Actueel nr 8 / april 2000 Een uitgave van Der Kinderen Verzekeringen BV, Aalbekerweg 16, 6336 AD Hulsberg. Tel.: (045) 405 8888. Fax: (045) 405 8890. E-mail:
[email protected]
Lambert’s Perikelen Alles goed geregeld, maar toch... Daar zit je dan, achter in de kerk. Het orgel speelt ‘dies ira, dies illa’ en je peinst nog eens over hoe het allemaal was. Die eerste keer – ze waren iets te laat thuis – zat ik in het trappenhuis op de bovenste trede te wachten. Hoe vaak heb ik dat nog gehoord, hoe vaak hebben we daar nog over gelachen. En dan die keer dat ik me niet goed voelde. Ik ging in de regen naar de binnenplaats en kon nog juist gaan zitten, midden in een plas water, voordat ik van m’n stokje ging. En daar vond hij me toen, buiten westen. Hartverlamming, beroerte of iets dergelijks dacht hij, en hij droeg me meteen naar binnen. Dokter erbij, ziekenhuis, paniek alom. Ik was toen 48 jaar en leef nu nóg. Er was niks aan de hand. Drukte en stress, zeiden ze. Hij die zich wild schrok toen hij me daar zo vond, heeft die 48 niet gehaald. Keelkanker, lijdensweg, ga zo maar door. Twee kinderen zonder vader, een ontroostbare weduwe. Je peinst. ‘Heb ik het wel goed gedaan daar?’, ‘Hebben we niets over het hoofd gezien?’ Natuurlijk is het huis vrij; er komt een aanzienlijk bedrag vrij uit een aanvullende verzekering. Wat ben ik blij dat ik juist op tijd gedacht heb aan die wijziging van de Algemene Weduwen- en Wezenwet. En dat we gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid in de wettelijke overgangsregeling om voor ƒ 100 sociale lasten per maand de AWW-voorziening door te laten lopen. Voor die paar honderd gulden is het gezin nu toch beter verzorgd achtergebleven. En ik troost me met de gedachte dat ik dat toch nog op het laatste moment heb geregeld.
Nieuw voorjaar, van alles is veranderd We hebben genoeg nieuws te melden, want langzaamaan komt er duidelijkheid over een boel dingen in de wereld van verzekeringen. Zo is het nieuwe erfrecht bekend en is het belastingplan voor de 21e eeuw inmiddels goed uitgekristalliseerd. (Zie onze ‘bewaarbrief’, waarin u zult zien dat dit ook in uw verzekeringsportefeuille zéér ingrijpend is). Verder gaan we onder meer in op de kracht van arbeidsvoorwaarden in de strijd van de werkgever om goede werknemers; de belangrijkste weetjes over autoverzekeringen; en de mogelijkheden om schenkingen te doen. Kortom: een duidelijke, goed leesbare Actueel met informatie over alles wat met uw zekerheid en ons vak te maken heeft. Natuurlijk kunt u altijd met ons bellen met vragen over de artikelen in deze Actueel of over andere zaken. Ons telefoonnummer is (045) 405 8888. E-mailen kan natuurlijk ook:
[email protected]
Maar toch… Een man die zijn belangen jarenlang in het volste vertrouwen in mijn handen heeft gelegd, en die mij letterlijk het ziekenhuis heeft ingedragen, is zelf heengegaan. Ik zal hem missen.
Wij wensen u veel leesplezier!
Lambert der Kinderen
De redactie
Autoverzekeringen De 9 meest gestelde vragen 1 Wij hebben al een autoverzekering bij Der Kinderen met 75% korting. Krijgen wij die korting ook voor onze tweede auto? Nee, bonus/malus-korting wordt altijd per verzekeringspolis – en dus per auto – opgebouwd. Dat betekent dat een eerste auto met bijvoorbeeld tien schadevrije jaren geen voordeel oplevert voor de tweede auto. Die begint op nul schadevrije jaren. U kunt immers maar in één auto tegelijk schadevrij rijden en dus korting opbouwen. Net zoals u ook maar in één auto tegelijk schade kunt veroorzaken en dus in korting kunt terugvallen. 2 Wat is het verschil tussen een ongevallen-inzittendenverzekering (o.i.v.) en een schadeverzekering voor inzittenden (s.v.i.)? Een ongevallen-inzittendenverzekering (o.i.v.) keert een vast bedrag uit na een ongeval. Er wordt overigens niet gekeken naar wie aansprakelijk is voor het ongeval; de uitkering staat los van de schuldvraag. Ook als passagiers de schade niet kunnen verhalen op de bestuurder (of een andere aansprakelijke passagier) keert de o.i.v. uit. De schadeverzekering voor inzittenden (s.v.i.) is een ander soort verzekering. Deze dekt de daadwerkelijke schade die de inzittenden (inclusief de bestuurder) lijden en keert dus geen vaststaand
Inhoud: Autoverzekering/Aanhangwagens • Arbeidsvoorwaarden • Automatische incasso • Buitenlandse verzekeringen • • Het nieuwe erfrecht • Pensioen ‘Zelf verantwoordelijk voor de oudedagsvoorziening • De meest gestelde vragen •
