Inhoud van deze nieuwsbrief In deze nieuwsbrief is een grote variëteit onderwerpen voor u op een rij gezet, waarvan wij hopen dat die aanspreken. Over Doarpswurk zelf, de provincie maar vooral ook over de dorpen en de dorpshuizen. Wij hopen dat u met veel plezier deze nieuwsbrief zal lezen en doorsturen naar uw medebestuursleden. Mocht u nog onderwerpen missen die u belangrijk vindt of meer over wil weten, meldt het ons via
[email protected] dan proberen wij hier in de volgende editie op in te gaan.
Nieuwe Beleidsnota Plattelân: in skep Kwaliteit der boppe op! De provincie heeft onlangs een nieuwe beleidsnota Plattelân opgesteld. Deze is in de provinciale Staten in oktober vastgesteld. De nieuwe nota zal van toepassing zijn tot 2017 biedt voor de leefbaarheid in de dorpen voldoende mogelijkheden en kansen voor de besturen van dorpsbelangen en dorpshuizen. Inzet is de middelen te benutten voor kwaliteitsprojecten om zo de leefbaarheid in de dorpen te stimuleren door kennisdeling. Vooral het feit dat de werking tot 2017 loopt is positief te noemen, want dit geeft duidelijkheid voor een langere periode. Doarpswurk is ook al bezig met kennisdeling via het Netwerk Duurzame Dorpen en het project Ons dorp in 2020. De doelen waar de provincie zich op richt hebben betrekking op wonen, leven, werken en duurzaamheid.
Woonvisie Wûns Wûns presenteerde op 4 oktober jl. in haar woonvisie de mogelijkheden voor huren en kopen in het dorp. De aanleiding voor het maken van de woonvisie was het besluit van Wooncorporatie Elkien om zich uit een aantal dorpen in haar werkgebied terug te trekken omdat Elkien, vanuit haar strategisch voorraadbeleid, daar geen goede exploitatiemogelijkheden voor huurwoningen meer ziet. Elkien heeft op grond hiervan aan Wûns de ruimte gegeven er mee aan de slag te gaan. Het dorp heeft bij het opstellen van de (woon)Visie Wûns ondersteuning gekregen van Doarpswurk en Kriich en is op basis van haar eigen scenario’s tot de conclusie gekomen dat huren in Wûns perspectief heeft. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst, want de huidige huurwoningen kennen weinig leegstand. Bovendien vindt dorpsbelang Wûns dat er ook voor huurders in het dorp woonruimte moet zijn om zo een gevarieerde bevolking te houden. Het plan gaat in op de locatie waar in een eerder stadium Elkien zou bouwen en op de bestaande huurwoningen die worden afgestoten. Hiervoor onderzoekt dorpsbelang of een eigen beheersorganisatie voor huurwoningen in de toekomst een perspectief kan bieden. De (woon)Visie kent nog meer vernieuwende elementen. Ondertekening van de intentieovereenkomst tussen provincie, Elkien, gemeente Súdwest-Fryslân en dorpsbelang.
2012: een zomer met veel nieuwe en vernieuwde dorpshuizen In en rond de zomer hebben opmerkelijk veel dorpshuizen een feestelijke (her)opening beleefd. Ondanks de financiële crisis hebben een groot aantal dorpshuisbesturen de (ver)bouwplannen tot uitvoering weten te brengen. In de meeste gevallen is met succes een beroep gedaan op de betreffende gemeenten, de provincie Fryslân en een aantal fondsen. Het is positief te noemen dat de Friese overheid oog heeft voor de betekenis van deze accommodaties voor de leefbaarheid en sociale cohesie in de dorpen. Dankzij hun financiële bijdragen èn de enorme inbreng van de dorpsbewoners, in de vorm van zelfwerkzaamheid en financiële acties, heeft dat geleid tot een tiental nieuwe en vernieuwde dorpshuizen. In de periode juni – oktober zijn in de volgende dorpen dorpshuizen heropend of geopend: Hommerts/Jutryp, Idskenhuizen, Schalsum, Sondel, Oosterwolde, Boksum, Pingjum, Britsum, Marssum en Westergeest. Wij feliciteren èn complimenteren de dorpshuisbesturen en de inwoners met het resultaat, en wensen hen veel succes met het kloppend hart van hun dorp!
