Er is iets veranderd in Antwerpen (2) Interview met Meyrem Almaci Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober jongstleden scoorde PVDA+ verrassend goed. Met bijna 8% van de stemmen en 4 zetels van 55 werd ze in één klap de vierde partij in Antwerpen. Groen deed het ook goed (7,95%, + 3,24% tgo 2006, 4 zetels). Dat succes van de PVDA+ en Groen in Antwerpen vormde voor de beweging Christenen voor het Socialisme (CvS) de aanleiding voor een interview met de twee lijsttrekkers, Peter Mertens en Meyrem Almaci. Oorspronkelijk mikten ze op een dubbelinterview. Dat bleek echter niet haalbaar en ze namen het interview dan maar afzonderlijk af. Ze werkten wel met identieke vragen: Hoe verklaar je de puike resultaten? Wie zijn de mensen die voor jouw partij gestemd hebben? Met welke prioriteiten gaat jouw partij nu verder aan de slag? Komt er een links front tegen de verrechtsing? Hoe kijkt jouw partij aan tegen de situatie in Antwerpen? Hoe ziet jouw partij de rol van de (christelijke) arbeidersbeweging? Is er volgens jouw partij een rol weggelegd voor een beweging zoals Christenen voor het Socialisme? Is de verkiezingsoverwinning een kans om de harde besparingen te counteren? De gesprekken vonden plaats op 12 november en 30 november, dus voor er een bestuursakkoord in Antwerpen was. Beide politici namen rustig de tijd en zo komt het dat het twee fors uit de kluiten gewassen interviews zijn geworden. Hier volgt het interview met Meyrem Almaci, lijstrekker voor Groen.
Goede verkiezingsresultaten Ik denk dat onze resultaten te maken hebben met de vraag van velen naar een duidelijk project. Kiezers weten vaak niet meer voor wie ze moeten stemmen omdat van vele partijen niet meer duidelijk is waar ze eigenlijk voor staan. Ze zijn hun scherpte en hun profiel kwijt gespeeld. Groen daarentegen komt voor de dag met een samenhangend verhaal over een duurzame samenleving waarin solidariteit en de lange termijn op de voorgrond staan. Dat verhaal, zeker in tijden van crisis, spreekt aan omdat mensen nu op alle mogelijke terreinen tegen elkaar worden uitgespeeld. Zoals deze dagen maar al te goed blijkt: coöperanten tegen spaarders, tegen belastingbetalers, tegen aandeelhouders bijvoorbeeld. Hoe is het zo ver gekomen? En waarom moet de doorsnee bevolking de gevolgen dragen? We worden vandaag geconfronteerd met verschillende crisissen. De verschillende natuurrampen en het debat na ‘Sandy’ maken het nu wel duidelijk: het klimaat verandert echt. Op sociaal vlak neemt de onzekerheid en het gevoel van uitsluiting toe. Denk maar aan de golf van ontslagen, niet in het minst bij Ford Genk. Lukken we er in om een sociaal weefsel te behouden of duiken we stilaan ‘een ondergrens’ onder? Hoe kunnen we er voor zorgen dat er menswaardige lonen worden uitbetaald? En er is natuurlijk ook het economisch verhaal. Kunnen we deze economie, deze manier van werken nog aanhouden? We zijn bezig met de grondstoffen te gebruiken van de generaties na ons. Mensen gaan op de vlucht voor de klimaatverandering of om economische redenen en wij negeren dan onze verantwoordelijkheid, want wij kunnen hen echt niet opvangen! Als je goed om je heen kijkt zie je vele grote verhalen die samen komen. Neem nu een stad zoals Antwerpen. Daar word je geconfronteerd met illegaliteit, werkloosheid en besparingen. Gisteren hebben we nog betoogd tegen de besparingen op De Lijn. Mobiliteit is een probleem dat iedereen bezig houdt maar het moet ook een debat worden over de gezondheidsproblematiek van
steden. Met Groen ontwikkelen we een algemene visie waarbij we al die problemen als een geheel aanpakken. Dat verhaal is niet altijd even gemakkelijk uit te legen maar we wakkeren de discussie over de doorholmaatschappij wel aan. Daar waar de andere partijen eerder het noorden lijken kwijt te zijn, slaan de thema’s van Groen rond mobiliteit, de plaats van de auto en hoe er mee om te gaan, en de leefbaarheid van de openbare ruimte aan, zowel in de steden als op het platteland.
