Nieuwe natuur Over de potentiële economische baten van het Oostvaardersland
nieuwe economie
Nieuwe natuur Over de potentiële economische baten van het Oostvaardersland
nieuwe economie Tom Bade Berend van Middendorp Gerben Smid
Inhoud
Voorwoord 7 1 Proloog: ‘Nieuwe natuur, nieuwe economie’ 9 2 Kijken en vergelijken 15 3 Het avontuur van de natuur 21 4 Rekenen op natuur 27 5 Een goed begin 41 6 Epiloog: Nieuwe natuur, nieuwe kansen 61
Inhoud
Colofon 64
5
Voorwoord Rond 2014 ligt er in Zuidelijk Flevoland een uitgestrekt natuur- en recreatiege-
bied van 15.000 hectare: het Oostvaardersland. Dan is namelijk het
OostvaardersWold aangelegd, dat de Oostvaardersplassen verbindt met het
Horsterwold. Natuurgebieden van dergelijke omvang hebben elders in Nederland de regionale economie nieuw elan gegeven. Vanzelfsprekend profiteren de toeris-
me- en horecasector. Maar grootschalige en toegankelijke natuur biedt ook ruimte
aan allerlei andere bedrijvigheid. Denk aan zakelijke en niet-commerciële dienstverlening, verzorging, vervoer en handel.
De grote vraag is natuurlijk: waar zet je op in? Veel mensen zien kansen, maar
welke ontwikkelingen zijn echt kansrijk en wat is de economische meerwaarde
daarvan? Om hier inzicht in te verkrijgen, heeft de provincie onderzoek laten doen naar de economische meerwaarde die de combinatie van natuur en bedrijvigheid
kan opleveren. De resultaten treft u aan in het onderzoek “Nieuwe natuur, Nieuwe Er zijn drie kansrijke concepten (OerHolland, BuitenPlaatsen en EcologyDelta)
die ieder afzonderlijk kwaliteiten hebben. Ze bieden kansen op investeringen en
nieuwe banen in een breed spectrum van economische sectoren. Daarbij is het ook interessant om te zien met welke concrete initiatieven de markt komt. Het onder-
zoek “Nieuwe natuur, nieuwe economie” laat zien welke mogelijkheden ontstaan met de realisering van het OostvaardersWold: prachtige, uitgestrekte natuur, een
sterke uitbreiding van de recreatiemogelijkheden en nieuw elan voor de regionale economie.
Anne Bliek, gedeputeerde OostvaardersWold Andries Greiner, gedeputeerde Economie
Voorwoord
6
xxxx xxx
Economie”.
7
1 Proloog: ‘Nieuwe natuur, nieuwe economie’ Het is verplichte kost bij iedere commerciële training: de parabel van de twee
schoenverkopers die naar Afrika gaan. Beiden worden door hun baas naar Afrika
gestuurd om daar de markt te verkennen. De ene schoenverkoper komt na een week terug en zegt: ‘Daar moeten we ons niet vestigen, er is geen markt voor ons bedrijf,
want niemand draagt hier schoenen.’ De ander komt terug en zegt: ‘Daar moeten we
zeker heen, want niemand draagt daar schoenen.’ De parabel zal ondertussen wel niet geheel meer van toepassing zijn, maar de moraal van het verhaal is nog steeds
actueel. Je moet je economische activiteiten vooral richten op markten die er eigenlijk In de provincie Flevoland wordt een nieuwe groot natuurgebied genaamd ‘het
Oostvaardersland’ gerealiseerd, waar de Oostvaardersplassen en het Horsterwold deel van uitmaken. De vraag die zich dan voordoet is natuurlijk: ‘Wat zijn de kansen voor de regionale economie?’ Als we twee groene vertegenwoordigers door Flevoland
zouden laten rijden, zouden we dus ook twee tegenstrijdige adviezen kunnen krijgen en dat brengt ons niets verder. Echter, net als de manager van de schoenfabriek
‘uiteraard’ toch uiteindelijk een marktverkenning heeft laten uitvoeren om te kijken
welk advies het dichtst bij de waarheid ligt, wil ook de provincie Flevoland in dit geval toch een beeld hebben van zowel de economische effecten als de mogelijkheden die met de aanleg van dit nieuwe natuurgebied gepaard gaan.
‘Marktonderzoek’ naar de ecologische kansen is daarbij trouwens niet nodig. Er
ligt al een duidelijk beeld van de ecologische winst. Allereerst is het verbinden van de
Oostvaardersplassen met de Veluwe van het grootste belang voor de uitwisseling van groot wild. Bovendien heeft de ervaring in Flevoland met de Oostvaardersplassen geleerd, dat zich hier voor Nederland zeer rijke natuur ontwikkelt, dus met de ecologische potenties van deze nieuwe natuur zit het wel goed.
Wat dan echter resteert, is de vraag over de economische potenties van het
gebied. Dat klinkt misschien wat vreemd: een natuurgebied beoordelen op haar
economische potentie. De afgelopen jaren is echter steeds meer bewijslast geleverd,
die aantoont dat natuurgebieden eigenlijk kunnen worden gezien als een vorm van economische infrastructuur, waarin en waaromheen veel economische activiteiten worden ontplooid, die direct te herleiden zijn tot het betreffende natuurgebied.
Activiteiten dus die er zonder deze natuur niet waren geweest. Het gaat dan allereerst
Proloog: ‘Nieuwe natuur, nieuwe economie’
nog niet zijn. Markten worden gemaakt en kansen gecreëerd.
9
om het bezoek van toeristen en recreanten aan een natuurgebied waarmee veel
bestedingen en dus omzet en werkgelegenheid gepaard gaan. Ook de zorgsector profiteert, maar het gaat eveneens om de waarde van huizen die in en rond
natuurgebieden aanzienlijk hoger ligt dan die van vergelijkbare huizen in een nietgroene omgeving. Toegevoegde waarde dus, die er zonder de natuur niet was
geweest. Met als bijkomend belanghebbend feit, dat de kosten vaak veel lager zijn dan deze baten. Natuurgebieden zijn daarmee als het ware zowel ecologische als economische infrastructuur tegelijk.
Het zal duidelijk zijn dat een nieuw natuurgebied gelegen bij Almere – binnen
een aantal jaren de vijfde stad van Nederland – aan de behoefte van de bewoners van de stad beantwoordt voor wat betreft ontspanning en recreatie. Ondernemers zullen
10
Proloog: ‘Nieuwe natuur, nieuwe economie’
hiervan willen profiteren. De provincie wil deze bedrijvigheid stimuleren, maar wel sturen in een richting, die de regio en de natuur versterkt. Zij wil dat hier een uniek
gebied van internationale allure met natuur en bedrijvigheid ontstaat, waarmee het gebied op de kaart wordt gezet, ook voor mensen van ver buiten de provincie, net
zoals dat bijvoorbeeld het geval is op de Veluwe. Voor alle duidelijkheid: de kwaliteit van de natuur die hier wordt gerealiseerd, maakt deze ambitie meer dan realistisch. Het is deze uitdaging, het in kaart brengen van de baten van het nieuwe
belevingsgebied Oostvaardersland, die in dit boek centraal staat. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van diverse plannen die de provincie heeft laten uitwerken ten
behoeve van het nieuwe natuurgebied. Echter er zal ook worden gekeken naar de wijze waarop in andere natuurgebieden bestaande en nieuwe natuur heeft
bijgedragen aan het versterken van de regionale economie en de baten die daarmee gepaard zijn gegaan. Resultaten uit het verleden bieden namelijk weliswaar geen
garantie voor de toekomst, maar veelal wel indicaties en wijze lessen. Lessen die de provincie kunnen helpen om van het Oostvaardersland zowel ecologisch als economisch een succes te maken.
11
2 Kijken en vergelijken
Het economisch effect van natuur en landschap is de afgelopen jaren steeds
inzichtelijker geworden. Dit is niet zomaar toevallig gebeurd. De afgelopen jaren is al veel werk verzet om een goede methodiek te ontwikkelen die de economische baten
van bestaande natuurgebieden in kaart kan brengen. De geldstromenmethodiek die Kenniscentrum Triple E heeft uitgewerkt in de vorm van het FEBO-model1 is daarbij
richtinggevend geworden voor de manier waarop de baten van natuur en landschap in ons land in kaart worden gebracht. Het ging daarbij echter tot op heden altijd om reeds
bestaande natuurgebieden en daarmee samenhangende economische activiteiten. Dat is echter in het geval van het Oostvaardersland niet aan de orde. Dit natuurgebied
moet namelijk nog worden gerealiseerd. En dus doet zich de vraag voor hoe de baten De werkwijze die Triple E hanteert bij haar onderzoek naar de baten van
natuur en landschap, is min of meer te vergelijken met het werk van een bioloog.