Nije útdaging foar Maeike Lok Op 29 maaie 2006 rûn ik foar it earst it eardere gemeentehûs yn Raerd binnen. Myn earste wurkdei by Doarpswurk! No, goed seis jier letter, doch ik foar it lêst de doar yn Raerd efter my ticht. Ik begjin oan in nije útdaging. Ik sil oan de slach by Partoer, dêr’t ik my dwaande hâlde sil mei befolkingsûntwikkeling (‘krimp’) en leefberens. Yn dy seis jier ha ik in soad minsken moete. Entûsjaste minsken dy’t har ynsette foar doarp en doarpshûs. Frijwilligers, amtners, bestjoerders, meiwurkers fan korporaasjes en oare organisaasjes. Ik ha mei nocht mei jim wurke, bin bliid dat ik hjir en dêr in stientsje bydrage koe en ha sels in soad leard. Yn dizze perioade fan opromjen en oerdragen komme in protte nammen, projekten en gesichten wer boppedriuwen... “o ja, dat wie ommers ek sa”. Moaie oantinkens dy’t wer dúdlik meitsje dat de minsken by Doarpswurk machtich moai wurk ha! Op 13 septimber hie ik myn lêste wurkdei by Doarpswurk, op 17 septimber begjûn ik by Partoer. Hoe’t de oerdracht fan myn rinnende projekten wêze sil, wurdt sa gau as mooglik bekend makke. It slagget my net om elts persoanlik de hân te skodzjen, dus mar op dizze wize: “tige tank en oant sjen!” Groetnis, Maeike
Dielnimmersrie niet meer van deze tijd. Bij de fusie van de Feriening Lytse Doarpen (FLD) en de Stichting Dorpshuizen Friesland (SDF), nu ongeveer 6 jaar geleden, was er de behoefte om een vorm van ledenraadpleging te behouden. In de statuten van het ontstane Doarpswurk, heeft dit vorm gekregen via de Dielnimmersrie (DNR). Deze raad heeft vooral, denken wij, in de beginfase van “Doarpswurk” nuttig werk verricht. Echter, op dit moment lijkt er vanuit de achterban weinig behoefte en belangstelling meer te zijn voor dit adviesorgaan. “Het heeft zichzelf overbodig gemaakt.” Nog maar zelden komt een vertegenwoordiger van een dorpshuis of dorpsvereniging op één van de spreekuren in de regio. U weet blijkbaar de weg naar de medewerkers van Doarpswurk goed te vinden en is tevreden met de afhandeling van uw vragen. Een extra laag in de beslissingstrajecten werkt ook vertragend voor de uitvoering van nieuwe plannen. Het bestuur versterken met nog eens een lid vanuit de verenigingen voor dorpsbelangen en vanuit de dorpshuizen is een goede, efficiënte en effectieve compensatie. Dit is dan ook ons voorstel. Het huidige bestuur heeft nu 2 leden met een achtergrond in dorpshuisbesturen, 2 leden met een achtergrond in een dorpsvereniging en 3 onafhankelijke leden. Met nog eens twee leden vanuit de deelnemende dorpsbelangen en dorpshuizen in het bestuur wordt de invloed op het beleid van onze stichting, vanuit de achterban/doelgroep zelfs versterkt. Wij zijn erg nieuwsgierig naar uw reactie. Uw reactie is welkom via
[email protected] Tones Meijer (voorzitter Dielnimmersrie)
Succesvol werkbezoek van gedeputeerde Johannes Kramer aan Doarpswurk Op 7 september jl. bezocht gedeputeerde Plattelân de heer J. Kramer het dorpshuis De Einekoer in Ryptsjerk i.s.m. Doarpswurk. Twee onderwerpen stonden centraal, nl. Kwaliteitszorg en het Netwerk Duurzame Dorpen. De aanleiding om naar De Einekoer in Ryptsjerk te gaan, was dat zij afgelopen voorjaar over hun eigen organisatie een zeer uitgebreid Handboek Kwaliteitszorg hadden beschreven. Minne Hovenga zette in een algemene toelichting de aanleiding en methode van het Kwaliteitszorgtraject uiteen. Tot nu toe hebben ongeveer 50 dorpshuizen mee-gedaan aan de Kwaliteitszorgmethode van groot tot klein. Tom Vellinga van Doarpswurk lichte de stand van zaken en invulling van het Netwerk Duurzame Dorpen toe. Belangrijk is de bewustwording bij de besturen van dorpsbelangen en anderen in de dorpen die actief aan de slag willen met dit onderwerp. Dit kan via de 16 thema’s die op de website staan vermeld en waar in dorpen via werkgroepen acties voor mogelijk zijn. Doel is om voor het eind van het jaar 100 dorpen actief in Fryslân te hebben. Met behulp van een karavaan die door de provincie trekt, is het doel de interesse en activiteiten aan te jagen in de dorpen. De gedeputeerde sprak zijn positieve waardering uit over de inzet van de vele vrijwilligers die op en voor het platteland actief zijn en de presentaties van Doarpswurk.