bedrag uit. De s.v.i. keert in voorkomende gevallen materiële schade, letselschade en zelfs smartengeld uit. Ook hier geldt: de verzekering keert uit bij een ongeval, ongeacht de schuldvraag. 3 Mijn buurman heeft een all-risk autoverzekering bij maatschappij X. Toen werd ingebroken in zijn auto, viel hij terug in no-claimkorting. Terwijl hij er niets aan kon doen. Is dat terecht? Sommige maatschappijen hanteren inderdaad nog steeds het principe dat inbraakschade aan een auto ten laste gaat van de opgebouwde no-claimkorting. Bijna alle maatschappijen waarmee wij werken, zijn enkele jaren geleden van deze onrechtvaardige regel afgestapt. 4 Waarom gaat de premie van autoverzekeringen elk jaar weer omhoog? Verzekeringsmaatschappijen verhogen de laatste jaren de premies met name door de toegenomen schadeclaims voor letselschades. De aan slachtoffers te betalen bedragen nemen de laatste jaren sterk toe, door het mondiger worden van de slachtoffers én de toegenomen regulering door de overheid. Zo maakt de overheid steeds vaker gebruik van de mogelijkheid sociale uitkeringen aan nabestaanden van een verkeersslachtoffer te verhalen op de aansprakelijke tegenpartij. 5 Geeft het inbouwen van een diefstalbeveiligingssysteem recht op korting op de autopremie? Nee. De inbouw van een diefstalbeveiligingssysteem kan wel een eis zijn van een maatschappij voor het verstrekken van een verzekering. Maar als iemand vrijwillig zo’n systeem inbouwt, krijgt hij daarvoor geen premiekorting en ook geen vergoeding. Verzekeraars gaan ervan uit dat tegenwoordig alle auto’s voorzien zijn van een of andere beveiliging. 6 Mijn motorrijtuig komt de komende maanden ongebruikt in de garage te staan. Kan ik de autoverzekering voor die periode stopzetten? Dat kan alléén als het voertuig ook bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) wordt opgeschort. Dit kan op het postkantoor, tegen betaling. Een niet opgeschort voertuig moet verzekerd zijn, anders krijgt u een boete. Overigens is het belangrijk een opgeschort motorrijtuig veilig te stallen. Als het voertuig – bijvoorbeeld door zelfontbranding – schade veroorzaakt aan andermans zaken, wordt u toch aansprakelijk
gehouden voor die schade. Ook al heeft u op dat moment geen aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen. En uw particuliere aansprakelijkheidsverzekering sluit schade veroorzaakt door motorrijtuigen uit. 7 Ik wil mijn auto optimaal verzekeren. Ik zoek daarom een verzekering die in geval van volledig verlies (bijvoorbeeld diefstal) van de auto een bedrag uitkeert waarvan ik meteen een nieuwe kan kopen, dus niet de dagwaarde. Bestaat er zo’n verzekering? De Nieuw-voor-Nieuw-Polis is zo’n verzekering. Deze polis garandeert de eerste drie jaar van verzekering bij volledig verlies een uitkering van 100% van de nieuwwaarde. De premie blijft drie jaar lang hetzelfde. 8 Waarom is een Mercedes met een waarde van ƒ 30.000 duurder in de all-risk verzekering dan een Volkswagen met een waarde van ƒ 30.000? De premie van een cascoverzekering is altijd gebaseerd op de oorspronkelijke cataloguswaarde van het voertuig, onafhankelijk van leeftijd. In geval van volledig verlies (bijvoorbeeld diefstal) is de schade bij de Mercedes inderdaad even groot als bij de Volkswagen. Maar bij gedeeltelijke schade is dat niet zo. Een Mercedes-spatbord is immers duurder dan een Volkswagen-spatbord. Bovendien geldt het gewicht van de auto als maatstaf voor de WA-premie. En ook dat is bij een Mercedes meestal hoger. 9 Waarom zou ik mijn autoverzekering afsluiten bij Der Kinderen en niet bij een goedkopere maatschappij waarmee ik direct zaken kan doen, zonder tussenpersoon? Een aantal maatschappijen doet direct zaken met de klant, zonder tussenpersoon. Meestal zijn die inderdaad iets goedkoper, althans: op het eerste gezicht. Om te beginnen moet u zélf het aanbod van een groot aantal maatschappijen vergelijken om de gunstigste verzekering af te sluiten. En in geval van schade bent u uw eigen tussenpersoon. U moet dan zélf schade gaan verhalen bij de maatschappij van de tegenpartij. En u moet zichzelf verweren tegen aansprakelijkstellingen van anderen. Kortom: een goedkope polis kan achteraf duurkoop blijken.
2
Het nieuwe erfrecht Geen testament: de langstlevende echtgenoot krijgt alles. Waarschijnlijk verandert medio 2001 de wetgeving rondom erfrecht. De belangrijkste wijziging zorgt voor een betere bescherming van de rechten van de langstlevende echtgenoot. Ook als er geen testament is. Het is een doemscenario, maar kan wel gebeuren onder de huidige wetgeving. Een vader zonder testament overlijdt. De kinderen, die niet zo veel ophebben met hun moeder, ruiken geld voor een luxe wereldreis of een mooie auto en eisen onmiddellijk hun erfdeel op. Moeder kan er niets tegen beginnen: er is immers geen testament. Ze houdt niet voldoende geld over om de tweekapper waar ze veel plezierige jaren met haar man doorbracht, aan te houden. Door toedoen van haar eigen kinderen is ze gedwongen het huis te verkopen. Een langstlevendetestament voorkomt in de huidige situatie dat de kinderen onmiddellijk na het overlijden van een van de ouders hun erfdeel kunnen opeisen. Zij krijgen dan hun erfdeel in de vorm van een ‘vordering op de langstlevende’. Dat betekent: zij krijgen hun erfdeel alleen op papier en ontvangen het pas echt als ook de andere ouder overlijdt. Als de langstlevende partner zelf vermogend is, gelden overigens andere regels.
