Nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo & Leeuwarden Een onderzoek naar veranderingen in de aard en omvang van kansspeldeelname en kansspelproblematiek in voormalige ‘witte vlekken’
D.E. de Bruin Utrecht, 2008 Stichting CVO Keulsekade 22 3531 JX Utrecht
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDING ........................................................................................................................... 6 1.1 1.2 1.3 1.4
PROBLEEMSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN.................................................................................. 6 METHODE VAN ONDERZOEK .............................................................................................................. 7 ANALYSES ......................................................................................................................................... 8 LEESWIJZER ....................................................................................................................................... 8
HOOFDSTUK 2 DEELNAME AAN KANSSPELEN ................................................................................... 10 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
PREVALENTIE DEELNAME KANSSPELEN ........................................................................................... 10 VERGELIJKING 2006 – 2008: DEELNAME KANSSPELEN .................................................................... 11 VERGELIJKING 2006 – 2008: RECENTE DEELNAME AAN KANSSPELEN ............................................. 12 KANSSPELEN DIE BLIJVEN TREKKEN ................................................................................................ 13 NIEUWE SPELERS AANGETROKKEN .................................................................................................. 14 VERDELING LONG- EN SHORT-ODDSKANSSPELEN ............................................................................ 15
HOOFDSTUK 3 SPEELLOCATIES KANSSPELAUTOMATEN.............................................................. 19 3.1 3.2 3.3
STIJGING RECENTE DEELNAME KANSSPELAUTOMATEN IN HOLLAND CASINO .................................. 19 GROEPEN KANSSPELAUTOMATENSPELERS BIJ DE NULMETING ......................................................... 20 SUBSTITUTIE OF ADDITIE ................................................................................................................. 22
HOOFDSTUK 4 SPEELLOCATIES CASINOSPELEN .............................................................................. 24 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
DE BEGINSITUATIE ........................................................................................................................... 24 VERANDERINGEN IN DEELNAME AAN CASINOSPELEN IN DE REGIO ................................................... 25 KANSSPELAUTOMATEN EN CASINOSPELEN IN HOLLAND CASINO .................................................... 26 DE HELFT VAN DE BEZOEKERS VAN HOLLAND CASINO SPEELT NIET (LJP)...................................... 26 CASINO IN DE BUURT ....................................................................................................................... 27
HOOFDSTUK 5 BEZOEKEN NIEUWE VESTIGING HOLLAND CASINO .......................................... 29 5.1 5.2
BEZOEKINTENTIE TIJDENS NULMETING ............................................................................................ 29 VERGELIJKING 2006 – 2008: VAKER SPELEN IN HOLLAND CASINO ................................................. 29
HOOFDSTUK 6 KANSSPELVERSLAVING: DE OMVANG VAN HET PROBLEEM.......................... 31 6.1 6.2 6.3
AANTAL PROBLEEMSPELERS ............................................................................................................ 31 AANTAL RISICOSPELERS .................................................................................................................. 31 ALTERNATIEVE SCHATTING ............................................................................................................. 32
BIJLAGE 1: METHODE VAN ONDERZOEK ............................................................................................... 33 BIJLAGE 2: REPRESENTATIVITEIT VAN DE STEEKPROEF................................................................ 36
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
2
Samenvatting Met het oog op de opening van twee nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo (8 maart 2006) en Leeuwarden (1 december 2006) heeft Stichting CVO in samenwerking met TNS NIPO een bevolkingsonderzoek uitgevoerd. Om de gevolgen van deze twee nieuwe vestigingen op kansspeldeelname en kansspelproblematiek in kaart te brengen is voorafgaand aan de opening van genoemde vestigingen een nulmeting uitgevoerd. Bijna 2 jaar na de opening is een vervolgmeting uitgevoerd in de twee regio’s Venlo en Leeuwarden. Steekproef en respons In 2006 werden voor de nulmeting in totaal 2223 respondenten bereid gevonden om mee te werken aan het onderzoek. Voor de 1-meting in 2008 bedroeg dat aantal 2007 respondenten. De vragenlijsten zijn zowel telefonisch, schriftelijk als via internet afgenomen. Mogelijk vanwege de kortere tijd van dataverzameling bij de nulmeting in Venlo lag de respons daar iets lager dan in Leeuwarden. In Venlo lag de respons op 23% terwijl deze in Leeuwarden op 27% lag. Bij de 1-meting zien we echter eveneens verschillen in de respons tussen Venlo en Leeuwarden. Bij de 1-meting Venlo lag de respons op 25%, bij Leeuwarden op 28%. De respons op het landelijk bevolkingsonderzoek uit 2004 lag op 28% (de Bruin e.a., 2006). De steekproeven vormen een goede afspiegeling van de bevolking. Voor afwijkingen is middels een weging gecorrigeerd. Onderzoeksvragen De centrale onderzoeksvraag is of een nieuwe vestiging van Holland Casino tot een grotere deelname, tot hogere speelfrequenties en tot meer probleemspelers in de regio zal leiden. Een deelvraag van het onderzoek is of sprake is van een substitutie-effect. Gaan vooral bestaande spelers (uit bijvoorbeeld de amusementscentra of de horeca) in de nieuwe vestiging van Holland Casino spelen? En zo ja, gebeurt dit als een substituut voor, of als aanvulling op, het bestaande gokpatroon? Een hiermee samenhangende vraag is of de nieuwe vestiging van Holland Casino ook een nieuw, niet aan kansspeldeelnemend, publiek heeft aangetrokken. Hogere deelname aan kansspelen De verwachting dat een nieuwe vestiging van Holland Casino tot een grotere deelname aan kansspelen zal leiden werd enerzijds gevoed door de uitkomsten van het landelijke bevolkingsonderzoek uit 2004 maar ook door de intentie die de respondenten bij de nulmeting in de regio’s Venlo en Leeuwarden uitspraken om de nieuwe vestiging te gaan bezoeken. Een groot deel van de respondenten (38% in Venlo en 40% in Leeuwarden) dacht de nieuwe vestiging van Holland Casino in Venlo te gaan bezoeken. Hoewel niet in die mate hebben relatief veel mensen die intentie gestalte gegeven. Bij de 1-meting In 2008 blijkt het percentage van de bevolking dat recent een vestiging van Holland Casino bezocht sterk te zijn toegenomen. In de regio Venlo verdubbelden de recente bezoekcijfers zich van 9% in 2006 naar 18% in 2008. In de regio Leeuwarden zien we een verdrievoudiging van dit percentage: in 2006 had 7% in het afgelopen jaar een vestiging van Holland Casino bezocht, in 2008 bedroeg dit 20%. Niet alleen de bezoekcijfers maar ook de deelnamecijfers voor kansspelautomaten en casinospelen zijn na de komst van de nieuwe vestigingen gestegen. In de regio Venlo steeg de recente deelname aan kansspelautomaten van 11% naar 14%, en in de regio Leeuwarden van 10% naar 16%. Voor de recente deelname aan casinospelen zien we een sterkere stijging dan bij de kansspelautomaten. In de regio Venlo stegen de recente deelnamecijfers voor casinospelen van 5% naar 10%, in Leeuwarden van 5% naar 13%. De lifetime deelname aan kansspelautomaten en casinospelen is in de regio Venlo in de genoemde periode niet significant toegenomen. Dit duidt er op dat als gevolg van de opening van de nieuwe vestiging in Venlo geen nieuwe casinospelers zijn bijgekomen maar dat vooral bestaande spelers de weg naar de nieuwe vestiging hebben gevonden. In de regio Leeuwarden zien we in dit opzicht een ander beeld. Ook de lifetime deelname aan kansspelautomaten en casinospelen is hier significant toegenomen. Bij de kansspelautomaten van 36% naar 39%, bij de casinospelen van 22% naar 27%. Deze cijfers geven derhalve een indicatie dat de nieuwe vestiging in Leeuwarden een publiek heeft aangetrokken dat niet eerder met casinospelen en kansspelautomaten in aanraking was gekomen. Substitutie of aanvullend? Over het algemeen staat de deelname aan een bepaald kansspel niet op zichzelf. De meeste de respondenten die aan kansspelen deelnemen, nemen niet aan één maar aan meerdere kansspelen deel. Gemiddeld genomen hadden de respondenten in 2006 aan twee kansspelen deelgenomen (LTP). In 2008 is dit onveranderd gebleven. Deze gegevens duiden er op dat niet zozeer sprake is van additie maar veeleer van substitutie. Substitutie blijkt in de regio Venlo aanzienlijk vaker voor te komen dan in Leeuwarden. In de regio Venlo zien we vaker dat er sprake is van substitutie dan van additie. Naar schatting 70% van de veranderingen in kansspeldeelname bestaat uit substitutie in de zin dat bestaande spelers uit de horeca en amusementscentra hun
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
3
speelgedrag hebben verplaatst naar Holland Casino, naar schatting 30% van de veranderingen in kansspeldeelname bestaat uit additie in de zin dat spelers hun speelgedrag aanvullen met het spelen in Holland Casino. In de regio Leeuwarden liggen deze verhoudingen vrijwel omgedraaid. Daar is veel vaker sprake van additie (85%) dan van substitutie (15%). In de regio Leeuwarden blijken vooral veel kansspelautomatenspelers uit de horeca hun speelgedrag te hebben uitgebreid met het spelen op kansspelautomaten in Holland Casino. Op grond van de analyses kan geconcludeerd worden dat de nieuwe vestiging van Holland Casino Leeuwarden een breder publiek heeft aangetrokken dan Holland Casino Venlo. In de regio Leeuwarden zien we bijvoorbeeld dat het aandeel niet-spelers in 2008 is afgenomen, hetgeen er op duidt dat ook zij de gang naar de nieuwe vestiging hebben gevonden. Ook zien we in de regio Leeuwarden duidelijker dan in Venlo dat het aandeel exspelers is afgenomen. Tot slot zien we in Leeuwarden ook dat loterijspelers de gang naar de nieuwe vestiging hebben gemaakt. Speelfrequenties toegenomen als gevolg van de nieuwe vestiging? Uit de nulmetingen in Venlo en Leeuwarden blijkt dat de frequentie van het casinobezoek hoger is naarmate een vestiging meer in de buurt is. In de regio Venlo werden ten tijde van de nulmeting vooral de vestigingen in Eindhoven, Nijmegen en Valkenburg frequent bezocht terwijl de andere vestigingen van Holland Casino alleen incidenteel werden aangedaan. In de regio Friesland zagen we hetzelfde en werden vooral de vestigingen in Groningen en in mindere mate die van Scheveningen en Amsterdam gemiddeld vaker dan één keer per jaar te bezocht. Anno 2008 is dat beeld gewijzigd in de zin dat nu vooral de vestigingen van Holland Casino Venlo en Leeuwarden het meest frequent worden bezocht. Het merendeel van de respondenten uit de regio Venlo en Leeuwarden is in de nieuwe vestiging in de stad gaan spelen. In de regio Leeuwarden geeft een groter deel van de spelers aan dat ze vaker zijn gaan spelen sinds de komst van de nieuwe vestiging dan in Venlo. In Leeuwarden zegt 35% (veel) vaker te zijn gaan spelen, in Venlo ligt dit op 23%. Meer risico en probleemspelers? Hoewel het aandeel risicospelers en probleemspelers in de regio Venlo bij de nulmeting iets boven het landelijk gemiddelde lag, zijn deze verschillen niet significant. In Leeuwarden daarentegen zijn ten tijde van de nulmeting significant minder risicospelers en probleemspelers aangetroffen dan in Venlo en het landelijk gemiddelde. Bij de nulmeting kwam uit de SOGS-analyse naar voren dat 0,5% van de respondenten uit de regio Venlo een score heeft van vijf of meer en als probleemspeler is getypeerd1. Anno 2008 is bij de 1-meting in de regio Venlo 0,1% als probleemspeler getypeerd. In de regio Leeuwarden is bij de nulmeting geen enkele recente probleemspeler uit de SOGS-analyse naar voren gekomen. Bij de 1-meting in 2008 is dit percentage gestegen naar 0,4%. Nog de daling in de regio Venlo (van 0,5% naar 0,1%), noch de stijging in de regio Leeuwarden van (0,0% naar 0,4%) is in statistisch opzicht significant. In de regio Leeuwarden zien we bij de 1-meting wel een significante toename van het aandeel risicospelers. Bij de nulmeting bedroeg het aandeel risicospelers o,1%, anno 2008 is dit gestegen naar 0,7%. De stijging van het aandeel risicospelers zien we niet terug in de regio Venlo. Het gebruik van de nominee-techniek leverde bij de nulmeting in Venlo een schatting op van nul probleemspelers omdat niemand van de respondenten iemand uit hun huishouden als mogelijk probleemspeler had getypeerd. In Leeuwarden levert de nominatietechniek een vergelijkbaar percentage op als bij het landelijk onderzoek rond de 0,2%. In 2008 zien we hier geen veranderingen in optreden. Door de al dan niet tijdelijke toename van het aantal casinobezoeken in de regio Venlo en Leeuwarden zal het aantal probleemspelers in de toekomst mogelijk gaan toenemen. Vanwege de incubatietijd die nodig is voor het ontwikkelen van een kansspelverslaving zullen daar vermoedelijk nog de nodige jaren overheen gaan. In de literatuur wordt wel gesproken van een incubatietijd van gemiddeld 5 jaar. Er zal op deze wijze redenerend de nodige tijd overheen gaan alvorens een toename van het probleemspelers in de ‘statistieken’ is terug te vinden. Anderzijds is het mogelijk dat de nieuwe vestiging een publiek aantrekt dat al op een risicovolle manier aan kansspelen deelneemt en door de komst van het casino in Venlo en Leeuwarden ‘over de streep’ wordt getrokken richting een kansspelverslaving. In het onderzoek zijn daar nog geen aanwijzingen voor gevonden. Als meer spelers vaker naar het casino gaan zal het aantal probleemspelers in de toekomst mogelijk gaan toenemen. Er zijn ook andere argumenten denkbaar om te veronderstellen dat de groei van het aantal probleemspelers niet direct zichtbaar zal worden en de groei van het aantal probleemspelers kan remmen, zo heeft Holland Casino een uitgebreid preventiebeleid ontwikkeld waarin risicospelers en probleemspelers worden aangesproken op hun speelgedrag en ook op vrijwillige basis een entreeverbod of bezoekbeperking kunnen aanvragen. Dit preventiebeleid is een beschermende factor. 1 We gebruiken hier de term probleemspelen (en niet kansspelverslaving) omdat een SOGS5+ ook kan ontstaan door problemen op andere gebieden dan verslaving.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
4
Samenvattend kunnen we stellen dat de komst van de nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo en Leeuwarden de nieuwsgierigheid van de bevolking heeft geprikkeld. De recente deelname aan kansspelautomaten en casinospelen is daarbij sterkt gestegen maar heeft vooralsnog nog niet geleid tot een stijging van het aandeel probleemspelers. In de regio Leeuwarden zien we daarentegen wel een stijging van het aandeel risicospelers.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
5
Hoofdstuk 1
Inleiding
Uit het bevolkingsonderzoek dat het CVO in 2004/2005 in opdracht van het Ministerie van Justitie heeft uitgevoerd (de Bruin e.a., 2006) is gebleken dat recente deelname aan casinospelen onder de bevolking in de regio’s waar onlangs een nieuwe vestiging van Holland Casino werd geopend (Utrecht en Enschede) hoger lag dan in de regio’s waar al langer een Holland Casino was gevestigd. In Utrecht en Overijssel lagen de percentages destijds rond de 7%, in de provincies waar al langer een vestiging van Holland Casino bestond lag dit percentage rond de 5%, terwijl de deelnamecijfers voor casinospelen in de regio’s waar geen casino is gevestigd rond de 2% lag. Het bovengenoemde fenomeen duidt wellicht op een van de meest kenmerkende eigenschappen van de menselijke soort: nieuwsgierigheid. De meeste mensen willen wel eens een kijkje gaan nemen in een nieuwe vestiging van Holland Casino in hun stad. De verwachting is dat na verloop van tijd voor een deel van de bevolking de nieuwigheid er weer van af zal zijn en weer met het casinobezoek zal stoppen. Een ander deel van de bevolking zal mogelijk blijven terugkeren en juist vaker gaan spelen dan voorheen. Holland Casino heeft 8 maart 2006 een nieuwe vestiging in Venlo geopend en in december 2006 een vestiging in Leeuwarden. De vraag die we met dit onderzoek willen beantwoorden is of bovenstaande ook voor de regio’s Venlo en Leeuwarden is gaan gelden. Met dit onderzoek willen we achterhalen hoe groot deze groep nieuwsgierigen is geweest. Of het vooral bestaande spelers zijn geweest die naar de nieuwe vestiging kwamen of dat de vestiging ook werd bezocht door een niet eerder aan kansspeldeelnemend publiek? Zijn spelers vaker gaan spelen sinds er een vestiging van Holland Casino in de buurt is? En tot slot, neemt met een hogere deelnamefrequentie ook het aantal kansspelverslaafden toe?