Modelverordening Paracommercie van VNG voor Drank- en Horecawet bekend Op 22 mei jl. is de nieuwe Drank- en Horecawet aangenomen in de Eerste kamer. Dit betekent dat de nieuwe Drank- en Horecawet per 1 januari 2013 in werking treedt. Met de invoering van de nieuwe Drank- en Horecawet gaat het toezicht van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) over naar gemeenten. De nieuwe wet heeft ook tot doel het alcoholgebruik van met name jongeren tegen te gaan. De belangrijkste consequentie voor buurt- en dorpshuizen is dat gemeenten een verordening Paracommercie moeten opstellen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft hiervoor een Modelverordening gemaakt. Gemeenten houden bij het opstellen van de verordening Paracommercie rekening met plaatselijke omstandigheden. Zodat met de lokale situatie rekening wordt gehouden in het dorp en aan de verschillen tussen bijvoorbeeld dorpshuizen, sportverenigingen en overige paracommerciële instellingen. Als de huidige situatie goed functioneert, kunnen de bestaande afspraken in de nieuwe verordening worden verwerkt. Wij verwachten dat dit ook voor het merendeel in Fryslân aan de orde zal zijn. Uitgangspunt is dat de gemeente bij deze afweging de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende instellingen in acht neemt en geen onnodige beperkingen zal opleggen, als de mededinging niet speelt én er geen onverantwoorde verstrekking van alcohol plaatsvindt, met name aan jongeren. Na de inwerkingtreding van de wet hebben de gemeenten één jaar de tijd om een verordening Paracommercie vast te stellen. Dat betekent dat ze uiterlijk 1 januari 2014 deze moeten hebben vastgesteld. Gemeenten kunnen ook, al naar gelang hun voorkeur, elementen uit de verschillende verordeningen halen en die samenvoegen tot hun eigen verordening. Zij zullen de Modelverordening nog wel toeschrijven naar hun eigen situatie en laten vaststellen door de gemeenteraad. Uitgangspunt hierbij is dat het om lokaal maatwerk gaat. Door de BEM (Bureau Eerlijke Mededinging Horeca) is eveneens een modelverordening opgesteld, die tot doel heeft de belangen van de horeca te behartigen. De BEM heeft het model zelfstandig en zonder overleg met andere partijen opgesteld. De VNG stelt in haar begeleidende brief vast dat de modelverordening van de BEM op punten juridisch onterecht is. U kunt hierover meer informatie vinden op onze website bij Nieuwsarchief dd. 9 augustus. Doarpswurk verwacht dat gemeenten zullen kiezen voor de verordening van de VNG, echter hoe dit precies geregeld wordt is nog niet duidelijk. Wij raden u als bestuurders van dorpshuizen in Fryslân aan hier goed op te letten en deze verordening goed door te nemen. Het is vervolgens aan ú om in overleg te gaan met de gemeente indien gewenst. Het is van belang dat buurt- en dorpshuizen op gemeentelijk niveau de koppen bij elkaar gaan steken om te bekijken wat ze gezamenlijk kunnen bereiken bij de gemeente. Buurt- en dorpshuizen spelen een belangrijke functie voor de leefbaarheid in buurten en dorpen en verdienen de ruimte om die te kunnen blijven vervullen. Op de website van Doarpswurk is meer informatie te vinden, bij Nieuwsarchief dd. 9 augustus. Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met Doarpswurk: tel. 0566-625010 of stuur een e-mail naar
[email protected].