Een bioloog zoekt naar sporen van de soort die hij moet onderzoeken. Deze sporen kunnen pootafdrukken zijn, maar ook uitwerpselen of gebroken takken. Zo moet ook de econoom die de baten van een natuurgebied in kaart wil brengen op zoek
gaan naar de juiste sporen. In dit geval zijn dat geen pootafdrukken, maar is het een spoor van bestedingen dat de zich in de natuur vrij bewegende mensen achterlaten en dat zich materialiseert in restaurants, campings, eerste en tweede huisjes in het
groen en wat al niet meer. De aanwezigheid van deze voorzieningen (deze ‘sporen’) in en nabij natuurgebieden wijzen er namelijk op dat hier regelmatig mensen
aangenaam verpozen en als dank niet de schillen en dozen nalaten, maar vooral
bestedingen die leiden tot omzet en daarmee gepaard gaande werkgelegenheid.
In ons nieuwe natuurgebied Oostvaardersland zijn deze sporen nog niet te
vinden. Sterker nog, de natuur van het Oostvaardersland is voor een deel alleen nog
maar zichtbaar op kaarten. Echter, als we het natuurgebied zouden vergelijken met andere natuurgebieden waarvan wel gegevens beschikbaar zijn, dan zou dat een
prima handvat kunnen bieden voor een inschatting van de economische potenties
van het gebied. En dat is zeker mogelijk. In de loop der jaren heeft Triple E namelijk 1 Financieel- Economisch Besluitvormingsondersteunend Model. De methode wordt ondermeer beschreven in “De Veluwe verdient beter” en “Waterrijk in Flevoland”, een boekje en rapport van Triple E.
Kiijken en vergelijken
van een natuurgebied dat nog niet is gerealiseerd, dienen te worden berekend.
15
de economische baten van een groot aantal natuurgebieden in kaart gebracht. Van
zijn drie verschillende economische benuttingsmogelijkheden uitgedacht, één met
bepaald die direct samenhangt met de aanwezige natuur, maar ook de toegevoegde
creëren van een buitenplaats voor de verstedelijkte omgeving en één die inzet op
deze natuurgebieden is bijvoorbeeld de omzet van toerisme, recreatie en horeca waarde van huizen, omdat bekend is dat de waarde van huizen nabij
natuurgebieden hoger is dan die van hetzelfde type huizen in een niet-groene
naar de economische ontwikkelingsmogelijkheden van het Oostvaardersland2 en
worden uitgebreid beschreven in hoofdstuk 5. De karakteristieken van de scenario’s
handvatten beschikbaar zijn voor het in kaart brengen van de economische kansen
natuurgebieden waar kentallen voor zijn ontwikkeld. De kenmerken bestaan uit de
van het Oostvaardersland.
Deze studies zijn onder meer uitgevoerd voor het Gooi (de terreinen van het
Goois Natuurreservaat), de Veluwe, Nationaal Park het Lauwersmeer, Nationaal
Park Weerribben-Wieden en het Wester- en Oosterzand in Drenthe. De vraag die
zich dan natuurlijk voordoet, is hoe we de cijfers over omzet, werkgelegenheid e.d.
worden gespiegeld aan kenmerken van reeds bestaande en onderzochte
bevolkingsdichtheid in de omgeving, het soort natuur en de overheersende
bedrijvigheid in en om het gebied. Doordat de kentallen per economische sector
worden ontwikkeld, is het mogelijk heel gericht aan te geven wat de economische baten zullen zijn, voor welke bedrijven en binnen welke scenario’s.
Uiteraard zullen de financiële baten ook worden vertaald naar
kunnen gebruiken voor het Oostvaardersland? Welnu, wat we daarvoor hebben
werkgelegenheid. Sectoren als toerisme, recreatie en zorg hebben namelijk niet
zo kregen we dus omzet per hectare. Daarmee krijgen we kentallen die iets zeggen
ook dat ze zeer arbeidsintensief zijn. Dat is zeker van belang voor de provincie
gedaan, is de omzet van betreffende natuurgebieden relateren aan het oppervlak en over de economische potenties van natuurgebieden in het algemeen en voor het Oostvaardersland in het bijzonder.
alleen als kenmerk dat ze graag in en rond natuurgebieden zijn gesitueerd, maar Flevoland, die hard werkt aan het creëren van werkgelegenheid.
Daarbij is het natuurlijk wel van groot belang dat we natuurgebieden kiezen
die niet zo zeer qua oppervlak, maar wel voor wat betreft constellatie lijken op het
Oostvaardersland in oprichting. Daarmee bedoelen we dat de gebieden bijvoorbeeld openbaar toegankelijk zijn en dat rondom de gebieden (en in beperkte mate in de gebieden) ruimte bestaat voor economische activiteiten. Hierbij moet worden
opgemerkt dat in dit onderzoek alleen wordt gekeken naar de bedrijvigheid. In dat licht is het nuttig hier alvast stil te staan bij onroerend goed. Rondom natuur zien
we dat de waarde van woningen hoger is. Echter, rond het Oostvaardersland zullen in ieder geval de komende tien jaar geen nieuwe huizen worden gebouwd. Als het gaat om de verbetering van de woonkwaliteit van de mensen in Almere, die
gepaard gaat met het ontstaan van het Oostvaardersland, dan treedt deze natuurlijk wel op door de komst van de nieuwe natuur, maar niet in de zin dat één en ander direct meetbaar is aan de hand van een stijging van de huizenprijzen. Daarvoor
liggen deze op te grote afstand van het gebied. De effecten op de woonomgeving manifesteren zich dan ook meer in bezoeken aan het gebied en daarme gepaard gaande bestedingen.
Aan de hand van kentallen wordt het mogelijk om voor het Oostvaardersland
een voorspelling te doen van de toekomstige geldstromen. Voor de nieuwe natuur
2 ZKA (2009) Oostvaardersland. Ecologie als drager van de economie, in opdracht van provincie Flevoland
Kiijken en vergelijken
Kiijken en vergelijken
duurzame kenniseconomie. Deze drie scenario’s zijn gebaseerd op de studie van ZKA
omgeving. Daarbij is voor deze baten ook nog eens een vertaalslag gemaakt naar het aantal arbeidsplaatsen dat hiermee gepaard gaat, zodat ook wat dat betreft
18
de nadruk op (inter)nationaal toerisme en recreatie, één met de nadruk op het
19
3 Het avontuur van de natuur
In dit boek wordt een beeld gegeven van de economische potentie van het Oost vaardersland. Alvorens te rekenen is het van belang te analyseren wat precies
wordt bedoeld met het Oostvaardersland. In hoofdstuk 2 werd al aangeduid dat het onderzoeksgebied niet puur het natuurgebied betreft, maar ook de gebieden
daaromheen, aangezien zich daar de bedrijvigheid zal vestigen. Om de baten goed
in kaart te kunnen brengen, is het van groot belang te weten wat het gebied precies inhoudt en welke bedrijvigheid zich daar zou kunnen ontwikkelen.
Het Oostvaardersland wordt gevormd door een drietal gebieden. Het
bekendste van de drie is het gebied van de Oostvaardersplassen. Dit ligt tussen
Europa, waarbij de natuurwaarden en de soortenrijkdom van het gebied worden
geroemd. De uitgestrekte moeraslanden vormen een ideale habitat voor een keur aan broed- en trekvogels. Het gebied wordt zo natuurlijk mogelijk beheerd, wat
inhoudt dat de natuur hier grotendeels haar gang kan gaan. De wildernis van de
Oostvaardersplassen heeft echter ook nadelen. De toegankelijkheid van het gebied is beperkt. Hierdoor is recreatie in het gebied nauwelijks mogelijk, waardoor de
economische meerwaarde eveneens beperkter is dan in andere natuurgebieden in Nederland.
Het tweede gebied dat onderdeel is van het Oostvaardersland is het Horster
wold. Dit ligt ten zuiden van de Oostvaardersplassen, net ten westen van Zeewolde. Dit bos is met 3.700 hectare het grootste aaneengesloten loofbos op zeeklei van
Nederland. Hierdoor is het voor bezoekers mogelijk nog echt te struinen: los van
paden een eigen weg zoeken tussen de eiken, kastanjes en populieren. Daar waar de Oostvaardersplassen een natuurlijke wildernis vormen, is dit Horsterwold ook voor menselijk gebruik ingericht.
