Belangrijke informatie voor de verzorgings- en verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties over de handelswijze bij Nieuw e Influenza A (H1N1)
Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) (“Mexicaanse Griep”) is door de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) uitgeroepen tot pandemie. De WHO en het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) verwachten mogelijk in augustus 2009 al een grote uitbraak van deze grieppandemie in ons land. Dit omdat in de afgelopen periode steeds meer mensen Nieuwe Influenza A hebben gekregen en het aantal besmette mensen in Europa snel en sterk is gestegen. Daarnaast verwacht men een uitbraak van het virus als vakantiegangers terugkeren naar eigen land en weer aan het werk gaan. Hoe herkent u Nieuwe Influenza A (H1N1)? De verschijnselen van Nieuwe Influenza A (H1N1) lijken op gewone griep (koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn, moeheid en droge hoest). Na een besmetting kan het een tot zeven dagen duren totdat er griepverschijnselen optreden. Behandeling Nieuwe Influenza A (H1N1) verloopt doorgaans mild, vergelijkbaar met een seizoensgriep. Na enkele dagen koorts zijn de meeste mensen hersteld. In het algemeen wordt routinematige toediening van antivirale middelen dan ook niet noodzakelijk geacht. Voor u is het van belang te weten dat behandeling wel geïndiceerd is bij risicopatiënten én bij patiënten met een gecompliceerd beloop van griep. Tot die risicopatiënten behoren ook personen die normaal in aanmerking komen voor de griepvaccinatie (personen met een leeftijd >60 jaar of met een onderliggende medische conditie). De volledige tekst over de risicogroepen is te vinden op: www.rivm.nl/nieuwe-influenza/artsen. We raden u aan om deze tekst te raadplegen. Op basis van voortschrijdend inzicht kan herijking van het beleid noodzakelijk zijn. Hygiëne Ter voorkoming van verspreiding van Nieuwe Influenza A (H1N1) is het van belang om goede hygiëne na te leven. Het griepvirus zit in druppeltjes snot, slijm en speeksel. Door praten, hoesten of niezen wordt het virus verspreid. Dit gebeurt vooral in ruimten waar mensen dicht bij elkaar zitten en waar slecht geventileerd wordt. Goede hygiënemaatregelen kunnen verspreiding en besmetting voorkomen. Zoals: • Houd uw hand of een zakdoek voor uw mond als u hoest of niest; • Gebruik bij voorkeur een papieren zakdoek of tissue en gooi deze na gebruik weg; • Was vaak uw handen, óók na hoesten, niezen of snuiten. Als uw personeelsleden en bewoners/cliënten niet in staat zijn in de handen te hoesten dan kunt u ze bijvoorbeeld aanraden in hun elleboog te hoesten en te niezen, in plaats van de ‘hand voor de mond’. Daarnaast is het belangrijk dat personeelsleden en bewoners/cliënten regelmatig hun handen wassen en indien nodig gebruikmaken van hulpmiddelen als; mondkapjes, handschoenen en desinfecterende middelen. Een goede ventilatie van ruimten is daarnaast een vereiste. Ziek personeelslid Wij raden u aan om met uw arbodienst/bedrijfsarts te bespreken hoe u het beste kunt omgaan met zieke personeelsleden. Noodzakelijk is dat mensen met ziekteverschijnselen die kunnen wijzen op Nieuwe Influenza A (H1N1) thuis blijven. Wenselijk is dat zij sociale contacten zoveel mogelijk mijden. Als zij geen ziekteverschijnselen hebben kunnen zij weer aan het werk. Zieke bewoner/cliënt Wanneer een bewoner/cliënt van uw instelling ziekteverschijnselen heeft die kunnen wijzen op Nieuwe Influenza A (H1N1), raden wij u aan te overleggen met de (verpleeg)huisarts. Als de (verpleeg)huisarts het nodig vindt, kan deze zelf onderzoeken of het daadwerkelijk om Nieuwe Influenza A (H1N1) gaat en/of behandeling noodzakelijk is. In de tussentijd is het dan belangrijk dat de bewoner/cliënt zo min mogelijk contact heeft met andere mensen (dus geen bezoek ontvangt en eventueel een aparte kamer krijgt).