Het dorpshuis: van bewoners en voor bewoners Dat is de constatering van de twee onderzoekers, Dr. Frans Thissen & dr. Joos Droogleever Fortuijn, die hiervoor in Littenseradiel onderzoek hebben gedaan. De betekenis van het dorpshuis staat centraal en beide opvattingen zijn mogelijk: Het dorpshuis als uitdrukking van de betrokkenheid (het dorpshuis van bewoners) én inzet van bewoners en het dorpshuis als voorwaarde voor leefbaarheid en sociale vitaliteit van dorpen (het dorpshuis voor bewoners). Zowel uit de opvattingen over, als uit het gebruik van het dorpshuis blijkt dat een overgrote meerderheid van de dorpsbewoners het dorpshuis zeer waardeert en daadwerkelijk bezoekt. Er is grote mate van eenstemmigheid aan de positieve opvattingen over het dorpshuis en er bestaan slechts kleine verschillen tussen bewonersgroepen als het gaat om het gebruik van het dorpshuis. Dat resulteert in een plek die een wezenlijke ontmoetingsfunctie voor het dorp heeft én een plek die voor vrijwel de hele dorpsgemeenschap toegankelijk is. De conclusie is dan ook terecht dat het dorpshuis ‘van de bewoners is’. De aanwezigheid van een dorpshuis is een belangrijke uiting van leefbaarheid en sociale vitaliteit. Het wordt in de monitor van de provincie vooral gezien als voorwaarde voor leefbaarheid het zou samen met andere basisvoorzieningen, bijdragen tot de ‘compleetheid’ van het dorp. De opvatting dat ‘het dorpshuis voor de bewoners is’, is getoetst door de deelname van de bewoners te beschrijven en te analyseren en met name de rol die het dorpshuis daarbij speelt. Deelname kan als opbrengst worden gezien van het sociaal kapitaal van het dorp. Het dorpshuis als een deel van de sociale infrastructuur van het dorp. De centrale vraag was of kan worden aangetoond dat de aanwezigheid van een dorpshuis een aantoonbaar effect heeft op de sociale vitaliteit van het dorp, c.q. de maatschappelijke participatie van de bewoners. Met andere woorden, heeft het dorpshuis een aantoonbare opbrengst voor het dorp? Hoewel het (eigen) dorpshuis een bijdrage levert aan de sociale vitaliteit in kleine dorpen, vormen de bewoners zelf het belangrijkste sociaal kapitaal. Investeren in bewoners door scholing, vorming en de ontwikkeling van competenties is belangrijker dan investeren in fysieke infrastructuur.
Start van Kern met Pit editie 2013 Kern met Pit is een jaarlijkse wedstrijd georganiseerd door Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij (KNHM). Via de wedstrijd Kern met Pit wordt u uitgedaagd om uw idee voor de leefomgeving binnen een jaar te realiseren. Daarnaast wint per provincie één bewonersgroep de trofee en een extra prijs van vijftienhonderd euro. Als klap op de vuurpijl kunnen deze trofeewinnaars meedingen naar de nationale titel ‘Beste Kern met Pit van Nederland’ en extra prijzen winnen. Tijdens de uitvoering van het project ontvangen de deelnemers advies van KNHM. In Fryslân hebben altijd veel dorpen meegedaan aan de wedstrijd omdat er altijd activiteiten zijn die binnen de formule passen en vanwege de grote kans op een bijdrage van de KNHM voor de realisering. Ga voor meer informatie naar www.kernmetpit.nl
Rijksexperiment Duurzame Beschermde Dorpsgezichten Dongeradeel Het noordoosten van Fryslân is een prachtige regio: mooie karakteristieke dorpen, ruim landschap aan de kust, grote saamhorigheid in de dorpen. De reden dat deze regio de laatste tijd in de belangstelling staat, is echter dat het gebied een anticipeerregio van de krimp wordt genoemd. De demografische ontwikkelingen geven aan dat er in de nabije toekomst minder mensen in de dorpen zullen wonen. Dit zal effecten hebben op de woningmarkt, voorzieningen en verenigingen. Het experiment Duurzame Beschermde Dorpsgezichten Dongeradeel wil bereiken dat ook in een veranderende wereld de leefbaarheid in dorpskernen behouden en waar mogelijk versterkt kan worden. De vier dorpen met een beschermd dorpsgezicht Ee, Metslawier, Holwerd en Paesens-Moddergat zijn binnen de gemeente koplopers. Het is de bedoeling dat de werkwijze van het experiment een voorbeeld zal zijn voor de andere dorpen in Dongeradeel. Voor dit experiment is de komende drie jaar een fonds van 1,4 miljoen euro beschikbaar. Dat geeft meteen aan dat het in deze tijd een heel bijzonder project is en dat er kansen voor de dorpen liggen. Vele organisaties werken samen om het experiment te laten slagen. Buiten de dorpen zelf, zijn dat de gemeente Dongeradeel, provincie Fryslân, Plattelânsprojekten Noordoost-Fryslân, Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, Agentschap NL, Partoer en Doarpswurk. In 2011 is een Cultuurhistorische Verkenning opgesteld van de vier dorpen. Hierin is aangegeven hoe