technologieleverancier Demcon heeft een Verkeer en vervoer minderheidsbelang genomen in plaatsgenoot QMicro. Dit Brabant In-Car III bedrijfje ontwikkelt Mems- pakt A67 aan producten voor onder meer De nieuwe subsidieregeling Braanalytische toepassingen en is bant In-Car III richt zich op inafgelopen voorjaar ontstaan telligente systemen en diensten na sluiting van de Enschedese die de interactie tussen persovestiging van Thermo Fisher nenauto’s en vrachtwagens in Scientific. Demcon hoopt via het verkeer positief beïnvloeQMicro nieuwe markten te den. Projecten moeten zich toeleggen op de filegevoelige snelkunnen betreden. AP /qmicro weg A67 en de toe- en afritten daarvan. In totaal is anderhalf miljoen euro beschikbaar. NR Consumentenelektronica /in-car Softkinetic op eerste rij bij Intel-push voor gebaaraansturing Softkinetic heeft een belangrijke licentieovereenkomst gescoord bij Intel. De chipmaker gaat aan pc-OEM’s een optio-
en entertainment. Andersom biedt het de mogelijkheid om de wagens op afstand te volgen. NR /gconcepts Volkswagen en NXP werken mee aan verbeterde benchmark voor auto-MCU’s Het Embedded Microprocessor Benchmark Consortium bare sensoren die op afstand (EEMBC) is een werkgroep ge- hart-, hersen-, spier- of oogactistart om een verbeterde bench- viteit kunnen meten. PvG mark te ontwikkelen voor het /maastricht energieverbruik van automotive-microcontrollers. Volkswa- Holst ontwikkelt volledig gen heeft de leiding en NXP is flexibele beeldsensor een van de deelnemers. Verder Imec en het Holst Centre hebben bestaat de werkgroep uit onder een volledig organische beeldsenmeer Freescale, Fujitsu, Infi- sor gepresenteerd die geschikt is neon, Microchip, Renesas, ST voor röntgen-imaging. Het voordeel van organische actieve lagen en Texas Instruments. NR /eembc is dat ze een zeer hoge absorptiecoëfficiënt hebben, waardoor Han deelt kennis modelgebaseerd ontwikkelen met mkb Met veertien Nederlandse mkb’ers en twee andere hbo-instellingen is de Hogeschool Arnhem en Nijmegen een project gestart rond zijn gereedschappen voor modelgebaseerde ont- dunne lagen volstaan. Ze kunwikkeling van automotive- en nen bovendien op flexibele subindustriële controlesystemen. straten worden aangebracht en Het Raak-project ‘Fast & curi- worden getuned op het gewenste ous’ wil in een gesloten com- golflengtegebied. PvG munity kennis delen en ge- /holst reedschappen ontwikkelen. De looptijd is twee jaar. PE /han Innovatie Foto: Koen&Co
Dienstverlening
Hightech goed vertegenwoordigd in top ICT verbindt mkb-innovatieranglijst Maastricht Instruments elektrische voertuigen De hightech blaast zijn partijneemt Holst-sensoren met stadsinfrastructuur tje mee in de MKB Innovatie ICT Automatisering bouwt een onder zijn hoede Top 100 van Syntens, Mercetelematicaoplossing voor de Maastricht Instruments gaat des-Benz en NRC Handelsblad. elektrische stadsvoertuigen de draadloze sensortechnologie ThermoIQ, Tempress, Exsilent, van het Haagse GConcepts. Het van het Holst Centre in kleine Alsi, Focal Meditech en Virtual platform moet de verbindende volumes in productie nemen en Proteins staan in de top tien. schakel vormen tussen de ver- ‘doorgeven’ aan mkb en acade- Syntens telt meer dan twinvoermiddelen en de stedelijke mische onderzoeksinstellingen. tig industriële bedrijven in de infrastructuur en on-board fea- Zo moet het onderzoek sneller ranglijst, vrijwel allemaal in de tures toevoegen zoals optimale een weg naar de markt vinden. bovenste helft. NR routing, omgevingsinformatie Het betreft comfortabel draag- /top100
Sensoren
De volledige artikelen zijn te vinden op www.bits-chips.nl/nr6 gevolgd door het label bij het betreffende stuk.
8|
6
Materialen
op de overdracht naar het bedrijfsleven en niet zozeer op het starten van spin-offs. PE /stw
Fujifilm en Differ starten onderzoeksgroep Fujifilm in Tilburg start samen met energie-instituut Differ Spinozapremie voor een nieuwe onderzoeksgroep grafeentheoreticus voor functionele films gemaakt De Nijmeegse hoogleraar theomet atmosferische plasmade- retische fysica Mikhail Katsnelson ontvangt dit jaar een NWOSpinozapremie, Nederlands hoogste wetenschappelijke onderscheiding. Katsnelson was betrokken bij de ontdekking van grafeen en heeft sindsdien veel gedaan om de geheimen ervan te ontsluieren. Oud-collega in Nijmegen André Geim noemde zijn bijdragen in de beginpepositie. Om dergelijke folies riode ‘onmisbaar’. PvG grootschalig toe te passen, is /spinoza er fundamenteel begrip en controle nodig over het grillige plasma tijdens het productie- Halfgeleiders proces. Samen met Differ gaat Fujifilm die noodzakelijke ken- Europa betaalt mee aan pilotlijnen nis uitbouwen. PvG /differ De Europese Commissie heeft nog eens vier pilotlijnprojecten bekendgemaakt. Imec in LeuOnderzoek ven krijgt een 450-millimeterwaferlijn, het Franse Soitec een NWO deelt 86 beurzen proefproductiefaciliteit voor uit voor vernieuwend galliumnitr ide-op- siliciumonderzoek substraten, Infineon steun voor NWO heeft een recordaantal zijn thinned wafer-activiteiten van 86 Vidi-subsidies toege- in Dresden en Villach, en STMikend. Deze beurzen zijn bedoeld croelectronics een Mems-lijn in voor excellente wetenschappers Agrate Brianza en Silicië. De toom gedurende vijf jaar een ver- tale kosten bedragen zevenhonnieuwend onderzoek uit te wer- derd miljoen euro. PvG ken en een of meerdere mensen /pilotlijnen aan te nemen. Onder de gehonoreerden zijn researchers van NXP investeert in GaN Astron, de TU Delft, de TUE en NXP steekt 7,5 miljoen pond (8,8 miljoen euro) extra in de het UMC Utrecht. NR /vidi ontwikkeling van powerelektronica op galliumnitride. Het STW kent zeven geld gaat naar de locatie in Demonstrator-subsidies toe Stockport, nabij Manchester, STW heeft zeven projecten ge- waar honderd nieuwe banen honoreerd in het nieuwe De- komen boven op de bestaande monstrator-programma. Deze vierhonderd. De Britse overbeurs van maximaal honderd- heid ondersteunt het initiatief vijftigduizend euro is net als de met twee miljoen pond (2,3 Valorisation Grant bedoeld om miljoen euro). PvG onderzoeksresultaten naar de /gan markt te brengen. Het nieuwe instrument mikt echter vooral
Meest geklikt 1
Arbeidsmarkt
‘Beloon technici beter dan managers’ Uit onderzoek van Yacht blijkt dat hoogopgeleide technici salaris verreweg het belangrijkst vinden bij het kiezen van een nieuwe baan. De hogere vergoedingen zijn echter alleen te vinden in management- of stafposities. Om te voorkomen dat de bèta’s daarheen ‘vluchten’, moeten we technische functies beter belonen, aldus Yacht. PvG /yacht
2 Halfgeleiders
Kroes kondigt miljardenoffensief voor IC-industrie aan Eurocommissaris Neelie Kroes stelt vijf miljard euro publiek geld beschikbaar om de concurrentiepositie van de Europese halfgeleidersector te versterken. De industrie moet zelf evenveel bijleggen. De EC wil het geld de komende zeven jaar verdelen over R&D- en andere innovatieprojecten in de hele Europese IC-toeleverketen. PvG /kroes
3 Zonnecellen
Doorstart Scheuten mislukt De Roermondse rechtbank heeft drie bv’s van Scheuten Solar failliet verklaard. Nekslag voor de PV-tak van het Venlose bedrijf was de waarschuwing van de NVWA voor brandgevaar in zijn panelen. Eind mei vorderde het Chinese moederbedrijf Aikosolar de uitstaande leningen terug, waarop Scheuten uitstel van betaling moest aanvragen. PvG /scheuten
4 Processoren
Eric Meurice in directieraad Arm Scheidend ASML-CEO Eric Meurice krijgt een plekje in de directieraad van Arm als nietuitvoerend (onafhankelijk) directeur. Dat betekent dat hij geen managementfunctie zal bekleden. Arm telt al vijf van dergelijke directeuren. Meurice voegt zich met deze functie bij onder meer ex-Logica-CEO Andy Green en ex-IBM Emea-topman Larry Hirst. PE /meurice
5 Arbeidsmarkt
‘Geen tekort op arbeidsmarkt in Brainport’ In de Brainport hoeft geen tekort aan kenniswerkers te ontstaan de komende jaren. Uit onderzoek blijkt dat de regio over een grote hoeveelheid talent kan beschikken: zeker 45 miljoen hoogopgeleide bèta’s zijn bereid om naar Nederland te verhuizen. De uitdaging is deze mensen te bereiken en te rekruteren. PvG /tekort
6|9
Over one million people around the world speak MATLAB. Engineers and scientists in every field from aerospace and semiconductors to biotech, financial services, and earth and ocean sciences use it to express their ideas. Do you speak MATLAB?
See related article at www.mathworks.nl/ltc
®
The language of technical computing MathWorks Benelux Now hiring for technical and sales positions www.mathworks.nl/contact
Image Credit: SAO, NASA, JAXA/ISAS, NAOJ ©2013 The MathWorks, Inc.
Solar Image taken by the X-Ray Telescope: supplied courtesy of Smithsonian Astrophysical Observatory.
Nieuws Onderzoek Bart Noordam: ‘We hebben een goede balans gevonden’.
Door ASML gesponsord instituut goed voor heel Nederland
Foto: UvA, Bram Belloni
ASML betreedt met de cofinanciering van een publiek onderzoeksinstituut een spanningsveld, erkent vicepresident research Bart Noordam, maar de wetenschap klaagt niet. Integendeel.
Foto: Amolf
Albert Polman: ‘We zouden er natuurlijk niet aan zijn begonnen als er geen hoogstaande wetenschap bedreven zou worden.’
E
r is er altijd wel eentje die het feestje probeert te bederven. ‘Dit wordt nu een lab waarin de maatschappij de wetenschap ten dienste stelt aan een onderneming, in plaats van andersom. Waarom laat ASML de maatschappij meebetalen?’, schreef NRCcolumnist Maarten Schinkel naar aanleiding van de oprichting van het Instituut voor Nanolithografie in Amsterdam (INL, zie kader), dat de komende tien jaar zo’n honderd miljoen gaat stukslaan op fundamenteel onderzoek in ‘gebieden die innovatie ontsluiten in de halfgeleiderindustrie’. In een voor Nederland ongebruikelijke constructie draagt ASML daar ongeveer een derde aan bij. Aan de telefoon reageert Bart Noordam kalm op de publiek gestelde vraag van Schinkel. ‘Ik ga het niet ontkennen: we denken dat we wat aan het INL hebben. En ik weet heel goed dat we daarmee een spanningsveld betreden. Je wilt niet dat bedrijven de academische vrijheid platslaan, maar je wilt ook niet dat academici met de rug naar de samenleving staan’, zegt Noordam. De vicepresident research bij ASML kan de kwestie uitstekend
Paul van Gerven
van beide kanten bekijken; tot eind vorig jaar was hij decaan op de bètafaculteit van de UvA. Volgens ingewijden komt het initiatief voor het INL uit zijn koker, maar zelf spreekt hij van een group effort binnen ASML. Noordam vervolgt: ‘We willen zeker niet dat ASML te veel invloed krijgt. Als je originele ideeën wilt genereren en sterspelers wilt aantrekken – en dat willen we – dan moet het instituut vrijheid bieden. ASML krijgt medezeggenschap over de onderzoeksthema’s, maar niet over individuele projecten. Een onderzoeksleider mag dus best eens iets esoterisch proberen, bijvoorbeeld. Zo creëren we een omgeving met internationale aantrekkingskracht, die goed is voor heel Nederland. We hebben een goede balans gevonden, vind ik.’
Dynamiek Directeur Albert Polman van het Fom-instituut Amolf, vanwaaruit het INL opstart, sluit zich daar desgevraagd helemaal bij aan: ‘We zouden er natuurlijk niet aan zijn begonnen als er geen hoogstaande wetenschap bedreven zou worden. ASML betaalt de helft van de basisfinanciering van het instituut, dus is het logisch dat het inspraak krijgt, maar het is wel degelijk publiek fundamenteel onderzoek dat we gaan doen. Niemand die weet wat daar voor nieuwe ideeën, toepassingen of patenten uit komen. Bovendien leert de
ervaring dat ongeveer de helft van de buitenlandse onderzoekers die we aantrekken in Nederland blijft. Dat is belangrijk voor de Nederlandse kenniseconomie.’ Amolf werkt al prettig samen met een bedrijf, vertelt Polman. De Surface Photonicsonderzoeksgroep ontrafelt samen met Philips Research in Eindhoven de geheimen van de interactie tussen licht en nano-oppervlakken, met als mogelijke toepassing ledlampen. Ook hier is de financiering ruwweg fiftyfifty verdeeld over de publieke en private partner. Resteert de vraag waarom ASML ervoor kiest mee te betalen aan de huur van een instituut, in plaats van het bestaande netwerk van onderzoekspartners in binnen- en buitenland aan te spreken. Noordam: ‘We hebben verschillende oplossingen overwogen voor de vragen waar wij op de lange termijn antwoord op zouden willen krijgen. Uiteindelijk zijn we tot de conclusie gekomen dat een fysiek instituut, waar onderzoekers dagelijks met elkaar van gedachten kunnen wisselen, de beste dynamiek en dus het snelst resultaten oplevert.’ De oprichting van het INL betekent echter niet dat ASML andere onderzoeksactiviteiten terugschroeft, ook niet met andere onderzoekspartners. ‘Ik zie ons netwerk eerder groeien dan krimpen’, zegt Noordam. ‘Elk onderzoeksprobleem heeft zijn optimale manier om aangepakt te worden.’
Het INL in het kort
• Start 1 september 2013, intrek in eigen gebouw 1 december (na voltooiing verbouwing). • Looptijd tien jaar, met de intentie daarna verder te gaan. • Budget honderd miljoen euro voor tien jaar, waarvan ASML dertig miljoen bijdraagt, Fom/NWO 25 miljoen, de UvA en VU samen 12,5 miljoen en de gemeente Amsterdam vijf miljoen. De rest wordt gefinancierd met behulp van andere nationale en internationale onderzoeksprogramma’s. • Biedt plaats aan honderd onderzoekers, verdeeld over zeven onderzoeksgroepen. • Het onderzoek start met onderwerpen gerelateerd aan EUV-lichtbronnen, die op den duur nog een factor tien intenser moeten worden dan de bronnen die ASML nu op zijn roadmap heeft staan. Belangrijke thema’s daarin zijn onder meer laserfysica, licht-materie-interactie en de chemie van fotolak.
6 | 11
Tim Groeit En jij? Persoonlijke groei, dat vinden wij belangrijk. Groeien
professionals werken voor en bij klanten zoals ASML,
als mens, groeien als professional. Wij bieden jou als
Océ, Philips en TomTom. Op dat allerhoogste niveau
embedded software of hardware expert de ruimte en de
kun jij je talent en ambities optimaal ontwikkelen. Op dat
®
mooiste merken. Zodat jij Groeit .
®
niveau kun je wérkelijk groeien. Als professional en als ®
mens. Wij bieden je de kans. Zodat jij Groeit . Onze arbeidsvoorwaarden en ons Employment Benefit Program zijn uitstekend. Zeker zo belangrijk is dat je bij
TOPIC zoekt Software- & Hardware-engineers.
TOPIC een unieke kans krijgt om jezelf te ontwikkelen
Interesse?
in de top van de markt. Onze software en hardware
Kijk snel op www.topic.nl voor onze vacatures.
Topic. Blijf groeien
Opinie Groods greep
Testautomatisering is onvermijdelijk
D
Derk-Jan de Grood helpt organisaties meer grip te krijgen op hun (test)project.
e economie bepaalt hoe organisaties opereren en hoeveel geld ze willen steken in IT. Ze moeten investeren om te kunnen voldoen aan steeds uitgebreidere wet- en regelgeving, om hun dienstverlening uit te breiden en mee te gaan met de technologische ontwikkelingen. De systemen worden steeds complexer en het aantal koppelingen neemt toe. De terugverdientijd van IT-investeringen wordt daarbij korter. De opkomst van de Bric-landen met hun grote aanbod aan goedkope IT-professionals legt extra druk op de tarieven. De aanpassingen die de business wil, bezorgen de IT-afdelingen veel werk, maar het moet allemaal wel snel en goedkoop. Dure professionals die weken achtereen handmatig regressietests uitvoeren, passen niet meer in dit plaatje. Ook de aard van de systemen verandert. Er is een toenemende differentiatie in devices, OS’en en webbrowsers. Dit betekent dat we functionele tests moeten herhalen voor verschillende configuraties. Doe dat maar eens met hand. Voor het testen van mobiele toepassingen gebruiken steeds meer organisaties daarom dockingstations waarin tien of meer devices hangen, die worden aangestuurd door één geautomatiseerd testscript. Locatieafhankelijke functies worden vaak in een laboratorium getest door middel van simulatoren. Virtualisatie maakt het mogelijk hele backoffices na te bootsen, zodat er een compleet testharnas ontstaat dat de automatische tests ondersteunt. Softwareontwikkeling verandert continu. Agile heeft inmiddels kritische massa bereikt en het aantal organisaties dat kiest voor Scrum neemt nog steeds rap toe. Dit heeft gevolgen voor hoe we testen. Enerzijds herhalen Scrum-projecten tests veel vaker dan traditionele watervaltrajecten. Eindeloos handmatig tests herhalen is echter vervelend en past niet in het time frame van de sprint. Anderzijds kijken Agile-projecten steeds vaker naar executable design. Behaviour-driven development slaat bijvoorbeeld de brug tussen specificatie en testontwerp en binnen modelgebaseerd testen is het model het executable design en kunnen we daaruit tests genereren. Beide aanpakken maken gebruik van automatiseringstools. Bij continuous delivery gelden de effecten nog sterker. Als we een paar keer per dag met onze code naar productie willen,
kan het niet zo zijn dat er een groepje testers met zweetparels op hun voorhoofd de boel tegenhouden omdat ze nog niet klaar zijn met hun werk. Voor continuous delivery zullen de tests daarom geïntegreerd moeten zijn in het automatische build- en deployment-proces. Daarnaast is er een verschuiving naar productie. Door hun voorspelbaarheid zijn geautomatiseerde tests hierbij veiliger dan handmatige. Om het reallife gedrag van de keten in productie te
De huidige generatie testers is vaak te huiverig voor automatisering kunnen analyseren, worden grote hoeveelheden data verzameld. Hoe meer data, hoe nauwkeuriger, dus de analyse ervan gebeurt uiteraard geautomatiseerd. Tot voor kort haalden we onze voldoening en trots uit het handmatig opstellen van een beslissingstabel of het vullen van grote Excel-sheets. Vanuit een model zijn tests echter veel sneller en vollediger af te leiden. Er zijn voldoende testtools beschikbaar die testcombinaties voor ons kunnen genereren en deze meteen kunnen koppelen aan een geautomatiseerd script. Handmatig een testontwerp maken is daarmee eigenlijk niet meer te verantwoorden naar managers die kritisch zijn op de kosten. Ik wil zeker niet beweren dat alleen automatisch testen volstaat. Handmatig testen is nog steeds iets anders dan automatisch checken. De huidige generatie testers is vaak echter te huiverig voor automatisering, terwijl alles erop wijst dat tooling ook in de testprofessie bezig is aan een opmars. De generatie die nu van de scholen komt, heeft dit allang begrepen en zal bijdragen aan een grotere adoptie van geautomatiseerd testen. Daarmee krijgen alle testers er vroeg of laat mee te maken, ook degenen die tot nu toe hebben getracht tests, tooling en techniek op een afstand te houden.
6 | 13
Ontelbaar veel applicaties, één platform Maak kennis met de meest complete systeemontwerpomgeving
NI LabVIEW is de enige complete ontwikkelomgeving met de beste hardwareintegratie en compatibiliteit waarmee u elke meet- en testapplicatie met vertrouwen kunt realiseren. LabVIEW staat centraal in de grafische systeemontwerpmethode. Met deze methode wordt u niet langer beperkt in uw mogelijkheden en ontwikkelt u uw systeem sneller door de combinatie van een open platform van productieve software en herconfi gureerbare hardware.
>> Realiseer uw systemen sneller. Bezoek ni.com/labview-platform
0348 433 466 National Instruments Netherlands BV ■ Pompmolenlaan 10 ■ Postbus 124 ■ 3440 AC Woerden Tel +31 348 433 466 ■ Fax +31 348 430 673 ■ Chamber of Commerce ■ # 301 168 13 ■ Utrecht ©2013 National Instruments. All rights reserved. LabVIEW, National Instruments, NI, and ni.com are trademarks of National Instruments. Other product and company names listed are trademarks or trade names of their respective companies. 10256
De LabVIEW ontwerpsoftware biedt een ongeëvenaarde hardware-integratie en helpt u programmeren precies op de manier zoals u denkt: grafisch.
Nieuws Medisch
Licht en geluid in de slagader Met een ultrageluidkatheter kunnen artsen aderverkalking binnen in de slagader bekijken, maar ze kunnen niet goed beoordelen hoe gevaarlijk deze is. Met financiering van STW gaat het Erasmus Medisch Centrum een prototype ontwikkelen van een katheter die dat wel kan. Pieter Edelman
B
egin deze maand maakte technologiestichting STW de eerste zeven honoreringen bekend voor haar Demonstrator-subsidie. Wanneer de industrie aarzelt om een wetenschappelijke vinding tot product te ontwikkelen, kunnen de wetenschappers met behulp van de subsidie een prototype bouwen. Als die eerste belangrijke hobbel eenmaal is geslecht, wordt het veel makkelijker om de ontdekking bij het bedrijfsleven te krijgen, hoopt STW. Een van de ontvangers is Gijs van Soest, onderzoeker bij het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum. Zijn groep werkt aan het verbeteren van de ultrageluidkatheters waarmee tijdens dotterbehandelingen naar aderverkalking in een slagader wordt gekeken. In het lab, waar zo’n probe net een stuk van een vrij geprepareerde slagader in beeld brengt, toont hij de vinding: een katheter die, als je goed kijkt, niet alleen een ultrageluidtransducer bevat maar ook een glasvezel. Dat moet de samenstelling van de probleemgebieden onthullen. Bij aderverkalking zet zich overal in het lichaam op de wanden van bloedvaten een plaque af. Die komt in twee vormen voor, de een vrij onschuldig, de ander levensgevaarlijk. ‘Stabiele plaques vormen een verdikking die langzaam groter wordt. Als die in je kransslagader zit, kun je pijn op de borst krijgen. De cardioloog zal dat oplossen met een dotterbehandeling of door een stent te plaatsen’, legt Van Soest uit. ‘Maar de andere manifestatie is dat die plaque een vetophoping is. Je lichaam legt daar een kapje overheen om het van de bloedbaan te scheiden, maar dat is vrij fragiel. Als het scheurt en die troep in het bloed komt, ontstaat er een bloedpropje dat het vat kan blokkeren. En als dat in de kransslagader gebeurt, heet dat een hartaanval.’ Vandaar dat artsen tijdens een dotterbehandeling even de tijd nemen om de plaques met een katheter te bekijken. Alleen geeft dat geen uitsluitsel over het type plaque – is het de stabiele variant of de gevaarlijke onstabiele?
Van Soests groep heeft aangetoond dat die vraag kan worden beantwoord met technologie die bekendstaat als fotoakoestiek. De aanpak bestaat uit twee stappen: eerst wordt er een kort maar fel lichtpulsje op het weefsel afgevuurd, waardoor dat plotseling opwarmt. Die opwarming is slechts minimaal – in de orde van millikelvins – maar genoeg om schokgolven te veroorzaken die een ultrageluidtransducer kan oppikken. Omdat het absorptiespectrum van vet anders is dan van bijvoorbeeld bindweefsel, is de samenstelling van de plaque te achterhalen.
Stevige draad Het principe is in het lab aangetoond, maar er is nog behoorlijk wat sleutelwerk nodig voor een functioneel prototype: de laserbron moet worden doorontwikkeld en de fiber ingepast in een katheter van slechts een millimeter doorsnede. Er is nog een andere complicatie. ‘Een ultrageluidelement kan maar één kant op kijken. Er wordt wel gewerkt aan katheters met meerdere elementen, maar dat is
erg complex en betekent vaak een compromis op bijvoorbeeld bandbreedte, gevoeligheid of beeldkwaliteit’, licht Van Soest toe. Er zit dus maar één ding op: het element wordt op een stevige draad geplaatst en met een motor aan de basis wordt het geheel fysiek rondgedraaid. Een optische vezel erbij maakt het koppelstuk dus een stuk ingewikkelder, vooral omdat de vermogens best hoog zijn en een goede optische afsluiting vereisen terwijl de diameter van de vezel erg klein is. Een mooi klusje voor instrumentenmakerij van het EMC, plus een postdoc die nog aangetrokken moet worden. ‘Uiteraard hebben we wel de gesprekken gevoerd met de bestaande marktpartijen om dit te ontwikkelen’, zegt Van Soest. ‘Maar die zien ook nog wel wat er nog allemaal mis aan zou kunnen gaan. Het ontwikkelen van een nieuw product duurt ook jaren en vergt een investering, dat moet wel een duidelijke plek op hun roadmap hebben. Ik hoop dat we dat plaatsje hiermee zullen krijgen.’
Fotoakoestiek kan op twee manieren worden ingezet. Door een plaatje op de absorptiepiek (c) te vergelijken met een plaatje net ernaast (d) wordt vet in beeld gebracht. Een spectrogram behoort ook tot de mogelijkheden door stapsgewijs verschillende frequenties af te vuren. Dat kan vanwege tijdgebrek maar in één richting, hoewel diepteinformatie wel uit de reistijd van het geluid kan worden gehaald.
6 | 15
Technieuws Onderzoek
Zonnecelpolymeer organiseert zichzelf Paul van Gerven
Z
onnecellen van polymeren maken zou je net zo goed een kunst of een ambacht kunnen noemen als wetenschap. De beste manier om een polymeren zonnecel te maken, is door twee fotoactieve polymeren op elkaar te stapelen of niet-volledig te mengen. Op het grensvlak dat zo ontstaat, worden excitonen namelijk veel effectiever uit elkaar getrokken dan ooit in een monolaagzonnecel het geval zou kunnen zijn. Excitonen zijn elektron-gatparen die ontstaan als elektronen worden aangeslagen door invallende fotonen. Hoe meer elektronen en gaten de elektrodes bereiken, hoe beter de zonnecel. Het frustrerende is echter dat het heel nauw luistert welke polymeren je mengt. Als ze te veel van elkaar verschillen, proberen ze elkaar te ontlopen zoals water en olie dat doen en is er slechts een minimaal grensvlak. Lijken ze te veel op elkaar, dan mengen ze volledig en is er niet eens een grensvlak. En als de juiste balans is gevonden, moeten ook de elektrische eigenschappen nog eens logisch op elkaar passen. Wat je mengt om een goede zonnecel te krijgen, is dan ook niet echt op papier uit te rekenen. Natuurlijk bieden de chemie en de fysica houvast, maar toch blijft er veel ruimte over voor de intuïtie en handigheid van de onderzoeker. Deze eigenschappen
zijn niet noodzakelijkerwijs onwetenschappelijk; ze horen misschien toch meer thuis in het domein der kunsten of ambachten. Onderzoekers van Rice University en Penn State besloten een deel van de con-
Twee polymeren die liever niet mengen, leveren een veel betere zonnecel op als ze aan elkaar worden geknoopt.
trole over het grensvlak terug op te eisen. Zij plakten twee fotoactieve polymeren aan elkaar vast en constateerden dat dit zogeheten blokcopolymeer een veel betere zon-
necel oplevert dan het mengsel van de twee losse ketens. De blokcopolymeercel heeft een rendement van ongeveer drie procent, terwijl de losse constituenten niet verder komen dan 0,1 procent, rapporteren de Amerikanen in Nano Letters. De spectaculaire efficiëntieverbetering is toe te schrijven aan de nanostructuren die het blokcopolymeer uit zichzelf vormt. In een poging van elk van de twee verknoopte strengen om zichzelf met zo veel mogelijk gelijksoortige strengen te omringen, ontstaan lamellen van zestien nanometer breed. Aangezien excitonen gemiddeld tien nanometer kunnen afleggen voordat ze uit elkaar vallen, is dat vrij dicht bij de optimale breedte. Bovendien organiseren de lamellen zich op vooralsnog mysterieuze wijze het liefst loodrecht op de elektrodes, wat elektronen en gaten een relatief korte ontsnappingsroute biedt. De blokcopolymeercel kan zich wat rendement betreft aardig meten met de beste zonnecellen van polymeermengsels. Vooral mengsels van polymeren met superieure elektronacceptoren, zoals buckyballen, doen het echter nog veel beter: meer dan tien procent is haalbaar met drie of meer fotoactieve lagen. De Rice- en Penn State-onderzoekers richten zich daarom in het vervolgonderzoek vooral op performanceverbetering.
Een elektrische schakelaar voor magnetisme Paul van Gerven
D
at elektriciteit en magnetisme intrinsiek met elkaar zijn verbonden, weet iedere middelbare scholier. Toch was het honderden jaren alleen mogelijk om de magnetisatierichting in een magnetisch materiaal te veranderen door er een andere magneet bij te halen. Nu zijn onderzoekers van MIT er – in het klein – in geslaagd om het met elektriciteit te doen. In een publicatie in Nature Nanotechnology laten zij zien hoe zij piepkleine magnetische domeintjes zeer energiezuinig ‘omdraaien’ met een verandering in spanning.