1.1
Probleemstelling en onderzoeksvragen
De belangrijkste drie onderzoeksvragen zijn: • Leidt een nieuw aanbod van kansspelen in de nabije omgeving tot een grotere deelname aan kansspelen. • Leidt een nieuw aanbod van kansspelen in de nabije omgeving tot een hogere speel- of bezoekfrequentie? • Leidt een nieuw aanbod van kansspelen in de nabije omgeving tot meer risico- en probleemspelers? Deelvragen van het onderzoek gaan in op mogelijke substitutie effecten. • In hoeverre gaan bestaande spelers naar de nieuwe vestiging van Holland Casino? • In hoeverre trekt de nieuwe vestiging een nieuw, niet aan kansspel deelnemend publiek aan? • Gaan bestaande spelers van Holland Casino vaker spelen nu er een vestiging in de buurt is? • Gaan ook niet-spelers in de nieuwe vestiging van Holland Casino spelen? Zo ja, hoe groot is hun aandeel en hoe vaak doen zij dit? In hoeverre gaan deze niet-spelers (die in de nieuwe vestiging van Holland Casino zijn gaan spelen) aan andere kansspelen of op andere locaties aan kansspelen deelnemen? • Gaan spelers uit de amusementscentra of de hoogdrempelige horeca (café, restaurant, discotheek) in de nieuwe vestiging van Holland Casino spelen? Zo ja, hoe groot is hun aandeel en hoe vaak doen zij dit? Hypothesen Bovenstaande vraagstellingen kunnen ook worden vertaald naar hypothesen. De hypothesen geven richting aan de verwachtingen die bij de beantwoording van de onderzoeksvragen bestonden. De hypothesen berusten op de aanname dat er een verband bestaat tussen de (frequentie van) deelname aan kansspelen en de nabijheid (reisafstand) van een vestiging van Holland Casino. • •
Als gevolg van de opening van een nieuwe vestiging in Venlo en Leeuwarden zal de laatstejaarprevalentie van deelname aan casinospelen en kansspelautomaten toenemen. De verwachting is dat de life-time prevalentie van deelname aan casinospelen niet veel zal stijgen omdat vooral bestaande spelers tot het nieuwe aanbod worden aangetrokken. De “continuation-rate2” voor casinospelen en kansspelautomaten zal daarmee toenemen.
2
De continuation rate is een percentage dat aangeeft welk deel van de lifetime-spelers (LTP) de afgelopen twaalf maanden (LJP) nog aan het kansspel heeft deelgenomen: LJP/LTP * 100%.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
6
•
•
In de loop der jaren zal de laatstejaarprevalentie en de continuation rate van deelname aan casinospelen en kansspelautomaten in deze regio’s afnemen en zich stabiliseren op een niveau overeenkomstig de regio’s waar al langer een vestiging van Holland Casino bestaat. Opening van een nieuwe vestiging zal (vanwege de incubatietijd voor het ontwikkelen van een kansspelverslaving) niet binnen twee jaar leiden tot een toename van het aantal probleemspelers in de regio. Het aantal probleemspelers zal mogelijk toenemen als bestaande risicospelers ‘over de drempel worden getrokken’ door de komst van een casino in de omgeving.
Het is van belang eventuele veranderingen in het aantal probleemspelers in het licht te zien van een landelijke trend waarbij sinds 2003 sprake is van een stijgend aantal hulpzoekers bij de professionele verslavingszorg. We moeten er met andere woorden voor waken dat de komst van een nieuwe vestiging van Holland Casino ten onrechte als oorzaak van een stijgend aantal probleemspelers wordt gezien. Een toename van het aantal probleemspelers in de regio zal in het licht moeten worden gezien van landelijke (en/of andere regionale) gegevens over het aantal hulpzoekers in de verslavingszorg. Omdat in het onderzoek geen gebruik is gemaakt van een controlegroep (van regio’s zonder een vestiging van Holland Casino) is kunnen geen causale relaties doch alleen een samenhang (of correlaties) worden vastgesteld tussen de opening van een nieuwe vesting en het aantal recreatieve spelers, risicospelers en probleemspelers. Aan de hand van vervolgmetingen 1½ en bijna 2 jaar na opening van de vestigingen kunnen wel uitspraken worden gedaan over de mogelijke invloed van een nieuw kansspelaanbod op de prevalentie en frequentie van deelname aan kansspelen. Het onderzoeksdesign ziet er als volgt uit: Nulmeting t0 [feb/mrt 2006]
Regio Venlo Regio Leeuwarden
1.2
t0 nov 2006
Interventie Opening HC Venlo [8 mrt 2006] Opening HC Leeuwarden
Een-meting [ t1 (sept/okt 2008) t1 (sept/okt 2008)
Methode van onderzoek
Ten behoeve van dit onderzoek zijn in 2006 voor opening van de nieuwe vestigingen van Holland Casino en in 2008 twee bevolkingsenquêtes afgenomen; onder de bevolking van Venlo en omgeving (dat wil zeggen in een straal van 30 minuten reistijd rond de vestiging van Holland Casino Venlo) en onder de bevolking van Leeuwarden e.o. (in een straal van 30 minuten reistijd rond de nieuwe vestiging van Holland Casino Leeuwarden). De metingen zijn op dezelfde wijze uitgevoerd als het landelijke bevolkingsonderzoek uit 2004. De verschillen ten opzichte van deze meting zijn: • De steekproefgrootte (bij deze metingen is gestreefd naar 1000 interviews per regio, bij het landelijk onderzoek lag dat op 5000 interviews) • Er is een regionale dekking in plaats van een landelijke dekking De dataverzameling is uitbesteed aan TNS NIPO. De telefonische interviews zijn afgenomen door ervaren en getrainde interviewers. Het CVO heeft de vragenlijst ontwikkeld in het kader van het landelijk bevolkingsonderzoek (de Bruin e.a., 2006). De vragenlijst bestaat uit drie onderdelen: de deelname aan diverse kansspelen; de achtergrond en demografische gegevens van de respondent, een screeningsinstrument voor kansspelverslaving (SOGS - South Oaks Gambling Screen) Hoewel de hier gebruikte vragenlijst in grote lijnen identiek is aan de vorige, zijn een aantal kleine wijzigingen aangebracht die onder meer ingaan op de intentie van de respondenten om de nieuwe vestigingen van Holland Casino te gaan bezoeken. Ook zijn een aantal vragen toegevoegd om de reisafstand tot speelgelegenheden te kunnen bepalen. Tot slot is de respondenten die wel eens een Holland Casino bezochten gevraagd welke specifieke vestiging zij bezochten. De telefonische vragenlijst neemt 10 tot 15 minuten in beslag.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
7
Respons In totaal is voor de nulmeting bij 2.223 mensen in de regio Venlo (n=1062) en Leeuwarden (1.161) telefonisch, schriftelijk of via internet een vragenlijst afgenomen. Bij de 1 meting werden in totaal 2.007 respondenten bereid gevonden aan het onderzoek mee te doen (993 in de regio Venlo; en 1074 in de regio Leeuwarden) .
Venlo (2008) Leeuwarden (2008) Venlo (2006) Leeuwarden (2006) Landelijk (2004)
Respondenten 933 1.074 1.062 1.161 5.575
Respons 25% 28% 23% 27% 28%
Aantal gebruikte adressen 3.814 3.810 4.584 4.307 19.786
De respons op de enquête bedroeg in het landelijk onderzoek 28%, bij de nulmeting Leeuwarden lag de respons op 27% terwijl die in Venlo op 23% lag. Een verklaring voor de lagere respons in Venlo is de kortere looptijd van de dataverzamelingsperiode bij de nulmeting. Om de nulmeting in Venlo voor opening van de nieuwe vestiging plaats te laten vinden dienden de data in drie weken te worden verzameld. Daardoor konden bijvoorbeeld geen afspraken op langere termijn met respondenten worden gemaakt; dienden de belpogingen in een kortere periode plaats te vinden en was het niet zinvol om herinneringsbrieven of -mails te versturen. Overigens zien we ook bij de 1-meting responsverschillen tussen de bevolking uit de regio Venlo (23%) en Leeuwarden (28%). Mogelijk zijn “noordelingen” eerder bereid tot deelname aan het onderzoek dan “zuiderlingen”. Hoewel gestreefd is naar een zo representatief mogelijke steekproef, bleken jonge mannen licht ondervertegenwoordigd en vrouwen van middelbare leeftijd licht oververtegenwoordigd (zie bijlage 2). Ook voor etniciteit en opleidingsniveau zijn verschillen gevonden met de samenstelling van de Nederlandse bevolking. Met behulp van een wegingsfactor is binnen de analyses voor deze afwijkingen gecorrigeerd, zodat de resultaten beter gegeneraliseerd kunnen worden naar de bevolking.
1.3
Analyses
Om bovenstaande onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden zijn de volgende indicatoren in de metingen in de regio Venlo en Leeuwarden opgenomen: • Postcode (provincie) / reisafstand tot HC en/of andere speelgelegenheden. • Prevalentie en frequentie van deelname aan de diverse kansspelen (en op verschillende locaties). Vooral de verhouding tussen bepaalde groepen spelers en niet-spelers (short/long recent/voormalig op verschillende locaties) staan centraal. • Hoe vaak en welke vestiging van HC worden bezocht (hier zitten ook bezoekers van Holland Casino bij die niet spelen) • De intentie van de respondenten om de nieuwe vestiging van Holland Casino in Venlo te bezoeken. • Screener voor problematisch speelgedrag (SOGS) Bij de statistische analyses is gebruik gemaakt van Pearson Chi-kwadraat en t-toetsen om verschillen tussen de nulmetingen Venlo en Leeuwarden. Dit betreft: • verschillen ten aanzien van de lifetimeprevalentie (LTP) en laatstejaarprevalentie (LJP) van deelname aan de diverse kansspelen • verschillen tussen deelname aan casinospelen in Holland Casino / en het spelen op kansspelautomaten in Holland Casino • verschillen tussen het bezoeken van Holland Casino (LTP en LJP) • Verschillen tussen LTP en LJP van risicospelers en probleemspelers • Relatie tussen speelfrequentie van het afgelopen jaar en de reisafstand Om profielen van bestaande en potentiële bezoekers (personen die de intentie uitspreken om de nieuwe vestiging te gaan bezoeken of vaker te gaan bezoeken) van Holland Casino te bepalen zijn CHAID analyses (Chi-kwadraat Automatic Interaction Detector) uitgevoerd.
1.4
Leeswijzer
Het rapport is opgebouwd uit drie delen. In hoofdstuk 2 wordt een eerste indruk gegeven van de veranderingen die in de 1-meting ten opzichte van de nulmeting zijn opgetreden in de deelname aan kansspelen. In de twee
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
8
volgende hoofdstukken worden de veranderingen in deelname aan kansspelen gerelateerd aan de locaties waar op kansspelautomaten (H3) en casinospelen (H4) wordt gespeeld. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op veranderingen in het bezoeken van Holland Casino, de voorkeur van de respondenten voor een bepaalde vestiging en of zij Holland Casino vaker zijn gaan bezoeken. Tot slot zal in hoofdstuk 6 worden ingegaan veranderingen in de omvang van kansspelproblematiek.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
9
Hoofdstuk 2
Deelname aan kansspelen
In dit hoofdstuk zal eerst worden ingegaan op de populariteit van kansspelen onder de bevolking in de regio’s Venlo en Leeuwarden. De gegevens uit de nulmeting zijn daarbij vergeleken met de uitkomsten van het landelijke bevolkingsonderzoek dat in 2004 is uitgevoerd (de Bruin e.a., 2006). Net zoals in het landelijke bevolkingsonderzoek blijken vooral loterijen populair, gevolgd door kansspelautomaten, krasloten en casinospelen. Vervolgens zijn de uitkomsten van de nulmeting (2006) vergeleken met de uitkomsten van de 1meting uit 2008. Omdat de steekproef niet volledig representatief is op de variabelen leeftijd, sekse, opleiding, gezinsgrootte en etniciteit worden in dit hoofdstuk steeds de gewogen gegevens gepresenteerd (zie bijlage 3).