Het derde gebied bestaat alleen nog maar op de kaart. Het bestaat namelijk
nog niet als natuurgebied. Het is de bedoeling dat het OostvaardersWold, zoals het gebied gaat heten, de verbinding gaat vormen tussen het Horsterwold en de Oost vaardersplassen. Hiermee worden niet alleen die twee gebieden verbonden, maar
wordt ook de verbinding gelegd met de Veluwe. Hierdoor wordt het mogelijk voor planten en dieren om zich te verplaatsen vanuit de Veluwe naar de
Het avontuur van de natuur
Almere en Lelystad en is ecologisch gezien één van de rijkste natuurgebieden van
21
Oostvaardersplassen, maar dat is niet alles. Met het OostvaardersWold ontstaat ook
De derde en vierde kans worden gevonden in de specifieke bedrijvigheid die in
een overgang tussen het loofbos van het Horsterwold en de natte natuur van de
het gebied zou kunnen plaatsvinden. Zo vestigen bedrijven gericht op de
bosrijk gebied. De gradiënten die hiermee ontstaan zullen leiden tot bijzondere
kenniswerkers die behoefte hebben aan een groene omgeving. Anderzijds bieden
Oostvaardersplassen. Het OostvaardersWold wordt deels een nat en deels een
natuurwaarden. Daarvan profiteren bijvoorbeeld het edelhert, de blauwe en bruine
kiekendief. Deze laatste twee soorten zijn beiden bedreigde vogelsoorten. Daarnaast wordt in het bijzonder ingezet op het beleefbaar maken van het gebied. Het moet
kenniseconomie zich bij voorkeur in de buurt van natuurgebieden. Het zijn juist de natuurgebieden ook bij uitstek een goede omgeving voor ontspanningscentra,
trainingscentra en vergaderruimtes, kortom hoogwaardige ontmoetingslocaties. Een natuurgebied kan dus een bepalende rol spelen binnen de regionale
worden ontsloten voor recreatie, waardoor unieke belevingsmogelijkheden
economie en dat zal voor Oostvaardersland niet anders zijn. Dit klinkt allemaal
Horsterwold (unieke belevingsmogelijkheden) wordt zodoende gecombineerd in het
geldstromen dit alles teweeg brengt? Om een inschatting te kunnen maken van de
ontstaan. Het beste van de Oostvaardersplassen (unieke natuurwaarden) en het OostvaardersWold.
Het nieuwe, aaneengesloten geheel krijgt de naam ‘Oostvaardersland’. Een
recent door de provincie uitgevoerd onderzoek, ‘Oostvaardersland: Ecologie als dra-
aantrekkelijk, kansen zijn er zeker en dan is een belangrijke vraag welke
te verwachten baten, wordt Oostvaardersland daarom vergeleken met de geldstromen in en rondom andere natuurgebieden in Nederland.
wordt ingegaan op de sterke en de zwakke punten van het Oostvaardersland. Als
sterke punten worden genoemd de ligging van het Oostvaardersland en het feit dat
het zowel een waardevol als spannend landschap betreft. Daarbij ligt het gebied pal naast Almere (de snelst groeiende stad van Nederland) en het grenst aan de regio’s
Amsterdam, ’t Gooi en Utrecht. Het waardevolle landschap van het nieuwe natuurgebied wordt gevormd door de uitgestrektheid, robuustheid en afwisseling met
veel unieke soorten flora en fauna als sterk punt. Eén van de zwakke punten van het Oostvaardersland betreft voornamelijk de directe omgeving, die contrasteert met het natuurgebied (stedelijk gebied en modern landbouwgebied).
Naast bovenstaande sterkten en zwakten worden ook de kansen aangegeven.
Kansen op het creëren van economische meerwaarde. Een eerste kans ligt in het
internationaal toerisme. Zoals gezegd zijn de Oostvaardersplassen nu al uniek in
Europa en dit biedt ook potentieel voor het Oostvaardersland. Verdere uitbreiding van het gebied waarbij de natuur beter beleefbaar wordt gemaakt, opent de deur
voor meer toerisme. Zo is het denkbaar om aan de randen van het Oostvaardersland hoogwaardige hotelfaciliteiten te creëren waar toeristen, gericht op natuur en
cultuur, kunnen verblijven. Een tweede belangrijke kans voor het Oostvaardersland
zit in de dichtbevolkte omgeving. Gelegen tussen Lelystad (70.000 inwoners), Almere (in de toekomst 350.000 inwoners) en in de buurt van Amsterdam (740.000
inwoners) vormt het Oostvaardersland een aantrekkelijk natuurgebied dicht bij huis.
Een trend is dat onder invloed van een toenemende filedruk en hoge brandstofkosten de recreatieve activiteiten zo dicht mogelijk bij huis worden gezocht.
Het avontuur van de natuur
22
Het avontuur van de natuur
ger voor de Economie’, brengt de economische kansen in beeld. In het onderzoek
23
4 Rekenen op de natuur
De natuur in Flevoland is niet gemiddeld. Hier ontstaat topnatuur. Het doel is
natuurlijk dat ook in economisch opzicht een meer dan gemiddelde prestatie wordt neergezet. Om een indicatie van de potentie van het Oostvaardersland te krijgen
maken we op basis van economische prestaties binnen bestaande natuurgebieden een berekening voor de drie economische scenario’s. Om dit beeld te krijgen is het noodzakelijk dat we eerst eens gaan kijken naar datgene wat de natuur in
Nederland gemiddeld per hectare oplevert. Nederland is immers rijk aan natuur, maar vooral ook rijk van natuur.
De vele verschillende soorten natuur die Nederland kent, genereren vaak op
verschillende manieren economische baten. De omvang van deze economische
heid en van het beheerregime, maar bovenal worden de kansen bepaald door de
ruimtelijke constellatie (de aanwezigheid van steden bijvoorbeeld). Door te kijken
naar natuurgebieden in Nederland, de economische effecten die zij genereren en de
wijze waarop deze tot stand komen, is het mogelijk een inschatting te maken van de te verwachten geldstromen rondom het Oostvaardersland. De gebieden die hier als basis fungeren voor het in kaart brengen van de baten van het Oostvaardersland
zijn de Veluwe, het Ooster- en Westerzand, het Dwingelderveld, het Lauwersmeer, het Gooi en de Weerribben-Wieden.
Als het gaat om natuur in Nederland kan men niet om de Veluwe heen. Dit is
het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland en gelegen tussen Zwolle en Arnhem. Het glooiende landschap is zeer afwisselend, met verschillende soorten
bossen, stuifzanden en heidevelden. De exacte oppervlakte van de Veluwe is in veel verhalen verschillend. Dit wordt veroorzaakt door verwarring over het feit van wat precies tot de Veluwe behoort. De term wordt (al dan niet correct) gebruikt voor Nationaal Park de Hoge Veluwe, het Nationaal Landschap Veluwe, het Centraal Veluws Massief of de gehele delta tussen IJssel, Rijn en Gelderse Vallei. Voor dit
onderzoek is de Veluwe het Nationaal Landschap, met daaromheen een kleine rand. Een gebied met een totale oppervlakte van 190.000 hectare. De afwisseling van
landschapstypen zorgt ervoor dat de soortenrijkdom hoog is voor wat betreft de
flora, maar zeker ook aangaande de fauna. Zo komen hier edelhert, damhert, wild
Rekenen op de natuur
baten is afhankelijk van het soort natuur, van de omgeving, van de toegankelijk
27
zwijn, das en vos. Ook zijn er diverse grote grazers in het gebied aanwezig. Door de
veerboot naar Schiermonnikoog vertrekt, maar tegenwoordig bezoeken meer en
hoog. Het gaat dan onder meer om oude graven, essen en enken. Vele binnen- en
vakantiehuizen bedienen verschillende doelgroepen. De randen van het
eeuwenlange bewoning van het natuurgebied zijn de cultuurhistorische waarden buitenlandse recreanten en toeristen weten de weg naar dit Nationaal Landschap de Veluwe te vinden. De Veluwe is voor het Oostvaardersland vooral een goed voorbeeld hoe de buitenlandse toeristen kunnen worden aangetrokken.
Het Ooster- en Westerzand is het meest onbekende natuurgebied dat hier
wordt gebruikt. Dat is ook niet zo gek, want het bevindt zich in een omgeving
waarbinnen de concurrentie groot is. Gelegen in de gemeente Westerveld gaat
aandacht van buitenaf vrijwel automatisch uit naar de twee Nationale Parken die
de gemeente ook rijk is: het Dwingelderveld en Drents-Friese Wold. Het Ooster- en
feit dat het gebied behoorlijk geïsoleerd ligt. Aan de andere kant is dat misschien
juist wel de kracht van het park gezien de rust en stilte die hiermee gepaard gaan.
De lessen die de casus Lauwersmeer te bieden heeft, betreffen met name het feit dat alle economische activiteiten aan de randen van het natuurgebied liggen en dat
deze economische activiteiten een grote vlucht kunnen nemen (zelfs zozeer, dat de kwaliteit van het gebied onder druk kan komen te staan).
Wanneer we ‘het Gooi’ noemen, denken veel mensen buiten het gebied
misschien vooral aan een bepaalde leefstijl en bepaalde bevolkingsgroepen die het
bos en heide. Hierin bevinden zich zowel vennetjes als stuifzanden. Hunebedden en
vele natuur die hier aanwezig is en die hier een bijzonder woon- en werkmilieu
grafheuvels maken de bijzondere geschiedenis van Drenthe inzichtelijk. De rand om het gebied waarin zich bedrijvigheid voordoet, maakte het onderzoeksgebied 4.800 hectare groot. Het is met name de verborgen potentie van dit gebied waarin lessen voor het Oostvaardersland zijn gelegen.
Eén van die Nationale Parken in de buurt van het Ooster- en Westerzand is het
hier heel goed hebben. Dat laatste is zeker het geval en is ook zeker te danken aan de heeft doen ontstaan. Het meest bekend zijn daarbij de economische effecten van de landschappelijke kwaliteiten van het Gooi op het hier aanwezige onroerend goed. Wat dat betreft zijn de lessen van het Gooi voor het Oostvaardersland duidelijk, namelijk dat natuur een aantrekkelijke woon- en leefmilieu creëert.
