Nieuwbouw van een multifunctioneel kennis& informatiecentrum voor tuinieren en natuur voor het Algemeen Verbond van Volkstuinders Verenigingen in Nederland
Visiedocument Duurzaam bouwen
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
1
Nieuwbouw van een multifunctioneel kennis&informatiecentrum voor tuinieren en natuur
Datum 22 mei 2006
Opdrachtgever Het AVVN Opdrachtnemer Cagerito B.V Eindredactie: dhr. G.P.L.Verlind Projectnummer 2006.001.012
Aantal Tabellen 1 Aantal Figuren 33 Aantal Bijlagen 4
Inhoudsopgave Inleiding Gebiedskenmerken Programma van eisen Duurzaamheid Het ontwerp
pagina 3-4 pagina 4-6 pagina 8-10 pagina 11-13 pagina 14-17
Bijlage 1.Milieu analyse bouwwijzen Bijlage 2. GPR toets Bijlage 3. BEL programma bouwproces Bijlage 4. Plattegronden begane grond en verdieping Bijlage 5. Locatie
pagina 18-20 pagina 21 pagina 22-24 pagina 25-26 pagina 27
Cagerito B.V Postbus 3374 5203 DJ 's-Hertogenbosch Schout Dicbierlaan 13 5237 SL 's-Hertogenbosch
[email protected] www.cagerito.nl
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
2
Inleiding
Het AVVN bestaat al vanaf 1928. Toen opgericht om een weerwoord te bieden namens volkstuincomplexen die in het nauw werden gedreven. Inmiddels spreken we niet meer van complexen maar over volkstuinparken .Circa 220 tuinenparken zijn bij het AVVN aangesloten. Ze kunnen rekenen op ondersteuning in de vorm van: belangenbehartiging, advisering, rechtsbijstand, hulp bij onderhandelingen, informatie en voorlichting. De wet-en regelgeving voor tuinverenigingen is uitgebreid en complex. Een toegespitst pakket verzekeringen garandeert dat de hobbytuinders met een gerust hart kunnen recreëren en van hun tuin kunnen genieten. Natuurlijk tuinieren is de kernboodschap. Het eigen tijdschrift “de tuinliefhebber” biedt de tuinierder periodiek een schat aan informatie en actualiteit. Het AVVN heeft verder een uitgebreide databank en bibliotheek over allerhande onderwerpen die met de tuin te maken hebben. Aanvullend worden diensten aangeboden zoals advies op bemesting. Een overzicht van de activiteiten en diensten van de AVVN: o o o o o o o o o o o
Geven van juridisch advies en bijstand Geven van inrichtingsadviezen op het gebied van natuurlijk tuinieren Begeleiden van tuinverenigingen naar een natuurvriendelijker beheer en onderhoud van het tuinenpark Geven van onderhoudsadviezen voor tuinenparken Uitvoeren van bodemvruchtbaarheidsonderzoek Geven van financiële adviezen aan tuinverenigingen Verzorgen van themabijeenkomsten,lezingen, workshops en cursussen Ontwikkelen van cursussen Aanbieden van relevante producten in eigen winkeltje ( zaden, etc,.) Uitvoeren van taxaties op opstallen en tuinen op de tuinenparken Houden en onderhouden van tentoonstellingen
Kenmerken van het nieuwe centrum: Doelstelling is om met de nieuwbouw een kennis- en informatiecentrum te realiseren, waarbij een aantal maatschappelijke functies kunnen worden gecombineerd. De basisgedachte is natuurlijk tuinieren, gericht op tuinenverenigingen en tuinierders in het algemeen en de circa 220 aangesloten tuinenparken in het bijzonder. De nieuwbouw komt in een bestaande, ingerichte omgeving met een sterke cultuurhistorische waarde. Het AVVN wil zich dan ook manifesteren als een soort lokaal stadslandgoed. Op de locatie wordt intensief samengewerkt met andere maatschappelijke organisaties, waarbij Natuur en Milieu Educatie ( NMC ) een partner is. Op de nieuwe locatie zullen dan ook een aantal functies met elkaar worden gecombineerd; 1. 2. 3. 4. 5.