2.1
Prevalentie deelname kansspelen
De respondenten is gevraagd naar hun deelname aan een grote verscheidenheid aan kansspelen. In het bevolkingsonderzoek zijn zeven categorieën kansspelen onderscheiden (en een restcategorie ‘overige kansspelen’). Als eerste zijn de kansspelen onderscheiden waarvoor de overheid vergunningen verleent. Dit leverde de volgende kansspeltypen op: loterijen, krasloten, kansspelautomaten, casinospelen en het wedden op paardenkoersen. Hoewel de Nederlandse overheid daar geen vergunning voor verleent, zijn via internet aangeboden kansspelen als zesde categorie opgenomen. Als zevende categorie zijn de ‘illegale kansspelen’ toegevoegd. Hierbij is de respondenten niet gevraagd of ze aan illegale kansspelen meedoen maar of ze aan kansspelen deelnemen waarvan ze wéten dat het illegaal is. Bij de beschrijving van laatstejaarprevalenties is de restcategorie ‘overige kansspelen’ verder opgesplitst in bingo, het meedoen aan sportpoules en het (buitenshuis) kaarten en dobbelen om geld. Bij de diverse kansspelen zijn zowel de lifetimeprevalentie (LTP = ooit aan een kansspel deelgenomen) en de laatstejaarprevalentie (LJP = recent, in de afgelopen twaalf maanden aan een kansspel deelgenomen). Kansspelprofiel van Friezen & Limburgers Om de effecten van de opening van nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo en Leeuwarden te kunnen vaststellen is het van belang om bestaande verschillen voor wat betreft de deelname aan kansspelen mee te nemen in de analyses. Daarom is eerst een ‘kansspelprofiel’ van de twee regio’s bepaald aan de hand van de nulmeting. Dit profiel is gebaseerd op een vergelijking met het bevolkingsonderzoek uit 2004 en op een vergelijking tussen de twee regio’s op basis van de nulmeting. Loterijen, krasloten, kansspelautomaten & casinospelen meest populair Uit de nulmeting in Venlo en Leeuwarden blijkt dat loterijen verreweg het populairst zijn: 81% van de respondenten uit de nulmetingen in de regio Venlo en Leeuwarden heeft ooit aan een loterij deelgenomen. Ten opzichte van het landelijk onderzoek ligt de deelname aan loterijen in de regio’s Venlo en Leeuwarden hoger3. Kansspelautomaten nemen een tweede plaats in: 35% van de bevolking in de regio Venlo, en 36% in de regio Leeuwarden heeft daar ooit op gespeeld. Dit is conform het landelijk gemiddelde, dat op 35% ligt. Ook krasloten en casinospelen zijn populaire kansspelen: in de regio Venlo en Leeuwarden had respectievelijk 30% en 34% van de bevolking ooit krasloten gekocht, 24% respectievelijk 23% heeft ooit aan casinospelen meegedaan. Ten opzichte van het landelijk onderzoek uit 2004 ligt de deelname aan de krasloterij in 2006 iets hoger. Het aantal mensen dat ooit aan casinospelen deelnam is in de regio’s Venlo en Leeuwarden conform het landelijke gemiddelde. Gekeken naar recente deelname aan kansspelen(laatstejaarprevalentie = LJP) zien we een vergelijkbare beeld als bij het landelijke onderzoek. Opvallend hierbij is evenwel de grotere populariteit van loterijen en krasloten in de regio Venlo en Leeuwarden ten opzichte van het landelijk beeld uit 2004. Vervolgonderzoek zal hierbij moeten uitwijzen of de groeiende populariteit van loterijen en krasloten zich ook landelijk heeft vertaald. Paardenwedden in de buurt Het meest opvallende onderscheid tussen de regio’s Venlo en Leeuwarden heeft van doen met het wedden op paarden. In de regio Venlo had 5% ooit op paarden gewed, een percentage dat niet veel afwijkt van het landelijk gemiddelde, dat op 4% ligt. In de regio Leeuwarden daarentegen is het aandeel respondenten dat ooit op paarden wedde ruim twee keer zo groot en ligt op 11%. De relatie tussen deelname aan kansspelen en een kansspelaanbod in de nabije omgeving met renbanen in Wolvega en Alkmaar lijkt evident. De vraag die we hier kunnen stellen is of de nabijheid van een kansspelaanbod een vraag schept of dat de vraag uiteindelijk het aanbod schept. In het eerste geval kan het bijvoorbeeld zijn dat de nieuwsgierigheid wordt 3
Pearson Chi-kwadraat = 20.7; df=2; p = <.0005.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
10
geprikkeld door een paardenrenbaan in hun directe omgeving en het aanbod de vraag creëert. Het kan ook zijn dat Friezen gemiddeld vaker paardenliefhebbers zijn en de renbaan om die reden heeft kunnen blijven bestaan. Anders gezegd, de vraag creëert het aanbod en houdt het aanbod in stand. Deze ‘kip-en-ei’ kwestie zal niet met het onderzoek worden opgelost. Wat bij de vergelijking tussen de deelname aan het wedden op paarden in de regio’s Venlo en Leeuwarden wel duidelijk wordt is dat een aanbod van kansspelen in de nabije omgeving een sterke samenhang vertoont met de deelname aan dit type kansspel. Illegale kansspelen en kansspelen via internet Omdat het (semi-) illegale aanbod van kansspelen de afgelopen jaren sterk is aangepakt zien we dat recente deelname aan illegale kansspelen gering is: in de regio Venlo lag dit in 2006 op o,2%, in Leeuwarden op 0,5% (landelijk lag dit op 0,6%). De lifetimeprevalenties liggen aanzienlijk hoger: 2% van de bevolking van Venlo heeft ooit aan een illegaal kansspel deelgenomen, in Leeuwarden en landelijk lag dit twee keer zo hoog op 4%. In de regio Venlo werd derhalve minder aan illegale kansspelen deelgenomen dan in de regio Leeuwarden. Ook de deelname aan kansspelen via internet is vergeleken met de deelname aan andere kansspelen gering. Conform het landelijk gemiddelde (1,4%) had 1,3% van de bevolking in Venlo ooit via internet aan kansspelen deelgenomen. In de regio Leeuwarden lag dit percentage in 2006 hoger: op 3,2%. De laatstejaarprevalenties van kansspelen via internet laten een vergelijkbaar beeld zien: rond de 1% in Venlo; rond de 2% in Leeuwarden. Ook kaarten, dobbelen, bingo & sportpoules populair Ter aanvulling op genoemde kansspelen is respondenten gevraagd of ze het afgelopen jaar aan kansspelen hebben deelgenomen waarvoor de overheid geen vergunning verleend; kaarten en dobbelen om geld (buitenshuis), de bingo (voor de bingo bestaat alleen een meldingsplicht bij de gemeente waar de bingo wordt georganiseerd.) en het deelnemen aan sportpoules (op het werk, sportclub, vriendenkring, café). De drie genoemde kansspelen genieten een grotere populariteit dan bijvoorbeeld de casinospelen en het paardenwedden: 5 tot 10% van de bevolking neemt aan één van genoemde kansspelen deel. We zien daarbij een tweetal verschillen tussen de drie onderzoeken; in Venlo wordt vaker gekaart en gedobbeld om geld dan in Leeuwarden; landelijk gezien wordt vaker aan sportpoules deelgenomen dan in Venlo en Leeuwarden.
2.2
Vergelijking 2006 – 2008: deelname kansspelen
Een van de centrale onderzoeksvragen betreft de vraag in hoeverre een nieuwe vestiging tot een hogere deelname aan kansspelen (i.h.b. casinospelen) zal leiden. Om te beginnen zal daarom worden ingegaan op veranderingen die in de periode 2006 – 2008 in de lifetimeprevalenties van de diverse kansspelen zijn geconstateerd. De verwachting die voor aanvang van het onderzoek is uitgesproken was dat de lifetimeprevalenties van deelname aan kansspelen niet veel zullen veranderen als gevolg van opening van een nieuwe vestiging omdat vooral bestaande spelers de nieuwe vestigingen zouden gaan bezoeken en de nieuwe vestiging in beperkte mate spelers zou aantrekken die nooit aan kansspelen deelnemen. Die verwachting wordt bevestigd door de uitkomsten van de 1-meting. Tabel 1 Lifetime prevalentiecijfers voor deelname aan kansspelen.
Loterijen
NL 2004 76,2
Venlo 2006 80,9
Venlo 2008 81,0
Kansspelautomaten
35,2
35,0
35,5
Krasloten
31,0
29,5
28,0
23,7
23,7
24,5
4,4
4,9
2,5
5
3,9
1,7
1,0
Kansspelen internet
1,4
1,3
2,9
4
Casinospelen
Wedden op paarden Illegale kansspelen
** *
Uit de vergelijking tussen de nulmeting en 1-meting Venlo zijn twee trends zichtbaar. De eerste is dat de deelname aan het wedden op paarden is afgenomen van 4,9% in 2006 naar 2,5% in 2008. De tweede trend is dat het deelnemen aan kansspelen via internet is toegenomen van 1,3% in 2006 naar 2,9% in 2008. De lifetime 4 Het betreft hier uitsluitend de deelname aan de karakteristieke casinotafelspelen als roulette, blackjack en niet het spelen op kansspelautomaten die in casino’s staan opgesteld. 5 De respondent is gevraagd of zij aan kansspelen hebben deelgenomen waarvan ze weten dat dit illegaal is. In principe is ook het aanbieden van kansspelen via internet in Nederland illegaal, veel mensen zijn hier echter niet van op de hoogte en hebben dit niet als illegaal benoemd.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
11
deelname aan kansspelautomaten en casinospelen is in de genoemde periode niet significant toegenomen. Dit duidt er op dat als gevolg van de opening van de nieuwe vestiging geen casinospelers zijn bijgekomen die niet eerder aan kansspelen hebben deelgenomen. Lifetime prevalentie (LTP) Loterijen
NL 2004 76,2
Leeuwarden 2006 81,1
Leeuwarden 2008 81,6
Verschil 2006 -2008
Kansspelautomaten
35,2
35,9
38,8
Krasloten
31,0
33,8
32,1
Casinospelen
23,7
22,3
27,0
**
Wedden op paarden
4,4
10,7
7,6
*
Illegale kansspelen
3,9
3,8
3,0
Kansspelen internet
1,4
3,2
3,8
**
In de regio Leeuwarden zien we in dit opzicht andere trends. De lifetime deelname aan kansspelautomaten en casinospelen is hier significant toegenomen. Bij de kansspelautomaten van 36% naar 39%, bij de casinospelen van 22% naar 27%. Deze cijfers geven derhalve een indicatie dat de nieuwe vestiging in Leeuwarden een publiek heeft aangetrokken dat niet eerder met casinospelen en kansspelautomaten in aanraking is gekomen. Dat mogelijk sprake is van een substitutie effect kan worden afgeleid uit de dalende deelnamecijfers bij het wedden op paarden, die zijn in de periode 2006 – 2008 van 11% naar 8% gedaald. Aan de hand van dit onderzoek kan niet worden vastgesteld of deze gesignaleerde trends oorzakelijk met elkaar samenhangen.
2.3
Vergelijking 2006 – 2008: Recente deelname aan kansspelen
De verwachting die voorafgaand aan het onderzoek is uitgesproken was dat opening van een nieuwe vestiging van Holland Casino tot een toename van de recente deelname aan kansspelen (LJP) zou leiden. Ook deze verwachting wordt door de uitkomsten van de 1-meting bevestigd. We kijken daarbij eerst naar de regio Venlo. Hoewel in de regio Venlo de lifetime prevalenties van kansspelautomaten en casinospelen niet zijn toegenomen zien we dit wel bij de laatstejaarprevalenties. Recente deelname aan kansspelautomaten is licht gestegen van 11% in 2006 naar 14% in 2008. Bij de casinospelen zien we een sterkere stijging van de recente deelname: in 2006 gaf 5% van de respondenten aan dat ze in het afgelopen jaar aan casinospelen hadden deelgenomen, in 2008 is dit percentage verdubbeld en ligt op 10%. Recente deelname (LJP) Loterijen Kansspelautomaten Krasloten 6
Casinospelen
Wedden op paarden
NL 2004 60,1
Venlo 2006 67,4
Venlo 2008 65,2
9,3
10,8
13,9
*
12,0
17,9
12,3
**
4,8
4,9
9,5
**
0,5
1,5
1,1
7
0,6
0,2
0,2
Kansspelen internet
0,9
0,9
2,6
Kaarten of dobbelen
6,5
8,7
8,4
Bingo
8,4
7,6
5,3
*
Sportpoules
9,0
5,6
9,3
**
0,8
0,6
Illegale kansspelen
Anders 0,7 * significantieniveau p < 0,05 ** significantieniveau p < 0,01
**
Dezelfde trend zien we ook in de regio Leeuwarden. Deelname aan kansspelautomaten is significant gestegen van 10% in 2006 naar 16% in 2008. De deelname aan casinospelen laat evenals in de regio Venlo een sterkere stijging zien dan de deelname aan kansspelautomaten. In 2006 had 5% van de respondenten uit de regio Leeuwarden recent aan casinospelen deelgenomen, in 2008 is dat percentage gestegen naar 13%.
6 Het betreft hier uitsluitend de deelname aan de karakteristieke casinotafelspelen als roulette, blackjack en niet het spelen op kansspelautomaten die in casino’s staan opgesteld. 7 De respondent is gevraagd of zij aan kansspelen hebben deelgenomen waarvan ze weten dat dit illegaal is. In principe is ook het aanbieden van kansspelen via internet in Nederland illegaal, veel mensen zijn hier echter niet van op de hoogte en hebben dit niet als illegaal benoemd.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
12
Loterijen Kansspelautomaten Krasloten 8
Casinospelen
NL 2004 60,1
Leeuwarden 2006 65,6
Leeuwarden 2008 65,7
9,3
10,1
15,5
12,0
16,2
16,0
4,8
4,9
12,7
Wedden op paarden
0,5
1,7
1,3
Illegale kansspelen9
0,6
0,5
0,3
Kansspelen internet
0,9
2,0
3,0
Kaarten of dobbelen
6,5
5,1
8,4
Bingo
8,4
9,9
9,7
Sportpoules
9,0
6,1
8,7
0,9
0,8
Anders 0,7 * significantieniveau p < 0,05 ** significantieniveau p < 0,01
2.4
** **
** *
Kansspelen die blijven trekken
Een van de indicatoren waaraan de aantrekkelijkheid van kansspelen af te meten is, is de mate waarin spelers die ooit aan een kansspel hebben meegedaan, dat ook het afgelopen jaar nog deden. Dit geeft inzicht in de mate waarin men, eenmaal begonnen aan een kansspel, er mee door is gegaan. Om hier zicht op te krijgen wordt de zogenaamde continuation rate berekend. Een continuation rate van 50% in de vergelijking van lifetimeprevalentie met laatstejaarprevalentie wil zeggen dat de helft van de groep spelers die ooit aan dat kansspel heeft deelgenomen, dit het afgelopen jaar ook nog heeft gedaan. Wanneer bepaalde kansspelen een hoge continuation rate hebben, wil dat zeggen dat mensen die dit spel ooit speelden, blijkbaar geneigd zijn dit weer te doen. Het voert te ver om op basis hiervan een uitspraak te doen over de verslavingsgevoeligheid van het spel, omdat de frequentie waarmee iemand aan kansspelen deelneemt buiten beschouwing blijft (ook de mensen die ooit één keer gespeeld hebben en het laatste jaar ook hebben gespeeld tellen mee in de continuation rate). Ook hoeft het gecontinueerde spelen niet perse met het spel te maken te hebben. Bepaalde spelers kunnen zich meer aangetrokken voelen tot een bepaald spel dan anderen. In dit verband is een vergelijking van de continuation rates van 2006 en 2008 interessant. Is bijvoorbeeld de continuation rate van kansspelautomaten en casinospelen (of de aantrekkelijkheid van deze kansspelen) vergroot door de komst van een nieuwe vestiging van Holland Casino? In onderstaande tabellen zijn de continuation rates weergegeven van de zeven onderscheiden typen kansspelen. De continuation rates zijn voor de nulmeting en de 1-meting in de regio’s Venlo en Leeuwarden berekend. De continuation rate is berekend voor het laatste jaar (LJP) ten opzichte van ooit (LTP) en geeft aan welk deel van de respondenten die ooit aan het betreffend kansspel heeft deelgenomen dat ook het afgelopen jaar nog heeft gedaan. Bij loterijen ligt dit percentage gemiddeld het hoogst: meer dan 80% van de respondenten die ooit aan een loterij hebben deelgenomen, had dat het afgelopen jaar ook nog gedaan.
