●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Concept Nieuwbouw Krimpenerwaard College ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Programma van Eisen
Programma van Eisen
Opdrachtgever Project Datum Referentie Auteur
Nieuwbouw Krimpenerwaard College Krimpenerwaard College Krimpenerwaard College 1 april 2011 1522201-0097.0.1 1 april 2011 de heer J.R.M. Heijltjes
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Niets uit deze uitgave mag zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van HEVO B.V. worden gekopieerd, noch aan derden ter inzage worden gegeven.
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Hugo de Grootlaan 11
Postbus 70501
T +31 (0)73 6 409 409
[email protected]
KvK Brabant 16029774
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
5223 LB 's-Hertogenbosch
5201 CB 's-Hertogenbosch
F +31 (0)73 6 410 118
ISO 9001-gecertificeerd
BTW 0011.60.461.B01
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Visie, missie en kernwaarden Krimpenerwaard College Visie en missie Kernwaarden, het „DNA‟ Van kernwaarden naar onderwijskundige visie en onderwijsconcept Van onderwijsvisie (vertaling) naar een vlekkenplan
7 7 8 13 15
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.6.1. 3.6.2. 3.6.3. 3.6.4. 3.6.5.
Randvoorwaarden Randvoorwaarden wet- en regelgeving Leerlingenverdeling Ruimtebehoefte nieuwbouw Ruimtebehoefte sportvoorziening Ruimtebehoefte clubhuis KOAG Functionele randvoorwaarden afzonderlijke ruimten Afdelingen Specifieke onderwijsruimten Staf- en directieruimten Algemene ruimten/nevenruimten Overige ruimten (tarra vloeroppervlak)
16 16 16 16 17 17 21 21 22 24 25 26
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.3.1. 4.3.2. 4.3.3. 4.3.4. 4.3.5. 4.3.6. 4.3.7.
Gebruikseisen gebouw Vrije hoogte ruimten Indelingsflexibiliteit Toegankelijkheid Algemeen Entrees Horizontale verkeersafwikkeling Verticale verkeersafwikkeling Vluchtmogelijkheden en -wegen Afsluitbaarheid, compartimentering en avondgebruik Mindervaliden
27 27 27 27 27 27 27 28 29 29 29
5. 5.1. 5.2. 5.3.
Scenario 1: Programma van Eisen sporthal en clubhuis KOAG Concept ruimteprogramma sporthal en clubhuis KOAG Ruimtelijke en functionele specificaties sporthal Ruimtelijke en functionele specificaties clubhuis
30 31 33 35
6.
Scenario 2: Programma van Eisen drie gymzalen
36
7.
Gebruikseisen terrein
37
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
4
Pagina 2 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.5.1. 7.5.2. 7.5.3. 7.5.4. 7.5.5. 7.5.6. 7.5.7.
Algemeen Bestemmingsplan Terreinprogramma Bereikbaarheid/ontsluiting Omschrijving onderdelen terreinprogramma Verharde pauzeplaats Rijwielstalling Containeropstelplaats Groenvoorzieningen Parkeervoorzieningen Verharde toegangsweg Afscheidingen
37 38 38 39 39 39 40 40 40 40 40 41
8.
Verwachtingen ten aanzien van de nieuwbouw
42
9. 9.1. 9.2. 9.3. 9.4. 9.5. 9.6. 9.7. 9.8. 9.9. 9.10.
Globaal technisch Programma van Eisen Bruikbaarheid (functioneel) Gezondheid Veiligheid Energie Transport Water Materialen Afval Ecologie Vervuiling
45 45 46 47 47 47 48 48 48 48 48
Bijlage A: staat van lesverdeling 1.050 leerlingen
49
Bijlage B: lijst van gebruikte afkortingen
50
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 3 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
1.
Inleiding In november 2010 heeft de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van de nieuwbouwplannen van het Krimpenerwaard College. Daarmee wordt de school in staat gesteld om de werkzaamheden te starten om de nieuwbouwplannen verder vorm te geven. De nieuwbouwlocatie van de school is het achter het huidige gebouw gelegen sportveld. „de nieuwbouwlocatie’ De eerste stap in het nieuwbouwproces is het opstellen van een Programma van Eisen. In de periode oktober 2010 tot maart 2011 heeft de schoolleiding in nauwe samenwerking met het personeel vanuit de onderwijskundige visie de eisen en wensen vertaald ten aanzien van de noodzakelijke onderwijsruimten, daarbij uitgaande van het feit dat de nieuwbouw het onderwijs optimaal zal moeten faciliteren. Voor u ligt het resultaat van de intensieve en creatieve samenwerking: het ruimtelijk en functioneel Programma van Eisen voor de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College te Krimpen aan den IJssel. Dit Programma van Eisen (PvE) heeft een drieledig doel. Het geeft informatie voor: 1.
Raad van Toezicht, personeel, mr, ouders en leerlingen van het Krimpenerwaard College Ten aanzien van de motieven, achtergronden, onderliggende visie op onderwijs vertaald in de nieuwbouwambities van het Krimpenerwaard College.
2.
College van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad Over de stand van zaken ten aanzien van de ontwikkeling van de nieuwbouwplannen van het Krimpenerwaard College en de verantwoording van de „aanwijzingen‟ en uitgangspunten zoals deze door de gemeenteraad zijn vastgesteld bij het voteren van het krediet voor de voorbereiding van de nieuwbouw in het najaar van 2010.
3.
Architect Zijnde de kaders en uitgangspunten om zo goed mogelijk af te kunnen stemmen op en aan te sluiten bij de nieuwbouwdroom van het Krimpenerwaard College.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 4 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Voorliggend PvE is een belangrijk document voor de nieuwbouw en dat blijft ook zo tot het moment van vaststelling van het zogenaamde Voorlopig Ontwerp (VO) van de nieuwbouw. Vanaf dat moment verdwijnt het PvE naar de achtergrond en is het VO-fasedocument leidend. Het PvE en het tussentijds ontstaan „voortschrijdend‟ inzicht heeft zich dan doorontwikkeld tot een VO. Het PvE is dus het kompas waarmee de te selecteren architect en de overige adviseurs moeten werken om een „maatwerk‟ gebouw te ontwerpen dat zo dicht mogelijk aansluit bij de geformuleerde ambitie, eisen en wensen van het Krimpenerwaard College. Het is zaak om het kompas niet te ingewikkeld of te uitvoerig te maken. Het PvE moet houvast bieden en voldoende informatie bevatten om de volgende fase, de ontwerpfase, in te kunnen gaan. Ten aanzien van specifieke wensen als duurzaamheid, levensduurdenken en uitstraling geldt dat dit een serieuze ambitie is van het Krimpenerwaard College. De realiteit gebiedt te zeggen dat dit mogelijk is zover het beschikbare budget dit ook toelaat. De directie van het Krimpenerwaard College zet gericht in op een projectorganisatie en specifieke maatregelen die er toe moeten leiden dat het beschikbare budget efficiënt wordt ingezet voor de realisatie van een gebouw dat het onderwijs zo optimaal mogelijk faciliteert. Dit PvE is tot stand gebracht in nauw overleg met directie en personeel van het Krimpenerwaard College. De inhoud van dit PvE kan in het kort worden samengevat door gebruikmaking van de routekaart zoals deze gebruikt is bij de kick-off van het PvE, namelijk: 1. Visie, missie en kernwaarden Krimpenerwaard College. 2. Het „gezicht‟ of „het DNA‟ van de school. 3. De vertaling van het DNA in onderwijsmethode- werkwijze en indeling in een vlekkenplan. 4. Het opstellen van de randvoorwaarden (omvang, wettelijke eisen, uitgangspunten). 5. Het vlekkenplan vertalen in een ruimteprogramma (grootte, voorzieningen etc.). 6. Het opstellen van de gebruikseisen van het terrein. 7. Omschrijving van de (later toetsbare) minimale wettelijke vereisten en (meetbare en taakstellende) prestatie-eisen van het gebouw.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 5 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Tijdens de VO-fase zullen met behulp van de Duurzame Kwaliteitsrichtlijn Huisvesting Voortgezet Onderwijs en mede afgestemd op de financiële mogelijkheden, nadere keuzes worden gemaakt voor eventueel toe te voegen (extra) kwaliteit (zoals bijvoorbeeld WKO, lagere EPC-norm) aan de nieuwbouw.
s‟ Hertogenbosch, 1 april 2011 Hans Heijltjes, senior adviseur Hevo bv Ir. Wouter Houet, adviseur
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 6 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.
Visie, missie en kernwaarden Krimpenerwaard College
2.1.
Visie en missie Het Krimpenerwaard College wil haar leerlingen goed voorbereiden op het vervolg (studie, beroep), ieder langs de voor hem of haar meest geëigende weg en volgens doorlopende leerlijnen. De school is ervan overtuigd dit het best te kunnen bereiken met een docentgestuurde pedagogische aanpak, onder aanbod van gevarieerde werkvormen en -wijzen, rekening houdend met verschillen in leerstijl, met optimale gebruikmaking van de mogelijkheden die ICT biedt en door nodeloze versnippering van aandacht(svelden) zoveel mogelijk te vermijden. Als meest gunstige voorwaarden waaronder het onderwijs-/leerproces kan plaatsvinden ziet de school een positieve en stimulerende benadering van de leerlingen, het tot stand komen van een betrokken relatie tussen medewerkers en leerlingen, het betrekken van de ouders bij de school en een voortdurende dialoog met beide groepen belanghebbenden. Brugklas In de brugklassen van het Krimpenerwaard College zijn veiligheid en persoonlijke aandacht de pijlers van de begeleiding door het brugklasteam. In de 1e brugklas zijn de leerlingen verdeeld over vier stromen: een mavo-, mavo/havo-, havo/vwo- en gymnasiumstroom. Elke klas heeft een begeleidingsteam dat bestaat uit de mentor, een seniordocent en twee hulpmentoren. Mavo De mavo-afdeling (vmbo - theoretische leerweg) omvat de klassen 2-, 3- en 4-mavo. In de 2e klas krijgen de leerlingen de basisstof in een groot aantal vakken. Voor de 3 e klas is, vooruitlopend op hun examenpakket, al een zekere keuze mogelijk. In de loop van dat jaar bepalen ze de sector voor hun eindexamen. Er zijn vier sectoren: Techniek, Zorg en Welzijn, Economie en Landbouw. Bijzonder voor de mavo is dat leerlingen die graag met de computer werken het vak informatietechnologie als examenvak kunnen kiezen. Havo Na twee jaar brugklas kiezen veel leerlingen voor een vervolg op de havo. De havo bereidt leerlingen voor op een carrière in het hbo, alwaar ze worden opgeleid voor de hogere functies bij overheid en in het bedrijfsleven. Dat betekent dat op de havo een gedegen theoretische ondergrond wordt meegegeven. Er is een ruim aanbod aan vakken waarin examen kan worden gedaan. Zo kan men, naast de gebruikelijke examenvakken, kiezen voor vakken als informatica, maatschappijwetenschappen en/of wiskunde D.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 7 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Vwo De vwo-afdeling van het Krimpenerwaard College omvat twee studierichtingen: het atheneum en het gymnasium, die beide voorbereidend wetenschappelijk onderwijs verzorgen. De atheneumopleiding start na de 2e brugklas in het 3e leerjaar, de gymnasiale opleiding kent al in de 1e brugklas een aparte stroom. In het 3e leerjaar wordt in beide richtingen de onderbouw afgesloten, kiezen de leerlingen na een uitvoerig voorbereidingstraject een profiel met bijbehorend vakkenpakket (waarbij sprake is van ruime keuzevrijheid met nieuwe vakken als wiskunde-D en natuur, leven & technologie die aan het beproefde pakket zijn toegevoegd) en worden ze voorbereid op de Tweede Fase, die drie leerjaren in beslag neemt.