natuur-en milieu communicatie, algemeen ( NMC ) natuur-en milieu communicatie , basisscholen: tuinieren ( NMC en AVVN ) belangenbehartiging tuinenparken en tuinverenigingen in Nederland ( AVVN ) ruimte voor bijeenkomsten, workshops, kleine braderie, tentoonstellingen voorlichtingscentrum en inloopplek voor de bewoners van Leidsche Rijn
De vereniging heeft in 2005 het principebesluit genomen om de plannen voor nieuwbouw van een complex voor huisvesting verder uit te werken.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
3
In overleg met de gemeente Utrecht is daarbij gekeken naar de mogelijke huisvesting in het deelgebied Het Zand, onderdeel van de uitbreidingslocatie Leidsche Rijn. Ter ondersteuning aan de ontwikkeling van de bouwkundige plannen is dit visiedocument opgesteld. Dit document vloeit voort uit het beleidskader “integrale woningkwaliteit “, welke weliswaar op de woningbouw is gericht, maar tegelijkertijd voldoende aanknopingspunten biedt om de nieuwbouwplannen voor het AVVN te onderbouwen. Als onderlegger voor deze studie zijn ondermeer de volgende documenten geraadpleegd: 1. Stedenbouwkundig plan Het Zand, Leidsche Rijn, 2003 2. Stedenbouwkundige randvoorwaarden Zandpark, 2002. 3. Aanpassingen Stedenbouwkundig plan, 2003 4. Omgaan met regenwater op particuliere grond, Tauw, 2004 5. Groot Zandveld Leidsche Rijn, Bouwdoos technisch ontwerp, OKRA 2005 6. Park Groot Zandveld, aanvulling 21-07-2005 7. Beleidskader integrale woonkwaliteit, 2000 8. Leidraad duurzame gemeentelijke bouwprojecten, 2005 9. Maatregelenlijst integrale woonkwaliteit, collegebesluit 2000 10. Nationaal pakket duurzame stedebouw, 1999 11. Nationaal pakket duurzaam bouwen, 2005 Basis daarbij is het integrale kwaliteitsdenken, wat nader uitgewerkt wordt in de volgende onderwerpen: o o o o
Toegankelijkheid Duurzaamheid Veiligheid Betaalbaarheid
Voor wat betreft de nieuwbouw AVVN komt daarbij nog specifiek het inpasbaar bouwen, daar er hier sprake is van nieuwbouw in een bestaande omgeving met een eigen kwaliteitsbeeld en historisch beeld.
Gebiedskenmerken De locatie bevindt zich ten westen van de agglomeratie Utrecht, in het “stroomgebied “van de Leische Rijn. Onderdeel daarin is het Zand en daarin het Zandpark, ten noorden van de Johanniterweg. Kenmerkend voor het gebied is de lintbebouwing en de aanwezigheid van een aantal “historische “kassen met bijbehorende schoorstenen .Ten oosten van de schoorstenen ( 3 stuks ) ligt een archeologische vindplaats. ( Romeinse tijd ) In de ecologische hoofdstructuur van het Zand is het Zandpark de verbindende schakel tussen de linten, het Johanniterveld en het Rijnsche Hout. De Leidsche Rijn werd in de 20ste eeuw onbruikbaar als scheepvaartroute. Ter vervanging van de scheepvaart is het gebied ingericht als tuinbouwgebied voor de stad Utrecht.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
4
Het nieuwe zandpark heeft een gemengd programma van wonen, voorzieningen en recreëren. Rondom het park zijn een aantal woonbuurten gepland. De locatie voor het AVVN is gelegen in een gebied met bestaande kassen. Een deel van de kassen wordt opgeruimd, onderdelen, zoals de druivenkas, de schoorsteen en het ketelhuis blijven gehandhaafd en worden gerestaureerd. Ze krijgen op termijn een nieuwe (gebruiks)functie. Ten noorden van het perceel van het AVVN is een bungalow gelegen welke bewoond is en blijft. Teneinde de relatie met de buren niet meer dan noodzakelijk te belasten, is bewust gekozen om deze toegangsmogelijkheid niet of slechts in uiterste gevallen te gebruiken.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
5
