Nieuwe ontwikkelingen in welzijn: wat doe je daarmee als inloophuis? Regionale bijeenkomst inloophuizen in Tiel, 26 mei 2014. 1.Inloophuizen Van oudsher Geldstroom vanuit de kerken
knelpunt Kerken hebben minder geld
Vrijwilligers vanuit de kerken
Vergrijzing van vrijwilligersbestand
Een vaste doelgroep
Het vinden en bereiken van mensen
Nieuwe vormen Fondsen financieren, maar stellen hoge eisen, Lokale overheid draagt bij NlDoet en Present leveren incidenteel vrijwilligers, Maatschappelijke stages, Vrijwilligerswerk als tegenprestatie Nieuwe doelgroepen door samenwerking
Met de bezuinigingen en de terugtredende overheid ontstaan nieuwe noden in de samenleving. Moeten inloophuizen daar op inspelen? Onder het motto ‘helpen waar geen helper is’ en ‘ieder mens telt’, kerken werken aan een menswaardige samenleving, waar niemand verloren loopt, waar mensen niet ongewild in hun eentje verpieteren en waar mensen de kans krijgen om zicht te ontplooien. Nieuw noden vragen om nieuwe antwoorden. Zijn de inloophuizen daar klaar voor? 1b. Inloophuizen en Skanfonds Skanfonds gaf in 2013 een financiële bijdrage aan 29 projecten van organisaties die zijn aangesloten bij Netwerk DAK. Voor een overzicht kijk op www.netwerkdak.nl/geld 2. Zorg wordt te duur: transities Zorg wordt te duur. Te veel mensen maken gebruik van zorg, te veel kinderen vallen onder jeugdzorg en er komen jaarlijks te veel wajongers bij. Vandaar de 3 grote transities. AWBZ, jeugdzorg, participatie wet. Ouderen moeten langer zelfstandig zijn en als ze zorg nodig hebben een beroep doen op hun omgeving. Hiermee houd je zorg toegankelijk voor hen die het echt nodig hebben. Het is een piramide: Zelf doen - eigen omgeving (familie, vrienden, buren) - civil society (kerken, verenigingen) algemene voorziening (buurthuis breiclub) - gespecialiseerde voorziening (persoonlijke verzorging, opname). Voorbeeld dagopvang: van zorg instelling naar gemeente Dwz. De geldstroom gaat niet meer via de AWBZ naar de zorginstelling. Het geld gaat naar de gemeente. De gemeente kiest, en moet zuinig aan doen. Gemeente koopt zorg in: Ze kan de zorginstelling kiezen. Of het inloophuis. Dat is goedkoper. En www.netwerkdak.nl
1
sluit misschien beter aan De gemeente is verplicht om het aan te bieden. Compensatie plicht. Volg het beleid van de gemeente: nu is er een nieuwe gemeente raad en er wordt gewerkt aan de begroting van 2015 en verder. Voorbeeld jeugdzorg: kind heeft problemen op school. Moeder blijkt problemen te hebben met de opvoeding. Ze krijgt het advies om naar de ouderkamer te komen. Daar leert ze andere ouders kennen die haar wellicht wat kunnen helpen. Als dat niet werkt wordt aangemeld bij home start, dat is een project van Humanitas. Pas als het echt niet gaat, komt ze in aanmerking voor geïndiceerde zorg vanuit het Centrum voor jeugd en gezin. Voorbeeld participatie wet Een jongere met licht verstandelijke beperking. Begint met blowen en zat in de gevangenis vanwege misdrijf. Hij woont weer thuis. Hij heeft psychische klachten waardoor hij niet kan werken. Krijgt geen bijstandsuitkering, want hij is te jong. Krijgt geen Wajong, want hij is gedeeltelijk arbeidsgeschikt. Kan niet meer terecht in de sociale werkvoorziening. Het kringloopbedrijf waar hij vrijwilligerswerk wil doen, neemt hem niet aan omdat hij niet bij de gemeente in een traject zit (er wordt niet voor zijn begeleiding betaald). De jongen zit hele dagen thuis en moet solliciteren, maar heft nauwelijks enig perspectief. (dit is een voorbeeld uit de praktijk, niet een verhaal uit een beleidsstuk) Doel van de transities: zorg dicht bij huis organiseren, minder kosten Participatie wet (derde transitie) Doelgroep: mensen met een