Tenslotte zijn er de Weerribben-Wieden. In het noordwesten van Overijssel
Dwingelderveld. Op het Dwingelderveld vieren heide en stuifzanden hoogtij. Dit
ligt misschien wel het meest Hollandse landschap van ons land. Rietvelden,
Nederland. Het is om deze reden dat de sterrenwacht zich hier heeft gevestigd en
het gebied. Dat alles onder luchten waarvan we dachten dat die alleen op
natuurlijke cultuurlandschap geldt als één van de stilste en donkerste plekjes van vervolgens tal van andere wetenschappelijke instellingen. Hierdoor heeft zich
binnen het natuurgebied, op een wel erg afgelegen plek, een groot wetenschappelijk centrum gevormd dat het Dwingelderveld overstijgt. De telescoop die hier staat is
onlangs weer in gebruik genomen. Maar het is niet alleen de wetenschap die de rust en de ruimte kan waarderen, want ook veel recreanten weten de weg te vinden
naar het Dwingelderveld. Doordat ook de zorgsector er groot is, is het gebied een
goed voorbeeld van hoe natuur en landschap een rol speelt in het tot bloei komen van de economie.
In het uiterste noorden van Nederland bevindt zich Nationaal Park Lauwers
meer. Dit meer, dat zestig jaar geleden nog ‘de Lauwerszee’ heette, is vooral een ‘Walhalla’ voor veel vogelsoorten. Zowel broed- als trekvogels komen naar het gebied om te genieten van de rust en de ruimte die het gebied kenmerken. De
laatste decennia weten ook hier steeds meer recreanten en toeristen de weg naar het meer te vinden. Eerder gebeurde dit omdat vanaf de rand van het meer de
bloemrijke graslanden, oude molens, binnenvissers en geknotte wilgen kenmerken schilderijen te zien waren. Het interessante van deze casus is dat de lokale
overheden dezelfde proactieve houding hadden als de provincie Flevoland ten aanzien van de ontwikkeling van de natuur en de wijze waarop dit positieve
effecten kan hebben op de regionale economie. In dit geval kwam dat niet zozeer tot uitdrukking in meer natuur, alswel in een vergroting van het Nationaal Park. De
Weerribben waren al een Nationaal Park, maar de Wieden zijn hier aan toegevoegd, waarmee een Nationaal Park van ruim 10.000 hectare is ontstaan. En het einde is nog niet in zicht, want de Friese gemeente Weststellingwerf overweegt om het
grote natuurgebied ‘De Rottige Meente’ ook toe te voegen aan het Nationaal Park. Dat alles vooral ook vanwege de economische kansen die dit biedt.
Rekenen op de natuur
Rekenen op de natuur
Lauwersmeer raken er zo langzamerhand vol van. Dit is verwonderlijk, gezien het
Westerzand is echter eveneens rijk aan natuur- en cultuurhistorie. Op 2.400 hectare
bevindt zich de Havelterberg, een stuwwal ontstaan in de ijstijd, die is begroeid met
28
meer mensen het Lauwersmeer voor het meer zelf. Verschillende villawijken en
29
Door de gebieden te vergelijken, ontstaat een beeld hoe verschillende soorten
Deze potentie wordt afgeleid van het aantal mensen die in de directe omgeving van
sommige gebieden vinden we vooral de zorg terug als benutter van de natuur,
kilometer rond het natuurgebied. Ook is gekeken naar de status van het gebied,
randvoorwaarden kunnen renderen. Dit renderen gebeurt op diverse manieren. In terwijl in andere gebieden toerisme en recreatie de dragende economische
activiteiten zijn. Weer andere gebieden hebben hun economische baten vooral te danken aan het omliggende onroerend goed. Triple E heeft voor elk van de
waarbij wordt nagegaan of het een Nationaal Park, Nationaal Landschap, reservaat of een andere gebiedsaanwijzing betreft.
Vervolgens is gekeken naar het soort toeristen dat het gebied bezoekt.
Hiervoor wordt een schaal aangegeven, waarbij een 1 aangeeft dat het gebied alleen
natuur.1 Daarbij zijn alle cijfers en gegevens zo actueel mogelijk gemaakt. Daarnaast
binnenlandse toeristen als ook buitenlandse toeristen het gebied bezoeken.
kunnen de hier gepresenteerde uitkomsten licht afwijken van de uitkomsten die in de gepubliceerde onderzoeken zijn gepresenteerd doordat ten behoeve van
vergelijkbaarheid en de daarvoor noodzakelijke onderlinge samenhang kleine
aanpassingen zijn gemaakt in de afbakening van het onderzoeksgebied. Met de economische analyse ontstaat niet alleen een beeld van de omzet die in de
verschillende gebieden wordt gerealiseerd, maar ook binnen welke sectoren en met welke bedrijvigheid.
De werkwijze om te komen tot een adequate vergelijking bestaat uit vier
stappen. De eerste stap die we nemen is het gebied bepalen waar de economie van de natuurgebieden zich afspeelt. Dan zien we dat dit doorgaans de oppervlakte
binnenlandse recreanten trekt, terwijl een 5 wil zeggen dat zowel recreanten en
Buitenlandse toeristen zullen bij bezoek aan een natuurgebied namelijk gemiddeld meer geld uitgeven dan binnenlandse toeristen, die weer meer uitgeven dan
recreanten (dagjesmensen). De schaal geeft zodoende aan of en in welke mate
toerisme een rol speelt binnen de geldstromen. Als laatste worden de gebieden
‘gekarakteriseerd’. Dit gebeurt op twee vlakken. Aan de ene kant wordt de meest in
het oog springende eigenschap van de natuur genoemd. In het geval van de Veluwe is dit “Wild”. Het is namelijk het wild waar de Veluwe haar bekendheid aan ontleent. Aan de andere kant wordt gekeken of de benutting van de natuur
hoofdzakelijk plaatsvindt vanuit de recreatie, de zorg, of de kenniseconomie.
In tabel 4.1 is het totaaloverzicht weergegeven voor de omzet. De Veluwe blijkt
van het natuurgebied is plus een rand eromheen, waarbinnen de bedrijvigheid
van de onderzochte gebieden het gebied waar verreweg het meeste wordt verdiend.
hogere omzet wordt behaald dan in een klein(er) gebied. Door de oppervlakte in de
hectare), het feit dat binnen het gebied ondermeer twee Nationale Parken zijn gelegen
zich geconcentreerd heeft. Het zal voor zich spreken dat in een groot gebied een
analyse mee te nemen wordt het mogelijk om hiervoor te corrigeren. In de analyse van de Veluwe is overigens niet gekeken naar de grote attracties rondom (Burgers Bush, Dolfinarium, Apenheul, e.d.) omdat deze het beeld teveel zouden verstoren. Hun activiteiten zijn slechts in zeer beperkte mate te herleiden tot de Veluwse natuur.
Dit is niet heel vreemd, gezien de grote omvang van het onderzoeksgebied (190.000 en dat zich, naast Nederlandse recreanten en toeristen, ook veel buitenlandse
toeristen naar het gebied begeven. Het geld wordt op de Veluwe voornamelijk
verdiend binnen de niet-commerciële dienstverlening, wat in dit geval voornamelijk de zorg betreft. Deze sector is op de Veluwe bijzonder groot. De inkomsten vanuit recreatie en toerisme zijn terug te vinden bij de horeca, de handel (voornamelijk
detailhandel die meer verdient, doordat een gedeelte van de clientèle wordt gevormd door bezoekers van de natuur) en transport (vervoer ten behoeve van toerisme).
1 a. Veluwe: Tom Bade & Olivier van der Schroeff, “De Veluwe verdient beter”, 2007 b. Gooi: Tom Bade, Dirk Faber & Olivier van der Schroeff: “Het Groene geld onder de Gooise Matras”, 2006 c. Ooster- en Westerzand: Tom Bade, Olivier van der Schroeff en Berend van Middendorp, “De Groene impact op de lokale economie”, 2007 d. Dwingelderveld: Tom Bade, Olivier van der Schroeff & Berend van Middendorp, “De groene impact op de lokale economie”, 2007 e. Lauwersmeer: Tom Bade & Berend van Middendorp, “Min of meer Lauwersmeer”, 2008 Weerribben-Wieden: Tom Bade, Reinier Enzerink & Gerben Smid, “Kop en Munt”, 2008
Toch is de opbrengst per hectare voor de Veluwe niet de hoogste. Hier wordt
namelijk per hectare ruim € 7,8 duizend omzet gedraaid, terwijl dit in het Gooi ruim € 8,5 duizend is. De reden is dat zich relatief veel mensen in de omgeving van het
Gooi bevinden. De recreatie die dit oplevert en de bescheiden stroom toeristen die
naar het gebied komen brengen veel geld mee dat vervolgens in het gebied wordt
uitgegeven. Daarnaast is het Gooi niet alleen een aantrekkelijke woonregio, maar is
Rekenen op de natuur
Rekenen op de natuur
het gebied wonen. In dit onderzoek is gekeken naar de bevolking in een straal van 20
hierboven beschreven gebieden, in verschillende studies en volgens dezelfde
methodiek geanalyseerd welke geldstromen te relateren zijn aan de aanwezige
32
Een tweede stap is een ‘correctie’ voor de recreatieve potentie van het gebied.
natuur in verschillende gebieden in Nederland vanuit verschillende
33
het voor verzorgings- en verpleeghuizen ook een aantrekkelijke vestigingslocatie, wat een extra stimulans voor de economie betekent.