2.2.
Kernwaarden, het ‘DNA’ Het voorwaardenscheppend klimaat, de „fundering‟ van de school, is door de stuurgroep en werkgroep voor dit specifieke doel, het PvE, op de volgende pagina‟s verwoord en omschreven en met behulp van foto‟s gevisualiseerd en vervat in een drietal kernbegrippen of kernwaarden die kunnen worden getypeerd als „het gezicht‟ of het „DNA‟ van het Krimpenerwaard College. De drie kernbegrippen zijn als volgt: 1. Houvast bieden. 2. Ruimte laten. 3. Samen leren. Vanuit deze kernbegrippen worden in de vervolgfase keuzes gemaakt ten aanzien van de onderwijskundige inrichting, de indeling en de facilitering van de gewenste voorzieningen in de nieuwbouw. In de eerste gezamenlijke bijeenkomst van de stuurgroep en projectgroep zijn de drie kernwaarden nader omschreven en ingekaderd. Daarbij is ook de samenhang tussen de drie kernwaarden besproken en is benadrukt dat deze drie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De kernwaarden zijn van toepassing op de gehele schoolorganisatie. Door de stuurgroep en de projectgroep is op deze kernwaarden ingezoomd. De kernwaarden zijn uitgediept en op hoofdlijnen omschreven met trefwoorden. Daarmee wordt stap voor stap het gezicht van het Krimpenerwaard College duidelijk en wordt zichtbaar waarin het Krimpenerwaard College zich onderscheidt van andere scholen. Onderstaand de resultaten van deze „verdiepingsslag‟ op een rijtje:
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 8 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
HOUVAST BIEDEN gevoel van: vertrouwen en veiligheid, sfeer, je welkom voelen gedrag:
RUIMTE LATEN ieder in zijn waarde laten… ontdekkingsreis vallen en opstaan bewegingsruimte
duidelijk, respectvol, hulpvaardig verstand: binnen kaders richting geven, duiden
the fun factor meedeinen
SAMEN LEREN samen „werken‟ betekenisvolle kennis leerling - docent - ouder groei „onderweg naar morgen‟ leren jezelf te „kennen‟ samen als „groep‟ zorg voor elkaar
De gebruikte trefwoorden voor het specifiek maken van de kernwaarden geven de contouren weer van het DNA van het Krimpenerwaard College. Door deze trefwoorden ook te omlijsten met foto‟s en plaatjes kan een gevoel of „rode draad‟ worden verbeeld. Dit kan de te selecteren architect houvast kan geven om zo nauwkeurig mogelijk af te stemmen op de identiteit, de cultuur, de sfeer en het imago van het Krimpenerwaard College. Op de volgende pagina‟s zijn passende beelden aan de kernwaarden toegevoegd.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 9 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 10 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 11 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 12 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.3.
Van kernwaarden naar onderwijskundige visie en onderwijsconcept Docentgestuurde pedagogische aanpak Bij de docentgestuurde manier van lesgeven bepaalt de docent welke leerstof wordt overgedragen en hoe dit gebeurt. Hij is dus de regisseur van het onderwijsleerproces. Het onderwijs is vooral gericht op de leerstof. De leerkracht laat de leerlingen kennismaken met nieuwe leerstof op een duidelijke en overzichtelijke manier. De leerkracht heeft de rol van expert en zegt hoe het moet of hoe het kan. De leerlingen zijn actief in het zich eigen maken van de lesstof. In de havo- en vwo-afdelingen is kennisoverdracht essentieel om de leerlingen voor te bereiden op hun vervolgstudie. Docenten hebben het overzicht van het totale lesaanbod en de eisen die het centraal examen en de vervolgstudies stellen. Zij kunnen het best bepalen in welke volgorde de kennis moet worden aangeboden. Ook binnen de mavo-afdeling, waar de nadruk ligt op theorie en niet zozeer op praktijk, is kennisoverdracht van belang. De docent heeft niet alleen de verantwoordelijkheid voor het overdragen van de juiste kennis, maar staat ook voor de uitdaging dit op een manier te doen die aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen, zodat kennis betekenisvolle kennis wordt, die beklijft. Het gebruik van ICT is daarvoor een geschikte methode. Een andere uitdaging voor docenten is aansluiting te zoeken bij de verschillende leerstijlen en uitgangsposities van de leerlingen in een klas. Dit is onder andere mogelijk door verschillende werkvormen te hanteren, die uitdagen tot samenwerken en het zelf construeren van kennis. Door het gebruik van ICT kan de te leren stof worden getoond, geoefend en getraind. Bovendien zijn de theorie en bijpassende voorbeelden gemakkelijker up-to-date te houden. Houvast bieden, ruimte laten, samen leren! Het motto van de school duidt op mogelijkheden om leerlingen in een veilige omgeving uit te dagen zichzelf te ontwikkelen tot volwaardige leden van de samenleving. Voor de volledige kernwaarden van de school, zie paragraaf 2.2. Met name het „Houvast bieden‟ geeft aanleiding om na te denken over de indeling van het gebouw. „Houvast bieden‟ roept een gevoel op van vertrouwen en veiligheid, sfeer, je welkom voelen. Consequenties voor inrichting van het gebouw Bovenstaande uitgangspunten hebben consequenties voor de indeling van het gebouw en de benodigde lokalen. Indeling In de nieuwe school moet elke leerling een duidelijke plek hebben zodat hij weet waar hij bij hoort. Daarom worden afdelingen gecreëerd, die de vertrouwde leeromgeving vormen voor een groep en daardoor geborgenheid, veiligheid maar ook houvast bieden. Leerlingen voelen zich minder anoniem, waardoor ze zich meer verbonden voelen met de school en zich verantwoordelijker zullen gedragen.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 13 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Een goede overgang van basisschoolleerlingen naar het middelbaar onderwijs is van belang om in het brugklasjaar goed te kunnen bepalen in welke afdeling ze het beste op hun plek zijn. Leerlingen komen tot optimale prestaties wanneer ze zich veilig voelen. Dit kan de doorstroom naar de juiste afdeling bevorderen. Dit pleit voor een aparte brugklasafdeling in het gebouw. Hierdoor zal voor de brugklasleerlingen het gebouw minder groot zijn en zullen ze zich minder anoniem voelen. De leerlingen van de mavo-afdeling hebben extra behoefte aan structuur en duidelijkheid. Zij moeten dichtbij een plek hebben waar ze de afdelingsleider en seniordocenten kunnen treffen. Ze moeten gezien worden, zodat er een relatie kan worden opgebouwd tussen de docent en de leerling. Juist mavo-leerlingen hebben behoefte aan het opbouwen van een persoonlijke relatie met de docent. Dit pleit voor een aparte mavo-afdeling in het gebouw. De bovenbouwleerlingen van de havo en het vwo kunnen zelfstandiger werken en zijn minder afhankelijk van hun docent. Zij moeten voorbereid worden op hun vervolgstudie door te leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. Het gebouw zal een brugklasafdeling, een mavo-afdeling en een afdeling voor de bovenbouw van havo en vwo hebben. De verschillende afdelingen worden met elkaar verbonden door een centrale aula en de vaklokalen voor de binaskvakken, techniek, tekenen, muziek, lichamelijke oefening en informatica. De afdelingsleider en de seniordocenten zullen op de verschillende afdelingen dichtbij de eigen leerlingen zitten. Op elke afdeling is er ruimte om met een leerling een gesprek te voeren. Op elke afdeling is een thuiskamer, ingericht naar de specifieke wensen van de afdeling. Leerlingen kunnen hier tijdens studie-uren zelfstandig werken, maar ook in groepjes aan opdrachten werken. In geval van nood kan deze ruimte ook worden gebruikt als leslokaal. Lokalen De docentgestuurde pedagogische aanpak vraagt om „traditionele‟ lokalen. De lokalen zullen in elke afdeling zo groot mogelijk zijn, zodat er meer werkvormen ingezet kunnen worden, zoals het samenwerken in groepjes. In de bovenbouw van de havo- en vwo-afdelingen zal er ook een collegezaal aanwezig zijn. Deze kan worden ingezet om grote groepen les te geven, op een manier zoals het ook op de universiteit en hbo-scholen gebeurt. De collegezaal kan ook worden ingezet op momenten dat door uitval van een docent, of het gevreesde toekomstige lerarentekort, grotere groepen moeten worden bediend. Verder is de collegezaal in tweeën te delen zodat ook kleinere groepen hoorcollege kunnen krijgen. De theorielokalen zullen identiek ingericht zijn. Behalve de hierboven genoemde vaklokalen zal het niet nodig zijn specifieke vaklokalen te creëren. Met de toepassingen van ICT, zoals smartboards, kan elke docent het juiste up-to-date lesmateriaal in het lokaal inzetten. Elke afdeling heeft ook lokalen die met een flexibele tussenwand kunnen worden samengevoegd. Deze grote lokalen zijn in te zetten bij voorlichtingsavonden, examens en voorlichtingsbijeenkomsten voor leerlingen, ouders en collega‟s.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 14 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.4.
Van onderwijsvisie (vertaling) naar een vlekkenplan De in paragraaf 2.3 besproken onderwijskundige werkwijze en aanpak heeft geresulteerd in specifieke keuzes die zijn verwerkt in onderstaand vlekkenplan. In het vlekkenplan worden te onderscheiden clusters of afdelingen getoond en wordt de toekomstige ligging ten opzichte van elkaar in de nieuwbouw geïndiceerd. Er wordt onderscheid gemaakt in een eigen omgeving (vlek) voor: de brugklasafdeling. mavo 2, 3 en 4. havo en vwo klas 3 en hoger. De kernteams worden ondergebracht in de desbetreffende vlekken. Naast de eigen vlekken kunnen multifunctionele (voor alle groepen inzetbare) ruimten worden benoemd, zoals aula en de praktijkvaklokalen. Voorts zijn er de staf- en directieruimten en de personeelsruimte. Als laatste, op zichzelf staande, voorziening kunnen de sportvoorzieningen en (eventueel) korfbalruimten (clubhuis) worden onderscheiden.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 15 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
3.
Randvoorwaarden In dit hoofdstuk worden de bestaande kaders en uitgangspunten voor de nieuwbouw vastgelegd. Het betreft de volgende uitgangspunten: Algemene wettelijke kaders. De goedgekeurde normatieve ruimtebehoefte. De verdeling van de ruimtebehoefte.
3.1.
Randvoorwaarden wet- en regelgeving Ten aanzien van het ontwerp zal aan alle relevante wet- en regelgeving en overige overheidsvoorschriften moeten worden voldaan. Binnen dit kader vallen: Gemeentelijke bouwverordening. Vigerend bestemmingsplan. Bouwbesluit. Ministeriële richtlijnen. Wet Milieubeheer. Wet Geluidshinder. Modelverordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs van de VNG. Gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Krimpen aan den IJssel. Veiligheidsbesluit Fabrieken en Werkplaatsen (VBF). Veiligheidsbesluit Restgroepen (VBR). Besluit Arbeidsplaatsen (BA). Gemeentelijk aanbestedingsbeleid.
3.2.
Leerlingenverdeling De nieuwbouw is afgestemd op een leerlingenprognose van 1.050 leerlingen, onderverdeeld in: Omschrijving
344
Bovenbouw havo-vwo
567
Mavo 3 en 4
139
Totaal
3.3.