Direct ten westen van het AVVN worden school-wijk en voorbeeld tuinen ontwikkeld, i.s.m. het NMC. Verder ten noorden van het AVVN is een nieuw scholencomplex gelegen waarin twee basisscholen zijn gevestigd die mede gebruik zullen gaan maken van de schooltuinen en een deel van de onderwijsfaciliteiten die het AVVN gaat bieden. Het totale gebied is en blijft autoluw. De ontsluiting van het AVVN gebouw zal plaatsvinden vanaf de weg die direct zuidelijk van het gebouw zal worden aangelegd. Langs deze weg worden ook parkeervoorzieningen voor bezoekers aangelegd.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
6
In de geformuleerde plannen is opgenomen de realisatie van twee kleinschalige gebouwen aan de westzijde van het park. Het betreft hier een kinderdagverblijf en een gezondheidscentrum. Vanuit de voorbeeldtuinen zal een verbinding met de openbare parkeervoorzieningen bij deze gebouwen worden gecreerd, die bij grotere publieksmanifestaties in het weekeinde kunnen worden gebruikt. Ecologie De bestaande linten vormen een belangrijk onderdeel in het park. In de tuinen en boomgaarden van deze linten staan veel grote bomen en ander waardevol groen. Deze linten vormen ook een goede verblijfsplaats en schuilmogelijkheid voor kleine zoogdieren en vogels. De ecologische betekenis ervan is onderdeel van een groter geheel. Waterlopen met groene natuurlijke oevers zijn daarbij van essentieel belang.
Projectspecifieke kenmerken Ten aanzien van de geplande nieuwbouw zijn er een aantal onderwerpen die nader belicht worden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Functie (s) van het gebouw Flexibiliteit en aanpasbaarheid in de tijd Inpasbaarheid in de omgeving Ecologische duurzaamheid Economische duurzaamheid De mens: toegankelijkheid, veiligheid Inrichting van de openbare ruimte
Functies van het kennis&informatiecentrum Het AVVN wenst de volgende activiteiten in het nieuwe gebouw te ontplooien; -
ontvangen diverse groepen voor bezoek en workshops , lezingen en seminars, educatieve ondersteuning t.b.v.de twee nabijgelegen basischolen, facilitaire ondersteuning voor scholieren in de tuinen, i.s.m. NMC, bezoekcentrum en voorlichting voor de nabij gelegen woonwijken, voorlichtings-en informatiecentrum voor natuurlijk tuinieren, studiecentrum, bibliotheek en virtuele databank, wisselende exposities en tentoonstellingen, verzorgen van trainingen,cursussen workshops exploitatie kleine winkelartikelen in relatie tot de activiteiten huisvesting beleidscentrum/kantoor voor het AVVN en het secretariaat
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
7
Flexibiliteit en aanpasbaarheid in de tijd Heden ten dage worden gebouwen ontworpen op een zekere mate van flexibiliteit in het gebruik. Er mag van worden uitgegaan dat de bovengenoemde functies niet voor eeuwig vastliggen. Bij het ontwerp zal rekening worden gehouden met deze mogelijke functiewijzigingen in de tijd. Ruimten zullen onderling koppelbaar ( vergroot ) moeten kunnen worden, grotere ruimten zullen meerdere functies bedienen: bibliotheek, workshops, lezingen en expositie in een. Het gebouw leent zich dan ook voor multifunctioneel gebruik in de nabije toekomst en is in dat opzicht tijdloos. Programma van eisen Benoeming binnen ruimten: -
bibliotheek ontvangsthal expositieruimte vergader-en cursusruimte kantine/keuken toiletten garderobe studieruimte ( i.c.m. bibliotheek ) opslagruimte voor tuingereedschappen scholieren
Buitenruimte: -
overdekte fietsenstalling wasbakken ( optioneel ) parkeerplaatsen voor auto’s, buiten perceel demonstratietuinen NME activiteitenplein
Specifieke ruimten AVVN: -
kantoren directiekamer archiefruimte kitchenette toiletten
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
8
Voorbeeld inrichting
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
9
Inpasbaarheid in de omgeving De nieuwbouw van het AVVN is gepland in een bestaande omgeving. Deels gevormd door woningen, deels door agrarische activiteiten. Er is geen eenduidigheid in de woonbebouwing.