8 Het betreft hier uitsluitend de deelname aan de karakteristieke casinotafelspelen als roulette, blackjack en poker en niet het spelen op kansspelautomaten die in casino’s staan opgesteld. 9 De respondent is gevraagd of zij aan kansspelen hebben deelgenomen waarvan ze weten dat dit illegaal is. In principe is ook het aanbieden van kansspelen via internet in Nederland illegaal, veel mensen zijn hier echter niet van op de hoogte en hebben dit niet als illegaal benoemd.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
13
Tabel 2 Continuation rates Venlo 2006 en 2008
Loterijen Krasloten Kansspelautomaten Casinospelen Wedden op paarden Illegaal Internet
Venlo 2006 83% 61% 31% 21% 31% 12% 69%
Venlo 2008 80% 44% 39% 39% 44% 20% 90%
Verschil
-3% -17% 8% 18% 13% 8% 20%
Tabel 3 Continuation rates Leeuwarden 2006 en 2008 Leeuwarden Leeuwarden Verschil 2006 2008 Loterijen 81% 81% 0% Krasloten 48% 50% 2% Kansspelautomaten 28% 40% 12% Casinospelen 22% 47% 25% Wedden op paarden 16% 17% 1% Illegaal 13% 10% -3% Internet 63% 79% 16%
Opvallend zijn de hoge continuation rates voor kansspelen via internet: in regio Venlo is de continuation rate van 69% in 2006 gestegen naar 90% in 2008, en van 63% naar 79% in de regio Leeuwarden. Hoewel maar een klein deel van de bevolking ooit aan kansspelen via internet heeft deelgenomen (1,3% Venlo; 3,2% Leeuwarden) heeft een relatief groot deel van de mensen die dat ooit deden, ook het afgelopen jaar nog via internet aan kansspelen deelgenomen. De aantrekkelijkheid van de deelname aan kansspelen via internet lijkt in de loop der jaren vergroot te zijn. Ook de continuation rate van krasloten ligt relatief hoog (gemiddeld rond de 50%). Overigens lijkt de aantrekkelijkheid van krasloten in de regio Venlo af te nemen. De continuation rate daalde van 61% in 2006 naar 44% in 2008. Voor de andere kansspelen (kansspelautomaten, casinospelen, paarden wedden en illegale kansspelen) ligt de continuation rate gemiddeld lager. Dit duidt erop dat veel respondenten de betreffende kansspelen als minder aantrekkelijk beschouwen. Naar verwachting zijn de continuation rates van casinospelen en in iets mindere mate die van de kansspelautomaten in de periode 2006 – 2008 gestegen. Een steeds groter deel van de bevolking dat ooit aan casinospelen deelnam heeft dit met andere woorden ook recent nog gedaan. In de regio Venlo steeg de continuation rate van kansspelautomaten met 8% en van casinospelen met 18%. In de regio Leeuwarden is een stijging van de continuation rates aangetroffen van respectievelijk 12% en 25%. De komst van de nieuwe vestiging van Holland Casino lijkt hier in belangrijke mate debet aan te zijn. De aantrekkelijkheid van kansspelautomaten en casinospelen lijkt te zijn vergroot door de komst van de nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo en Leeuwarden.
2.5
Nieuwe spelers aangetrokken
Anno 2006 had 10% van de respondenten in de regio’s Venlo en Leeuwarden dat nog nooit gegokt, dat percentage is in 2008 onveranderd gebleven. Het is met andere woorden niet zo dat de nieuwe vestiging van Holland Casino een nieuw publiek heeft getrokken dat nooit eerder aan kansspelen had deelgenomen. Nu is de deelname aan loterijen wijd verbreid. Als we dit kansspel buiten beschouwing laten kan inzicht worden verkregen in de vraag of de nieuwe vestiging van Holland Casino tot een mogelijke toename van het aantal short-oddsspelers heeft geleid en in hoeverre dit bestaande of nieuwe spelers waren. We zien daarbij saillante verschillen tussen de twee regio’s. In Venlo is het percentage respondenten dat ooit aan short-oddskansspelen had deelgenomen in de periode 2006 – 2008 gedaald van 65% naar 60%, terwijl dit in Leeuwarden juist licht is toegenomen, van 63% naar 66%. Dit duidt er op dat de nieuwe vestiging van Holland Casino in de regio Leeuwarden deels een publiek heeft aangetrokken dat niet eerder aan short-oddskansspelen had deelnomen. In de regio Venlo lijkt hier geen sprake van te zijn.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
14
Het percentage respondenten dat recent (in het afgelopen jaar) aan kansspelen heeft deelgenomen is in 2008 alleen in Leeuwarden toegenomen ten opzichte van 2006. In de regio Leeuwarden is recente deelname aan kansspelen gestegen van 73% naar 78%. In de regio Venlo zien we geen significante verschillen tussen de twee metingen. Als de loterijen weer buiten beschouwing worden gelaten zien we bij de recente deelname aan shortoddskansspelen opvallende verschillen tussen de twee regio’s. In Venlo zien we een lichte (niet significante) afname van het percentage recente short-oddsspelers (van 40% in 2006 naar 37% in 2008), in Leeuwarden een significante toename van 34% in 2006 naar 44% in 2008. Hieruit kan worden afgeleid dat de vestiging van HC Leeuwarden zowel nieuwe als bestaande spelers heeft getrokken. In de regio Venlo heeft de opening van de nieuwe vestiging minder grote gevolgen gehad op de deelname aan kansspelen onder de bevolking. Er zijn in geringe mate nieuwe spelers aangetrokken. Wel zien we in de regio Venlo een toename van het aandeel recente casinospelers. Over het algemeen staat de deelname aan een bepaald kansspel niet op zichzelf. De meeste de respondenten die aan kansspelen deelnemen, nemen niet aan één maar aan meerdere kansspelen deel. Gemiddeld genomen hadden de respondenten in 2006 aan twee kansspelen deelgenomen (LTP). In 2008 is dit onveranderd gebleven. Deze gegevens duiden er op dat niet zozeer sprake is van additie maar veeleer van substitutie.
2.6
Verdeling long- en short-oddskansspelen
Om een beter inzicht te krijgen in de verschuivingen die in de deelname aan kansspelen zijn opgetreden in de twee regio’s zijn de respondenten in vier groepen onderverdeeld en is bezien of hun verhoudingen zijn gewijzigd. Het gaat om de volgende vier groepen 1. een groep die niet aan kansspelen deelneemt 2. een groep die uitsluitend aan long-oddskansspelen deelneemt 3. een groep die uitsluitend aan short-oddskansspelen deelneemt 4. een groep die aan zowel long als short-oddskansspelen deelneemt. In onderstaande figuren is voor elk van de twee regio’s de verdeling van bovenstaande groepen (LTP) weergegeven zoals die in de nulmeting en de 1-meting naar voren kwamen. Figuur 1 Venlo 2006 – 2008: Groepen long en short-oddsspelers (LTP)
Figuur 2 Leeuwarden 2006 – 2008 Groepen long en short-oddsspelers (LTP)
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
15
We zien daarbij de reeds eerder gesignaleerde trends. In de regio Venlo zien we dat de groep longoddsspelers is toegenomen ten koste van de groep die zowel aan long-odds als shortoddskansspelen meedoet. In Leeuwarden is de trend precies andersom. Daar is de groep longoddsspelers juist geslonken en is de groep die aan long- en shortoddskanspelen meedoet juist gestegen. Dit duidt er op dat in de regio Leeuwarden een deel van de mensen die voorheen alleen aan loterijen meededen nu ook aan shortoddskansspelen (lees kansspelautomaten en casinospelen) zijn gaan deelnemen. Op vergelijkbare wijze is de recente deelname aan kansspelen in kaart gebracht. Figuur 3 Venlo 2006 – 2008: Groepen long en short-oddsspelers (LJP)
Figuur 4 Leeuwarden 2006 – 2008: Groepen long en short-oddsspelers (LJP)
In de regio Venlo zien we dat de groep recente long-oddsspelers in 2008 groter is dan in 2006. En dat dit ten koste is gegaan van de groep long- en shortoddsspelers. In de regio Leeuwarden zien we wederom een ander beeld, daar is het aandeel long-oddsspelers en het aandeel niet-spelers afgenomen en is het aandeel short-odds spelers toegenomen. Uit het bovenstaande blijkt dat er vele manieren zijn om groepen spelers te creëren. Bijvoorbeeld op basis van het soort spel (long en/of shortodds), of op basis waarin zij ooit en/of recent aan het kansspel hebben deelgenomen (waardoor niet-spelers, ex-spelers en recente spelers kunnen worden onderscheiden). Als deze twee indelingscriteria worden gecombineerd kunnen in theorie negen groepen worden onderscheiden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Niet-speler: nooit aan kansspelen heeft deelgenomen Ex-speler: gestopt met shortoddskansspelen Ex-speler: gestopt met longoddskansspelen Ex-speler: gestopt met long en shortodds. Shortoddsspeler: recentelijk short odds, gestopt met longodds Shortoddsspeler: recentelijk short odds , nooit longodds Longoddsspeler: recentelijk long odds, gestopt met shortodds Longoddsspeler: recentelijk long odds, nooit shortodds Long- en shortoddsspeler: recentelijk aan beide type kansspelen deelgenomen
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
16
Aan de hand van vervolgmetingen is wederom bezien of zich verschuivingen hebben voorgedaan in de verhouding tussen groepen long en shortoddsspelers, ex-spelers en niet-spelers. Voorafgaand aan het onderzoek is de verwachting uitgesproken dat als gevolg van de opening van een nieuw casino vooral de groep ex-spelers zal afnemen, en de groepen met recente shortoddsspelers zullen toenemen. Als we de cijfers uit de regio Leeuwarden bezien wordt deze verwachtingen gestaafd. Bij Venlo zien we daarentegen dat hier alleen in geringe mate sprake van is. Figuur 5 Venlo 2006 – 2008: verhoudingen tussen negen groepen
Uit bovenstaande figuur blijkt dat in de regio Venlo de groep ex-shortoddsspelers naar verwachting is afgenomen. We zien een geringe stijging van de groep recente short-oddsspelers (groep 7). Bij de groep spelers die zowel aan short als aan longsoddskansspelen meedoen (groep 9) zien we in 2008 een daling ten opzichte van 2006. Dit duidt er op dat in de regio Venlo vooral recente shortoddsspelers en deels de ex-spelers de gang naar de nieuwe vestigingen hebben gevonden. De komst van de nieuwe vestiging heeft er niet toe geleid dat nietspelers de nieuwe vestiging zijn gaan bezoeken. In de regio Leeuwarden zien we wel dat het aandeel niet-spelers in 2008 (licht) is afgenomen ten opzichte van 2006. Ook het aandeel ex-spelers (groep 3 en 4) laat in 2008 een daling zien ten opzichte van 2006. Ook de andere groepen van longodds spelers (5 en 6) zijn verhoudingsgewijs kleiner geworden in 2008. In de figuur is goed te zien dat de laatste drie groepen recente shortoddsspelers (Groep 7,8 en 9) allen zijn toegenomen. Figuur 6 Leeuwarden 2006 – 2008: verhoudingen tussen negen groepen
Op grond van het bovenstaande kunnen we concluderen dat de nieuwe vestiging van Holland Casino Leeuwarden een breder publiek heeft aangetrokken dan Holland Casino Venlo. In de regio Leeuwarden zien we bijvoorbeeld dat het aandeel niet-spelers in 2008 is afgenomen, hetgeen er op duidt dat ook niet-spelers de gang
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
17
naar de nieuwe vestiging hebben gevonden. Ook zien we in de regio Leeuwarden duidelijker dan in Venlo dat het aandeel ex-spelers is afgenomen. Tot slot zien we in Leeuwarden ook dat loterijspelers de gang naar de nieuwe vestiging hebben gemaakt.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
18
Hoofdstuk 3
Speellocaties kansspelautomaten
Uit het vorige hoofdstuk is gebleken dat zowel in de regio Venlo als in de regio Leeuwarden het spelen op kansspelautomaten is toegenomen. Het percentage van de bevolking dat recent op kansspelautomaten speelde is in de regio Venlo gestegen van 11% in 2006 naar 14% in 2008. In de regio Leeuwarden zagen we in die periode een sterkere stijging namelijk van 10% naar 16%. De vraag is in hoeverre de stijging van de laatstejaarprevalentie valt toe te schrijven aan een stijging van de deelname aan kansspelautomaten in Holland Casino. Kansspelautomaten mogen tenslotte op drie typen locaties aangeboden worden: in de hoogdrempelige horeca (café, bar, restaurant), in de amusementscentra (of speelautomatenhallen) en in Holland Casino. Bij de analyses zijn de overige locaties waar respondenten gespeeld hebben buiten beschouwing gelaten. In het onderstaande is de deelname aan kansspelautomaten en casinospelen naar speellocatie en regio uitgesplitst en is weer een vergelijking gemaakt tussen de nulmeting en 1-meting. Daarbij is tevens ingegaan op de frequentie waarmee op diverse locaties wordt gespeeld en op de veranderingen die zich hierin hebben voorgedaan.
3.1
Stijging recente deelname kansspelautomaten in Holland Casino
De stijging van het percentage recente kansspelautomatenspelers in 2008 valt vooral toe te schrijven aan een stijging van het aantal kansspelautomatenspelers van Holland Casino. In de regio Venlo is de laatstejaarprevalentie gestegen van 2,6% in 2006 naar 7,3% in 2008, dat is bijna een verdriedubbeling. In de regio Leeuwarden zijn de deelnamecijfers voor kansspelautomaten in Holland Casino bijna vervijfvoudigd: in 2006 lag dit op 1,3%, in 2008 op 6,4%. De hoogdrempelige horeca blijkt de meest favoriete locatie om op kansspelautomaten te spelen, 6% van de bevolking in Venlo en 7% in Leeuwarden had in 2006 recent op kansspelautomaten gespeeld. Anno 2008 liggen deze cijfers in Venlo weliswaar iets lager en in de regio Leeuwarden iets hoger maar zijn de verschillen in statistisch opzicht niet significant. Het percentage kansspelautomatenspelers in de amusementscentra ligt in 2006 aanzienlijk lager dan in de horeca, zo rond de 2%. Anno 2008 zijn deze deelnamecijfers in de regio Venlo licht gestegen naar 3% maar in Leeuwarden gelijk gebleven op 2%. Tabel 4 Spelen op kansspelautomaten (LJP) naar locatie Locatie Kansspelautomaten Amusementscentra
Amusementscentra
Venlo 2006
2,0
Gemiddeld aantal bezoeken in het afgelopen jaar (aantal) 27,6
8,7 – 46,5
3,3
100 keer
Venlo 2008
3,3 Pearson Chi2 = 3,6; df=1; p = o,056 ; n.s. 2,2
10,7 t-toets: t = 1,7 ; df=26; p = 0,095; n.s. 5,1
3,5 – 18,0
3,0
60 keer
2,3 – 7,9
2,0
19 keer
1,7 Pearson Chi2 = 0,8; df=1; p = o,356 ; n.s.
2,8 t-toets: t = 1,4 ; df=36; p = 0,124 ; n.s.
1,4 – 4,2
2,0
10 keer
Venlo 2006
6,3
13,7
7,1 – 20,3
3,0
52 keer
Venlo 2008
5,5 Pearson Chi2 = 4,5; df=1; p = o,451; n.s.
9,4 t-toets: t = 1,0; df=110; p = 0,309 ; n.s.