‘Wettelijke verdeling’ In de nieuwe wetgeving is een langstlevendetestament in de meeste gevallen niet meer nodig om het aandeel in de nalatenschap van de achterblijvende echtgenoot zeker te stellen. De wet regelt straks dat de langstlevende automatisch alle goederen van de nalatenschap krijgt, en alle kinderen een geldvordering ter grootte van hun erfdeel. Dit heet ‘wettelijke verdeling’. Mocht de langstlevende hertrouwen, dan hebben de kinderen het recht (‘wilsrecht’ genaamd) om de goederen van de nalatenschap – denk aan de woning, spaargelden, beleggingen, de inboedel – overgedragen te krijgen van de langstlevende. Deze staat dan niet met lege handen, want hij of zij krijgt het zogeheten vruchtgebruik: het recht t.b.v. de langstlevende + stiefouder de spullen levenslang te gebruiken. Maar de stiefouder kan er niet met het aandeel van de kinderen vandoor gaan. Een testament blijft overigens wel nodig om: de echtgenoot of ouders te onterven; het kind bij faillissement te onterven; successierechten te besparen door fiscaal een optimale rente op te nemen; stiefkinderen een gelijk erfdeel te geven als eigen kinderen; zeker te zijn dat een kind zijn ‘wilsrecht’ niet kan inroepen om het erfdeel niet te hoeven delen met de kinderen of echtgenoot uit het tweede huwelijk; een voogd te benoemen voor het minderjarig kind; de erfdelen van een verkwistend kind onder bewind te stellen. Legitieme portie
Arbeidsvoorwaarden Werknemers vragen om bediening à la carte Arbeidsvoorwaarden speelden lange tijd een bijrol in het spel van personeelsvraag en -aanbod. In de huidige krappe arbeidsmarkt spelen ze een hoofrol. Kinderopvang, pc-privéprojecten, lease-auto’s of goede sociale regelingen zijn sterke troeven in de strijd van werkgevers om goede werknemers. Quatrass, een dochteronderneming van Der Kinderen Verzekeringen, helpt bij het in kaart brengen van de mogelijkheden. Goed personeel vinden én houden is anno 2000 geen sinecure. Werknemers hebben in de krappe arbeidsmarkt een stevige onderhandelingspositie en vragen om arbeidsvoorwaarden à la carte. Het is van belang dat een werkgever zijn werknemers die extra’s kan bieden: goed verzorgde, professioneel ingevulde arbeidsvoorwaarden verhogen zijn slagkracht. Toch vinden maar weinig werkgevers de tijd zich te verdiepen in deze belangrijke en boeiende maar ook ingewikkelde materie. Het kan dan verstandig zijn het arbeidsvoorwaardenbelei (deels) in handen te geven van specialisten, zoals Quatrass. Deze dochteronderneming van Der Kinderen Verzekeringen zorgt ervoor dat werknemers uit een uitgebreid pakket voorzieningen individuele keuzes kunnen maken. En beheerst tegelijkertijd de kosten daarvan.
Analyse Via een heldere analyse kan Quatrass voor iedere werknemer individueel de arbeidsvoorwaarden uitwerken in een overzichtelijk en gedetailleerd persoonlijk financieel overzicht. Dat praat een stuk makkelijker met huidige, maar ook met nieuwe werknemers. In de secundaire sfeer kan Quatrass ondermeer pensioenen, ANW-, wao-hiaten en andere sociale regelingen invullen. Deze gegevens uit het persoonlijke financiële overzicht vormen de basis voor een financiële planning van de individuele werknemers, zodat zij hun privésituatie kunnen optimaliseren. Ook arbeidsvoorwaarden rondom zaken als pc-privéprojecten, kinderopvang, leaseauto’s of spaarregelingen kan Quatrass uitstekend voor u regelen. Financiële planning Behalve bij het op maat ontwerpen van arbeidsvoorwaarden kan Quatrass behulpzaam zijn bij beheer van bijvoorbeeld ziekteverzuim, wao of het aan- en afmelden van nieuwe werknemers bij de juiste instanties. En heeft Quatrass de expertise in huis om de financiële planning te herzien van iemand die bijvoorbeeld gedwongen ontslag met een afkoopsom krijgt. Ook in geval van demotie (teruggang in salaris) is het interessant om de consequenties hiervan met Quatrass door te spreken en in te passen binnen een op maat gesneden financiële planning. Kortom: wie wil werken aan een goede werkgever-werknemerrelatie, neemt vrijblijvend contact op met Quatrass.