De visie vanuit het AVVN is gericht op een gebouw dat qua uitstraling niet ervaren wordt als een “nieuw “ gebouw, maar een uitstraling heeft van, het heeft er altijd al gestaan. Specifieke elementen en details in de omringende bebouwing worden in het ontwerp meegenomen. Qua materiaalgebruik heeft hout momenteel de voorkeur. Hout komt veelvuldig terug in dit cultuurlandschap. De aankleding van het gebouw zal elementen in zich krijgen van boerenerf, fruitboomgaard, e.d. De keuze van de beplanting zal mede worden bepaald naar de reeds aanwezige variëteit in bomen, struiken en heesters.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
10
Duurzaamheid Energie Het ontwerp van het gebouw zal sterk mede bepalend zijn voor ondermeer de energiehuishouding. In dit deelgebied worden geen gasleidingen aangelegd, en zal men kunnen aansluiten op de stadsverwarming. Het gebouw zal een energieprestatie gaan leveren die ( onder de toetsing van de economische haalbaarheid ) minimaal 25 % beter scoort dan de huidige wettelijke vereiste. In principe wordt daartoe als referentie genomen de woningbouw EPC van 0,8. Het gebouwontwerp moet geschikt zijn voor de toepassing van passieve en actieve zonne-energie. Gezien het feit dat er geen gasleiding komt, is de mogelijke toepassing van een elektrische warmtepomp opportuun. Het heeft de voorkeur om deze met een module voor omkering uit te voren, mede in verband met de koeling in de zomer. Overwegen wordt om in het kader van de vereiste ventilatie, natuurlijke ventilatie of hybride systemen mee te nemen als serieus alternatief. Water Ten aanzien van het gebruik van water wordt het volgende overwogen: Het watergebruik is enkel en alleen voor huishoudelijke toepassing. Gezien de kleine hoeveelheden is aanleg van een grijswatersysteem/ tweede leidingsysteem, niet haalbaar. Hemelwater zal wel worden opgevangen en direct in de bodem worden teruggeleid via infiltratie of een combinatie van infiltratie en oppervlaktewater. Materiaalgebruik De huidige bouwtechnologie geeft de mogelijkheid om vergaand industrieel te bouwen. Daarmede wordt de bouwtijd verkort, de overlast in het bestaande gebied beperkt, en kan een aanzienlijke besparing op materiaalgebruik worden gerealiseerd. De voorkeur gaat uit naar een industriële aanpak in houtbouw. In de bouw in Nederland kennen we een viertal systemen: 1. 2. 3. 4.
traditionele bouwsystemen: natte bouw met beton en metselwerk, traditionele houtskeletbouw: constructie met houtskelet-elementen en afwerking in steen, moderne houtskeletbouw: industriële sandwichelementen, buiten steen of hout, volkern houtbouw.
De uitdaging ligt in de mogelijkheden van volkern houtbouw. Additionele materialen daarbij, zoals isolatie,zouden vernieuwbare grondstoffen moeten zijn. Het toe te passen hout is gecertificeerd onder FSC, of onder de Europese norm. Behandeling van het hout moet geminimaliseerd worden, en alleen gericht op het verlengen van de technische levensduur. Uitlogende materialen, zoals zink en koper, worden niet toegepast. Dakvlakken kunnen worden uitgevoerd met keramiek pannen, EPDM, of een combinatie, waarbij de optie van een groendak ( extensief of intensief ) meegenomen wordt. De dakvlakken zijn voorbereid op de toepassing van zonne-energie.
Toetsing Het ontwerp, de gekozen materialen en de energie-prestatie, worden getoetst aan de hand van het duurzaamheidsprogramma van de Stichting BEL. Dit programma richt zich op de volgende pijlers:
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
11
1. dematerialisatie: minimal 25 % ten opzichte van de traditionele bouw 2. energiebesparing: minimaal 25 % beter dan Bouwbesluit 3. bouwtijdverkorting: minimaal 25 % sneller dan de traditionele bouw De feitelijke energieprestatie wordt in de praktijk getoetst en niet gebaseerd op de aannames in de EPC berekening alleen. Voor de toetsing van het gehele ontwerp, de bouwvoorbereiding en het bouwproces, wordt gebruik gemaakt van de rekenmethodiek LCA, CML-2 en de Eco-indicator. De eisen vanuit het nationaal pakket wordt getoetst aan de hand van de GPR-2 richtlijn, met een minimale score van 7,5.
