Nieuwe ideeën voor nieuwe energie Energie Onderzoek Subsidie: Nieuw Energie Onderzoek
in opdracht van
Inhoud
Veel meer waterkracht in Nederland pagina 6
Een raam dat energie produceert pagina 12
Opslag van waterstof in bakpoeder pagina 18
Energiewinning op het scheidsvlak van zoet en zout water pagina 24
Een betaalbare reuzenaccu pagina 30
Een zonnecollector voor algen pagina 36
3
Voorwoord Het ministerie van Economische Zaken werkt aan een schone, betrouwbare en betaalbare energiehuishouding in Nederland, nu en in de toekomst. In dit beleid past een heldere en doelgerichte energieonderzoekstrategie. In 2004 zijn in dit kader de strategische speerpunten benoemd en is de uitvoering geregeld via het programma Energie Onderzoek Subsidie (EOS).
Door de keuze van speerpunten bestaat het risico dat het energieonderzoek verschraalt. Nieuwe ideeën moeten daarom een kans krijgen en kunnen uitgroeien tot nieuwe speerpunten. Voor dat doel bestaat Nieuw Energie Onderzoek (NEO) als één van de vier regelingen binnen het programma Energie Onderzoek Subsidie.
Nieuw Energie Onderzoek richt zich op de eerste fase van de innovatieketen: het uitwerken van nieuwe, onconventionele ideeën. Deze brochure presenteert zes projecten die met ondersteuning van deze regeling zijn of worden uitgevoerd. Stuk voor stuk zijn het toonbeelden van slimheid, creativiteit en denkkracht. De ideeën zijn nog risicovol, maar zijn in beginsel kansrijk genoeg om een duurzame energiehuishouding dichterbij te brengen.
Het ministerie van Economische Zaken geeft aan zulke innovatieve projecten graag ondersteuning. Heeft u ook zo’n vernieuwend idee, schroom dan niet dit voor te leggen aan SenterNovem. Toetsing en uitwerking kunnen zowel in úw als in het algemeen maatschappelijke belang zijn. Dat honoreren wij graag.
Simon Koomen Directie Energiestrategie en Verbruik Ministerie van Economische Zaken
4
Inleiding In 1839 ontwikkelde de Britse rechter William Grove de eerste brandstofcel. Pas meer dan 120 jaar later, in de jaren zestig van de vorige eeuw, kreeg de technologie praktische toepassing. Dat was in de ruimtevaart, waar brandstofcellen uit waterstof elektriciteit en water maakten. Voor het maken van deze cellen waren echter zeer exotische en dus dure materialen nodig. Pas de laatste jaren komen technologieën in beeld die grootschalige toepassing van brandstofcellen mogelijk maken.
Dit voorbeeld geeft haarfijn aan hoe lang het kan duren voor een idee werkelijkheid wordt en hoe lang algemene toepassing dan nog op zich kan laten wachten. Om dit proces te versnellen, bestaat sinds 2002 de regeling Nieuw Energie Onderzoek. Deze regeling, bedoeld als kraamkamer voor nieuwe ideeën, ondersteunt de uitwerking van prille en baanbrekende ideeën over de volle breedte van het energieonderzoeksterrein. Projecten die ondersteuning krijgen, staan aan het begin van de ontwikkelingscyclus en moeten kunnen uitgroeien tot de speerpunten van het energieonderzoeksbeleid van morgen.
De uitvoering van de regeling Nieuw Energie Onderzoek is in handen van SenterNovem. Uitvinders, wetenschappers, onderzoekers, studenten, docenten en ondernemers kunnen hier terecht met al hun vernieuwende ideeën om de energiehuishouding schoner, betrouwbaarder en betaalbaar te maken. SenterNovem adviseert over de toepasbaarheid van het idee, helpt bij het zoeken naar partners voor uitwerking en commercialisering, fungeert als klankbord bij lastige beslissingen en adviseert over vervolgtrajecten, inclusief mogelijke subsidieregelingen.
De regeling Nieuw Energie Onderzoek ondersteunt haalbaarheidsonderzoeken en onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten voor innovatieve, duurzame energie-ideeën. Deze moeten voldoen aan de volgende eisen: • Nieuw, pril, baanbrekend en onconventioneel. • Een hoge technologische risicograad, maar met kansen voor een doorbraak. • Van belang voor de verduurzaming van de energiehuishouding. • Een mogelijke basis voor een nieuw energieonderzoeksgebied of een nieuwe richting binnen een bestaand onderzoeksgebied.
5
Veel meer waterkracht in Nederland Op de meeste plaatsen in de Nederlandse rivieren is het verval te gering om waterkracht te winnen. Entry Technology Support BV heeft een even simpel als briljant idee ontwikkeld om dat kunstmatig te verhogen. Het heeft de naam Waterkrachtlens gekregen.
Sinds de tsunamiramp in Azië weet iedereen dat golven die klein beginnen, kunnen uitgroeien tot een huizenhoge, allesvernietigende watermassa. Daar waar de zeebeving plaatsvindt, ontstaat een golf van enkele decimeters hoogte. Naarmate het water ondieper wordt, kan die een hoogte tot wel 30 meter bereiken.
Brandpunt Op kleinere schaal kun je een vergelijkbaar effect kunstmatig bereiken, bijvoorbeeld door een drempel aan te leggen in een rivier. Zo ontstaan golven met veel energie. Bij het idee van de Waterkrachtlens worden deze golven ook nog eens geconcentreerd in een brandpunt. Daar vormt zich, als het ware uit het niets, een waterzuil. Een kleine turbine kan de energie hieruit met een hoog rendement omzetten in elektriciteit.