Wie zijn de mensen die voor de partij gestemd hebben? We doen daar onderzoek naar. Het gaat om overwegend jonge mensen en mensen van middelbare leeftijd waarvan velen de oprichting van Agalev nog meegemaakt hebben. Vaak gaat het om hoogopgeleide mensen. En ook opvallend veel vrouwen en allochtonen, waar de hoog opgeleide groep eerder klein is, brengen hun stem uit op Groen. Als ik zelf naar de voorbije campagne terugblik stel ik vast dat ons verhaal over de bankencrisis goed is aangekomen. Mensen kunnen het amper geloven dat de schuldigen niet gestraft worden en dat voor de aanstokers van de crisis de rechtstaat niet lijkt te gelden. Is het dan toch echt dat bepaalde mensen boven de wet staan? Waar is mijn spaargeld naar toe? Waar sta ik nu met mijn coöperatief aandeel waarmee ik dacht een deel belangrijke maatschappelijke initiatieven te kunnen ondersteunen? Waarom moet ik die helemaal geen spaargeld heb toch opdraaien voor de geleden schade en mee betalen voor de stommiteiten van de bankiers? Is mijn geld nog ergens veilig? Ontzettend veel mensen zitten met deze vragen. Daarom ook is voor ons de discussie over een openbare bank zeker opnieuw aan de orde. Maar de vragen waar velen mee worstelen zijn ook vragen over de toekomst. De huidige ontwikkelingen maken die hoogst onzeker. Zo ontstaat er een klimaat waardoor het vertrouwen in de instellingen wordt ondermijnd en we goed op weg zijn om het geloof in zowat iedereen te verliezen. Zelf probeer ik altijd een genuanceerd verhaal te brengen. Er is een verschil tussen banken die gered zijn en banken die niet gered zijn maar die wel op een waardevolle manier met geld zijn om gegaan. En het is niet omdat het bij Arco is fout gegaan dat er geen coöperatieven meer zijn die de coöperatieve waarden nog steeds belichamen. Laat ons dus niet het geloof verliezen in mensen en instellingen die wel goed bezig zijn. Ik geloof in een genuanceerd optreden. Dat is beter dan sloganesk uit de hoek te komen. Ik denk dat veel kiezers die voor ons gestemd hebben geloven dat wij, tegen de verruwing in, een opbouwend en constructief verhaal in petto hebben.
Met welke prioriteiten gaat de partij nu verder aan de slag? Op Antwerps vlak wachten we op het bestuursakkoord. En op het nationaal niveau zullen we de desolidarisering aan de kaak blijven stellen. Neem bijvoorbeeld het debat rond de index en de BTW. We zouden de discussie over deze thema’s, gezien er een geweldige put is om te dempen, nu eens eindelijk zonder taboes moeten aanpakken. Het is toch merkwaardig dat de taboes steeds aan de linkerzijde worden toegeschreven en telkens betrekking hebben op datgene wat de koopkracht van de mensen beschermt. De werknemers en de vakbonden worden voortdurend verweten dat ze altijd met taboes afkomen waar niet mag aangeraakt worden. De index is zo’n taboe. Om dus eindelijk dit land uit het slop te halen zouden de vakbonden dat taboe moeten laten vallen. Maar van taboes gesproken. Neem nu de vermogenswinstbelasting. Dat is een taboe van jewelste aan werkgeverszijde. Zelfs op het opheffen van het bankgeheim rust een geweldig taboe. Alle argumenten zijn goed om deze voorstellen tegen te houden. Het is echt oneerlijk om steeds af te komen met een kapitaalsvlucht. We zien immers dat zowel in Europa als bij internationale instellingen er geleidelijk aan maatregelen worden uitgevaardigd om de werkelijk grote vermogens en de kapitaalstromen in