Voorbeeld milieuscore traditioneel ( betonbouw ) ontwerp ten opzichte van houtbouw, onder marktconforme voorwaarden. Compare products
EI-99 (Pt) GER (MJ)
Life cycle - All parameters
GW P100-CO2eq (kg)
90%
W eight (kg) costs (EUR)
86%
85%
80% 76% 75%
75%
74%
70%
65%
60%
55%
50%
45%
40%
35%
30%
25%
25%
26%
24%
20%
15%
14%
10%
5%
0%
-%
nieuwbouw AVVN houtbouw
-%
nieuwbouw AVVN traditioneel
Economische duurzaamheid Bij de keuzen, die tijdens het proces moeten worden gemaakt, wordt rekening gehouden met de betaalbaarheid van die keuzen. Normaliter worden duurzaamheidsingrepen al duur ervaren, en drijven daarmede dan ook de bouwkosten omhoog. Door inzet van innovatieve industriële toepassingen, en vooraf zoveel als mogelijk integreren van bijvoorbeeld installaties in de gebouwschil, kan dit worden voorkomen. Het streven is om hier een gebouw te realiseren met een hogere duurzaamheidsprestatie, onder marktconforme prijzen van een traditionele aanpak.
De mens De mens zal in het nieuwe gebouw van het AVVN centraal staan. Of dat nu de vaste medewerker is, een bezoekende schoolklas, of de tuinierder.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
12
De kwaliteit van het binnenklimaat is daarbij van essentieel belang. Het waarborgen ervan kan ondermeer worden bereikt door het aanbrengen van installaties. Vaak wordt bij een gebouw ontwerp enkel en alleen rekening gehouden met die techniek. Het gebouwontwerp, de ligging, en de keuze van de materialen zijn van groot belang op de kwaliteit van de binnenlucht. Het gebouw is ontworpen voor en periode van 30- 50 jaar, de installatie voor maximaal 15 jaar. Het gebouw van het AVVN zal, voor wat betreft het binnenklimaat, uitgaan van een goed ontworpen gebouw en “simpele “technieken als aanvulling. Natuurlijke ventilatie zal een belangrijk onderdeel vervullen. Door de mogelijke toepassing van een warmtepomp die omkeerbaar is kan de warmteaccumulatie ondervangen worden.
Potentiële warmtebronnen Vaste medewerkers Bezoekers Elektrische apparatuur Zonne-instraling Warme buitenlucht
zomer ja ja ja ja ja
winter ja ja Ja minder nee
oplossing koeling, natuurlijke ventilatie, ook nachtventilatie actieve koeling koeling, nachtventilatie koeling koeling
Door het ontbreken van grote hoeveelheden van steenachtig materiaal en beton, is het warmteaccumulerend vermogen van het gebouw lager. Het valt te overwegen om de begane grondvloer als betonvloer uit te voeren, in combinatie met vloerverwarming. In het kader van zonne -instraling kan worden gewerkt met beperkt dakoverstek en houten lamellen buiten, die zo gepositioneerd zijn, dat de hoge zonnestand in de zomer instraling voorkomt, maar bij lage zonnestand in de winter er wel instraling mogelijk is.
Inrichting van de openbare ruimte Veelal worden duurzaamheidsprojecten ontsierd door oplossingen in de openbare ruimte die weinig doordacht zijn. Houten schuttingen, coniferen en allerlei tierlantijnen ontsieren de buitenruimte. Daarnaast gedijen een aantal planten, heesters en bomen niet, omdat de lokale grondsoort, grondstructuur en waterhuishouding dat niet toelaat. De voorkeur gaat dan ook uit naar:
o o o o
verhardingen die passen in de omgeving: eenvoudig, rustige kleur, bijvoorbeeld grotere platen of betonvlakken voor parkeren, bomen en heesters die daar goed gedijen: geen coniferen, eerder hoogstam fruit, eenvoudige en ingetogen buitenverlichting: voorkomen van lichthinder, samenstelling van coulissen naar de reeds bestaande “afschermingen “.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
13
Het ontwerp Uitgaande van de wens van de opdrachtgever, en de wensen van de stedenbouwkundige, is voor een ontwerp gekozen dat: • • • • • •
appelleert aan agrarische activiteiten ( boerenschuur ) een uistraling heeft van duurzaamheid en “het staat er al veel langer “ energiezuinig is met veel gebruik van hout flexibel is in indeling en gebruik mooi is in zijn eenvoud
Het schetsontwerp
Referentiebeelden
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
14
De maquette
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
15
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
16
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
17
BIJLAGE 1 Beoordeling nieuwbouwmethoden aan de hand van de milieueffecten. Methode: CML-2, LCI/LCA.