4,8 – 13,9
3,0
30 keer
Leeuwarden 2006
6,7
7,0
4,2 – 9,9
3,0
17 keer
Leeuwarden 2008
7,8 Pearson Chi2 = 1,0 ; df=1; p = o,322 ; n.s. 2,6
15,5 t-toets: t = -1,6; df=95; p = 0,108 ; n.s. 3,0
5,5 – 25,5
3,0
43 keer
1,8 – 4,1
2,0
8 keer
7,3 Pearson Chi2 = 4,5; df=1; p < o,0005; ** 1,3
3,0 t-toets: t = -,016 ; df=93; p = 0,987 ; n.s. 2,2
2,2 – 3,7
2,0
7 keer
0,8 – 3,9
1,0
7 keer
Steekproef
Leeuwarden 2006 Leeuwarden 2008
Hoogdrempelige horeca
Hoogdrempelige horeca
Holland Casino
Venlo 2006 Venlo 2008
Holland Casino
Leeuwarden 2006
Laatstejaarprevalentie (in %)
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
Marges
Mediaan
10% vaker dan
19
Locatie Kansspelautomaten
Steekproef
Leeuwarden 2008
Totaal
Venlo 2006
Laatstejaarprevalentie (in %) 6,4 Pearson Chi2 = 40,2 ; df=1; p < o,0005; ** 10,8
Venlo 2008
13,9
Leeuwarden 2006
10,1
9,8 t-toets: t = 1,419 ; df=138 ; p = 0,170 ; n.s. 7,6
Leeuwarden 2008
15,5 Pearson Chi2 = 14,8 ; df=1; p < o,0005; **
13,1 t-toets: t = -1,428 ; df=145 ; p = 0,155 ; n.s
2
Pearson Chi = 4,5 ; df=1; p = o,035 ; * Totaal
Gemiddeld aantal bezoeken in het afgelopen jaar (aantal) 3,0 t-toets: t = -,757 ; df=26; p = 0,451 ; n.s. 17,0
Marges
Mediaan
10% vaker dan
2,1 – 3,8
1,0
9 keer
7,9 – 26,2
3,0
33 keer
5,1 – 14,6
3,0
15 keer
5,0 – 10,2
3,0
20 keer
5,9 – 20,3
3,0
31 keer
Hoewel de deelnamecijfers voor kansspelautomaten in Holland Casino aanzienlijk zijn gestegen is de gemiddelde speelfrequentie niet toegenomen. Gemiddeld speelt men ongeveer 3 keer per jaar op kansspelautomaten in Holland Casino. De helft van de spelers op kansspelautomaten in Holland Casino doet dat 1 á 2 keer per jaar. Tien procent van de spelers speelt vaker dan 7 keer per jaar.
3.2
Groepen kansspelautomatenspelers bij de nulmeting
Bij de interpretatie van de uitkomsten moet rekening worden gehouden met het feit dat er een belangrijke overlap is tussen de onderscheiden groepen spelers op kansspelautomaten. Respondenten kunnen zowel op kansspelautomaten in Holland Casino als in de amusementscentra als in de hoogdrempelige horeca spelen. In onderstaande figuur is voor de nulmeting uit 2006 de overlap weergegeven voor wat betreft de locaties waar op kansspelautomaten is gespeeld. Naast drie groepen respondenten die uitsluitend op één locatie spelen, en een restgroep die alleen elders op kansspelautomaten heeft gespeeld, kunnen twee groepen worden onderscheiden die op twee locaties spelen, en een groep die het afgelopen jaar op alle drie locaties speelde. Er is één groep die niet voorkomt in de regio’s Venlo en Leeuwarden. Dat is de groep die zowel in de amusementscentra als in Holland Casino op kansspelautomaten speelt maar niet in de horeca. Figuur 7 Type speler naar locaties
Uit figuur 7 blijkt dat de groep die uitsluitend op kansspelautomaten in de horeca speelt het grootst is; meer dan de helft van de respondenten uit Venlo en Leeuwarden die op kansspelautomaten speelt doet dat uitsluitend in de horeca respectievelijk 52% en 59% (landelijk lag dit aandeel overigens een stuk lager, namelijk op 40%). Dan volgt een groep spelers die uitsluitend op kansspelautomaten in een Holland Casino speelt (Venlo 18%, Leeuwarden 6%, landelijk 15%). Een groep die in de horeca en in amusementscentra speelt (Leeuwarden 13%; Venlo 7%; landelijk 8%).
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
20
De combinatie tussen het spelen in een amusementscentrum en de horeca komt vaker voor dan de combinatie Holland Casino en horeca. De groep die op alledrie locaties speelt maakt ongeveer 5% van de spelers op kansspelautomaten uit. Opvallend is verder dat de combinatie tussen het spelen in Holland Casino en amusementscentra alleen in combinatie met het spelen in de horeca voor komt.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
21
3.3
Substitutie of additie
Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag of spelers uit de amusementscentra of de hoogdrempelige horeca (café, restaurant, discotheek) in de nieuwe vestiging van Holland Casino zijn gaan spelen is de verhouding tussen de verschillende groepen kansspelautomatenspelers in 2008 vergeleken met die in 2006. In de regio Venlo zien we een aantal opvallende verschuivingen in de verhoudingen tussen de groepen kansspelautomatenspelers. In 2008 blijken de groepen die uitsluitend op kansspelautomaten in de horeca of in de amusementscentra (AC) speelden te zijn afgenomen. De groep die uitsluitend in Holland Casino speelt is fors toegenomen. Evenals bij de andere groepen kansspelautomatenspelers die op andere locaties maar (ook) in Holland Casino spelen.
In de regio Leeuwarden zien we een deels vergelijkbaar beeld als in de regio Venlo.
We kunnen concluderen dat in beide regio’s de recente deelname aan kansspelautomaten in Holland Casino is toegenomen. Voor een deel bestaat deze groep nieuwe spelers uit mensen die voorheen uitsluitend in de horeca en, in mindere mate, in de amusementscentra speelden. Hun aandeel is in 2008 aanzienlijk afgenomen. Het duidt erop dat deze mensen het spelen in de horeca hebben ingewisseld voor het spelen in Holland Casino. Behalve substitutie zien we ook dat respondenten hun speelgedrag op kansspelautomaten hebben uitgebreid met het spelen op kansspelautomaten in Holland Casino. Om een schatting te kunnen geven van de mate waarin sprake is van substitutie dan wel additie is de procentuele afname van de groep die uitsluitende in de horeca en/of amusementscentra speelden als uitgangspunt genomen. We zien dan in Venlo dat het aandeel dat deze groepen uitmaakten met 39% is gedaald. In Leeuwarden met 31%. Vervolgens is gebleken dat de groep die uitsluitend in HC op kansspelautomaten is speelt is toegenomen met 24% in Venlo en met 14% in Leeuwarden. Hier zouden we derhalve kunnen spreken van substitutie. Substitutie blijkt in de regio Venlo aanzienlijk vaker voor te komen dan in Leeuwarden. Op deze wijze berekend zou in Venlo 70% van de veranderingen uit substitutie bestaan en 30% uit additie. In de regio Leeuwarden liggen
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
22
deze verhoudingen vrijwel omgedraaid. Daar is juist veel vaker sprake van additie (85%) dan van substitutie (15%). In de regio Leeuwarden blijken vooral veel kansspelautomatenspelers uit de horeca hun speelgedrag te hebben uitgebreid met het spelen op kansspelautomaten in Holland Casino.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
23
Hoofdstuk 4
Speellocaties casinospelen
In het onderstaande wordt eerst aan de hand van de nulmeting ingegaan op de locaties waar aan casinospelen kan worden deelgenomen en in hoeverre de bevolking in de regio’s Venlo en Leeuwarden hier aan meededen. Vervolgens wordt ingegaan op veranderingen die na opening van de nieuwe vestigingen zijn opgetreden.
4.1
De beginsituatie
Casinospelen worden op meerdere locaties aangeboden. Er is daarbij een onderscheid gemaakt tussen casinospelen die in Holland Casino worden aangeboden, in het buitenland, in het illegale circuit of elders. Tabel 5 Nulmeting 2006: deelname aan casinospelen (LJP) naar locatie Locatie casinospelen
Deelname (LJP)
Gemiddeld aantal keer (laatste jaar)
Marges
Mediaan
10% vaker dan
Venlo
Holland Casino
3,1%
3,1
2,1 – 4,1
2,0
6 keer
Leeuwarden
Holland Casino
3,0%
4,9
-1,2 – 10,9
1,5
6 keer
Landelijk
Holland Casino
3,9
2,27 – 5,53
2,00
6 keer
Venlo
Buitenland
4,5% Pearson Chi2= 7.0; df=2; p = .030; *. 0,3%
Leeuwarden
Buitenland
0,8%
Landelijk
Buitenland
ANOVA: F = 0.1; df=2; p =.862; n.s. 1,0
-
-
-
3,8
-1,4 – 9,1
1,0
29 keer
1,6
1,09 – 2,16
1,00
2 keer
Venlo
Illegaal
0,6% Pearson Chi2= 2.5; df=2; p = .289; n.s. 0,5%
1,8
1,4 – 2,3
2,0
-
Leeuwarden
Illegaal
0,0%
-
-
-
-
10
20 ANOVA: F = 1629.8; df=1; p = <.0005; **. 1,0
-
-
-
ANOVA: F = 1.5; df=2; p =.234; n.s.
Landelijk
Illegaal
Venlo
Elders
<0,05% Pearson Chi2= 24.4; df=2; p = <.0005; **. 0,1%
-
-
-
Leeuwarden
Elders
0,1%
5,7
-
-
-
0,1% Pearson Chi2= 0.1; df=2; p = .970; n.s.
11
-110 – 255
1,93
-
Landelijk
Elders
72,3 ANOVA: F = 0.2; df=2; p =.848; n.s.
Van de Nederlandse bevolking had in 2004 5% het afgelopen jaar in Holland Casino aan casinospelen (roulette, blackjack, et cetera) deelgenomen. In de regio’s Venlo en Leeuwarden lag dat anno 2006 significant lager op 3%. De regio’s Venlo en Leeuwarden komen qua deelname aan casinospelen in Holland Casino meer overeen met de provincies uit het landelijk onderzoek waar geen vestiging van Holland Casino is. In het landelijk onderzoek lag de recente deelname aan casinospelen in de provincies waar geen Holland Casino is gevestigd op 1,8%. In de provincies waar al langer een vestiging van Holland Casino is, liggen de deelnamecijfers voor casinospelen op 4,4%. In de provincies Utrecht en Overijssel waar destijds nieuwe vestigingen van Holland Casino waren geopend liggen deze percentages op 6,2%. Voor de deelname aan kansspelautomaten bij Holland Casino zagen we in het bevolkingsonderzoek uit 2004 iets vergelijkbaars: de deelname aan kansspelautomaten in Holland Casino in de provincies zonder vestiging lag op 0,8%, in de provincies waar al langer een vestiging is op 3,4%; en in de provincies waar onlangs een vestiging van Holland Casino is geopend op 4,1%. Qua deelname aan kansspelautomaten in Holland Casino komen de deelnamecijfers van Venlo meer overeen met de landelijke cijfers van provincies waar al langer een vestiging bestaat, terwijl de deelnamecijfers in Leeuwarden meer overeenkomst vertonen met de provincies waar geen vestiging van Holland Casino is. De casinospelers uit Venlo gingen in 2006 gemiddeld drie keer per jaar naar een vestiging van Holland Casino, voor de casinospelers in Leeuwarden lag dat gemiddeld op 5 keer per jaar. Landelijk gezien lag de speelfrequentie in 2004 op 4 keer per jaar. De verschillen in bezoekfrequentie zijn echter niet significant12. 10 11
Het betreft hier 1 persoon die daar het afgelopen jaar 20 keer was geweest Het betreft hier 4 personen die respectievelijk 1, 1, 2 en 200 keer elders aan casinospelen hebben deelgenomen.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
24
Een veel kleiner deel van de bevolking had in 2006 recent op andere locaties aan casinospelen deelgenomen. In Venlo had 0,3% in het buitenland, 0,5% illegaal, 0,1% elders aan casinospelen deelgenomen. Voor Leeuwarden lagen deze percentages respectievelijk op 0,8%, 0,0% en 0,1%. We zien ondanks de kleine aantallen wel een verschil tussen Venlo en Leeuwarden (en de landelijke cijfers): in Venlo zien we een klein maar substantieel aantal respondenten (o,5%) dat aangeeft in een illegale gelegenheid aan casinospelen te hebben deelgenomen. Samenvattend kunnen we stellen dat vergeleken met de landelijke cijfers uit 2004 een kleiner deel van de bevolking in de regio’s Venlo en Leeuwarden recent had deelgenomen aan casinospelen in een vestiging van Holland Casino. Voor wat betreft de speelfrequenties van de casinospelers van Holland Casino zien we geen verschillen tussen de drie steekproeven, noch verschillen tussen Venlo (2006) en Leeuwarden (2006) onderling, noch vergeleken met de landelijke cijfers uit 2004.