wwb-uitkering; mensen die onder sociale werkvoorziening vielen en wajongers. Ieder behoudt zijn uitkering, maar nieuw alleen als je 100% arbeidsongeschikt bent. Gemeenten moeten zorgen dat mensen met een arbeid beperking een plek op de arbeidsmarkt vinden. Dat kan door loonkosten subsidie en beschut werk, tegenprestatie bij uitkering. Voorbeeld Uit: Beleidsplan Ede Het instrumentarium kan het volgende omvatten: -voor kansrijke werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt: sollicitatietrainingen, bemiddeling via uitzendbureaus -voor mensen met arbeidsbeperking of grote afstand tot de arbeidsmarkt: loonkostensubsidie voor mensen met een arbeidsbeperking; re-integratietrajecten, proefplaatsingen, detachering, begeleiding/jobcoaching, PGB, werkplekaanpassingen, no-riskpolis -voor mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt: participatieplaatsen, vrijwilligerswerk, arbeidsmatige dagbesteding, beschut werken Bij de klanten die meer afstand tot de arbeidsmarkt hebben willen we een tegenprestatie vragen in het kader van meedoen naar vermogen (=participatie). Dit kan variëren van participatieplaatsen die we samen met het maatschappelijk middenveld aanbieden tot vormen van dagbesteding. Hiervoor worden arrangementen ontwikkeld op snijvlak van Wwb en Wmo. 545 klanten voor onbetaald werk, budget € 500 per klant. Inzet zinvolle activiteiten in de wijk. Er zijn nu al signalen dat bij inloophuizen meer mensen aankloppen met een verstandelijke beperking.
3 Wijkteams: antwoord van de gemeente op de transities www.netwerkdak.nl
2
Wijkteams en sociale wijkteams is de manier waarop veel van de zorg wordt uitgevoerd. Een sociaal wijkteam is een team met professionals van verschillende organisaties Voorbeeld Veens (in Veenendaal) werkt in iedere wijk met Wijkcoaches. Wijkcoaches zijn ervaren professionals die deskundig zijn op diverse gebieden, zoals lichamelijke en geestelijke gezondheid, dagbesteding, huisvesting en wetgeving. Ook kijkt de wijkcoach met u mee in uw eigen netwerk. Wie zou wat voor u kunnen doen? De wijkcoach helpt problemen te voorkomen, stimuleert uw eigen kracht en ondersteunt individuen en groepen. Voorbeeld “De gemeente Ede heeft twee sociaal teams. Eén in Veldhuizen en één in Ede-Zuid. Heeft u vragen of problemen die betrekking hebben op wonen, welzijn, zorg, werk/daginvulling, financiën, opvoeding, leefbaarheid en relaties en woont u in een van beide wijken? Dan kunt u contact opnemen met het sociaal team. Sinds juni 2013 is het team actief in de wijk. Na een geslaagde proefperiode gaat het team door.” “In het sociaal team werken verschillende professionals vanuit zorg- welzijn- maar ook de gemeentelijke organisatie samen. Zo kan het sociaal team uw probleem of vraag vanuit meerdere gebieden bekijken.” Waarom wordt gekozen voor wijkteams? 1.Dicht bij: bij de 3 grote transities wordt zorg dicht bij geleverd. Dus in de eigen gemeente, eigen wijk. Het wijkgericht werken, krijgt de komende jaren alle aandacht. 2. Integrale aanpak: in de wijkteams zitten professionals van verschillende organisaties. Zij moeten generalisten worden: op uiteenlopende vragen een eerste antwoord kunnen geven. Dan hoeven hulpvragers niet met elke vraag naar een ander loket. 3. In de wijk, in de eigen omgeving van de mensen, kan het wijkteam zoeken naar informeel zorgaanbod, particulier initiatief, de civil society. Het team kent de omgeving. Mensen zelf laten doen. De wijkteams kiezen een aanpak waarbij ze mensen zo veel mogelijk zelf laten doen. Voor een inloophuis is een goed contact met deze wijkteams belangrijk, bijvoorbeeld om de doelgroep te bereiken of om te kunnen doorverwijzen, dan wel samen te werken voor sommige bezoekers.