16 |
6
‘Magnetische velden zijn erg moeilijk te lokaliseren. Als je een magnetisch domein probeert te manipuleren, hebben de velden de neiging zich uit te waaieren. Interactie met aanpalende gebieden is bijna niet te vermijden, zeker naarmate de domeinen kleiner en kleiner worden’, legt hoofdauteur Geoffrey Beach van MIT uit. Het probleem is technologisch relevant omdat magnetische domeinen als basis voor opslagmedia zouden kunnen dienen. Zo ontwikkelde IBM-onderzoeker Stuart Parkin het zogeheten racebaangeheugen, waarin magnetische domeinen heen en
weer bewegen in een nanodraad. Het ontbrak hem echter aan een praktische en energiezuinige manier om bits te lezen en te schrijven. Beach en collega’s maakten de ontbrekende schakelaar door magnetisme op dezelfde manier te manipuleren als een transistor dat doet met stroom. Het hoofdingrediënt is een materiaal rijk aan mobiele ionen, dat afhankelijk van de spanningsrichting een magnetische film uitricht. In zijn geheel vormt deze ‘magneto-ionische’ stapel (een onderdeel van) de langgezochte lees- of schrijfkop van een racebaanachtig geheugen.
Opinie Software-engineering
Onbestemd gevoel
T
Angelo Hulshout
[email protected]
oen de redactie mij benaderde met de vraag of ik weer een software-engineeringcolumn kon schrijven, gaf ik aan dat tijd en inspiratie geen probleem waren. De praktijk blijkt een maand later toch anders te zijn. Het is 22:36 uur op de dag van mijn deadline als ik dit schrijf en ik ben net tot de conclusie gekomen dat het idee dat ik een maand geleden had niet ‘columnfähig’ is. Eigenlijk zit ik me af te vragen of software-engineering nog wel iets betekent, en in hoeverre ik er momenteel mee bezig ben. Natuurlijk, ik ben een architectuurbeschrijving aan het maken op basis waarvan iemand straks mijn eigen product gaat realiseren. De vraag is echter of ik daarbij software-engineering aan het bedrijven ben of enkel de randvoorwaarden schep om dat door iemand anders te laten doen. Daarnaast zie ik in mijn werk voor andere partijen dingen gebeuren waardoor ik me af en toe serieus afvraag of software-engineering zichzelf niet de das om aan het doen is. De reden voor dat laatste is tweeledig: enerzijds zie ik dat zelfs de grootste hightechorganisaties (niet alleen in Nederland) software ontwikkelen op dezelfde manier als dertig jaar terug, en dat was een manier waarvan (een deel van) de software-engineeringgemeenschap vijftien jaar geleden al vond dat ze achterhaald was. Anderzijds zie ik dat een kleine gemeenschap nog steeds probeert hier verandering in te brengen, door modelgedreven softwareontwikkeling te promoten en toe te passen. Na twintig jaar (!) is er echter nog bitter weinig gevolg gegeven aan de roep om softwareontwikkeling te moderniseren langs deze weg. Veel van de bedrijven waaraan ik hierboven al refereerde, hebben hun eigen succesverhaal over modelgedreven ontwikkeling, maar in veel gevallen blijft het bij dat ene, zeer lokale succesje. Hoe dat komt? Ik heb allerlei redenen die ik zou kunnen onderbouwen, maar de waarheid zal wel per geval ergens anders liggen. Angst voor verandering, gebrek aan continuïteit, gebrek aan draagvlak, hoge ontwik-
kelkosten door alles zelf te willen doen, niet begrijpen dat software anders is dan staal ... Soms krijg ik hierbij een onbestemd gevoel dat aan al die redenen nog een gemeenschappelijke oorzaak ten grondslag ligt: gebrek aan technisch vernuft en mensen met inzicht in echte software-engineering, vooral in Nederland. Zou naast de ‘harde’ disciplines ook software-engineering slachtoffer kunnen zijn van het gebrek aan bèta’s en de voortdurende misvatting dat ‘wie een website kan bouwen ook een machine kan
Na twintig jaar is er nog weinig gevolg gegeven aan de roep om softwareontwikkeling te moderniseren besturen’? Ik hoop het niet, want dat zou betekenen dat ik weliswaar nog zeker dertig jaar zonder problemen mijn geld kan verdienen met software-engineering en alles eromheen (ook organisaties en processen waar ik me mee bemoei, hebben uiteindelijk met die discipline te maken), maar steeds met dat stemmetje in mijn achterhoofd dat ik enkel dertig, en straks wel vijftig, jaar stilstand aan het compenseren ben. Ach, al met al is het nu 22:50 uur en staat deze column gewoon op papier. Dat geeft toch weer even voldoening en afleiding. Welterusten.
6 | 17
Nieuws Modelgebaseerd ontwikkelen
Een weekendje hacken met ASD Op vrijdag 24, zaterdag 25 en zondag 26 mei organiseerde Nspyre met medewerking van Unit040 en Verum het eerste ASD Hackathon Weekend. Een fotoreportage. Nieke Roos
erkers n, me dew o th a ij k c a ASD H g bijeen b op vrijda rs van de e n e m e m . a k ln ij e w e e k De d Berg relaties, Hoeve in re en van De Putse e ti a van Nspy d o comm groepsac
De uitdag ing: in AS D de contr containe olesoftwa rtermina l, op scha re ontwik De deeln al nageb emers die ouwd in le kelen voor een nden twe truck en la go. e subsyst adplatform emen, gegenere , te m o dell erde code te validere eren en de n.
De deelnemers verdeelde n zich over meerdere tea ms, die elk hun eigen aanpak vol gden: sommige gingen voor incrementeel, ander e voor big bang.
vol tot ruim na enen. De diehards hielden het validatie van de eerste Uiteindelijk slaagde de met latform die avond nog, dp besturing voor het laa . ng elli pst o-o n op de leg slechts één enkele testru
18 |
5
ormde een De lunch v g, nderbrekin welkome o n e tt ze n te et e maar na h jd ri ers de st de deelnem met stand rt o direct vo n u h ze n s waari upmeeting ken. ang bespra g rt o vo
De organ isatie beoordeeld e de team s op de kw aliteit va n de archit ectuur, het ontw erp van d e controlle rs en de samenwe rking. He t winnend e team ha d als enige beide sub systemen geheel af.
Opinie De communicatietrainer
Hoe bel ik een potentiële klant? Een projectleider vraagt: Mijn manager wil dat ik meer ga netwerken. Daarbij hoort ook het telefonisch benaderen van potentiële klanten die ik op een bijeenkomst of beurs heb ontmoet en nog niet zo goed ken. Hoe pak ik zo’n telefoongesprek aan?
De communicatietrainer antwoordt: Jaco Friedrich is softskillstrainer bij het High Tech Institute.
[email protected]
Het zogeheten ‘koud’ bellen is iets waar de meeste technici ver weg van blijven. Begrijpelijk, want je moet jezelf ‘verkopen’ en dat voelt voor veel mensen ongemakkelijk. Dus als je ertegen opziet, ben je in ieder geval niet de enige. Toch is het echt iets dat je kunt leren en ook kunt leren leuk vinden. Koud bellen is een potentiële klant telefonisch benaderen met wie je nog niet eerder of slechts heel kort hebt gesproken. Een contact is warmer als je de ander al beter kent. Hoe beter de relatie, hoe gemakkelijker het is om een keer te bellen. Een warm contact zit dus al in je netwerk, een koud contact niet. Netwerken is het leggen van potentieel functionele relaties en acquireren is werk binnenhalen. Het leggen van contacten en het vervolgens kunnen gaan praten over wat je al dan niet voor de potentiële klant kunt betekenen, verloopt stap voor stap. Om te beginnen, gaat het erom om een keer aan tafel te komen of in ieder geval met elkaar in contact te komen. Hoe pak je dat aan? Allereerst is het belangrijk dat je een realistisch doel hebt als je gaat bellen. Een groot project haal je niet binnen in een enkel gesprek. Maar wat is wel mogelijk? Bijvoorbeeld dat je een keer kunt komen praten. Of dat degene die je belt, verwijst naar iemand met wie je eens zou kunnen gaan praten. Dus maak van tevoren voor jezelf helder wat je doel is en maak wat je wilt vragen zo klein mogelijk. Zo klein dat de ander eigenlijk geen nee kan zeggen. Het mooie effect hiervan is dat als iemand een keer ja heeft gezegd, er automatisch een mechanisme in de hersenen in werking treedt dat de gegeven ja innerlijk verantwoordt. Met andere woorden: de ander zal
vanaf dat moment redenen bedenken waarom het goed is dat hij tegen jou ja heeft gezegd. De volgende ja zal gemakkelijker zijn. Als je belt en de ander kent jou nog helemaal niet, stel je jezelf voor. Je vertelt kort wat je doet, voor welke doelgroep en wat het oplevert: ‘Ik ben Piet van bedrijf X en ik ben gespecialiseerd in deze oplossingen voor middelgrote ondernemingen. De oplossing die ik biedt, levert meestal een kostenreductie op van minimaal twintig procent.’ Heb je de ander al een keertje gesproken, bijvoorbeeld op een beurs, verwijs daar dan naar. Het voorstellen kun je dan achterwege laten. Heb je het eerste contact eenmaal gelegd, dan is de volgende stap: met de deur in huis vallen. Vertel gewoon wat je wilt of wat je wilt
Hou het klein en licht vragen. Bijvoorbeeld: ‘Ik ben bezig een nieuw concept te ontwikkelen om specifiek dit en dat soort problemen op te lossen. Ik wil u vragen een keer mee te denken.’ Of: ‘Ik wil graag een keer met u praten over een specifieke oplossing die we hebben voor een probleem waar u mogelijk ook mee te maken heeft.’ In het gesprek is het belangrijk het licht te houden. Misschien kun je samen even lachen, dat zou geweldig zijn. Verder moet je jezelf durven te verkopen. En bedenk dat je ook echt wat te bieden hebt. Tot slot: wees recht door zee. Ga de ander niet vertellen dat het toch echt beter voor hem is dat hij een keer met jou praat. Dat vindt niemand fijn. Zeg gewoon dat jij het heel graag zou willen omdat je denkt dat je wat te bieden hebt. Bereid je goed voor en hou het klein en licht.
6 | 19
Ding mee naar de
HTNL Award
2013
Dé prijs voor de beste prestatie in de hightech. Niet alleen technologische innovatie telt. Bewezen
samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen is minstens zo belangrijk. De HTNL Award betekent erkenning en zichtbaarheid. En een mooi beeldje natuurlijk (van de bekende beeldhouwer Hans van Eerd). Inzenden kan tot 1 oktober. De uitreiking vindt plaats tijdens het Bits&Chips Embedded Systems event op 7 november.
Meer informatie? Kijk op www.hightechnl.nl/award
De HTNL Award wordt mogelijk gemaakt door
Thema Mkb’s in de hightech Veel vernieuwingen in de hightech komen uit de koker van midden- en kleinbedrijven. Deze uitgave richt de schijnwerper op een aantal van hen. We belichten hun oplossingen, de hobbels die ze hebben moeten overwinnen en de randvoorwaarden voor innovatie in het mkb.
21 |
2
Achtergrond Innovatie
Ondernemers moeten pijn gaan verkopen De honderden adviseurs, instanties en subsidieregelingen sturen de ondernemer de verkeerde kant op, aldus startupadviseur Hans van der Hoek. Volgens hem is het hoog tijd om buiten de gebaande paden te treden. Hans van der Hoek
L
aten we aannemen dat de volgende stellingen houdbaar zijn. Een: het mkb is de motor van de economie. Twee: innovatie is de drijvende kracht van economische groei. Drie: innovatie en technologie gaan hand in hand. Hoe staat Nederland er dan voor? Qua innovatie en technologie doen we het helemaal niet slecht. Rondom ASML is een ecosysteem ontstaan van bedrijven die in hun tak van sport wereldwijd vooroplopen. Er zijn meer van zulke ecosystemen, soms regionaal verbonden – de regio Eindhoven komt dan gelijk in gedachten – en soms sectoraal. Bij dit laatste zien sommigen de topsectoren voor zich, maar je kunt ook denken aan verbanden op het gebied van bijvoorbeeld draadloze communicatie of hoogwaardige technologie voor de varkenshouderij. En omdat de wereld voorlopig alleen maar meer chips, meer draadloze toepassingen en meer varkensvlees nodig heeft, kunnen we nog veel plezier beleven van deze sectoren. Indien innovatie de drijvende kracht achter economische groei is, dan zouden we met zulke regionale en sectorale ecosystemen de recessie toch glansrijk moeten kunnen doorstaan? Waarom krimpt onze economie dan? Waarom pakken we juist in deze tijden geen grote marktaandelen in de wereld? Het antwoord is simpel: te veel bedrijven verspillen hun innovatieve vermogen. Startende bedrijven en mkb’ers die weinig ervaring hebben met innovatie ontwikkelen high-end technologie, maar komen moeilijk tot voldoende omzet – en dus tot positieve cashflow, een essentiële voorwaarde om te kunnen investeren in innovatie. De honderden adviseurs, instanties en subsidieregelingen sturen de ondernemer bovendien de
22 |
6
verkeerde kant op, op een met goede intenties geplaveide weg. En we weten allemaal waar die heen leidt.
de straten af op zoek naar hun volgende shot. Ik heb Agentschap NL om die reden wel eens de grootste dealer van Nederland genoemd.
Grootste dealer
Gericht op omzet
Wie het woord ‘innovatie’ googlet, ziet op de eerste pagina vooral links naar de overheid. Tal van subsidieregelingen worden gepromoot alsof het uitdelen van geld net zo competitief is als het repareren van autoruiten. De overheid wil blijkbaar graag hebben dat iedereen met innovatie bezig is. Daarvoor zou je een zorgvuldig beleidsinstrumentarium verwachten. Niets is minder waar. De tientallen instrumenten komen uiteindelijk neer op hetzelfde: subsidie. Vrijwel elke subsidieregeling schiet echter haar doel voorbij. Ten eerste komen sommige bedrijven wel en andere niet in aanmerking. Zo ontstaat oneerlijke concurrentie, terwijl gezonde rivaliteit juist de grootste drijfveer is voor innovatie. Ten tweede zouden de instrumenten om innovatie te stimuleren bij moeten dragen aan de risicoafdekking. Subsidieregelingen verleggen echter de risico’s – de populaire IBSK-regeling geeft falende ondernemers een forse tik na. Het gevolg is dat mensen met faalervaringen volledig aan de zijlijn worden gezet. Ten derde zijn veel subsidies gericht op verlaging van de kosten (met name salarissen), terwijl het eigenlijke doel is dat er producten komen waarmee we de wereld kunnen veroveren. Hoe selectieve lastenverlichting daartoe bijdraagt, is mij een raadsel. Daarnaast is er het verslavende aspect van subsidie. Er zijn in Nederland nogal wat bedrijven die zonder subsidies acuut hun deuren moeten sluiten. Samen met adviseurs, wetenschappers en andere verslaafden schuimen ze
Baanbrekende innovaties komen vaak tot stand door wetenschappelijke inzichten te vertalen naar producten en diensten waarmee klanten beter zijn geholpen. Vector Fabrics ontwikkelt bijvoorbeeld tools om sequentiële software naar multicore te porten en zo beter te laten presteren. Ambient Systems laat realtime bewaking toe van klimaatgecontroleerd transport en dito opslag, met minder verlies van voedsel en vaccins als gevolg. Litams maakt precision farming bij veehouders mogelijk, waardoor dezelfde hoeveelheden voer en arbeid meer vlees opleveren. Wat ooit begon als een wetenschappelijke studie, is nu een innovatief product op de wereldmarkt. Om die baanbrekende innovaties te realiseren, is nauwe samenwerking met onderzoeksinstituten noodzakelijk. Hoewel we de afgelopen twintig jaar flinke stappen de goede kant op hebben gezet, zien veel wetenschappers nog steeds niet in hoe belangrijk het is om een bedrijf vooruit te helpen. Zij blijven zich in de samenwerking met het bedrijfsleven richten op subsidie-inkomsten en het promoten van generieke oplossingen. Valorisatie van wetenschap en technologie laat zich echter het beste meten door omzet. Dat dwingt vakgroepen tot innige samenwerking met bedrijven die daarvoor openstaan. Ondersteunen in plaats van leunen. Kiezen (want innoveren is heel veel keuzes maken) in plaats van alle opties openhouden. Gericht zijn op omzet in plaats van subsidiemaximalisatie.
n atio t: rm e visi o f n s i lea re mo g, p For rderin o te and bga we w.r
ww
/
om
k.c
ni utro
Committed to excellence
Semiconductors Passive Components
Pijn verkopen Ten slotte is er de race tegen de klok. Innovaties zijn beperkt houdbaar, dus time-to-market is relevant. Er zijn bibliotheken vol geschreven over innovatiemanagement – hoe zorg je dat productontwikkeling zo snel mogelijk gaat. Maar als het revolutionair nieuwe product eenmaal ‘af’ is en de ontwikkelaars liggen bij te komen van maanden doorbuffelen, blijkt het bedrijf er geen omzet uit te halen. Ten einde raad gaat de ondernemer naar de Kamer van Koophandel, Syntens of een marketingbureau. Daar hebben ze echter ook geen ervaring met het verkopen van baanbrekende innovaties. Hun adviezen brengen de ondernemer zelfs dieper in de problemen. Waarom? Omdat ze ervan uitgaan dat er een markt is. Voor veel innovaties is die er echter nog helemaal niet. Een markt is namelijk vraag én aanbod. Je kunt wel heel snel je aanbod voor elkaar krijgen, maar als een klant geen idee heeft dat de innovatie bestaat, is er geen behoefte aan en is er dus geen vraag. De ervaren ondernemer weet dat en besteedt minstens evenveel aandacht aan het ontwikkelen van de vraag als het ontwikkelen van de innovatie. In mijn praktijk kom ik helaas maar weinig mensen tegen die ervaring hebben met het ontwikkelen van de vraagkant. Het gaat er daarbij niet om het product te promoten, maar om de behoefte te creëren. Niet de voordelen aanprijzen, maar de pijn voelbaar maken. Niet alleen innoveren met de oplossing, maar met het hele businessmodel. En dat brengt me terug bij de subsidieregelingen en de samenwerkingsverbanden met universiteiten, TNO en andere instituten. Het hele traject van de pijn voelbaar maken, compleet nieuwe businessmodellen opzetten en buiten de gebaande paden treden (en dus nieuwe ervaringen opdoen) past maar moeilijk in het bestaande beleid en het bijbehorende instrumentarium. Het wordt tijd dat onze ondernemers deze pijn ook gaan verkopen, zodat de overheid de middelen waarmee ze innovatie stimuleert ook baanbrekend vernieuwt. Hans van der Hoek (
[email protected]) is medeoprichter en CEO van Litams, CEO van Ambient Systems en adviseur bij Vector Fabrics. Daarnaast is hij de auteur van ‘Time to cash – the seven keys to successful high-tech start-ups’.
Electromechanical Components Displays & Boards Storage Technologies Wireless Technologies Lighting Solutions Photovoltaic Solutions
Electronics Worldwide Consult | Components | Logistics | Support As one of the leading distributors for electronic components, we offer you worldwide a wide range of products, competent technical support for product development and design, customized logistics solutions and a comprehensive range of services.
Consult | Components Tel. +31 183 64 60 50
|
Logistics | Support www.rutronik.com
Redactie Nieke Roos Image Elektronikk 6_2013.indd 1
10.06.2013 12:51:34
6 | 23
Kverneland Group Mechatronics BV is looking for Software Engineers! Kverneland Group Mechatronics BV, is the innovative technological division in the worldwide network of the Norwegian Kverneland Group, one of the key players in the development, production and sale of a wide range of stateof-the-art agricultural machines. For our organization we are looking for
SOFTWARE ENGINEERS Summary of activities: • Responsible for the Software development, maintenance, software solutions, design and architecture; • Design and implementation of embedded software; • Setting up detailed production specifications; • Designing and implementing prototypes, for both software and hardware; • Offering support in testing machines; • Supporting and advising customers;
• Knowledge of hardware design, microcontrollers and electronics; • Detailed knowledge of control systems; • Knowledge of CAN bus systems, embedded Linux OS, agriculture is a plus; • Good command of English in word and writing. We offer: Excellent compensation and benefits. Opportunities for education and training to develop professionally and personally. Are you interested? Mail your application – with CV – to Suzan van der Meer:
[email protected].
Knowledge and skills: • HBO in Electronics, Technical Computer Science or (Technical) Informatics; • Professional in (embedded) C/C++ language; • Experience with software design of embedded systems in real-time applications;
System architect innovation services - Eindhoven job id 005616 Philips Innovation Services Contactpersoon: Joeri van der Rhee E
[email protected] T +31 6 52751738
Sr. software engineer / (sr.) software designer PROMEXX Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Software engineer PROMEXX Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Op zoek naar een baan (hbo+) in de hightechindustrie? Bekijk dan het uitgebreide vacature-overzicht op www.hightechbanen.nl.
Topjobs in hightech Wilt u uw vacatures op laten vallen op www.hightechbanen.nl, de geheel vernieuwde website van Bits&Chips èn in de nieuwsbrief van Bits&Chips? Neem dan contact op via
[email protected] voor meer informatie of het reserveren van een topjob.
@HightechBanen www.hightechbanen.nl
In bedrijf Ambient Systems
Afsplitsing UT overwint verschillen tussen wetenschappers en ondernemers
W
at doen jullie? ‘Ambient Systems bestaat uit acht mensen en een netwerk van toeleveranciers en partners’, licht CEO Hans van der Hoek toe. ‘De partners verkopen onze draadloze sensortechnologie als onderdeel van Saas-oplossingen voor klimaatgecontroleerd transport en klimaatgecontroleerde overslag.’
Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘We hebben diverse financieringsrondes achter de rug met drie kapitaalschieters: Drienerlo Investments, Twente Technopolis en PPM Oost. Ook toen het zakelijk slecht ging, bleven zij in de mogelijkheden van Ambient Systems geloven.’
Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘We zijn in 2004 ontstaan als spin-off van de UT. Sindsdien hebben we ruime ervaring opgedaan met draadloze sensornetwerken.’
Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Het verschil in cultuur, werkwijze en focus van wetenschappers en ondernemers.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘Financieel hebben we veel steun gehad van onze aandeelhouders. Qua doorzettingsvermogen hebben we een geweldig team. Met het oog op commercieel succes hebben we mensen in en om het bedrijf die ons scherp houden.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Zorg dat je een goed team hebt. Haal de juiste mensen aan boord en zet ze op de juiste plek. Durf afscheid te nemen van mensen die niet in het team passen. Want met een goed team kun je ontzettend veel bereiken.’
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘De binnen de UT ontwikkelde kennis en inzichten omzetten in producten die verkoopbaar zijn.’
In bedrijf Litams
Familiebedrijf in precisieveeteelt leert van klanten Wat doet Litams? ‘Wij leveren informatiediensten aan de roodvleessector, van dracht tot slacht’, antwoordt medeoprichter en CEO Hans van der Hoek. ‘We helpen boeren, handelaren en slachthuizen om van ieder dier nauwkeurig alle gegevens vast te leggen. Hiermee wordt precision farming mogelijk, terwijl ook de traceerbaarheid van vlees voor de consument drastisch verbetert.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘Litams is in 2008 ontstaan toen de veeteeltkennis van mijn broer Arjan samenkwam met mijn RFID- en IT-kennis.’
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Het aansturen van onderaannemers. Litams besteedt alle software- en hardwareontwikkeling uit. We moesten leren het kaf van het koren te scheiden. Nu hebben we een goed netwerk van partners om ons heen, die ons begrijpen, meedenken en tegen acceptabele kosten kunnen leveren.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘We zijn gefinancierd door eigen vermogen, subsidies en de IBSK-regeling. Ook onze partners hebben meegefinancierd.’
Wat was het belangrijkste obstakel de eerste jaren? ‘Dat waren technische problemen. Een van onze toeleveranciers verzweeg testresultaten, waardoor we meer dan een jaar lang veel problemen bij klanten hebben gehad, die we niet konden verklaren.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘We hebben veel geleerd van onze klanten, terwijl wij hen leerden de mogelijkheden van onze technologie te benutten.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Focus, focus, focus.’
6 | 25
In bedrijf Medusa
Spin-off Kernfysisch Versnellerinstituut brengt straling in kaart Waar radioactieve materialen gedetecteerd moeten worden, ziet het Groningse Medusa een rol weggelegd voor zijn producten. Met het researchinstituut Incas3 uit Assen legt het bedrijfje de laatste hand aan een nieuwe generatie stralingsmeters. Deze zijn nog lichter, kleiner en zuiniger en kunnen nog meer signaalanalyse aan boord uitvoeren. Nieke Roos
‘M
et verschillende sensortechnieken proberen we zo veel mogelijk informatie boven de grond te krijgen zonder te hoeven graven’, kenschetst Han Limburg de wereld waarin zijn bedrijf Medusa hoofdzakelijk actief is. ‘Of zoals ik het iemand wel eens treffend heb horen omschrijven: we are just the guys that create nice colour pictures and tell other people where to dig. Typisch hebben we te maken met klanten die van een gebied precies willen weten wat er in de bodem zit, bijvoorbeeld of die verontreinigd is, of er kabels of leidingen lopen, en zo ja, waar dan.’ Het Groningse Medusa kijkt specifiek naar de straling die uit de aardbodem komt. ‘Van nature bevat die drie stralende stoffen: uranium, thorium en kalium. Daarnaast zit er nog wat spul in dat door mensen is gemaakt. In Nederland meten we bijvoorbeeld cesium, dat afkomstig is van Tsjernobyl’, licht Limburg toe. ‘Al die stoffen zenden gammastraling uit, opgevoerde röntgen als het ware, die we kunnen detecteren met zogeheten scintillatorkristallen. Dit zijn zouten die de energie van de opvallende straling omzetten in lichtflitsen. Dat licht converteren wij weer in een elektrisch signaal en dat meten we.’ De verschillende isotopen laten het kristal allemaal op een andere manier trillen, met hun eigen kenmerkende lichtpatroon als gevolg. De hoeveelheid licht die ontstaat, is bovendien proportioneel met de hoeveelheid energie die het zout absorbeert en dus een maat voor de afstand tot de stralingsbron. Uit het gemeten voltage is zodoende te reconstrueren welke stof waar zit. ‘Uranium geeft een ander beeld dan thorium of kalium’, weet Limburg. ‘In het algemeen meten we een mix
26 |
6
van dat trio en krijgen we een optelsom van drie componenten. Dat gecombineerde spectrum ontrafelen is ons specialisme.’
Eigen klant Medusa is ontstaan uit het Kernfysisch Versnellerinstituut (KVI) van de Rijksuniversiteit Groningen. Eind jaren negentig was Han Limburg daar postdoc, terwijl medeoprichter Ronald Koomans er de laatste hand legde aan zijn proefschrift, beiden onder leiding van (inmiddels emeritus) hoogleraar Rob de Meijer. Hun groep, die nu niet meer bestaat, paste meettechnieken uit de kernfysica toe in de geologie en geofysica. Een van de ontwikkelingen was het Multi-Element Detection System for Underwater Sediment Activity (Medusa), een lichtgewicht oplossing
om met gammastraling een beeld te vormen van afzettingen op waterbodems. Rond de millenniumwisseling besloten Koomans en Limburg dat het tijd was voor een volgende stap: op eigen benen verder om Medusa naar de markt te brengen. ‘De RUG bood toen de mogelijkheid en zelfs het zaaigeld om technologie mee te nemen en er een eigen bedrijf omheen op te zetten. In ruil daarvoor kreeg de universiteit een belang in de onderneming’, kijkt Limburg terug. ‘In die constructie zijn we in 2000 gestart als adviesbureau dat in opdracht de bodemsamenstelling in kaart brengt met behulp van Medusa.’ In hun achterhoofd hadden de twee echter altijd het idee om het meetsysteem ook te gaan verkopen. Limburg: ‘Daar zijn we
Een ‘klassiek’ Exploraniumsysteem heeft een vijf keer groter kristalvolume dan Medusa.
Gemonteerd aan een bus van Fugro heeft het Medusa-systeem alle zinkashoudende wegen in de Kempen in kaart gebracht. Doordat zinkas uraniumhoudend is, kan het door een stralingsmeting worden herkend.
zo’n beetje in 2007 mee begonnen. In eerste instantie vrij ad hoc, maar de laatste paar jaar zijn we er echt serieus een business omheen aan het bouwen.’ Anno 2013 bestaat het bedrijf uit tien mensen, verdeeld over twee poten: Medusa Systems, dat stralingssensoren ontwikkelt en aan de man brengt, en Medusa Explorations, dat die producten toepast om bodemonderzoek te doen voor externe opdrachtgevers. Limburg leidt de eerste activiteiten, Koomans de tweede. Dat duale karakter is erg handig, vindt Limburg. ‘Bedrijven die puur systeemontwikkeling doen, hebben er vaak een hele kluif aan om alle informatie over het gebruik los te peuteren bij hun klant. Wij zijn onze eigen klant. Wij schroeven een meetsysteem in elkaar en een van onze jongens gaat ermee naar buiten. Als er dan iets mis is, bijvoorbeeld de bediening is te ingewikkeld, het scherm is slecht leesbaar of een van de kabels zit in de weg, dan krijgen we dat gelijk voor onze voeten geworpen. De feedback is heel direct.’
Langgerekt elliptisch De producten van Medusa werken met verschillende soorten scintillatorkristallen. ‘Er zijn vijf à zes gangbare materialen, elk met voor- en nadelen. Het meest toegepast wordt natriumjodide. Een alternatief is bismutgermanaat, BGO’, somt Limburg op. ‘Wij kiezen doorgaans echter voor cesiumjodide, omdat dat zwaarder is en daardoor wat efficiënter straling detecteert. Die kristallen gebruiken we in verschillende maten: van een kubieke inch tot vier liter, afhankelijk van de beschikbare ruimte en de gewenste opbrengst. Hoe groter het volume, hoe groter de kans dat er straling op valt, dus hoe meer je meet.’
Op het kristal is een fotobuis aangesloten die de gegenereerde lichtflitsen opvangt en omzet in spanninkjes. Die worden vervolgens verwerkt door een multichannel analyser (MCA), een analoog-digitaalconverter die de spanningspulsen sorteert naar hoogte. De MCA hakt het voltagebereik als het ware in stukjes (kanalen) en telt voor elk vakje het aantal pulsen dat erin valt. Uiteindelijk geldt: hoe groter de stralingsenergie, hoe groter de energie van de flits, hoe hoger het voltage, hoe hoger het kanaalnummer. Eén Medusa-systeem kan tot vijf van deze ADC’s bevatten en dus maximaal vijf kristallen bemonsteren. Voor het complete plaatje gaat de Groningse oplossing lijn voor lijn het hele te onderzoeken gebied af, gemonteerd aan bijvoorbeeld een bootje, een quad of een vliegtuig. Om de zoveel tijd leest de centrale microcontroller daarbij de MCA-tellingen uit. Die stopt hij in een histogram, dat hij samen met een GPS-positie en een tijdstempel wegschrijft naar een USB-geheugenstick.