Aantal leerlingen
Brugklassen (leerjaren 1 en 2)
1.050
Ruimtebehoefte nieuwbouw De ruimtebehoefte is vastgesteld op basis van de normering zoals opgenomen in de gemeentelijke huisvestingsverordening. Aangezien het Krimpenerwaard College een zekere kleinschaligheid en herkenbaarheid nastreeft, is er voor gekozen om binnen het grote geheel herkenbare kleinschalige leeromgevingen te realiseren.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 16 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Omschrijving (ruimtebehoefte 1.050 leerlingen) Algemeen vaste voet
980
Onderbouw (mavo-havo-vwo)
2.126
Bovenbouw havo-vwo
3.317
Mavo 3 en 4 Totaal bvo, onderwijsdeel
3.4.
Omvang in bruto m²
891 7.314
Ruimtebehoefte sportvoorziening Omdat de besluitvorming over de keuze voor de sportvoorziening pas in mei 2011 zal plaatsvinden en dit niet past in het tijdpad van het opstellen van dit PvE, zijn beide mogelijke scenario‟s in dit PvE opgenomen: Scenario 1: een sporthal realiseren van circa 2.000 m² (en clubhuis KOAG van 450 m²). Scenario 2: de realisatie van drie gymzalen.
3.5.
Ruimtebehoefte clubhuis KOAG De omvang van het clubhuis van korfbalvereniging KOAG is vooralsnog geraamd op circa 450 m². Ruimteprogramma nieuwbouw Het aantal benodigde onderwijsruimten is bepaald aan de hand van de lessentabel (gebaseerd op 1.050 leerlingen), waarbij rekening is gehouden met het na te streven onderwijsconcept. In bijlage A is de bepaling van het aantal onderwijsruimten op basis van de lessentabel en het daarin opgenomen aantal uren leraarlessen opgenomen. Voor theorieruimten en praktijkruimten is een capaciteit van 34 lesuren per week aangehouden. Samengevat komt dit neer op het volgende benodigde aantal onderwijsruimten: Soort ruimte Theorielokalen onderbouw Theorielokalen mavo 2, 3 en 4 Theorielokalen bovenbouw Ruimten nask Ruimten biologie en verzorging Ruimte CKV Ruimten tekenen en beeldende vorming Ruimte muziek Ruimte techniek (onderbouw) Ruimte informatica
Benodigd aantal (afgerond) 9 5 16 5 3 1 2 1 1 1
De totale ruimtebehoefte waarop de school aanspraak kan maken zoals omschreven in paragrafen 3.3, 3.4 en 3.5 is het kader waarbinnen het ruimteprogramma voor de nieuwbouw vorm krijgt.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 17 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Dit geldt overigens niet voor de verdeling van de vierkante meters over de verschillende afdelingen/onderdelen van het ruimteprogramma. De school is volledig vrij in het verdelen van de aangegeven vierkante meters, zodat het ruimteprogramma past bij de visie en het vlekkenplan van de school. In het overzicht (onderstaand en op de volgende pagina‟s) is het ruimteprogramma weergegeven. De verschillende onderdelen uit het vlekkenplan zijn hierbij aangehouden. Omschrijving
Opmerkingen werkplk. ll
werkplk. personeel
Aantal ruimten
omvang per ruimte
m2 totaal
ONDERWIJSRUIMTEN brugklassen Theorieklokaal
30
9
57
513
2 lokalen koppelbaar dmv panelenwand
Thuishaven onderbouw
30
1
60
60
grenzend aan werkruimte kernteam
Overlegruimte/werkruimte leerlingen
6
1
15
15
Werkruimte kernteam
4
1
28
28
overlegruimte met 4 flex werkplekken
Flex werkplekken docenten
3
1
12
12
grenzend aan werkruimte kernteam
Afdelingsleider onderbouw
1
1
12
12
Spreekkamer
2
12
24
Berging groot
1
15
15
2
10
Berging SUBTOTAAL ONDERBOUW
306
8
19
20
nabij werkruimte afdelingsleider excl. kastruimte in lokalen
699
mavo 2, 3 en 4 Theorielokalen
30
5
57
285
2 lokalen koppelbaar dmv panelenwand
Thuishaven mavo
30
1
60
60
grenzend aan werkruimte kernteam
Overlegruimte/werkruimte leerlingen
6
1
15
15
Werkruimte kernteam
4
1
28
28
overlegruimte met 4 flex werkplekken
Flex werkplekken docenten
3
1
12
12
grenzend aan werkruimte kernteam
Afdelingsleider mavo
1
1
12
12
Spreekkamer
1
12
12
Berging groot
1
15
15
2
10
Berging SUBTOTAAL MAVO 2, 3 EN 4
186
8
14
20
nabij werkruimte afdelingsleider excl. kastruimte in lokalen
459
havo - vwo 3 t/m 6 Theorielokalen
30
16
57
912
2 x 2 lokalen koppelbaar dmv panelenwand
Collegezaal 110m²
80
1
110
110
80 leerlingen, opdeelbaar in 2 zaaltjes
Thuishaven bovenbouw
45
1
90
90
grenzend aan werkruimte kernteam
1
50
50
boeken/naslag + copier
2
15
30
Mediatheek Overlegruimte/werkruimte leerlingen
6
Werkruimte kernteam
6
1
40
40
overlegruimte met 6 flex werkplekken
Flex werkplekken docenten
9
1
36
36
grenzend aan werkruimte kernteam
Afdelingsleiders havo - vwo
1
2
12
24
Spreekkamer
2
12
24
Berging groot
1
20
20
4
10
Berging SUBTOTAAL BOVENBOUW HAVO-VWO
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
617
17
32
40
nabij werkruimte afdelingsleiders excl. kastruimte in lokalen
1376
Pagina 18 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Specifieke onderwijsruimten Nask Natuurkunde practicumlokaal
60
2
75
150
demotafel, elec, waterpnt, gas, droog pract.
Scheikunde practicumlokaal
30
1
100
100
identiek qua voorzieningen
Scheikunde practicumlokaal
30
1
75
75
Leerlinglab
20
1
70
70
Kabinet scheikunde
2
1
25
25
twee werkplekken
Kabinet natuurkunde
2
1
25
25
twee werkplekken
subtotaal
140
7
445
Biologie practicum
30
2
70
140
Lokaal biologie verzorging
30
1
80
80
1
25
Biologie en verzorging
Kabinet biologie subtotaal
2 90
4
30
25
twee werkplekken
245
Expressie Muziek
1
80
80
situeren grenzend aan de aula (geluid!)
Oefenruimte
1
20
20
grenzend aan muzieklokaal
Berging muziek
1
10
10
open of inpandig nader te bepalen
Tekenen en beeldende vorming
30
2
90
180
Algemeen (multifunctioneel) praktijklokaal
30
1
70
70
situeren tussen lokalen tekenen en bv
1
20
20
vanuit beide lokalen direct toegankelijk
Berging tekenen en beeldende vormgeving subtotaal
120
7
380
30
1
90
90
nabij binask
1
15
15
grenzend aan technieklokaal
1
85
85
naast technieklokaal situeren
1
12
12
1
20
20
1
24
Overig Techniek onderbouw Berging techniek lokaal informatica
30
Mf spreekkamer (mtsch werk, arts e.d.) Decanen
2
Time-out voorziening
24
subtotaal
60
2
6
246
SUBTOTAAL SPECIFIEK
410
8
24
1316
SUBTOTAAL ONDERWIJSRUIMTEN
1519
40
89
3850
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 19 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
DIRECTIE- / STAFRUIMTEN Kamer rector-bestuurder
1
1
40
40
representatief, inclusief vergaderopstelling
Directiesecretaresse (1 werkplek)
1
1
20
20
incl opslag op de kamer
0
6
0
bij directiesecr en leerlingenadmin
Archief Directeur bedrijfsvoering + hfd facilitaire dienst
2
1
20
20
Directeur Onderwijs + beleidsondersteuner
2
1
20
20
Spreekkamer
1
10
10
5 personen
Grote vergaderkamer
1
28
28
12 personen
1
40
40
situeren bij entree (receptiefunctie)
2
15
30
excl opslag papier, op bg en 1e verdieping
Leerlingenadministratie
4
Reproruimte Stafbureau
2
2
20
40
Kamer roostermakers
2
1
20
20
Systeembeheerder / ICT
2
1
20
20
incl. opslag, excl naastgelegen server
1
10
10
op begane grond situeren
Serverruimte Conciërge algemene verblijfsruimte
1
1
20
20
bij aula
Kamer vertrouwenspersoon
1
1
12
12
niet bij directie situeren
SUBTOTAAL DIRECTIE- / STAFRUIMTEN
22
16
330
ALGEMENE RUIMTEN / NEVENRUIMTEN Aula
1
400
400
0,5 m²/ll, vrije hoogte liefst hoger dan 4m1
Opslag toneel/coulissen
1
20
20
grenzend aan aula
Keuken / uitgifte / berging
1
40
40
grenzend aan aula
Stoelenberging / podiumapparatuur
1
30
30
grenzend aan aula
Garderobe
0
0
0
garderobehaken en kluisjes in gangen
Garderobekluisjes leerlingen (0,4*1 m2 t.b.v 4 lln.)
1
100
100
verdelen over ob, mavo en bb havo-vwo
Personeelskamer
1
120
120
50 personen, incl. pantry, met zicht op aula
Garderobe personeel
1
10
10
nis in personeelskamer
Opslag facilitaire zaken
1
40
40
SUBTOTAAL ALGEMENE RUIMTEN / NEVENRUIMTEN
8
TOTAAL FUNCTIONEEL NUTTIG VLOEROPPERVLAK SCHOOL
760 4.940
TARRA VLOEROPPERVLAK Tarra 48% (entree(s), verkeersruimte, toiletten, instrallatieruimte, constructie etc)
2.371
SUBTOTAAL TARRA
2.371
TOTAAL BRUTO VLOEROPPERVLAK SCHOOL
7.311
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
bruto/netto-factor 1,48
Pagina 20 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
3.6.
Functionele randvoorwaarden afzonderlijke ruimten Deze paragraaf beschrijft de functionele randvoorwaarden behorende bij de verschillende ruimten zoals aangegeven in het ruimteprogramma.
3.6.1.
Afdelingen Hieronder staan voor de afdelingen brugklas, mavo 2-3-4 en bovenbouw havo-vwo de ruimten beschreven. Wanneer er voor een bepaalde afdeling afwijkingen zijn ten opzichte van andere afdelingen is dit aangegeven in de omschrijving.
Theorielokaal Alle theorielokalen hebben uniforme afmetingen, namelijk 57 m² voor groepen van 30 leerlingen. In de afdelingen brugklas en mavo wordt door een flexibele maar goede geluidsabsorberende tussenwand de mogelijkheid geschapen om een groot lokaal te maken. Voor de bovenbouw worden twee van dergelijke samen te voegen lokalen gemaakt. Hiermee wordt de gewenste functionaliteit en flexibiliteit gecreëerd. In de theorielokalen moet instructie gegeven kunnen worden aan de hand van audio- en beeldmateriaal. Gedeeltelijke transparantie naar de gang is gewenst. Hierbij is de lichtinval ten opzichte van het bord een aandachtspunt. De entree van de lokalen moet zo vormgegeven worden dat opstoppingen op de gang door bij de entree wachtende leerlingen voorkomen wordt. Collegezaal bovenbouw havo-vwo De afdeling bovenbouw havo-vwo beschikt over een collegezaal voor in totaal 80 leerlingen. Deze collegezaal is door middel van een flexibele wand op te splitsen in twee zaaltjes voor ieder 40 leerlingen. In de collegezaal moet instructie gegeven kunnen worden aan de hand van audio- en beeldmateriaal. De zaal is tevens geschikt voor voorlichtingsbijeenkomsten en presentaties. Thuishaven Per afdeling is een ruimte voorzien waar leerlingen zelfstandig en/of in groepjes van verschillende samenstelling kunnen werken. De ruimte heeft een open karakter, maar moet ook afgesloten kunnen worden. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze ruimte als pauzeruimte gebruikt wordt. Ook dient de ruimte geschikt te zijn voor instructie aan kleine groepen en voor bijeenkomsten met de mentor, dus er dient rekening gehouden te worden met de akoestiek. De architect wordt uitgedaagd om met een indeling te komen die aan deze eisen voldoet. Mediatheek Bij de afdeling bovenbouw havo-vwo is grenzend aan de thuishaven een mediatheek voorzien voor de opslag en uitleen van boeken en naslagwerk. De ruimte is tevens voorzien van een copier. De mediatheek is door middel van een flexibele wand af te scheiden van de thuishaven.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 21 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
3.6.2.