De grootte van de zogenoemde legitieme portie – ofwel: het minimale erfdeel voor wettelijke erfgenamen – verandert trouwens ook. Nu is dat bij één kind de helft van diens aandeel in de nalatenschap, bij twee kinderen in totaal tweederde, bij drie of meer kinderen in totaal driekwart. Bijvoorbeeld: het nagelaten vermogen bedraagt ƒ 300.000, er zijn twee kinderen en geen echtgenoot. Ieder kind heeft recht op een legitieme portie van ƒ 100.000. Straks is de legitieme portie de helft van wat de kinderen zouden erven als er geen testamentwas gemaakt. Dat betekent voor de kinderen uit het voorbeeld dat ze ieder straks recht hebben op ƒ 75.000. Overigens: echtgenoten en ouders hebben geen legitieme portie. Quatrass als eerste in Nederland door Zwitser Leven gecertificeerd als employee-benefits-tussenpersoon
3
Autoverzekering Voorkom problemen met aanhanger over de grens Wie van plan is elders in Europa te rijden in een auto met Nederlandse aanhangwagen of oplegger, doet er goed aan rekening te houden met de afzonderlijke verzekeringsplicht voor aanhangers in sommige Europese landen. In bijvoorbeeld Spanje of Polen is in zulke gevallen een aparte groene kaart voor de aanhanger vereist. Wat is het geval? In Nederland zijn aanhangwagens en opleggers (inclusief caravans) meeverzekerd op de polis van het trekkende voertuig. Op de groene kaart is dit aangegeven met de letter F achter de code voor het trekkende voertuig. Dit is conform de Nederlandse Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (WAM). Een Europese richtlijn schrijft echter iets anders voor. Deze beschouwt een aanhangwagen of oplegger als een zelfstandig motorrijtuig, waarvoor een afzonderlijke verzekeringsplicht geldt. Een aantal Europese landen heeft deze richtlijn opgenomen in de nationale wetgeving. Het gevolg hiervan is dat die landen voor de aanhanger een afzonderlijk verzekeringsbewijs (de groene kaart) willen inzien. Vooral Spanje en Polen controleren hier regelmatig op. Wij bieden onze relaties, op verzoek, een aparte groene kaart voor de aanhangwagen aan. Daarmee zijn mogelijke problemen bij voorbaat opgelost.
Service Automatische incasso is ook bij ons mogelijk Onze klanten die gebruikmaken van de maandbetalingsregeling kunnen ook gebruik maken van automatische incasso, zij krijgen hierover van ons bericht, of hebben dat al gehad. Wij kunnen het maandelijkse bedrag dat zij aan ons betalen na het tekenen van een machtiging automatisch incasseren, zodat zij er geen omkijken meer naar hebben. Klanten die (nog) geen maandbetalingsregeling bij ons hebben, kunnen contact met ons opnemen om de premies automatisch te laten incasseren. Om ons een nota te laten incasseren moet de machtiging overigens al verleend zijn voordat de klant de nota ontvangt. Bel ons even om een of meer machti-
gingskaarten op te vragen. Mevrouw Habets van de afdeling debiteurenadministratie zal u graag van dienst zijn.
Buitenlandse verzekeringen Belgische auto, Duits huis: Der Kinderen helpt In ons Limburgse land is het vaak letterlijk een kleine stap naar het buitenland: België en Duitsland liggen naast de deur. Veel Limburgers trekken naar België vanwege een gunstiger belastingklimaat of naar Duitsland vanwege het werk. Soms heeft men dan problemen met de verzekeringen in dat buitenland, omdat de regelgeving daar meestal heel anders in elkaar steekt dan in Nederland. Bovendien speelt in Frans- of Duitstalige gebieden het taalprobleem soms op als men een verzekeringscontract moet lezen. Het is daarom goed om te weten dat Der Kinderen Verzekeringen goede contacten heeft met Belgische en Duitse maatschappijen. Zo kunt u bij ons in gewoon Nederlands – of ‘plat’ – een verzekering regelen voor uw Belgische auto en uw Duitse woonhuis. Wij vertalen voor u de polissen naar Nederlandse begrippen en leggen u de verschillen uit. En u betaalt, als u dat wilt, gewoon in Nederlandse guldens.
Pensioen Zelf verantwoordelijk voor de oudedagsvoorziening De staat zorgt toch voor mijn pensioen? De werkgever, dan? Trouwens: ik ben pas 35, dus ik hoef me daar nog helemaal geen zorgen over te maken. Wie zo denkt, kan later aardig in de problemen raken, want anno 2000 is iedereen zelf verantwoordelijk voor een goede oudedagsvoorziening. En daar kun je niet vroeg genoeg aan denken. ‘Van de wieg tot het graf’, de Nederlandse overheid is er wereldberoemd mee geworden. Maar stukje bij beetje laat ze allerlei regelingen, bijvoorbeeld rond de oudedagsvoorziening, los. Voor wie kostwinner is, een leven lang met dezelfde vrouw is getrouwd, veertig jaar bij dezelfde baas werkt en daar een goed pensioen opbouwt gebaseerd op het laatstverdiende loon, betekent dat weinig: zijn oude dag is zeker gesteld. 4
Maar dat zijn er niet zo veel. De meeste mensen veranderen geregeld van baan – soms vast, soms freelance, soms als uitzendkracht – of van partner en velen zijn de helft van een tweeverdienerspaar. En bovendien: veel pensioenen gaan tegenwoordig uit van het middelloonstelsel, gebaseerd op het gemiddelde inkomen van de hele loopbaan. Voor al deze mensen betekent het beleid van de overheid wel wat. Nog steeds kan het zijn dat er dan geen vuiltje aan de ‘lucht van later’ is, maar die kans is gering. En wat als er – misschien – wel een vuiltje aan de lucht is? Hoe vindt een leek zijn weg in het brede scala aan regelingen en (on)mogelijkheden, verschillend per persoon, afhankelijk van de persoonlijke situatie en wensen? Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn oudedagsvoorziening, maar er is geen beginnen aan zelf in de materie te duiken. Wie wil weten wat te doen om de oude dag zeker te stellen of hoe hij iets extra’s moet opbouwen om bijvoorbeeld eerder te stoppen met werken of na het pensioen de wereld te zien, doet er verstandig aan bij onze specialisten in financiële planning aan te kloppen. Die hebben wél inzicht in de materie en kunnen een advies op maat samenstellen. Een afspraak is zo gemaakt.