Belangrijke informatie voor de verzorgings- en verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties over de handelswijze bij Nieuwe Influenza A (H1N1) / 12-08-09
Pagina 1 van 5
Continuïteit van zorg Verzorgings- en verpleeghuizen dienen zich voor te bereiden op een grieppandemie om de continuïteit vanzorg- en dienstverlening zoveel mogelijk te garanderen. Het Ministerie van VWS heeft hiervoor een website met tips: www.minvws.nl/dossiers/grieppandemie/voor-bedrijven-en-organisaties/ U treft hier informatie voor het maken van een continuïteitsplan. In een dergelijk plan komen zaken aan de orde zoals: • Inventariseren van kritieke activiteiten en medewerkers; • Inventariseren kwetsbaarheden en afhankelijkheden; • Stellen van prioriteiten en weerbaarheidsmaatregelen nemen. Op deze website treft u ook een “Handleiding bedrijfscontinuïteit bij Grieppandemie” en een checklist “Grieppandemie en bedrijfscontinuïteit” aan.
Informatie voor verpleeghuisartsen Wereldwijd zijn er inmiddels honderdduizenden besmettingen met Nieuwe Influenza A (H1N1). Na de zomervakantie verwachten we in Nederland een aanzienlijke toename van het aantal gevallen, met een hoogtepunt in het najaar van 2009. Dit heeft geleid tot de volgende aanpassing van de adviezen op het gebied van diagnostiek, meldingsplicht en indicaties voor behandeling met antivirale middelen. 1. Virologische diagnostiek alleen bij bepaalde patiënten Laboratoriumbevestiging van een besmetting met het Nieuwe Influenza A (H1N1)-virus is niet meer noodzakelijk. Wel wordt virologische diagnostiek aangeraden: • Bij alle patiënten die op verdenking van Nieuwe Influenza A (H1N1) worden opgenomen in het ziekenhuis • Buiten het ziekenhuis bij bijzondere klinische indicaties, zoals zwangeren in het derde trimester en bij een zeer ernstig beloop. 2. Meldingsplicht aangepast per 15 augustus 2009 De meldingsplicht (categorie A) wordt vanaf 15 augustus 2009 beperkt tot patiënten met Influenza A die in het ziekenhuis zijn opgenomen op grond van de ernst van hun ziektebeeld en/of patiënten die aan influenza zijn overleden. ‘Waarschijnlijk geval’: een patiënt opgenomen in het ziekenhuis en/of overleden binnen of buiten het ziekenhuis, waarbij een infectie met een Influenza A-virus in het laboratorium is vastgesteld. ‘Bewezen geval’: een patiënt opgenomen in het ziekenhuis en/of overleden binnen of buiten het ziekenhuis, waarbij een infectie met het Nieuwe Influenza A(H1N1)-virus in het laboratorium is vastgesteld. De huisartsen kunnen worden benaderd door de GGD’en en de GHOR in hun regio om mee te werken aan het wekelijks verstrekken van informatie over het voorkomen van influenza bij patiënten in hun praktijk. 3. Behandeling met antivirale middelen Nieuwe Influenza A (H1N1) verloopt doorgaans mild, vergelijkbaar met een seizoensgriep. Na enkele dagen koorts zijn de meeste mensen hersteld. In het algemeen wordt routinematige toediening van antivirale middelen dan ook niet noodzakelijk geacht. Voor u is het van belang te weten dat behandeling wel geïndiceerd is bij risicopatiënten én bij patiënten met een gecompliceerd beloop van griep. Tot die risicopatiënten behoren ook personen die normaal in aanmerking komen voor de griepvaccinatie (personen met een leeftijd>60 jaar of met een onderliggende medische conditie). De volledige tekst over de risicogroepen is te vinden op: www.rivm.nl/nieuwe-influenza/artsen. We raden u aan om deze tekst te raadplegen. Op basis van voortschrijdend inzicht kan herijking van het beleid noodzakelijk zijn. Op 7 augustus 2009 zijn alle apotheken, inclusief apotheekhoudende huisartsen en ziekenhuisapotheken, voorzien