Overlegruimte/werkruimte leerlingen Dit is een ruimte waar leerlingen in groepjes van maximaal zes kunnen werken. Daarnaast is de ruimte geschikt om als overlegruimte of toetsruimte te gebruiken. Werkruimten kernteams (thuiskamers) Per team zijn er op de afdelingen werkkamers voorzien met vier wisselwerkplekken en afsluitbare kastruimte voor het opbergen van privéspullen. De ruimten zijn ook geschikt voor overleg en hebben zicht op de thuishaven. Bij deze werkruimten is ook ruimte voor flexibele docentenwerkplekken voorzien. Werkruimten afdelingsleiders De afdelingsleiders hebben de beschikking over een eigen werkkamer op de betreffende afdeling. De werkkamer is voorzien van een werkplek met overlegmogelijkheid. Spreekkamer Iedere afdeling heeft de beschikking over een of meerdere spreekkamers. Deze ruimten zijn geschikt voor overleg met zes personen. Berging Per afdeling zijn bergingen voorzien voor opslag van vakleermiddelen, waaronder atlassen, skelet etc. In de VO-fase zal in overleg moeten worden bepaald hoe deze bergruimte wordt georganiseerd op de betreffende afdeling.
Specifieke onderwijsruimten Hieronder staan de specifieke onderwijsruimten omschreven die door alle afdelingen gezamenlijk worden gebruikt. Deze ruimten bevinden zich dan ook centraal in het gebouw. Natuur-/scheikunde Natuur-/scheikunde vaklokaal (practicum) In deze lokalen worden theorie- en practicumlessen natuurkunde en scheikunde gegeven. Er zijn twee scheikunde practicumlokalen (100 m² en 75 m²). Natuurkunde beschikt over twee practicumlokalen van 75 m². De lokalen doen tevens dienst als theorielokaal en zijn voorzien van een demonstratietafel voor de docent en demonstratietafels voor leerlingen, voorzien van aansluitvoorzieningen voor gas, water en elektra middels hangende mediazuilen. Verder is er een centrale waterafvoer per vaklokaal. Leerlingenlab Deze ruimte kan gebruikt worden voor klassikale practica waar grote/complexe opstellingen voor nodig zijn. Hiertoe wordt de ruimte voorzien van bijzondere inrichting zoals energiezuilen met laboratoriumtafels. Deze ruimte wordt door de TOA‟s gebruikt voor voorbereidingswerkzaamheden, waardoor er automatisch ook toezicht plaatsvindt.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 22 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Alle apparatuur en een deel van het materiaal wordt hier opgeslagen. De ruimte kan tevens gebruikt worden door ICT-medewerkers als werkruimte om reparatiewerk uit te voeren. Kabinetten natuur-/scheikunde Deze ruimten herbergen twee docentenwerkplekken per kabinet.
Biologie en verzorging Biologielokaal Voor het vak biologie zijn twee theorie-/practicumlokalen voorzien van 70 m², geschikt voor 30 leerlingen. Lokaal biologie verzorging Voor het vak biologie en verzorging is een apart lokaal voorzien van 80 m². In het lokaal verzorging is een kookmogelijkheid. Kabinet biologie Deze ruimte doet tevens dienst als opslag van materiaal voor biologie. Expressie Muzieklokaal In dit lokaal worden theorie- en practicumlessen muziek gegeven. Bij de situering van het lokaal is aandacht voor het voorkomen van (contact)geluidsoverlast vereist. De ruimte is daarom gesitueerd bij de aula. Oefenruimte muziek Er is een oefenruimte opgenomen in het ruimteprogramma. De oefenruimte is geschikt voor repeteren door bandjes en zanggroepjes. Akoestiek en mogelijke geluidsoverlast zijn belangrijke aandachtspunten. De oefenruimte is gesitueerd bij het muzieklokaal. Berging muziek Berging voor opslag van muziekinstrumenten. Lokalen tekenen en beeldende vorming Deze lokalen dienen geschikt te zijn voor theorie- en tekenlessen en lessen handvaardigheid. De ruimten kunnen tevens worden gebruikt voor het geven van een klassikale instructie. Daartoe worden ze voorzien van schets- en/of tekentafels. Bij deze ruimten rekening houden met lichtinval; bij voorkeur situeren aan de noordzijde. Algemeen (multifunctioneel) praktijklokaal Tussen de lokalen tekenen en beeldende vorming is een multifunctioneel praktijklokaal voorzien, waarin tevens theorie- en tekenlessen en lessen handvaardigheid kunnen worden gegeven. Berging tekenen en beeldende vorming Ruimte geschikt voor de opslag van werkstukken. Ruimte voor het opslaan van materialen en gereedschap voor handvaardigheid en tekenen. Deur van lokaal naar berging (tekenen). Bij situering van deze ruimte rekening houden met de aanvoer van materialen.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 23 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Overige specifieke onderwijsruimten Techniek onderbouw Nabij de binasklokalen bevindt zich een technieklokaal. Deze ruimte dient geschikt te zijn voor theorie- en praktijklessen techniek. De ruimte kan tevens gebruikt worden voor het geven van klassikale instructie. Berging techniek Berging voor opslag van materiaal techniek. Lokaal informatica Deze ruimte is ingericht voor lessen informatica voor circa 30 leerlingen. Daarnaast biedt een gedeelte van de ruimte plaats aan een werkplek voor de ICT-medewerker. Multifunctionele spreekkamer In de multifunctionele spreekkamer kunnen persoonlijke gesprekken plaatsvinden met leerlingen, ouders en stagiaires. De kamer kan tevens gebruikt worden door de maatschappelijk werker, schoolarts e.d. Kamer decaan De werkruimten van de decanen zijn in het centrale deel gesitueerd en voorzien van een werkplek met kastruimte. Tevens zijn deze ruimten geschikt voor het voeren van gesprekken met leerlingen. Time-out voorziening Deze ruimte is bedoeld als time-out voorziening voor maximaal acht leerlingen.
3.6.3.
Staf- en directieruimten
Kamer rector-bestuurder. Representatieve kantoorruimte met een werkplek en een vergaderopstelling (inclusief faciliteiten) voor tien personen. Kamer directiesecretaresse. Kantoorruimte met een werkplek en kastruimte voor archief, gelegen nabij de kamer rector-bestuurder, en kamer plaatsvervangend rector en conrector. Kamer directeur bedrijfsvoering en facilitair manager. Kantoorruimte met twee werkplekken, kastruimte en vergaderopstelling voor vier personen. Kamer directeur onderwijs en beleidsondersteuner. Kantoorruimte met twee werkplekken, kastruimte en vergaderopstelling voor vier personen. Spreekkamer. Kamer voor overleg met vijf personen. Grote vergaderkamer. Kamer voor overleg met 12 personen. Kamer leerlingenadministratie. Vier werkplekken met kastruimte voor archief. De werkruimte is gesitueerd bij de entree en is voorzien van een receptiebalie. Repro. In het gebouw is op de begane grond en een van de hoger gelegen verdiepingen een reproruimte gesitueerd. Deze ruimten zijn geschikt voor kopieerwerk op grotere schaal en dienen voldoende plaats te bieden voor het opstellen van een papiersnijder, inbinder e.d. Stafbureau. Twee ruimten met ieder twee werkplekken met kastruimte. Kamer roostermaker. Twee werkplekken en dubbele kastruimte.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 24 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
3.6.4.
Kamer systeembeheerder/ICT. Twee werkplekken en kastruimte. Serverruimte. De serverruimte bevindt zich naast de kamer systeembeheerder/ICT. Serverruimte voorzien van gasblussysteem. Conciërge, algemene verblijfsruimte. De ruimte voor de conciërge bevindt zich nabij de repro en aula. De algemene verblijfsruimte biedt plaats aan een werkplek, werkruimte en kastruimte. Kamer vertrouwenspersoon. Deze ruimte is voorzien van een werkplek met overlegplek en kastruimte. De ruimte is niet gesitueerd in het zicht van de directieruimten. Receptie hoofdentree. Bij de hoofdentree bevindt zich een receptiebalie (leerlingenadministratie) die tevens in verbinding staat met de conciërgeruimte.
Algemene ruimten/nevenruimten
Aula. Er is één aula voorzien die onder andere dienst doet als overblijfruimte voor de leerlingen van de school. De aula is voorzien van representatieve afwerking. Deze ruimte kan ook gebruikt worden voor voorstellingen, exposities, bijeenkomsten, toetsweken etc. De aula dient daarom een redelijke hoogte te hebben van minimaal circa 6 meter. Opslag toneel/coulissen. Grenzend aan de aula is een opslagruimte voor toneelmateriaal en voorzien. Keuken/uitgifte/berging. Bij de aula is een keuken gesitueerd met een kleine uitgiftebalie en een berging. De keuken is inclusief keukeninrichting en aansluitvoorzieningen. Stoelenberging/podiumapparatuur. Voor de opslag van de losse inrichting van de aula is grenzend aan de aula een aparte stoelenberging voorzien. Hier kan ook podiumapparatuur worden opgeslagen. Garderobe/kluisjes. In de afdelingen brugklas, mavo 2, 3 en 4 en bovenbouw havo-vwo worden kluisjes geplaatst, die worden gebruikt voor jassen en boekenwissel. De routing naar de kluisjes is een aandachtspunt. Het integreren van kluisjes in de gangwanden heeft de voorkeur. Korte looplijnen en niet centraal plaatsen. Personeelsruimte. Er komt één ruimte voor al het personeel; er vindt geen scheiding plaats tussen OP en OOP. De ruimte is voorzien van een wand met postvakken, waarin zowel van binnen als van buiten de personeelsruimte stukken gedeponeerd kunnen worden. In de personeelsruimte zijn een pantry (inclusief voorzieningen water, afvoer etc.), de garderobe en toiletten opgenomen. Daarnaast is het gewenst om in de personeelsruimte een overlegmogelijkheid (vergadertafel) te plannen.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 25 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
3.6.5.
De situering van de personeelsruimte is een belangrijk punt van aandacht. De ruimte dient nabij de aula gesitueerd te zijn, maar de routing ernaartoe mag niet (alleen) door de aula lopen. Dit omdat het personeel de personeelskamer dan ongehinderd kan bereiken binnen het korte tijdsbestek van een pauze. Aansluitend aan de personeelsruimte is (indien realiseerbaar) een terras gesitueerd, dat ook geschikt is als rookplek voor het personeel. Dit terras dient derhalve afgescheiden van de verharde pauzeplaats te zijn en bij voorkeur voorzien van een afdak. Opslag facilitaire zaken. Nabij leveranciersingang wordt een magazijn/berging gerealiseerd. Hier kunnen facilitaire zaken worden opgeslagen.