Bewaarbrief nr 8 / april 2000 Een uitgave van Der Kinderen Verzekeringen BV, Aalbekerweg 16, 6336 AD Hulsberg. Tel.: (045) 405 8888. Fax: (045) 405 8890. E-mail:
[email protected]
Belastingplan 21e eeuw: Verlaging, verbreding en vergroening Er is al veel over gezegd en er zal nog veel over gezegd worden: het belastingstelsel van de 21e eeuw, dat op 1 januari komend jaar ingaat. Het door minister Zalm en ex-staatssecretaris Vermeend bedachte plan bevat ingrijpende wijzigingen op de Wet Inkomstenbelasting zoals we die nu kennen. In deze Bewaarbrief komen met name het nieuwe boxenstelsel en oudedagsvoorzieningen aan de orde. Maar eerst duiken we tientallen jaren terug de geschiedenis in, naar de jaren ’60. Uit dit roerige decennium stamt namelijk de huidige wetgeving op het gebied van loon- en inkomstenbelasting, vermogensbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting (BTW). Onnodig te zeggen dat de maatschappij inmiddels zo is veranderd dat het belastingstelsel niet op alle punten meer voldoet aan de omstandigheden van de moderne tijd. Zo is de welvaart flink gestegen, zijn de traditionele rollenpatronen van de samenleving behoorlijk veranderd, wordt de maatschappij steeds individueler, vervagen nationale grenzen op weg naar een verenigd Europa en maken we ons heden ten dage een stuk drukker om het milieu dan pakweg 35 geleden. Deze ontwikkelingen lijken op het eerste gezicht misschien weinig te maken te hebben met belastingen, maar wie er wat langer over nadenkt, ontdekt tal van verbanden. Consumptie Bovendien heeft de overheid de fiscale wetgeving de laatste tientallen jaren naar hartelust gebruikt om de economie te sturen; om gewenste consumptie te bevorderen en ongewenste consumptie te ontmoedigen. De voortdurende wijzigingen in de bestaande wetgeving om dat te realiseren hebben de regels erg ingewikkeld en gedetailleerd gemaakt. Met, zeker uit internationaal perspectief, hoge toptarieven. De gevolgen zijn bekend. Hoge belastingheffing op lonen en winsten komt de concurrentiepositie van Nederland Euro-
Opvolger van staatssecretaris Willem Vermeend, Wouter Bos(PvdA), wordt verwelkomd door minister Zalm van Financiën
pees en wereldwijd gezien niet ten goede. Vermogende particulieren vertrokken naar het buitenland; de zogeheten belastingvlucht. Anderen bedachten de nodige constructies om belastingheffing te vermijden en minimaliseren, door gebruik te maken van de ‘mazen in de wet’. Nieuwe realiteit De Wet Inkomstenbelasting (IB) 2001 houdt met deze ontwikkelingen rekening om de belastingheffing beter te laten aansluiten bij de nieuwe realiteit. Uitgangspunten zijn verlaging van de tarieven; verbreding van de grondslag (ofwel: het totaal aan belastbare inkomsten) waarover belasting wordt geheven; en vergroening van het fiscale stelsel. Randvoorwaarden zijn dat dit voldoende – in ieder geval niet minder dan nu – belastingopbrengst oplevert en het de lasten van de Nederlanders verlicht.
Bedrijfssparen: Mogelijkheden gehandhaafd De mogelijkheden voor bedrijfssparen blijven in het nieuwe belastingstelsel gehandhaafd. Wel worden de huidige maxima per 31 december van dit jaar bevroren, komen rente- en dividendvrijstellingen te vervallen en wordt de loon heffing op bedrijfs-
spaargelden iets verhoogd (voor de werkgever). Nu bestaat voor veel werknemers de mogelijkheden via het bedrijf te sparen ten laste van het nettoloon (premiesparen) of het brutoloon (spaarloon). De spaargelden moeten vier jaar op een geblokkeerde rekening staan voor ze ter vrije besteding kunnen worden opgenomen. Dit blijft zo. Ook mag het geld in de nieuwe belastingwetgeving nog steeds tussentijds worden opgenomen (gedeblokkeerd) voor betaling van lijfrenteverzekeringen, kapitaalverzekeringen en vrijwillige bijdragen voor een pensioenregeling. Verder is directe opname binnen de vierjaarstermijn mogelijk voor o.a. de aankoop van effecten, de start van een eigen onderneming, kopen van een woning als hoofdverblijf, opname van verlof, het financieren van een studie of bij einde van de dienstbetrekking. De te sparen maximumbedragen worden vanaf 2001 niet meer geïndexeerd. Dat betekent dat ze blijven steken op 1736 gulden voor spaarloon en 1158 gulden voor premiesparen. Bovendien komen de rente- en dividendvrijstellingen te vervallen. Ter compensatie worden de spaargelden gedurende deblokkeringsperiode tot een maximum van 37.518 gulden vrijgesteld van vermogensrendementsheffing in box 3.