‘Het systeem is een soort camera die bijna continu opneemt’, schetst Limburg. ‘Af en toe sluiten we de lens en zetten we het plaatje weg. De maximale frequentie is 10 Hz, maar in de lucht meten we doorgaans met 1 à 2 Hz. Omdat we in de tussentijd bewegen, krijgen we een langgerekt elliptisch beeld. De kwaliteit van de metingen hangt af van de afstand tot de grond: hoe hoger, hoe uitgesmeerder de straling én hoe meer absorptie door de lucht, dus hoe minder we registreren. Vliegen doen we daarom liefst zo laag mogelijk.’
Flinke voorsprong De dataverwerking begint al aan boord. Iedere keer als hij de MCA-tellingen in een histogram zet, laat de microcontroller er ook een functie op los die afleidt welke isotopen het systeem op dat punt heeft geregistreerd. ‘Zo kunnen wij tijdens het meten inzicht geven in de hoeveelheden uranium, thorium en kalium’, aldus Limburg. ‘Dit is puur voor de mensen in het veld, zodat die kunnen zien of alles goed werkt.’ Daarnaast regelt
Medusa en Incas3
Incas3 (Innovation Centre for Advanced Sensors and Sensor Systems) is een onderzoeksinstituut uit Assen dat hightech sensorsystemen ontwikkelt. Enerzijds doet het fundamenteel onderzoek om de laatste wetenschappelijke inzichten te vergaren. Anderzijds verricht het industrieel onderzoek waarin het de opgebouwde kennis in de praktijk brengt samen met het bedrijfsleven. ‘Wij wilden van onze stralingsmeter een nog meer embedded systeem maken en waren op zoek naar een partij om ons daarbij te helpen’, verklaart Han Limburg de samenwerking tussen zijn bedrijf Medusa en Incas3. ‘Wij hebben veel domeinkennis over radioactiviteit en zij weten veel van sensortechnologie en hoe die te integreren. Die krachten hebben we gebundeld, met als resultaat het Ensa-systeem. Dat mogen we beiden gebruiken onder de afspraak dat wij een bedrag afdragen aan hen als wij het toepassen, en andersom.’
6 | 27
Electronics
Discrete-time signal processing Discrete-time signal processing (DTSP) is a key technology for numerous systems and services. For example, the enhancement, transmission and storage of audio and video signals and speech recognition would be unthinkable without DTSP. This workshop gives the basic theory for this fascinating area. The workshop is intended for designers working in research, product development or electrical production mechanisation. Basic knowledge in mathematics and a technical bachelor or master is a prerequisite. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
DTSP Eindhoven 2,600 euros excl. VAT 17 weekly evening sessions, an exam and a closing session commences 9th September 2013
Optics
Modern optics for optical designers Optics is the ‘enabling technology’ of the 21st century. To design optical systems, to specify and test optical components, to integrate optical components into products, this all requires knowledge and skills that can be learned in the CMOP course. Over the years CMOP has become one of the most comprehensive optical courses in Western Europe, unique in its concept, starting with theoretical basics, via practical optical system design and ending with a broad overview of optical applications. After the course, participants will have a thorough knowledge of modern optical concepts, their applications and the design of optical systems, the engineering problems and solutions. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
CMOP Eindhoven 5,995 euros excl. VAT 28 weekly morning sessions commences 13th September 2013
Electronics
Electromagnetic compatibility - design techniques Electromagnetic compatibility (EMC) often lies on the critical path of the product creation process. In this training course, guidelines and tools are given to achieve a systematic and cost-effective integration of EMC technology into new electronic products. In this way, we can prevent delayed market introduction because of EMC problems. The complete EMC training consists of two parts: lectures and a workshop. The participants can use their own products as test vehicles during the workshop. The course is intended for electronic designers and EMC quality engineers working in product development, research, production automation and system engineering. Educational level should be a technical BSc/MSc. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
EMC-DT Eindhoven 2,250 euros excl. VAT 5 consecutive days 21st - 25th October 2013
www.hightechinstitute.nl
In bedrijf Medusa
Spoelen van wel dertig meter in doorsnee wekken een elektromagnetisch veld op in de bodem, waarna meetsystemen de respons registreren om grondwater op te sporen. Op de EM-frames is vaak geen plek voor logge stralingsmeters, maar wel voor het compacte Medusasysteem.
de Groningse oplossing zichzelf continu bij. ‘De gain van de kristallen is sterk afhankelijk van de temperatuur. Bij de traditionele oplossingen moeten de operatoren aan knopjes draaien om te compenseren voor temperatuurschommelingen; ons systeem kalibreert zichzelf automatisch door de meetwaardes te relateren aan de ijkresultaten.’ De visualisatie doen de Groningers op dit moment nog helemaal offline, zegt Limburg. ‘Dan hevelen we de USB-stick over naar een pc en verwerken we de data met een zelf geschreven softwarepakket tot bodemkaarten in kleur. Dat hoeft niet per se online, en kan ook niet altijd online. Als we vanuit een vliegtuig meten, hebben we bijvoorbeeld de hoogtevariatie nodig om een goed beeld te kunnen vormen, en die weten we pas wanneer we het hele gebied hebben gehad.’ Met het Assense researchinstituut Incas3 (zie kader) heeft Medusa zich inmiddels gestort op een volgende generatie, Ensa genaamd (Embedded Nuclear Spectrum Analyzer). ‘Dat systeem is nog meer embedded’, vertelt Limburg. ‘Waar we de data-acquisitie nu voor het grootste deel analoog doen, zijn we aan het kijken naar de toepassing van een FPGA om de signalen continu, digitaal en hoogfrequent te bemonsteren, op 100 MHz en hoger, en te verwerken tot histogrammen. Embed uit Groningen is hier als derde partner bij betrokken. Daarnaast hebben we
een achterliggende module ontwikkeld die de spectra verzamelt en veel uitgebreidere, applicatiespecifieke analyses kan uitvoeren. Dit bordje is een Linux-gebaseerd embedded pc’tje dat bovendien is voorzien van een webserver en een draadloos toegangspunt, waardoor we nu ook op afstand inzicht kunnen krijgen in de metingen. Het Ensa-systeem hebben we onlangs gedemood op een beurs.’ Medusa neemt hiermee een flinke voorsprong op de concurrentie. ‘De traditionele oplossingen voor stralingsmeting bestaan uit een of twee 19 inch rekken aan elektronica. Inclusief kristallen zijn die niet alleen honderden kilo’s zwaar, en dus duur om te vervoeren, maar ze nemen ook nog eens veel ruimte in beslag en ze vreten een hele hoop energie, minimaal toch wel zo’n honderd watt. Onze eerste generatie is een Eurocardbordje van maar tien bij vijftien centimeter en consumeert pakweg tien watt. Het gewicht is bovendien een stuk lager, zeker met onze kleine kristallen. Het nieuwe Ensa-systeem is zelfs nog kleiner en zuiniger, met een footprint van vijf bij zes centimeter en een verbruik van minder dan 2,5 W. Ook kan het een heleboel signaalanalyse al aan boord doen.’
Tas uranium De oplossingen van Medusa maken niet zelden deel uit van een hele batterij aan sensoren. Behalve de gebruikelijke ‘huishoudelijke’
meters voor druk, hoogte, luchtvochtigheid en temperatuur ziet Limburg steeds vaker magnetometers gekoppeld worden om ijzerhoudende lagen te detecteren. Zelf heeft zijn team het vizier de laatste tijd gericht op de integratie met meetsystemen voor elektromagnetisme. ‘Hangend onder een helikopter bouwen die met spoelen van wel dertig meter in doorsnee een EM-veld op in de bodem. Na uitschakeling van de stroom meten ze de respons van de grond. Dergelijke systemen worden veel gebruikt om grondwater op te sporen. Ze zijn echter zo zwaar dat er geen plek meer is voor dikke stralingsmeters. Onze producten bieden dan uitkomst.’ ‘In Spanje zijn we op dit moment betrokken bij een Europees project om de textuur van landbouwgrond gedetailleerd in kaart te brengen’, vervolgt Limburg. ‘Allesbepalend voor de groeicapaciteit is de hoeveelheid lutum, een kleiachtig materiaal dat heel goed is te detecteren met een stralingsmeter. Verder is het belangrijk om te weten of er ergens een storende laag zit waardoor het water niet weg kan of juist heel erg hard wegstroomt. Dat is niet te zien met een stralingsmeter, maar wel met een grondradar. In Spanje rijden we daarom rond met een quad waarop we beide systemen hebben gemonteerd en is het de kunst om die twee datastromen aan elkaar te knopen.’ De miniaturisatie en toenemende integratie openen ook geheel nieuwe mogelijkheden. ‘Onze oplossing wordt ineens interessant voor unmanned aerial vehicles’, noemt Limburg er een. ‘Niet zozeer om de bodem in kaart te brengen als wel om straling te meten op plekken die voor mensen te gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld in het kernrampgebied rond Fukushima. Door zijn geringe gewicht, kleine omvang en lage stroomverbruik is het Ensa-systeem prima geschikt voor UAV’s met hun beperkte payload. We hebben daar ook al een aantal tests mee gedaan, weliswaar niet in Japan. Technisch kan het, nu moet de regelgeving dergelijke relatief zware onbemande vliegtuigjes nog toestaan.’ Waar radioactieve materialen gedetecteerd moeten worden, denkt Medusa een rol te kunnen spelen. ‘Zo zijn we een apparaatje aan het ontwikkelen waarmee ijzerboeren kunnen zien of er per ongeluk toch een stralingsbron tussen een partij schroot zit. En Incas3 kijkt onder meer naar beveiligingstoepassingen. Als er bij wijze van spreken iemand rondloopt met een tas uranium, dan kan onze technologie dat signaleren en alarm slaan.’
6 | 29
In bedrijf Single Quantum
Eerste klanten en alma mater helpen Delftse fotondetector vooruit
W
at doet Single Quantum? Medeoprichter en CTO Sander Dorenbos: ‘Wij ontwikkelen en verkopen detectoren die gevoelig zijn voor fotonen. Op dit moment zijn we met vier fulltimers en twee parttimers. Onze detectoren zijn gebaseerd op een niobiumtitaniumnitride draad van slechts vijf nanometer dik. Die koelen we tot -270 graden Celsius, waardoor hij zijn weerstand verliest en su-
pergeleidend wordt. Absorptie van een invallend foton onderbreekt de supergeleiding heel kort, waardoor de draad even een normale weerstand krijgt. Dat kunnen we meten door er een stroom doorheen te sturen.’ ‘Fotonen zijn in te zetten als bit, zodat ze in de toekomst kunnen worden gebruikt voor communicatie. Ze maken niet alleen snellere en efficiëntere gegevensuitwisseling mogelijk, maar ook de toepassing van een speciaal soort cryptografie, kwantumcryptografie geheten. Hierbij kan met volledige zekerheid worden vastgesteld of er een afluisteraar op de lijn zit. De techniek is op dit moment nog in ontwikkeling bij wetenschappelijke onderzoeksgroepen, dus dat is onze huidige doelgroep. Andere wetenschappelijke toepassingen zijn fluorescentiemetingen, spectroscopie en lidar – radar met licht. Verder in de toekomst zien we toepassingen in de halfgeleiderindustrie, om IC’s te analyseren die een zeer kleine hoeveelheid licht afgeven, en in de medische wereld, onder meer voor medische beeldvorming en kankerbehandelingen.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘Medeoprichter Val Zwiller, op dat moment universitair docent aan de TU Delft, wilde in 2007 een researchlijn opstarten om onderzoek te doen naar een conceptversie van supergeleidende detectoren voor enkele fotonen. Hij heeft mij toen aangenomen als promovendus. Tijdens mijn promotieonderzoek is het gelukt om werkende detectoren te maken die geïmplementeerd konden worden in experimenten. Toen waren er al onderzoekers die vroegen of ze ook te koop waren. In oktober 2011 heb ik mijn proefschrift verdedigd, waarna we begin januari 2012 Single Quantum hebben opgericht.’ Wat was daarbij de belangrijkste uitdaging? ‘Om een overeenkomst met de TU Delft te sluiten over intellectueel eigendom en gebruikmaking van faciliteiten. Dat is uit-
30 |
6
eindelijk gelukt. Nu kan Single Quantum terecht bij de cleanroom van de TU Delft en bij laboratoriumopstellingen op de faculteit Technische Natuurkunde. Daarnaast hebben we door een tegenslag in het maken van het basismateriaal vertraging opgelopen in de fabricage en levering van een order. Het vinden van een betrouwbare oplossing voor de aanvoer van basismateriaal voor de detectoren is nog steeds een van de grootste uitdagingen waar we voor staan.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘Technologiestichting STW heeft ons de Valorisation Grant fase 1 toegekend. Daarnaast hebben de oprichters zelf een deel ingelegd en heeft de stichting Fom ons een starterslening gegeven. Doordat we in het begin al orders hadden, konden we ons bedrijf hiermee opbouwen.’ Wat is op dit moment het belangrijkste obstakel? ‘Er was en is veel interesse in ons product, maar mede door de prijs is de tijd tussen het wekken van interesse en het ontvangen van een order vrij lang.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘Van de launching customers in Japan en Australië hebben we ondersteuning gekregen in de vorm van feedback en geduld op het moment dat de uitlevering vertraagd was. Qua faciliteiten zijn de cleanroom en de Quantum Transport-groep van de TU Delft onmisbaar. Het basismateriaal is afkomstig van de Delftse Cosmonanosciencegroep. Verder hebben we ondersteuning gehad van de bedrijfsincubator Yes!Delft.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Je moet rekening houden met de cashflow. We hebben we al een aantal keren meegemaakt dat de cashflowsituatie niet erg rooskleurig was.’
In bedrijf CMosis
Veteranen in CMos-beeldsensoren herbeginnen van nul af aan
W
at doet CMosis? ‘Wij ontwikkelen en produceren CMos-beeldsensoren in een fabless IC-bedrijfsmodel’, vertelt medeoprichter en COO Lou Hermans. ‘We richten ons voornamelijk op beeldsensoren voor industriële, professionele en wetenschappelijke toepassingen. Hiervoor ontwikkelen we zowel eigen standaard producten alsook klantspecifieke oplossingen. Op dit moment zijn
we met 55 medewerkers en dit jaar realiseren we een omzet van veertig miljoen euro. We zijn een belangrijke speler geworden in beeldsensoren voor machinevisiecamera’s en leveren bijvoorbeeld de beeldopnemer voor de digitale Leica M-camera.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘CMosis is opgericht in november 2007. De vijf oprichters waren reeds lang actief op het vlak van CMos-beeldsensoren. Zij lagen onder meer mee aan de oorsprong van Fillfactory, dat eind 1999 uitspon uit Imec. Enkele jaren na de verkoop aan Cypress Semiconductor hebben de oprichters het bedrijf verlaten. Later is het idee gerijpt om het nog eens te proberen. Het was ook ons doel van bij de start om een productiebedrijf van
beeldsensoren te worden en geen designhuis te blijven, hoewel we wisten dat ontwerp tijdens de beginjaren de belangrijkste bron van inkomsten zou zijn.’ Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Waar we bij de start van Fillfactory konden steunen op bestaand IP, bestaande CMosbeeldsensoren, bestaande projecten, bestaande leveranciers en bestaande klanten die in ruil voor aandelen werden overgenomen van Imec, hadden we bij het begin van CMosis niets. We moesten in de eerste jaren nieuw en origineel IP ontwikkelen en potentiële klanten en leveranciers overtuigen dat we een aantrekkelijke en betrouwbare partner zouden zijn voor de ontwikkeling, productie en levering van CMos-beeldsensoren. We wilden ook zo snel mogelijk inkomsten genereren.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘Op basis van ons trackrecord en met een beduidende eigen inbreng zijn we erin geslaagd de risicokapitalist Capital-E te overtuigen in CMosis te investeren. Hiermee hebben we de eerste anderhalf jaar overbrugd en de basis gelegd voor verdere investeringen midden 2009 door de bestaande aandeelhouders en met ING en Vinnof als nieuwe partners. Deze tweede ronde kon steunen op een update van ons businessplan, eerste klanten voor klantspecifieke beeldsensorontwikkelingen en eerste standaardproducten in de pijplijn.’ Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Na het vinden van het nodige geld hebben we in de eerste jaren weinig echte obstakels
gehad. We zijn het bedrijf gestart met een team van mensen die ieder hun rol kenden en in de uitvoering konden steunen op jaren zeer relevante ervaring. Het kwam er wel op aan snel betalende klanten te vinden en nieuw IP op punt te stellen. Een veelgehoorde opmerking is dat werken met een jong bedrijf dat nog weinig heeft bewezen toch wel een hoog risico is, soms te hoog. Op dit ogenblik is het vinden van gekwalificeerde medewerkers ons grootste probleem.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘Er is natuurlijk Capital-E, dat vanaf het begin in ons heeft geloofd en het risico heeft genomen te investeren in ‘mensen met
ideeën’. Daarnaast is er onze eerste klant, die het heeft aangedurfd om een project te starten met een bedrijf dat nog alles moest bewijzen. Ook de financiële projectondersteuning door het Vlaamse IWT is voor ons uiterst belangrijk geweest.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Ervaring en inzicht in markt en technologie combineren is een goede basis om een bedrijf te starten en zo snel mogelijk inkomsten te genereren.’
6 | 31
In bedrijf Vinotion
Eindhovense specialist in beeldinterpretatie leunt op R&D-programma’s
W
at doet Vinotion? ‘We zijn gespecialiseerd in de ontwikkeling van innovatieve beeldinterpretatiesystemen voor intelligente observatie’, aldus medeoprichter en directeur Egbert Jaspers. ‘Deze autonome systemen zijn gebaseerd op videoanalysetechnologie door patroonherkenning en machineleren. Ons aanbod varieert van softwarebibliotheken, integreerbaar in bestaande systemen, tot complete oplossingen inclusief het hardwareplatform.’ ‘We leveren bijvoorbeeld producten om personen en verkeer te tellen voor onder meer crowdmanagement, verkeersanalyse en mobiliteitsonderzoek. Ook het beveiligen van industrieterreinen, vliegvelden en andere kritieke infrastructuur met intelligente camera’s is een belangrijke activiteit van ons. Daarnaast ontwikkelen we maatwerkoplossingen in opdracht van de klant. Voorbeelden hiervan zijn een automatisch cameravolgsysteem, lekdetectie bij pijpleidingen met warmtebeeldcamera’s en automatische detectie van veranderingen in een omgeving vanuit een bewegend voertuig voor het opsporen van bermbommen door defensie.’ ‘We positioneren ons als een R&D-bedrijf dat zich met name richt op dienstverleners, systeemintegratoren en producenten die onze technologie toepassen in de markt. Inmiddels zijn we een gezond bedrijf met meer dan tien werknemers.’
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Als R&D-bedrijf zijn we sterk georiënteerd op beeldanalysetechnologie. Bij de oprichting zagen we het enorme scala aan mogelijkheden en toepassingsgebieden. Het was echter niet helemaal duidelijk wat commercieel gezien de meest interessante richting was. Toen hebben we besloten om marktgestuurd aan de slag te gaan door op projectbasis opdrachten aan te nemen. Zodoende was het mogelijk om te zien waar de interessante marktbehoeftes liggen.’ ‘Hoewel we hierdoor vanaf het begin omzet konden genereren, was het lastig om een specialist te worden in bepaalde markten. Voor beeldanalysetechnologie zijn namelijk veel product-marktcombinaties mogelijk. Inmiddels beperken we ons voornamelijk tot toepassingen met intelligente observatie en hebben we een gezonde mix van maatwerkopdrachten en standaardproducten. Het ontwikkelen van nieuwe toepassingen blijft echter lokken. De grootste uitdaging is dan om nee te zeggen tegen projecten die niet passen binnen onze strategie.’
Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘In 2007 is Vinotion begonnen als een spin-off van de Video Coding and Architectures-groep, onderdeel van de faculteit Elektrotechniek binnen de TU Eindhoven. We hebben veelvuldig gezamenlijk geparticipeerd in nationale en internationale sa-
Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘In de opstartfase zijn we bijgestaan door een investeerder die tevens medeoprichter was. Vanaf het tweede jaar maken we winst, waarmee we op een natuurlijke wijze verder kunnen groeien zonder extra financiële steun.’
32 |
6
menwerkingsprojecten en hebben hiermee belangrijke bouwblokken ontwikkeld voor beeldanalyse. Gebruikmakend van deze componenten hebben we onze beeldinterpretatiesystemen kunnen realiseren en in de markt gezet.’
Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Als R&D-bedrijf met een team van academisch opgeleide technische onderzoekers kun je fantastische oplossingen ontwikkelen, maar voor het realiseren van omzet moet je weten wat de klant wenst en wat zich afspeelt op de markt. In de eerste jaren hebben we deze commerciële aspecten wat onderschat en concentreerden we ons alleen op de ontwikkeling van de technologie. Nu onze producten en diensten meer volwassen zijn, is de balans tussen techniek, marketing en verkoop beter in evenwicht.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘We voeren ons onderzoek samen uit met de TUE. Ook werken we in verschillende researchprogramma’s nationaal en internationaal samen met andere R&D-partners in Europa. Het delen van kennis en het ontwikkelen van gezamenlijke innovaties brengt een uitgebreid netwerk en geeft mogelijkheden om de verkoop uit te breiden naar het buitenland. Het is dus een winwinsituatie voor alle partijen.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Een R&D-bedrijf moet niet alleen werken aan productontwikkeling, maar continu ook kijken naar de doelgroep en diens specifieke wensen. We ontwikkelen daarom alleen nieuwe producten en diensten in samenwerking met een lead customer. Zo kunnen we de ontwikkeling bijsturen op productniveau. Het is essentieel een uniek product te leveren met een toegevoegde waarde voor de klant.’
Achtergrond Marketing
Een duidelijk gezicht in een zee van concurrentie Marketing en branding zijn bij menig (beginnend) bedrijf een ondergeschoven kindje. Laurens Martens geeft ondernemingen drie simpele tips waarmee zij zichzelf beter kunnen profileren zonder veel geld uit te geven. Laurens Martens
zo te zijn. De meeste computergebruikers zullen geen microprocessor kunnen herkennen als hun computer voor hen uit elkaar wordt gehaald, maar wel direct een beeld krijgen als het over Intel gaat. Duidelijk overbrengen waarom een product een probleem beter oplost, een proces efficiënter maakt of frustraties wegneemt, wordt echter steeds belangrijker in tijden dat meer mensen een bedrijf starten en misschien proberen dezelfde problemen op te lossen. Daarom is het zaak hier vanaf het begin rekening mee te houden. Drie simpele tips kunnen helpen om jouw hightechstarter niet te laten verdrinken in de zee van concurrerende start-ups met soortgelijke producten, services en concepten.
V
roeger had je kapitalen nodig om een nieuwe ontdekking of een nieuw idee op de markt te brengen. Tegenwoordig zie je steeds meer ondernemers, studenten en hobbyisten op eigen initiatief met weinig tot geen middelen volledige bedrijven uit de grond stampen. Vaak met de succesverhalen uit Silicon Valley als inspiratiebron. Oprichters van hightechstarters willen maar al te graag bezig zijn met hun onderneming, het onderzoek naar en de ontwikkeling van hun uitvinding of product. Velen vergeten dat de marketing van hun innovatieve idee minstens zo waardevol is. Andere, vaak gevestigde, bedrijven zien marketing en branding vooral als zaken die wel nodig zijn, maar toch zeker niet even belangrijk als een goede oplossing die beter werkt dan die van de concurrent. Marketing en branding worden vaak alleen geassocieerd met producten als auto’s, frisdranken en kleding. Dat hoeft zeker niet
1. Vertel het grote plaatje. Als start-up in de hightech weet jij exact waar je mee bezig bent. Jouw doelgroep meestal niet. Wat veel beginnende bedrijven vergeten, vooral die van één of twee jaar oud, is dat de marketing en de presentatie van jouw uitvinding of concept minstens zo belangrijk is als het product zelf. Misschien nog wel belangrijker. Bedrijven en klanten worden overladen met nieuwe concepten en producten, vooral nu kleine ontwikkelingen elkaar zo snel opvolgen. Velen van hen zijn niet zo goed ingelicht als jij. Wat mensen nodig hebben, is het ‘grote plaatje’, het verhaal dat jouw oplossing meer betekenis geeft. Ook al is de uitvinding een zeer kleine verbetering of een net iets efficiënter proces, mensen voeLezers van Bits&Chips kunnen een gratis consult ontvangen over hoe zij zichzelf zonder budget kunnen neerzetten als autoriteit. Dit kunnen ze doen door een e-mail te sturen naar
[email protected] onder vermelding van ‘Bits&Chips’.
len zich aangetrokken tot oplossingen voor grote problemen. Een goedkopere wifioplossing? Vertel over de voordelen van een meer verbonden wereld en welke kansen dit biedt. Efficiëntere beveiligingssoftware? Probeer je oplossing neer te zetten als een must have in een wereld van steeds minder privacy en eindeloze transparantie. Jouw product verkopen als een cruciaal onderdeel van een groter verhaal, dat spreekt mensen aan. 2. Zet jezelf neer als autoriteit. Mensen luisteren naar autoriteiten. Tegenwoordig is het makkelijker dan ooit om jouw bedrijf als zodanig neer te zetten. Wat moet je doen? Word een toegang tot de nieuwste informatie in jouw markt. Dit kan door een blog te starten met nieuwe inzichten of opvallende ontwikkelingen, een regelmatige nieuwsbrief te sturen of actief waardevolle updates te geven in netwerken waar jouw doelgroep vertoeft. Probeer unieke, vernieuwende berichten te genereren. Zo komt jouw start-up bekend te staan als expert. 3. Maak je bedrijf menselijk. De tijd is voorbij dat ondernemingen groot en zakelijk moeten zijn. Mensen willen mensen zien, geen saaie ‘grijze’ bedrijven. Laat daarom zien wie jullie zijn, uit wie het team bestaat, wie de oprichters zijn, hoe de organisatie eruitziet. Maak veel gebruik van foto’s en video’s op je website en op sociale media. Dit geeft niet alleen een transparant uiterlijk aan jouw bedrijf, maar wekt ook vertrouwen bij jouw doelgroep. Daarnaast kan het voor potentiële investeerders een goed middel zijn om jouw start-up beter te leren kennen. Laurens Martens is creatief directeur bij Letssay (www.letssay.nl), dat start-ups een online identiteit geeft. Redactie Nieke Roos
6 | 33
In bedrijf Verum
De obstakels van dienstverlening naar productontwikkeling Acht jaar geleden startte Rob Howe Verum als bedrijf dat diensten verleende rond zijn ASD-technologie. Al snel kwam hij erachter dat klanten zelf aan de slag wilden met een product. Howe vertelt hoe hij die omslag met zijn mensen voor elkaar heeft weten te boksen. Rob Howe
Helaas is er geen plan van aanpak dat het eerste contact met de vijand overleeft. In de eerste jaren deden we projecten voor een reeks klanten die, zonder uitzondering, aangaven dat ze graag zelf aan de slag wilden met onze ASD-technologie. Een project bij Philips Healthcare in 2006 leverde zulke positieve resultaten op dat de (toenmalige) CTO’s ASD wilden hebben als een product. Dit stelde ons voor een dilemma. Tot dat moment hadden we Verum zelf gefinancierd. We wisten dat de transformatie van ASD in een product erg duur zou zijn – ten minste
34 |
6
voor de ASD:Suite, een product dat op dat moment nog niet bestond, met dien verstande dat Verum de rest van de benodigde financiering zou realiseren. Maar zelfs met dit kleine wonder bleek het verre van gemakkelijk om fondsen te werven. Voordat ze investeren, willen institutionele beleggers eerst goed begrijpen waarin ze hun geld steken. De meesten van hen zijn echter bankiers die geen kaas hebben gegeten van softwareontwikkeling, waardoor ze niet zagen welke kans ASD hun bood. Deze situatie is tot op de dag van vandaag niet veranderd.
ASD:Suite versie 3
30000 200
150
ASD:Suite versie 4
ASD:Suite versie 2
ASD:Suite bèta
ASD:Suite versie 1
Contract Philips
Kapitaalronde A
Pilot Philips
20000 Start Verum
100
25000
15000
10000
Aantal gebruikersuren per jaar
Wijs besluit
drie à vier miljoen euro. Ruwe berekeningen vertelden ons dat we alleen een rendement op deze investering zouden kunnen halen als we erin zouden slagen om van ASD een schaalbaar product voor algemeen gebruik te maken. De keuze was dus: eruit stappen en iets anders gaan doen of alles inzetten op een veel grotere en risicovollere business. Ons sterke geloof in een betere manier van software ontwikkelen heeft ons doen besluiten voor het laatste. De eerste stap hebben we kunnen zetten dankzij Philips. Dat kocht tien licenties
Aantal actieve gebruikers per jaar
L
aat dit vanaf het begin duidelijk zijn: ik heb nooit in de industrie voor softwaretools willen stappen. Ik ben er echter vol in meegezogen, nogal tegen mijn zin in, door een meedogenloze overtuiging dat er een betere manier moet zijn om complexe softwaresystemen te ontwikkelen. Dit geloof drijft mij tot op de dag van vandaag om Verum naar de volgende fase in zijn groei te brengen. Toen Guy Broadfoot en ik in 2004 de oorspronkelijke opzet van Verum bedachten, hebben we wel even overwogen om een softwaretool te ontwikkelen. We waren het er echter snel over eens dat dat geen haalbare kaart was. Het zou een enorme investering vereisen in tijd en geld en het zou te moeilijk zijn om zo’n tool op de markt te zetten. Verum begon daarom als dienstverlener. We zouden softwareontwikkelprojecten gaan uitvoeren met het gebruik van ASD in de backoffice. Hiermee konden we voordelen bieden op het gebied van productiviteit, timeto-market en kwaliteit, voordelen die we dan aan onze klanten konden doorberekenen.
50 5000
Technologieontwikkeling Productontwikkeling
0
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Actieve gebruikers Gebruikersuren
Dit diagram vat Verums geschiedenis mooi samen. De groene lijn linksonder is de tijd waarin het bedrijf werkte aan de ASD-technologie. De paarse lijn is de periode van productontwikkeling. De verticale lijnen markeren een aantal mijlpalen: het sluiten van het Philips-contract, kapitaalronde A en het uitkomen van de verschillende productversies. Misschien wel het belangrijkst zijn de rode en blauwe lijn, die het aantal gebruikers (linker as) respectievelijk het aantal gemeten gebruiksuren van de ASD:Suite (rechter as) per jaar weergeven.
Rob Howe begon Verum in 2004 als dienstverlener.