Overige ruimten (tarra vloeroppervlak)
Toiletten (algemeen). Wat betreft de sanitaire voorzieningen wordt onderscheid gemaakt tussen leerlingen en personeel. De toiletten worden geclusterd, zijn gescheiden naar sekse en zijn voorzien van voorruimten met koudwateraansluiting met wastafel/handenwasbak. In principe wordt de arbo-eis met betrekking tot aantallen toiletten gevolgd. In de herentoiletten dient een combinatie van potten en urinoirs geplaatst te worden in een verhouding van 1:2. In verband met hygiëne verdient het aanbeveling om vrijhangende closetpotten en een doorlopende vloer toe te passen. Leerlingtoiletten. Er moeten voldoende toiletten komen voor 1.050 leerlingen, een en ander conform de wet- en regelgeving. Vanaf de gang is er een visuele verbinding met de toiletruimte. Regel is ongeveer 1 toilet per 20 leerlingen/deelnemers. Dames en heren gescheiden naar inzicht. Mindervalidentoilet (integraal toegankelijk toilet). Op een centrale locatie dient één miva-toilet aanwezig te zijn. Personeelstoiletten. Er moeten voldoende toiletten komen voor het personeel, een en ander conform de wet- en regelgeving. In ieder geval dient er een damestoilet en een herentoilet te zijn bij de verschillende afdelingen in het gebouw. Douche-/kleedruimte personeel. Nabij de personeelsruimte wordt een doucheruimte gerealiseerd waar het personeel zich kan douchen en omkleden. Deze ruimte kan gecombineerd worden met het miva-toilet. Werkkasten schoonmaak. De werkkasten moeten voldoende groot zijn, 4 tot 5 m², om de werkkarren en stofzuigers in te kunnen plaatsen. Daarnaast dient te worden voorzien in een opbergmogelijkheid voor schoonmaakmiddelen en -materieel. In deze ruimte moet ook een uitstortgootsteen met warm en koud water aangebracht worden. Op elke bouwlaag dient een werkkast gesitueerd te worden, op de begane grond bij voorkeur twee. Patchkasten. Op strategische locaties in het gebouw worden patchkasten opgenomen. Verkeersruimten. De verkeersruimten dienen in principe voor het verplaatsen van personen en goederen in het gebouw. Wanneer de gang in open verbinding staat met een aangrenzende gebruiksruimte, dan dient de gang te zijn afgestemd op de voor die gebruiksruimte geldende eisen ten aanzien van temperatuur en geluid. Voorkomen dient te worden dat de verkeersruimten door wachtende leerlingen worden geblokkeerd. Personenlift. In verband met de kosten voor de liftinstallaties wordt er één lift gerealiseerd. De plaats dient afgestemd te zijn op de verschillende gebouwdelen.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 26 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
4.
Gebruikseisen gebouw
4.1.
Vrije hoogte ruimten De vrije hoogte van de in het ruimteprogramma genoemde ruimten dient minimaal als volgt te zijn: Aula: In verband met uitvoeringen en toneel, minimaal 6 meter Overige onderwijsruimten: 3 meter. Kantoren, spreekkamers: 2,7 meter. Bergingen: 2,7 meter. Gangen: 2,8 meter. Sanitaire ruimten: 2,6 meter.
4.2.
Indelingsflexibiliteit De tijdshorizon voor onderwijskundige ontwikkelingen is vrij kort in vergelijking tot de levensduur van een schoolgebouw. Het zou daarom in de toekomst ook aangepast moeten kunnen worden aan zich wijzigende onderwijsfuncties. Vandaar dat tijdens het ontwerpproces expliciet aandacht moet worden besteed aan de flexibiliteit ten aanzien van de indeelbaarheid van het gebouw.
4.3.
Toegankelijkheid
4.3.1.
Algemeen Het gebruik van verkeersruimten in een schoolgebouw wordt gekenmerkt door piekbelastingen, die een goede verkeersafwikkeling vereisen.
4.3.2.
Entrees De nieuwbouw dient te worden voorzien van één hoofdentree. De hoofdentree mag cachet hebben. Direct na de entree kunnen de leerlingen zich verspreiden in het gebouw door naar de eigen vlek te gaan. Een eventuele opgang (entree) vanuit de onderliggende fietsenstalling heeft de voorkeur, mits deze kan worden gelokaliseerd nabij bij de hoofdentree, zodat toezicht mogelijk is. De conciërgeruimte in dat geval bij deze entree plaatsen. Naast de hoofdentree wordt een leveranciersingang opgenomen.
4.3.3.
Horizontale verkeersafwikkeling Naast de door de overheid te stellen eisen wordt in schoolgebouwen de breedte van gangen voornamelijk bepaald door de verkeersintensiteit. Op basis van in de praktijk voorkomende situaties zijn criteria opgesteld waarmee de gangbreedte kan worden bepaald. Hiervoor wordt eerst grofweg de bezettingsgraad bepaald op basis van de volgende gemiddelden die zijn afgeleid van het ruimteprogramma: Theorielokalen: 1,8 - 2,0 m² per persoon. Theorievaklokalen: 2,0 m² per persoon. Vaklokalen: 2,8 - 3,5 m² per persoon. Kantoorruimten: 6,0 - 10,0 m² per persoon. Groepsruimten: 2,0 m² per persoon.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 27 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Individuele studieplekken: 2,0 - 2,5 m² per persoon. Vergaderruimten: 2,0 m² per persoon.
Vervolgens wordt op basis van deze bezettingsgraad de verkeersafwikkeling in de aangrenzende gang berekend. Hiervoor wordt het vloeroppervlak van het aangrenzende verblijfsgebied door de betreffende bezettingsgraden gedeeld. Op deze wijze kan worden berekend hoeveel personen van deze gang gebruik moeten maken. De gangbreedte is vervolgens een afgeleide van de te verwachten personenstroom: < 80 personen: circa 2,0 m. 80 - 150 personen: circa 2,5 m. > 150 personen: circa 3,0 m. Voor gangen gelden daarnaast de volgende aandachtspunten: Concentraties van lokaaltoegangen vermijden. Ter plaatse van entree(s), garderobes en fietsenstalling is een vlotte doorstroming vereist. Een gang krijgt een meerwaarde als deze bij een ruimte betrokken kan worden of voor onderwijsdoeleinden geschikt is. Naast gangbreedtes bepalen ook deurbreedtes de doorstroming van personen binnen een gegeven tijdsbestek. De totale deurbreedte moet in verhouding tot de te verwachten doorstroom zijn. Om een goede doorstroming te waarborgen dienen deuren aan de volgende minimale eisen te voldoen: Vrije doorgang van 85 cm voor nagenoeg alle deuren. Standaardafmetingen met een minimum van 880 x 2.315 mm. Deuren van grote ruimten met de vluchtrichting mee laten draaien. Deuren die de gang indraaien mogen de doorstroming niet belemmeren (180° doordraaien).
4.3.4.
Verticale verkeersafwikkeling Omdat de verschillende niveaus in het gebouw ook voor mindervaliden toegankelijk moeten zijn, dienen er naast trappen ook een liftinstallatie en/of hellingbanen te zijn. In verband hiermee moeten niveauverschillen per verdieping zoveel mogelijk worden beperkt. Het toepassen van hellingbanen dient zoveel mogelijk te worden voorkomen in verband met de kosten en het ruimtebeslag. Indien ze worden toegepast, dienen ze te voldoen aan de eisen uit het „Handboek voor Toegankelijkheid‟. Er wordt een lift aangebracht met een vloeroppervlak van de liftkooi inwendig van minimaal 1,10 m x 1,80 m meten (brancardlift). De lift is niet bestemd voor gebruik door leerlingen, maar uitsluitend voor personeel, mindervaliden en bevoorrading. In het gebouw zullen op een regelmatige afstand trappen moeten worden geplaatst. In algemene verkeersruimten voldoen trappen van circa 1,5 m breed. In verband met de ontoereikende capaciteit mogen hiervoor geen spiltrappen toegepast worden.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 28 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
4.3.5.
Vluchtmogelijkheden en -wegen Door de plaatselijke overheid worden eisen gesteld ten aanzien van vluchtwegen en -mogelijkheden op basis van het Bouwbesluit. Hiervoor wordt het gebouw onderverdeeld in brand- en rookcompartimenten. Omdat brandcompartimenten dure brandscheidingen met zich meebrengen is een efficiënte compartimentering vereist. De compartimentering en de opzet van de vluchtwegen en -mogelijkheden dienen in een vroeg stadium met de brandweer te worden besproken. Het budget voorziet niet in een sprinklerinstallatie.
4.3.6.
Afsluitbaarheid, compartimentering en avondgebruik Delen van het gebouw zullen ook buiten schooltijd gebruikt worden. Het betreft de aula en omliggende ruimten en de gymzalen. Voor deze ruimten dient compartimentering te worden toegepast.
4.3.7.
Mindervaliden Om voor mindervaliden toegankelijk te zijn, dient de nieuwbouw te voldoen aan de eisen uit het „Handboek voor Toegankelijkheid‟. Naast de nodige ruimtelijke eisen dient, voor zover van toepassing, ook aandacht besteed te worden aan bedieningsknoppen, sluitwerk, hoogtes van loketten, balies, buffetten en kapstokken en extra manoeuvreerruimte bij toegangen naar toiletten en liften.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 29 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
5.
Scenario 1: Programma van Eisen sporthal en clubhuis KOAG Het Krimpenerwaard College kan op grond van de normen voor lichamelijke opvoeding aanspraak maken op drie gymzalen. De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft gevraagd of de te realiseren sportaccommodatie een multifunctioneel karakter kan krijgen, in die zin dat korfbalvereniging KOAG medegebruiker kan worden van de (in plaats van de genormeerde drie gymzalen) te realiseren sporthal. Tevens zal op het terrein een eigen clubhuis voor KOAG worden gerealiseerd, een en ander geïntegreerd in het totale ontwerp van school en sporthal onder de noemer „samen maar toch apart‟. Het Krimpenerwaard College heeft hiermee ingestemd onder de voorwaarde dat (naar tevredenheid) nadere afspraken kunnen worden gemaakt over zaken als beheer en exploitatie. Ook wel de „BeSeF®‟-onderdelen genoemd. . BeSeF® staat voor vijf kritische aandachtsgebieden in elk proces op weg naar multifunctionele huisvesting: Beheer & Exploitatie, Samenwerking, Eigendom & Financiën. Het doorlopen van deze aspecten, in relatie tot het PvE, zorgt voor goede samenwerkingsafspraken en helderheid over de haalbaarheid van het project. De BeSeF®-methode is te gebruiken voor allerlei multifunctionele accommodaties; van Brede Scholen, multifunctioneel gebruik van sporthallen tot hulpverleningscentra. Voor dit PvE is van belang dat het Krimpenerwaard College eigendom en beheer verkrijgt van het totale complex, met uitzondering van het clubhuis KOAG. In het te realiseren clubhuis zullen dus eigen aansluitingen en voorzieningen moeten komen onder verantwoordelijkheid van KOAG. KOAG is een 61 jaar oude maar bloeiende vereniging met bijna 400 leden. KOAG telt momenteel 27 teams zonder de „krimpies‟ (jongste jeugd). KOAG biedt haar leden diverse sportieve activiteiten met als hoofdbestanddeel korfbal. In de periode maart tot oktober wordt getraind en worden wedstrijden gespeeld op de op de huidige locatie van het Krimpenerwaard College aan te leggen kunstgrasvelden. In de periode oktober tot maart is de vereniging aangewezen op het medegebruik van de sporthal. De sporthal dient te worden voorzien van een nader te omschrijven en te specificeren tribune voor 250 toeschouwers.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 30 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
5.1.