De opbrengst in en rondom het Ooster- en Westerzand is de kleinste. Dit ligt in
de lijn der verwachting. Het gebied ondervindt veel concurrentie van een drietal
Nationale Parken (Drents Friese Wold, Dwingelderveld en Weerribben-Wieden), terwijl het zelf vrij onbekend is. Hierdoor zijn het vooral lokale recreanten die het
Kenmerken natuurgebieden Nederland (omzet)
gebied weten te vinden, maar heel veel mensen wonen er ook niet in de directe
Ooster- en
Gooi
Dwingelder-
120.046
48.446
Wieden
meer
Westerzand
Totale omzet in EUR’000
1.488.583
104.305
36.128
4.993
meest actief is. Hier speelt de kenniseconomie een belangrijke rol in de lokale econo-
Horeca
348.161
53.186
7.572
3.009
62.763
14.840
Zakelijke dienstverlening
4.878
7.812
2.234
-
1.733
16.839
Niet-commerciële dienstverlening
1.061.345
27.422
17.592
1.984
35.733
16.270
nent ontstaan. Het Nationaal Park levert een belangrijke bijdrage aan de economie
Transport
7.384
752
2.829
-
8.525
-
van de regio.
Handel
66.815
15.133
5.902
-
11.291
497
opvalt, is dat in de Weerribben-Wieden relatief veel mensen werken. Dit komt door
Oppervlakte gebied in ha
190.000
30.200
5.500
4.800
14.000
6.100
Bevolking op max 20 km afstand
2.330.120
258.790
104.380
257.570
1.265.340
212.870
legenheid in de kop van Overijssel. Verder komt het beeld overeen met dat van de
Status
Nationale
Nationaal
Nationaal
geen status
Reservaat
Nationaal
mie. Dankzij de rust en de donkerte van de natuur is een sterke economische compo-
In tabel 4.2 is een zelfde overzicht gemaakt voor de werkgelegenheid. Wat
Rekenen op de natuur
Weerribben Lauwers-
omgeving. In totaal wordt net duizend euro per hectare verdiend. Het
Dwingelderveld is het natuurgebied waarbinnen de zakelijke dienstverlening het
36
Veluwe
de arbeidsintensieve horecasector, die daardoor van groot belang is voor de werkgeomzetten. Deze analyse geeft aan hoe natuur in Nederland rendeert. Op basis van de kenmerken van de natuurgebieden en de omzetten per hectare is het nu mogelijk een voorspelling te doen over de geldstromen, die ontstaan voor nieuwe natuur zoals het Oostvaardersland.
veld
Parken
Park
Park
Soort recreatie
5
3
4
1
2
3
Kenmerk gebied
wild
nat
rust
onbekend
bossen
donker
Kenmerk economie
Zorg en
Recreatie
Zorg en
Recreatie
Kennis en
Kennis en
recreatie
recreatie
recreatie Omzet in EUR ‘000 per hectare
7,83
Park
recreatie 3,45
6,57
1,04
8,57
7,94
1,38
0,63
4,48
2,43
Gemiddelde omzet in EUR’000 per hectare naar sector: Horeca
1,83
1,76
Zakelijke dienstverlening
0,03
0,26
0,41
-
0,12
2,76
Niet-commerciële dienstverlening
5,59
0,91
3,20
0,41
2,55
2,67
Transport
0,04
0,02
0,51
-
0,61
-
Handel
0,35
0,50
1,07
-
0,81
0,08
Tabel 4.1: Kenmerken natuurgebieden Nederland: kentallen omzet
Kenmerken natuurgebieden Nederland (werkgelegenheid) Veluwe Totale werkgelegenheid
23.811
Weerribben Lauwers-
Ooster- en
Wieden
meer
Westerzand
2.102
411
47
Gooi
Dwingelderveld
2.378
684
Horeca
7.900
1.424
194
22
1.717
290
Zakelijke dienstverlening
50
46
26
-
17
166
Niet-commerciële dienstverlening
14.802
277
162
25
351
215
Transport
36
76
18
-
34
-
Handel
1.024
279
12
-
259
13
Oppervlakte gebied in ha
190.000
30.200
5.500
4.800
14.000
6.100
Bevolking op max 20 km afstand
2.330.120
258.790
104.380
257.570
1.265.340
212.870
Status
Nationale
Nationaal
Nationaal
geen status
Reservaat
Nationaal
Parken
Park
Park
Soort recreatie
5
4
3
1
2
2
Park
Kenmerk gebied
wild
nat
rust
onbekend
bossen
donker
Kenmerk economie
Zorg en
Recreatie
Zorg en
Recreatie
Kennis en
Kennis en
recreatie
recreatie
0,17
0,11
recreatie Werkgelegenheid per hectare
0,13
recreatie 0,07
0.07
0.01
Gemiddelde werkgelegenheid per hectare naar sector: Horeca
0,04
0,05
0,04
0,00
0,12
0,05
Zakelijke dienstverlening
0,00
0,00
0,00
--
0,00
0,03
Niet-commerciële dienstverlening
0,08
0,01
0,03
0,01
0,03
0,04
Transport
0,00
0,00
0,00
-
0,00
-
Handel
0,01
0,01
0,00
-
0,02
0,00
Tabel 4.2: Kenmerken natuurgebieden Nederland: kentallen werkgelegenheid
5 Een goed begin
Met het realiseren van het Oostvaarderwold wordt één van de meest bijzondere
natuurgebieden van Nederland, de Oostvaardersplassen, verbonden met één van de
meest uitgestrekte natuurgebieden, de Veluwe. Dat zich prachtige, nieuwe natuur gaat vormen is meer dan zeker. Voor de economische benutting van het gebied bestaan
verschillende scenario’s. Elk van de scenario’s zet in op een andere economische sector.1 Drie varianten worden onderscheiden, te weten: ‘OerHolland’ ((inter)nationaal toerisme en recreatie), ‘Groene Buitenplaatsen’ (care & cure en recreatie) en
‘EcologyDelta’ (duurzame kenniseconomie). In dit hoofdstuk wordt een schatting
gegeven van de mogelijke omzet die direct samenhangt met natuur en landschap vanuit de drie scenario’s en aan de hand van de eerdergenoemde kentallen.
natuur in het Oostvaardersland en de ligging, te weten in de regio Amsterdam, dichtbij Schiphol, aansluiting bij het Gooi en de Veluwe en in de buurt van verschillende
universiteiten, is Flevoland een regio waar de bevolking niet afneemt maar sterk
toeneemt. Woonden hier in 2000 nog 317.000 personen in 2008 was de bevolking
gegroeid tot 379.000. Al neemt de laatste jaren de groei iets af, de voorspellingen zijn dat het aantal inwoners in Flevoland toch verder groeit tot 533.000 in 2030. In geen enkele andere provincie neemt de beroepsbevolking zo sterk toe. In de figuur op de volgende bladzijde is de procentuele verandering van de beroepsbevolking tussen 2004 en 2024 weergegeven.2
Het is zeer waarschijnlijk dat deze huidige en toekomstige bewoners hechten
aan natuur en landschap. In 2004 deed het NIPO in opdracht van Natuurmonumen ten een groot onderzoek naar het belang van natuur- en landschapsbescherming. Maar liefst 96% van de Nederlanders gaf in dit onderzoek aan natuur en milieu
belangrijk te vinden.3 Dit geldt trouwens ook voor de toekomstige generaties. Uit
een onderzoek van Trendbox uit 2005 bleek dat jongeren zich grote zorgen maken over de achteruitgang van de natuur in Nederland. Uit dit onderzoek bleek tevens dat álle jongeren zich méér zorgen maken over natuur en milieu dan over
1 ZKA (2009) Oostvaardersland. Ecologie als drager van de economie, in opdracht van provincie Flevoland 2 Derks, W. (2004) Vergrijzing en regionale markten 3 Onderzoek uitgevoerd door het NIPO in opdracht van Natuurmonumenten, 2004
Een goed begin
De drie varianten zijn allen kansrijk. Naast de aanwezigheid van hoogwaardige
41
Limburg
Bijdrage van bewoners en bedrijven als Beschermer, Consument en Kiezer
Zeeland
Bewoners
Bedrijven Beschermer
Drenthe
+
Noord-Brabant
ondernemen
Gelderland Friesland
+
Activiteiten om het landschap elders te beschermen
+
Lidmaatschap van/donatie aan organisaties voor landschap Consument
NEDERLAND +
Noord-Holland Overijssel
+
Zuid-Holland
Landschap als woonmotief, vestigings- en inkomensfactor Recreatie in gebied
+
Interesse in mogelijkheden van gebied voor bedrijf
+
Gewenste verplichte bijdrage gebruikende burgers/bedrijven Kiezer
Utrecht
+
Flevoland
+
-10
0
10
20
30
terrorisme. Ongeveer 65% van de ondervraagde jongeren vond dat te veel natuur uit Nederland verdwijnt. Daarmee stond ‘natuur’ als thema, na zorgen over de economie, tweede op de lijst van hun prioriteiten.