We hebben er toen voor gekozen om Redstone Corporate Finance in te huren. Een heel wijs besluit, bleek al snel. Dat bedrijf benaderde onze financiële uitdaging op een heel andere manier, namelijk door ons te introduceren bij verschillende privégeldschieters. En niet zonder resultaat: begin 2008 investeerde Shatho Beheer twee miljoen euro in Verum. Met hulp van Redstone sleepten we bovendien 960 duizend euro aan borgstellingskrediet binnen van Agentschap NL. Hiermee was onze eerste financieringsronde beklonken. Samen met Redstone hebben we in totaal vier rondes met particuliere investeerders gedaan. Die hebben ons kapitaal met nog eens vijf miljoen euro verhoogd. Momenteel hebben we 36 aandeelhouders, waarbij het wel aardig is om te vermelden dat daar niet één investeerder uit de Brainport-regio tussen zit.
User experience Overschakelen van dienstverlener naar productbedrijf is een grote strategische verandering. De omvang en de moeilijkheidsgraad daarvan drongen niet direct tot ons door. Van 2008 tot 2010 bleven we ASD-gerelateerde diensten aan de man brengen, maar langzaam maar zeker kwamen we erachter
dat we een gemengde boodschap aan het afgeven waren door zowel een product als diensten te verkopen. De markt heeft dan de neiging om je product slechts als Trojaans paard te zien voor je dienstverlening. In de zomer van 2010 hebben we daarom besloten om te stoppen met de verkoop van diensten. Het onmiddellijke gevolg was een pijnlijke daling van de inkomsten en een moeilijke verantwoording aan de aandeelhouders. Belangrijker was echter het langetermijneffect van het signaal dat we hiermee gaven aan de markt, namelijk ons commitment voor de ontwikkeling van ons product. De les is dat je niet moet proberen om je in te dekken bij moeilijke beslissingen; bij belangrijke strategische vraagstukken moet je helder en zonder voorbehoud knopen doorhakken. Een ander gevolg van de overgang naar een productstrategie was de noodzaak om onze kijk op de ASD-technologie te veranderen. De realisatie van ASD vroeg om zeer fundamenteel onderzoek en zeer fundamentele ontwikkeling, te beginnen met de uitvinding van het basisidee door Guy Broadfoot en Philippa Hopcroft aan de universiteit van Oxford in 1999. Dit werk hebben we min of meer constant voortgezet in de tien jaar die volgden.
Deze noodzakelijke R&D-centrische focus van ASD en de aanvankelijk servicegerichte strategie van Verum zorgden er wel voor dat de usability-aspecten van de eerste versies op de tweede plaats kwamen. Het product werkend krijgen voor algemeen gebruik was belangrijker. In de loop van 2010 werd het echter steeds duidelijker dat we er met zo’n technologiegedreven aanpak van productontwikkeling niet zouden komen. Hoe prachtig het ook is om een softwareontwerp formeel te kunnen valideren, je hebt er weinig aan als het product zelf te moeilijk en onaantrekkelijk is in gebruik. Medio 2010 hebben we de aanpak derhalve weer veranderd. We hebben toen de user experience in het middelpunt van de productontwikkeling gebracht. Dit resulteerde in de uitbreiding van de ASD:Suite met visuele verificatie eind 2010 en de verschuiving van de formele modelverificatie naar de cloud.
Gevestigd product In de loop van de tijd bleek het ook nodig om Verums businessmodel opnieuw uit te vinden. Ons eerste idee was om klanten te laten betalen voor de verificatie, en al het andere gratis te maken. Daartoe hebben we een facturatiemechanisme ontworpen op basis van de omvang van de modellen en de frequentie waarmee deze aan onze servers worden aangeboden, zeg maar het volume van de transacties. De praktijk liet echter enorme afwijkingen tussen klanten zien: sommigen gooiden hun modellen tegen de servers aan totdat deze volledig en correct waren, terwijl anderen een meer doordachte aanpak hanteerden. Deze verschillen ontkrachtten het volumegebaseerde businessmodel.
6 | 35
In bedrijf Verum We zijn toen snel overgestapt op een meer conventioneel model op basis van seats, met een onbeperkt gebruik van onze verificatieservers. Dit bleek echter niet voor alle klanten te voldoen. Vooral de gebruikers die ASD heel cyclisch of slechts sporadisch inzetten, hadden behoefte aan een ander model. Samen met Fei hebben we voor hen een pay-per-use-constructie opgezet. Het is sowieso erg belangrijk om klanten al heel snel te betrekken bij de ontwikkeling. Vroege feedback van gebruikers helpt het product beter en bruikbaarder te maken. De keerzijde, zo hebben we ervaren, is dat early adopters die die eerste versies hebben afgetest zich later heel moeilijk laten overtuigen om het nog een keer te proberen. We hebben er alles aan gedaan om het beeld om te draaien door snel nieuwe versies van de ASD:Suite uit te brengen, maar de weerstand in de lokale markt op basis van historische opvattingen hebben we niet kunnen wegnemen. De lokale markt heeft ook gemengde gevoelens over onze levensvatbaarheid. Ik denk dat dat komt doordat wij onze ASD-technologie altijd heel publiekelijk hebben ontwikkeld. In het buitenland bestaan dergelijke
WWW.TMC.NL
36 |
6
sentimenten niet. Daar zien ze juist een gevestigd product met een schare aan multinationale gebruikers. Op de langere termijn zou het zomaar kunnen dat de ASD:Suite het over de grenzen veel beter doet dan in de markt waar we zijn opgegroeid.
Beperkende factor Holistisch bekeken, valt er een belangrijke les te leren uit onze ervaringen: alleen een
nieuwe technologie uitvinden is geen garantie voor succes. Je moet ook leren hoe je die naar de markt moet brengen. Dat proces is net zo uitdagend als de ontwikkeling van technisch IP. Om marktsucces te bereiken, moet je snel kunnen herkennen dat ideeën niet goed werken en bereid zijn om deze dan weg te gooien. En je moet de wil hebben om jezelf voortdurend opnieuw uit te vinden. Met de steun van onze klanten zijn we de laatste acht jaar ver gekomen. We hebben aangetoond een goede businesscase te hebben voor de inzet van de ASD:Suite. Maar we zijn er nog niet, de reis gaat verder. Gebruikers van ons product hebben nog steeds onze steun nodig. Omdat de vraag naar de ASD:Suite sterk groeit, vormt ons vermogen om die support te leveren een beperkende factor voor onze groei. De grote uitdaging is nu om samen met onze klanten te zoeken naar manieren om hun behoefte aan ondersteuning te minimaliseren en de bijbehorende druk op ons te verlichten. Rob Howe is CEO en oprichter van Verum Software Technologies in Waalre. Redactie Nieke Roos
IT’S PEOPLE WHO DRIVE TECHNOLOGY
In bedrijf Controllab Products
Foto: Mecal
UT-spin-off bootstrapt zichzelf naar specialist in modelgebaaseerd ontwerp
Door het toepassen van modelgebaseerd ontwerpen helpt Controllab bedrijven als Mecal hun machinebesturingen sneller en met minder fouten te ontwikkelen.
W
at doet Controllab Products? ‘Wij zijn een ingenieursbureau uit Enschede met meer dan vijftien jaar ervaring op het gebied van modelgebaseerd ontwerpen’, antwoordt oprichter en directeur Christian Kleijn. ‘Door het toepassen hiervan helpen we bedrijven hun machinebesturingen sneller en met minder fouten te ontwikkelen. Met een combinatie van ervaren ingenieurs en in eigen beheer ontwikkelde producten bieden we hiervoor maatwerk.’
Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘We zijn in 1995 gestart als spin-off van de vakgroep Regeltechniek van de Universiteit Twente met als doel daar ontwikkelde software te commercialiseren.’ Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Bootstrapping: geld verdienen terwijl je je product ontwikkelt.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘Via de universiteit. Die had een hele goede regeling voor opstartende bedrijven.’ Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘We hebben onze strategie aangepast: we zijn omgeschakeld van een Unix-cultuur – dure software voor een paar klanten – naar een Windows-cultuur – minder dure software
voor veel klanten. Daarnaast hebben we de bedrijfskundige kanten moeten leren die nodig zijn om een onderneming te runnen.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘We hebben veel gehad aan medeondernemers via de Technologiekring Twente. Het beste advies hebben we gekregen van Eric van Gent, die ons op het juiste moment op een bedrijfskundige focus heeft gewezen.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Heel weinig producten hebben instantaan succes. Verreweg de meeste evolueren naar een succesvolle toepassing. Als ondernemer moet je je daarop instellen. Ga veel de weg op en houd je ogen en oren open voor klanten die er een toepassing voor hebben. Een paar daarvan zullen een interessante businesscase opleveren en daar moet je jouw product naartoe brengen.’
In bedrijf Matinspired
W
at doet Matinspired? ‘We zijn een klein bedrijf met enkele medewerkers dat materiaalonderzoek, oppervlakteanalyse en schadeonderzoek uitvoert aan diverse producten’, verklaart directeur Niels Kuijpers. ‘We werken aan diverse materialen van onze opdrachtgevers zoals metalen, keramische producten, glas en nanostructuren. We hebben een eigen laboratorium op de campus van het Eindhovense universiteitsterrein en we werken ook veel samen met de TUE. Door onze kleine bedrijfsstructuur kunnen wij ons flexibel inzetten voor onze klanten.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘We zijn gestart in 2008. Op de TUE stond veel apparatuur die niet volledig werd benut, zoals een geavanceerde elektronenmicro-
Materiaalonderzoekers verruilen ongebruikte TUE-apparatuur voor eigen lab scoop. Door de oprichting van Matinspired konden wij voor onze klanten gaan samenwerken met de universiteit en deze apparatuur gaan gebruiken voor onze opdrachten. In de loop der jaren hebben we onze onderzoeksmogelijkheden uitgebreid en ook een eigen laboratorium ingericht om onze opdrachtgevers beter van dienst te kunnen zijn.’
Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Het vertalen van complexe technische kennis naar een goede marketing richting onze potentiële opdrachtgevers.’
Wat was de belangrijkse uitdaging bij de oprichting? ‘Naamsbekendheid krijgen en een klantenkring opbouwen.’
Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘Aan de samenwerking met de faculteit Technische Natuurkunde van de TUE.’
Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘We zijn klein gestart met eigen kapitaal en van daaruit zijn we verder gegroeid. We vinden het belangrijk om voldoende liquide
Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Het is belangrijk om goed te luisteren naar opdrachtgevers en te horen wat hun problemen zijn zodat je die op de juiste manier kunt oplossen.’
middelen te houden voor de continuïteit van ons bedrijf.’
6 | 37
In bedrijf Target Compiler Technologies
Target zag op tijd de behoefte aan applicatiespecifieke processoren
Als technologiebedrijf moet je soms de markt overtuigen Vier ingenieurs van Imec startten zeventien jaar geleden het bedrijf Target Compiler Technologies op om hun uitvinding te commercialiseren. Ondertussen is het bedrijf een wereldspeler. Koen Vervloesem
O
ok al kent het grote publiek Target Compiler Technologies niet, de kans is groot dat ze dagelijks chips gebruiken die met de technologie van het Leuvense bedrijf zijn ontwikkeld. Heel wat chipontwerpers gebruiken zijn tool IP Designer om processoren met applicatiespecifieke instructiesets te ontwikkelen (Asips). De audio- en videokernen in de alomtegenwoordige Omap-processoren van Texas Instruments zijn bijvoorbeeld met de tools van Target gebouwd. En bijna alle fabrikanten van hoorapparaten gebruiken processoren waarin de Leuvense tool een belangrijk aandeel heeft. Target werd zeventien jaar geleden opgericht door vier ingenieurs die al enkele jaren bij Imec met elkaar samenwerkten: Gert Goossens, Dirk Lanneer, Werner Geurts en Johan Van Praet. Alle vier zijn ze nog actief in het bedrijf. ‘Cohesie is heel belangrijk voor een onderneming’, steekt CEO Gert Goossens van wal. ‘Je werknemers moeten zich vereenzelvigen met het bedrijf. Dat de gemiddelde anciënniteit bij Target ergens rond de acht jaar ligt, toont wel aan dat we daarin slagen.’ Het recept voor die cohesie is eenvoudig: alle werknemers van Target weten wat ze maken en zien het resultaat. ‘In sommige bedrijven werkt het R&D-team bijvoorbeeld volledig geïsoleerd van het team dat het commerciële product ontwikkelt. Maar dan zien de R&D-mensen het resultaat van hun werk niet. Bij ons heeft iedereen van
38 |
6
het R&D-team ook zicht op de projecten bij klanten. Dat zorgt voor heel wat persoonlijke voldoening als je weet dat je ontwikkelingen echt in producten terechtkomen die later in de winkel liggen.’
Niet altijd rooskleurig Goossens was bij Imec bij meerdere onderzoeksprojecten betrokken en typisch zagen die er allemaal ongeveer hetzelfde uit: er werd een probleem gedefinieerd, er werd initieel onderzoek gedaan, daaruit kwamen publicaties en doctoraatsverdedigingen, maar na een jaar of vijf stierf het project meestal uit. ‘Ik vond het telkens zonde dat er niets meer gebeurde met die technologie’, blikt Goossens terug. Je kunt je vinding natuurlijk licenseren. Het is echter de vraag of de licentienemer de technologie wel genoeg begrijpt om er het meeste uit te halen. ‘Concepten in de hoofden van mensen zijn niet gemakkelijk over te dragen aan een derde partij, dus eigenlijk is het ideaal als de uitvinders hun technologie zelf commercialiseren’, vindt Goossens. Bij het derde project besloten de vier daarom om hun technologie zelf naar de markt te brengen in een spin-off. Ze zagen wel in dat de behoefte aan programmeerbare chips er zou komen en dat hun technologie aan die behoefte voldeed, maar onzeker was of hun technologie ingang zou vinden in de markt. Een jaar voor Target als spin-off afsplitste, begonnen Goossens en zijn collega’s daarom naar klanten te zoeken.
Ze kenden heel wat bedrijven van samenwerkingen met Imec en bezochten en reisden Europa rond om te polsen of er interesse was in hun tool. ‘Uit die gesprekken bleek wel dat die er was. We kregen ook waardevolle feedback over de technologie zelf. Conceptueel stak die wel goed in elkaar, maar er waren nog heel wat tekortkomingen die we pas zagen na feedback van die potentiële klanten.’ Toen Target begon, had het nog geen klanten, maar het gokte erop dat de markt er wel zou komen. Het hielp wel dat er goede contacten waren met Motorola. ‘We waren bijna zeker dat we hen als eerste klant zouden kunnen binnenhalen’, vertelt Goossens. ‘Een goed half jaar na onze start hadden we een contract met hen voor een licentie op onze tool. We wisten ook dat er in zo’n groot bedrijf meer opportuniteiten waren.’ In het beginstadium zocht Target niet alleen naar interessante bedrijven als klanten, maar binnen die bedrijven vooral naar interessante personen. ‘We zochten mensen die wat meer hun nek wilden uitsteken om vernieuwingen door te voeren in hun bedrijf. Een eigen programmeerbare processorkern maken was in die tijd immers iets speciaals, waarvan het management zeker nog overtuigd moest worden. Wie zoiets aan zijn baas voorstelde, nam een carrièrerisico. Maar we hebben die personen gevonden, niet alleen bij Motorola, maar later ook bij NXP.’ De oprichting van Target financierden de vier oprichters zelf, met hulp van Imec en Software Holding & Finance (SHF), de
In het beginstadium zochten Target-oprichters Dirk Lanneer, Johan Van Praet, Werner Geurts en Gert Goossens (van links naar rechts) niet alleen naar interessante bedrijven als klanten, maar binnen die bedrijven vooral naar interessante personen.
investeringsmaatschappij van industrieel Leo Billion. Imec heeft zijn aandelen vrij snel verkocht aan het durfkapitaalfonds IT Partners. Vooral in de beginjaren was het financiële plaatje niet altijd rooskleurig, bekent Goossens. ‘We hebben een paar keer op het punt gestaan om extra middelen te zoeken.’ Dat is echter nooit gebeurd: door zuinig te leven en op het juiste moment een grote klant binnen te halen, is Target na de oprichting al die jaren zonder extern geld kunnen blijven groeien.
Andere werelddelen Target focuste zich in het begin vooral op Europa. Dat was om praktische redenen: het wilde met een beperkt aantal klanten een nauwe relatie opbouwen, omdat het die waardevolle feedback nodig had. ‘Na een jaar of vijf beseften we dat we een internationale expansie moesten doen, maar dat vraagt een investering die voor een kleine onderneming niet evident is. We keken daarvoor eerst naar Japan, omdat we zagen dat er daar echt interesse was in het ontwerpen van eigen processoren.’ Target nam een agent in Japan in de arm, Innotech Corporation. Het duurde tot 2008 voor er in de VS een eigen verkoopkanaal kwam. Uit voorzichtigheid begon Target met een lokale consultant te werken – ‘We zijn altijd voorzichtig geweest en hebben Target beheerd als goede huisvader’, aldus Goossens – met de belofte dat er een kantoor kwam als de zaken
goed zouden verlopen. Dat gebeurde ook: in 2008 richtte het Leuvense bedrijf een Amerikaanse dochtervennootschap op. Hoewel vandaag de helft van de omzet nog uit Europa komt, is Target zich meer en meer geografisch aan het verspreiden. In China heeft het onlangs eveneens een agent in de arm genomen en het heeft ondertussen ook klanten in Korea en Taiwan. ‘Door de economische omstandigheden hadden we vorig jaar een omzetdaling in de Europese markten, maar onze klanten in andere werelddelen maakten dat ruimschoots goed.’
Commerciële luik De eerste twaalf jaar was Target eigenlijk constant zijn originele technologie van de beginjaren aan het verbeteren. Een jaar of vier geleden is het gaan kijken hoe het zijn productgamma kon uitbreiden. ‘We zijn toen begonnen met een intern onderzoeksproject voor toolontwikkeling in multicore. We zagen immers dat klanten IP Designer gebruikten om processorkernen te maken en dan die processorkernen samenzetten in een systeemchip, maar we hadden geen tools om het samenspel tussen die kernen te programmeren’, legt Goossens uit. De ontwikkeling van wat ondertussen commercieel beschikbaar is onder de naam MP Designer kon Target financieren omdat het de laatste tien jaar continu winstgevend was met een mooie marge, wat voldoende buffer gaf om te investeren in
R&D. MP Designer helpt onder meer bij het parallelliseren van sequentiële C-code en het genereren van een communicatiestructuur tussen de verschillende kernen. ‘Ook met MP Designer was het belangrijk dat we de juiste mensen binnen bedrijven vonden om mee samen te werken. Die vonden we bijvoorbeeld bij NXP. We waren overtuigd van het concept, maar we moesten echt nog wat missionary sales doen om de markt daarvan te overtuigen.’ Aangezien de oprichters allen ingenieurs waren, mag het niet verbazen dat Target vooral een technologiegedreven koers heeft gevaren. ‘Met onze ingenieursachtergrond dachten we eerst: we hebben een goed product, dat zal zichzelf wel verkopen’, zegt Goossens. ‘Maar geen enkel product verkoopt zichzelf. Je moet echt wel investeren in marketing en sales. We merkten dat we de nodige kennis misten omdat we alle vier dezelfde invalshoek hadden.’ Target nam daarom geleidelijk aan commerciële mensen aan. Goossens en een van de andere oprichters zijn ook meer en meer naar commerciële rollen geëvolueerd. Gevraagd naar wat hij anders zou doen met de kennis van nu, antwoordt de CEO beslist: ‘We zijn misschien wel wat te voorzichtig geweest. We hadden dieper in de markt kunnen zitten als we sneller meer in het commerciële luik hadden geïnvesteerd, bijvoorbeeld door meer aanwezig te zijn op beurzen. Met de kennis van nu had ik dat agressiever gedaan.’
6 | 39
In bedrijf Vector Fabrics
Optimalisatie-experts pakken trage software aan
W
at doet Vector Fabrics? ‘Wij zijn een start-up uit Eindhoven met als werkveld het optimaliseren van software. Ons team bestaat uit vijftien man, onder wie zeven MSc’s en zes PhD’s’, vertelt medeoprichter en CEO Martijn Rutten. ‘Het optimaliseren van software doen we op drie manieren. Allereerst hebben we onze eigen softwaretool Pareon, die het gedrag van C/C++-code analyseert en interactief met de programmeur gaat parallelliseren. Deze tool kun je via onze website kopen. Als tweede helpen we met performanceoptimalisatie. Voor zulke consultancy pakken we een veel breder gebied aan en richten we ons onder meer op klanten die willen overstappen van FPGA’s naar iets met veel processoren, zoals bijvoorbeeld GPU’s of manycores, of op klanten die code hebben in andere talen, zoals C#, Delphi of Java. Als derde geven wij trainingen in multicore-programmeren.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘Vector Fabrics is gestart in 2007. De drie oprichters hebben allemaal een achtergrond in processorontwerp en parallelle software. Op dat moment was het programmeren van FPGA’s behoorlijk pijnlijk, maar was hun gebruik flink in opmars. Onze tool kon softwarefunctionaliteit semiautomatisch aan FPGA’s uitbesteden. Omdat er bij onze klanten steeds meer vraag bleek naar de softwarekant, hebben we het gereedschap gericht op softwareparallellisatie voor multicores, manycores en GPU’s.’ Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Mogelijke investeerders waren meteen enthousiast; wat we wilden oplossen, is een heilige graal van de software/hardwarebusiness: automatische parallellisatie en automatische offloading. Maar we kregen er ook altijd meteen bij te horen: wat jullie willen maken, kan niet echt; het is net haarlemmerolie, dat ene wondermiddel uit de kwakzalverij. Er is inderdaad een bekend wetenschappelijk artikel dat uitsluit dat compilers via statische analyse ooit autoparallellisatie kunnen doen. Dat doen wij ook niet – wij combineren statische met dynamische analyse. Juist door het échte gedrag te observeren, verkrijgen wij alle informatie die je met statische analyse mist. En
40 |
6
dat ‘auto’ is ook niet ons doel; wij denken dat programmeurs een interactieve tool willen en zelf de baas willen blijven over hun code.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘Onze eerste financiering kwam van angels. Daarna hebben we ook Nederlandse investeerders bereid gevonden om geld in ons te steken. We hadden een gedegen bedrijfsplan en visie nodig om de aanloopfase door te komen. De meeste start-ups beginnen al met iets dat je een proof of concept zou kunnen noemen; wij hadden alleen een idee.’ ‘Financiering krijgen voor ons eerste proof of concept bleek relatief eenvoudig. Financiering krijgen aan de achterkant, om een werkend, inkomsten genererend product verder uit te bouwen, is ook goed te doen. Het gat ertussen, van concept naar echte inkomsten, is lastig te overbruggen gebleken. Deze fase wordt in de VS niet voor niets de Valley of Death genoemd.’ Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Wij waren te vroeg voor de markt. Nu, zes jaar later, begint multicore eindelijk de aandacht te krijgen die het verdient. Eerst moesten alle processorfabrikanten nog ontdekken dat er niet meer gigahertzen uit de chip te persen waren. Dat is gelukt: iedere chipbakker maakt nu multicores. Nu moeten de programmeurs nog om – en daar zijn wij voor.’
Aan welke hulp hebben jullie ≠het meest gehad? ‘Onze klanten hebben ons geholpen met onze marktfocus. Verder hebben wij een aantal ervaren CEO’s in ons netwerk die het klappen van de zweep kennen en ons wel wilden vertellen hoe we tussen de klippen door moeten laveren. Daarnaast leverde Agentschap NL ons belangrijke contacten en technologische projecten met bijbehorende financiële ondersteuning.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘De belangrijkste les die we hebben moeten leren, is om geen techneuten te zijn. Niet eerst in een ivoren toren een perfecte tool willen ontwikkelen. Intussen komen met name de oprichters regelmatig buiten de deur. Dit is wat Steve Blank customer development noemt: ga je hok uit, werk nauw samen met klanten om te blijven leren wat hen bezighoudt en hoe je voor hen relevant wordt en blijft. Kleine mislukkingen zijn deel van je eigen proces om succesvol te worden. Vallen en opstaan, dus. Zonder dit leerproces waren we nooit het bedrijf geworden dat we nu zijn: met een goede focus en een gezonde interesse uit de markt, zowel voor onze consultancy als voor onze tool.’
In bedrijf Anderis Technology
W
at doet Anderis? ‘Wij zijn gespecialiseerd in het testen van software, embedded software en equipment’, zegt Stefan Daamen, die de technologietak leidt van het Eindhovense bedrijf. ‘Anderis heeft op dit moment 45 mensen aan het werk in dit vakgebied. Zij werken on-site of in het eigen testservicecentrum. Tevens verzorgen we testopleidingen en voeren we assessments uit.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘Het concept is bedacht in 2008 door twee testspecialisten met de ambitie om het vakgebied verder te ontwikkelen samen met klanten en partners. Een jaar later is Anderis geboren. Op dat moment hadden we vijf testspecialisten aan het werk. Onze droom is specialist zijn op het gebied van testen in de breedste zin van het woord. Daarom zijn we nu aan het verbreden in onze technologietak. Anderis Technology richt zich op systeemtests binnen de hightech-equipment-industrie, waar productkwalificatie en verificatie centraal staan.’ Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Mensen overtuigen dat testen een vak is dat specialistische kennis en vaardigheden vereist, is en blijft een uitdaging. Ondanks dat er heel wat problemen zijn bij bedrijven op het gebied van testen blijkt de wil om te veranderen niet zo groot. Zelfs de meest innovatieve onder hen blijken heel sceptisch of zijn meer gefocust op productontwikkeling. Vaak is de kwalificatie of testbaarheid een ‘ondergeschoven kindje’. Ook hadden we geen externe financiers, dus we moesten het geld eerst zelf verdienen.’ Waar hebben jullie die financiering dan vandaan? ‘We hebben het zelf gefinancierd door professionals te detacheren en elke euro die we verdienden in het bedrijf te houden. We hebben geen externe aandeelhouders of financiers. Ons devies: eerst laten zien wat je
Eindhovense testspecialisten houden vinger aan de pols bij de klant kunt bij de klant en het geld dat je verdient direct gebruiken voor de verdere ontwikkeling van Anderis als testspecialist.’ Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Werving en selectie van specialisten is moeilijk. We hadden al snel meer vraag dan aanbod. Om dit op te vangen, zijn we ook met zzp’ers gaan werken. Maar ook het bouwen aan een netwerk van zzp’ers kost veel tijd.
Op dit moment hebben we een pool van meer dan vierhonderd hooggekwalificeerde testspecialisten in ons bestand op wie we een beroep kunnen doen. Op die manier kunnen we heel snel zijn in het aanbieden van goede mensen met de juiste kennis en kunde.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘Natuurlijk hebben we advies gehad van juristen, accountants en managementgoe-
roes, maar het meeste hebben we gehad aan collega-ondernemers. Ondernemers die hun bedrijf vanuit het niets hebben opgebouwd. Die ook met hun ‘laarzen in de modder’ hebben gestaan. Die weten hoe het echt werkt.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Pas op met het aannemen van inhouse projecten. Bedrijven leggen hun problemen graag buiten de deur. Als er iets misgaat,
trek je altijd aan het kortste eind. Blijf van dichtbij monitoren wat er bij de klant gebeurt. Niet alleen technologische ontwikkelingen maar ook verandering van management en cultuur bij de opdrachtgever kunnen een project doen slagen of falen. Zeker als een klant werk uitbesteedt, is het belangrijk om vaak op locatie aanwezig te zijn om de sfeer binnen het bedrijf te blijven proeven. En je moet snel op veranderingen inspelen. Laat je niet verassen.’
6 | 41
In bedrijf Streamit
Bestsellers in kerken en winkelketens jagen Streamit aan Het Eindhovense Streamit richt zich op stromende audio en video voor in kerken en winkels. Directeur Johan van der Stoel vertelt waar het bedrijf in zijn tienjarige bestaan tegen aan is gelopen. Johan van der Stoel
I
n 2003 ben ik Streamit begonnen met de ambitie om producten en diensten te ontwikkelen en te verkopen op het gebied van audio- en videostreaming over internet. Dit ging natuurlijk niet vanzelf. Je onderscheiden, voldoen aan alle verwachtingen en dan ook nog binnen budget blijven, valt niet mee. Gelukkig worden sommige producten bestsellers. Klanten blijven je producten veel langer kopen dan dat je ooit had gedacht, gewoon omdat ze er erg tevreden over zijn. Tien jaar geleden zijn we direct gestart met productontwikkeling, te beginnen met een oplossing voor kerkradio via internet. Aanleiding was de forse tariefsverhoging die KPN
voor video, KerkTV, ontwikkeld. Een vijftigtal kerken maakt hier inmiddels gebruik van. Onze verwachting is dat dat alleen maar meer zal worden. Het benodigde breedbandinternet komt in steeds meer kerken beschikbaar en steeds meer kabelaars nemen KerkTV op in hun zenderaanbod. Vijf hebben zich uit eigen beweging bij ons gemeld om onze dienst te integreren in hun pakket. Sinds 2007 richten we ons ook op internetgebaseerde oplossingen voor achtergrondmuziek in winkels. Voor ketens wordt het steeds belangrijker om zich te onderscheiden van de concurrentie. Daarom willen ze in al hun zaken dezelfde sfeer creëren. Ons instore
Dit jaar heeft Streamit twee nieuwe ontvangers ontwikkeld voor instore audio. Deze Lisa-systemen draaien op een 32 bit Cortex-M3-microcontroller, gecombineerd met Ethernut en de audiochips van VLSI.
in 2000 doorvoerde voor zijn kerktelefoon. Deze dienst werd op dat moment afgenomen door enkele duizenden kerken, met in totaal zo’n honderdduizend aansluitingen. De verhoging heeft vele van hen naar het internet gedreven: vandaag de dag is ongeveer drie kwart van de kerken in Nederland via het web te beluisteren. Meer dan helft daarvan gebruikt ons Kerkradio-systeem. We innoveren nog steeds in deze markt. Zo hebben we in 2009 een soortgelijke oplossing
42 |
6
audiosysteem verkopen we wereldwijd via bedrijven die ook muziek leveren aan de winkelketens. Deze business groeit nog steeds en inmiddels mogen we onszelf zelfs marktleider noemen op dit gebied. Onze marketing verloopt niet langer via de traditionele wegen, maar voornamelijk via internet. Veel nieuwe klanten komen bij ons uit via Google. Ook via sociale media, met name Linkedin, vinden wij steeds vaker nieuwe klanten – of nieuwe klanten ons.