Concept ruimteprogramma sporthal en clubhuis KOAG Ten behoeve van het op te stellen PvE is een concept-ruimteprogramma opgesteld, mede gebaseerd op: Het PvE. Tekstuele bijdrages van KOAG (onder voorbehoud). Het hoofdlijnenoverleg met de gemeente. Haalbaarheidsaspecten. Deze inzichten hebben geleid tot het op de volgende pagina opgenomen concept ruimteprogramma.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 31 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
project: Ruimteprogramma Sporthal en clubhuis KOAG Projectnr. : 1522201 Onderdeel: PvE nieuwbouw Krimpenerweaard College Referentie: datum: 31 januari 2011
Omschrijving
Opmerkingen Aantal ruimten
omvang per ruimte
1 3 4
1060 45
1060 135 1195
ARBO-proof op te delen in 3 zaaldelen norm schoolgebruik
3 6 6 2 6 1 1 1 1 27
12 25 15 5 2,5 190 12 4 20
36 150 90 10 15 190 12 4 20 527
voor docenten c.q. scheidsrechters 3 x 2 meisjes - jongens ruimten incl toilet één per verdieping 2x3 voor 250 personen
m2 totaal
Sporthal Zaaldelen Sporthal 24 x 44,2 meter x 7 : NOC-NSF Toestellen- materialenberging SUBTOTAAL ZAALDELEN
Nevenruimten Docenten-scheidsrechterskleedruimte (incl. douche) Kleedruimten Doucheruimte Mindervaliden toilet Toiletten (tribune) Tribune sporthal (op kleedlokalen) EHBO-ruimte Werkkast Entree/tochtportaal SUBTOTAAL NEVENRUIMTEN
SUB-TOTAAL NETTO OPPERVLAK Technische ruimten en Opslagen Technische ruimte gebouwinstallaties Horizontale verkeersruimte (6%) Verticale verkeersruimte (trappen,lift)
1 op begane grond, aansluiting clubhuis KOAG, opgang tribune
1722 1 1 1
20 0 12
20 103 12
SUBTOTAAL INCL.VERKEERSRUIMTE
1.857
Constructie, wanddikte, vides, schachten, etc. (8%) TOTAAL SPORTHAL
2006
incl meterkast normaal 12% opslag…. 2 noodtrappenhuizen buiten
149
Omschrijving
Opmerkingen Aantal ruimten
omvang per ruimte
1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 14
8 24 15 15 10 12 5 125 65 10 8 2 55
1
0
m2 totaal
Clubhuis KOAG Tochtportaal Entreehal Keuken Voorraadhok Berging intern Toiletten miva-toilet kantine Berging extern 2 kleedruimten scheidsrechters Technische ruimte gebouwinstallaties werkkast multi functionele ruimte SUBTOTAAL Netto-ruimten
8 24 15 15 10 24 5 125 65 20 8 2 55 376
tassenrek
2x3 één per verdieping aan clubhuis, van buiten toegankelijk incl. douche incl meterkast 1 op begane grond,
Technische ruimten en Opslagen Horizontale verkeersruimte (12%)
45
SUBTOTAAL INCL.VERKEERSRUIMTE
45
Constructie, wanddikte, vides, schachten, etc. (8%) TOTAAL CLUBHUIS KOAG
451
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
normaal 12% opslag….
30
Pagina 32 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
5.2.
Ruimtelijke en functionele specificaties sporthal Sporthal De sporthal heeft een afmeting van 44,2 x 24 meter en een vrije hoogte van minimaal 7 meter. De sporthal kan worden verdeeld in drie gelijke zaaldelen, gescheiden door twee scheidingswanden, bijvoorbeeld fabricaat Trenomat. De belijning van de zaal wordt aangepast op het beoefenen van de volgende sporten: De in de sporthal aanwezige drie zaaldelen zullen vooral worden gebruikt door het Krimpenerwaard College t.b.v. lichamelijke opvoeding. Korfbalvereniging KOAG is de enige medegebruiker van de sporthal. Zij zal in de winterperiode hier haar wedstrijden spelen en trainingen verzorgen. Gelet op de door de school in lestijden te beoefenen sporten zal de belijning van de sporthal vooralsnog ingericht worden op de volgende sporten: Badminton op 9 velden. Zaalkorfbal op 1 veld. Basketbal op 3 velden. Zaalvoetbal op 1 veld. Volleybal. Voor de inrichting en de benodigde hulpconstructies dient een apart budget (niet behorende tot de bouwkosten) te worden opgenomen. Ten behoeve van de mogelijkheid voor multifunctionele inzet van de sportaccommodatie wordt er één dubbele hoge deur (2,40 x 2,50 meter) voorzien voor het aanvoeren en afvoeren van materiaal en goederen. De dubbele deur wordt zodanig gesitueerd dat deze goed bereikbaar is voor (vracht)auto‟s. Ten behoeve van de sporthal wordt in zes kleedruimten inclusief doucheruimte en toilet voorzien. Deze kleedruimten dienen elk rechtstreeks of via een verbindingsgang met de sporthal in contact te staan. Daarbij worden er twee geschikt gemaakt voor mindervalide sporters (exclusief miva-toilet). Ook worden drie scheidsrechters- en docentenruimten, inclusief doucheruimte en toilet, waarvan er één geschikt gemaakt dient te worden voor mindervaliden (inclusief miva-toilet), in het ruimteprogramma opgenomen.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 33 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Tribune De tribune (die noodzakelijk is voor het korfbal om de toeschouwers te kunnen ontvangen) is bereikbaar met een lift. De tribune die op de verdieping aan de langszijde van de sporthal gesitueerd wordt, moet een minimale capaciteit hebben van 250 toeschouwers. De tribuneruimte moet afsluitbaar zijn en zoveel mogelijk vandalismebestendig worden ontworpen. Daarnaast moet bij de keuze van de vloer van deze ruimte materiaal gekozen worden dat na gebruik van de ruimte eenvoudig schoon te maken is. Materiaalbergingen Voor de drie zaaldelen wordt per zaaldeel een afsluitbare materiaalberging gerealiseerd van totaal 135 m² (3 x 45m²) . Bij de indeling van de berging wordt rekening gehouden met een (door derden) aan te brengen lattenkasten ten behoeve van het opbergen van klein materiaal. In de materiaalberging wordt een aansluiting van 380V voorzien ten behoeve van multifunctioneel gebruik. EHBO-ruimte De EHBO-ruimte moet dusdanig gesitueerd zijn dat er een directe relatie is met het buitenterrein en de sporthal. De EHBO-ruimte wordt van de volgende inrichting voorzien: Een telefoonaansluiting. Een wastafel met koud en warm water. Een tafel met vier stoelen (door derden). Een aan de wand op te hangen stretcher (door derden). Een bergkast ten behoeve van alle EHBO-materialen Een defibrillator. Scheidsrechters-/docentenruimte De ruimte voor de scheidsrechters en docenten heeft een directe toegang (met direct zicht) tot de sporthal. Daarnaast wordt de ruimte voorzien van een eigen douche- en toiletruimte. De ruimte zal van de volgende inrichting worden voorzien: Een tafel met twee stoelen gesitueerd aan de raamzijde (door derden). Een aansluiting voor telefoon. Technische ruimten De sportaccommodatie moet voorzien worden van technische ruimten, die voor de installaties nodig zijn. In dit geval de volgende ruimten: Een meterkast. Een opstelruimte voor de gebouwinstallaties. De ruimte heeft door middel van een dubbele buitendeur directe toegang tot het terrein.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 34 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
5.3.
Ruimtelijke en functionele specificaties clubhuis Het is voor KOAG belangrijk dat men vanaf haar eigen terrein de kantine in kan. Het is wenselijk dat deze kantine aan de school gebouwd wordt in plaats van in de school. In de huidige voorstellen staat de entree van de school weergegeven aan de Driekamp-zijde. Wanneer ook de kantine van KOAG aan die zijde in de school zou moeten komen, vraagt KOAG zich af of een afscheiding te realiseren is. Bijkomend voordeel is dat ook op andere momenten in de week dat de kantine wordt gebruikt scholieren en leden of bezoekers van KOAG niet door dezelfde ingang hoeven. Ook overdag wordt namelijk gebruik gemaakt van de kantine van KOAG. Het clubhuis is voor alle leden als het ware de „huiskamer‟ van de vereniging. Samen komen in de „huiskamer van de buren‟ is ondenkbaar. Zonder clubhuis geen vereniging. Het clubhuis wordt gebruikt op/voor: Trainingsavonden maandag tot en met vrijdag. Trainingen woensdagmiddag. Gehele zaterdag tijdens wedstrijden. Jeu de boules maandag en donderdagmiddag (theoretisch de hele week). Schoolsportdagen basisscholen. Overige clubactiviteiten zoals: Vergaderingen (bestuur/commissies/jaarvergadering/Vrienden van KOAG). Trainerscursussen. Besprekingen teams/trainers. Scheidsrechterscursussen. Wedstrijdsecretariaat. Bridgeavonden. Klaverjasavonden. Disco‟s. Jeugdactiviteiten zoals spelmiddagen, sinterklaas etc. Familiedagen, start-/slotdagen competitie. KOAG is een vereniging waar vooral voor jongere leden ruimte is voor diverse initiatieven. Het clubhuis wordt het gehele jaar gebruikt -buiten de normale activiteiten rond trainingen en wedstrijden- als werkplaats voor het maken van spandoeken, voorbereiding van weekendkampen, toernooien, feesten etc.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 35 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
6.
Scenario 2: Programma van Eisen drie gymzalen In de situatie dat de gemeente Krimpen aan den IJssel kiest voor scenario 2, zullen in de nieuwbouw drie gymzalen worden opgenomen die overeenkomstig de van toepassing zijnde regelgeving in combinatie (geïntegreerd) met de nieuwbouw van het schoolgebouw zal worden gerealiseerd. Er zal bijzondere aandacht uitgaan naar beheersing van de akoestiek in de gymzalen. Het voorlopig ruimteprogramma is als volgt: Omschrijving
Opmerkingen Aantal ruimten
omvang per ruimte
3 3 3 6 6 1 1 17
252 32 10 25 15 8 2
1
0
m2 totaal
Drie gymzalen Zaaldelen Toestellen- materialenberging Docenten-scheidsrechterskleedruimte (incl. douche) Kleedruimten Doucheruimte Technische ruimte gebouwinstallaties werkkast SUBTOTAAL Netto-ruimten
756 96 30 150 90 8 2 1132
standaard afmeting gymzaal kengetal VO voor docenten c.q. scheidsrechters 3 x 2 meisjes - jongens ruimten incl toilet incl meterkast
Technische ruimten en Opslagen Horizontale verkeersruimte (12%)
SUBTOTAAL INCL.VERKEERSRUIMTE Constructie, wanddikte, vides, schachten, etc. (8%) TOTAAL DRIE GYMZALEN
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
136
136 91
1358
Pagina 36 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
7.
Gebruikseisen terrein
7.1.
Algemeen De stedenbouwkundige voorwaarden zullen in mei 2011 ter besluitvorming aan de gemeenteraad worden voorgelegd. De totale concept bouwenveloppe wordt voor de ontwerpende partijen als bijlage bij dit PvE meegezonden. De footprint van het gebouw is 80 x 77 meter, de hoogte drie lagen van 4 meter bovenop een op maaiveldniveau aangebrachte fietsenberging (1540m²) en techniek kunnen worden ondergebracht. Het gebouw biedt ruimte aan lokalen, aula, werkplekken, garderobes en pauzeruimte. Voor een goede inpassing is een pauzeruimte met voldoende omvang noodzakelijk om „zwerven‟ in de omgeving tegen te gaan. Uitgangspunt is het programma zoals aangegeven door HEVO. Bij de bepaling van het benodigde volume is uitgegaan van een sporthal (44,2 x 24 meter) en een aula (16 x 25 meter). Voor de entree van het gebouw aan de zijde van de Driekamp is een verharde ruimte van 80 x 18 meter (1.440 m² volgens het programma). De ontsluiting voor auto‟s loopt via de bestaande inrit en de inrit noordwest van het gezondheidscentrum. De 50 parkeerplaatsen zijn dwars langs de verbinding tussen beide gesitueerd. Voor langzaam verkeer is er een brede ontsluiting voor voetgangers naar de Driekamp gepland.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 37 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
7.2.