Inhoud: • Belasting Algemeen • Belasting Bedrijfssparen • BelastingBox • Belasting Lijfrente •
Inkomsten en aftrekposten Van één grote pot naar drie boxen Wie zelf ooit inkomstenbelastingformulieren heeft ingevuld of er eens goed naar gekeken heeft, weet: in het huidige stelsel gaan alle aftrekposten af van het totaal aan inkomsten en over het resterende bedrag geldt één tarief. In het belastingplan 21e eeuw is dat van de baan. Drie soorten inkomsten en de bijbehorende aftrekposten komen terecht in drie afzonderlijke boxen, met elk hun eigen tarief. Dit boxenstelsel houdt een wezenlijke verandering van de wetgeving in. Het betekent dat verlies in de ene box niet kan worden verrekend met positieve inkomsten uit een andere. Verlies in box 1 kan in principe alleen worden verrekend in box 1 en hetzelfde geldt voor de andere twee boxen. Box 1 inkomsten uit werk en woning Onder box 1 vallen alle belastbare sommen uit: winst uit de onderneming; loon uit dienstbetrekking; resultaten over overige werkzaamheden; uitkeringen en andere verstrekkingen; inkomsten uit de eigen woning; en negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen, zoals de waarde van een lijfrenteverzekering die niet meer voldoet aan wettelijke voorwaarden. Eventuele verliezen uit dezelfde categorie gaan van het saldo af, voordat het progressief tarief van box 1 wordt toegepast. Een negatief saldo kan worden verrekend met een positief saldo uit drie voorafgaande en acht volgende jaren. In de definities van deze inkomsten verandert weinig in het nieuwe belastingplan. Wat wel verandert, zijn de aftrekposten. De aftrekposten voor deze box zijn uitgaven voor inkomensvoorzieningen, uitgaven voor kinderopvang en persoonsgeboden aftrek. Vanaf 2001 vervallen het arbeidskostenforfait (dat ten dele wordt gecompenseerd in de heffingskorting, zie onder ‘Tot slot’) en het reiskostenforfait. In de plaats van het reiskostenforfait komt een reisaftrek, alleen van toepassing op woon-werkverkeer per openbaar vervoer. De auto van de zaak blijft overigens belast, maar de heffing wordt genuanceerd op basis van het aantal gereden privé-kilometers. Met betrekking tot de eigen woning verandert met name de duur van de hypo-
theekrente-aftrek; de renten van schulden worden gedurende ten hoogste 30 jaren in aanmerking genomen als aftrekbare kosten voor de eigen woning. Deze termijn gaat voor alle hypotheken in vanaf 01-01-2001. Het recht op vrijstelling van de uitkering uit een verpande kapitaalverzekering, de Kapitaalverzekering Eigen Woning (KVEW), geldt alleen indien de kapitaalverzekering ook als zodanig is aangemerkt. Hiertoe dient men bij de belastingaangifte 2001 een verzoek in te dienen. Met de uiteindelijke uitkering dient de lening ook daadwerkelijk afgelost te worden. Verder dient er minimaal 20 jaren aaneengesloten premie te zijn betaald en voldaan zijn aan de bandbreedte-eis (1:10). De wijzigingen met betrekking tot winst uit onderneming zijn nu nog minimaal, omdat een integraal pakket maatregelen later nog in afzonderlijke wetsvoorstellen aan de orde komt. De fiscale ondernemersfaciliteiten staan in beginsel wel alleen nog maar open voor personen die ook echt ondernemersactiviteiten verrichten. De commanditair vennoot – in tegenstelling tot het oorspronkelijke wetvoorstel nog wel gekwalificeerd als winstgenieter – komt alleen in aanmerking voor aftrek van ‘investeringsgerelateerde ondernemingsfaciliteiten’. Verder veranderen de investerings- en scholingsaftrek, wordt een urencriterium voor de meewerkaftrek geïntroduceerd en wordt de stakingsvrijstelling – voor op 31 december dit jaar bestaande ondernemingen met een overgangsregeling van vijf jaar – verlaagd tot maximaal 8000 gulden.
belanghouder worden belast als resultaat uit overige werkzaamheden, in box 1 dus. Als een directeur-grootaandeelhouder een (Privé-) pand ter beschikking stelt aan zijn BV, dan vallen de voordelen die hij daarmee behaalt, c.q. de waardestijging van het pand en de huuropbrengsten, onder het resultaat uit overige werkzaamheden in box 1. Box 3 inkomsten uit sparen en beleggen Inkomsten uit diverse vormen van sparen en beleggen komen terecht in box 3. De vermogensbelasting is in het nieuwe belastingstelsel vervangen door de forfaitaire of vermogensrendementsheffing. Dat betekent: niet het werkelijke rendement wordt belast, maar een standaardrendement van 4%. Zelfs wanneer in de realiteit geen of negatief rendement is behaald. Het vaste tarief van 30% wordt geheven over 4% van het jaargemiddelde. Het vermogen bestaat uit de waarde van de bezittingen minus de schulden boven 5509 gulden, of 11.018 voor gehuwden/partners. Bezittingen zijn: onroerende zaken (uitgezonderd de eerste eigen woning); rechten op onroerende zaken; roerende zaken die hoofdzakelijk als belegging dienen (goud, kunst, antiek en dergelijke) en de rechten daarop; aandelen, obligaties, spaartegoeden en polissen van levensverzekering voor zover niet vallend onder box 1; en contant geld. Voor iedere belastingplichtige geldt een – aan de partner overdraagbaar – heffingsvrij vermogen van 37.463 gulden.