van kuren oseltamivir (de werkzame stof in Tamiflu® ), in sachets van 75 mg. Verpleeg)huisartsen kunnen dit middel voorschrijven aan patiënten die het middel gratis kunnen afhalen bij de apotheek. Nu antivirale middelen op grote schaal gebruikt gaan worden, is de melding van eventuele bijwerkingen via Lareb van essentieel belang: http://www.lareb.nl/melden/arts.asp. Belangrijke informatie voor de verzorgings- en verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties over de handelswijze bij Nieuwe Influenza A (H1N1) / 12-08-09
Pagina 2 van 5
Geen indicaties voor profylactische toepassing Er zijn geen indicaties voor profylactisch gebruik van antivirale middelen. Deze middelen moeten alleen gebruikt worden bij griepverschijnselen. Bij profylaxe wordt slechts bescherming geboden zolang het middel wordt gebruikt. Na stoppen is de persoon – wegens het ontbreken van immuniteitsopbouw – weer direct vatbaar voor het influenzavirus. Het in voorraad geven van antivirale middelen aan bezorgde burgers ontraden wij met klem. Het kan leiden tot onjuist gebruik en resistentie. Binnenkort zal het Ministerie van VWS starten met een brede publiekscampagne om er voor te zorgen dat het publiek op de hoogte is van kenmerken van de ziekte en de aanbevolen behandeling. Checklist bij huisbezoek aan patiënt met Nieuwe Influenza A (H1N1) • Doe zo snel mogelijk in huis het mondkapje voor; • Vertel patiënt wat je gaat doen en wat van hem/haar verwacht wordt; • Leg alle materialen klaar 2 meter buiten bereik van patiënt. Hang een afvalzakje binnen bereik (plakband meenemen). Doe handschoenen aan; • Vul formulieren in en maak buisjes klaar met stickers; • Stop afgenomen materialen in blisters met absorberend tissue en verpak en verzegel het klinische materiaal met de ‘Safety Bag’ en plaats dit terug in de verzendverpakking van het laboratorium; • Voeg ingevuld aanvraagformulier toe aan de envelop; • Desinfecteer materialen met alcohol 70%, zoals schaar, envelop en andere dingen die met de handschoen aangeraakt zijn; • Ruim alles op: doe handschoenen uit en als laatste mondkapje af (eerst onderste elastiek, daarna bovenste). Stop dit alles in een afvalzak. Desinfecteer tot slot de handen bij vertrek of in de hal. Laat de afvalzak bij het gezin achter. Instructie afname neuswat en keelwat • Laat de patiënt de neus snuiten en een tissue bij de hand houden; • Neem het wattenstaafje uit de verpakking, raak punt niet aan; • Laat de patiënt het hoofd achterover buigen, leg een hand op het voorhoofd van de patiënt en duw met de duim de punt van de neus omhoog, schuif het staafje voorzichtig in een neusgat (ongeveer ¾ deel) tot je weerstand voelt. Draai het wattenstaafje even rond en trek het voorzichtig terug. Eventueel naar ander neusgat indien eerste keer niet goed gaat; • Doe dit staafje in het virustransportmedium, knip met de schaar het uitstekende stokje af. Afgeknipte stokjes in een bakje voor biologisch afval; • Neem een nieuw wattenstaafje en laat patiënt mond openen en eventueel “Aaaa” zeggen. Gebruik eventueel een spatel om de tong plat te maken. Net voorbij de tonsillen, tegen de achterwand van de keel, het wattenstaafje even rond draaien. Dit kan kort en snel. Dit staafje in hetzelfde virusmedium doen en afknippen. Dop er goed op draaien; • Stop afgenomen materialen in verpakkingsmateriaal van het laboratorium (blister) met absorberend tissue, voeg ingevuld aanvraagformulier toe in een plastic zakje; • Doe alles in vloeistofdichte verzendenvelop van het laboratorium; • Desinfecteer materialen met alcohol 70%, zoals schaar, envelop en andere dingen die met de handschoen aangeraakt