4.2
Veranderingen in deelname aan casinospelen in de regio
De vraag die zich aandient is of de nieuwe vestigingen in Venlo en Leeuwarden tot een hogere deelname aan casinospelen heeft geleid en/of tot een hogere speelfrequentie. Daartoe zijn de laatstejaarprevalenties van casinospelen uit de nulmeting in 2006 vergeleken met de 1-meting uit 2008. Per jaar is tevens de gemiddelde frequentie van deelname aan casinospelen berekend en vergeleken. Uit onderstaande tabel blijkt dat in de regio Leeuwarden de deelname aan casinospelen significant is toegenomen: van 3% in 2006 naar 8% in 2008. In de regio Venlo zien we weliswaar een lichte stijging van de deelname van 3% naar 5% maar is dit verschil in statistisch opzicht niet significant. Noch in Leeuwarden, noch in Venlo is de frequentie waarmee respondenten aan casinospelen meedoen significant veranderd. Bij de deelname aan casinospelen in het buitenland, in een illegaal circuit of elders zien we geen verschillen tussen de metingen uit 2006 en 2008. De toename van deelname aan casinospelen komt derhalve vooral op het conto van deelname aan casinospelen in Holland Casino. De toename van de deelname aan casinospelen is derhalve geen substituut voor casinospelen op andere locaties maar is vooral additioneel. Figuur 8 Nulmeting 2006 & 1-meting 2008: deelname aan casinospelen (LJP) naar locatie vergeleken
Venlo 2006
3,1%
Gemiddeld aantal keer (laatste jaar) 3,1
Venlo 2008
4,5% Pearson Chi2= 2,8 ; df=1; p = 0,095 n.s. 3,0%
3,5 t-test; t= -0,428 df=73; p=0,670 n.s. 4,9
-1,2 – 10,9
1,5
6 keer
8,7 t-test; t= -0,836 df=108 ;p=0,405 n.s. 1,0
3,6 – 13,7
2,0
20 keer
Venlo 2006
7,6% Pearson Chi2= 23,8; df=1; p< 0,0005 ** 0,3%
-
-
-
Venlo 2008
0,2%
4,6
-
-
-
Locatie casinospelen Holland Casino
Holland Casino
Deelname (LJP)
Leeuwarden 2006 Leeuwarden 2008
Buitenland
2,1 – 4,1
2,0
10% vaker dan 6 keer
2,3 – 4,6
2,3
7 keer
Marges
Mediaan
# Buitenland
Leeuwarden 2006
0,8%
3,8
-1,4 – 9,1
1,0
29 keer
Leeuwarden 2008
0,7%
1,6 – 2,8
2,0
-
Venlo 2006
0,5%
2,2 t-test; t=0,632; df=14; p=0,537; n.s. 1,8
1,4 – 2,3
2,0
-
Venlo 2008
0,1%
34,013
-
-
-
Leeuwarden 2006
0,0%
-
-
-
-
Leeuwarden 2008
3,0
-
-
-
Venlo 2006
0,2% Pearson Chi2= 2,2 ; df=1; p = 0,139; n.s. 0,1%
1,0
-
-
-
Venlo 2008
0,6%
1,7
-
-
-
2
Pearson Chi = 0,1 ; df=1; p = 0,745; n.s. Illegaal
# Illegaal
Elders
# 12 13
One-Way ANOVA; F=.148; df=2; p=.862 Het betreft hier 1 persoon die 34 keer had gespeeld.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
25
Leeuwarden 2006
0,1%
Gemiddeld aantal keer (laatste jaar) 5,7
Leeuwarden 2008
0,3%
1,0
Locatie casinospelen Elders
Deelname (LJP)
Marges
Mediaan
10% vaker dan
-
-
-
-
-
-
# # mag niet worden berekend omdat 25% of meer van de verwachte frequenties in de cellen kleiner is dan 5
4.3
Kansspelautomaten en casinospelen in Holland Casino
Indien de gegevens omtrent het spelen op kansspelautomaten in Holland Casino en de deelname aan casinospelen in Holland Casino worden gecombineerd zien we dat bij e nulmeting in 2006 4,5% van de bevolking in de regio Venlo recent in een vestiging van Holland Casino had gespeeld. In Leeuwarden lag dit in 2006 op 3,5% en landelijk (in 2004) op 5,5%14. In de regio Leeuwarden werd in 2006 derhalve minder in Holland Casino gespeeld dan in de regio Venlo. In de regio Leeuwarden werd in 2006 vooral minder op kansspelautomaten in Holland Casino gespeeld en werd niet zozeer minder aan casinospelen deelgenomen dan in de regio Venlo. Anno 2008 zien we dat het spelen in Holland Casino, zowel in de regio Venlo als in de regio Leeuwarden is toegenomen. In Venlo stegen de recente deelnamecijfers van 4,5% naar 9,3%, in Leeuwarden van 3,5% naar 11,5%. De toename komt in Venlo vooral op het conto van een toename van het spelen op kansspelautomaten. In Leeuwarden zien we ook een toename van deelname aan casinospelen. Tabel 6 Recente deelname aan kansspelen in Holland Casino
Venlo 2006
niet recent gespeeld in HC 95,5%
recent kansspelautomaten 1,4%
recent casinospelen 2,0%
recent beide 1,1%
Venlo 2008
90,7%
4,8%
1,9%
2,6%
100%
Leeuwarden 2006
96,5%
0,5%
2,2%
0,8%
100%
Leeuwarden 2008
88,5%
3,9%
5,1%
2,5%
100%
4.4
Totaal 100%
De helft van de bezoekers van Holland Casino speelt niet (LJP)
In het voorgaande is steeds ingegaan op de respondenten die daadwerkelijk in een vestiging van Holland Casino hebben gespeeld; er zijn echter ook respondenten die Holland Casino bezoeken maar niet aan kansspelen deelnemen. Op grond van de beschikbare gegevens is het mogelijk een schatting te maken van het aandeel nietspelende bezoekers van Holland Casino. Bij de metingen in Venlo en Leeuwarden is behalve de vraag of respondenten het afgelopen jaar in Holland Casino hebben gespeeld een extra vraag ingelast namelijk of respondenten het afgelopen jaar een vestiging van Holland Casino hebben bezocht. Zo is gebleken dat 9% van de respondenten in Venlo en 7% van de respondenten in Leeuwarden in 2006 recent een vestiging van Holland Casino bezochten. De verschillen tussen de regio’s zijn (net) niet significant. De lifetimeprevalentie van het bezoeken van een Holland Casino verschilt wel tussen de regio’s: in Venlo had in 2006 40% van de bevolking ooit in een vestiging van Holland Casino bezocht, in Leeuwarden lag dat in 2006 op 33%. Zoals verwacht zijn in 2008 de bezoekcijfers van Holland Casino toegenomen. In 2006 had 40% van de bevolking in de regio Venlo ooit een Holland Casino bezocht, in 2008 is dit gestegen naar 45%. In dezelfde periode stegen deze cijfers in de regio Leeuwarden van 33% naar 41%. De recente bezoekcijfers van Holland Casino laten een sterkere stijging zien dan de lifetime cijfers. In de regio Venlo stegen de recente bezoekcijfers van 9% in 2006 naar 18% in 2008, een verdubbeling. In de regio Leeuwarden zien we die stijging nog sterker terug: in 2006 had 7% in het afgelopen jaar een vestiging van Holland Casino bezocht, in 2008 bedroeg dit 20%. Tabel 7 Bezoeken van Holland Casino (LTP/LJP) en al dan niet aan kansspelen deelnemen Venlo 2006 Venlo 2008 Leeuwarden 2006 Leeuwarden 2008
14
Bezoek HC (LTP) Bezoek HC (LJP) Spelen in HC (LJP) Niet-spelers HC (LJP) 40,2% 9,0% 4,5% 4,6% 44,5% 17,9% 9,3% 8,9% 33,1% 7,1% 3,5% 3,6% 41,1% 20,1% 11,5% 8,8%
de verschillen zijn significant. Pearson Chi-kwadraat = 10.4; df=2; p=.005
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
26
Op grond van de beschikbare gegevens kan worden afgeleid dat niet alle bezoekers van Holland Casino ook daadwerkelijk spelen. Zo bleek eerder dat in 2006 4,5% van de bezoekers in Venlo en 3,5% van de bezoekers in Leeuwarden recent in een vestiging van Holland Casino op kansspelautomaten had gespeeld en/of aan casinospelen had deelgenomen. Als 9% in Venlo en 7% in Leeuwarden het afgelopen jaar een vestiging van Holland Casino had bezocht betekent dat, dat de helft van de bezoekers die recent een Holland Casino bezocht toen niet speelde. Anno 2008 zien we dat ook het aandeel niet-spelende bezoekers is gestegen en vooral in de regio Venlo gelijke tred houdt met de stijging van het aandeel wel spelende bezoekers. In de regio Venlo steeg het aandeel nietspelende bezoekers van 5% naar 9%. In de regio Leeuwarden van 4% naar 9%. Hier zien we wel dat het aandeel spelende bezoekers sterker is gestegen dan het aandeel niet-spelende bezoekers.
4.5
Casino in de buurt
In het kader van de onderzoeksvragen is tot slot bezien welke vestigingen de respondenten bezochten en of zich hier als gevolg van de komst van de nieuwe vestiging veranderingen in hebben voorgedaan. In onderstaand overzicht blijkt dat in 2006 de meeste respondenten in de vestigingen speelden in de meeste directe nabijheid. In Venlo had 47% van de bezoekers Holland Casino Eindhoven bezocht, 37% Nijmegen en 34% Valkenburg. Een beperkt aantal respondenten had de vestiging in Scheveningen bezocht. In Holland Casino Breda of Groningen was geen van de respondenten uit de regio Venlo het afgelopen jaar geweest. In 2008 zien we dat verreweg de meeste casinobezoekers de nieuwe vestiging in Venlo bezoeken. Het bezoek van andere vestigingen in de buurt is significante verminderd. Tabel 8 In welke vestigingen van Holland Casino speelt de bevolking van Venlo (inclusief frequentie). Venlo 2006 (n=67) Venlo 2008 (n=114) Deel van de bezoekers Gemiddelde Deel van de bezoekers Gemiddelde Vestiging van van HC die een bezoekfrequentie van HC die een bezoekfrequentie Holland Casino vestiging bezochten per jaar vestiging bezochten per jaar Eindhoven 47% 2,7 11% 1,6 Nijmegen 37% 2,1 7% 2,1 Valkenburg 33% 2,0 8% 1,1 Scheveningen 16% 1,2 4% 1,4 Schiphol 4% 1,0 0% Zandvoort 3% 1,0 1% 1,0 Utrecht 3% 1,0 3% 1,2 Enschede 3% 1,5 0% Amsterdam 3% 1,0 1% 1,0 Rotterdam 3% 1,0 1% 2,0 Breda 0% 1% 1,0 Groningen 0% 1% 1,0 Venlo 87% 3,3 Leeuwarden 0% In de regio Leeuwarden zagen we in 2006 dat de meeste bezoekers juist de vestiging van Holland Casino in Groningen bezochten. Amsterdam en Scheveningen komen op de tweede en derde plaats. Een beperkter aantal respondenten bezocht vestigingen in Rotterdam, Breda of Valkenburg. Slechts een enkeling bezocht vestigingen in Utrecht, Eindhoven, Nijmegen, Zandvoort of Enschede. In 2008 is dat sterk veranderd. De meeste Holland Casino bezoekers uit de regio bezoeken de vestiging in Leeuwarden; 93% van de casinobezoekers heeft dat in het afgelopen jaar gedaan. De andere vestigingen van Holland Casino worden nog maar door een klein deel van de van de respondenten bezocht.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
27
Tabel 9 In welke vestigingen van Holland Casino speelt de bevolking van Leeuwarden (inclusief frequentie). Leeuwarden 2006 (n=54) Leeuwarden 2008 (n=153) Deel van de bezoekers Gemiddelde Deel van de bezoekers Gemiddelde van HC die een bezoekfrequentie van HC die een bezoekfrequentie Vestiging van vestiging bezochten per jaar vestiging bezochten per jaar Holland Casino Groningen 66% 4,4 7% 2,2 Amsterdam 28% 1,9 5% 1,2 Scheveningen 26% 2,7 1% 1,0 Breda 15% 1,0 1% 1,0 Rotterdam 13% 1,0 0% Valkenburg 11% 1,2 1% 1,0 Zandvoort 2% 1,0 0% Utrecht 2% 1,0 3% 1,0 Schiphol 2% 1,0 3% 1,0 Nijmegen 2% 1,0 3% 1,4 Enschede 2% 1,0 4% 1,0 Eindhoven 2% 1,0 0% Venlo 2% 2,7 Leeuwarden 93% 4,0 Uit bovenstaande tabellen valt goed op te maken dat de meeste respondenten de vestiging van Holland Casino bezoeken die het dichts in de buurt is. In 2008 zijn dat overduidelijk de nieuwe vestiging in Venlo en Leeuwarden. Dat valt overigens niet alleen op te maken uit het deel van de bezoekers dat een bepaalde vestiging bezocht, maar ook uit de frequentie waarmee een vestiging wordt bezocht. Vestigingen die in de buurt zijn worden gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar bezocht. Vestigingen die verder weg zijn worden vaak maar éénmalig bezocht. Kortom, bezoekers van Holland Casino gaan over het algemeen naar een vestiging die in de buurt is en doen dit ook vaker (gemiddeld 2-4 keer per jaar) naarmate deze dichter in de buurt is. Vestigingen die niet in de buurt zijn worden vaak maar éénmalig bezocht. De gegevens uit het landelijk bevolkingsonderzoek ondersteunen de uitkomsten uit de nulmetingen en 1metingen in Venlo en Leeuwarden omtrent de frequentie waarmee aan casinospelen en kansspelautomaten in Holland Casino wordt deelgenomen. In de provincies waar geen vestiging van Holland Casino is wordt minder frequent in Holland Casino gespeeld dan in de provincies waar wel een vestiging is. Provincies Al langer een HC Recent nieuwe vestiging HC Geen vestiging van HC Totaal
Gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde
Gemiddelde speelfrequentie Gemiddelde speelfrequentie kansspelautomaten HC casinospelen HC 3,7 4,6 2,9 2,3 2,7 2,5 3,5 4,0 One-Way ANOVA One-Way ANOVA F=8.3; df=2; p < .0005 ** F=9.0; df=2; p < .0005 **
De verschillen in speelfrequenties tussen de provincies zijn significant. In provincies zonder vestiging ligt de gemiddelde speelfrequentie voor kansspelautomaten in Holland Casino op 2,7 keer; en voor casinospelen op 2,5 keer. In de provincies waar al langer een vestiging van Holland Casino is liggen de gemiddelde speelfrequenties het hoogst (kansspelautomaten in HC: 3,7 keer, casinospelen 4,6 keer). Opvallend genoeg liggen de speelfrequenties van de respondenten uit de provincies Overijssel en Utrecht lager dan het landelijk gemiddelde; voor kansspelautomaten in Holland Casino gemiddeld op 2,9 keer voor casinospelen gemiddeld op 2,3 keer.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
28
Hoofdstuk 5
Bezoeken nieuwe vestiging Holland Casino
Bij de nulmeting is respondenten gevraagd of ze van plan zijn om de nieuwe vestiging van Holland Casino te gaan bezoeken en vervolgens of ze van plan zijn om ook vaker te gaan nu er een vestiging in de buurt komt. Bij de 1-meting is gevraagd of respondenten op de hoogte zijn van de komst van de nieuwe vestiging van Holland Casino en of zij sinds de komst van de nieuwe vestigingen van Holland Casino vaker zijn gaan spelen.
5.1
Bezoekintentie tijdens nulmeting
Uit onderstaande tabel kan worden afgeleid dat 38% van de respondenten uit de regio Venlo en 40% uit de regio Leeuwarden in 2006 de intentie heeft uitgesproken om de nieuwe vestiging van Holland Casino te gaan bezoeken. Uit de analyses in 2006 bleek dat de nieuwe vestiging van Holland Casino in Venlo vooral bestaande bezoekers van Holland Casino aan zou trekken maar ook een nieuw publiek zou aantrekken. Respondenten die al eerder een vestiging van Holland Casino hebben bezocht waren vaker van plan de nieuwe vestiging in Venlo te bezoeken dan de respondenten die nooit een Holland Casino hebben bezocht. Meer dan de helft van de eerdere bezoekers van Holland Casino dacht in de nieuwe vestiging te gaan spelen. Van de respondenten die niet eerder een Holland Casino bezochten dacht ongeveer een kwart dat ze nieuwe vestiging zouden gaan bezoeken. Uit de analyses bleek verder dat een meerderheid van de spelers die in de amusementscentra en de horeca speelden de intentie had om de nieuwe vestiging van Holland Casino te bezoeken. De sterkst neiging om de nieuwe vestiging van Holland Casino te bezoeken zagen we echter terug bij het bestaande Holland Casino publiek. Ruim 10% van de bevolking in de regio Venlo dacht Holland Casino vaker te gaan bezoeken nu er een vestiging in de buurt komt. In de regio Leeuwarden lag dit aanzienlijk hoger op 16%. Ook hier zagen we dat vooral de bestaande bezoekers van Holland Casino aangeven vaker naar het casino te zullen gaan als de nieuwe vestiging geopend zou worden. In de regio Leeuwarden zagen we dat 30% van de eerdere bezoekers van Holland Casino het casino vaker zou gaan bezoeken als de nieuwe vestiging geopend wordt. Voor de regio Venlo ligt dit lager op 17%. Van de respondenten die nooit een Holland Casino bezochten dacht 6% (Venlo) tot 9% (Leeuwarden) de nieuwe vestiging (vaker) te gaan bezoeken.