Haalbaarheid Het uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek maakt duidelijk dat de systeemkosten van de Waterkrachtlens beduidend lager zijn dan van standaardtechnieken voor waterkrachtwinning: geen 15.000 euro maar circa 4.200 euro per kW geïnstalleerd vermogen. De Waterkrachtlens haalt dit al bij een valhoogte van een halve meter, daar waar standaardtechnieken minimaal twee meter verval vereisen. Al met al komt waterkrachtwinning in beeld op ongeveer duizend locaties in Nederland en Vlaanderen. De kosten van de geleverde stroom zijn berekend op 9 ct/kWh. 6
Weinig visschade De visschade van het systeem is beperkt omdat maar een klein deel, 10 tot 20 procent, van het rivierwater door de turbine stroomt. Het overige deel draagt wel de (golf )energie af, maar stroomt niet door de turbine.
omzetter naar elektriciteit
bovenaanzicht
omzetter
golfopwekker concentrator
dwarsdoorsnede
Kenmerken • Golven opwekken met een generator en benutten met een golfslagturbine • Indirecte benutting van de vervalhoogte in rivieren • Waterkrachtwinning mogelijk bij een verval van een halve in plaats van minimaal twee meter • Geringe visschade 7
8
Dr.ir. Jacob van Berkel (Entry Technology Support):
‘Dit moet mijn zesde of zevende patent worden’ De Waterkrachtlens is één van de vele vindingen van directeur Jacob van Berkel van Entry Technology Support. Verschillende daarvan zijn inmiddels gepatenteerd. Een patent voor de Waterkrachtlens volgt waarschijnlijk binnenkort.
Het idee ‘Ik kwam op het idee voor dit project toen ik weer eens nadacht over het feit dat in Nederland relatief zo weinig waterkracht wordt gewonnen. Dat komt vooral doordat het verval in onze rivieren te gering is voor de bestaande waterkrachtturbines. "Is er niet een andere manier om de winning rendabel te maken?", vroeg ik mezelf af. De brain wave was dat je de potentiële energie van het verval niet direct moet gebruiken, maar eerst moet omzetten in golfenergie. Golven kun je concentreren, waardoor je er makkelijker energie uit kunt winnen.’
De uitvoering ‘Vorig jaar heb ik, in samenwerking met het onderzoeksinstituut MARIN uit Wageningen, de haalbaarheid van het idee onderzocht. Daarvoor kreeg ik destijds steun van NEO. Omdat het onderzoek een positief resultaat opleverde, zowel technisch als economisch, heeft NEO ook het vervolgproject gehonoreerd. Ik ga, samen met anderen, een testmodel bouwen waarmee we het integrale systeem gaan beproeven. Als alles goed gaat, resulteert dit in een werkend prototype van de Waterkrachtlens.’
De maatschappelijke winst ‘Een Europese studie van enkele jaren geleden wijst uit dat er alleen al in Nederland honderden locaties zijn met een valhoogte van minder dan anderhalve meter en een potentieel vermogen van 100 kW. In bijvoorbeeld de Maas wordt grofweg nog maar 9
30 procent van het potentieel benut. De Waterkrachtlens maakt een deel van dat potentieel benutbaar. Voor een duurzame energievoorziening betekent dat qua omvang een bescheiden, maar waardevolle aanvulling.’
Concurrerende ontwikkelingen ‘Elders in de wereld wordt gewerkt aan vrijestroomturbines en laagvervalturbines. Beide zijn echter relatief groot en daardoor duur voor het geleverde vermogen. Op het gebied van duurzame energie in het algemeen vinden natuurlijk tal van concurrerende ontwikkelingen plaats. Dat is alleen maar goed, want voor een duurzame toekomst zullen we alle zeilen moeten bijzetten.’
De persoonlijke winst ‘Ik word sterk gedreven door een belangstelling voor energietechnologie, de relatie met natuurwetenschap en de maatschappelijke implicaties daarvan. Ook de historische dimensie boeit me. Daarnaast wil ik leuk en maatschappelijk relevant werk uitvoeren. Ik zoek het daarbij in de ontwikkeling van duurzame energie. Waterkracht is één van de onderwerpen op dat gebied. Ik ben er op afgestudeerd en doceer nu alweer jaren met veel plezier Waterkracht als onderdeel van het college duurzame energiebronnen aan de TU Eindhoven. Mijn eerste échte uitvinding, uit 1993, lag ook op het terrein van waterkracht. Dat betrof de MagnetoHydroDynamische omzetting van getijdenenergie in elektriciteit, zonder bewegende constructieonderdelen dus. Na jaren studie hebben we helaas moeten concluderen dat de techniek weliswaar haalbaar is, maar het systeem vooralsnog te duur. Inmiddels heb ik wel meer uitvindingen gedaan en een stuk of zes patenten op mijn naam staan: twee voor waterkracht, twee voor zonne-energie en twee voor thermische energieopslag. Voor de Waterkrachtlens is het octrooi eind vorig jaar aangevraagd. In dit ontwikkelingsstadium heeft een patent vooral een zakelijke waarde.’
En nu? ‘Als het project uitmondt in een werkend prototype van de Waterkrachtlens, willen we daarmee marktpartijen benaderen. Samen met hen willen we een concreet demonstratieproject in een rivier uitvoeren. Verschillende partijen hebben hun belangstelling al laten blijken.’
10
KERNGEGEVENS
Projecttitel Waterkrachtlens - concentreren van de kracht van water Uitvoerder Entry Technology Support BV Innovatie Het opwekken van golven bij stuwen in rivieren met een lage valhoogte, waardoor de winning van waterkracht ook daar economisch haalbaar wordt. Resultaat De technieken voor het genereren van golven, radiale golfconcentratie en energiewinning uit golven zijn aangetoond. Het geheel is economisch haalbaar. Partner MARIN (in het haalbaarheidsonderzoek) Contactpersoon Dr.ir. Jacob van Berkel, tel. 0317 – 62 04 70, e-mail
[email protected]
11
Een raam dat energie produceert In de zomer kan het in kassen erg warm worden. Maar niet met het venstersysteem dat in dit project wordt ontwikkeld. Hierin wordt een deel van de zonnestraling op een ingenieuze manier afgevoerd en benut om elektriciteit te produceren.
Dubbel glas is nuttig in de winter, maar maakt het ‘s zomers binnen erg warm, ook in tuinbouwkassen. Ramen openzetten is dan de oplossing. Hierdoor gaan echter ook veel warmte en CO2 verloren. Wat zou mooier zijn dan die oververhitting te voorkomen door een deel van de zonnestraling uit het daglicht te filteren en af te leiden naar een plek waar je de straling op een andere manier benut?
Voorgaand onderzoek Twee jaar geleden ontwikkelde de afdeling A&F Greenhouse Technology van Wageningen Universiteit en Researchcentrum met subsidie van SenterNovem een venstersysteem voor tuinbouwkassen op basis van dubbel kunststof. Deze kunststof was voorzien van een ingenieuze zigzagstructuur, dat veel extra licht de kas in kaatst in plaats van naar de lucht weerspiegelt. Uiteindelijk is de lichtopbrengst vergelijkbaar met die van enkel glas, terwijl de kas veel beter is geïsoleerd. Het materiaal wordt inmiddels op de markt gebracht en binnenkort in een tweede grote kas in Nederland aangebracht.