Box 2 inkomsten uit aanmerkelijk belang Tot slot In deze box horen alle inkomsten van de aandeelhouder in een NV of BV die alleen of met zijn partner minstens 5% van het geplaatste aandelenkapitaal in bezit heeft. Tot deze inkomsten wordt in de nieuwe wetgeving gerekend wat er nu ook onder wordt verstaan. Omdat de fiscale regelgeving voor deze inkomsten in 1997 al ingrijpend is gewijzigd, gaat het nu om aanpassingen op slechts enkele onderdelen. Een eventueel verlies uit aanmerkelijk belang is overigens alleen verrekenbaar met positieve inkomsten uit aanmerkelijk belang in de drie voorafgaande en alle volgende jaren. Nieuw is de zogeheten meesleepregeling. Die houdt in dat voordelen van het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel van een aanmerkelijk2
De te betalen belasting over de drie boxen wordt tot slot verminderd met de zogeheten standaardheffingskorting, die niet overdraagbaar is aan de partner. Deze vervangt de huidige belastingvrije som, met dien verstande dat die laatste van het belastbaar inkomen wordt afgetrokken en de heffingskorting van de te betalen belasting. De korting is dus niet afhankelijk van het voor de belastingplichtige geldende toptarief. De korting wordt samengesteld uit diverse componenten. De voor iedereen gelijke algemene korting van 3321 gulden; de arbeidskorting van maximaal 1847 gulden voor werkenden; een alleenstaande-ouderkorting van 2658 gulden en eventueel aanvullende alleen-
staande-ouderkorting; een ouderenkorting van 443 gulden voor mensen van 65 jaar en ouder en eventueel aanvullende ouderenkorting, beide bij een inkomen onder 58.004 gulden
Lijfrente en pensioen Aftrekbaar bij tekort aan oudedagsvoorzieningen Lijfrentepolissen staan momenteel in het middelpunt van de belangstelling. “Profiteer nu het nog kan”, is het motto van verzekeraars. Gelijk hebben ze, want in de nieuwe belastingwetgeving worden de huidige aftrekmogelijkheden van oudedagsvoorzieningen beperkt. Maar gedaan met de aftrek is het zeker niet in ‘de gedachte van de oudedagsparaplu’.
nutte jaarruimte van de afgelopen vijf jaar worden ingehaald. Het absolute maximum hiervoor is 12.149 gulden. Deze nieuwe regeling betekent dat achterstanden in de pensioenvoorziening op latere leeftijd nog moeilijk kunnen worden weggepoetst. Tijdig denken aan de oude dag wint hierdoor nog meer aan belang. Er zijn diverse voorwaarden gesteld aan de mogelijkheid tot aftrek. Het belangrijkste is dat alleen premies voor gerichte lijfrente, (tijdelijke) oudedagslijfrente, nabestaandenlijfrente en overbruggingslijfren-
te van polissen afgesloten bij in de wet genoemde verzekeraars voor aftrek in aanmerking komen. Overgangsregeling De nieuwe belastingwetgeving geldt ook voor nu al lopende lijfrentepolissen. Er is wel een overgangsregeling. Wij vertellen u daar op verzoek graag meer over, net als over alle andere gevolgen van de nieuwe belastingwetgeving voor uw oudedagsvoorziening.
Het principe van de oudedagsparaplu is dat alleen lijfrentepremieaftrek wordt verleend als de polis nodig is voor het opbouwen van een adequate oudedagsvoorziening – de zogeheten 70%norm. Komt het totaal aan oudedagsvoorzieningen boven het niveau van de oudedagsparaplu uit, dan geniet de belastingplichtige geen aftrekmogelijkheden (behoudens basisruimte ƒ 2204,-). Uitgaven voor inkomensvoorzieningen zijn onder voorwaarden aftrekbaar in box 1. Het gaat om lijfrenten ter compensatie van pensioentekort of voor meerderjarige invalide (klein)kinderen en periodieke uitkeringen voor invaliditeit, ziekte of ongeval en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ). Alleen voor lijfrente ter compensatie van pensioentekort wijzigt de wetgeving. Alle premies voor de andere hier genoemde inkomensvoorzieningen blijven in beginsel onbeperkt aftrekbaar. Ruimtes De aftrekmogelijkheden voor lijfrentepremie ter compensatie van pensioentekort zijn in het belastingplan onderverdeeld in drie niveaus: de basisruimte, de jaarruimte en de inhaaljaarruimte. De basisruimte is voor iedereen gelijk en bedraagt 2204 gulden (1000 euro), eventueel verminderd met het bedrag aan opgenomen bedrijfsspaargeld om vrijwillig pensioenpremies te betalen. De jaarruimte is bedoeld ter compensatie van een pensioentekort in het jaar zelf, alleen geldend voor mensen jonger dan 65 met een aantoonbaar pensioentekort. Met de inhaaljaarruimte kan de onbe-
Colofon Actueel/Bewaarbrief nr 8 / april 2000 Ontwerp en grafische realisatie: Everaers Adviser in Print and Design BNO, Maastricht. Teksten en eindredactie: Monique Saris, Derix*Hamerslag, netwerk voor redactionele producties, tekstwerk en communicatieadvies, Beek/Maastricht. Fotografie: Thijs Habets, Valkenburg.