4
Deze onderzoeken zijn natuurlijk een paar jaar oud, maar ook recente onder-
zoeken wijzen uit dat deze preferenties niet zijn veranderd . Het LEI heeft in maart
van dit jaar nog een onderzoek uitgebracht, gericht op het in kaart brengen van de
behoeften van mensen aan natuur en landschap. Voor vier ‘voorbeeldgebieden’ is 5
aan de hand van interviews/enquêtes de bijdrage van bewoners en bedrijven als
‘beschermer’, ‘consument’ en ‘kiezer’ onderzocht (zie figuur 5.2). Uit het onderzoek
blijkt, dat zowel burgers als bedrijven vinden, dat het landschap beter moet worden beschermd en beiden hebben daar ook iets voor over. Zowel burgers als bedrijven zijn het er over eens dat een mooi landschap bijdraagt aan de welvaart. Natuur,
recreatie, rust en ruimte en behoud van monumenten zijn de belangrijkste extra
gewenste maatschappelijke functies. Het landschap is zowel een woonmotief als
4 Trendbox, 2005, Young Mentality Onderzoek 5 LEI (Ronald de Graaff en Greet Overbeek (maart 2009) Investeren in het landschap. Bewoners en bedrijven in Amstelland, binnenveld, Het Groene Woud en Ooijpolder-Groesbeek, rapport 2009014
+
Offerbereidheid
40
F iguur 5.1: procentuele verandering van de beroepsbevolking tussen 2004 en 2024
een vestigingsfactor dat kansen biedt.
Interesse in lokale plannen
F iguur 5.2: Bijdrage bewoners en bedrijven aan het landschap (LEI)
De drie varianten sluiten ook aan bij andere marktontwikkelingen. In 2004
groeide het ecotoerisme/natuur drie keer zo snel als de toeristische industrie in zijn
geheel. Analisten voorspellen een groei in ecoresorts en hotels, een ‘boom’ in natuurtoerisme – een sector die al met 20% per jaar groeit – en suggereren dat snelle
omschakeling naar duurzaam toerisme zal leiden tot marktwinsten.6 Ecotoerisme is
verantwoordelijk voor 20% van het internationale toerisme. De Wereldhandels
organisatie (WTO) voorziet dat wereldwijd het aantal internationale toeristen zal stijgen van 613 miljoen in 1997 tot 1,6 miljard in 2020 en de inkomsten zullen toenemen
van $ 443 miljard in 1997 tot meer dan $ 2 triljoen in 2020.7 De verwachtingen zijn dus dat de toeristische sector op de lange termijn zal blijven groeien, mede als gevolg van de vergrijzing. Uit onderzoek van zowel de Kamer van Koophandel als de Rabobank
blijkt ook dat een sterke toeristische sector van belang is voor een sterk en vitaal platteland: deze draagt in belangrijke mate bij aan het in stand houden van het voorzie-
ningenniveau op het platteland. De toerisme- en recreatiesector is bovendien arbeidsintensief en levert vooral ook banen op voor middel- en lageropgeleiden. De sector wordt gezien als een goed alternatief voor de productiesectoren.
6 Bron: fact sheet: Global Ecotoerism, the international ecotourism society. 7 ZKA (2009) Oostvaardersland. Ecologie als drager van de economie, in opdracht van provincie Flevoland
Een goed begin
Een goed begin
+
+
Groningen
42
Activiteiten in het kader van maatschappelijk verantwoord
43
Ook de wellnesssector is een groeisector. Deze profiteert van de toenemende
vrije tijd en de vergrijzing. Bovendien is er niet alleen meer aandacht voor
persoonlijke verzorging en gezondheid bij zowel mannen als vrouwen, maar is er ook een groeiende behoefte vanuit de ontwikkeling van welvaartsziekten als burn-out
en overgewicht (obesitas). Wellness is zowel een fysieke noodzaak als een belevenis. Het aantal bedrijven gericht op ontspanning is sinds 1993 met bijna 350%
toegenomen (zie figuur 5.3). De ondernemingen zijn de laatste jaren ook steeds groter geworden. Sinds het jaar 2000 zijn er bedrijven met meer dan 50 medewerkers, sinds 2005 zelfs bedrijven met meer dan 100 medewerkers. In totaal werkten in 1993 nog 1500 werknemers in deze sector. In 2006 betrof dit 11.000 arbeidsplaatsen.
De duurzame kennissector is eveneens een sector met toekomstperspectief.
Van oudsher is Nederland een innovatief land, waarvan Flevoland zelf één van de voorbeelden is. Het inpolderen van hele stukken land was in die jaren uniek in de
wereld. Nu winnen Nederlandse bedrijven land en beschermen het tegen de zee in polders heeft Nederland zich van oudsher ook ontwikkeld voor wat betreft de
hoofdbestemming, maar die liever niet in de stad verblijven. Deze resorts hebben een
groen karakter en voldoen aan alle huidige comforteisen zoals wellness, edutainment, adequate horeca, etc. Een goede bereikbaarheid van Amsterdam staat centraal. Het Oostvaardersland krijgt ecologie van bovenregionale betekenis waarbinnen de
activiteiten zich richten op een (inter)nationale markt met de nodige allure die uitstekend past bij de ambities van zowel Flevoland als Amsterdam.
Op basis van bovenstaande strategie wordt het mogelijk een beeld te krijgen
van de geldstromen en werkgelegenheid die zich zullen vormen rondom het
Oostvaardersland. Hiervoor worden de in het vorige hoofdstuk geconstrueerde kentallen gebruikt. De omschrijving van deze strategie maakt het mogelijk om per economische sector een referentiegebied te kiezen. Doordat de gemiddelde omzet per
hectare bekend is, is het vervolgens mogelijk om tot een verwachte omzet voor het gehele Oostvaardersland te komen. Hierbij wordt uitgegaan van een totaal onderzoeksgebied van 15.000 hectare (natuur en kleine rand daaromheen).
In OerHolland wordt de focus gelegd op recreatie en toerisme. Dit betekent dat
winning van energie uit wind. De molens zijn daar een typisch Nederlands product
vooral de sectoren die hiervan afhankelijk zijn een omzetgroei mogen verwachten. De
en 2007 is het aantal windmolens in Nederland met 25% toegenomen. Het winnen
gekeken naar het soort natuur. De wildernisnatuur die binnen het Oostvaardersland
geworden. Windenergie is een product dat al jaren aan de weg timmert. Tussen 2006 van energie uit verschillende natuurlijke processen (wind, getijden, zon, biomassa, …) is een thema dat steeds pregnanter wordt. De ontwikkeling van kennis is binnen een economie één van de producten waarin zich de meeste meerwaarde bevindt. De
mondialisering van de economie heeft geleid tot vertrek van veel productiewerk
naar lagelonenlanden. Landen die door hun welvaart hoge lonen kennen moeten
zich voornamelijk differentiëren op kwaliteit. Deze kwaliteit wordt gevonden in de kenniseconomie. Juist voor de ‘producten’ die hierboven zijn genoemd (energie, water) is de behoefte aan innovatie groot. Kortom: Flevoland vormt de ideale
vestigingslocatie voor een economie die voor Nederland veel meerwaarde genereert en waarnaar de mondiale behoefte groot is. Het Oostvaardersland is hierin een ontwikkeling die als drijvende kracht zou kunnen functioneren.
We zullen nu de drie varianten doorrekenen. Kijken we eerst naar de variant
OerHolland., dan wordt het volgende aangegeven: ‘Binnen de variant OerHolland
wordt ingezet op ecotoerisme waarbinnen de intensieve en hevige interactie met de
natuur in de activiteiten voor een unieke natuurbeleving zorgen. De toevoeging van concentraties flora en fauna in combinatie met de polders zorgt voor een optimale
natuurbeleving. Hierdoor is de ecologie goed te exploiteren. Daarbij wordt ook ingezet
belangrijkste sector is de horeca. Om de juiste kentallen te kiezen is in eerste instantie beleefbaar moet worden, lijkt qua voorkomen van flora en fauna het meest op de Veluwe, met veel bossen en veel wild. Aan de andere kant is de situatie voor het
Oostvaardersland op dit punt toch behoorlijk anders. Enerzijds omdat het nieuwe natuur betreft en daardoor direct economische constructies in het gebied kunnen
worden geplaatst om de beleving optimaal te maken, maar voornamelijk omdat er
relatief veel mensen in de directe omgeving wonen. Deze situatie doet meer aan het Gooi denken. Op de Veluwe wordt jaarlijks in de horeca € 1,84 duizend omgezet,
tegenover € 4,48 duizend in het Gooi. Voor de toekomst van het Oostvaardersland
wordt het gemiddelde van deze twee genomen. Hierdoor wordt jaarlijks bijna € 3,16 duizend per hectare aan omzet verwacht voor de horecasector.