Houten bouw, vurenhout, houtskeletbouw
% 100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
90 80 70 60 50 40 30 17,9
20 10 0,855 0 -10 -20 -30 -40 -50 -60 -70 -71,9 -80 -90 -100
-100 Abiotic Global depletion w arming
Wet spruce veneer (Eur.
Ozone layer
Smog
Human toxicity
Wood spruce logs
Ecotox. fresh
Ecotox. sediment
Ecotox. errestria
MJth w ood energy (80%
Ecotox. marine
Acidific ation
Seatransport
Eutrophi cation
EO/ERm ax,av
EO/ERa v,av+
-100 ET/ETR av+E TH
LO/LRn pp
LT/LTR npp
Energy
Non toxi c w ast
Toxic w aste
Abiotic depleti
EI99-TN Oocc
EI99-TN Oren at
LU*t
-Truck 16t (set: @#ETH3
1 kg materiaal 'Wet spruce veneer (Eur.)' analyseren ; Methode: VLCA-extended PRCBC DEFAULT / CML2-2001 netherlands 1997 / karakterisatie
nPt 0,08 0,0769
0,07
0,06
0,05
0,04
0,03 0,0263
0,02 0,0143
0,01 0,00657 0,00264 0
-0,00438 -0,01 Wet spruce veneer (Eur.)
Wood spruce logs
MJth w ood energy (80%)
Seatransport
-Truck 16t (set: @#ETH3)
Abiotic depletion
Global w arming
Ozone layer depletion
Smog
Human toxicity
Ecotox. fresh w ater
Ecotox. sediment
Ecotox. terrestrial
Ecotox. marine w ater
Acidification
Eutrophication
EO/ERmax,av+ETH
EO/ERav,av+ETH
ET/ETRav+ETH
LO/LRnpp
LT/LTRnpp
Energy
Non toxic w aste
Toxic w aste
Abiotic depletion EDIP
EI99-TNOocc
EI99-TNOrenat
LU*t
1 kg materiaal 'Wet spruce veneer (Eur.)' analyseren ; Methode: VLCA-extended PRCBC DEFAULT / CML2-2001 netherlands 1997 / enkele score
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
18
Houten logs, massief % 100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
90 80 70 60 50 40 30 17
20 10
2,29
0,88 0 -10
-6,68
-20 -30 -40 -50 -60 -70 -80 -90 -100
-100
-100
Abiotic Global depletion w arming Wood spruce logs
Ozone layer
Smog
Human toxicity
-MJth ind energy (set: @
Ecotox. fresh
Ecotox. Ecotox. sediment errestria
-Truck 16t (set: @#ETH3
Ecotox. marine
Acidific ation
Truck 16t empty
Eutrophi cation
EO/ERm ax,av
EO/ERa v,av+
-100 ET/ETR av+E TH
LO/LRn pp
LT/LTR npp
Energy
Non toxi c w ast
Toxic w aste
Abiotic depleti
EI99-TN Oocc
EI99-TN Oren at
LU*t
No w aste treatment
1 kg materiaal 'Wood spruce logs' analyseren ; Methode: VLCA-extended PRCBC DEFAULT / CML2-2001 netherlands 1997 / karakterisatie
nPt 0,05
0,0442
0,04
0,03
0,02 0,0169
0,01
0,00492
0,000667
0
0
-0,00462
-0,01 Wood spruce logs
-MJth ind energy (set: @#ETH)
-Truck 16t (set: @#ETH3)
Truck 16t empty
No w aste treatment
Abiotic depletion
Global w arming
Ozone layer depletion
Smog
Human toxicity
Ecotox. fresh w ater
Ecotox. sediment
Ecotox. terrestrial
Ecotox. marine w ater