Risico De wijkteams worden nu opgericht door het hele land als de grote vernieuwing. Risico’s: veel tijd gaat verloren in onderling overleg en afstemming en achter de professionals, die waarschijnlijk goed werk doen, zitten organisaties die hun belangen hebben, die protocollen hanteren waardoor het echte integraal samenwerken belemmert kan worden.
www.netwerkdak.nl
3
4. Buurthuis in zelfbeheer: antwoord van burgers op de bezuinigingen In Utrecht 5 jaar geleden werd buurthuis de Jutter gesloten. Maar mensen in de buurt wilden dit buurthuis openhouden. Buurtpastor Titus Schlatmann kende die mensen en heeft hen geholpen. De gebruikers van het gebouw zijn met de gemeente Utrecht in gesprek gegaan. Zij richtten een beheers groep op. Er is een plan gemaakt voor inkomsten en uitgaven, voor schoonmaak en verhuur. Het is de groep gelukt om het buurthuis open te houden en zij doen zelf het beheer. Buurthuis de Nieuwe Jutter is in 2012 geopend door prinses Maxima. Het aantal bezoekers groeide en het is een fijne plek om te zijn. Buurthuis de Nieuwe Jutter heeft een verdienmodel. Inkomsten komen door verhuur aan een peuterspeelzaal, aan groepen in de wijk en aan een dansschool en een bridgeclub. De begeleiding die buurtpastor Titus Schlatmann geeft, wordt betaald door de gemeente, evenals het onderhoud aan het gebouw. Er zijn meer burgers die zelf initiatief nemen. Alkmaar energie, Austerlitz zorgt, zijn sociale ondernemingen. Een sociale onderneming organiseert diensten. Denk aan: energie opwekken, zorg organiseren, mensen vervoeren, voedsel verbouwen, woningen onderhouden. De ondernemer investeert, niet zozeer in geld, maar met sociaal kapitaal. De ‘winst’ uit de onderneming is: goede voorzieningen tegen een redelijke prijs. De waarde van de buurt wordt hoger. Wanneer daar minder zelfredzame burgers bij betrokken worden, dan is het een vorm van solidariteit. Een buurtonderneming laat mensen die geen betaald werk hebben, hun vaardigheden ontwikkelen en werkervaring opdoen. Hun inzet komt ten goede aan de buurt. Door een prijs te vragen voor de diensten, komen er inkomsten. Voorbeeld is een buurttuin, de groente opbrengst wordt gebruikt in een wijkrestaurant waar jongeren leren koken en bedienen. De maaltijden zijn goedkoop en gezond: buurtbewoners kunnen er gaan eten. Het vraagt wel tijd en inzet, energie en kennis. Kwetsbare mensen kunnen dat niet zelf, maar kunnen wel aanhaken als anderen mee doen. Een kerk of een inloophuis is in feite te vergelijken met een buurthuis in zelfbeheer. Kerk in zelfbeheer, we hebben nooit anders gekend. Kerken gaan vaker hun ruimtes verhuren om financieel rond te kunnen komen. Als zij daarmee een sociale ontmoetingsplaats voor de buurt vormen, dan past dat goed bij hun identiteit. Kerk in Actie is onlangs een project gestart ‘Zorgzame Kerk’ dat hiermee aan de slag wil. Het is zinvol om de ontwikkelingen te volgen. Denk eens na of je inloophuis diensten heeft (verhuur ruimte, een plak bieden voor dagopvang) waarvoor een bijdrage gevraagd kan worden.
Ontwikkelingen in welzijn: Drie transities, bezuinigingen, de burger moet het zelf doen, het antwoord van de gemeente is wijkteam, het antwoord van burgers is wijkonderneming en zelfbeheer. Dat is de context van inloophuizen anno 2014. 5. Kansen en valkuilen voor inloophuizen
Het is te verwachten dat de gemeente en de bestaande organisaties van zorg en welzijn aankloppen bij inloophuizen. www.netwerkdak.nl
4
Inloophuizen hebben: Deskundigheid Een gebouw (niet altijd) Veel vrijwilligers, Zijn open voor iedereen, mensen met problemen of een beperking zijn van harte welkom en er wordt rekening mee gehouden. Het zijn plekken waar mensen onbetaald werk verricht kan worden een tegenprestatie verricht kan worden Vaak is er een professional die dat kan begeleiden.