zijn; neem hiervoor tissues mee. Welk afname materiaal heb ik nodig en hoe kom ik daar aan? Afname doet u met een wattenstok met plastic drager, maar NIET van hout of metaal. U kunt het beste overleggen met een laboratorium dat ervaring heeft met deze diagnostiek om zo snel mogelijk te zorgen dat dat geregeld is. Monsters voor diagnostiek kunnen het beste in een virustransportmedium worden opgestuurd. Dat is via het laboratorium te krijgen. Hoe moet ik het virustransportmedium bewaren en hoe lang blijft het goed? Het GLY-transportmedium in de afnameset is in de koelkast een half jaar houdbaar. Bij -20ºC is de houdbaarheid 1 jaar en deze maximale verloopdatum staat op het etiket vermeld. Sommige transportmedia zijn bij kamertemperatuur houdbaar. Let op de specificaties van uw laboratorium. Wat moet ik doen als ik niet de geschikte materialen in huis heb? Het is mogelijk dat bevoorrading hiermee de komende tijd lastig zal zijn. Als alternatief gebruiken sommige laboratoria ook wel een flexibele droge wat, de zogenaamde Minitip Flocked Swabs van COPAN zoals voor
Belangrijke informatie voor de verzorgings- en verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties over de handelswijze bij Nieuwe Influenza A (H1N1) / 12-08-09
Pagina 3 van 5
de kinkhoest-PCR wordt gebruikt, dat zonder transportmedium wordt opgestuurd. Viruskweek is dan onbetrouwbaar, maar PCR is waarschijnlijk nog wel mogelijk. Hoe moet ik de monsters versturen? Dat hangt af van de afspraken die u heeft met het laboratorium. Verzending per post is mogelijk, alleen duurt het dan langer voordat u de uitslag heeft Hoe lang is het virus nog aantoonbaar bij monsters die per post worden verstuurd? Monsters die langer onderweg zijn (enkele dagen) kunnen meestal nog wel gebruikt worden voor PCRdiagnostiek. Het virus is dan minder goed te kweken. Hoe lang duurt het voor ik een uitslag krijg? Een aantal laboratoria doet inmiddels dagelijks diagnostiek voor Influenza A, maar dat is niet overal mogelijk en nodig. Informeert u bij het laboratorium voor de doorlooptijden. Houdt u er rekening mee dat deze zullen toenemen naarmate er meer diagnostiek aangevraagd wordt.
Richtlijnen verzorgings- en verpleeghuizen bij de verdenking van een besmetting met een “nieuw humaan Influenza Avirus” Wanneer in Nederland een nieuw humaan Influenza A-virus is geconstateerd gelden de volgende richtlijnen bij de verdenking van een besmetting binnen een verzorgings- of verpleeghuis: •
Een patiënt verdacht van besmetting met een nieuw Influenza A virus wordt binnen het verzorgings/verpleeghuis gescheiden opgevangen van andere patiënten om de kans op verspreiding van het Influenza A zoveel mogelijk te beperken.
•
Om verdere verspreiding van het Influenza A te voorkomen moeten persoonlijke beschermingsmaatregelen worden genomen conform de WIP-richtlijn “Infectiepreventie in verpleeghuizen” (paragraaf handelwijze bij luchtweginfecties) en aangevuld met het gebruik van een FFP2/chirurgisch mond-neusmasker.
•
De verstrekking van antivirale middelen – oseltamivir (Tamiflu®) – aan (mogelijk) besmette patiënten en contacten van patiënten geschiedt op indicatie van respectievelijk de behandelend arts en de artsinfectieziektebestrijding van de GGD. Zolang de apotheken nog beschikken over antivirale middelen worden deze via reguliere weg voorgeschreven en geleverd. Wanneer de door het Ministerie van VWS speciaal ingeslagen voorraden moeten worden aangesproken, geschiedt de verstrekking altijd via de arts-infectieziektebestrijding van de GGD en de dienstdoende arts van het bureau LCI. Het bureau LCI moet instemmen met de gestelde indicatie.