Tandvormige microstructuur Een nadeel van isolatieglas is dat het ‘s zomers in de kas vaak warm wordt. Zonwerende folie of schermen kunnen dit tegengaan, maar zorgen ook voor licht- en dus productieverlies. De oplossing is even simpel als doordacht: in de onderste laag van het dubbele kunststof wordt een tandvormige microstructuur gemaakt. Deze bundelt een deel van de zonnestraling en voert die af naar de zijkant van het venstersysteem. Hierdoor komt 25 tot 50 procent minder warmte in de kas terecht. Door aan de zijkant zonnecellen aan te brengen, is het zelfs mogelijk om de afgevoerde straling om te zetten in elektriciteit en warmte. Zo ontstaat een venstersysteem dat energie produceert! 12
Ander NEO-project Het Wageningse instituut werkt het idee van de tandvormige microstructuur inmiddels ook uit in een ander NEO-project. Daarin wordt een nieuw afdekmateriaal ontwikkeld voor zonnecollectoren en fotovoltaïsche cellen, MicroV geheten, dat veel extra licht doorlaat. De energieopbrengsten nemen hierdoor aanzienlijk toe.
zonlicht
warmtestraling
glasplaat actieve laag
warmte absorptie/ conversie
actieve laag
systeem
glasplaat
zichtbaar licht
Kenmerken • Venstersysteem op basis van dubbele glas of kunststof kanaalplaat • Bundelen en richten van een deel van het zonlicht met een specifieke tandstructuur naar de zijkant van het venster • Absorptie van de energie voor elektriciteitsproductie met zonnecellen • Lichtdoorlating, koeling, warmtelevering en elektriciteitsproductie in één 13
14
Dr.ing. Piet Sonneveld (Wageningen-UR, A&F Greenhouse Technology):
‘De kans op mislukking was groot, maar ik denk dat we slagen’ Uitvindingen ontstaan soms door een bekend principe heel anders toe te passen. Zo ook het idee voor dit project. Voor het bundelen en weerkaatsen van zonlicht wordt gebruik gemaakt van het omgekeerde werkingsprincipe van een LCD-scherm.
Het idee ‘Hoe het idee precies is ontstaan, weet ik niet. Ik vermoed zittend achter de computer. We kenden het probleem van de warmtelast in de zomer als gevolg van de toepassing van dubbel glas. Collega’s van een andere afdeling hadden de ingeving: kun je niet gebruik maken van het werkingsprincipe van een LCD-scherm om een deel van het licht af te voeren? Zo’n scherm bestaat uit een actieve laag met een soort zaagtandjes erin en een TL-buisje erachter. Het licht van dat TL-buisje wordt door de tandjes recht naar voren gekaatst, waardoor een heel scherp beeld ontstaat. Blijkbaar kun je met tandjes straling goed richten.’
De aanpak ‘Met de subsidie van NEO zijn we het idee gaan uitwerken. Mijn collega Gert-Jan Swinkels en ik zijn gaan rekenen. We hanteerden hetzelfde uitgangspunt als bij de ontwikkeling van het venstersysteem van dubbel kunststof: met welke structuur bereik je de hoogste energieopbrengst? Om dat te bepalen hebben we handig gebruik kunnen maken van het "raytracing"-programma dat we hadden ontwikkeld. En we hadden natuurlijk veel kennis opgedaan van reflectie van licht op schuine structuren.’ 15
De uitwerking ‘Aanvankelijk boekten we weinig succes. In de eerste berekeningen kwamen we niet verder dan een energieopbrengst van 4 procent. Door steeds andere structuren in het materiaal te bedenken, liep dit percentage geleidelijk op. We zitten nu op een opbrengst van 25 procent en hoger. Binnenkort moeten we een keuze maken uit de vele verschillende uitvoeringsmogelijkheden die we hebben bedacht. Dat gaan we vervolgens ontwikkelen tot een werkend prototype.’
De maatschappelijke winst ‘Ons systeem moet de zoninstraling met minimaal 25 procent terugbrengen en tegelijkertijd elektriciteit en warmte opleveren. Dat is een meerwaarde ten opzichte van gewone venstersystemen. ‘s Zomers kan de warmte naar buiten worden afgevoerd, ‘s winters naar binnen. Het systeem wordt niet goedkoop, maar wellicht interessanter dan gewone zonnecellen. Het opgewekte vermogen per oppervlakte zonnecel is namelijk hoog. Mogelijk kan het in tien procent van de kantoren en utiliteitsbouw worden toegepast.’
Concurrerende ontwikkelingen ‘Er gebeurt in de wereld heel veel onderzoek naar beter isolerende venstersystemen die ook warmtestraling reflecteren. Die leveren echter geen energie. Verder bestaan er transparante zonnecellen, maar die hebben als nadeel dat je grote oppervlakken nodig hebt en de opbrengst vrij laag is. De perspectieven van ons systeem zijn gunstig omdat de opbrengst per oppervlakte uitgangsmateriaal relatief hoog is.’
De persoonlijke winst ‘Ik word in mijn leven sterk geïnspireerd door de bijbel, en dan met name de wat onbekendere boeken als Daniël en Openbaringen. De verhalen die daarin staan zijn vaak heel scheppend van karakter. Dat herken ik in projecten als deze. Het is geweldig iets dat nog niet bestaat te onderzoeken en tot ontwikkeling te brengen.’
En nu? ‘We zijn patent op dit idee aan het aanvragen. Aan de hand van het rekenwerk weten we wat wel en wat niet kan. Alle materialen die nodig zijn, bestaan. Binnenkort leggen we aan NEO de keuzemogelijkheden voor de uitwerking voor. Dan gaan we een prototype maken. Het was tot nu toe een spannend project met een hoge kans op mislukking, maar ik denk dat we slagen. We willen het systeem eind 2005 demonstreren.’ 16
KERNGEGEVENS
Projecttitel Innovatief venstersysteem met hoogrendement warmteabsorptie Uitvoerder Wageningen-UR afdeling A&F Greenhouse Technology Innovatie Het afscheiden van energie uit daglicht dat op een raam valt met microvormige tandjes in het oppervlak en het weerkaatsen van deze straling naar een zonnecel in de zijkant van het raam. Resultaat Berekeningen tonen aan dat zonnecellen in dit systeem met een hoog rendement elektriciteit opwekken. Hierdoor is de verhouding tussen kosten en opbrengsten gunstig. De technische haalbaarheid van het concept is met berekeningen aangetoond. Er is goed inzicht ontstaan in systeemprestaties als rendement, jaaropbrengst, en vermogensrange. De economische haalbaarheid wordt nader onderzocht. Contactpersoon Dr.ing. Piet Sonneveld, tel. 0317 - 47 64 38, e-mail
[email protected]
17
Opslag van waterstof in bakpoeder Waterstof gaat een grote rol spelen in de energievoorziening van de toekomst. Het bedrijf Procede heeft een veilige en goedkope manier bedacht om dit op te slaan en te transporteren: in bakpoeder.