Bestemmingsplan De stedenbouwkundige kaders worden op 19 mei door de gemeenteraad vastgesteld. Hier zijn o.a. in opgenomen: Het maximale bebouwingspercentage. De maximale bebouwingshoogte. De aanvoer en afvoer van langzaam verkeer en autoverkeer. De parkeerplaatsen.
7.3.
Terreinprogramma Het totale in gebruik zijnde terreinoppervlak bedraagt circa 7.560 m², waarvan 6.080 m² is aangegeven als bebouwingsoppervlak en ruim 1.480 m² als voorplein. Er is een terreinprogramma opgesteld voor scenario onderwijsgebouw en sporthal en clubhuis KOAG (korfbal). Hoewel er geen specifieke wettelijke voorschriften bestaan ten aanzien van het terreinprogramma zijn er wel een aantal kaders- en uitgangspunten algemeen gebruikelijk voor de indicatie van de benodigde terreinoppervlakte. Deze normering is in de berekening van de terreinoppervlakte toegepast. Duidelijk is inmiddels dat het terrein het niet toelaat om een behoorlijke fietsenstalling onder te brengen. Teneinde 1.050 leerlingen en de leerkrachten te voorzien van een goede fietsenstalling is circa 1.500 – 1.600 m² benodigd. Zie hiervoor paragraaf 7.5.2. In de onderstaande berekeningen van het benodigde terreinprogramma is ervan uitgegaan dat de fietsenstalling onder het gebouw wordt georganiseerd.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 38 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Dit leidt tot het volgende terreinprogramma:
TERREINBENUTTING bij sporthal + clubhuis KOAG
project Krimpenerwaard College projectnr. datum 21/01/11
Onderdelen
Eenheid
Nieuwbouw schoolgebouw, exclusief sport (footprint) Gymnastiek Clubhuis KOAG terras korfbal Verhard buitenterrein Containeropstelplaats ontwerpspeling 10% Groenvoorziening 25% van de voetprint TOTAAL TERREINOPPERVLAKTE beschikbaar Tekort
3 lagen 2 laags 1 laags 1050 6
OpperOppervlakte Opmerkingen vlakte (m²) totaal (m²) 7.314 2.500 voetprint excl. LO 2.000 1.600 tribune op kleedkamers 450 200 1,0 1.050 normaliter 1,0 m² per leerling 5 30 640 1.360 7.830 7.500 330
Conclusie van dit scenario is dat het terrein praktisch geschikt is voor dit volume omdat er ook veel groen rond het terrein van de school aanwezig is en daardoor iets minder groen gerealiseerd kan worden op het schoolterrein.
7.4.
Bereikbaarheid/ontsluiting Voor de bereikbaarheid van het schoolgebouw en de uitwerking van het schoolterrein gelden de volgende uitgangspunten: Goede ontsluitingen voor de verschillende verkeersstromen (voetgangers, fietsers, brommers, (vracht)auto‟s en brandweervoertuigen). Het terrein is direct vanaf de openbare weg toegankelijk met een goede aansluiting op langzaam- en snelverkeerroutes. Indien mogelijk, meerdere toegangen tot het terrein. Het fietsen op het schoolplein zoveel mogelijk voorkomen. Verschillende verkeersstromen zoveel mogelijk scheiden, ook op het terrein zelf. Indien vereist, een opstelplaats voor brandweervoertuigen conform het aanvalsplan van de brandweer.
7.5.
Omschrijving onderdelen terreinprogramma
7.5.1.
Verharde pauzeplaats De pauzeplaats dient aan de volgende eisen te voldoen: De bezonning dient gewaarborgd te zijn. Een goede scheiding en opvang van de verkeersstromen in verband met de grote aanvoer van leerlingen bij aanvang van de lessen. Het plein zodanig inrichten dat het uitnodigt tot ontspanning en ontmoeting. Zoveel mogelijk geluidsoverlast voorkomen. Op strategische plaatsen afvalbakken plaatsen. Rekening houden met toezicht.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 39 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
7.5.2.
Rijwielstalling Gelet op de terreingrootte en het te realiseren bouwvolume is het noodzakelijk om onder het gebouw op maaiveld een fietsenkelder te realiseren in die zin dat een gedeelte van het gebouw op poten moet komen te staan waardoor een fietsenstalling onder het gebouw kan worden gerealiseerd. Onderdelen Fietsenstalling leerlingen Fietsenstalling leerlingen mountainbikes en brommers Fietsenstalling personeel Totaal fietsenstalling
Eenheid 840 105 45
OpperOppervlakte Opmerkingen vlakte (m²) totaal (m²) 1,5 1.260 80% met de fiets 2,0 210 10% met brommer etc. 1,5 68 50% van aantal personeelsleden 1.538
Voor het stallen van fietsen en bromfietsen dient rekening te worden gehouden met: Fietsenstalling voor circa 840 fietsen, dat is voor circa 80% van de leerlingen. Bromfietsstalling 105 bromfietsen, dat is voor circa 10% van de leerlingen. Fietsenstalling voor het personeel. Uitgangspunt is 1 fiets per 0,5 fte O(O)P, per saldo een (afsluitbare) stalling voor circa 45 fietsen. Ligging nabij de terreintoegang op een logische plaats ten opzichte van de schoolentree(s). Verkeersstromen. Toezicht. Voorkoming van diefstal.
7.5.3.
Containeropstelplaats Op het terrein moet ruimte worden ingericht (minimaal 10 m) voor het (gescheiden) opslaan van afval op een daarvoor geschikte plaats, bereikbaar voor gebruikers en vrachtwagens.
7.5.4.
Groenvoorzieningen Op het terrein zullen, ter aankleding en/of voor het onderbreken van zichtlijnen en het aangeven van grenzen, groenvoorzieningen worden aangebracht. De groenvoorzieningen dienen een onderhoudsarm karakter te hebben. De groenvoorzieningen moeten op het ontwerp van het gebouw worden afgestemd. Groenvoorzieningen bij de gevels kan vandalisme voorkomen.
7.5.5.
Parkeervoorzieningen In de huidige situatie wordt er niet op eigen terrein geparkeerd en ook in de nieuwbouwsituatie is voorzien in voldoende parkeerplaatsen buiten het schoolterrein.
7.5.6.
Verharde toegangsweg Voor de bevoorrading moet een verharde toegangsweg op het terrein worden opgenomen. Daarnaast moet de toegankelijkheid voor brandweerauto‟s worden gewaarborgd.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 40 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
7.5.7.
Afscheidingen Daar dit om veiligheidsredenen noodzakelijk is, dient te worden voorzien in een 2 meter hoog gaashek met maximaal twee toegangspoorten.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 41 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
8.
Verwachtingen ten aanzien van de nieuwbouw Uiteraard droomt het Krimpenerwaard College van een geweldig mooi, inspirerend, flexibel, duurzaam, energiezuinig en modern schoolgebouw. Er is echter ook een realistische kijk op het nieuwbouwproces en de directie en het personeel zijn zich er van bewust dat realisatie van extra kwaliteitswensen ten aanzien van binnenmilieu, duurzaamheid en een energie- en onderhoudsvriendelijk gebouw, slechts mogelijk is zover het beschikbare budget dit toelaat. In die zin zal het Krimpenerwaard College niet in de valkuil trappen en een luchtkasteel bouwen. De ambitie om een optimaal onderwijsgebouw te realiseren blijft echter onverminderd overeind. Teneinde de focus op een energiezuinig, onderhoudsvriendelijk en duurzaam gebouw te waarborgen zal tijdens de ontwerpfase structureel gebruik worden gemaakt van: De exploitatie optimizer, een instrument om gemakkelijk goede afwegingen te kunnen maken ten aanzien van keuzes en oplossingen voor een goede exploitatie. De routekaart duurzaam vastgoed, een instrument dat de opties weergeeft van toepassingen/overwegingen van duurzaamheid in alle stadia van het bouwproces. Deze twee HEVO-instrumenten worden samen met het PvE aan de geselecteerde partijen uitgereikt. In een dergelijk bouwproces is het van belang vooraf heldere kaders te scheppen en keuzes te maken zodat het budget zo optimaal mogelijk wordt ingezet. De directie van het Krimpenerwaard College zet gericht in op een projectorganisatie en specifieke maatregelen die er toe moeten leiden dat het beschikbare budget maximaal wordt ingezet voor een goed onderwijsgebouw dat het onderwijs zo optimaal mogelijk faciliteert en waarin het prettig vertoeven is. Dat betekent onder meer: Dat een architect wordt gezocht die zoveel mogelijk gebruik maakt van natuurlijke vormfactoren, zoals een compacte bouw, de maximale benutting van zon (warmte) en lichtinval, een functionele vormgeving van de gevel en het slim omgaan met de keuze van materialen. Dat door een integrale benadering van het bouwproces de faalkosten (in 2009 voor de utiliteitsbouw gemiddeld 11%) tot een minimum kunnen worden beperkt. Dat intern nader zal worden afgewogen of (een deel van de) eventuele besparingen op de toekomstige materiële exploitatie van het schoolgebouw alsnog kunnen worden ingezet (toegevoegd aan het normbudget) om duurzame voorzieningen aan de bouw toe te voegen. Dat de kans op subsidiemogelijkheden wordt geoptimaliseerd door gebruikmaking van een subsidiejager (gespecialiseerd bedrijf op basis van no cure – no pay).
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 42 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
De stuurgroep en werkgroep hebben in het kader van de ontwikkeling van het PvE in september 2010 een referentiebezoek gebracht aan een drietal schoolgebouwen. Het betrof de nieuwbouw van: Niekée in Roermond. Het Sondervick College in Veldhoven. Het Peellandcollege in Deurne. Naar aanleiding van deze excursie is door de deelnemers een zogenaamde „do‟s en don‟ts‟ lijst samengesteld die aan de te selecteren architect een aardig beeld kan geven van de wensen en van zaken die men niet wenst voor de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College. Op de volgende pagina zijn de bevindingen samengevat.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 43 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
DO's
DON' ts
Flexibele lokalen, variatie leerruimtes
Beperkte bergruimte gymzalen
“speelse” aula / „hart‟ van het gebouw
Niet afsluitbare leerpleinen
Scheiden rust – ruis – rumoer
Scheve lokalen, asymmetrische ruimten
Kleurgebruik
Smalle gangen + kluisjes
Hoogwaardige afwerking
Ruwe vloer praktijklokaal
Zicht op aula vanuit personeelskamer
Gymzalen zonder daglicht
Dakterras personeelskamer
Ondeugdelijke scheidingswanden gymzalen
Transparantie (tussen lokaal en gang)
Ondeugdelijke akoestiek
Duurzaam (energiezuinig, materialen)
Grote leerpleinen (rommel + onrust)
Natuurlijke materialen (hout)
Té grote gevelopeningen (verduistering)
Amfitheater op schoolplein
Open plafonds (niet afgewerkt)
Kunst
Tegelvloeren sanitaire ruimtes (liever gietvloer.)
Ontvangsthal
Metal-stud wanden
Collegezaal (kleurrijk)
Spuitwerk tussen lokalen
Sferen Multifunctioneel gebruik gebouw (onderwijs) Kluisjes verwerken in wanden
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 44 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
9.