de dorpen zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld. De karakteristieke elementen en lijnen worden benoemd, net als ontwikkelingsrichtingen: wat moet uit cultuurhistorisch oogpunt worden behouden en versterkt. In het voorjaar van 2012 zijn twee andere verkenningen opgesteld. Voor de Bouwhistorische Verkenning zijn karakteristieke en historisch interessante panden onderzocht, zowel aan de buiten- als de binnenkant. De dorpen zelf hebben de Dorpsverkenning geschreven. Hierin geven de inwoners aan wat hun dorpsidentiteit is, wat zij willen behouden en versterken en wat moet worden verbeterd. Het zwaartepunt ligt duidelijk bij het wonen in het beschermde dorpsgezicht: hoe kunnen we samen de kwaliteit hiervan verbeteren? Deze drie verkenningen zijn samengevoegd tot een totaal integraal plan voor ieder van de dorpen. Officieel heet dat het “Ontwikkelingsperspectief”. Nu is het de bedoeling daadwerkelijk zaken te realiseren. Daarvoor wordt in de vier dorpen een Dorps Ontwikkeling Maatschappij (de DOM) opgericht. Hierin hebben inwoners zitting. De DOM zal inwoners begeleiden bij de uitvoeringsprojecten: wat moet er gebeuren om het doel te bereiken, hoe gaat dat gebeuren, wat gaat het kosten en hoe wordt het gefinancierd. Deze kunnen (mede) gefinancierd worden met leningen en/of subsidies uit het genoemde dorpenfonds. Ook kan de DOM zelf initiatieven nemen voor bijvoorbeeld grotere projecten die meer dan één woning omvatten. Partoer en Doarpswurk hebben de dorpen ondersteund bij het maken van de Dorpsverkenningen. Wij kijken met plezier terug op het project en wel op twee manieren. De samenwerking van beide organisaties is goed bevallen en voor herhaling vatbaar. De processen in de dorpen, met de dorpsbelangen en werkgroepen zijn in onze ogen prima verlopen. Uiteraard waren er overeenkomsten tussen de dorpen, maar vooral de verschillen tussen de dorpen, mensen, gewoonten en werkwijzen maakten het project interessant. We willen hierbij de dorpen dan ook bedanken voor de samenwerking, feliciteren met hun Dorpsverkenningen en veel succes wensen met de vervolgstappen!
Doarpswurk leidt vrijwilligers op tot procesbegeleiders voor dorpsvisies Doarpswurk ontwikkelde met hulp van de KNHM het afgelopen jaar een nieuwe aanpak om te komen tot een dorpsvisie. Dit doen we binnen het project: Ons dorp in 2020. De naam zegt het al: het is de bedoeling dat een dorp zich voorbereidt op de toekomst. Op zich is dat niet nieuw, echter bij deze aanpak komen een aantal onderwerpen specifiek aan de orde: Demografische veranderingen (‘krimp’ in de volksmond; echter: er speelt meer dan krimp van de bevolking alleen) worden integraal meegenomen bij alle onderwerpen die in een dorp spelen en niet meer als een op zichzelf staand onderwerp. Er wordt gewerkt met cijfermateriaal over de ontwikkeling van het bewonersaantal in een dorp; Dorpen worden gestimuleerd bij het kiezen van toekomstscenario’s en het maken van plannen over de eigen dorpsgrenzen heen te kijken: naar buurdorpen en de omliggende regio. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat deelname van een dorp aan ‘Ons dorp in 2020’ leidt tot een soort dorpsvisie 2.0. Daarnaast is ook de aanpak vernieuwend: Doarpswurk werkt hierbij voor een groot deel namelijk met vrijwilligers. Deze vrijwilligers zijn door Doarpswurk opgeleid en worden begeleid om in Friese dorpen aan de slag te gaan met bovengenoemde systematiek. Op woensdag 26 september heeft de training plaatsgevonden van de eerste groep vrijwilligers. Het was een vol programma, waarbij o.a. de volgende onderwerpen aan bod kwamen: Krimp in Fryslân: waar hebben we het eigenlijk over? Hoe ontwikkelt Fryslân zich op demografisch gebied? Hoe stel je je op als procesbegeleider? Wat doe je wel en wat doe je niet? Hoe ga je om met lastige situaties? Wie zijn bij een dorpsvisie betrokken en hoe is de taakverdeling? De deelnemers waren zonder uitzondering enthousiast over het project en over hun toekomstige inzet. In de komende maanden wordt de systematiek ‘uitgeprobeerd’ in een viertal dorpen. Indien nodig, wordt de werkwijze daarna nog aangepast. In 2013 gaan we dan definitief – met de procesbegeleiders – van start. Mocht u als dorp belangstelling hebben om met ‘Ons dorp in 2020’ aan de slag te gaan óf bent u geïnteresseerd om als vrijwillig procesbegeleider aan de slag te gaan (kan ook interessant zijn voor studenten om werkervaring op te doen)? Aarzel niet en neem voor meer informatie contact op met Nynke Talstra van Doarpswurk: tel. 0566 – 625 010 of
[email protected] NB: ook als uw dorp net een dorpsvisie heeft opgesteld, kan het interessant zijn om (een deel van) ‘Ons dorp in 2020’ uit te voeren!