Waterstof is een ideale brandstof. Je kunt het volledig duurzaam produceren, maar ook maken uit brandstoffen als olie en gas. Daarvoor kun je minimaal milieubelastende productieprocessen ontwikkelen. Met brandstofcellen kun je waterstof schoon omzetten in aandrijfkracht, warmte en elektriciteit. Dat kan zowel op grote als op kleine schaal, waarbij uitsluitend zuiver water vrijkomt. Kortom, met waterstof ligt een schone toekomst in het verschiet. Er zijn mogelijkheden genoeg om daar geleidelijk naartoe te groeien.
Transport Het grootste probleem van waterstof is het transport. Waterstof vervoeren onder druk kent specifieke veiligheidsrisico’s en is inefficiënt. Afhankelijk van de druk kun je niet meer dan enkele honderden kilo’s meenemen. Vloeibaar maken of binden aan hydriden is extreem duur. Binden aan stoffen als benzeen vergt een risicovolle chemische reactor om het waterstof weer vrij te krijgen.
Formiaat Het bedrijf Procede heeft een alternatief gevonden dat al deze nadelen niet kent: opslag en transport van waterstof in natriumwaterstofcarbonaat oftewel bakpoeder. Hierbij ontstaan formiaat en water. Het proces kan ook worden omgedraaid, waarbij het waterstof weer vrijkomt: H2 + NaHCO3 NaHCO2 + H2O. Uiteraard is de praktijk niet zo simpel als deze theorie. Er is een zeer bijzondere katalysator nodig om het proces om te draaien. Verder zijn specifieke technieken en procesomstandigheden gewenst om het proces onder controle te houden. Die onderwerpen worden in dit project uitgewerkt. 18
Voor- en nadelen Het grote voordeel van formiaat is dat het bijna probleemloos te vervoeren is, zowel in bulk als in kleinere hoeveelheden. De energie-inhoud is niet hoog, maar gezien de eenvoudige transportwijze is dat geen groot nadeel.
H2
tankstation
reactor 1
reactor 2 transport
H2 consument formiaat
Kenmerken • Bulkchemicaliën • Waterstofopslag en -transport • Voor waterstof uit duurzame bronnen en fossiele energie • Goedkoop en veilig 19
20
Dr.ir. Glenn Rexwinkel (Procede):
‘Dit is een oplossing voor de lange en korte termijn’ Het idee om opslag van waterstof in bakpoeder nader te onderzoeken, was snel geboren. De uitwerking kost beduidend meer tijd. In de zomer van 2005 hopen de betrokken partijen duidelijkheid te hebben over de haalbaarheid, vertelt projectleider Glenn Rexwinkel.
Het idee ‘We zaten aan de koffie te praten over de waterstofeconomie en hoe lang die nog op zich laat wachten. Toen kwam van het één het ander. We constateerden dat je op bepaalde plekken in de wereld, bijvoorbeeld in IJsland met aardwarmte of in de Sahara met zonne-energie, heel goedkoop waterstof kunt produceren. Het transport ervan is echter nog een onopgelost vraagstuk. Een collega vertelde dat hij in het verleden onderzoek had gedaan naar opslag en transport van waterstof in bakpoeder. Dat leek technisch niet haalbaar. Vervolgens zei iemand: maar nu weten we veel meer. Daarna kwamen er zoveel gedachten over mogelijke oplossingen naar boven, dat we die op papier hebben gezet en er een projectvoorstel van hebben gemaakt.’
De uitvoering ‘Met dat voorstel zijn we naar NEO gegaan. We wilden niet aan het project beginnen als we niet de grootste risico’s hadden afgedekt. Toen we daar steun kregen, zijn we een partner gaan zoeken die wilde meedenken en -betalen. Dat werd een korte zoektocht. De eerste de beste, Shell Hydrogen, was meteen geïnteresseerd. Vervolgens hebben we een projectteam van vier mensen opgericht, waarvan één fulltime aan het project werkt. Daarmee zijn we het concept nader wetenschappelijk gaan onderzoeken. We zijn ook proeven gaan doen om de juiste procesomstandigheden te ontdekken. De meeste problemen hebben we nu opgelost. We zullen echter nog wel wat meer uit de hoge hoed moeten toveren om het concept rond te krijgen. 21
De deelname van Shell aan het project heeft de inhoud enigzins veranderd. Ons idee was een oplossing te vinden voor een probleem dat nog wel twintig jaar voor ons ligt. Shell zag kansen voor de veel kortere termijn. Voor het tanken van waterstof bij tankstations moet al in de nabije toekomst een oplossing komen. We onderzoeken daarom nu ook de perspectieven van het transport van formiaat naar tankstations en de omzetting ter plekke naar waterstof. Daarvoor zou je kleine reactoren kunnen neerzetten. Die moeten we natuurlijk nog wel ontwikkelen.’
De maatschappelijke winst ‘Mocht het concept haalbaar blijken, dan komt niet alleen een nieuwe transportwijze voor waterstof, maar ook de hele waterstofeconomie wat dichterbij. De kosten van ons systeem zijn laag en de veiligheid is hoog. Gebeurt er een ongeluk met een tanker of een tankauto dan komt er alleen een basische stof vrij. Dat is vervelend, maar lang niet zo erg als olie of zuiver waterstof.’
De persoonlijke winst ‘Ons bedrijf ontwikkelt oplossingen voor vraagstukken uit de chemische en voedingsmiddelenindustrie die niet standaard zijn; waar anderen niet uitkomen. Op zich is dat al uitermate boeiend werk. Je doet steeds iets anders en je wordt steeds opnieuw uitgedaagd om creatief te zijn. Het mooie aan dit project is dat het ook nog eens zo’n grote maatschappelijke relevantie heeft.’