Globaal technisch Programma van Eisen Dit hoofdstuk beschrijft het globaal technisch PvE van het Krimpenerwaard College. De basis voor de wettelijke minimale eisen is vastgelegd in het Bouwbesluit en aanvullende richtlijnen. De ambitie van opdrachtgevers gaat in de praktijk vaak uit boven deze minimale eisen. De hieruit voortkomende aanvullende wensen kunnen slechts worden gerealiseerd als het beschikbare budget daartoe toereikend is. De Duurzame Kwaliteitsrichtlijn Huisvesting Voortgezet Onderwijs van HEVO, 3e druk, is een hulpmiddel om keuzes en afwegingen c.q. een vertaalslag te kunnen maken tussen ambitie en haalbaarheid. De kwaliteitsrichtlijn benoemt de bij het ambitieniveau behorende prestaties van de belangrijkste gebouwonderdelen. Deze samenvatting en contouren van het in het VO door te ontwikkelen technisch PvE heeft een opbouw conform de BREEAM-categorieën. Boven dit PvE uit gelden natuurlijk alle relevante wetgeving en normen.
9.1.
Bruikbaarheid (functioneel) Het onderwijs is voortdurend in beweging. Gebouwen zouden bij voorkeur moeten kunnen meebewegen en het onderwijs zo optimaal mogelijk moeten kunnen bedienen. Dat wordt indelingsflexibiliteit genoemd. Het is belangrijk om tijdens het ontwerpproces rekening te houden met mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Dat vraagt om algemene kaders en uitgangspunten. Ruimteprogramma Onderwijsruimten hebben een minimale vrije hoogte van 3 m¹. In de flexibiliteit van het gebouw wordt voorzien door: Toepassing van ruimten met verschillende afmetingen. Constructieopzet zonder dragende binnenwanden. Flexibele wanden, alleen toe te passen in nader af te spreken ruimten. Toepassen van kruipruimten. Toepassen van zonering in installatie en gebouw (afsluitbaarheid), zodat deelgebruik mogelijk is. Uitbreidingsflexibiliteit alleen op het terrein en niet op het gebouw. Terreinprogramma Verhard oppervlak beschikbaar voor pauzeplaatsen, parkeren (auto‟s, brommers en fietsen) en bereikbaarheid gebouw (ook goederen).
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 45 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Gebruiksvoorzieningen (aantallen en omvang nader te bepalen) Krachtstroomvoedingen (230V en 400V) voor apparatuur. Eén wandcontactdoos per 20 m² fno. Combinatie vast/draadloos datanetwerk (cat 6A). Mededelingensysteem met monitoren in entree, garderobe, aula. Geluidsversterkersysteem in aula en muziekruimte. Omroepinstallatie in les-, conciërge- en docentenruimten, gangen en aula. Al dan niet een lestijdensignalering. Wateraansluitingen voor sanitair en apparatuur. Warmwaterpunten in douches, kabinet binask, werkkasten, keuken en miva-toilet.
9.2.
Gezondheid Het PvE Frisse Scholen is de basis voor het vastleggen van deze eisen: Thermisch comfort conform klasse B. 90% van de tijd temperatuur tussen 20 en 23ºC voor les- en kantoorruimten. De cv-installatie moet goed afsluitbaar en inregelbaar zijn en regelbaar per ruimte. Aparte groepsindeling voor sportsectie, kantoorsectie, aula, boiler. Luchtkwaliteit bij voorkeur conform het advies Agentschap.NL op klasse B, CO2concentratie is maximaal 1.000 ppm. De ramen moeten te openen zijn voor spuiventilatie. Apparatuur, zoals zuurkasten en afzuigkappen, moet afgezogen worden. De hoogte van de ruimte is minimaal 3,2 m¹. De feitelijke prestatie van de luchtkwaliteit wordt bewezen door na de oplevering een aantal metingen te verrichten die moeten aantonen dat in 90% van de gebruikstijd deze norm wordt gehaald. Uitgangspunt is dat op alle officiële werkplekken voldoende verlichtingsniveau aanwezig is om de functie te ondersteunen: De verlichting op visueel comfort conform klasse B. 500 lux verlichtingssterkte in leslokalen, per ruimte regelbaar. Het percentage transparantie gevelopeningen is groter dan 30%. Aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke regeling toepassen. Akoestisch comfort conform klasse B, installatiegeluid en omgevingslawaai maximaal 33 dB(A), nagalmtijd 0,8 s in kantoren en lesruimten.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 46 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
9.3.
Veiligheid
9.4.
Brandveiligheid conform Bouwbesluit of Marsh-eisen. Toepassen van brandcompartimentering, veilige vluchtroutes met vluchtrouteaanduiding, brandmeld- en ontruimingsinstallatie, brandpreventieve maatregelen en noodverlichting. Aarding toepassen en overspanningsbeveiliging in de verdeelkasten. Geen bliksembeveiliging toepassen. Voor doorvallen veiligheidsbeglazing toepassen volgens NEN 3569. Voor onderhoud op dak veiligheidsvoorzieningen toepassen. Voldoende hoge balustrades toepassen bij atria. Voor sociale veiligheid wordt schrikverlichting aan de gevel voorzien, signalering op mivatoilet en camerabewaking in daartoe aan te wijzen ruimten/opstallen. Inbraakbeveiliging conform BORG klasse projectniveau 2, waarbij eenvoudige inbraakinstallatie wordt voorzien en goed hang- en sluitwerk SKG 2 sterren een onderdeel is. Inbraakgevoelige ruimten worden voorzien van waakverlichting. Voorzieningen treffen voor omgaan met gevaarlijke stoffen conform Arbocatalogus VO.
Energie De energiekosten stijgen al jaren met gemiddeld 8% per jaar. De exploitatievergoedingen worden al sinds 2000 nauwelijks geïndexeerd. Het exploitatietekort neemt daardoor toe. Schoolbesturen hebben er daarom belang bij om het energiegebruik te minimaliseren. De voorkeur gaat uit naar energieconform klasse B van Frisse Scholen. Dus 30% reductie op EPC-norm, laagtemperatuurverwarming en warmteterugwinning toepassen.
9.5.
Transport
Goede bereikbaarheid van locatie, zeker met fiets en openbaar vervoer. Bij voorkeur gescheiden verkeersstromen langzaam en snel verkeer. Parkeerplaatsen sociaal veilig aanleggen met voldoende verlichting, goede afvoer van hemelwater, toepassen van miva- parkeerplaatsen en camerabewaking. Het gebouw moet voor mindervaliden toegankelijk zijn, dus toepassen van een lift en miva-toiletten. Entrees voorzien van tochtsluizen en schoonloopmatten. Horizontale en verticale verkeerswegen moeten minimaal voldoen aan het Bouwbesluit. Techniek moet goed bereikbaar zijn (denk ook aan exploitatiekosten) om aan te passen en te onderhouden.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 47 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
9.6.
Water
9.7.
De hemelwaterafvoer moet op terrein worden geborgd. Minimaal watergebruik door toepassen van uitstroombegrenzers op douches en kranen, toiletten met waterzuinige spoeling toepassen en geen warm water op wastafels in toiletten. Sanitaire toestellen op gemeentelijk riool aansluiten. Keuken aansluiten op een vetvangput.
Materialen Onderhoudsarme materialen met een lage milieubelasting toepassen. Voor binnenafwerking kiezen voor schoonmaakarme oplossingen. Materialen kiezen met een economisch optimale levensduur: Vloeren moeten een draagvermogen hebben van 400 kg/m². De vloerafwerking moet afgestemd worden op het gebruik in de ruimte. Dakafwerking door losliggende dakbedekking met ballast. Een groendak verdient de voorkeur. Lichtstraten zonwerend en inbraakveilig toepassen. Zorg voor buitenzonwering op zonbelaste gevels. Bij voorkeur elektrisch te bedienen. Cilindersloten in een sleutelsysteem toepassen.
9.8.
Afval
9.9.
Logistiek van afval in gebouw moet goed geborgd worden. Gescheiden afvalverzameling bij bouw. Bij ontwerp en bouw rekening houden met demontage en sloop van gebouw.
Ecologie In stand houden van huidige ecologie op terrein, indien aanwezig.
9.10.
Vervuiling Gebouw en terrein moeten minimale overlast voor omgeving veroorzaken.
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 48 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Bijlage A: staat van lesverdeling 1.050 leerlingen Krimpenerwaard College Datum: Projectnr.: Onderdeel:
: 22/12/2010 gecorrigeerd 11/01/2011 Vrw : 1522201 : Bepaling onderwijsruimten op basis leraarlessen
Vakken
leraarlessen leraarlessen leraarlessen benutting bij 1.142 ll bij 1050 ll bij 1000 ll
aantal ruimten
aantal afgerond
opmerkingen
Onderbouw Nederlands Latijn Grieks Frans Duits Engels geschiedenis aardrijkskunde wiskunde studielessen / kwt Subtotaal onderbouw
49 4 2 41 17 41 28 28 50 21 281
45 4 2 38 17 38 26 26 46 19 261
45 4 2 38 17 38 26 26 46 19 261
34
7,7
9
Bovenbouw mavo 2, 3 en 4 Nederlands Frans Duits Engels geschiedenis maatschappijleer aardrijkskunde wiskunde economie studielessen / kwt keuzebegeleiding Subtotaal bovenbouw mavo
26 12 20 21 12 6 12 22 18 1 2 152
22 12 20 18 12 4 12 22 18 1 2 143
22 12 20 18 12 4 12 22 18 1 2 143
34
4,2
5
73 17,5 11,5 52 49 65 45 13 12 30 21 25,5 23 3,5 9,5 50 23 7 530,5
69 17,5 11,5 52 48 62 45 11 6 28 21 25,5 20 6,5 9,5 50 20 7 509,5
63 17,5 11,5 47 43 57 42,5 11 6 26 18 25,5 20 6,5 9,5 45 20 6 475
34
15,0
16
9,5 11,5 50 34 30 87 5,5 38,5 30 31 30 13,75 370,75
8,5 10 50 34 28 81 4 33,5 27 30 28 13,75 347,75
7 7 46 30 25 81 4 32 27 29 28 13,75 329,75
34 34 34 34 34 34 34 34 34 34 34 34
0,3 0,3 1,5 1,0 0,8 2,4 0,1 1,0 0,8 0,9 0,8 0,4
Binask, combineren Binask, combineren Binask, combineren Binask, combineren 5 Binask, combineren 3 1 combineren met beeldende vorming 2 combineren met tekenen 1 1 1 14
104 104 1.438,25
97 97 1.358,25
92 92 1.300,75
40
2,4
3 3 47
Bovenbouw havo en vwo Nederlands Latijn Grieks Frans Duits Engels geschiedenis maatschappijleer maatschappijwetenschappen aardrijkskunde wiskunde wiskunde A wiskunde B wiskunde C wiskunde D economie management en organisatie keuzebegeleiding Subtotaal bovenbouw havo en vwo Specifieke praktica algemene natuurwetenschappen natuur, leven en technologie natuur- en scheikunde natuurkunde scheikunde biologie en verzorging ckv 1 tekenen beeldende vorming muziek techniek informatica Subtotaal specifieke praktica Overig lichamelijke oefening Subtotaal overig Totaal
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Pagina 49 van 50
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Bijlage B: lijst van gebruikte afkortingen PvE WKO EPC mr VO DO TOA OP OOP BREEAM fno bvo miva
1522201-0097.0.1, d.d. 1 april 2011
Programma van Eisen warmte-/koudeopslag energieprestatie coëfficiënt medezeggenschapsraad Voorlopig Ontwerp Definitief Ontwerp Technisch Onderwijs Assistent onderwijzend personeel onderwijsondersteunend personeel standaard/instrument om duurzaamheid te meten functioneel netto-oppervlak brutovloeroppervlak mindervalide(n)
Pagina 50 van 50