De cloud omarmd Al onze oplossingen bestaan uit drie componenten: encoders, decoders en webapplicaties. De eerste twee ontwikkelen we volledig in eigen beheer, op ons eigen hardwareplatform. In 2003 zijn we begonnen op een 8 bit AVR-microcontroller in combinatie met het opensource Nut/OS-besturingssysteem, de TCP/IP-stack Nut/Net (Ethernut) en de audio-encoder- en -decoder-IC’s van het Finse VLSI. Op basis hiervan hebben we voor kerken de Lukas-ontvanger gemaakt. Deze verkopen we nog steeds. Hetzelfde hardwareplatform hebben we gebruikt voor onze SIR-ontvanger, die bedoeld is voor instore audio. Dit jaar hebben we twee nieuwe ontvangers ontwikkeld. Deze Lisasystemen draaien op een 32 bit Cortex-M3microcontroller, weer gecombineerd met Ethernut en de audiochips van VLSI. Onze video-encoders zijn gebaseerd op een industrieel pc-platform van Lexcom. Als besturingssysteem passen we Ubuntu Linux toe met daarbovenop een Java-applicatie die we zelf hebben geschreven. Voor het encoden en streamen gebruiken we VLC, waaraan we actief meeontwikkelen. Van de resulterende Maven-oplossing voor HDvideo leveren we zeer binnenkort de eerste exemplaren aan klanten. De webapplicaties die dit alles ontsluiten, hebben de afgelopen jaren een stevige ontwikkeling doorgemaakt waarbij vooral de gebruikerservaring sterk is verbeterd. Zo hebben we onder meer de responsiviteit opgekrikt door over te gaan naar zogeheten rich internet applications. Dit zijn webapps die steeds meer lijken op desktoptoepassingen maar die in een browser draaien. Daar-
Van de Maven-oplossing voor streaming HD-video levert Streamit zeer binnenkort de eerste exemplaren aan klanten.
door hoeven ze niet te worden geïnstalleerd en zijn ze ook zonder veel extra inspanning werkend te krijgen op tablets en andere mobiele apparaten. De toenemende verschuiving naar de browser ontlast de server en maakt de toepassingen sneller. Ook de schaalbaarheid en stabiliteit van de webapplicaties hebben we verbeterd. Daartoe hebben we de cloud omarmd. Wanneer er veel kerkdiensten zijn, met name op zondagochtend, kunnen we dynamisch en automatisch servers bijschakelen, afhankelijk van hoe intensief de apps worden gebruikt.
Veel frustratie Deze razendsnel evoluerende webtechnologie is een van de uitdagingen waar wij als relatief klein ontwikkelteam mee te maken hebben. Onze insteek om de ontwikkelingen te kunnen bijbenen, is de cutting edge volgen, niet de bleeding edge. Wat ook helpt, is een gerichte keuze voor de gebruikte technologieën: onze frameworks zijn gebaseerd op Ruby (on Rails) en de clientkant is geheel uitgevoerd in HTML5 en Javascript. Daarnaast loop je bij het ontwikkelen van nieuwe producten soms tegen muren aan als tooling niet werkt en de fabrikant het niet kan oplossen. Zo groeiden we op een gegeven moment uit ons geheugen; 128 kB werd te klein en begon de ontwikkeling enorm te remmen. De stap naar meer geheugen leek mogelijk omdat een commerciele compiler de microcontrollervariant met 256 kB ondersteunde. De fabrikant van de compiler had dat echter te optimistisch ingeschat, waardoor we alleen maar tegen bugs aanliepen. Uiteindelijk zorgde een
update van de (gratis) AVR-GCC-compiler voor verlossing, maar toen waren we wel een jaar verder. Soms zijn diensten die noodzakelijk zijn voor innovatie niet (voldoende) beschikbaar. Vooral in het begin gebruikten veel Lukas-ontvangers inbelverbindingen. Omdat KPN er daar te weinig van kon leveren, zijn we maar ons eigen inbelnetwerk gestart met Verizon Business. Dat werd een enorm succes. Toch besloot Verizon er per 31 januari 2013 mee te stoppen. Twintig procent van onze klanten wilde echter niet overstappen op ADSL. Daarop hebben we voor hen een eigen inbelnetwerk opgezet. Bij onze eerste Maven-video-encoder hadden we veel problemen met het ver-
Vandaag de dag is ongeveer drie kwart van de kerken in Nederland via internet te beluisteren. Meer dan helft daarvan gebruikt het Kerkradiosysteem van Streamit.
sturen van het videosignaal naar de streamingserver. Dit gaf veel frustratie. Na lang zoeken kwamen we erachter dat het breedbandige publieke internet niet geschikt is voor de UDP-gebaseerde protocollen die wij gebruikten. Met de overstap naar TCP, voor live video lange tijd niet bespreekbaar, verdwenen de problemen als sneeuw voor de zon.
Over de grenzen Innovatie wordt niet altijd op de juiste waarde geschat. Zeker voor het mkb is dat lastig. We maken dankbaar gebruik van de WBSO en bij de start van het bedrijf heb ik geld uit het Stimulus-programma ontvangen. Voor het nieuwe KerkTV-platform is het ons echter niet gelukt om subsidie te krijgen, ondanks dat er geen vergelijkbare oplossingen bestaan. Een groot probleem blijft het vinden van softwareontwikkelaars, met name voor onze webapplicaties. Mensen inhuren kost veel geld en het rendement is vaak beperkt. Ont Ontwikkelaars die op de loonlijst staan, zijn ef efficiënter en goedkoper, omdat ze ingewerkt zijn, de overheadkosten veel lager zijn en je WBSO-subsidie kunt aanvragen. Niettemin kijken we met vertrouwen naar de toekomst. Wij hebben volop plannen voor groei en ontwikkeling. In Nederland én over de grenzen. In het buitenland liggen nog een heleboel mogelijkheden. Ook daar is de uitdaging echter om de juiste mensen te vinden die onze oplossing gaan verkopen. Johan van der Stoel is directeur van Streamit. Redactie Nieke Roos
6 | 43
In bedrijf Dynamic Ear Company
Aandeelhouders steun en toeverlaat voor starter in gehoorbescherming
W
at doet Dynamic Ear Company? Directeur Jan-Willem Meinesz: ‘Wij ontwikkelen en produceren innovatieve gehoorbescherming. Dat doen we allemaal in Delft, inmiddels met meer dan tien mensen. We maken producten die het geluid dempen maar niet vervormen of anderszins aantasten. Onze dynamische gehoorbescherming grijpt enkel in wanneer het nodig is. Deze gepatenteerde technologie is reeds als prototype beschikbaar en komt volgend jaar op de markt. Gedurende de ontwikkeling van de dynamische gehoorbescherming zijn we ook een passieve variant gaan ontwikkelen, die we momenteel al breed afzetten in Europa en de Verenigde Staten.’ ‘Onze dempers/filters komen in op maat gemaakte oorstukjes, zogeheten otoplastieken, of in universele oorpluggen. Professionele gebruikers, zoals dj’s en muzikanten maar ook de luchtmacht en de industrie, zijn al zeer te spreken over de technologie. Nu begint ook het grote publiek te ontdekken dat er gehoorbeschermingsoplossingen bestaan die veiligheid bieden én luistercomfort.’
44 |
6
Wanneer en hoe is DEC ontstaan? ‘Engbert Wilmink heeft het bedrijf in 2007 opgericht met het idee om dynamische gehoorbescherming op de markt te brengen. In het verleden heeft hij gewerkt bij TNO en Sonion en via de TU Delft heeft hij geleerd van het bestaan van de bedrijfsincubator Yes!Delft. Hij was een van de eerste ‘Yes!Delftenaren’.’
Aan wie hebben jullie het meest gehad? ‘Aan onze aandeelhouders. Die hebben ons niet enkel financieel maar ook met raad en daad bijgestaan. Het interessante is dat ze diverse achtergronden hebben. Een heeft een achtergrond in bancaire wereld en het risicokapitaal, een ander is gespecialiseerd in de verwerving van regionale, nationale en Europese subsidies. Daarnaast hebben
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘De financiering.’ Waar hebben jullie die vandaan? ‘Een combinatie van subsidies, innovatiekrediet en formele en informele investeerders. Een van de huidige aandeelhouders leerde Engbert kennen via een bijeenkomst bij Yes!Delft. Anderen kwamen via de bank of het relatienetwerk. Het kost veel tijd en energie om de financiering rond te krijgen en ook de ‘naverantwoording’ vergt inspanning. Tegelijkertijd dwingt dit je om continu doelgericht te werk te gaan.’
we aandeelhouders uit diverse branches met veel ervaring in het opzetten en uitbouwen van een bedrijf. Natuurlijk hebben deze mensen een breed netwerk en dat komt ook wel eens van pas.’
Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Naast de financiering was dat het identificeren van afzetkanalen. Hierbij is het van belang om de juiste persoon te vinden die de kennis en een netwerk heeft en de juiste beurzen en evenementen te selecteren om aanwezig te zijn.’
Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Dat ontwikkelingen vaak wat langer duren dan verwacht, in ieder geval in de gehoorbeschermingsmarkt. Daar moet je goed mee om kunnen gaan. Soms heb je een tekort aan liquide middelen, soms een tekort aan resources en tijd omdat je met relatief weinig mensen veel moet doen.’
Opinie Innovatie
Runner-up
N
Aad Vredenbregt is managing director van Sioux Automation Technology.
ederland scoorde afgelopen maand heel hoog in de Bloomberg-ranking voor most favoured nations for hightech companies: een tweede plaats achter Amerika. Ik twijfel aan het waarheidsgehalte van die ranglijst. Ten eerste omdat Nederland – ondanks onze recente focus op HTSM – echt geen goed klimaat heeft waarin startende techbedrijven goed gedijen. En ten tweede omdat ik twijfel aan de eerste plaats van Amerika. Veel van wat ze daar hightech noemen, is dat volgens mij niet. Het steekt althans wat technologie betreft wel erg mager af tegen wat wij in Nederland aan hightech te bieden hebben. Toegegeven, de transistor, de pc, het internet, het wereldwijde web en zoekmachines zijn uitgevonden in Silicon Valley. Dat is het resultaat van tientallen jaren ontwikkeling en investering, direct na de Tweede Wereldoorlog aangezwengeld met defensie- en ruimtevaartprogramma’s. Daar kunnen de Nederlandse overheden iets van leren: dergelijke ambities vragen een visie, lange adem en diepe zakken, maar dan gaat het ook hard! Kijk maar naar wat er in Berlijn gebeurt in de hightech, naar Tech City in Londen of naar het Skolkovo Innovation Center bij Moskou. In dit laatste centrum hebben zich al meer dan achthonderd veelbelovende start-ups gevestigd sinds de oprichting in 2010. Zonder de producten van onze Nederlandse hightech zouden de veelgeroemde apps uit Silicon Valley geen hardware hebben om op te draaien. Dat vergeten we alleen de wereld te vertellen. Nee, dan de nummer een uit de lijst. Amerikanen weten als geen ander de media te bespelen en prestige te creeren. ‘Packaging’ noemen zij dat. In DWDD University reisde de jonge Nederlandse nerd Alexander Klöpping onlangs op kosten van een omroep naar Silicon Valley en kreeg hij drie avonden lang de tijd om op de Nederlandse televisie de loftrompet te steken over wat daar allemaal gebeurt. Hij had wat mij betreft beter naar Brainport kunnen afreizen, daar had hij een minstens zo’n indrukwekkende reportage kunnen maken. Nergens ter wereld kunnen machines zo nauwkeurig werken als in ons land. Klöppings generatie is daar niet van op de hoogte, net zo min als zij weet dat aan deze kant van de oceaan de mobiele revolutie in gang werd gezet. Door het inmiddels zieltogende Ericsson, dat toen een toppositie had vergelijkbaar met het huidige Apple.
Waar is de mondiale toppositie gebleven? Markten veranderen sneller dan bedrijven. De Amerikanen hebben aangetoond dat verbluffende techniek niet voldoende meer is. In deze razendsnelle wereld gaat het niet meer om de techniek. Om het in plat Amerikaans te zeggen: it’s all about money, status, talent, investment and prestige. Niets ten kwade van het talent dat er in Amerika rondloopt. Ze hebben de beste universiteiten van de wereld en vervolmaken die nog steeds. Selectie aan de poort is daar heel gewoon. Aan de universiteitspoort welteverstaan. Terwijl wij hier krampachtig de grenzen proberen te sluiten, is de les uit
De Amerikanen zijn ons de afgelopen decennia voorbijgelopen in money en investment Amerika om het tegendeel te doen: veel van het toptalent daar komt tegenwoordig uit India. Die talenten verhogen de arbeidsproductiviteit, want die van de Amerikaan zelf is echt niet hoog. Waar de Amerikanen ons de afgelopen decennia in voorbij zijn gelopen, is met name in money en investment. Om de kapitaalintensieve hightech te laten gedijen, moet die omgeven worden door risicokapitaalbedrijven, private-equity-experts en banken. Maar vooral door investeerders die zo’n hightechsector kennen en begrijpen. Als we ervoor zorgen dat we dat in Brainport voor elkaar krijgen, dan kunnen wij Silicon Valley leren wat echte hightech is. En daarbij kunnen start-ups en mkb het verschil maken. Die moeten Nederland mondiaal op de eerste plaats brengen. Gelukkig is mondiale dominantie tegenwoordig maar tijdelijk: in 2005 had Nokia bijna marktoverheersing bereikt en amper zes jaar later was het een marginale speler geworden. Waarom zou het Nederlandse mkb dan niet binnen zes jaar de positie van Silicon Valley kunnen overnemen?
6 | 45
In bedrijf Nemo Healthcare
Eindhovense zwangerschapsmonitor krijgt na drie jaar tractie
W
at doet Nemo Healthcare? ‘Wij ontwikkelen nieuwe technologie om de zwangerschap op uitwendige wijze beter te kunnen bewaken met meer veiligheid en comfort voor de patiënt, meer informatie voor de medische professional en eenvoudiger in gebruik voor verplegend personeel’, legt CEO Bas Lemmens van de Eindhovense starter uit. ‘Onze technologie registreert op de buik van de zwangere vrouw de elektrische signalen van de samentrekking van de baarmoederspier en van de hartspier van het ongeboren kind. Doelstelling is om de problemen in de verloskunde – vroeggeboorte, zuurstofgebrek, laag geboortegewicht – eerder vast te stellen zodat deze op termijn kunnen worden voorkomen. We zijn nu zo’n vier fte groot.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘Nemo is in mei 2010 begonnen als spin-off van de faculteit Elektrotechniek van de TU Eindhoven. Ten grondslag aan de onderneming ligt het promotieonderzoek van twee van de oprichters. We zijn ontstaan uit de wetenschappelijke samenwerking tussen
de TUE en het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven, die zich onder meer richt op verbetering van de bewaking van de zwangerschap. In het eerste kwartaal van 2013 hebben we CE-markering verkregen op het eerste product, Puretrace, en hebben we het Iso 13485-certificaat verworven.’ Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘De grootste technische uitdaging is de vertaalslag van wetenschappelijk resultaat naar een product dat dagelijks betrouwbaar in de klinische praktijk inzetbaar is. Vanuit ondernemersperspectief is de grootste uitdaging echter geweest om de ontwikkeling en oprichting van Nemo gefinancierd te krijgen en voldoende ruimte te creëren om de plannen te realiseren.’ Waar hebben jullie die financiering vandaan? ‘Die is in eerste instantie gekomen van twee Technopartner-fondsen en een business angel die we hebben ontmoet tijdens een bijeenkomst van het platform ‘Money meets ideas’. De contacten waren relatief snel gelegd en we zijn ook redelijk snel tot overeenstemming gekomen over de randvoorwaarden. Uiteindelijk heeft het echter toch één jaar geduurd van eerste contact tot handtekening onder aandeelhoudersovereenkomst.’ Wat was het belangrijkste obstakel in de beginperiode? ‘Buiten financiering was dat vertraging in ontwikkeling en gebrek aan personele capaciteit. Als starter ga je zorgvuldig om met de beschikbare financiële middelen. Hierdoor hebben we gewacht met het aantrekken van mensen, waar dat achteraf beoordeeld eerder had moeten gebeuren. En ontwikkeling kost altijd meer tijd dan geanticipeerd, hoe goed je plan ook is.’
46 |
6
Aan welke contacten hebben jullie het meest gehad? ‘Dat zijn er legio. Allereerst zijn daar de investeerders, die ons met hun ervaring regelmatig een spiegel voorhouden en die altijd bereid zijn tot een gesprek. Daarnaast heeft het TUE Innovation Lab een waardevolle rol gespeeld. Dat heeft ons inzicht gegeven in de regels binnen een academische omgeving en hoe daarmee om te gaan. Ook adviseurs van Syntens en Brainport hebben geholpen, waarbij vooral het netwerk van deze organisaties van waarde is gebleken. Verder heeft Nemo een eigen raad van advies opgetuigd, waarvan de leden belangrijk zijn gebleken en diverse deuren hebben geopend. Daarnaast hebben we vooral geput uit ervaring van diverse zelfstandige adviseurs en ondernemers uit eigen netwerken, zoals Lifeteczone, Medtechpartners en Holland Health Tech. Bij het verkrijgen van CE-markering en het Iso 13485-certificaat is de ondersteuning door QAid heel waardevol geweest.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘De belangrijkste lessen zijn dat het verstandig is om als starter te proberen meer financiële middelen op te halen dan je vooraf schat op basis van je ondernemingsplan; de praktijk leert dat je plan een langere adem heeft dan je bankrekening. Hiermee valt te voorkomen of in ieder geval uit te stellen dat je het merendeel van je tijd stopt in het zoeken naar vervolgfinanciering, waar je eigenlijk tijd moet investeren in de ontwikkeling van je product of markt. Daarnaast is het waardevol om voldoende capaciteit voor de ontwikkeling van je bedrijf beschikbaar te hebben; te weinig capaciteit betekent dat je je plannen niet gaat realiseren, en dit kost ook veel geld. En afhankelijk van de business waarin je bezig bent, is het verstandig om tijdig een kwaliteitssysteem op te tuigen en met dossiervorming ten behoeve van regelgeving te beginnen.’
In bedrijf Nightbalance
Vernieuwde apneubehandeling krijgt vleugels vanuit collegebanken
W
at doet Nightbalance precies? ‘Wij zijn een medisch-technisch bedrijf uit Delft’, antwoordt Sem Mekking. ‘Wij richten ons op de behandeling van positieafhankelijke slaapapneu. Bij apneupatiënten stokt de adem tijdens de slaap, waardoor ze meerdere keren per uur wakker worden. Ernstige vermoeidheid overdag en een vergrote kans op hart- en vaatziektes zijn hier de gevolgen van. Wij streven ernaar om de slaapkwaliteit van deze patiënten te verbeteren, waardoor ze zich overdag energieker voelen en gezonder worden.’ ‘Meer dan de helft van de apneupatiënten heeft vooral last van apneu in rugligging. Wij zagen de uitdaging om een systeem te ontwikkelen dat mensen op een effectieve manier afleert om op de rug te slapen: de Sleep Position Trainer. De SPT is een klein apparaatje dat met een comfortabele band om het lichaam wordt gedragen. Zodra de patiënt op de rug gaat liggen, voelt die een lichte trilling, waardoor hij afleert om op de rug te slapen. Deze methode is zeer effectief en comfortabel in gebruik.’ ‘De SPT is in verschillende Europese landen verkrijgbaar. Wij werken hard aan de verdere ontwikkelingen voor de behandeling van slaapapneu en vergroting van de internationale verkrijgbaarheid van de Sleep Position Trainer. Ons team bestaat uit tien mensen met een grote diversiteit aan ervaring.’
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Om andere partijen te overtuigen van ons plan. We hebben veel partners nodig als bedrijf, helemaal omdat we jong zijn. Op het moment dat we met een onderneming beginnen, moeten we die allemaal mee zien te krijgen: artsen, ziekenhuizen, banken, financiers, adviseurs, enzovoorts. In de medische wereld was er een grote behoefte aan goed werkende therapieën voor de behandeling van positieafhankelijk slaapapneu. Het heeft ons veel inspanning en moeite gekost om anderen ervan te overtuigen dat onze innovatie dat gat kan opvullen. Ook weer omdat we zo jong waren.’
Wanneer en hoe is Nightbalance ontstaan? ‘Eline van Beest en Thijs van Oorschot zijn in 2009 gestart met Nightbalance. Al tijdens haar studie kwam Eline erachter dat er voor positietherapie geen geschikte methode was en startte zij met de ontwikkeling van het eerste SPT-prototype. Na afronding van haar studie had ze de ambitie om het apparaatje verkrijgbaar te maken voor apneupatiënten over de hele wereld.’
Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Het gebrek aan ervaring zorgde er in de eerste jaren voor dat elke ontwikkeling meer tijd kostte dan gewenst. We zijn rechtstreeks vanuit de collegebanken gestart. We waren onervaren en liepen tegen veel nieuw werk aan. We moesten steeds opnieuw het wiel uitvinden. Dit is een leerzame periode geweest, maar heeft ons ook veel tijd gekost.’
Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘Na de oprichting hebben we deelgenomen aan verschillende wedstrijden. Van 2008 tot 2010 zijn we onder meer in de prijzen gevallen bij de Philips Innovation Award, New Venture, NGI Venture Challenge en Liof Yeah!. Dit maakte het voor ons makkelijker om de start van onze onderneming voor een deel te financieren. Daarnaast hebben in 2011 twee early-stage investors geld gestoken in ons bedrijf: Thuja Capital en het Health Innovation Fund. Dat gaf ons de mogelijkheid om de SPT verder te ontwikkelen en te commercialiseren.’
Aan wie hebben jullie het meest gehad? ‘De effectiviteit van de behandeling van slaapapneu met de SPT is voor ons van cruciaal belang. Om te weten wat die effectiviteit is en wat het resultaat is op de lange termijn, hebben we het apparaat uitvoerig getest. In samenwerking met kno- en longartsen in Nederland en België hebben we verschillende klinische studies opgezet. De input van artsen en patiënten heeft ertoe geleid dat de SPT is doorontwikkeld tot een medisch product
dat geschikt is voor een effectieve en comfortabele behandeling van positieafhankelijke obstructieve slaapapneu.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Ondernemen gaat gepaard met pieken en dalen. Het is soms een soort achtbaan waarin je belandt. Het kost veel doorzettingsvermogen om in moeilijke tijden het hoofd boven water te houden. Wij zien dat dit goed lukt en alles op zijn pootjes terechtkomt, zolang wij zelf ons hoofd koel houden.’
6 | 47
In bedrijf Technolution
27 jaar ondernemen in technologie In de jaren tachtig filosofeerde een stel techneuten op een zolderkamer over een eigen bedrijf in de technische automatisering. Dat was het begin van Technolution. Oprichters Jan van de Wel en Enno Romkema hebben nog steeds de leiding bij het bedrijf. Veel van hun idealen, ideeën en dromen hebben ze kunnen vasthouden, maar een aantal hebben ze ook keihard moeten laten varen. Jan van der Wel
O
nze ideeën voor het starten van een eigen bedrijf ontstonden zo’n 27 jaar geleden. Met twee andere techneuten vonden we elkaar bij een gezamenlijke werkgever en deelden we de passie voor techniek. Ondernemen leek ons wel wat. Onze vaders hadden allebei een eigen bedrijf, dus het ondernemerschap was ons met de paplepel ingegoten. Met elkaar filosofeerden we een jaar lang op een zolderkamer over het ondernemen met techniek. We wisselden ideeën uit over technische oplossingen, mogelijke klanten, bedrijfsnamen en vormgeving van een huisstijl. Het enthousiasme werd steeds groter en de ideeën concreter. We wisten wat we wilden: onze kennis van elektronica en software inzetten voor klanten in verschillende markten om zo innovatie te realiseren.
Enno Romkema
werken, maar dat ervoeren we niet zo door het plezier dat we hadden. De onbekendheid met technologie was toen ons grote voordeel. In die tijd wisten de meeste mensen nauwelijks wat een computer was en wat je ermee kon doen. Wij waren de alleswetende vraagbaak op het gebied van technologie. Het vakgebied was ook nog zo ‘klein’ dat we alle computers, microprocessoren en programmeertalen kenden en wisten in te zetten voor professionele toepassingen.
Verkooplessen We waren er heilig van overtuigd dat we met passie voor techniek en onze kennis en gezamenlijke ervaring alles konden bereiken wat we wilden. We dachten ‘als we technisch goed zijn, komt de rest vanzelf’. Dat was naïef. Ook met de juiste basis gaat het niet vanzelf. Beginnen is niet moeilijk, maar aan de gang blijven wel. Continuïteit is van het begin af aan belangrijk. Sterker nog: het is het aspect van ondernemen dat zelfs steeds
Alleswetende vraagbaak In 1987 waagden we de stap om onze droom werkelijkheid te maken: onder de naam Technolution begonnen we een ingenieursbureau voor technische automatisering. Een informele organisatie waar ook ruimte is voor experimenten met techniek en creativiteit. We hadden alle benodigde kennis, kenden elkaars sterktes, vulden elkaar aan en hadden dezelfde kijk op techniek en het ondernemerschap. Alleen het startkapitaal ontbrak nog. De helft vulden we zelf in door eigen geld in te brengen en onze eigen auto’s en computers te gebruiken. Een externe investeerder zorgde voor de andere helft. Met veel enthousiasme gingen we van start met twee klanten, Filmnet en Teladin. Het was hard
48 |
6
Wat begon als een brainstorm op een zolderkamer is onder leiding van CEO Jan van der Wel (links) en CTO Enno Romkema uitgegroeid tot een onderneming met meer dan honderdveertig medewerkers.
In 27 jaar Technolution hebben Jan van der Wel en Enno Romkema veel geleerd, onder meer verkopen.
belangrijker wordt. Zeker als je mensen in dienst krijgt, want die zijn wel afhankelijk van jouw beslissingen als leidinggevende en de gevolgen daarvan voor de organisatie. Een continue bedrijfsvoering viel zwaar. We waren heel enthousiaste techneuten, maar geen verkopers. Daarom hebben we drie jaar na de oprichting alles overgedaan aan tuinbouwautomatiseerder Priva. Op dat moment een moeilijke beslissing, maar wel een besluit dat loonde voor beide partijen. Zij hadden een innovatieslag nodig en die haalden ze met ons binnen, wij kregen de kans om de markt te leren kennen en verkoop onder de knie te krijgen. Ondanks de overname door Priva bleven we onder de naam Technolution werken. Het grote verschil was dat er meer geld was om de commerciële kant te ontplooien. We leerden onze projecten te verkopen en goede offertes te schrijven. Verkopen hoort bij de kern van je bedrijf, maar wel in combinatie met je corebusiness. Zo hebben wij de verkoop sindsdien ook aangepakt: techniek en commercie in één persoon. Onze commerciële mensen hebben dus ook verstand van techniek. In 1996 kochten we zestig procent van de aandelen terug van Priva. Drie jaar later hadden we Technolution zelfs weer volledig in eigen handen. We hadden de nodige lessen over verkoop geleerd.
maatschappij en niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Er werden nieuwe programmeertalen en ontwerptechnieken ontwikkeld, die werden ingezet voor nieuwe producten. Het vakgebied was te groot en te complex geworden voor één persoon om alles te kunnen bevatten. Dit had uiteraard consequenties voor onze bedrijfsvoering en organisatiestructuur. Om te kunnen blijven innoveren en te waarborgen dat de organisatie alles tot in detail weet en kent, moesten we kennisdeling gaan toepassen en technologiemanagement introduceren. Een continue ontwikkeling van het bedrijf die parallel loopt aan de technologieontwikkeling. Intern benaderden we het vakgebied via drie disciplines: software, elektronica en programmeerbare logica. Die technologieën pasten we toe in verschillende sectoren. Elektronica is altijd de moeilijkste tak van sport geweest. Het is moeilijk uit te leggen hoe elektronica tot stand komt en waarom dat zo veel tijd en geld kost. Toch hebben we nooit overwogen om ermee te stoppen. Ten eerste omdat we het leuk vinden om te doen en ten tweede omdat het een grote toegevoegde waarde biedt; we blijven graag multidisciplinair. Inmiddels zijn we bezig aan een volgende ontwikkelslag op dit gebied en zijn we binnen de technologie verder aan het specialiseren in specifieke toepassingsgebieden.
Wel hebben we af moeten stappen van de gedachte dat we alles met technologie op kunnen lossen en dan vooral met de technologie die we zelf het leukst vinden. Zo werkt het namelijk niet. De oplossing moet de behoefte van klanten beantwoorden. Dat betekent dat je hun behoefte en wereld moet kennen en een oplossing realiseert die daarbij past. Die behoefte is niet altijd een open deur. Sterker nog: soms weten klanten zelf niet precies wat ze willen. Luisteren en meedenken in hun toepassingsgebied is van belang om de daadwerkelijke behoefte boven water te krijgen. Wij hebben dat zelf moeten leren en dragen dat over aan onze collega’s. Als opdrachtnemer is het enorm belangrijk om behoeften en belangen aan te voelen en daar flexibel mee om te kunnen gaan. Ondanks dat we veel hebben moeten leren, is de kern van onze droom om te ondernemen met technologie uitgekomen. We hebben daar flexibel in moeten zijn, maar dat is wel ons uitgangspunt gebleven. Die droom is altijd onze drijfveer geweest en heeft ons de visie gegeven om beslissingen te kunnen nemen over de ontwikkeling van de organisatie, die inmiddels meer dan honderdveertig mensen groot is. Op die manier kunnen we inspelen op de veranderingen bij klanten, parallel aan de ontwikkeling van de technologie.
Drie disciplines
Geen open deur
Inmiddels was het toepassingsgebied van technologie behoorlijk gegroeid en was het niet meer iets dat alleen op kantoor werd gebruikt. Technologie was omarmd door de
Door de jaren heen hebben we een mooi klantenbestand gerealiseerd. Precies zoals we dat in 1987 voor ons zagen: in verschillende sectoren, maar met soortgelijke technologieën.
Jan van der Wel en Enno Romkema stonden aan de wieg van Technolution en zijn er nu werkzaam als CEO respectievelijk CTO. Redactie Nieke Roos
6 | 49
In bedrijf Embed Engineering
Gepassioneerde engineers leren ondernemen
W
at doet Embed? ‘Wij ontwikkelen embedded elektronica in opdracht’, aldus CEO Marko Bolt. ‘Bedrijven komen bij ons als ze voor hun product of prototype embedded elektronica nodig hebben en standaard componenten niet voldoen. Embed is gevestigd in Groningen en Amsterdam en er werken elf mensen.’
leerd wat erbij komt kijken, zonder dat ik de passie voor techniek heb verloren.’
Wanneer is Embed ontstaan? ‘Ik werkte als engineer in loondienst toen het ondernemerschap begon te lonken. Ik besefte namelijk dat ik binnen mijn toenmalige werk verder keek dan de techniek alleen; ik zag commerciële kansen en organisatorische verbeterpunten. Dit gecombineerd met een passie voor de techniek resulteerde in 2006 in Embed Engineering. Twee jaar later hebben we het bedrijf Blue Melon overgenomen. Anno 2013 wordt het bedrijf geleid door mij en technisch directeur Lourens Rozema, de oprichter van Blue Melon.’