3
Afwikkeling rentebestanddeel
Kapitaalverzekering (betreft alleen kapitaalsuitkeringen bij leven) gesloten voor 01-01-2001
stap 1: ‘vrijgesteld’? 1) 10:1 vanaf eerste premie, of 2) 15 jaar premie binnen 10:1, of 3) eerbiedigende werking art. 76 IB ja uiterlijk bij IB-aangifte 2001 omgevormd tot kapitaalverzekering eigen woning?
bij uitkering (waaronder begrepen afkoop) is het gehele rentebestanddeel progressief belast
nee
ja reguliere afwikkeling nee
ja
nee
kapitaaluitkering > kapitaalvrijja stelling nee
schuld kapitaalvrijstelling ja nee
schuld kapitaaluitkering ja
ja
stap 2: voldaan aan 1) afgesloten vóór 14-09-1999, en 2) na 14-09-1999 niet meer verhoogd, en 3) na 14-09-1999 de looptijd niet meer verlengd
reguliere afwikkeling ja nee
kapitaalverzekering eigen woning ja voorwaarden: 1) bestemd voor aflossing van geldleningen 2) eenmalige uitkering 3) verzekeingnemer, echtgenoot en/of diegene met wie een duurzame huishouding wordt gevoerd als verzekerde 4) afgesloten bij een professionele verzekeraar 5) duur premiebetaling minimaal 15 jaar
Box 1
kapitaalvrijstelling gemaximeerd op hypotheekschuld; het rentebestanddeel wordt progressief belast
gedurende de looptijd blijft de verzekering in box 1
rentebestanddeel is progressief belast; kapitaalvrijstelling is niet van toepassing
nee pre BHreguliere verzekering ja afwikkeling ja nee waarde in econo- ja misch verkeer per 01-01-2001 < ƒ 272.000,nee
bij uitkering; geen aanvullende heffing over rentebestanddeel op 01-01-20001: rentebestanddeel in ‘meerdere’ wordt vastgesteld; op einddatum wordt dit (progressief) belast
kapitaaluitkering > kapitaalvrij- ja stelling nee schuld kapitaaluitkering ja nee
schuld kapitaalvrijstelling ja nee
kapitaalvrijstelling van toepassing; het rentebestanddeel wordt progressief belast in box 1
Box 1
kapitaalvrijstelling gemaximeerd op hypotheekschuld; het rentebestanddeel wordt progressief belast in box 1
gedurende de looptijd blijft de verzekering in box 1
kapitaalvrijstelling van toepassing; geen verdere heffing
Box 3: vrijgesteld voorzover de waarde samen met overige ‘maatschappelijke beleggingen’ < ƒ 100.004,-
reguliere afwikkeling ja nee
studieverzekering ja voorwaarden: 1) uitkering is bestemd voor studie of opleiding van kinderen 2) totaal verzekerd bedrag < ƒ 50.002,(te verdubbelen bij partners) 3) duur premiebetaling: minimaal 15 jaar 4) bandbreedte premiebetaling: 1 : 10 5) einddatum uiterlijk wanneer het kind 27 jaar wordt 6) afgesloten bij professionele nee verzekeraar
nader te bepalen
Box 3: jaarlijkse heffing van 1,2%
Welke box?
Lijfrenteverzekering gehele premie in aftrek? ja nee
eerbiedigende werking BH ja (maximale aftrek ƒ 21.210,-)? nee
aftrekbare deel
alle premies betaald voor ja 01-01-2001? nee
gedeelte in ja aftrek? nee start
regime BH: aftrek volgens tranches alle premies betaald voor 01-01-2001? ja nee
zie schema saldolijfrente
geheel of gedeeltelijk ja in aftrek?
Box 1 deel betaald voor 01-01-2001 deel betaald op of na 01-01-2001
niet aftrekbare deel
LIJFRENTEVERZEKERING
gesloten op of na 01-01-2001
vanaf 2001: Box 3: jaarlijkse heffing van 1,2% over de waarde minus ƒ 272.000,-
Het rentebestanddeel wordt progressief belast; kapitaalvrijstelling is niet van toepassing
nee
gesloten voor 01-01-2001
vanaf 2001: vrijstelling in Box 3 zodra de waarde > ƒ 272.000,- jaarlijkse heffing van 1,2% over de waarde minus ƒ 272.000,-
bij niet-reguliere afwikkeling tot 31-122000 opgebouwd rentebestanddeel progressief belast
nee gesloten op of na 01-01-2001
kapitaalvrijstelling van toepassing; rentebestanddeel is progressief belast
kapitaalvrijstelling van toepassing; geen verdere heffing
nee
KAPITAALVERZEKERING
start
Welke box?
deel betaald voor 01-01-2001 deel betaald op of na 01-01-2001
geheel in aftrek? ja nee
nee
aftrekbare deel
deel betaald op of na 14-09-1999 én voor 01-01-2001 deel betaald op of na 01-01-2001
saldolijfrente
4
aftrek volgens regels regime per 01-01-2001 Aftrekbaar deel 1. basisruimte ƒ 2.204,2. jaarruimte, 17% x premiegrondslag - 7,5 x A - F 3. inhaal jaarruimte Niet-aftrekbaar deel aftrek volgens regime BH aftrek volgens regime per 01-01-2001 Aftrekbaar deel 1. basisruimte ƒ 2.204,2. jaarruimte, 17% x premiegrondslag - 7,5 x A - F 3. inhaal jaarruimte Niet-aftrekbaar deel
Box 1 Keuze uit: 1. overbruggingslijfrente (uiterlijk tot leeftijd 65 jaar of pensioendatum) 2. oudedagslijfrente (eindigt uitsluitend bij overlijden; ingangsdatum voor 70 jaar) 3. tijdelijke oudedagslijfrente (ingangsdatum 65 jaar of pensioendatum; looptijd ten minste 5 jaar) 4. nabestaandenlijfrente (ingaande bij overlijden)
Box 1 saldomethode tot uiterlijk 01-01-2021; over het dan resterende rentebestanddeel (45%) heffing; daarna box 3
deel betaald voor 14-09-1999 niet aftrekbare deel
lijfrente conform oude voorwaarden
op 31-12-2000; heffing over rente tegen 45% Box 3 jaarlijks 1,2% heffing over de waarde