Richtlijnen verzorgings- en verpleeghuizen bij een Influenza A pandemie en reguliere zorgcapaciteit schiet tekort Indien er in Nederland sprake is van een pandemische uitbraak van een nieuw humaan Influenza A, krijgen zorginstellingen te maken met een toenemende zorgvraag en verminderd zorgaanbod. Landelijk maar ook regionaal kan besloten worden dat de reguliere zorgcapaciteit tekort schiet en dat de voorbereide plannen moeten worden geactiveerd. In die situatie is de Regionale Geneeskundig Functionaris (RGF) ervoor verantwoordelijk dat de zorgstructuur wordt aangepast. Eventueel wordt besloten tot het opstarten van de regionale noodzorg. Onderstaande richtlijnen gelden: •
Bij een pandemie zal de zorgvraag toenemen doordat veel bewoners door een Influenza A infectie intensievere zorg nodig hebben, er minder mogelijkheden zijn voor ziekenhuisopname en er extra patiëntenaanbod is van personen zonder thuis- of mantelzorg en patiënten die vervroegd uit het ziekenhuis zijn ontslagen. Tegelijkertijd zal het zorgaanbod afnemen door uitval van het eigen personeel vanwege besmetting met Influenza A. De kwaliteit en continuïteit van de zorg kan hierdoor onder druk komen te staan. Het kan dan ook nodig zijn om (ten tijde van een pandemie) actief extra gezondheidwerkers te rekruteren voor de eigen zorginstelling.
Belangrijke informatie voor de verzorgings- en verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties over de handelswijze bij Nieuwe Influenza A (H1N1) / 12-08-09
Pagina 4 van 5
•
•
• •
Bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen die een Influenza A-infectie ontwikkelen zonder complicaties, kunnen daar verblijven. Redenen tot opname in een ziekenhuis zijn complicaties van Influenza A of een verergering van de onderliggende aandoening(en). Indien er voldoende opnamemogelijkheden zijn in de ziekenhuizen in de regio, worden er geen aanvullende opnamecriteria gehanteerd. Patiënten worden dan opgenomen na overleg tussen de huisarts / verpleeghuisarts en de behandelaar in het ziekenhuis; Indien een tekort ontstaat aan opnameplaatsen (en/of IC-plaatsen) in de ziekenhuizen zullen landelijke opnamecriteria (en ontslagcriteria) worden geformuleerd door inhoudelijk deskundigen van het Outbreak Management Team (OMT). De behandeld arts (huisarts, verpleeghuisarts of SEH-arts) toetst aan de hand van deze criteria of ziekenhuisopname van een Influenza A patiënt nodig is; Patiënten die niet aan de opnamecriteria voldoen, maar wel complicaties ontwikkelen of aanvullende verzorging nodig hebben (en niet beschikken over thuis- of mantelzorg), komen in aanmerking voor opname in een verzorgings- of verpleeghuis; De opnames van de ziekenhuizen, verzorgings- en verpleeghuizen en de noodverpleeglocaties (zie hieronder) worden gecoördineerd door het actiecentrum GGD/GHOR, dat in deze optreedt als ‘regionaal beddenbureau’. Het beddenbureau houdt inzicht in de beschikbare beddencapaciteit via de normale communicatiekanalen en verdeelt de patiënten die in aanmerking komen voor opname over deze bedden.
Wanneer de ziekenhuizen en/of verzorgings- en verpleeghuizen onvoldoende opnamecapaciteit hebben, worden door de GHOR ‘noodverpleeglocaties’ ingericht voor Influenza A patiënten. • In de noodverpleeglocaties worden Influenza A patiënten opgevangen die: 1. een opname-indicatie hebben voor het ziekenhuis of een verpleeghuis, maar waarvoor geen bed vrij is; 2. aanvullende verzorging nodig hebben, maar deze thuis niet kunnen krijgen (geen thuisofmantelzorg); 3. vervroegd zijn ontslagen uit het ziekenhuis. • De noodverpleeglocaties worden ingericht in hotels en conferentiecentra en bemenst door een aantal (huis)artsen en verpleegkundigen. De GHOR is hiervoor verantwoordelijk. • De verstrekking en distributie van antivirale middelen – oseltamivir (Tamiflu®) – geschiedt bij een pandemie volgens landelijke richtlijnen. Deze worden momenteel nog ontwikkeld.
Belangrijke informatie voor de verzorgings- en verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties over de handelswijze bij Nieuwe Influenza A (H1N1) / 12-08-09
Pagina 5 van 5