Concurrerende ontwikkelingen ‘Echte concurrerende ontwikkelingen zie ik niet. Ons concept is in principe veel goedkoper en veiliger dan andere bestaande of in ontwikkeling zijnde transportsystemen van waterstof. Eigenlijk kan het project alleen maar technisch mislukken. Dat wil zeggen, als we er niet in slagen om het systeem simpel en duurzaam te maken.’
En nu? ‘We gaan gewoon door met onderzoek en ontwikkeling. Rond de zomer van 2005 hebben we meer duidelijkheid over de technische en economische haalbaarheid van het concept. De eerste patentaanvraag is overigens reeds ingediend.’
22
KERNGEGEVENS
Projecttitel Opslag van waterstof in bakpoeder Uitvoerder Procede Group BV Innovatie Het opslaan van waterstof in een goedkoop en veilig medium dat eenvoudig kan worden getransporteerd en waaraan waterstof ook weer eenvoudig is te onttrekken. Resultaat Onderzoek en ontwikkeling zijn gaande. Partners Shell Hydrogen Contactpersoon Dr.ir. Glenn Rexwinkel, tel. 053 - 489 46 29, e-mail
[email protected]
23
Energiewinning op het scheidsvlak van zoet en zout water Dankzij een vinding van KEMA zou het spanningsverschil van zout en zoet water in ons land een belangrijke duurzame energiebron kunnen worden. Lang leve onze ligging aan zee!
Nederland kent veel plekken waar zout en zoet water bij elkaar komen. Denk aan de zeesluizen en aan de vele poldergemalen in het Noorden en Westen van ons land. Daar ligt een verborgen energiebron. Tussen zoet en zout water bestaat namelijk een behoorlijk groot spanningsverschil. Dit verschil is, in principe, uitstekend te gebruiken voor energiewinning, mits het lukt de hiervoor benodigde technologie te ontwikkelen.
Omgekeerde elektrodialyse Voor energiewinning op het scheidsvlak van zout en zoet water bestaan in theorie twee mogelijkheden: osmose en omgekeerde elektrodialyse. Voor beide manieren zijn membranen nodig. Die zijn momenteel echter nog erg duur. KEMA werkt nu aan de ontwikkeling van zeer goedkope membranen voor omgekeerde elektrodialyse. Daarmee moet grootschalige energiewinning uit de overloop van zoet naar zout water mogelijk worden. Dit concept heet Blue Energy.
Membranen Het basismateriaal van deze nieuwe ionenwisselende membranen is polyetheen. Dit is de goedkoopste kunststof die er is. Om hiervan membranen te maken, brengt KEMA het materiaal in een elektrisch veld, waardoor nanokanaaltjes ontstaan. Dit is op laboratoriumschaal gelukt. Met bestaand, commercieel verkrijgbaar membraanmateriaal is een werkende proefopstelling gemaakt voor het winnen van energie uit het spanningsverschil. 24
Zeer betaalbaar De kosten van het nieuwe membraanmateriaal zijn spectaculair laag. Terwijl de huidige materialen tot 100 euro per m2 kosten, gaat het bij het materiaal van KEMA om maximaal 1 euro per m2. Dat maakt energiewinning met omgekeerde elektrodialyse zeer betaalbaar. Het materiaal moet nog wel worden uitontwikkeld en de proefopstelling zal moeten worden opgeschaald.
Blue Energy
generator rijbaan elektriciteit
zout water
Waddenzee IJsselmeer zoet water
brak water
Kenmerken • Energiewinning uit het spanningsverschil tussen zoet en zout water met omgekeerde elektrodialyse • Ontwikkeling van nieuwe, zeer goedkope membranen • Voor een duurzame en continue energieproductie 25
26
Dr. Rob Ross en dr. Josien Roest-Krijgsman (KEMA):
‘Hiermee kun je alle andere vormen van duurzame energieproductie overtreffen’ Het idee om in een elektrisch veld membranen te maken van polyetheen, kwam voort uit het tegenovergestelde probleem: het ontstaan van ongewenste nanokanaaltjes in de isolatie van elektriciteitskabels. Een toelichting van ontdekker Rob Ross en projectleider Josien Roest-Krijgsman.
Het idee ‘Rond 1990 deden we onderzoek naar veroudering van polyetheen. Polyetheen is een tijd lang gebruikt als isolatiemateriaal van elektriciteitskabels. In deze kabels trad vaak kortsluiting op. Uit ons onderzoek bleek dat dit werd veroorzaakt door het ontstaan van nanokanaaltjes. Dit gebeurt onder invloed van de spanning in de kabel en vocht in de grond. Een uitermate vervelend en ongewenst verschijnsel. Met name buitenlandse elektriciteitsbedrijven kostte het veel geld om al die kabels te vervangen. Later bedachten we: misschien kun je dat mechanisme waardoor nanokanaaltjes ontstaan nuttig gebruiken. Het duurde alleen even voor we een toepassing hadden gevonden.’
De uitvoering ‘Rond die tijd wilde het management van KEMA meer werk maken van het verkrijgen en benutten van patenten. Daar is dit idee als eerste voor aangegrepen. Nadat het patent was verkregen, is het idee nog een tijdje op de plank blijven liggen door gebrek aan geld. Met financiële ondersteuning van ID-NL en NEO is het project uiteindelijk toch gaan rollen. We hebben inmiddels veel fundamenteel onderzoek en ontwikkelingswerk uitgevoerd. Als je ionenwisselende membranen op specificatie wilt maken, moet je immers exact 27
weten welke eigenschappen je op welke manier verkrijgt. We onderzoeken nog of andere plastics wellicht beter zijn dan polyetheen. In de loop van het project hebben we twee bedrijven bij het project weten te betrekken: VolkerWessels en Velsen Flexoplast. VolkerWessels heeft een patent op osmotische energiewinning. Velsen Flexoplast is een producent van folies, waaronder PE-folies. Met inbreng van deze partijen hebben we membraanmateriaal in PE-folie weten te maken dat verder kan worden ontwikkeld. Daarnaast is het gelukt om een proefopstelling te bouwen met bestaande, commercieel verkrijgbare membranen. Daarmee kunnen we elektriciteit opwekken uit het spanningsverschil tussen zoet en zout water.’