Acidification
Eutrophication
EO/ERmax,av+ETH
EO/ERav,av+ETH
ET/ETRav+ETH
LO/LRnpp
LT/LTRnpp
Energy
Non toxic w aste
Toxic w aste
Abiotic depletion EDIP
EI99-TNOocc
EI99-TNOrenat
LU*t
1 kg materiaal 'Wood spruce logs' analyseren ; Methode: VLCA-extended PRCBC DEFAULT / CML2-2001 netherlands 1997 / enkele score
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
19
Betonbouw, begane grondvloer en dragende binnenwanden
% 100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
90 80 70 60 50 40 30 20
14,1
10 0 -10 -20 -30 -40 -50 -60 -70 -80 -90 -100
-100 Abiotic Global depletion w arming
Ozone layer
Smog
Human toxicity
Ecotox. fresh
Ecotox. Ecotox. sediment errestria
Ecotox. marine
Acidific ation
Eutrophi cation
EO/ERm ax,av
EO/ERa v,av+
ET/ETR av+E TH
LO/LRn pp
Binnenw and dragend 20
CEM I 52,5R
Kalksteen (hard) db3
Industriezand (rivier no re
Gas ind. gebruik VLCA
MJel Netherlands default
Truck 28t VLCA heen/ter
River vessel VLCA
Coastal vessel
Truck 28t VLCA heen/ter
Truck 28t VLCA heen/ter
River vessel VLCA
LT/LTR npp
Energy
Non toxi c w ast
Toxic w aste
Diesel ind.gebruik
Abiotic depleti
EI99-TN Oocc
River vessel VLCA
EI99-TN Oren at
LU*t
Coastal vessel
1 kg materiaal 'Binnenw and dragend 200-250mm' analyseren ; Methode: VLCA-extended PRCBC DEFAULT / CML2-2001 netherlands 1997 / karakterisatie
nPt 0,006
0,00588
0,005
0,004
0,003
0,002 0,00159
0,001 0,000774
0,000722 0,000574
0,000135 0
9,11E-5
0 Binnenw and dragend
CEM I 52,5R
Kalksteen (hard) db3
Industriezand (rivier no
Gas ind. gebruik VLCA
0,000548 0,000199
0,000171
MJel Netherla nds default
Diesel ind.gebruik
River vessel VLCA
Coastal vessel
Truck 28t VLCA
0,000325
0,000305
Truck 28t VLCA
River vessel VLCA
0,000108
2,54E-5 River vessel VLCA
Coastal vessel
Truck 28t VLCA
Abiotic depletion
Global w arming
Ozone layer depletion
Smog
Human toxicity
Ecotox. fresh w ater
Ecotox. sediment
Ecotox. terrestrial
Ecotox. marine w ater
Acidification
Eutrophication
EO/ERmax,av+ETH
EO/ERav,av+ETH
ET/ETRav+ETH
LO/LRnpp
LT/LTRnpp
Energy
Non toxic w aste
Toxic w aste
Abiotic depletion EDIP
EI99-TNOocc
EI99-TNOrenat
LU*t
1 kg materiaal 'Binnenw and dragend 200-250mm' analyseren ; Methode: VLCA-extended PRCBC DEFAULT / CML2-2001 netherlands 1997 / enkele score
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
20
BIJLAGE 2 Beoordeling ontwerp op duurzaamheid . Methode: GPR-2, voor nieuwbouw.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
21
BIJLAGE 3 Beoordelingssystematiek voor het bouwproces en gebruik van materialen en energie: BEL systematiek.