5.2
Vergelijking 2006 – 2008: vaker spelen in Holland Casino
Bij de 1-meting in 2008 is respondenten rechtstreeks gevraagd of zij sinds de komst van de nieuwe vestiging vaker in Holland Casino zijn gaan spelen. Het blijkt dat gemiddeld 30% van de spelers dit beaamt. Bij 63% is de speelfrequentie onveranderd gebleven en bij 7% is dit minder geworden. In Leeuwarden geven meer spelers aan dat ze vaker zijn gaan spelen sinds de komst van de nieuwe vestiging dan in Venlo. In Leeuwarden zegt 35% (veel) vaker te zijn gaan spelen, in Venlo ligt dit op 23%. Steekproef * Vr. 69: Bent u sinds de opening van de vestiging van Holland Casino in Leeuwarden\Venlo vaker in Holland Casino gaan spelen? Is dat .... Crosstabulation
Steekproef
Venlo 2008 Leeuwarden 2008
Total
Count % within Steekproef Count % within Steekproef Count % within Steekproef
Vr. 69: Bent u sinds de opening van de vestiging van Holland Casino in Leeuwarden\Venlo vaker in Holland Casino gaan spelen? Is dat .... Onveranderd \ Veel vaker Vaker Minder Veel minder even vaak 4 33 111 1 9 2.5% 20.9% 70.3% .6% 5.7% 8 63 118 2 15 3.9% 30.6% 57.3% 1.0% 7.3% 12 96 229 3 24 3.3% 26.4% 62.9% .8% 6.6%
Total 158 100.0% 206 100.0% 364 100.0%
De vraag waar we hier op in willen gaan is of er bepaalde groepen te onderscheiden zijn voor wie de opening van de nieuwe vestiging van Holland Casino er toe heeft geleid dat men vaker is gaan spelen. Uit de analyses komen een aantal potentiële risicogroepen naar voren. Vooral de respondenten die jonger zijn dan 35 jaar geven aan dat ze sinds de opening van de nieuwe vestiging vaker zijn gaan spelen. Dit geldt in het bijzonder voor de respondenten uit de regio Leeuwarden; 44% van de groep jonger dan 35 jaar is vaker gaan spelen sinds de komst van de nieuwe vestiging; in de regio Venlo geldt dit voor 27% van de groep respondenten jonger dan 35 jaar.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
29
De belangrijkste voorspeller voor het vaker gaan spelen sinds de komst van de nieuwe vestiging is echter het aantal short-odds kansspelen waaraan de respondenten mee doen. Naarmate respondenten recent aan meer shortodds kansspelen deelnemen zijn zij vaker gaan spelen dan voorheen. Ook deze gegevens duiden vooral op een additionele toename van de deelname aan kansspelen. Anders gezegd: er is wel sprake van een nieuw publiek dat nooit eerder een vestiging van Holland Casino had bezocht maar de grootste toename van de deelname aan kansspelen zien we terug bij de bestaande spelers. In het bijzonder de recente spelers die al aan meerdere shortoddskansspelen deelnemen. Als gevolg van de opening van de nieuwe vestiging zegt een beperkt aantal spelers (6%) dat ze vaker aan andere kansspelen of op andere locaties aan kansspelen zijn gaan deelnemen. Voor het merendeel van de van de spelers is dit niet het geval: bij 88% is het speelgedrag onveranderd, en bij 6% is het verminderd. We zien hierbij wel een aantal regionale verschillen. In Venlo zegt een ruime meerderheid (94%) van de spelers dat hun speelgedrag sinds de opening van de nieuwe vestiging onveranderd in Leeuwarden ligt dit op 83%. In de regio Leeuwarden zien we vooral een verschil met het aandeel respondenten dat zegt (veel) minder aan andere kansspelen of op andere locaties te zijn gaan deelnemen. In Leeuwarden zegt 11% van de recente spelers dit, in Venlo 2%. Steekproef * Vr. 70: Sinds de opening van de vestiging van H.C. in L\V vaker aan andere kansspelen gaan deelnemen of op andere locaties gaan spelen? Crosstabulation
Steekproef
Venlo 2008 Leeuwarden 2008
Total
Count % within Steekproef Count % within Steekproef Count % within Steekproef
Vr. 70: Sinds de opening van de vestiging van H.C. in L\V vaker aan andere kansspelen gaan deelnemen of op andere locaties gaan spelen? Onveranderd \ Veel vaker Vaker Minder Veel minder even vaak 2 5 145 1 2 1.3% 3.2% 93.5% .6% 1.3% 0 13 164 2 19 .0% 6.6% 82.8% 1.0% 9.6% 2 18 309 3 21 .6% 5.1% 87.5% .8% 5.9%
Total 155 100.0% 198 100.0% 353 100.0%
Uit de analyses blijkt verder dat vooral bestaande short-oddsspelers sinds de opening van de nieuwe vestiging vaker aan andere kansspelen zijn gaan deelnemen of op andere locaties zijn gaan spelen.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
30
Hoofdstuk 6
Kansspelverslaving: de omvang van het probleem
In de voorgaande hoofdstukken is vooral ingegaan op de deelname aan kansspelen. In dit hoofdstuk zal de omvang van risicovol en problematisch speelgedrag in de regio’s worden geschetst en worden bezien of dit sinds de komst van de nieuwe vestigingen van Holland Casino is veranderd.
6.1
Aantal probleemspelers
Zoals in de inleiding beschreven, is in dit onderzoek de omvang van de kansspelverslaving geschat met behulp van de SOGS-methode. Daarbij is respondenten gevraagd of de items ooit op hen van toepassing zijn geweest, en zo ja, of ze dat in het afgelopen jaar ook waren. In het eerste geval spreekt men van lifetimeprevalentie (LTP); in het tweede geval over last year- of laatstejaarprevalentie (LJP), waarmee recente probleemspelers in beeld zijn. Als uitgangspunt voor de schatting van het aantal probleemspelers is de laatstejaarprevalentie gehanteerd (zie ook bijlage 1). Omdat de steekproef niet volledig representatief is (op de variabelen leeftijd, sekse, opleiding, gezinsgrootte en etniciteit), worden in dit onderzoek steeds de gewogen gegevens gepresenteerd (zie ook bijlage 3). Bij de nulmeting kwam uit de SOGS-analyse naar voren dat 0,5% van de respondenten uit de regio Venlo een score heeft van vijf of meer en als probleemspeler is getypeerd15. In de regio Leeuwarden is bij de nulmeting geen enkele recente probleemspeler uit de SOGS-analyse naar voren gekomen. Anno 2008 is bij de 1-meting in de regio Venlo 0,1% als probleemspeler getypeerd, in de regio Leeuwarden ligt dit percentage op 0,4%. Nog de daling in de regio Venlo (van 0,5% naar 0,1%), noch de stijging in de regio Leeuwarden van (0,0% naar 0,4%) is in statistisch opzicht significant. De lifetimeprevalenties van problematisch speelgedrag bij de nulmetingen in Venlo en Leeuwarden waren conform het landelijk gemiddelde waarbij 1% van de bevolking aangeeft ooit problemen met kansspelen te hebben gehad. In Venlo is de lifetimeprevalentie van problematisch speelgedrag afgenomen van 1,1% in 2006 naar 0,4% in 2008. In de regio Leeuwarden is de lifetimeprevalentie van problematisch speelgedrag gelijk gebleven.
Venlo 2006 Venlo 2008 Leeuwarden 2006 Leeuwarden 2008
SOGS5+ (LJP)
SOGS5+ (LTP)
0,5% (±0,4%) 0,1% (±0,2%) 0% 0,4% (±0,4%)
1,1% (±0,6%) 0,4% (±0,4%) 1,0% (±0,6%) 0,9% (±0,6%)
Exprobleemspelers 0,7% (±0,5%) 0,3% (±0,3%) 1,0% (±0,6%) 0,5% (±0,4%)
Uit de verschillen tussen de laatstejaarprevalentie en de lifetime prevalentie kan worden afgeleid dat er een relatief grote groep ex-probleemspelers is. Respondenten die verklaren in het verleden problemen met kansspelen te hebben gehad maar deze recent niet meer ervaren. Zij hebben de problemen met kansspelen blijkbaar deels het hoofd weten te bieden en hun verslaving of hun risicovolle speelgedrag onder controle weten te krijgen. In Venlo lag het percentage ex-probleemspelers bij de nulmeting op 0,7% en bij de 1-meting op 0,3%, in Leeuwarden lag het percentage ex-probleemspelers bij de nulmeting 1,0% terwijl dit bij de 1-meting op 0,5% ligt. Bij de 1-meting in Venlo en Leeuwarden zien we dus dat de percentages ex-probleemspelers licht zijn afgenomen, de verschillen zijn in statistisch opzicht echter niet significant.
6.2
Aantal risicospelers
Van probleemspelen is sprake bij een SOGS-score van vijf of meer; een SOGS-score van 3 of 4 wijst op risicovol speelgedrag. Naast de probleemspelers kan een deel van de respondenten als risicospeler worden beschouwd; in 2006 betreft het in de regio Venlo 0,3% en in de regio Leeuwarden 0,1% van de respondenten. (het landelijk gemiddelde lag in 2004 op 0,6%). De verschillen tussen de regio’s zijn in statistisch opzicht niet significant.
15 We gebruiken hier de term probleemspelen (en niet kansspelverslaving) omdat een SOGS5+ ook kan ontstaan door problemen op andere gebieden dan verslaving.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
31
SOGS3-4 (LJP) SOGS3+ (LJP) Venlo 2006 0,3% (±0,3%) 0,7% (±0,5%) Venlo 2008 0,2% (±0,2%) 0,3% (±0,4%) Leeuwarden 2006 0,1% (±0,2%) 0,2% (±0,2%) Leeuwarden 2008 0,7% (±0,5% 1,0% (±0,6%) In de regio Leeuwarden zien we bij de 1-meting een significante toename van het aandeel risicospelers. Bij de nulmeting bedroeg het aandeel risicospelers o,1%, anno 2008 is dit gestegen naar 0,7%. De stijging van het aandeel risicospelers zien we niet terug in de regio Venlo. Ook als de risicospelers en probleemspelers worden samengevoegd (SOGS3+) zien we in de regio Leeuwarden een toename van hun aandeel in de bevolking; van 0,2% naar 1,0%.
6.3
Alternatieve schatting
Om een alternatieve schatting te kunnen maken van het aantal kansspelverslaafden is in de onderzoeken naast SOGS een tweede methode toegepast; de zogenoemde nominatietechniek. De nominatietechniek is (onder meer) in 1993 door Kingma toegepast in een grootschalig landelijk bevolkingsonderzoek naar kansspelverslaving. Respondenten is gevraagd of ze personen in hun huishouden kennen (nominees) die kansspelverslaafd zijn, en of deze verslaving aanleiding heeft gegeven tot sociale en of financiële problemen. In onderhavig onderzoek zijn evenals in 2004 bepaalde risicogroepen verder gespecificeerd door de respondenten een aantal kenmerken van de nominees te laten noemen, zoals hun sekse en leeftijd. In de telefonische enquête is niet alleen de vraag opgenomen óf er nominees in het huishouden zijn, maar ook hoeveel. Op basis van deze gegevens kan eveneens een schatting worden gemaakt van het aantal kansspelverslaafden. Zowel bij de nulmetingen in de regio Venlo en Leeuwarden als in het landelijke onderzoek gaf ongeveer 4% van de respondenten uit meerpersoonshuishoudens aan dat een huisgenoot regelmatig gokt. Dat percentage is bij de 1-meting onveranderd. Evenals in het landelijk onderzoek geeft een beperkt aantal respondenten aan dat een huisgenoot (mogelijk) kansspelverslaafd is: 0,2% van de potentiële genomineerden in de regio Leeuwarden16 en niemand van de potentiële genomineerden in de regio Venlo (in het landelijk onderzoek lag dit op 0,1%). In 2008 zien we geen significante verschillen met 2006. In Leeuwarden lag dit op 0,1% in Venlo op 0,2%. In het algemeen kan over de nominatietechniek worden gezegd dat deze techniek tot een onderschatting van het aantal probleemspelers zal leiden omdat probleemspelers hun speelgedrag vaak verborgen houden voor hun omgeving. Samenvattend moeten we stellen dat de schatting van het aantal kansspelverslaafden in de regio Venlo en Leeuwarden tijdens de nulmeting niet significant afweek van het landelijk beeld. Mede omdat kansspelverslaving relatief gezien weinig voorkomt en de steekproef bij de nulmeting relatief klein is, zijn er geen significante verschillen gevonden tussen de regio’s onderling noch ten opzichte van het landelijk onderzoek uit 2004. Als ook de risicospelers in de analyses worden betrokken zien we wel enige verschillen tussen de regio’s; in Leeuwarden zagen we bij de nulmeting significant minder risicospelers dan in Venlo of landelijk. In 2008 zien we in de regio Venlo geen significante wijzigingen in het aandeel risicospelers en probleemspelers optreden en lijkt eerder sprake te zijn van een daling dan van een stijging van problematisch speelgedrag. In de regio Leeuwarden zien we weliswaar geen stijging van het aandeel probleemspelers maar wel een significante stijging van het aandeel risicospelers.
16
De 925 respondenten uit meerpersoonshuishoudens konden in totaal over 1.792 personen een uitspraak doen; 3 nominees betekent dat 0,17% van de mogelijke nominees als kansspelverslaafd worden getypeerd door een huisgenoot).