De maatschappelijke winst ‘We hebben berekend dat het maximale potentieel van Blue Energy 50 procent van het Nederlandse elektriciteitsverbruik is. Dat is natuurlijk een theoretisch potentieel. Maar bereik je vijf procent, dan overtreft deze wijze van duurzame energieproductie reeds alle andere alternatieven ruimschoots. Dat is goed nieuws voor het milieu en is ook nog economisch aantrekkelijk voor de partijen die aan het project meedoen. Met deze technologie en kennis kun je bovendien nog andere typen ionenwisselende membranen ontwikkelen, voor bijvoorbeeld brandstofcellen, ontzouting en gasscheiding. Bij brandstofcellen vormen membranen nu ongeveer de helft van de kosten. Je kunt je voorstellen wat het betekent als die nog maar een honderdste van de huidige prijs kosten.’
Concurrerende ontwikkelingen ‘Door opschaling van de productie kan de prijs van bestaande typen membranen wellicht met een factor vijf dalen. Onze membranen worden vervolgens nog een factor twintig goedkoper. Dat is een groot verschil. Uiteindelijk moet deze manier van duurzame energieopwekking concurreren met alle andere alternatieven. De kostprijs die wij hebben berekend, van 3 tot 5 ct/kWh, biedt wat dat betreft goede perspectieven. Bovendien gaat het om continue productie. Je bent niet afhankelijk van zon, wind of getijden.’
De persoonlijke winst ‘Het is altijd mooi om iets nieuws te creëren. In het projectteam hebben we ook goed samengewerkt. We hebben elkaars vaardigheden en contacten nuttig gebruikt. Dat we erin zijn geslaagd om een werkend prototype te maken en er goede vooruitzichten zijn voor goedkope membranen, is zeer bevredigend.’ 28
En nu? ‘De membraanontwikkeling moet nog worden afgerond en het prototype moet worden opgeschaald. Helaas is materiaalontwikkeling voor KEMA geen core-business. Voor VolkerWessels ligt het perspectief van de ontwikkeling nog te ver weg om er veel geld in te steken. We zijn nu op zoek naar nieuwe financiering om verder te gaan.’
KERNGEGEVENS
Projecttitel Blue Energy fase 1: ionenwisselende membranen Uitvoerder KEMA Innovatie Het ontwikkelen van een goedkoop ionenwisselend membraan voor de energiewinning uit het spanningsverschil tussen zout en zoet water met omgekeerde elektrodialyse. Resultaat Een werkend prototype van het membraansysteem en goede vooruitzichten op uitontwikkeling van zeer goedkope membranen. Partners VolkerWessels, Velsen Flexoplast en Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Contactpersoon Mw.dr. Josien Roest-Krijgsman, tel. 026 - 356 35 31, e-mail
[email protected]
29
Een betaalbare reuzenaccu Accu’s maken het mogelijk om elektriciteit tijdelijk op te slaan en eruit te halen op het moment dat je het nodig hebt. Voor grootschalige toepassing zijn bestaande accusystemen echter te duur. Daarvoor presenteert TNO nu een oplossing: de flowaccu met luchtelektrode.
Zonne- en windenergie zijn de energiebronnen van de toekomst. Schoon en onuitputtelijk. Helaas schijnt de zon niet permanent en waait het niet altijd even hard. Daardoor is de elektriciteitsproductie niet continu.
Flowaccu’s Er is dan ook grote behoefte aan goedkope systemen waarin je elektriciteit tijdelijk kunt opslaan. Daarom werken allerlei instituten en bedrijven in de wereld aan flowaccu’s. Deze bestaan uit een kleine reactor met twee losse opslagtanks voor de elektrolytvloeistoffen. Die vloeistoffen worden naar de reactor gepompt als dat nodig is voor het laden of ontladen. Vandaar de naam flowaccu. Het grote voordeel van deze systemen is dat een kleine reactor volstaat, ongeacht de grootte van de tanks. Dat scheelt veel kosten.
Lucht als elektrolyt Een nadeel van flowaccu’s is dat elektrolytvloeistoffen een lage energie-inhoud hebben. Dit maakt grote opslagvaten noodzakelijk en kost veel pompenergie. Voor dat probleem heeft TNO nu een oplossing bedacht: het vervangen van één van de twee elektrolytvloeistoffen door lucht. De zuurstof in de lucht is hierbij de reactant: O2 + 4H+ + 4e- 2 H2O. In één klap hoeft een accusysteem nog maar half zo groot te zijn. Dat scheelt investeringskosten, maakt het onderhoud goedkoper en bespaart op energiekosten voor het verpompen van de elektrolytvloeistof. 30
Materialen De oplossing is mogelijk dankzij de juiste combinatie van materialen, zoals het membraan en de gebruikte elektrodes waaraan de reactie verloopt. TNO is expert op het gebied van zulke batterijontwikkeling.
Ion selectief membraan
elektrode
elektrolyt
reactor
elektrolyt
-
+ Lucht
pomp
ventilator
pomp
Schematische weergave redox flowaccu met reversibele lucht-
belasting / bron
elektrode (in lichtblauw op de achtergrond de oude situatie)
Kenmerken • Voor grootschalige opslag van elektriciteit • Lucht als een van de twee reactanten • Halvering van systeemomvang en dus aanzienlijke vermindering van de kosten • Opvang voor fluctuaties van zonne- en windenergie • Nuttig bij het beheer van het elektriciteitsnet 31
32
Ir. Petra de Boer-Meulman (TNO):
‘Dit is een echt teamproject’ Het uitwerken van een idee tot een product of een werkend systeem lukt een uitvinder zelden alleen. Dat geldt zeker als het gaat om ingewikkelde technologie. Een mooi voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van een flowaccu met luchtelektrode. De noodzakelijke ideeën voor innovaties ontstonden hier allemaal in teamwork. Sommige mensen vinden dat zelfs het leukste aspect van uitvinden, zoals projectleider Petra de Boer-Meulman.
Het idee ‘Vorig jaar hebben we, ook binnen de NEO-regeling, het project Elektriciteitstransport per schip afgerond. Daaruit bleek dat het technisch mogelijk is om duurzaam geproduceerde elektriciteit uit IJsland per schip te vervoeren naar Nederland met behulp van elektrolytvloeistoffen. Het is alleen nogal duur. Daarover denkend opperde iemand uit ons team Elektriciteitsopslag om nog eens goed te kijken naar de mogelijkheid om een van de twee elektrolytvloeistoffen te vervangen door lucht. Dat zou in één klap de te transporteren hoeveelheid vloeistof halveren en daarmee de kosten sterk verminderen. We hebben er toen over doorgepraat en wat inventariserend onderzoek gedaan. De conclusie was dat het idee verder moest worden uitgewerkt.’