Waar heeft Embed de financiering vandaan? ‘We hadden een launching customer, waardoor het werk voor de eerste tijd was geregeld. Daarnaast hadden Lourens en ik zelf de middelen om de eerste investeringen te kunnen doen. Hoewel Embed had kunnen volstaan met twee computers en een licentie voor een ontwerpprogramma, hebben we gekozen voor een professionele start. We geloven namelijk dat om de beste technische producten te leveren, de organisatie helemaal op orde moet zijn en de klant centraal moet staan. Een van onze eerste investeringen was daarom het ontwerp van een huisstijl en een representatieve inrichting van het kantoor. Bij de kwaliteit die we willen leveren, hoort ook een kwalitatieve uitstraling. Van goede documentatie tot een ontvangst in een net kantoor met een lekkere kop koffie.’
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Het vak ‘ondernemer’ onder de knie krijgen was een interessante uitdaging. Lourens en ik hadden een passie voor techniek en wilden vanuit deze passie een bedrijf starten. Ondernemen is echter meer dan alleen met je passie bezig zijn; het is een vak apart. Ikzelf bleek meer talent te hebben voor dit vak dan ik gedacht en heb gaandeweg ge-
Wat was het grootste obstakel de eerste jaren? ‘We hebben geleerd dat kristalheldere afspraken essentieel zijn in de samenwerking met klanten. We maken voor de klant iets dat nog niet bestaat en waarvan pas na onderzoek en ontwikkeling duidelijk is hoe het er precies uit komt te zien. Daarom zijn heldere, eenvoudige afspraken van belang. Dit geeft houvast in het ontwikkelproces.
50 |
6
Wanneer er tijdens het project sprake is van voortschrijdend inzicht, kunnen we de afspraken in goed overleg bijstellen.’ Aan welke hulp heeft Embed het meest gehad? ‘We hebben er bewust voor gekozen om zelflerend en onafhankelijk te zijn. We hebben vanaf het begin zelf alle beslissingen genomen, weleens met advies van bekenden en ervaren ondernemers, maar vooral door zelf op onderzoek uit te gaan. Lourens en ik willen als ondernemer zelf alle facetten van de organisatie begrijpen, zodat deze beheersbaar en inzichtelijk blijft.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Een bedrijf is nooit af. We blijven altijd leren en onszelf ontwikkelen op persoonlijk, organisatorisch en technisch vlak. We blijven altijd kritisch kijken naar technische resultaten en naar de organisatie op zich en trekken zo veel mogelijk lessen uit opgedane ervaringen. Verder is het personeel de kracht van het bedrijf; de mensen maken het mogelijk dat het bedrijf kan blijven leren. We zijn selectief in het aannemen van personeel. Alleen mensen die niet alleen kwalitatief goed werk leveren, maar ook qua organisatiecultuur bij Embed passen zijn nuttig voor ons. Dit beleid heeft gezorgd voor een club die enthousiast, hardwerkend, hoogopgeleid, praktisch ingesteld, leergierig en klantgericht is.’
In bedrijf Zenso
W
at doet Zenso? ‘Wij doen elektronisch systeemontwerp’, zegt medeoprichter en CTO Johan Coosemans van het designhuis uit Heverlee. ‘We ontwikkelen zowel volledige toestellen als elektronische deelsystemen op maat voor de medische, automotive-, industriële en consumentenmarkt. Zenso levert alle diensten van idee tot product: haalbaarheidsstudies, elektronisch systeemontwerp, PCB-design, ontwikkeling van al dan niet embedded software, systeemintegratie, prototyping, test en validatie, inclusief CE. Serieproductie bieden we aan in nauwe samenwerking met geselecteerde partners.’ ‘Zenso was de elektronicapartner bij de ontwikkeling en productie van een medische draagbare datalogger en van een implanteerbare hersenstimulator voor deep brain stimulation. Dit product omvat onze technologie voor draadloze energie- en signaaloverdracht. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn een draadloze 3G-bewakingscamera op basis van een full-custom processingplatform met Linux, een balanceringssysteem voor supercondensatoren in hybride autobussen, die intussen miljoenen kilometers hebben afgelegd, en een monitoringoplossing voor slaapanalyse.’ ‘Ons team bestaat uit vier personen: naast mijzelf zijn dat medeoprichter en CEO Bart Hermans, een hardware-ingenieur en een softwareontwikkelaar. Vandaag de dag zit zeventig procent van onze omzet in de medische sector. Voor eind 2013 halen we onze Iso 9001- en Iso 13485-certificeringen, waardoor we medisch gekeurde toestellen kunnen ontwikkelen en produceren.’
Businessplanwedstrijd geeft Heverlees designhuis vliegende start ging. Deelnemen aan Bizidee heeft ons een vliegende start gegeven. Een andere uitdaging was de overstap van researchprojecten naar commerciële producten. Onze technische bagage was vanaf het begin zeer goed, maar rond ontwerpen voor betrouwbaarheid, produceerbaarheid, testbaarheid en EMC hebben we de eerste jaren enorm bijgeleerd. Intussen hebben we van deze aspecten onze specialiteit gemaakt. In de medische sector zijn deze aspecten enorm belangrijk.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘Na het winnen van Bizidee vonden we makkelijk financiering. Allegro Investment Fund, de KU Leuven en onze promotor Robert Puers hebben het externe kapitaal ingebracht. Omdat we een solide reserve hebben en jaar na jaar winstgevend zijn, is er geen verdere kapitaalronde gepland.’ Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘We hebben te lang gewacht om onze eerste medewerker aan te werven. Als klein consultancybureau is het moeilijk om een langetermijnplanning op te stellen. Een groot contract wel of niet binnenhalen maakt een enorm verschil. Hierdoor is de balans tussen openstaande orders en werkkrachten in het
begin wisselvallig. Bovendien is er in de regio Leuven veel vraag naar ingenieurs, waardoor het ook moeilijk is geschikte kandidaten te vinden. Snel na onze eerste medewerker hebben we ook een tweede aangetrokken. Hierdoor kunnen we meer en grotere projecten aannemen en lijkt onze groei in een stroomversnelling te komen.’ Aan wie hebben jullie het meest gehad? ‘Bij het opstellen van ons ondernemingsplan was Johan Van den Bossche van coachingclub SO Kwadraat onze begeleider. Een absolute aanrader. Ook na de opstart hebben we regelmatig aangeklopt bij SO Kwadraat voor advies.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Als ingenieurs hebben we steeds de neiging om onmiddellijk met vol enthousiasme in een nieuw project te vliegen. Intussen hebben we geleerd eerst de noodzakelijke papierwinkel in orde te brengen. Goede afspraken rond de specificaties maken goede vrienden. Dat is overigens een van de punten waar een goed uitgewerkt kwaliteitssysteem heel constructief is. Een tweede les: het is naïef om te denken dat indien je goede prestaties hebt geleverd iedereen ook volgens de afgesproken termijn zal betalen. Een nauwe opvolging hiervan is noodzakelijk.’
Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘We zijn een spin-off van de Katholieke Universiteit Leuven, departement Esat–Micas. Bart Hermans en ik hebben Zenso in 2007 opgericht als bvba met kapitaal als laureaat van de ondernemingsplanwedstrijd Bizidee. Eén jaar later volgde een kapitaalsverhoging met omvorming tot nv.’ Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘Als doctoraatstudenten hadden we weinig ervaring met ondernemen. Het opstellen van een businessplan was een hele uitda-
6 | 51
Opinie De headhunter G.S. vraagt:
Anton van Rossum
[email protected]
Ik ben manager bij een start-up in de microelektronica. Ons bedrijf behaalt sinds een paar jaar uitstekende resultaten en alle seinen staan op groen voor verdere groei. Laatst hadden we een veelbelovende kandidaat voor een pittige, technisch-commerciële functie op gesprek. Hij paste prima in het functieprofiel en zijn toekomstige manager en collega’s waren enthousiast. Naar eigen zeggen zag de kandidaat de baan helemaal zitten en hij ging ook akkoord met het salaris dat we boden. Niet lang nadat we hem het contract hadden gestuurd, belde hij op om te praten over de financiële vergoeding. Blijkbaar was het salaris wel in orde, maar het pensioen viel lager uit dan bij zijn vorige werkgever en de pensioenbijdrage bleef ook achter. Of we daar iets aan konden doen. Eerlijk gezegd, viel deze reactie ons erg tegen. Het aangeboden jaarsalaris was beslist marktconform en al behoorlijk hoog in verhouding met wat anderen bij ons verdienen. De kandidaat werkte hiervoor bij een groot concern; het is toch logisch dat een klein bedrijf qua secundaire arbeidsvoorwaarden wat minder te bieden heeft? We vragen ons nu ook af hoe serieus de kandidaat is. Als een ander bedrijf straks iets meer betaalt, is hij misschien zo weer vertrokken. Wat moeten we hiermee?
De headhunter antwoordt: Ik begrijp je teleurstelling heel goed. En eigenlijk is de conclusie al getrokken, meen ik te beluisteren: bij twijfel, niet inhalen. Het aantrekken van de juiste medewerkers is geen sinecure, zo blijkt maar weer. De kandidaat had de selectie met glans doorstaan en had de facto al een aanbieding op zak. Door deze niet gretig te accepteren maar juist de onderhandeling te openen, sloeg de aanvankelijk positieve stemming om. Enerzijds verbaast mij dit, anderzijds ook weer niet. Want het doen van een aanbieding is toch altijd het openen van een onderhandeling. De kandidaat weet dit en zal vaak, zelfs als hij het aanbod op zijn merites waardeert, toch op een of soms meerdere punten willen exploreren. Dat hij zich die ruimte toekent, is in deze fase vanzelfsprekend, lijkt me. Toch heb ik al vaker gezien, vooral bij start-upbedrijven maar ook bij andere organisaties in het mkb, dat onderhandelen over bepaalde zaken niet altijd wordt
gewaardeerd. Dat geldt met name op het punt van het pensioen. Wanneer een kandidaat een riante pensioenregeling heeft, leidt compensatie tot een uit zijn voegen gerukt salarisgebouw. Indien de concrete aanbieding boven in de toepasselijke schaal zit, leidt een compensatie tot een onwenselijke scheefgroei ten opzichte van de overige medewerkers. Wellicht ten overvloede: deze problematiek speelt ook bij sommige grote internationale bedrijven. Hoe je als bedrijf moet reageren op kandidaten die uit een dergelijke setting komen, staat nergens voorgeschreven. Maar het verschaffen van duidelijkheid om het verwachtingspatroon te sturen, is zeker gewenst. Want het is zelden zo dat de voor-
Ga op jullie eigen gevoel bij het nemen van een definitieve beslissing naamste drijfveer voor een nieuwe baan het pensioen is. Wanneer een kandidaat in zijn onschuld dit onderwerp toch ter sprake brengt, is een korte uitleg over het salarisgebouw en een vasthouden aan het uitgebrachte aanbod naar mijn mening meestal de juiste aanpak. Ik begrijp echter goed dat in sommige gevallen twijfel kan ontstaan over de motivatie van de kandidaat. Je hebt er namelijk niets aan als hij binnen korte tijd weer opstapt, zodra hij een betere pensioenregeling kan krijgen. Hoe de persoonlijke vork in de steel zit, is echter moeilijk in het vooruit met zekerheid vast te stellen. Bij het nemen van een definitieve beslissing zul je daarom toch op je eigen gevoel en dat van je collega’s moeten afgaan.
6 | 53
Achtergrond Financiering
Gimv laat kleine bedrijven doorgroeien tot wereldspeler Voor financiering kan het hightech-mkb niet alleen bij een bank terecht, maar ook bij een investeringsmaatschappij. Een van die ervaren partijen is Gimv, dat al drie decennia bedrijven niet alleen met geld maar ook met raad bijstaat om uit te groeien tot topspeler. Koen Vervloesem
I
nvesteringsmaatschappij Gimv, voor 27 procent in handen van de Vlaamse overheid, heeft al meer dan dertig jaar ervaring in private equity en durfkapitaal en is daarmee een van de pioniers in het vak. In deze periode is het uitgegroeid tot meer dan een lokale speler, met kantoren in vier landen en een portefeuille die voor iets meer dan de helft in het buitenland is geïnvesteerd. Momenteel lopen er investeringen in 75 bedrijven, die samen een omzet genereren van meer dan zes miljard euro en meer dan 26 duizend mensen in dienst hebben. Gimv stelt zich als doel om innovatieve bedrijven met een sterk groeipotentieel te begeleiden zodat ze kunnen uitgroeien tot marktleider in hun sector. Tot voort kort beperkte het zich daarbij niet tot specifieke sectoren. Sinds vorig jaar ligt de focus van de investeringen echter op vier ‘platforms’: Consumer 2020, Health & Care, Smart Industries en Sustainable Cities. ‘Twintig jaar geleden waren we sowieso een van de weinige investeringsmaatschappijen’, verklaart Bart Cauberghe van Gimvs Smart Industries-platform, dat zich richt op B2B-technologiebedrijven. ‘Daardoor was die focus nog niet zo nodig, terwijl je je nu echt moet specialiseren. We willen ook een betrokken investeerder zijn, die gehoord wordt in alle strategische fases van het bedrijf. Dat kan enkel als je iets van de business kent. Daarom zijn we met die sectorfocus begonnen.’ Een van de succesverhalen is het Nederlands-Belgische halfgeleiderbedrijf Greenpeak (zie ook pagina 56). Gimv stak in 2006 geld in Xanadu Wireless, een ontwikkelaar van radiochips die een jaar later met netwerksoftwareontwikkelaar Ubiwave samensmolt tot Greenpeak. In de verschillende financieringsrondes investeerde de
54 |
6
kapitaalschieter meer dan tien miljoen euro. ‘Greenpeak is een mooi voorbeeld van een sterk groeibedrijf: de omzet stijgt jaar na jaar fors’, zegt Nick Medaer, eveneens van het Smart Industries-platform. Andere succesverhalen zijn LMS, waarin Gimv van 1991 tot 2005 participeerde, en Metris, waar het in 2000 instapte en
‘Idealiter is een investeringsmaatschappij een sparringpartner, waarmee het bedrijf bijna op wekelijkse basis contact heeft’, aldus Bart Cauberghe, die werkt bij het Smart Industries-platform van Gimv.
in 2009 uitstapte. ‘Toen we in Metris investeerden, was het nog een klein bedrijf. Daarna is het uitgegroeid tot een wereldspeler voor 3D-kwaliteitscontrole’, aldus collega Cauberghe. LMS is inmiddels ingelijfd door Siemens, Metris door Nikon.
Sparringpartner Doorgaans zoekt Gimv naar groeibedrijven die in markten actief zijn met groeicijfers boven het gemiddelde en die zich onder de leiders in hun marktsegment bevinden. Het zijn typisch ondernemingen met een omzet tussen tien en tweehonderd miljoen per jaar die internationaal actief zijn. Dat
laatste is volgens Cauberghe essentieel. ‘Een sterk product moet ook internationaal aanspreken. Zeker omdat we in de Benelux een kleine thuismarkt hebben. Als je dan niet internationaal gericht bent, groei je maar tot een bepaald niveau. En de wereld wordt alsmaar competitiever. Als je klein blijft terwijl je internationaal gerichte concurrenten groeien, blijft er een kleiner deel van de koek voor je over en kun je minder investeren in innovatie.’ Een van de troeven van Gimv voor die bedrijven is dan ook dat het een pan-Europese investeringsmaatschappij is. Het hoofdkantoor ligt in Antwerpen, maar ook in Nederland, Duitsland en Frankrijk zijn er vestigingen. Met zijn financiering wil Gimv zijn participaties een duwtje in de rug geven naar een verdere internationalisering, zodat ze kunnen uitgroeien tot echte wereldspeler. Ondanks de sterk internationale focus beklemtoont Cauberghe dat nabijheid tot de bedrijven waarin geïnvesteerd wordt belangrijk is. ‘De drempel voor toegang tot het bedrijf moet laag liggen. Dat komt zowel het bedrijf als ons ten goede. In het ideale geval is een investeringsmaatschappij een sparringpartner, waarmee het bedrijf bijna op wekelijkse basis contact heeft. We willen immers zonder al te veel barrières raad kunnen geven bij grote investeringen of het managementteam begeleiden bij een acquisitie. Daarom steken we enkel geld in bedrijven in de landen in onze onmiddellijke nabijheid.’
Professionaliseren Gimv investeert meestal tussen de vijf en dertig miljoen euro in zijn portfoliobedrijven. Daarbij maakt het niet zo uit of het om een minderheids- of meerderheidsaandeel
OTN Systems, een van de bedrijven uit het Gimv-portfolio, levert netwerken voor bedrijfskritieke omgevingen, zoals treinen en metro’s.
gaat. ‘Het belangrijkste is dat we geloven in het businessplan van het managementteam’, verduidelijkt Cauberghe. ‘Verwezenlijkingen uit het verleden zijn niet voldoende; we willen een uitgewerkt plan zien voor de toekomst voor we in een bedrijf investeren.’ Het managementteam moet volgens Cauberghe dan ook een duidelijke ambitie tonen en een geloofwaardig groeiplan hebben. ‘De visie moet van hun kant komen. Wij zijn zelf geen operationele managers, maar willen het managementteam met raad en daad ondersteunen bij de meer strategische keuzes en projecten.’ Gimv steekt daarbij niet zomaar wat geld toe, maar is vaak een change enabler. ‘Een bedrijf waarin we investeren, is zich doorgaans wel bewust van bepaalde interne problemen, maar daar wordt dan om allerlei historische redenen niets aan gedaan. Wij als externe partij bekijken dat zakelijk en stellen allerlei zaken in vraag, wat het bedrijf een kans geeft om zijn werking te professionaliseren.’ Een extra toegevoegde waarde is dat Gimv dergelijke situaties al bij meerdere bedrijven ervaren heeft.
Verlovingscontract De financiering die een investeringsmaatschappij als Gimv aanbiedt, is van een heel andere vorm dan die van een bank, onderstreept Medaer. ‘Een bank focust op de risico’s, terwijl wij vooral naar het potentieel kijken.’ Cauberghe vergelijkt de relatie tussen Gimv en zijn portfoliobedrijven dan ook met een huwelijk: ‘Als er na onze eerste gesprekken voldoende vertrouwen is tussen elkaar, tekenen we een term sheet, een verlovingscontract als het ware. Daarin staan dan de contouren van de overeenkomst. En net zoals je geen drie jaar meer kunt wachten wanneer
je je vrouw ten huwelijk vraagt, duurt het na de term sheet niet al te lang meer voor je tot een definitieve overeenkomst komt.’ Tussen het tekenen van de term sheet en de definitieve overeenkomst voor een investering verlopen zo’n zes tot twaalf weken. ‘In die periode voeren we due diligence uit, zowel financieel, juridisch als op het vlak van intellectuele eigendomsrechten’, legt Cauberghe uit. ‘Soms ook op operationeel vlak. Dan spreken we bijvoorbeeld af dat de financiële rapportering in het bedrijf professioneler moet als we investeren. Vaak gaat het om verbeterpunten of potentiële risico’s die afgedekt moeten worden. Als een bedrijf bijvoorbeeld
‘Een bank focust op de risico’s, terwijl wij vooral naar het potentieel kijken’, stelt Nick Medaer, eveneens van het Smart Industries-platform.
voor zijn vestiging in Oost-Europa afhangt van slechts één persoon, spreken we af dat het dat moet oplossen omdat dat een te groot risico vormt. En als er bepaalde vaardigheden bij het managementteam ontbreken, willen we ook dat daaraan gewerkt wordt en helpen we iemand zoeken die het team aanvult.’ Dikwijls is Gimv al geruime tijd in contact met het betrokken bedrijf. Het traject
Een ander bedrijf waarin Gimv investeert, is Punch Powertrain, ontwikkelaar van automatische versnellingsbakken.
vóór de verloving kan al behoorlijk wat maanden duren. Daarin onderzoekt Gimv onder meer de sterktes en zwakheden van het bedrijf en brengt het in kaart hoe de onderneming in de markt staat vergeleken met concurrenten.
Exit Gimv waakt erover dat de doelstellingen van de investeringsmaatschappij afgestemd zijn op die van de bedrijfsleiding. Als de managers aandeelhouders zijn, is hun belang al hetzelfde als dat van Gimv: de onderneming laten groeien en aandeelhouderswaarde creeren. Maar die afstemming kan ook op andere manieren, legt Medaer uit. ‘Zo laten we een bonus voor het management afhangen van targets die in overeenstemming zijn met het strategisch plan. Als daarin bijvoorbeeld staat dat het bedrijf minder wil afhangen van één klant, geef je hun een beloning als de grootste klant maximaal twintig procent van de omzet levert.’ Terwijl veel private-equityspelers voor drie tot vier jaar participeren, bedraagt die termijn bij Gimv eerder vijf tot acht jaar. Het businessmodel daarbij is uiteraard om de aandelen op een bepaald moment te gelde te maken met een exit, maar over die scheiding moet je op voorhand goede afspraken maken, vindt investor relations manager Frank De Leenheer. ‘Wij stappen in met een concreet plan om een bedrijf van A naar B te brengen. Eens het bedrijf dat punt heeft bereikt, zijn we misschien niet de beste partner meer.’ Gimv is immers gespecialiseerd in het laten doorgroeien van een kleiner onderneming naar een topspeler. Daarna is de logische stap misschien een overname door een multinational. Zoals dus met Metris gebeurde toen het in 2009 werd ingelijfd door Nikon.
6 | 55
In bedrijf Greenpeak
Recept voor een halfgeleiderstart-up in de lage landen Het starten van een halfgeleiderbedrijf in deze contreien is een stevige uitdaging, maar Greenpeak kreeg het voor elkaar. Oprichter en CEO Cees Links kijkt terug op de afgelopen zes jaar. Cees Links
G
reenpeak is een Nederlands-Belgisch halfgeleiderbedrijf en ontwerpt energiezuinige RF-datacommunicatiechips. De onderneming ontstond in 2007 uit het huwelijk van het Utrechtse Xanadu Wireless en Ubiwave uit Zele. Vanaf de start ligt onze focus op producten rond de Zigbee-communicatiestandaard. Onze communicatiechips zijn onder meer te vinden in afstandsbedieningen (voor settopboxen/gateways of televisies), andere consumentenelektronica, domotica en systemen voor energie-efficiëntie. De settopbox met RF-chip wordt een cruciale bouwsteen van het slimme huis, een woonconcept waarbij allerlei toestellen zoals de verlichting, de thermostaat en het alarmsysteem via dat kastje verbonden zijn met het internet. De bewoner kan die systemen vervolgens vanaf iedere locatie in de wereld met behulp van een smartphone of tablet controleren en beheren. Tot onze klanten mogen wij ’s werelds grootste consumentenelektronicabedrijven, kabelmaatschappijen en OEM’s rekenen. We richten ons op de wereldmarkt en exporteren onze producten niet alleen naar andere Europese landen maar ook naar de Verenigde Staten en Azië. Behalve in Utrecht, waar we ons hoofdkwartier hebben, en Zele hebben we vestigingen in Parijs, Japan, Korea en de VS.
Beste ambassadeurs Met onze achtergrond in wifi hadden mijn team en ik vanaf dag een alle kennis en er-
56 |
6
varing in huis om het bedrijf op de lange termijn succesvol te maken. Kapitaal vinden om te starten en ook te blijven bestaan, was echter een grote uitdaging. Het duurt namelijk relatief lang voor een beginnend halfgeleiderbedrijf om een chip te ontwikkelen en klaar te stomen voor volumeproductie, en in de tussentijd zijn er nauwelijks inkomsten uit verkoop. Dat is een belangrijk verschil met ondernemingen die bijvoorbeeld software of eindproducten maken; die kunnen hun ontwikkeling meestal met beperktere middelen financieren en veel sneller de markt op om omzet te genereren. In verschillende rondes heeft Greenpeak in totaal zo’n dertig miljoen euro opgehaald. Eerst bij seed investors en vrienden die geloofden in onze visie en later bij verstrekkers van durfkapitaal, zoals Bosch, DFJ Esprit en Gimv. Deze bedrijven maken actief deel uit van onze raad van commissarissen en doen veel meer dan enkel financiële middelen verschaffen. Verder hebben we subsidies en kredieten gekregen van Agentschap NL in Nederland en IWT in België. Met deze uit belastinggeld gefinancierde bijdrages geven de overheden van beide landen de innovatie in de hightech een duidelijke steun in de rug. Een andere uitdaging, naast startkapitaal aantrekken, is de juiste mensen vinden. Zeker in de Benelux, waar ingenieurs schaars zijn, is dat doorslaggevend voor het succes. Het goud van een halfgeleiderbedrijf komt
namelijk uit de hoofden van de ingenieurs. Werken bij een start-up vraagt echter een specifieke mindset. Mensen moeten bereid zijn om mee te bouwen aan het bedrijf en iedereen moet multi-inzetbaar zijn. Een halfgeleiderstarter moet bovendien concurreren tegen de voorwaarden en voordelen die de chipreuzen bieden. Het kan allemaal soms voelen als in een achtbaan, maar vergroot tegelijk ook het werkplezier en maakt het aandeel in het succes zichtbaarder. Greenpeak is ondertussen de start-upfase ontgroeid. Mensen werven gaat vlot, mede dankzij de huidige werknemers, die nog steeds de beste ambassadeurs zijn om het bedrijf als werkgever te verkopen aan potentiële nieuwe collega’s. Daarbij is er nauwelijks verloop in het personeelsbestand. Mijns inziens komt dat door onze transparantie en open interne communicatie, die het geloof in ons succes versterken en het vertrouwen in de toekomst ondersteunen.
Vijfhonderdduizend chips Innovatie en patenten vormen de ruggengraat van ieder hightechbedrijf. Met gevestigde halfgeleiderreuzen als Freescale, Silicon Labs, Texas Instruments en STMicroelectronics als concurrenten was het ons snel duidelijk dat we enkel met onderscheidende technologie in dezelfde arena konden strijden. In de loop der jaren hebben we een patentportfolio ontwikkeld waarmee we het verschil kunnen maken in de slimme woning.
Cees Links en zijn bedrijf zijn de start-upfase ondertussen ontgroeid.
En we staan nog maar aan het begin. Een standaard gezin heeft al gauw tien wifinodes in huis, maar voor Zigbee is er gemakkelijk plaats voor vijftig tot honderd sensoren, bijvoorbeeld in brandalarmen, deuren, lichtpunten, ramen, rolluiken en thermostaten. Deze markt is dus minstens een factor tien groter dan die voor wifi. Ook buiten de slimme woning zijn er legio mogelijkheden voor Zigbee-netwerken, in sectoren als de auto-industrie, de kleinhandel, de landbouw, de logistiek en de zorg.
Speciaalzaak
De Zigbee-chips die we ontwerpen, onderscheiden zich vooral door hun ongevoeligheid voor interferentie van wifi en door hun grote bereik, essentieel voor toepassing in de slimme woning. Daarnaast verbruiken ze zeer weinig energie, zodat sensoren met onze technologie veel zuiniger zijn dan traditionele exemplaren: op één knoopcelbatterij gaan ze meer dan tien jaar mee. Daarmee heeft de batterij dus een langer leven dan het product. Het idee van een slimme woning is niet nieuw; het is al meer dan veertig een belofte. Domotica was echter lange tijd de speeltuin voor de welgestelden, de tech-
neuten en een handvol enthousiaste doehet-zelvers. Met onze technologie denken we bij te kunnen dragen aan de echte doorbraak om het slimme huis gemeengoed te laten worden. Verschillende kabelmaatschappijen wereldwijd hebben we al weten te overtuigen om onze RF-chips in hun settopboxen te integreren en zo de slimme woning dichterbij te brengen. Voorbeelden zijn Comcast, DirecTV en Time Warner in de Verenigde Staten. Momenteel verschepen we ongeveer vijfhonderdduizend chips per week, waarmee we al een significant marktaandeel hebben verworven.
Hoe heeft een relatief klein bedrijf als Greenpeak succesvol kunnen worden en zich vanaf de eerste dag kunnen onderscheiden van de concurrentie? Het antwoord hierop luidt: specialisatie en focus. Greenpeak is een speciaalzaak met een duidelijke focus op één technologie: Zigbee. Daardoor kunnen we vooroplopen in de ontwikkelingen. Deze specialisatie en focus koppelen we aan de flexibiliteit en wendbaarheid van een klein bedrijf. Vanuit onze NederlandsBelgische wortels voegen we daar de typische commerciële flair en het kenmerkende noeste werken aan toe. Dat is ons recept voor succes. Cees Links is oprichter en CEO van Greenpeak Technologies. Redactie Nieke Roos
6 | 57
In bedrijf Ansem
Collega-starters wijzen ontwerphuis van analoge Asics weg omhoog
W
at doet Ansem? ‘Wij ontwerpen analoge klantspecifieke chips en zorgen via partners ook voor de fabricage, verpakking en het testen van die Asics’, aldus Stefan Gogaert, medeoprichter, chief strategy officer en chief financial officer. ‘Onze klanten zijn voornamelijk grote bedrijven die elektronische systemen maken, vooral uit de machinebouw, de medische sector, en de lucht- en ruimtevaart. Voor hen ontwikkelen we de volgende generatie chip die hen technologisch weer een stap vooruit helpt. Dat doen we vanuit Heverlee met 35 medewerkers.’ ‘De meeste van de geïntegreerde schakelingen die we maken, zijn vrij complex en vormen vaak al een systeem op zich. Onze expertise is vrij breed: vanaf het systeemniveau denken we met de klant mee, bepalen we de architectuur en doen we het volledige ontwerp. Onze trackrecord is voornamelijk in draadloze communicatie met laag vermogen, power line-communicatie, powermanagement en alles wat sensorinterfacing en signaalacquisitie is. Het scala aan chiptechnologieën waar wij vandaag in werken, varieert van 0,35 µm tot
40 nm CMos, met daarnaast nog specifieke toepassingen die hogespannings-BCDMostechnologieën gebruiken.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘Ansem is opgericht door Jan Crols en mezelf in 1998, als spin-off van de KU Leuven en Imec. Wij waren ervan overtuigd dat er een toekomst weggelegd was voor analoge elektronica. Specifiek waren er voor ons extra kansen omdat net rond die periode de omslag begon waarbij geavanceerde analoge functies niet langer in bipolaire chiptechnologieën werden gemaakt, maar voor het eerst naar de ‘digitale’ CMos-technologieën werden gebracht. Dat maakte dat er een sterke nood was aan extra kennis over hoe analoge hogesnelheidsschakelingen in CMos gemaakt kunnen worden, iets wat we met onze achtergrond van het onderzoek aan de universiteit te bieden hadden.’ Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘We zijn gestart als ontwerpfirma van analoge IC’s in een periode waar de focus naar digitale chips ging. Bedrijven begonnen wel
een duidelijke nood te krijgen om daar ook analoge functies aan toe te voegen, maar om dan daarvoor aan te kloppen bij een startende onderneming van enkele mensen is een grote stap. Vrij snel hebben we het belang en onze unieke kunde in RF-CMosschakelingen kunnen aantonen en dat maakte toch het gemis aan trackrecord in die eerste periode meer dan goed.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘Bij onze oprichting hebben we steun gehad vanuit de universiteit en vanuit Imec. Dit was eigenlijk vrij eenvoudig. Vergeet ook niet dat onze business, gestart als een ontwerpservice, niet erg kapitaalintensief is. Vrij snel hadden we ons eerste project binnengehaald, een GPS-ontvanger in RFCMos voor een Japanse klant. Dat zorgde ervoor dat we met een beperkt startkapitaal onze eigen groei verder zelf konden financieren vanuit onze inkomsten.’ Wat was het belangrijkste obstakel in de eerste jaren? ‘De groei. In de jaren 2000 en 2001 was de vraag zo enorm terwijl het aantal afgestudeerden met een specialisatie in analoog ontwerp zeer laag was. We hebben toen tools ontwikkeld om de efficiëntie van onze designflow te verhogen.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘Het meeste leer je van je collega-starters die net iets ouder of groter zijn. Iedereen gaat door dezelfde groeipijnen. Van je peers pik je de meeste bruikbare informatie op. Starten in een bedrijvencentrum, zoals wij hebben gedaan, waar vele jonge maar nog kleine bedrijven samenzitten, was voor ons daarom zeker een stimulerende omgeving.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Je moet flexibiliteit en focus hebben. Flexibel omdat de wereld om je heen verandert: internetbubbels, bankencrisis, ... En toch moet je gefocust blijven op je eigen sterktes en kun je niet zomaar ingaan op eender welke opportuniteit die zich aandient.’