Twee andere sectoren die afhankelijk zijn van toerisme en recreatie zijn
transport en handel. Hierbij geldt dat het aantal mensen dat in de omgeving woont
en de recreatiemogelijkheden van groter belang zijn dan het soort natuur dat wordt
gecreëerd. Omdat het gebied qua ruimtelijke constellatie het meest lijkt op het Gooi,
worden voor deze sectoren de gemiddelde omzetten per ha. van het Gooi gebruikt. Dit betekent een uiteindelijke omzet voor transport van ruim € 9 miljoen en voor handel van ruim € 12 miljoen.
Een goed begin
46
Een goed begin
het Midden-Oosten, in China en in de Verenigde Staten. Met het droogleggen van
op ontwikkeling van resorts voor verblijftoeristen met Amsterdam als
47
Voor de zakelijke dienstverlening ligt de zaak precies omgekeerd. Bedrijven
binnen deze sector vestigen zich in een bepaalde regio omdat het een aantrekkelijke
Totale omzet in EUR’000
82.603
beter vergelijkingsmateriaal biedt. Nu is het zo dat het Oostvaardersland een
Horeca
47.366
gunstiger ligging heeft, waardoor hogere omzetten te verwachten zouden zijn.
Echter, omdat niet direct wordt ingezet binnen OerHolland op stimulering van de
sector wordt de situatie op de Veluwe als referentie gebruikt. Hierdoor is een omzet
Zakelijke dienstverlening
krijgen. De belangrijkste bedrijfstak binnen deze sector is de zorg. Omdat in dit
Omzet in EUR ‘000 per hectare
eigen plek veroveren binnen het gebied. Dit maakt de voorspelling van een impuls
Oppervlakte gebied in ha
onzeker. Omdat de constellatie van het gebied lijkt op de situatie van de
Weerribben-Wieden, waar ook niet specifiek op zorg wordt ingezet, maar waar het Weerribben-Wieden als vergelijking gebruikt. Een uiteindelijke omzet van € 910
per hectare per jaar is hiermee te verwachten.
Al met al leidt dit tot een natuurgerelateerde omzet van ruim € 82 miljoen per
jaar op het moment dat het scenario OerHolland wordt uitgewerkt. Dit levert een
9.134 12.098 5,51 15.000
Bevolking op max 20 km afstand
923.380
Status
geen
Soort recreatie Kenmerk natuur Speerpunt economie
5 Wild en nat Recreatie
Totale werkgelegenheid
1.687
werkgelegenheid op van 1687 arbeidsplaatsen, waarvan ongeveer tweederde deel binnen de horecasector. De cijfers en gebruikte karakteristieken worden samengevat in tabel 5.1.
Kijken we naar het tweede scenario ‘Buitenplaatsen’, dan lezen we het
Tabel 5.1: Verwachte geldstromen op basis van het scenario OerHolland
‘Buitenplaatsen’ zal voornamelijk ruimte hebben voor niet-commerciële
volgende: ‘Groene Buitenplaatsen’ zet in op de fundamentele behoefte van de
dienstverlening (leisure & zorg) en voor horeca en wellness. De toegankelijkheid,
productiefocus van het leven in de steden worden als het ware gecompenseerd door de
dit geen garantie voor succes. In de vrije markt zijn de zorgsector en de leisure-sector
stedeling om met zijn omgeving in balans te blijven. De dynamiek, stress en
‘spirituele’ ervaringen in de natuur. Deze ecologie en natuurbeleving worden optimaal ervaren in de overzichtelijke landgoederen met rust, ruimte, sociale contacten en
wellnessfaciliteiten. In deze visie worden in het Oostvaardersland buitenplaatsen ontwikkeld die extensieve buitenrecreatie op routes door het het gehele
Oostvaardersland en de omgeving (Gooi, Veluwe, etc,) verbinden met intensieve
voorzieningen voor leisure en wellness. In de buitenplaatsen staan recreatiewoningen die individualiteit bieden, maar ook optimale condities meebrengen voor sociale interactie : ‘groene’ faciliteiten die natuurbeleving en rust verbinden met ontspanning, wellness, spiritualiteit en eten & drinken’.
uniciteit en kwaliteit van de natuur bieden hier zeker mogelijkheden voor. Toch is
langzaam maar zeker ook elders aan het opkomen, maar hoe deze ontwikkelingen zich precies doorzetten is onzeker. De sterkste ‘natuurlijke’ regio in Nederland, als het gaat om leisure & zorg, is de Veluwe. Hier bevinden zich zorgcentra,
bejaardenhuizen, wellnesscentra en psychiatrische inrichtingen, juist dankzij de natuur en de rustgevende en heilzame werking die daarvan uitgaat. De Veluwe geeft daarmee de potentie aan van wat mogelijk is. Toch is niet zonder meer
gekozen voor de Veluwe als referentiegebied, daarvoor moet het Oostvaardersland zich nog teveel bewijzen. Nationaal park Lauwersmeer is echter een voorbeeld van
een gebied dat zich hierin aan het bewijzen is. Aan de randen van het meer verrijzen
Een goed begin
landschap wel uitnodigt tot een basisniveau van zorg, worden de cijfers van
13.620
Transport
te verwachten binnen deze sector van ‘slechts’ € 385 duizend per jaar.
scenario in Oostvaardersland niet specifiek wordt ingezet op zorg moet deze een
385
Niet-commerciële dienstverlening Handel
Tenslotte zal ook de sector niet-commerciële dienstverlening een impuls
Een goed begin
OerHolland
vestigingslocatie betreft. De bedrijven die daarbij de natuur leidend laten zijn,
kijken in hun keuze ook naar het soort natuur. Vandaar dat de situatie op de Veluwe
50
Geldstromen Scenario OerHolland
51
hoogwaardige leisure- en zorgfaciliteiten. Het Lauwersmeer ligt echter in het
uiterste noorden van Nederland, ver van de stedelijke centra en is daardoor ook
Totale omzet in EUR’000
gemiddelde omzet per hectare van de Veluwe en van het Lauwersmeer. Dit betekent
Horeca
een totale omzet binnen de niet-commerciële dienstverlening van ruim € 65 miljoen per jaar.
Toch lijkt de gekozen strategie erg op de situatie rond het Lauwersmeer.
Omzet in EUR ‘000 per hectare
laatste sector geldt dat voornamelijk de al aanwezige detailhandel zal profiteren. De
Oppervlakte gebied in ha
terwijl de handel € 16 miljoen per jaar meer omzet zal beleven.
voor recreatie en toerisme van grote toegevoegde waarde zijn. Waar voor het vorige scenario de Veluwe en het Gooi als referentie werd gekozen zou dat in dit scenario
waarschijnlijk een overschatting betekenen. In deze constellatie doet het beeld voor recreatie en toerisme meer denken aan de Weerribben-Wieden in de kop van
Bevolking op max 20 km afstand
374 16.096 7,66 15.000 923.380
Status
geen
Soort recreatie Kenmerk natuur
3 Wild en nat
Speerpunt economie
Zorg
Totale werkgelegenheid
1.653
Overijssel. Bijkomend voordeel is dat het soort natuur enigszins overeenkomt,
omdat het ook in de kop van Overijssel voornamelijk natte natuur betreft. Vooral
het soort recreatie dat we mogen verwachten, namelijk dagjesmensen zonder al te veel focus op (inter)nationaal toerisme, maakt het mogelijk dit scenario voor de
Tabel 5.2: Verwachte geldstromen op basis van het scenario Buitenplaatsen
Kijken we naar de derde variant, de ‘Ecology Delta’, dan lezen we het volgende:
sectoren Horeca en Transport aan de Weerribben-Wieden te koppelen. Dit betekent
‘EcologyDelta is een werkcampus en een technologiecentrum met een grote
horecasector en e 20 per hectare voor de natuurafhankelijke transportsector
(energie, voedingsmiddelen, materialen, etc.). De campus biedt moderne voorzieningen
een omzet van e 1760 per hectare Oostvaardersland voor wat betreft de
Hiermee wordt duidelijk dat ‘Buitenplaatsen’ een jaarlijkse omzet zal genereren van e 115 miljoen per jaar. De werkgelegenheid komt op 1653 arbeidsplaatsen, waarvan bijna de helft binnen de niet-commerciële dienstverlening. De cijfers zijn samengevat in tabel 5.2.
verscheidenheid van hightechbedrijven die allen zijn gefocust op duurzaamheid
voor internationaal georiënteerde technici. Door gemeenschappelijk gebruik van dure
apparatuur, diensten en kennis worden technologische doorbraken met betrekking tot duurzaamheid bevorderd. De omgeving van het Oostvaardersland biedt zowel rust als
condities voor optimale concentratie en ontspanning in de natuur, waar bèta’s behoefte aan hebben. Tegelijkertijd zijn de steden, de luchthaven en de universiteiten niet ver weg. EcologyDelta stimuleert interactie en teamwork en de werkcampus is hierop
ingericht door gemeenschappelijke architectuur en campussport. De internationale groene kenniswerkers ontmoeten elkaar in de verschillende gemeenschappelijke ruimtes in een inspirerende omgeving.’