De uitvoering ‘Ook in de uitvoering is het een echt teamproject gebleven. In het team Elektriciteitsopslag zitten mensen met zeer verschillende achtergronden, van meer exploratief tot meer proceskundig. Al die deskundigheid bleek goed van pas te komen. Als iemand vanuit de ene expertise iets opperde, bouwde een ander vanuit zijn expertise daarop door. 33
Hoewel we ook zijn aangelopen tegen allerlei ongewenste nevenreacties in ons proces, is het hele project voorspoedig verlopen. We zijn geen onoverkomelijke problemen tegengekomen en vonden voortdurend nieuwe manieren om het systeem beter te laten werken. Er is nu een werkende opstelling die ook robuust is.’
De maatschappelijke winst ‘Dankzij de ontwikkeling van de flowaccu met luchtelektrode komen grote, betaalbare systemen voor elektriciteitsopslag in beeld. Goed nieuws voor de rol van zonne- en windenergie in de energievoorziening. Maar er zijn meer en misschien nog wel grotere voordelen. Denk bijvoorbeeld aan de opvang van pieken in het elektriciteitsverbruik of het functioneren als noodstroomvoorziening. Zowel uit energie- als uit economische overwegingen is het systeem heel aantrekkelijk.’
Concurrerende ontwikkelingen ‘De vraag naar flowaccu’s groeit. Dat is ook niet zo gek als je kijkt naar de vele voordelen die je ermee bereikt bij de elektriciteitsvoorziening en het netbeheer. Op de markt zijn ze echter nog niet verkrijgbaar. Er zijn wereldwijd alleen nog maar enkele demonstratieprojecten. Technisch en wetenschappelijk is onze vinding daarop een aanvulling. Je kunt de luchtelektrode overal inpassen. Dat maakt elk systeem direct de helft kleiner en de kosten fors lager.’
De persoonlijke winst ‘Ik kon in het project mijn enthousiasme kwijt. Zorgen dat alles goed loopt en dat doelen worden gesteld en gehaald. Daar heb ik tijdens een project veel plezier in. Het is ook mooi om te werken in een team waarin mensen gezamenlijk plannen ontwikkelen en uitwerken. Je ziet ideeën groeien, mensen elkaar stimuleren en steeds enthousiaster worden. Je doet iets gezamenlijk en toch blijf je de inbreng van individuen door het project heen zien. Dat is boeiend en motiverend. Het projectleiderschap bevalt me dus wel.’
En nu? ‘We zijn op zoek naar een bedrijf dat wil meehelpen met de doorontwikkeling van het prototype tot een volwaardig opslagsysteem. Aan de hand van de proefopstelling hier in het lab, kunnen we laten zien wat de mogelijkheden zijn.’
34
KERNGEGEVENS
Projecttitel Redox flowaccu met reversibele luchtelektrode Uitvoerder TNO Innovatie Het vervangen van één van de twee elektrolytvloeistoffen van een flowaccu door zuurstof uit de lucht. Resultaat De technische haalbaarheid van het concept is aangetoond. Er is goed inzicht ontstaan in systeemprestaties als rendement, opslagcapaciteit, vermogensrange en levensduur van de elektroden. De economische haalbaarheid ziet er goed uit. Contactpersoon Mw.ir. Petra de Boer-Meulman, tel. 055 - 549 31 19, e-mail
[email protected]
35
Een zonnecollector voor algen Algen groeien snel en je kunt er, net als bij andere vormen van biomassa, energie uit halen. Het project de Groene Zonnecollector belooft een productiemethode van algen met een tien maal hogere productiviteit dan nu mogelijk is.
De inzet van biomassa voor energiewinning wordt economisch steeds interessanter. Daarbij gaat het nu vooral om de benutting van afval- en reststromen. Energieteelt van gewassen, zoals miscanthus en wilg, geldt als een optie voor de langere termijn. De kosten hiervan zijn momenteel nog te hoog om tot een concurrerende energieprijs te komen.
Algen Vanuit het langetermijnperspectief wordt de laatste jaren ook gekeken naar de teelt van algen. Ze leggen ongeveer twee keer meer zonlicht vast dan planten. Per hectare kun je er tot dertig maal meer bio-olie uit produceren dan uit landplanten. Tot op heden worden vijvers gebruikt om de algen voldoende aan zonlicht bloot te stellen. Die vijvers zijn echter niet erg rendabel. Het project de Groene Zonnecollector biedt hiervoor een alternatief in de vorm van een bioreactor. Deze wordt ontwikkeld door de sectie Proceskunde van het Departement Agrotechnologie en Voedingswetenschappen van Wageningen Universiteit en Research-centrum.
Vlakkeplaatcollector Theoretisch kunnen algen twintig procent van het ingestraalde zonlicht vastleggen. In algenvijvers ligt het maximum op slechts twee procent. Uiteraard is het theoretisch maximum praktisch niet haalbaar. Dit neemt niet weg dat verbetering van het teeltproces een behoorlijke winst kan opleveren. 36
Dit project realiseert die winst door de inzet van een vlakkeplaatcollector met een lens erboven. Via optische platen wordt het licht in de collector tot aan de bodem verstrooid. De lenzen draaien mee met de zon, zodat de lichtinvang altijd maximaal is. In de Groene Zonnecollector zetten algen zonlicht ongeveer acht maal effectiever om dan in vijvers. Bovendien groeien ze in een veel hogere concentratie. Dat scheelt aanzienlijk in de kosten van ontwateren. Al met al is het hele systeem naar verwachting tien keer efficiënter dan teelt in vijvers.
input: zonlicht
fresnellens
bioreactor van 30 cm diep met water en algen output: meer algen
Kenmerken • Vlakkeplaatcollector voor maximale verstrooiing van zonlicht in het systeem • Een lens om zonlicht op de collector te concentreren • Lens beweegt mee met de zon • Verbetering van het productierendement ten opzichte van teelt in vijvers met een factor tien 37
38
Prof.dr.ir. René Wijffels (Wageningen-UR, Agrotechnologie en Voedingswetenschappen):
‘Ik wil algenproductie uit de nichemarkt halen’ Duurzame productie van algen is alleen mogelijk op basis van zonlicht. Het is echter lastig om licht op efficiënte wijze in bioreactoren te brengen, waarin algen in een hoge concentratie groeien. Door een aantal bestaande principes slim te combineren, ontdekte René Wijffels de technologie van de Groene Zonnecollector.