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
32
Bijlage 1: Methode van onderzoek Bevolkingsenquête nulmeting Venlo & Leeuwarden De dataverzameling voor dit onderdeel is uitbesteed aan TNS NIPO met de opdracht duizend enquêtes per regio af te nemen aan de hand van de vragenlijst die in eerder bevolkingsonderzoek (de Bruin e.a., 2006) is gebruikt. Mixed Mode Gekozen is om de survey onder de bevolking zoveel mogelijk telefonisch af te nemen (CATI: Computer Assisted Telephoning Interviewing). Respondenten kregen echter tevens de mogelijkheid om de enquête schriftelijk (PAPI: Paper Assisted Personal Interviewing) of via het internet in te vullen (CAWI: Computer Assisted Web Interviewing). Om ook mensen zonder vaste telefoonaansluiting bij het onderzoek te kunnen betrekken is niet gekozen om willekeurige telefoonnummers te bellen (de RDD-methode: Random Digit Dialing) maar om een steekproef te trekken op basis van postcodes. Nadat het postcodebestand door TNS NIPO is aangekocht, zijn de postcodes verrijkt met vaste telefoonnummers. Huishoudens zonder vaste telefoonaansluiting zijn schriftelijk benaderd met het verzoek de meegezonden vragenlijst in te vullen en te retourneren of deze via e-mail of internet te beantwoorden. In het oorspronkelijke voorstel is ervan uitgegaan dat ongeveer 10% van de huishoudens niet (meer) over een vaste telefoonaansluiting zou beschikken. Uiteindelijk bleek 32% van de geselecteerde huishoudens niet bereikbaar via een vaste telefoonaansluiting. Dit getal weerspiegelt niet direct het werkelijke aantal huishoudens zonder vaste telefoon, voor een deel zijn telefoonnummers geheim, of niet voor marketingdoeleinden of onderzoek beschikbaar gesteld. Huishoudensteekproef op basis van postcode Een regionale spreiding is gegarandeerd door een steekproef uit de bevolking te trekken op basis van postcodes. Als op deze wijze een steekproef wordt getrokken, spreken we van een huishoudensteekproef. Niet individuele personen worden op deze wijze geselecteerd, maar huishoudens. Een volgende stap in de steekproeftrekking is daarom een (willekeurige) persoon uit het huishouden te selecteren. Selectie respondent uit het huishouden Op aanraden van TNS NIPO is ervoor gekozen om de selectie van een persoon uit het huishouden niet volledig aselect te doen (bijvoorbeeld door te vragen naar de persoon die het eerst jarig is). Uit (telefonisch) bevolkingsonderzoek dat TNS NIPO in het verleden heeft uitgevoerd blijkt namelijk dat jonge mannen en in mindere mate jonge vrouwen bij die methode vaak ondervertegenwoordigd zijn. (Huis)vrouwen van middelbare leeftijd daarentegen zijn vaak oververtegenwoordigd. Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met verschillen in de aanwezigheid en bereikbaarheid. Jongeren (en werkenden) zijn over het algemeen minder vaak thuis dan ouderen. Om deze doelgroepen toch voldoende in het onderzoek te betrekken is bij de selectie van een persoon uit het huishouden gevraagd naar de jongst aanwezige man van 18 jaar of ouder en bij diens afwezigheid naar de jongst aanwezige vrouw. Met behulp van deze steekproeftechniek wordt de representativiteit van het onderzoek verhoogd en vormen de respondenten een beter afspiegeling van de samenleving. Responsverhogende middelen Om de deelname aan het onderzoek te verhogen, hebben alle huishoudens van tevoren een aankondigingbrief ontvangen, met informatie over het doel en de aanleiding van het onderzoek. Bij het telefonische gedeelte van het bevolkingsonderzoek zijn maximaal tien belpogingen ondernomen. De belpogingen zijn zoveel mogelijk door de tijd verspreid, zowel wat betreft het tijdstip van bellen, als wat betreft de tijdsspanne tussen belpogingen. Zo zijn mensen aanvankelijk ’s avonds gebeld, maar is bij afwezigheid (antwoordapparaat, geen gehoor) de volgende belpoging overdag gedaan. Indien mensen ook overdag niet konden worden bereikt, zijn de volgende belpogingen niet direct de volgende dag gedaan maar bijvoorbeeld een week of twee weken later. Op deze wijze konden ook mensen die op vakantie waren worden bereikt. Representativiteit Er is bij het bevolkingsonderzoek gestreefd een zo representatief mogelijke steekproef van de Nederlandse bevolking te krijgen. Het steekproefkader betreft Nederlandse ingezetenen van 18 jaar en ouder. Om de representativiteit van de steekproef te kunnen bepalen zijn een aantal kenmerken van de respondenten vergeleken met die van de Nederlandse bevolking: sekse, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio, etniciteit en burgerlijke staat. Deze kenmerken zijn gebaseerd op gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Uit analyses is gebleken dat jonge mannen ondervertegenwoordigd zijn (ondanks primaire benadering van de jongst aanwezig man uit het huishouden) en vrouwen van middelbare leeftijd oververtegenwoordigd zijn (zie
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
33
bijlage 3). Ook voor etniciteit en opleidingsniveau zijn verschillen gevonden tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse bevolking. Op grond van deze analyses is een wegingsfactor bepaald voor alle mogelijke groepen op basis van sekse, leeftijd, opleiding, etniciteit en gezinsgrootte. De vraag die we hier willen stellen is of de steekproef representatief is voor wat betreft gokverslaving of problematisch speelgedrag. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat selectieve non-respons en het geven van sociaal wenselijke antwoorden een oorzaak is van een lage (of juist hoge) schatting. De vraag of de steekproef representatief is kan worden opgesplitst in de vraag of mensen die geen problemen hebben eerder met het onderzoek meedoen dan degenen die wel problemen hebben. En op de tweede plaats de vraag of mensen die problemen hebben en wel meedoen geneigd zijn die problemen te ontkennen. Op geen van beide vragen kan een eenduidig antwoord worden gegeven. Om met de eerste vraag te beginnen: we weten niet of de mensen die niet aan het onderzoek hebben deelgenomen vaker problemen hebben met kansspelen dan de respondenten die wel hebben deelgenomen. Om probleemspelers niet uit te sluiten omdat ze bijvoorbeeld niet vaak thuis zijn of niet meer over een vaste telefoonaansluiting beschikken is de vragenlijst aan huishoudens zonder vaste telefoon en aan huishoudens waar de telefoon niet wordt opgenomen ook op papier (en via internet) aangeboden. Overigens kan het ook zo zijn dat probleemspelers en kansspelverslaafden juist eerder geneigd zijn om aan het onderzoek mee te doen (dan nietspelers of niet problematische spelers). Uit dit onderzoek maar ook uit eerder onderzoek (de Bruin e.a., 2001; Fris, 1999) is gebleken dat gokverslaafden het soms juist wel prettig vinden om (met buitenstaanders) over hun problemen te praten (of om hun ei even kwijt te kunnen). Anderen doen juist graag aan onderzoek mee in de hoop er uiteindelijk anderen mee te kunnen helpen. Er zijn dus zowel argumenten aan te voeren waarom probleemspelers minder geneigd zouden zijn aan het onderzoek mee te doen als dat er argumenten zijn aan te voeren waarom ze juist eerder geneigd zijn aan het onderzoek deel te nemen dan niet problematische spelers. Met andere woorden: de schatting van het aantal kansspelverslaafden kan zowel een systematische onderschatting als een systematische overschatting zijn. Ook op de tweede vraag - of probleemspelers geneigd zijn hun problemen te ontkennen valt geen eenduidig antwoord te geven. Uit onderzoek is wel gebleken (Hubregtse, 1995, van de Wijngaart, 1986) dat probleemspelers hun verslaving ten opzichte van partner en familie vaak verborgen proberen te houden. De mate waarin zij dit richting onderzoekers doen is niet bekend. In onderhavig onderzoek is geprobeerd het geven van sociale wenselijke antwoorden te vermijden door de respondenten anonimiteit te garanderen, het doel van het onderzoek goed uit te leggen, een zo neutraal mogelijke vragenlijst te creëren en door getrainde en ervaren interviewers te gebruiken. Ook hier is het mogelijk dat probleemspelers hun problemen helemaal niet ontkennen maar er juist graag over praten (en hun problemen mogelijk zelfs overdrijven). Kortom, de schatting van het aantal kansspelverslaafden kan ook op basis hiervan zowel tot een systematische onderschatting als tot een systematische overschatting leiden. Er is overigens geen reden om aan te nemen dat dergelijke systematische fouten uniek zijn voor dit onderzoek, zij zijn inherent aan elk bevolkingsonderzoek naar negatief gewaardeerd gedrag. Een schatting van het aantal kansspelverslaafden wint echter aan zeggingskracht als deze herhaald wordt; dan is weliswaar nog steeds niet bekend of sprake is van een systematische onderschatting of overschatting maar kunnen wel veranderingen in het aantal kansspelverslaafden worden gesignaleerd. Aan deze veranderingen kunnen mogelijke effecten van beleid of andere interventies worden afgemeten. Meetinstrument De vragenlijst voor de bevolkingsenquête nam bij telefonische afname tien tot vijftien minuten in beslag. In de vragenlijst is naast vragen over gokverleden, achtergrond en demografie ook een screener voor kansspelverslaving opgenomen: de SOGS. In de literatuur worden vele screening- en assessmentinstrumenten beschreven voor problematisch gokken. Veel van deze screeners zijn pas de afgelopen tien tot vijftien jaar ontwikkeld. Voor de meeste geldt dat weinig onderzoek is gedaan naar de betrouwbaarheid, validiteit en de accuraatheid van het classificatiesysteem. De SOGS vormt hierop een uitzondering en is onder meer om die reden in dit onderzoek als meetinstrument gebruikt om kansspelverslaving vast te kunnen stellen. Een andere, meer pragmatische reden is dat de SOGS al in veel ander onderzoek (nationaal en internationaal) is gebruikt, waardoor de uitkomsten van dit onderzoek daarmee vergeleken kunnen worden. De SOGS is gebaseerd op het psychiatrische classificatiesysteem DSM (Diagnostic and Statistical Manual). In derde versie van de DSM (1980) werd de diagnose ‘pathologisch gokken’ voor het eerst opgenomen. Gokken werd in DSM-III niet onder verslavingen maar onder impulsstoornissen geplaatst. Er is volgens de DSM-III sprake van pathologisch gokken bij een aanhoudend en toenemend onvermogen om weerstand te bieden aan de drang tot spelen, wat leidt tot ernstige problemen in het gezin, persoonlijke relaties of op het werk, mits dit alles niet het gevolg is van een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis. Mensen die overmatig spelen zonder dat dit tot
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
34
problemen heeft geleid voldoen dus niet aan de criteria van de DSM-III. In 1987 verscheen de DSM-IIIR(evised) waarbij de criteria meer werden geënt op kansspelverslaving als een afhankelijkheidssyndroom. De SOGS is midden jaren tachtig uit deze herziene versie van de DSM ontwikkeld door Lesieur en Blume (1987). De SOGS-vragenlijst bestaat uit twintig items die screenen op kansspelverslaving. De items bevatten vragen over het verborgen houden van het eigen gokgedrag, het meer tijd en geld aan gokken besteden dan iemand van plan was, het ruzie maken met familie of huisgenoten over gokken, en het geld lenen om te kunnen gokken of om speelschulden af te betalen. Respondenten beantwoorden elk van de twintig SOGS-items met 'ja' of 'nee'. Bij 'ja' wordt een punt gescoord, bij 'nee' geen punt. Indien een respondent vijf of meer vragen met ja beantwoord, wordt gesproken van “waarschijnlijk pathologisch gokker”, bij een SOGS-score van 3 of 4 van “mogelijk pathologisch gokker”. Om deze wat onduidelijke terminologie te vermijden, worden in dit onderzoek respondenten met een SOGS 5+ 'probleemspeler' genoemd, en respondenten met een SOGS 3 of SOGS 4 'risicospeler'. Bij een SOGS-score van 0, 1 of 2 spreken we van een 'recreatief speler'. Daarnaast hebben we nog de mensen die helemaal niet gokken, zij worden geclassificeerd als niet-speler. Op deze manier worden in dit onderzoek dus de volgende vier groepen onderscheiden: • niet-spelers17 • recreatieve spelers (SOGS 0, 1, 2) • risicospelers (SOGS 3, 4) • probleemspelers (SOGS 5+).
17
De SOGS is in het bevolkingsonderzoek afgenomen aan alle respondenten die ooit aan een kansspel hebben deelgenomen.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
35
Bijlage 2: Representativiteit van de steekproef Er is bij het bevolkingsonderzoek gestreefd een zo representatief mogelijke steekproef van de Nederlandse bevolking te krijgen. Het steekproefkader betreft Nederlandse ingezetenen van 18 jaar en ouder. In onderstaande tabel zijn een aantal demografische kenmerken van de respondenten vergeleken met die van de bevolking. Deze laatste kenmerken zijn gebaseerd op gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek die via http://statline.cbs.nl te raadplegen zijn. Tabel 10Samenstelling steekproef vergeleken met samenstelling bevolking in de regio Venlo en Leeuwarden (Bron: CBS). Steekproef Venlo (n=1.062)
Bevolking regio Venlo (N=245.000)
Significantie niveau * p < .05 ** p < .01
Sekse Man Vrouw
52,6 47,4
50,1 49,9
n.s. n.s.
Leeftijd 18-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+
1,3 3,8 7,1 8,1 13,4 13,7 11,9 9,8 10,2 7,8 5,3 7,8
3,1 6,5 7,6 7,7 10,6 10,5 10,9 8,7 8,7 7,1 6,8 11,6
** ** n.s. n.s. ** ** n.s. n.s. n.s. n.s. * **
Burgerlijke staat Ongehuwd Gehuwd Verweduwd Gescheiden
30,0 59,3 5,4 5,4
30,0 61,0 5,2 3,8
n.s. n.s. n.s. **
4,9
14,0
**
10,8
16,0
**
Opleidingsniveau Lagere school LBO, VMBO, LTS MAVO, VMBOTL MBO, MTS HAVO,VWO HBO, WO
Jongeren (–)
Middelbaren (+)
Ouderen (–)
Gescheiden (+)
Steekproef Leeuwarden (n=1.161)
Bevolking regio Leeuwarden. (N=138.000)
Significantie niveau KSV * p < .05 ** p < .01
48,7 51,3
49,6 50,4
n.s. n.s.
1,6 7,8 9,5 7,8 11,9 11,0 10,4 10,9 9,5 7,6 5,0 7,0
4,9 9,6 8,1 8,9 9,6 9,3 8,9 8,5 8,4 6,2 5,0 12,8
** * n.s. n.s. * n.s. n.s ** n.s n.s n.s **
40,5 49,6 4,1 5,8
37,8 48,4 6,7 7,1
n.s n.s ** n.s
Lager opgeleiden (–)
4,9
9,1
**
8,2
20,3
**
Hogeropgeleiden (+)
Jongeren (–)
Middelbaren (+)
Middelbaren (+)
Ouderen (–)
Verweduwden (–)
Lager opgeleiden (–)
11,0
11,0
n.s.
13,6
12,0
n.s
29,8 11,0 32,6
32,0 6,0 21,0
n.s. ** **
28,3 11,6 33,4
24,2 9,8 20,6
** n.s **
Hoger opgeleiden (+)
Alleenstaand (–)
Gezinsgrootte 1 persoon
20,5
14,7
**
2 personen
34,2
38,8
**
3 personen 4 personen 5 of meer
15,0 20,6 9,7
16,2 20,7 9,6
n.s. n.s. n.s.
92,5 1,6
84,1 4,3
** **
1,3
4,3
**
4,0
6,2
**
0,5
1,1
**
Etniciteit Autochtoon 1e gen. Westers 1e gen. nietwesters 2e gen. Westers 2e gen. nietwesters
Ondervertegenwoordigd ( – ) Overververtegenwoordigd ( + )
Alleenstaand (+) 2p huishoudens (–)
Autochtonen (+)
Allochtonen (–)
27,4
35,2
**
34,8
36,3
n.s
11,9 18,6 7,3
10,0 12,4 6,1
* ** n.s
95,4 1,0
89,6 2,4
** **
0,9
3,9
**
2,4
3,3
*
0,3
0,8
**
Meerpersoonshuish.(+)
Autochtonen (+)
Allochtonen (–)
Ondanks dat bij de selectie van een persoon uit een huishouden is gevraagd naar de jongst aanwezige man van 18 jaar of ouder blijkt deze groep ondervertegenwoordigd te zijn in de steekproef. Uit de tabel valt op te maken dat ook een aantal andere groepen uit de Nederlandse samenleving ondervertegenwoordigd zijn: vooral lager opgeleiden en allochtonen. Opvallend is dat alleenstaanden in de regio Venlo oververtegenwoordigd zijn. De verwachting was, zoals in de regio Leeuwarden, dat zij minder vaak thuis zouden zijn dan iemand uit een meerpersoonshuishouden waardoor de kans kleiner zou zijn dat ze aan een telefonische enquête mee doen.
CVO Vervolgmeting Venlo & Leeuwarden
36