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
22
De Stichting BEL is eind 2001 begonnen met de opzet van duurzaamheids programma’s in de sector Bouwen & Wonen. Uit een destijds uitgevoerde verkennende studie is gebleken dat er in die sector een grote opgave, en ook uitdaging, ligt in de bestaande woningvoorraad. Met name de thema’s materiaalbesparing ( dematerialisatie) , gebruik van duurzame materialen ( FSC hout,..) en energiebesparing ( CO2 ) vormen daarin de accenten. Algemene doelstellingen: - algehele kwaliteitsverbetering - vraaggestuurde aanpak ( bewoner staat centraal ) - gezondheid van bouwproducten en bouwprocessen - betaalbaarheid van renovatie en nieuwbouw - sterk verkorten van de bouwtijd: voorkomen van overlast - aandacht voor zowel bouwproducten alsmede ook bouwprocessen - dematerialisatie : minimaal 25 % extra materiaalbesparing * - energie: minimaal 25 % extra energiebesparing * * ten opzichte van een “traditionele aanpak “ De belangrijkste taak voor de stichting betreft het algehele procesmanagement; bewaking, procesbegeleiding en oplevering van duurzame projecten in (ver)bouw en stedelijke herstructurering. Zij heeft als taak bouwproces innovaties vanuit het transitie gedachtegoed aan te jagen. Wat kunnen wij betekenen voor de ontwerpers: ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
ondersteuning bij de keuze van duurzame bouwproducten en bouwprocessen ondersteuning ten aanzien van het optimaliseren van de energieprestatie van de woning valideren van ontwerpen ten aanzien van integrale duurzaamheid opstellen van programma’s van eisen en bestekken in het kader van duurzaam materiaalgebruik en energiebesparing ondersteuning geven bij integraal ontwerpen input leveren ( know how en relatienetwerk** ) ten behoeve van het vinden van de balans tussen industrialisatie en esthetica. Behulpzaam zijn bij vraaggestuurd ontwerpen: verleggen van het klantorder-ontkoppelingspunt
**
BEL werkt samen met het onderzoeksconsortium Reflex, waarin de kennisinstituten, universiteiten en marktpartijen verenigd zijn en werken aan de opdracht om te komen tot integrale product/dienst
Stichting BEL Postbus 3374 5203 DJ ’s-Hertogenbosch. E-mail:
[email protected]. Website : www..stichting-bel.nl
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
23
De Stichting BEL is eind 2001 begonnen met de opzet van duurzaamheids programma’s in de sector Bouwen & Wonen. Uit een destijds uitgevoerde verkennende studie is gebleken dat er in die sector een grote opgave, en ook uitdaging, ligt in de bestaande woningvoorraad. Met name de thema’s materiaalbesparing ( dematerialisatie) , gebruik van duurzame materialen ( FSC hout,..) en energiebesparing ( CO2 ) vormen daarin de accenten. Algemene doelstellingen: - algehele kwaliteitsverbetering - vraaggestuurde aanpak ( bewoner staat centraal ) - gezondheid van bouwproducten en bouwprocessen - betaalbaarheid van renovatie en nieuwbouw - sterk verkorten van de bouwtijd: voorkomen van overlast - aandacht voor zowel bouwproducten alsmede ook bouwprocessen - dematerialisatie : minimaal 25 % extra materiaalbesparing * - energie: minimaal 25 % extra energiebesparing * * ten opzichte van een “traditionele aanpak “ De belangrijkste taak voor de stichting betreft het algehele procesmanagement; bewaking, procesbegeleiding en oplevering van duurzame projecten in (ver)bouw en stedelijke herstructurering. Zij heeft als taak bouwproces innovaties vanuit het transitie gedachtegoed aan te jagen. Wat kunnen wij betekenen voor de aannemers: ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
ondersteuning bij een andere opzet van het bouwproces door inschakeling van industriële/ prefabricage producten/diensten toetsen van de geleverde prestaties ten aanzien van materialen en de energieprestatie van de woning begeleiden van de (toekomstige) bewoners in het transparant maken van de vraag en het leveren van de vertaalslag naar ontwerp en uitvoering efficiencyverbetering in toepassing producten en processen waardoor duurzaam (ver) bouwen ook meer netto marge oplevert verkorten van (ver) bouwprocessen door inschakeling van andersoortige technieken en processen geven van ondersteuning in het opleiden van personeel ten aanzien van werken met industriële/prefabricage producten uitwerken van bestekken en omschrijven ervan naar een industriële, besparende aanpak
Stichting BEL Postbus 3374 5203 DJ ’s-Hertogenbosch. E-mail:
[email protected]. Website : www..stichting-bel.nl
visiedocument AVVN GV mei 2006, versie 2.1
pagina
24