Voor inloophuizen is dit een kans. We willen immers ‘helpen waar geen helper is’. We willen zoveel mogelijk mensen een luisterend oor bieden, We willen in ons werk serieus genomen worden. Voorbeeld: inloophuis Wageningen: de wekelijkse zondagmiddag inloop van de RIBW streek neer in Markt 17. De inloop van de RIBW zelf is gestopt. Het beschikbaar stellen van ruimte biedt kansen om meer voor de mensen te betekenen. Dat is goed. Maar er zijn ook valkuilen. Valkuil 1 De mensen hebben de goede zorg nodig. Mensen die ziek of beperkt zijn of vastlopen hebben goede zorg nodig. Als inloophuis kun je die deels bieden. Maar daarnaast zijn er altijd nog professionals nodig. Inloophuizen zijn een aanvulling, een alternatief, geen vervanging. Valkuil 2 Ook een inloophuizen heeft kosten. Niet alles kan door de kerk en goede gaven worden opgevangen. Als een inloophuis een opvang verzorgt, in samenwerking met andere instanties doelgroepen over de vloer krijgt, dan kost dat geld (verwarming, huur, begeleiding). Daar mag voor betaald worden. Valkuil 3 Je kunt niet alles opvangen.
Als je als inloophuis je werkzaamheden wil uitbreiden, dan zijn er in deze tijd veel mogelijkheden. Mogelijkheden om nieuwe groepen te bereiken, mogelijkheden door samenwerking. Maar dan moet je wel een aantal vragen stellen: Wat wil je als inloophuis? Wat is je draagkracht? Financiële problemen kun je proberen op te lossen met extra financiering. Wat zijn de ambities van het bestuur? Is er voldoende kennis en capaciteit? Kun je die verkrijgen door samenwerking? Beperk je je tot kerkelijke vrijwilligers of ga je breder werven? Durf je nieuwe projecten aan te gaan? Sluiten de kerken daar bij aan? Wat sluit aan bij je eigen grenzen en wat gaat te ver? Kun je een inloop verbreden, bijvoorbeeld naar een activiteit voor mensen met een beperking? Wil je iets betekenen voor allochtone moeders, voor jongeren. Het hangt af van de expertise die je in huis hebt en van de samenwerking met organisaties die wellicht de expertise hebben en toegang www.netwerkdak.nl
5
hebben tot andere groepen. De eigenheid van het inloophuis is dan ‘goede sfeer’, ‘fijne vrijwilligers’, een geschikte ruimte, verbinding met andere activiteiten. 5b. Verwarrend taalgebruik Binnen het werk van inloophuizen en urban mission, werd altijd uitgegaan van eigen kracht, laat mensen zelf de regie houden, benader mensen niet op hun problemen maar op hun talenten, luister naar wat mensen willen en kunnen. De taal van het welzijnswerk nieuwe stijl, lijkt hier op. Wordt daarmee de werkwijze van inloophuizen overgenomen? Gaat men bij de inloophuizen in de leer? Nee. Wat is het verschil: de factor tijd de identiteit. Vanuit de kerkelijke identiteit: wij zijn allemaal mensen geschapen door die ene God; blijf je als instelling/vrijwilliger/beroepskracht steeds trouw aan de mensen die een beroep op je doen. Ook als zij buiten de regels vallen of als zij zich niet aan de regels houden. Inloophuizen bekommeren zich vooral om mensen die buiten de boot vallen, die niet in beeld zijn, niet mee doen en geen stem hebben. Daarbij horen de woorden: een relatie aangaan, je aanbieden, geduld en tijd, de trouwe toeleg (uit artikel over presentie op de website van Netwerk DAK. De factor tijd. De transities gaan gepaard met een enorme bezuiniging. Wijkteams staan erg onder druk om snel resultaten te leveren. Niet ieder mens is in staat om zelf verantwoordelijkheid te pakken. Of het duurt heel lang voordat zij dat doen. Een integrale benadering van problemen vraag vertrouwen en goed luisteren. Daar kost tijd. En dit tijd hebben wij. Dank zij de vrijwilligers en de enorme betrokkenheid op de bezoekers. “Als je zegt eigen kracht, zeg dan ook meteen kwetsbaarheid” zei Andries Baart bij het jubileum van Meet inn in Ede. Een wijs woord, dat we niet vaak genoeg kunnen herhalen.
www.netwerkdak.nl
6