58 |
6
In bedrijf BlueIce
Ultralaag vermogen door investeren in corecompetenties
W
at doet BlueIce? ‘Wij zijn een design-consultancy- en IP-bedrijf voor micro-elektronica. Voor onze klanten ontwikkelen wij volledige Soc-oplossingen op maat, uitgaande van ons IP-portfolio. BlueIce beheerst een breed competentiepalet noodzakelijk om een complexe Soc tot een goed einde te brengen, van systeemarchitectuur, DSP-algoritmes en hardwareontwerp tot softwaredesign en verificatie en validatie’, antwoordt medeoprichter en CEO Leon Cloetens van het bedrijf uit Alken onder Hasselt. ‘BlueIce heeft in het bijzonder een expertise ontwikkeld in drie domeinen. Ten eerste is dat het ontwerp van systemen, architecturen en DSP-algoritmes, met name voor al dan niet draadloze communicatietoepassingen. Daarnaast kunnen beeldherkenning en radarontvangers onze interesse wegdragen. Ten tweede zijn we gespecialiseerd in processoren: ontwerp, gebruik van processor-IP in een globaal systeem en ontwikkeling van realtime embedded software. In dit domein heeft BlueIce verschillende bestaande processorcores gebruikt en in een eigen architectuur geïnvesteerd. Ten derde hebben we expertise in IP en ontwerp voor ultralaag vermogen. Samen met een van onze klanten hebben we bijvoorbeeld een volledige Bluetooth-oplossing op de markt gebracht. BlueIce heeft hier een leidende rol gespeeld vanaf de systeemarchitectuurdefinitie tot het ontwerp, de verificatie, validatie en ten slotte de kwalificatie van het volledige systeem.’ ‘Verder hebben we voor een onderzoeksproject in samenwerking met Imec in Gent een eigen processorarchitectuur met ultralaag vermogen ontwikkeld: BluSP.
Deze is bedoeld als programmeerbare kern voor toepassingen gaande van draadloze transceivers voor standaarden zoals 802.15.4 en 802.11.ah, beeldherkenning, power line carrier tot radarontvangers. Het IP onderscheidt zich door zijn extreem lage verbruik en zijn flexibiliteit om zowel reguliere DSP-berekeningen als tegelijkertijd willekeurige algoritmes efficiënt aan te kunnen. Samen met Bluebee, een jonge spin-off van de TU Delft, hebben we een volledige toolomgeving inclusief compiler ontwikkeld voor deze architectuur.’ Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘BlueIce werd opgericht in 2010 door Henri en Leon Cloetens. Het team is elk jaar met enkele mensen gegroeid, tot een tiental personen op dit ogenblik.’ Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘De financiering is gebaseerd op eigen middelen, externe financiering mede gewaarborgd door de Vlaamse overheid en ten slotte onrechtstreekse financiering via een eerste klantcontract. Dit werd min of meer afgesloten bij oprichting van het bedrijf. Vanaf die oprichting tot vandaag heeft BlueIce ongeveer vijfhonderdduizend euro in eigen technologie geïnvesteerd. Deze investeringen zijn belangrijk enerzijds in het opbouwen van een eigen IP-portfolio en anderzijds in het aantonen van het technisch en het innoverend potentieel van het bedrijf.’ Wat was het belangrijkste obstakel in de eerste jaren? ‘Een van de uitdagingen was het vinden van voldoende ervaren teamleden, zeker als we
de grootte van het bedrijf en het brede palet aan competenties in aanmerking nemen.’ Aan welke hulp hebben jullie het meest gehad? ‘Verschillende partijen hebben een belangrijke ondersteunende rol gespeeld bij de oprichting van het bedrijf. De belangrijkste klanten hebben een snelle groei naar een minimale schaalgrootte mogelijk gemaakt. De Vlaamse overheid heeft onrechtstreeks geholpen bij de financiering en rechtstreeks innovatiesteun gegeven bij de investeringen in eigen technologie. Verder waren partnerschappen erg belangrijk. Dikwijls zijn die gebaseerd op relaties opgebouwd door de oprichters in de loop van hun loopbaan in de halfgeleiderwereld. BlueIce heeft een samenwerking met een Indisch softwareontwikkelbedrijf, Allgosystems. Dit was essentieel in het efficiënt en op tijd ontwikkelen van een aantal softwaremodules. Verder hebben we een partnerschap met Imec Services, dat rechtstreekse toegang geeft tot bibliotheken en technologie. Ten slotte is er de samenwerking met Bluebee.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Sleutels tot succes in onze wereld zijn vertrouwen, executie en innovatie. Deze waarden staan hoog in het vaandel van ons bedrijf geschreven. Naast het correct uitvoeren van wat wij beloven, betekent voor ons executie ook het snel tot een oplossingsvoorstel komen en bereid zijn om met onze klanten projectrisico te delen. Dat hebben we reeds een aantal malen gedaan, zelfs als niet alle succesfactoren in onze handen lagen.’
6 | 59
Achtergrond Intellectueel eigendom
De ongelijke strijd tussen het mkb en de diepe zakken Peter Langendam
B
ij Semiconductor Ideas to the Market (ItoM) ontwikkelen we IP op het gebied van zenders en ontvangers. De laatste vijftien jaar hebben we bijna twintig miljoen euro uitgegeven aan bijzondere vindingen. Deze beschermen we middels copyrights en patenten, maar ook door echte knowhow te ontwikkelen en sommige dingen strikt geheim te houden. Vervolgens proberen we dit IP te exploiteren. Bij die exploitatie zijn we de laatste jaren echter meermaals stevig in de wielen gereden doordat de grote bedrijven zich niet aan de regels houden en zich niks aantrekken van eigendomsrechten. Om het ongeoorloofde gebruik van onze technologie een halt toe te roepen, hebben we een groot aantal inbreukprocedures gevoerd. In de rechtszaal hebben onder meer gestaan tegenover Apple, Broadcom, Ford, Qualcomm en Texas Instruments. De juridische weg naar rechterlijke erkenning van inbreuk is echter zeer duur
en tijdrovend, en ItoM is maar een klein bedrijf met weinig financiële armslag, waar de zakken van de tegenpartij heel diep zijn. Ondanks dat we in de Verenigde Staten werken met een advocatenkantoor volgens het principe no cure, no pay, kunnen we het ons niet veroorloven om de weg helemaal af te leggen. In alle zaken hebben we eieren voor ons geld gekozen en tussentijds geschikt. Zo’n schikking is gebaseerd op de juridische kosten die de tegenpartij zou moeten maken om onze claim te weerleggen, de nuisance value. Dan gaat het weliswaar om miljoenen, maar als we de procedure hadden doorgezet tot aan de rechterlijke erkenning van inbreuk hadden we een veelvoud daarvan gekregen. Bovendien doet een dergelijke schikking geen recht aan de commerciële waarde van de uitvinding, die normaal wordt vastgesteld aan de hand van de vervangingswaarde. Bij ons Electronic Notch-patent ligt die in de ordegrootte van enkele honderden miljoenen euro.
Alleen grote bedrijven met een forse oorlogskas kunnen het zich financieel permitteren om door te gaan tot aan de rechterlijke uitspraak en op basis daarvan schadevergoeding, soms zelfs triple damages, te eisen. Hun tegenpartij weet dit ook en zal daardoor bereid zijn tot veel hogere bedragen aan nuisance value dan waarmee ze zouden instemmen bij financieel zwakke octrooihouders. Deze zijn dus dubbel de pineut. Als kleine bedrijven zoals ItoM meer financiële armslag zouden hebben, zouden ze hun rechten op de juiste manier kunnen beschermen en veel meer kunnen verdienen. Op dit moment bereiden we de volgende rechtszaken voor in de VS. Ook daar zal het helaas weer aankomen op schikken. Peter Langendam is algemeen directeur van ItoM uit Eindhoven. Redactie Nieke Roos
Bits&Chips 2013
Sponsor
EMBEDDED SYSTEMS 7 November 2013 • ’s-Hertogenbosch • NL
We welcome your conference proposals on the following topics: Big science Co-development Distributed sensing Electric vehicles Healthcare
CALL FOR PAPERS
Smar t cities Organiser
60 |
Co-organiser
6
Coffee sponsor
G o to www.e mbe dde d- s ys te ms .n l/pr o gr a mme and f i l l out t he s ubm i s s i on form
D e a d l i ne 1 September 2013
Opinie Innovatie
Industriële eiken
D
Henne van Heeren is eigenaar van EnablingMNT.
e Europese Unie ziet eindelijk het licht: ze gaat veel geld stoppen in een halfgeleideranalogie van het Airbusproject. Dat is een goed idee. Als de Amerikanen in de jaren zestig net zo verstandig waren geweest, dan hadden ze met een ambitieus programma de elektronicamaakindustrie kunnen behouden door de bouw van nog snellere mainframes te stimuleren en hadden Bill Gates en Steve Jobs nooit hun krakkemikkige speelgoed kunnen introduceren. De rekenliniaalindustrie had waarschijnlijk plannen ontwikkeld voor vergrootglazen om nauwkeuriger uit te kunnen lezen en geavanceerde smeermiddelen om sneller te kunnen schuiven. Dan waren die armoedige zakjapanners er nooit gekomen. Als de Duitse overheid de kolenindustrie was blijven ondersteunen, dan hoefden we op doorreis naar Zwitserland en Oostenrijk niet tegen al die blauwe daken aan te kijken. En ook niet jaloers te zijn op hun hightechequipment-industrie. Waarom laten de politici zo vaak hun oren hangen naar de grote industrie met hun oudbakken strategieën? In Vlaanderen schijnt bijna zestig procent van de bedrijfssubsidies voor onderzoek en ontwikkeling te gaan naar niet meer dan tien gevestigde bedrijven. Die overigens consistent jaar in jaar uit hun Belgische activiteiten inkrimpen. Als de politici een keer naar het mkb luisteren, is het naar een gevestigde groep, zoals de analysetoestelbouwers. Die vragen om meer fundamenteel onderzoek. Ja logisch, hoe fundamenteler het onderzoek, hoe duurder de apparaten die nodig zijn. Met aan de top de deeltjesversneller in Genève. Fantastische resultaten, maar er blijven toch nog een paar vragen over. Een groter systeem ligt al op de tekentafels. Universiteiten puilen uit van de apparaten die voor een enkel project zijn gebruikt. Mooi voor de leveranciers van deze systemen, maar brengt het ons echt verder? Professoren schermen graag met het belang van fundamenteel onderzoek. Er zijn echter veel voorbeelden van grote doorbraken door personen die de toepassingen scherp op het netvlies hadden. Denk maar aan de halfgeleiderindustrie of de ontwikkeling van de verbrandingsmotor. En de kansen grijpen die daaruit voortkomen, dat is dan weer iets voor het mkb.
De Nederlandse hightechindustrie bestaat voornamelijk uit specialistische bedrijven, die zo verschillend zijn dat ze in geen roadmap of industriepolitiek passen. Daar is hun visie te zeer korte termijn voor. Dat hebben ze dan wel weer gemeen met politici. Zien we daar dan toch iets van een match? Helaas niet. Daarvoor duurt het weer te lang voor een politicus kan scoren met hulp aan start-ups. Toch is het een verstandige langetermijninvestering. Van de zestien mij bekende micro/nanobedrijven die voor 2000 zijn gestart, zijn er nog veertien in leven. Vrijwel allemaal zijn ze op zoek naar nieuwe hooggekwalificeerde werknemers. En allemaal hebben ze een hightech product in de
Het duurt te lang voor een politicus kan scoren met hulp aan start-ups markt gezet. Niet helemaal zoals ze hadden gedacht, maar ze zijn er wél gekomen. Het zijn dus volhouders, maar helaas ook trage groeiers. Het zijn eiken, geen populieren. En dat maakt het zo lastig voor politici. Net als ‘boompje groot, plantertje dood’ geldt hier: ‘bedrijfje een succes, zetel verloren’. Toch lijkt het ondersteunen van deze groep wel de beste optie. Als je immers investeert volgens industriepolitiek komt er óf niets uit, óf iets wat er toch wel zou komen zonder subsidie. Stop je het in fundamenteel onderzoek om een vraag te beantwoorden, dan komt er een nieuwe vraag uit. Stop je het in productontwikkeling door nieuwe bedrijven, dan komt er waarschijnlijk niet uit wat je dacht, maar uiteindelijk wel iets dat brood op de plank brengt.
6 | 61
In bedrijf Delmic
Het Secom-platform van Delmic integreert fluorescentiemicroscopie met scanningelektronenmicroscopie.
W
Spin-off TU Delft en Amolf combineert licht- en elektronenbeelden
at doet Delmic? ‘Wij zijn een spin-off bedrijf van de TU Delft en het fotonica-instituut Amolf in Amsterdam’, licht CEO Sander den Hoedt toe. ‘We maken producten die licht- en elektronenbeelden combineren. Voor de life sciences bieden we de Secom, een product dat fluorescentiemicroscopie integreert met scanning-elektronenmicroscopie. Voor de nanofotonicamarkt hebben we de Sparc, een detector die de elektronenbundel gebruikt om nanofotonische structuren te karakteriseren. We hebben momenteel krap zeven fte in dienst.’
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘De eerste uitdaging was om overeenstemming te bereiken met de TU Delft over het intellectuele eigendom. Direct daarna kwam de behoefte aan geld; die hebben we gelukkig snel kunnen opvangen met een STW Valorisation Grant. De oprichting zelf was simpel; het enige dat moest gebeuren, was dat de vijf oprichters – twee ondernemers en drie uitvinders – het met elkaar eens moesten worden over de verdeling. Dit was echter makkelijk omdat we allemaal gelijk zijn ingestapt.’
Wanneer en hoe is het bedrijf ontstaan? ‘We zijn in 2010 begonnen als spin-off van de deeltjesopticavakgroep van de TU Delft. Daar is het idee voor het Secom-platform ontstaan. We hebben meegedaan aan een businessplancompetitie georganiseerd door Yes!Delft. Toen we die competitie wonnen, zijn we aan de slag gegaan met de oprichting van het bedrijf. Andries Effting heeft zich daarbij gericht op de technologische kant, ik heb me gestort op de commerciële kant.’
Waar hebben jullie de financiering vandaan? ‘We zijn begonnen met een fase-1-grant van 25 duizend euro. Daarna heeft de Rabobank ons een lening verschaft en hebben we van STW nog een fase-2-beurs gekregen. Daarmee konden we het eerste product al op de markt zetten en dus zelf wat inkomsten genereren. Het was hard werken om de plannen te schrijven voor de lening en de subsidies, maar het geld krijgen is ons meegevallen.’
Wat was het grootste obstakel in de eerste jaren? ‘Bepalen hoe ons eerste product er precies uit zou moeten zien. Dat was lastig omdat een microscoop heel veel eigenschappen kan hebben. Uiteindelijk is het een combinatie geweest van vragen bij potentiële klanten en in het diepe springen.’ Aan wie hebben jullie het meest gehad? ‘We hebben veel te danken aan de originele uitvinders van onze producten: Pieter Kruit, Jacob Hoogenboom en Christiaan Zonnevylle van de TU Delft en Albert Polman van Amolf. Daarnaast hebben we veel gehad aan de bedrijven waarmee we nauw samenwerken; er is heel veel kennis bij leveranciers en OEM’s.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Maak snel beslissingen. Te lang wachten betekent dat de beslissing voor jou wordt gemaakt.’
De Sparc-detector gebruikt de elektronenbundel om nanofotonische structuren te karakteriseren.
62 |
6
In bedrijf Cytocentrics
Celbiologie op een chip W
at doen jullie precies? ‘Cytocentrics is een hightechbedrijf dat zich richt op de levenswetenschappen. Wij produceren machines en chips die worden ingezet bij het testen van nieuwe medicijnen. Onze Cytopatch-machines meten aan gekweekte levende cellen die te vergelijken zijn met menselijke hartcellen’, aldus Peter van Stiphout, directeur van Cytocentrics’ Eindhovense groep op de High Tech Campus. ‘In de celmembranen bij mens en dier zitten poriën die dicht en open kunnen en dan selectief ionen doorlaten: de ionenkanalen. Deze zijn van groot belang voor allerlei processen in het lichaam. Het stromen van natrium-, kalium- en calciumionen door deze poriën vormt bijvoorbeeld de basis voor hoe onze hersencellen communiceren. Er is dan ook veel onderzoek gaande naar ionenkanalen om ziektes als Alzheimer, Parkinson en ALS te begrijpen. Ook het hartritme wordt bij de mens bepaald door de regulering via de natrium-, kalium- en calciumkanalen in de hartspiercel.’ ‘De zogeheten patch clamp-techniek, waarvoor in de jaren negentig een Nobelprijs is verleend, wordt al zeer lang gebruikt. De procedure lijkt een beetje op de bestaande ivf-methodieken. Onder een microscoop wordt een cel in een petrischaaltje aangezogen en vastgeklemd met een minuscuul pipetje, met een opening ter grootte van een micron. Via het pipetje wordt zo’n cel dan opengemaakt, maar zo dat deze intact blijft. Dan kan het medicijn worden toegediend en kunnen ionenstroompjes gaan lopen door de poriën, tenminste als deze openstaan. Dat kunnen we meten aan de hand van een stroom van buiten door de celwand naar binnen in de cel. Het gaat hierbij om picoampères en meettijden korter dan een seconde.’ ‘Nieuwe medicijnen moeten verplicht worden getest op hun functionaliteit, maar
ook op mogelijke bijwerkingen. Vaak hebben ze invloed op de ionenkanalen. Daarvoor worden dit soort tests uitgevoerd om werking en mechanismen te bepalen voordat de stoffen in klinische tests gaan.’ ‘Wij hebben een geautomatiseerd systeem dat gebruikmaakt van chips om deze test uit te voeren. De chips zijn voorzien van microfluïdische kanalen om de cellen te manipuleren en de machines beschikken over zeer geavanceerde versterkers om de signalen te kunnen detecteren. Daarnaast kijken we naar andere typen cellen, zoals neuronen en stamcellen.’ Wanneer en is het bedrijf ontstaan en hoe groot zijn jullie nu? ‘Cytocentrics is ontstaan in 2002. Na het winnen van een prijs voor uitstekend postdoconderzoek en het vinden van een enthousiaste investeerder kon het bedrijf zijn start maken. In het Duitse Rostock werken we met ongeveer twintig mensen aan de applicaties en produceren we de machines. Op de High Tech Campus zit een ploeg van zes man voor het ontwerp en de productie van de chips. Daarvoor gebruiken we de cleanrooms van de campus. Daarnaast ontwikkelt en maakt de Eindhovense Cytocentricsgroep ook chips voor andere toepassingen en andere klanten, zoals microzeven en multi-elektrodearrays.’
thema’s hebben ons de afgelopen jaren voor een forse uitdaging gesteld. Ik denk echter dat dit voor elke hightechstart-up geldt.’ Wat was het grootste obstakel de eerste jaren? ‘Cytocentrics is een privaat gefinancierd bedrijf. Financiering is moeilijk voor hightechbedrijven. Vaak betekent hightech ook high risk in de realisatie. Dat vraagt om personeel dat flexibel is en vooral ook resultaatgericht. Het vraagt ook om investeerders die de markt kennen, de mogelijkheden zien en geen kortetermijnfocus hebben. Wij hebben nu zo’n investeerder, die ons bovendien helpt met kennis over het commercialiseren en vermarkten van producten. Dat helpt echt.’ Wat is de belangrijkste les tot nu toe? ‘Dat je vanaf dag een bezig moet zijn met je klanten en hun wensen en opmerkingen. Dat houdt de productontwikkeling het beste op het juiste pad, geeft een bedrijf een goede aanloop om de markt te identificeren en vooral ook de markt de tijd om het product te leren kennen.’
Wat was de belangrijkste uitdaging bij de oprichting? ‘De grootste uitdaging voor een hightechstart-up is om de technische ideeën marktrijp te maken binnen een gegeven tijdsperiode en met de beschikbare middelen. Daarnaast moet de markt ook ontvankelijk zijn voor het product. Dat laatste betekent dat je het juiste product moet hebben en dat de markt moet weten wat er te koop is en welk voordeel dat biedt. Deze twee triviale
6 | 63
Achtergrond Ondersteuning
Brainport Development heeft startblokken klaar staan Brainport Development beheert vier thematische bedrijfsverzamelgebouwen exclusief voor startende en groeiende jonge ondernemingen. Bedrijven kunnen er niet alleen rekenen op een dak boven hun hoofd, maar ook op laboratoria, infrastructuur en advies bij bedrijfsvoering en financiering, leggen Piet van der Wielen en Jean-Paul van Oijen van de ontwikkelingsmaatschappij uit. Piet van der Wielen
Jean-Paul van Oijen
O
m ook in de toekomst te kunnen concurreren met economieën uit andere delen van de wereld, hebben we in de Brainport-regio innovatieve technostarters nodig. Met ontwikkelingsmaatschappij Brainport Development geven we deze bedrijven de ruimte in onze thematische bedrijvencentra. Wij werken hier met het ‘meer dan huisvesting’-concept. Dat biedt ondernemers de mogelijkheid om zich volledig op hun bedrijf te richten. Zo hoeven ze zich niet te bemoeien met bijvoorbeeld telefoon of postafhandeling en kunnen ze daarnaast gebruikmaken van gratis bedrijfsadvies, financieringsbegeleiding en een uitgebreid netwerk. Met Brainport Development voeren we de directie over vier hightechbedrijvencentra in Eindhoven: Bèta en Mu op de High Tech Campus en Twinning Center en Catalyst op het TUE-terrein. Hier zijn samen ongeveer honderd ondernemingen gevestigd. In Bèta is plaats voor jonge en groeiende R&D-bedrijven. Dit jaar is ook Mu opgeleverd, voor R&D-activiteiten van kleine en middelgrote bedrijven met een focus op lifetech en new energy. In mei hebben de eerste ondernemingen hierin hun intrek genomen. In zowel Bèta als Mu zijn kantoorruimtes en laboratoria los en in combinatie te huur. Twinning is speciaal ontwikkeld voor bedrijven in de technologische dienstverlening en ontwikkeling. Zij kunnen hier een eigen serverruimte met individuele serverkasten huren en gebruikmaken van een uitgebreid glasvezelnetwerk. Catalyst is een centrum waar technostarters en doorgroeiers uit met name de werktuigbouwkundige,
64 |
6
Twinning is speciaal opgezet voor bedrijven in de technologische dienstverlening en ontwikkeling.
natuurkundige, fysische en (bio)chemische sector hun bedrijf verder kunnen uitbouwen. Daar verhuren we kantoren en laboratoria zowel los als in combinatie. Het Twinning Center en Bèta zijn vorig jaar officieel aangemerkt als Soft Landings International Incubator door de National Business Incubation Association (NBIA) uit de VS. Incubators verdienen dit keurmerk als ze in de ogen van de NBIA buitenlandse bedrijven op een waardevolle manier ondersteunen in de incubatoromgeving.
Vier techneuten De combinatie van bedrijfshuisvesting en -advies geeft hightechondernemers in
de Brainport-regio een vliegende start of succesvolle groei. Jaarlijks verstrekken we honderden adviezen, zowel aan ondernemers die zich al in onze bedrijvencentra hebben gevestigd als aan bedrijven die nog in de opstartfase zitten en nog geen huisvesting hebben. In dat laatste geval kunnen we meekijken naar het businessplan, en dit meeontwikkelen, en onder meer meedenken over geschikte huisvesting. Brainport Development heeft een onafhankelijke rol en de bedrijfsadviseur wordt niet door de ondernemer betaald. Bij het geven van advies lopen we veelal tegen dezelfde vraagstukken aan. Starters en mkb’ers zijn enthousiast en gedreven en willen graag zo snel mogelijk met hun bedrijf aan de gang. Voor ons is het noodzakelijk om kritisch te zijn. Zo kijken we bijvoorbeeld wat de kern is van het idee en wat de haalbaarheid is van het plan. De vragen die we dan stellen, lijken voor de hand te liggen, maar zijn de essentie van waar de ondernemer mee bezig is en van belang voor een succesvolle start. We besteden onder meer aandacht aan de marktkansen van het product en de financierbaarheid verdeeld over de levensfases van de start-up. Om een reëel beeld te krijgen van de onderneming, is het daarnaast belangrijk om een goede inschatting te maken van de time-to-market. Dit duurt vaak langer dan de ondernemer voor ogen heeft. Als het product eenmaal is onderzocht en getest, is het zaak om na te denken over het verdienmodel. Wij adviseren dan om dat model te toetsen en je als ondernemer af te
In Bèta is plaats voor jonge en groeiende R&D-bedrijven. Dit jaar is ook Mu opgeleverd, voor R&D-activiteiten van kleine en middelgrote bedrijven met een focus op lifetech en new energy.
vragen hoe jij je geld gaat verdienen en hoe de geldstroom loopt. Wie krijgt uiteindelijk de rekening? Wil de klant wel voor een product betalen? Voor een succesvolle start is het bovendien belangrijk om een balans te zoeken binnen het team waar het bedrijf uit bestaat. Vier techneuten leveren een andere output op dan een combinatie van expertises; daar moet je je als ondernemer bewust van zijn.
Raad en daad Naast bedrijfsadvies is voor veel ondernemers de financieringsbegeleiding waardevol.
Catalyst is een centrum waar technostarters en doorgroeiers uit met name de werktuigbouwkundige, natuurkundige, fysische en (bio) chemische sector hun bedrijf verder kunnen uitbouwen.
Voor ondernemen geldt namelijk: de kosten gaan voor de baten uit. Een mooi businessplan op zak? Net gestart? Hard aan het groeien? In welke levensfase een bedrijf ook verkeert, er is altijd behoefte aan kapitaal. Het is dan goed om te weten dat er veel geld beschikbaar is op de kapitaalmarkt. En niet alleen in de vorm van leningen en subsidies. Innovatieve ondernemers kunnen ook rekenen op de interesse van investeerders die risicokapitaal in de aanbieding hebben. Wij denken met ondernemers mee over de kapitaalverstrekkers waarbij ze kans maken en de regelingen waarvoor ze in aanmerking komen. Omdat wij een totaalbeeld hebben van de mogelijkheden, weten we precies welke regelingen het beste passen en aan welke voorwaarden de bedrijven moeten voldoen. De levensfase waarin het bedrijf verkeert, is bepalend voor de keuze van het juiste financieringsinstrument. Door goed gebruik te maken van de beschikbare instrumenten, stimuleringsregelingen en financiële constructies hoeft er zo min mogelijk risicodragend kapitaal te worden ingebracht. Een voorbeeld van een financieringsinstrument is Bright Move, een initiatief van de TUE, Fontys, Brainport Development en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. Bright Move biedt een pre-seed-fonds, tot honderdduizend euro, voor de (pre-)starters die een innovatieve oplossing (product of dienst) ontwikkelen en die uiteindelijk bedrijfsmatig willen exploiteren. Verder is er een proof-of-concept-fonds, tot 250 duizend euro, dat leningen geeft om de tech-
nische haalbaarheid van een technologie in een bepaalde toepassing te kunnen testen. De uitkomst van een dergelijk traject kan bijvoorbeeld een uitvoerig haalbaarheidsonderzoek of een prototype zijn. Daarnaast stimuleert Bright Move ondernemerschap via onderwijs en events. Specialisten staan met hun netwerk de starters bij via wijze raad en actieve daad. Een ander initiatief dat gratis toegankelijk is en een schat aan informatie herbergt, is de MKB Financieringsgids. Hierin staat een compleet overzicht van alle financieringsoplossingen. Op een zeker moment zijn bedrijven toe aan een volgende stap. Maar welke stap? Samen met de ondernemer lichten we het bedrijf door en leggen we de kansen en bedreigingen bloot. Tijdens een gesprek gaan we in op de belangrijkste bedrijfskundige en bedrijfseconomische aspecten. De ondernemer geeft aan waar hij tegen aanloopt en wij geven aan wat ons opvalt. Samen zetten we helder en duidelijk die aspecten op een rij die hem op weg helpt naar een krachtige groeistrategie. Het ‘meer dan huisvesting’-concept heeft voor verschillende bedrijven een succesvolle doorgroei opgeleverd, waardoor er weer ruimte is gekomen voor nieuwe start-ups. Piet van der Wielen is bedrijfsadviseur bij Brainport Development. Jean-Paul van Oijen is salesmanager bedrijvencentra bij de ontwikkelingsmaatschappij. Kijk voor meer informatie op www.meerdanhuisvesting.nl. Redactie Pieter Edelman
6 | 65
NEVI en Deal! Magazine organiseren:
Masterclass Businessgedreven Inkoop Met Gerco Rietveld, strategist en auteur van Inkoop, een nieuw paradigma
Het nieuwe concept van de businessgedreven inkoop is gelanceerd met de publicatie van het boek Inkoop, een nieuw paradigma. Al snel ontving auteur Gerco Rietveld hiervoor de prestigieuze prijs Managementboek van het Jaar. Inkoopdirecteuren, cpo’s en andere inkoopprofessionals zijn zich direct gaan verdiepen in het onderwerp, met vele bijeenkomsten, studies en discussies als gevolg. Het nieuwe inkoopparadigma heeft aardig wat stof doen opwaaien. Maar inmiddels zijn de eerste zaadjes geplant. Tijd voor een masterclass. Doel van deze masterclass is deelnemers vertrouwd te maken met het concept van de businessgedreven inkoop en handvatten te bieden bij de daadwerkelijke implementatie van de theorie in de praktijk. De Masterclass omvat 4 trainingsdagen, waarin telkens dieper wordt ingegaan op alle aspecten van het concept businessgedreven inkoop, zowel de strategische elementen als de tactische aspecten. Locatie: Kasteel Maurick, Vught. Data:
donderdag 26 september, donderdag 24 oktober, donderdag 21 november en donderdag 19 december.