Een goed begin
Naast de focus op hoogwaardige zorgfaciliteiten en wellness zal de natuur ook
6.092 65.884
Transport
ontstaan als gevolg van de nieuwe zorg- en wellnessactiviteiten wordt daarom het
zakelijke dienstverlening zal hierdoor jaarlijks meer dan €6 miljoen meer omzetten,
26.417
Niet-commerciële dienstverlening
Zorgfaciliteiten en wellnessmogelijkheden in een verder voor recreanten minder
kental gebruikt dat voortkomt uit het Lauwersmeer, evenals voor de handel. Voor deze
114.863
Zakelijke dienstverlening
Handel
aantrekkelijk landschappelijke omgeving. Voor de zakelijke dienstverlening, die zal
Een goed begin
Groene Buitenplaatsen
weer niet in zijn geheel te vergelijken met het Oostvaardersland. Om een beeld te geven van de kansen van het Oostvaardersland wordt daarom gekeken naar de
54
Geldstromen Scenario Groene Buitenplaatsen
55
In de beschrijving van de scenario’s wordt als voorbeeld voor dit scenario de
Totale omzet in EUR’000
natuur om een prettige werkomgeving te creëren, vinden we in Nationaal Park
Horeca
27.486
Zakelijke dienstverlening
41.407
Niet-commerciële dienstverlening
13.620
Dwingelderveld, waar de donkerte en de rust wordt gebruikt om sterrenonderzoek te laten plaatsvinden. Behalve de telescoop trekt het Dwingelderveld veel bèta’s. Deze mensen zijn werkzaam binnen de zakelijke dienstverlening en deze sector floreert
dan ook op deze ongebruikelijke plek. Doordat binnen dit scenario ingezet wordt op Dwingelderveld. In dat geval is een omzet van ruim € 41 miljoen te verwachten.
Omzet in EUR ‘000 per hectare
maar door de focus op de kenniseconomie zal de ‘benutting’ lager zijn. Dankzij de
Oppervlakte gebied in ha
Ook hier zullen de recreatieve-, toeristische- en de zorgsector zich ontwikkelen,
natuurwaarden, met zichtbaar en beleefbaar wild en verschillende natuurtypen, is het te verwachten dat de horecasector eenzelfde benutting per hectare kent als op de
Veluwe. Binnen de horeca wordt hierdoor een omzet van € 27 miljoen verwacht. De
en recreatiemogelijkheden, waardoor de kentallen vanuit het Gooi zijn
overgenomen. De transportsector zal jaarlijks € 9,1 miljoen aan natuurgerelateerde
omzet kennen, terwijl de sector handel jaarlijks ruim € 12 miljoen van de omzet aan
9.134 12.098 6,92 15.000
Bevolking op max 20 km afstand
923.380
Status
geen
Soort recreatie
2
Kenmerk natuur
Wild en nat
Speerpunt economie
Kenniseconomie
Totale werkgelegenheid
1.482
het Oostvaardersland te danken heeft.
Binnen scenario ‘Ecology Delta’ zullen zich in het gebied ook leisure- en
zorginstellingen vestigen. Het zal alleen niet in de orde van grootte zijn zoals dat het
Tabel 5.3: Verwachte geldstromen op basis van het scenario ‘Ecology Delta’
geval was binnen het scenario Buitenplaatsen. Om een inschatting te maken van de
nieuwe natuur in elk van de scenario’s nieuw wordt gecreëerd. Hierbij geldt dus
wordt evenmin op leisure & zorg ingezet terwijl het landschap enigszins
verplaatst. Nee, zowel de omzetten als de werkgelegenheid worden gecreëerd, en
leisure & zorg die zich gaat voordoen is gekeken naar de Weerribben-Wieden. Daar
overeenkomstig is. Hiermee is te verwachten dat de niet-commerciële dienstverlening € 13,6 miljoen aan omzet oplevert. Inzetten op de kenniseconomie middels het
scenario ‘Ecology Delta’ zal leiden tot een omzet van bijna € 104 miljoen en 1482 arbeidsplaatsen. De cijfers worden samengevat in tabel 5.3.
De drie scenario’s laten zien dat de natuur een economische factor van
niet dat bijvoorbeeld zorg vanuit Almere naar het Oostvaardersland wordt dus niet verplaatst, als gevolg van de komst van een groot aaneengesloten
natuurpark. Daarmee is inzetten op natuur, of dit nu met recreatie, zorg of kennis wordt aangevuld, de beste strategie voor Flevoland. Omzet en werkgelegenheid naar scenario OerHolland
betekenis kan zijn. Ongeacht het scenario dat wordt uitgevoerd, zijn de geldstromen aanzienlijk. Dit betekent echter niet dat bovengenoemde omzetten de winst is van
het creëren van het OostvaardersWold en daarmee de creatie van de Oostvaarders plassen, want ook nu al zijn er bedrijven in de regio die baat hebben bij danwel de aanwezigheid van de Oostvaardersplassen, danwel van het Horsterwold. Daarbij moet worden benadrukt dat de omzetten die worden behaald als gevolg van de
Totale omzet in EUR’000
82.603
Totale werkgelegenheid
1.687
Omzet in EUR ‘000 per hectare
5,51
Tabel 5.4: Omzet en werkgelegenheid naar scenario
Groene Buitenplaatsen
Ecology Delta
114.863
103.746
1.653
1.482
7,66
6,92
Een goed begin
sectoren transport en handel zijn ook hier afhankelijk van de bevolkingsdichtheid
103.746
Transport Handel
de kenniseconomie, wordt de sector zakelijke dienstverlening gespiegeld aan het
Een goed begin
Ecology Delta
situatie van Eindhoven gebruikt, waarbij groen wordt ingezet om een hoogwaardige
kennisinfrastructuur op te zetten. Echter, hét voorbeeld van het effectief inzetten van
56
Geldstromen Scenario Ecology Delta
57
xxxx xxx
Xxxxx xxxxx xx
59 58
6 Epiloog: Nieuwe natuur, nieuwe kansen In Flevoland wordt hard gewerkt aan de vijfde stad van Nederland. Hier in het noord westen van de polder leven straks 350.000 mensen. Deze mensen willen allemaal
goede verbindingen hebben met hun omgeving en dus worden er onder meer wegen aangelegd, om de grote steden Almere en Amsterdam als kerngebieden van de soort homo sapiens met elkaar te verbinden. Daarnaast wordt in Flevoland hard gewerkt aan het creëren van werkgelegenheid, opdat mensen niet te ver hoeven te reizen.
Het mooie van de ruimtelijke constellatie van Almere is, dat naast deze
Oostvaardersplassen. In tegenstelling tot Almere, dat is ontstaan volgens strakke
architectonische planning, zijn de Oostvaardersplassen ontstaan als gevolg van een ongelukje: een wat groot uitgevallen ‘overhoekje’ zullen we maar zeggen. Echter, dat is ook zoals Moeder Natuur graag haar meesterwerken laat ontstaan; op
ongebruikelijke plaatsen, op een ongebruikelijke manier en vol verrassingen en zo vinden we dus in Flevoland twee hot spots naast elkaar: een economische en een ecologische hot spot.
Natuurgebieden verbinden populaties en soorten zodat ook zij ongestoord van
A naar B kunnen trekken. Maar natuurgebieden verbinden al lang niet meer alleen leefgebieden van planten en dieren, ze verbinden ook mensen met hun
leefomgeving, ze verbinden mensen met schoonheid, met rust en ruimte en
misschien verbinden ze wel mensen met zichzelf en met anderen. Dat is het mooie van de Ecologische Hoofdstructuur: deze groene infrastructuur biedt de
mogelijkheid tot talloze nieuwe verbindingen. Dat laat vooral ook het Oost
vaardersland zien, waarbij misschien wel de meest belangrijke nieuw ontstane verbinding die tussen ecologie en economie is.
De berekeningen in deze studie hebben immers laten zien dat, welk scenario
ook wordt gekozen, de baten aanzienlijk zijn. Daarmee is ook een duidelijk
handelingsperspectief voor de provincie naar voren gekomen. Investeren in het Oostvaardersland is goed voor de regionale economie en de werkgelegenheid. Nieuwe natuur levert nieuwe economische kansen op voor de provincie en
legitimeert de inspanningen en beoogde investeringen. Winst voor de natuur is winst voor de mens, is winst voor de economie en is winst voor onze welvaart.
Epiloog: Nieuwe natuur, nieuwe kansen
nieuwe stad ook een waardevol natuurgebied is gesitueerd: namelijk de
61
Colofon
Auteur: Foto’s: Vormgeving:
Tom Bade, Berend van Middendorp, Gerben Smid Ruud Lardinois p. 58 Zanastardust, M. Prinke p. 59 Yme Bosma, Cayetano Bart Potma, Emile Doorman; Studio Imago, Amersfoort
Met dank aan: Hermien Nieuwenhuijsen en Nathalie Morsink Deze uitgave is gemaakt in opdracht van:
64
Colofon
Provincie Flevoland
Dit boek is een uitgave van Triple E Productions. Kenniscentrum Triple E
Sweerts de Landasstraat 46 6814 DG Arnhem 026-3701481
www.tripleee.nl
Mei 2009