Het idee ‘Ik heb lange tijd niet geloofd in de teelt van algen, tot ik nog eens goed nadacht over het kweken in vijvers. Er zat een enorm gat tussen het rendement van de productie in vijvers en wat theoretisch mogelijk is. Ik ontdekte vervolgens dat in Japan onderzoek werd gedaan aan verbetering van lichtinvang met lenzen en transport van licht naar de bioreactor via glasvezels. Dit systeem werkte goed. De glasvezels maakten het echter veel te duur en de efficiëntie was te laag. Bij het transport ging zestig procent van het licht verloren. Vlak daarna las ik een artikel van Jeffrey Gordon uit Israël over de ontwikkeling van goedkope optische systemen voor laseroperaties. Deze concentreren licht en transporteren het zonder verlies van de collector naar de operatietafel. Ik heb hem uitgenodigd voor een workshop hier in Nederland, om daarover meer te komen vertellen. Zijn werk heeft ons geïnspireerd optische technieken te integreren met algenkweek.’
De uitvoering ‘Samen met het ingenieursbureau TechnoInvent zijn we aan het concept gaan rekenen. We hebben een ontwerp gemaakt en de verschillende onderdelen getest. Dat is allemaal geslaagd. Nu gaan we een prototype bouwen en testen.’ 39
De maatschappelijke winst ‘De kostprijsreductie met een factor tien brengt algen als potentiële energiebron een stuk dichterbij, maar ook niet meer dan dat. Om tot een concurrerende energieprijs te komen, moet je algen voor een nog lagere prijs kunnen produceren. Algen worden echter ook nog voor andere doeleinden gebruikt en daarvoor biedt onze technologie nu al een aantrekkelijk vooruitzicht. Uit algen kun je visvoer maken en verschillende componenten voor veevoeder, voedingsmiddelensupplementen en cosmetica halen. Onze productiewijze is kostentechnisch interessant en volledig duurzaam.’
Concurrerende ontwikkelingen ‘Vooral in Israël, Hawaii en Duitsland wordt gewerkt aan de kweek van microalgen in gesloten systemen. De productiviteit in ons systeem is echter hoger. Daardoor is de kostprijs van onze algen concurrerend met die van bestaande systemen.’
De persoonlijke winst ‘De productie van algen opereerde erg in een landbouwachtige nichemarkt. Mijn ambitie is om het daaruit te halen en om te zetten naar industriële processen. De Groene Zonnecollector draagt daaraan bij, maar ook de uitwerking van een eerdere vinding, het zogeheten “melken” van algen. Daarbij is het gelukt om op continue basis bètacaroteen uit algen te extraheren, die deze stof daarbij blijven aanmaken.’
En nu? ‘Als het prototype blijkt te werken, willen we een spin-off bedrijf oprichten, Lgem. We hebben inmiddels een Biopartner First Stage Grant verkregen van NWO en ZonMw om hiervoor een businessplan te maken. Op een schaal van 100 tot 300 m2 kun je voor bepaalde marktsegmenten al tot een levensvatbare business komen. Dat willen we in 2005 bereiken. Rond 2008 willen we op circa 1.000 m2 zitten en over een jaar of tien op een hectare. Daarnaast heb ik een Vici-beurs gekregen om onderzoek te doen naar de verbetering van de technologie op reactor- en moleculair niveau.’
40
KERNGEGEVENS
Projecttitel De Groene Zonnecollector Uitvoerder Sectie Proceskunde van het Departement Agrotechnologie en Voedingswetenschappen van Wageningen Universiteit en Researchcentrum Innovatie Technologie voor de maximale belichting van algen in fotobioreactoren
Resultaat De technische en economische haalbaarheid van het systeem is op hoofdlijnen aangetoond en de verschillende onderdelen zijn getest. In de zomer van 2005 wordt een prototype getest. Een patentaanvraag is in procedure. Partners TechnoInvent Contactpersoon Prof.dr.ir. René Wijffels, tel. 0317 - 48 57 61, e-mail
[email protected]
41
42
NEO in het kort
SenterNovem • is ontstaan uit een fusie tussen
• Laat uw idee toetsen voor u een aanvraag indient
Senter en Novem • voert beleid uit voor verschil-
• Uw idee is nieuw en niet-conventioneel
lende overheden op het gebied van innovatie,
• Uw uitgangspunt is verduurzaming van de
energie & klimaat en milieu & leefomgeving en
energiehuishouding • Uw idee heeft potentie om uit te groeien tot een
draagt zo bij aan innovatie en duurzaamheid • Meer informatie: www.senternovem.nl
nieuw energieonderzoeksveld • Uw idee heeft een hoge technologische risicograad • Uw idee is innovatief
Catharijnesingel 59
• De subsidieregeling maakt onderscheid tussen
Postbus 8242
haalbaarheidsprojecten en onderzoeks- of
3503 RE Utrecht
ontwikkelingsprojecten
Telefoon 030 239 34 93 Telefax 030 231 64 91
Mogelijk interessant voor u Naast Nieuw Energie Onderzoek vallen nog drie
Swentiboldstraat 21
andere regelingen onder Energie Onderzoek
Postbus 17
Subsidie:
6130 AA Sittard
1 Energie Onderzoek Subsidie: Lange Termijn
Telefoon 046 420 22 02
Subsidie voor fundamenteel en industrieel
Telefax 046 452 82 60
energieonderzoek 2 Energie Onderzoek Subsidie: Demonstratie
www.senternovem.nl
Subsidie voor het testen van nieuwe energie-
[email protected]
technologieën in een realistische omgeving 3 Innovatiesubsidie Samenwerkingsprojecten Subsidie voor onderzoek naar en ontwikkeling van innovatieve producten, processen of diensten, waarbij nationaal of internationaal wordt samengewerkt Voor verdere informatie zie onze website: www.senternovem.nI/eos
Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan SenterNovem geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Bij publicaties van SenterNovem die informeren over subsidieregelingen geldt dat de beoordeling van de subsidieaanvragen uitsluitend plaatsvindt aan de hand van de officiële publicatie van het besluit in de Staatscourant.
2NEO-05.02