Aanpak Rotte Kiezen; een onderzoek naar de inzet van instrumenten In 2008 is Doarpswurk gestart met het experiment Rotte Kiezen. Samen met corporaties is een inventarisatie van de probleemgevallen gemaakt. Het blijkt dat eigenaren niet vanzelf in actie komen om te verbeteren, daartoe moeten ze bewogen worden. Doarpswurk en de corporaties richtten zich daarom op bewustwording bij met name gemeenten. Zij zijn gestimuleerd om actief te handhaven (aangepast handhavingsbeleid en/of excessenregeling). Handboek Eind 2011 is door de SEV (nu Platform31) in opdracht van het ministerie van BZK de stand van zaken opgemaakt in acht Friese gemeenten. De werkwijzen in deze gemeenten heeft geleid tot het handboek ‘Aanpak Rotte Kiezen’. Het aanschrijven en handhaven van vervallen panden staat uitvoerig beschreven en is aangevuld met veel lokale voorbeelden (inclusief voorbeeldmateriaal). We kunnen gelukkig concluderen dat de aanpak effectief is. Helaas is de aanpak nog niet grootschalig ingevoerd. Beschreven staat dat er een grotere rol is weggelegd voor verschillende overheden en voor banken. Deze partijen kunnen met kennis, geld en inzet van capaciteit een voortrekkersrol vervullen. Bent u geïnteresseerd in het Handboek, kijk op onze website bij nieuwsarchief dd. 6 september. Verpauperde panden Medio 2012 zien we dat de aanpak van verpauperde panden niet alleen in Friesland, maar onder meer ook in Noordoost Nederland en in Zeeuws-Vlaanderen een belangrijke rol begint te vervullen in de krimpaanpak. In Zeeuws-Vlaanderen is het KLUS-project van start gegaan, waarbij de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten alle verpauperde panden hebben geïnventariseerd. Criteria als bouwkundige staat, ligging, toekomstwaarde van het pand, esthetische en monumentale waarde en klachten van omwonenden, bepalen de prioriteit bij de aanpak van de panden. Experimentenprogramma krimp In 2013 rondt Platform31 het experimentenprogramma krimp af. We maken dan de eindstand op en hopen dat niet alleen in de topkrimpregio’s, maar ook in andere aankomende krimpregio’s van Nederland dit effectieve instrument zijn vruchten heeft afgeworpen.
Algemeen mailadres voor bestuur(sleden) Tegenwoordig is het steeds gemakkelijker om met een algemeen webbased mailadres te werken in plaats van een persoonlijk mailadres. Het overdragen van de mail aan een nieuw bestuurslid is daarmee geen probleem meer. Wij vragen u als Doarpswurk hier gebruik van te maken omdat wij meer met mailadressen werken en minder de post benutten om u te informeren. +++++++++++++++++++++++++++++++ Op onze website kunt u over de meeste artikelen uit deze nieuwsbrief meer informatie vinden, zeker indien er verwezen wordt naar een rapport of begeleidend schrijven.
Colofon Redactie: Vormgeving: Uitgave: Copyright:
Doarpswurk Groot Haar en Orth Leeuwarden Oktobernummer 2012 Overname van (delen van) artikelen en nadrukken is toegestaan, zolang de Bron wordt vermeld