Kosten: 2.170 euro voor leden NEVI en abonnees Deal!, PT Industrieel Management, Automatiseringgids, Cobouw en Energiegids. Voor niet-leden en niet-abonnees: 2.495 euro. Kosten zijn inclusief lunch, koffie, thee, syllabi en parkeergelden. Kijk voor meer informatie en uw inschrijving op: www.sduevents.nl of www.nevi.nl. Mediapartners
Opinie De bril van Joost
Systeemautisme
D
Joost Backus beziet de hightech door een creatieve bril.
e saga van ‘Suske en Wiske en de falende Fyra’ is nog lang niet ten einde. We gaan een parlementaire enquête opzetten, samen nog eens lekker soebatten en elkaar via de geijkte politieke stramienen jennen. Waarschijnlijk zal op cruciale punten nooit duidelijk worden hoe het zat; met een flinke portie verhullend taalgebruik en een onsje geheugenverlies zal het allemaal wel weer loslopen. De Suskes en Wiskes die mede aan de wieg stonden van de ‘hogesnelheidswaan’ in dit kikkerlandje, waar een hogesnelheidstrein niet echt eens gas kan geven, zijn sowieso veelal niet meer echt politiek actief. Is deze hele gang van zaken niet een uiterst pregnant voorbeeld van systeemautisme? Iedereen doet zijn ding, maar niemand kijkt naar het geheel. Als je iets wilt bereiken, moet je toch wel wat systeemkennis hebben en holistisch je doel bepalen? Onlangs was ik op bezoek bij het distributiecentrum van Arrow in Venlo, van waaruit de beursgenoteerde elektronicaleverancier de Emea-regio bedient met vele miljoenen klantorders. Directeur Gerrit de Haas van het warehouse zette bij mijn binnenkomst direct de toon. ‘Voordat je me één vraag gaat stellen, ik weet niks van weerstandjes, techniek en halfgeleiders, maar wel van dozen opslaan, mensen aansturen en processen optimaliseren.’ Honderden verschillende performancerapporten kunnen ze daar uitdraaien. Alles draait er om het pakje met de juiste spullen op het juiste tijdstip bij de juiste persoon te krijgen. Dat is de target, en hokjesdenken is er uit den boze. Bij de spoorprivatisering, die eigenlijk nooit een privatisering was maar hoofdzakelijk een onderbrenging bij staatsbedrijven met een ‘private’ sticker erop, hebben ze echter allemaal verschillende hokjes gecreëerd die samen de reizigers op het juiste tijdstip van A naar Beter moeten zien te vervoeren. Ieder hokje vanuit een eigen taakautisme. Voeg daarbij management dat weinig kaas heeft gegeten van personenvervoer in de praktijk en zuinige boekhoudkunde zonder echte technische expertise en je hebt in no time een organisatie die op het tandvlees ‘rondspoort’. Door die hele Europese privatiseringswaan zit ik bij Veolia plots bij vreemden op schoot omdat ze vijf stoelen naast elkaar proppen, sluiten treinen niet echt meer op elkaar aan doordat vervoerders elkaar on-
derling pesten en is er bij de minste sneeuw een aangepaste dienstregeling. Zelfs Duitsland heeft er niet aan weten te ontkomen. Zie de dramatische wintertaferelen rond de door de Deutsche Bahn geëxploiteerde SBahn in Berlijn. Hoe heeft het zover kunnen komen? Bij Arrow gaat het niet om techniek, zeggen ze zelf, maar als ik rondloop, zie ik eindeloze rijen stellingen van ‘uitstekende’ Duitse makelij en transportsystemen van de wereldwijd bekende specialist in logistieke techniek uit Veghel. Tuurlijk hadden ze ook rekjes kunnen kopen van een geel-blauwe
Welke techniek- en inkoopautist heeft dat contract opgesteld? Zweedse firma en wat transportbanden kunnen bestellen bij de buurtmechanicus die nog nooit een logistiek systeem heeft gemaakt. Zo hadden ze een hele hoop geld kunnen besparen, maar dat hebben ze niet gedaan omdat goedkoop duurkoop is. Dat weet toch iedereen. Iedereen, behalve de NS blijkbaar. Want hoe valt het anders te begrijpen dat onze spoorwegen in zee zijn gegaan met een totaal onervaren kleine aanbieder die nog nooit een echte hogesnelheidstrein heeft gebouwd? Welke techniek- en inkoopautist heeft dat contract opgesteld, vraag ik me af. Alleen gekeken naar prijs? Nee toch? Juist bij een minder ervaren aanbieder maak je toch waterdichte afspraken? Dan zijn er toch standaard clausules om bij al te veel ‘kritieke problemen’, ‘veel te late oplevering’ of ‘vette afwijkingen van de specificatie’ de overeenkomst te ontbinden en de rommel terug te sturen? En waarom kunnen de Belgen schijnbaar wel makkelijk van het contract af? Slim als ze zijn, zagen zij volgens mij de bui al hangen terwijl wij in Nederland nog mooi weer speelden. Dankzij onze Suskes en Wiskes denk ik dat we nog veel wereldvreemde onthullingen mee zullen maken in het hele Fyra-drama.
6 | 67
Agenda Trainingen Comsol Multiphysics
Certified Scrummaster
2 juli, Zoetermeer
Comsol Multiphysics intensive training
16 en 17 september, Zoetermeer 14 en 15 oktober, Leuven 11 en 12 november, Zoetermeer 9 en 10 december, Leuven www.comsol.nl
Labview: introduction in language and programming 1
12 augustus, Almelo
Level 1: system test engineer
13 augustus, Almelo
Electronics for non-electronic engineers
14 en 15 augustus, Almelo
2 - 4 september, Eindhoven
Start 2 september, Eindhoven
Pads logic
Pads router
Pads layout
Blueprint
18 oktober, Amersfoort
Advanced verification jumpstart
Start 21 oktober, Eindhoven
DXDesigner 2007 update
Start 29 oktober, Amersfoort www.mithuntraining.com
Ces for Expedition PCB
Object-oriented analysis & design using UML 2.0
21 augustus, Almelo
Discrete-time signal processing
EMC voor de ontwerper van systemen, machines en installaties
Start 9 september, Eindhoven (omgeving)
EMC voor de ontwerper van printkaarten en apparaten
Actuation and power electronics
Modern optics for optical designers
23 augustus, Almelo
Start 13 september, Eindhoven
26 augustus, Almelo
23 - 25 september, Eindhoven
26 september, Almelo
Laagspanning voor de ontwerper van printkaarten en apparaten
Start 25 september, Eindhoven
7 en 8 oktober, Almelo
EMC voor producten in de automobielindustrie
26 en 27 september, Eindhoven
21 - 23 oktober, Almelo www.innofour.com
3 oktober, Woerden
8 oktober, Woerden
9 oktober, Woerden
Design principles basics
Machine vision for mechatronic systems
Mechatronics system design – part 1
10 oktober, Woerden
Productveiligheid voor de ontwerper van machines en installaties
29 oktober, Woerden
Start 30 september, Eindhoven www.hightechinstitute.nl
Projectmanagement masterclass
EMC hands-on
Start 8 oktober, Eindhoven
CE-markering van medische hulpmiddelen
9 oktober, Eindhoven
Reliability
30 oktober, Woerden
Reliability foundation 2
21 en 22 oktober, 18 - 20 november, Eindhoven
31 oktober, Woerden www.dare.nl
Design for Six Sigma Green Belt
Start 28 oktober, Eindhoven
Reliability foundation 1
28 - 30 oktober, 11 - 13 november, Eindhoven
Root cause analysis
7 november, Eindhoven
Six Sigma methodologies
Systemverilog introduction
16, 17, 23 en 24 september, Borne
Professional VHDL
18 - 20 september, Borne
Switched-mode power supplies
2 oktober, Borne
8 - 10 oktober, Borne
30 september, Leuven
Design for manufacturability flow
1 - 4 oktober, Leuven
Advanced verification – an introduction
5 en 6 september, Delft
14 - 18 oktober, Leuven
Non-silicon materials for microsystem technologies
Advanced digital physical implementation flow
1 oktober, Neuchâtel, Zwitserland
5 - 8 november, Leuven
10 en 11 oktober, Barcelona, Spanje
6 - 8 november, Leuven www.imec-academy.be
Labs-on-chip technologies: basics and applications
Advanced cleaning
Wafer bonding
16 oktober, Zürich, Zwitserland
New trends in nanoelectronics
24 oktober, Lausanne, Zwitserland
Hermetic packaging design of Mems
7 en 8 november, Zürich, Zwitserland
Reliability and test
11 en 12 november, Neuchâtel, Zwitserland
Polymer optoelectronic technologies and their applications
15 november, Muttenz, Zwitserland
Micro-optics
9 en 10 december, Neuchâtel, Zwitserland www.fsrm.ch
Model management and verification in Simulink
5 en 6 september, Eindhoven
Simulink for system and algorithm modeling
8 en 9 oktober, Eindhoven
Introduction to silicon label-free photonic biosensors
Basic introduction to CMos image sensors
3 en 4 september, Eindhoven
Basics of electronics and photonics for life scientists
Lean Six Sigma Green Belt
Design patterns
6
4 - 6 november, Deurne www.sintecs.eu
Start 18 november, Eindhoven
Procesmatig systemen ontwikkelen
Start 18 november, Eindhoven
Software engineer empowerment
Start 21 november, Eindhoven www.mikrocentrum.nl
Altium Nanoboard
5 juli, Markelo 6 september, Markelo
Altium Designer advanced
Altium Designer
Labview core 1
26 - 28 augustus, Woerden 2 - 4 september, Zaventem 28 - 30 oktober, Woerden
Labview core 2
29 en 30 augustus, Woerden 5 en 6 september, Zaventem 31 oktober en 1 november, Woerden
Multicore programming in C and C++
9 - 11 september, Eindhoven 4 - 6 november, Eindhoven www.vectorfabrics.com
Matlab for data processing and visualisation
Matlab for building graphical user interfaces Matlab programming techniques
Image processing with Matlab
15 en 16 oktober, Eindhoven www.mathworks.nl
28 October 2013 Eindhoven
Training Introduction in ultra high and ultra clean vacuum During 4 days, participants will acquire the basic knowledge of how to create, measure and maintain vacuum. Vacuum has properties unknown in our daily surroundings, i.e., there is no standard reference in daily life for people not involved in vacuum technique. Many exercises and calculations will be done during this course, in order to develop the required level of perception and understanding. The course ‘Introduction to ultra high and ultra clean vacuum’ is developed for employees with a BSc/MSc degree who are responsible for any type of constructions in ultra clean vacuum. These employees may be in research and development, (production) engineering and purchase management. Duration: 4 days in a period of 4 weeks Course price: 1,595 euros excl. VAT www.hightechinstitute.nl
68 |
Signal and power integrity and high speed methodology
Stateflow for logic-driven system modeling
Beyond CMos
Nanotechnology for health
System modeling with SysML
22 en 23 juli, Markelo 29 en 30 augustus, Markelo 23 en 24 september, Markelo www.transfer.nl
18 september, Eindhoven
23 - 27 september, Leuven
Introduction to Scrum
Elektromagnetische compatibiliteit
Start 7 november, Eindhoven cursus.paotechniek.nl
Matlab fundamentals
27 - 29 augustus, Eindhoven 1 - 3 oktober, Eindhoven 15 - 17 oktober, Mechelen
17 september, Eindhoven
18 - 20 september, Leuven
The risk of words
Labview FPGA
12 juli, Markelo 12 september, Markelo
Summerschool@Imec: VHDL language and design flow
17 en 18 oktober, Borne www.dizain-sync.com Start 10 september, Eindhoven Start 1 oktober, Utrecht www.engenia.nl
PV, PQ & Nen 1010
10 september, Rotterdam 12 september, Apeldoorn www.kwx.nl
10 en 11 september, Eindhoven
2- 6 september, Leuven
Advanced VHDL
DXDesigner for Expedition PCB flow
14 november, Eindhoven www.holland-innovative.nl
8 - 12 juli, Leuven
Digital Asic/FPGA design for software engineers
Object-oriented analysis & design using UML 2.0
11 oktober, Leusden
5 september, Eindhoven
2 oktober, Woerden
18 - 20 september, Woerden 16 - 18 oktober, Zaventem www.ni.com/netherlands
Modelsim: HDL simulation
Start 3 september, Eindhoven
Inleiding EMC
Bits on chips – an introduction
25 - 27 september, Amersfoort 30 oktober - 1 november, Amersfoort
Requirements engineering foundations
HDL Designer series
19 en 20 augustus, Almelo
1 oktober, Woerden
16 en 17 september, Woerden 14 en 15 oktober, Zaventem
Start 30 september, Eindhoven
Praktische aanpak CE-markering inclusief de nieuwe EMC-richtlijn
Labview Real-Time 1
3 en 4 september, Amsterdam
Agenda Events JULI
SEPTEMBER
Alcatel-Lucent Opentouch: van communicatie naar conversatie
Imobility Challenge
2 juli, Delft www.koningenhartman.nl
World Congress on Engineering 3 - 5 juli, Londen, Groot-Brittannië www.iaeng.org/wce2013
International Conference on Evaluation of Novel Approaches to Software Engineering 4 - 6 juli, Angers, Frankrijk www.enase.org
International Conference on Security and Cryptography 29 - 31 juli, Reykjavik, IJsland www.secrypt.icete.org
International Conference on Simulation and Modeling Methodologies 29 - 31 juli, Reykjavik, IJsland www.simultech.org
AUGUSTUS SPIE Optics + Photonics
25 - 29 augustus, San Diego, Verenigde Staten www.spie.org
11 september, Den Haag www.imobilitychallenge.eu
Health & Technology
17 en 18 september, Arnhem www.hat-event.com
SPIE Security + Defence
23 - 26 september, Dresden, Duitsland www.spie.org
EU PVSec
6 juni 2013 Eindhoven
TMC brengt CTO’s samen
Omdat een platform voor CTO’s nog niet bestond, nam TMC het initiatief om er een op te zetten. Op 6 juni jongstleden was de eerste editie op de High Tech Campus. In een actualiteitendebat kruisten vier gerenommeerde CTO’s de degens. Een van de kwesties was het almaar toenemende tempo waarin
30 september - 4 oktober, Parijs, Frankrijk www.photovoltaic-conference.com
OKTOBER Empack Brussels
2 en 3 oktober, Brussel www.easyfairs.com/empack-be
International Conference on Research Methodologies in Electronic Devices and Circuits 3 en 4 oktober, Frankfurt, Duitsland edc.theides.org
NOVEMBER Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS Bits&Chips 2013 Embedded Systems
nieuwe technologieën zich aandienen – en de kansen en bedreigingen die dat gevestigde (grote) bedrijven en (kleine) nieuwkomers biedt. In het verlengde daarvan kwam de discussie op de belangrijkste technologiedoorbraken de komende tien jaar – in veelal onverwachte gebieden. Daarnaast was er de verkiezing van ‘Young CTO of the Year’. Die titel ging naar Chandler Hatton, technical officer van specialist in bio-energiesystemen Simgas.
7 november, ’s-Hertogenbosch Info:
[email protected] www.embedded-systems.nl
Productronica
12 - 15 november, München, Duitsland www.productronica.com
12 juni 2013 ’s-Hertogenbosch
Bits&Chips Hardware Conference 2013
Op 12 juni vonden meer dan tweehonderd bezoekers hun weg naar 1931 Congrescentrum Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch, het decor voor de zesde editie van de Bits&Chips Hardware Conference. Meesterhacker Karsten Nohl opende het event rond geavanceerde elektronica- en hardwareontwikkeling
met een keynote over de kwetsbaarheid van betaalterminals die de gemoederen de rest van de dag nog bezig zou houden. Parallel aan het lezingenprogramma konden bezoekers terecht op de beursvloer, waar negentien standhouders zich presenteerden.
6 | 69
Electronics Electronics for non-electronic engineers (ENE-BSc) Bits on chips - an introduction (BoC) Discrete-time signal processing (DTSP) IC physics devices and processing (IC-PDP) Electromagnetic compatibility - design techniques (EMC-DT) Nanometer CMOS ICs basics (CMOS-Basic) Design of analog electronics - embedded analog 1 (DAE-AE1)
Commences 3 September 2013 (43 sessions) 5 September 2013 (1 day) Commences 9 September 2013 (17 evening sessions) Commences 10 October 2013 (12 evening sessions) 21 - 25 October 2013 (5 days) 25 - 27 November 2013 (3 days) Expected in Autumn 2013 (8 days)
Mechatronics Actuation and power electronics (APE) Design principles basics (DPB) Machine vision for mechatronic systems (MVMS) Mechatronics system design - part 1 (Metron1) Advanced motion control (AMC) Introduction in ultra high and ultra clean vacuum (UHV1) Iterative learning control (ILC) Mechatronics system design - part 2 (Metron2) Metrology and calibration of mechatronic systems (MCMS) Motion control tuning (MCT) Dynamics and modelling (DAM) Design for ultra high and ultra clean vacuum (UHV2) Advanced mechatronic system design (AMSD)
23 - 25 September 2013 (3 Commences 25 September 2013 (5 26 and 27 September 2013 (2 30 September - 4 October 2013 (5 7 - 11 October 2013 (5 Commences 28 October 2013 (4 4 and 5 November 2013 (2 11 - 15 November 2013 (5 18 and 19 November 2013 (2 Commences 11 November 2013 (6 25 - 27 November 2013 (3 Commences 25 November 2013 (3,5 Expected at the end of 2013 (6
days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days)
Optics Modern optics for optical designers (CMOP) Applied optics (AP-OPT)
Commences 13 September 2013 (28 morning sessions) Commences 29 October 2013 (15 morning sessions)
Software Object-oriented analysis and design - fast track (OOAD) Design of real-time software - workshop (DRTS/WS)
Commences 11 March 2014 (4 days) Expected at the end of 2014 (5 days)
System Level 1: System test engineer (STE) Level 2: Test designer (STE2) System architect(ing) (Sysarch)
Commences 2 September 2013 (10 sessions) Commences 28 October 2013 (10 sessions) 4 - 8 November 2013 (5 days)
Tools Labview: introduction in language and programming 1 (Labview) Programming in Labview 2 (Labprog) Developing a large Labview application (Labproject)
2 - 4 September 2013 (3 days) To be determined (2 days) To be determined (3 days)
Leadership & Communication Simplicity (SIMPL) The power of perception (POWER-P) Six thinking hats (6-Hats) Lateral thinking (LATH) Time and work pressure management in innovation (TWP) The art of reviewing (TAR) How to deal with the 7 biggest communication challenges in innovation and technology (COMC) Creating business opportunities as a technician (CBO)
All training courses take place in Eindhoven (area)
10 and 11 October 2013 (2 days) 31 October and 1 November 2013 (2 days) 4 and 5 November 2013 (2 days) 7 and 8 November 2013 (2 days) Expected in Autumn 2013 (2 days + 1 evening) Expected in Autumn 2013 (3 days + 1 evening) Expected in Autumn 2013 (4 days + 2 evenings) Expected in Autumn 2013 (2 days + 1 evening)
Electronics
Electronics for non-electronic engineers The aim of this comprehensive course for non-electronic engineers is to gain insight, practical knowledge and skills in analog and digital electronics, essential for working in projects with electronic engineers, and to learn how to handle electrical measurements and equipment and simple usage of analog and digital simulators. The course is intended for engineers with a technical bachelor or master, working in research, development and/or engineering. This course contains three modules for which can be enrolled individually. Module 1 focuses on basic electronics and circuit theory, module 2 on basic analog electronics and, module 3 on basic digital electronics. Module 2 is best taken after completion of module 1, module 3 is more self-contained. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
ENE-BSc Eindhoven 5,995 euros excl. VAT 43 sessions (30 evenings, 13 afternoons) commences on 3rd September 2013
Mechatronics
Design principles basics How can you develop a product or skillful means of production? ´Design principles basics´ is an introductory course for designers, working in mechanical or precision engineering. Various topics will be covered such as designing for stiffness, the avoidance of backlash, designs based on elastic deformation, controlling degrees of freedom, friction and hysteresis. After the course, the participant will have an insight into the conceptual approach to mechanical designs and on the basis of that insight, will be able to identify problem areas, identify alternatives and make choices. The prerequisite is a BSc/MSc engineering. Some knowledge of dynamics and control theory is also required. Course code: Location: Price: Duration: Dates:
DPB Eindhoven 2,495 euros excl. VAT 5 days in a period of 3 weeks commences on 25th September 2013
Optics
Applied optics Professionals who do not design (specify, test) optical systems but who are working on projects together with optical designers and want to know more about optical principles will benefit from this practice-oriented course. Topics such as waves, geometrical optics, interferometry, diffraction and polarization will be covered during this course, by means of lectures, home assignments and an excursion. The training is intended for people with a non-optical background (e.g. electronics, mechanics, chemistry) who work in projects involving optics and want to increase their level of understanding of optical principles and applications. Course code: Location: Price: Duration: Dates:
AP-OPT Eindhoven 2,500 euros excl. VAT 15 weekly mornings commences on 29th October 2013
www.hightechinstitute.nl
Wegwijzer Bedrijven in de hightech D I E NS T VE R LE N IN G Alten PTS Beukenlaan 44 5651 CD Eindhoven Tel +31 40 2563080 Linie 544 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 5486200
Fourtress BV Meerenakkerplein 20 5652 BJ Eindhoven Tel +31 40 2661080 Fax +31 40 2661081
[email protected] www.fourtress.nl
Rivium 1e straat 85 2909 LE Capelle aan den IJssel Tel +31 10 4637700
[email protected] www.alten.nl
Specialist in FPGA en SoC ontwikkeling IP ontwikkelingen voor JPEG2000, Video, Video over IP Crypto, Memory controllers
HIGH TECH SOLUTIONS BV Linie 506 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 3606135
Barco Silex Rue du Bosquet 7 1348 Louvain-la-Neuve Tel +32 10 454904
[email protected] www.barco-silex.com
VIANEN BEST DEVENTER ROTTERDAM AMSTERDAM GRONINGEN DHAKA
Steenovenweg 1 5708 HN Helmond
[email protected] www.hightech.nl
ICT Automatisering Science Park Eindhoven 5006 5692 EA Son Postbus 6420 5600 HK Eindhoven Tel +31 40 2669100 Fax + 31 40 2669101
[email protected] www.ict.nl
CIMSOLUTIONS B.V. Havenweg 24 4131 NM Vianen Tel +31 347 368100 Fax +31 347 373777
[email protected] www.cimsolutions.nl
Freelance Technical Automation IT-Staffing Nederland BV Fultonbaan 2 3439 NE Nieuwegein Tel +31 30 6001007 Fax +31 30 6001599
[email protected] www.it-staffing.nl
ENTER BV Science Park 5001 5692 EB Son Tel +31 40 2141020
[email protected] www.enter-group.nl
Regio Midden Herculesplein 24, Utrecht Tel +31 88 8275000 Regio Zuid Dillenburgstraat 25-3, Eindhoven Tel +31 88 8275100 ESPRIT ICT Group Bastion 1-5 5491 AN Sint-Oedenrode Tel +31 413 271412
[email protected] www.esprit-it.nl
72 |
6
Nspyre Postbus 85066 3508 AB Utrecht Tel +31 88 8275000 Fax +31 88 8275099
[email protected] www.nspyre.nl
Regio West Poortweg 10, Delft Tel +31 88 8275200 Regio Noord Zuiderzeelaan 21, Zwolle Kapteynlaan 17, Leek Tel +31 88 8275300
DI STR I BUT I E
P ROJE C T BUR E A U
TOOLS Technical Software Tel +31 40 2677100 (Zuid-Nederland) Tel +31 88 7468928 (Midden- en Noord-Nederland) Tel +32 14 848718 (België) Remote Solutions Tel +31 40 2677100
RS Components Bingerweg 19 2031 AZ Haarlem www.rsonline.nl www.rsonline.be
Electronics Tel +31 495 633221 Industrial Mathematics Tel +31 40 7516116
Technolution B.V. Zuidelijk Halfrond 1 P.O. Box 2013 2800 BD Gouda Tel +31 182 594000
[email protected] www.technolution.eu
The MathWorks BV Dr. Holtroplaan 5b 5652 XR Eindhoven Tel +31 40 2156700 Fax +31 40 2156710
[email protected] www.mathworks.nl
National Instruments Pompmolenlaan 10 3447 GK Woerden Tel +31 348 433466 Fax +31 348 430673
[email protected] netherlands.ni.com
TMC Group Regio Zuid Flight Forum 107 5657 DC Eindhoven Tel +31 40 2392260 Regio Midden/West Herculesplein 44 3584 AA Utrecht Tel +31 30 8200518
[email protected] www.tmc.nl
TOPIC Embedded Systems Eindhovenseweg 32c 5683 KH Best Tel +31 499 336979 Fax +31 499 336970
[email protected] www.topic.nl
6 | 73
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS
Sponsor
7 November 2013 • ’s-Hertogenbosch • NL
Exhibition Don’t miss out on the major forum for industrial and academic practitioners in embedded systems. Reserve your stand now.
Recruitment Looking for new personnel? Reserve your stand at plaza the special recruitment plaza on the exhibition floor and meet your future employees.
www.em b ed d ed - s ys t ems .nl Organiser
Co-organiser
Coffee sponsor
Exhibitors Alten PTS ASML CIMSOLUTIONS Dizain-Sync ENTER Embedded Fourtress Green Hills Software INCAS³ INDES-IDS Klocwork Mithun Training & Consulting Parasoft Programming Research Remedy IT Sioux Sogeti Nederland Technolution TMC Embedded Wibu-Systems Wind River
Volgende keer Colofon Bits&Chips is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken aan slimme producten en machines. Bits&Chips is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen.
Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533
[email protected] – www.techwatch.nl Redactie Nieke Roos – hoofdredacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] René Raaijmakers – redacteur tel +31 24 3503065 –
[email protected] Alexander Pil – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Pieter Edelman – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Paul van Gerven – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Joost Backus – sales en opinie tel +31 24 3505028 –
[email protected] Vormgeving Justin López – vormgever tel +31 24 3503532 –
[email protected] Marketing en events Daniëlle Jacobs – marketingmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Kim Huijng – salesmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Marjolein Vissers – sales- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Simone Straten – marketing- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Trainingen Ellen Lely – coördinator trainingen tel +31 85 4013600 –
[email protected] Katja Hofman – medewerker sales en trainingen tel +31 85 4013600 –
[email protected] Abonnementenadministratie Leonie Ceelen – officemanager tel +31 24 3503532 –
[email protected] Adviseur Maarten Verboom Medewerkers Linda Berends, Ann-Kathrin Falkenberg, Teresa Klawitter, Sofie van Koningsbruggen, Omar Martina, Imke Okkerman, Sofie van Ooijen, Leanne Robbertsen, Kitty Stam, Lisette de Vries Columnisten en externe auteurs Jaco Friedrich, Derk-Jan de Grood, Henne van Heeren, Hans van der Hoek, Rob Howe, Angelo Hulshout, Mathilde van Hulzen, Peter Langendam, Cees Links, Laurens Martens, Jean-Paul van Oijen, Enno Romkema, Anton van Rossum, Johan van der Stoel, Koen Vervloesem, Aad Vredenbregt, Jan van der Wel, Piet van der Wielen Uitgever René Raaijmakers tel +31 24 3503065 –
[email protected] ISSN 1879-6443 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Abonneren Abonnement op privéadres: 81 euro Bedrijfsabonnement: 140 euro Internationaal abonnement: 210 euro Studentenabonnement: gratis Prijzen op jaarbasis en inclusief btw. Abonnementen lopen van januari tot en met december. Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode. Studenten en professionals die werken aan slimme producten en machines (zoals elektronica- en softwareontwerpers, systeemarchitecten, chipdesigners en technisch managers) kunnen Bits&Chips gratis thuis ontvangen. Vul het aanvraagformulier in op www.bits-chips.nl. Deze gratis abonnementen zijn beperkt tot België en Nederland. Losse nummers op aanvraag: 10 euro. Klachten over bezorging Heeft u Bits&Chips niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar
[email protected]. Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op onze website (www.bits-chips.nl). Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem dan contact op met de afdeling sales, tel +31 24 3505544 –
[email protected]. Verschijningsdata 28 juni, 13 september, 4 oktober, 1 november, 13 december Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2013 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Bits&Chips, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Bits&Chips. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen of te bewerken. Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld.
Nummer 7 | 13 september 2013 | Elektrisch rijden
Rijden op stroom is hot. Steeds meer personenauto’s, bedrijfswagens, trucks en ook fietsen hebben een stekker. Wat zijn de uitdagingen bij de ontwikkeling van elektrische voertuigen? Welke beren zijn er op de weg? Dat zetten we in deze uitgave op een rijtje.
Nummer 8 | 4 oktober 2013 | Draadloos
Als systemen tegenwoordig gegevens uitwisselen, dan doen ze dat veelal draadloos. In de loop der jaren zijn daarvoor verschillende technologieën op de markt gekomen. In deze uitgave zoomen we in op recente ontwikkelingen en toepassingen in de Lage Landen.
Een interessante bijdrage?
[email protected] Adverteren in deze nummers?
[email protected]
6 | 75
va st e
Onze in-huis werkplekken groeien. Iets voor jou? De laatste tijd vind een steeds groter deel van onze projecten in-huis plaats in ons eigen Development Centre. Ons Development Centre in Eindhoven is zelfs zo gegroeid dat we daar nu ook vaste werkplekken aan kunnen bieden. Ben jij gedreven en leergierig en lijkt zo’n werkplek in ons Development Centre jou wel wat? Neem dan contact op met Hans Odenthal (040-2677100) of kijk op www.sioux.eu/in-huis voor meer informatie. Echte talenten nemen wij graag in huis.
For more information: www.sioux.eu