kaart te brengen zodat we kunnen zien of er fraude is of niet. Europa knabbelt aan het bankgeheim en voert een spaarrichtlijn in. Zwitserland wil, weliswaar onder druk, verdragen sluiten over het geld dat daar op de banken staat. Wij zullen dat ook moeten doen en de nodige maatregelen uitwerken maar dan niet in elke lidstaat afzonderlijk want dan kan de ene tegen de andere lidstaat worden uitgespeeld. Het wordt dus tijd dat we een vermogenswinstbelasting op Europees niveau uitwerken. Het is toch onvoorstelbaar dat Bernard Arnault, een Fransman die de rijkentaks uit zijn land wil ontlopen, hier een veilig fiscaal onderkomen vindt als gedomicilieerde van de Brusselse gemeente Ukkel. Er zijn nogal wat achterpoortjes beschikbaar voor wie goed bij kas is. En wie draait daar voor op? Waar halen we de nodige inkomsten? Bij de gewone burger die moet betalen voor de onkunde van hen die het land aan de rand van het failliet hebben gebracht. Er is dus nood aan een grondig fiscaal debat, waarbij ik tussen haakjes vind dat kleine en middelgrote KMO’s niet gelijkgesteld mogen worden met MNO’s, die over tal van regels beschikken om hun winsten te transfereren naar een ander land waar ze minder belasting betalen. Een rechtvaardig fiscaal beleid zorgt er voor dat de inkomsten niet langer alleen bij de gewone burger gezocht worden. Daarvoor is het wel nodig dat er een flink aantal taboes aan de rechterzijde worden doorbroken. Ik vind het ronduit stuitend dat nu nog maar pas het zoveelste rondje fiscale amnestie alweer is gepasseerd. Nu wel voor de allerlaatste keer wordt gezegd, maar hoe dikwijls hebben ze dat al verteld? Een eerste keer gebeurde dat toen ik nog niet verkozen was. Het was een eenmalige operatie beloofde men. Het zou nooit meer gebeuren en daarna zou men er hard tegenaan gaan. Maar het gebeurde nog een tweede keer, weer met dezelfde beloftes. En dan kwam de permanente fiscale regularisatie. Daarbij kon men zelf kiezen of men een gedeeltelijke aangifte deed (de rente op het zwart geld) of het onderliggende vermogen. Drie vierde koos voor de gedeeltelijke aangifte omdat de fiscus dan elk verder onderzoek zou stop zetten. En nu komt men opnieuw op de proppen met een voorstel tot fiscale amnestie, op een moment dat het vangnet zich aan het verdichten is. Wel voor de laatste keer, wordt er nog maar eens gezegd. Maar wie gelooft dat nog? Ik vind het ronduit ontstellend.
Rechts grijpt de macht, komt er een links front tegen de verrechtsing? Ik denk niet zo graag in die termen. Het gaat niet om een links progressief front. Voor Groen draait het om inhoud. En als we mekaar op de inhoud kunnen vinden, zullen we dat niet nalaten. Het is vooral de inhoud die bij ons primeert. Kunnen we ons inhoudelijk profileren? Vroeger waren de verschillen erg duidelijk. Je wist waar Tindemans en Martens voor stonden net zoals je dat wist van de SP.A van Louis Tobback. Vandaag zijn de verschillen uitgevlakt en is het zoeken waar de partijen nog voor staan. Open VLD is een zwalpend schip. Bij CD&V, ook niet na de pogingen van Rik Torfs en Inge Vervotte,raken ze er ook niet uit. De SP.A is zelfs zonder slogan naar de gemeenteraadsverkiezingen getrokken. Je kan niet zoveel spreidstanden hebben. Wij daarentegen hebben een duidelijke visie over mobiliteit, energie en over het gebruik van de openbare ruimte. Mensen moeten het niet altijd met Je eens zijn maar ze moeten wel weten waar je voor staat. Dat rechts de macht heeft gegrepen bij gebrek aan een links front klopt niet. Je moet altijd eerlijk zijn tegenover je kiezers door kenbaar te maken waar je voor staat. Kiezers beseffen ook dat wij in een front steeds de ecologische kaart zullen trekken. Dat is ons handelsmerk zoals het nationalisme bij De Wever en de marxistische inspiratie bij de PVDA. Er zijn dus in Antwerpen bij de oppositie duidelijk verschillen. Maar zeker op het sociale vlak zullen Groen en de PVDA elkaar kunnen vinden vanuit de basisidee dat je niet altijd en alles op de gewone man kunt afschuiven. Ook wat mobiliteit betreft, energie en gezondheid zijn er veel raakpunten. Rond mobiliteit en energie hebben wij talrijke acties
gevoerd en waren wij op het terrein actief. Mensen appreciëren dat. Net zoals we zien dat de campagnes van Geneeskunde voor het Volk aanslaan bij de mensen. Mensen snakken naar concrete actiepunten waarmee de problemen op het terrein worden aangepakt. Dat wordt ook geapprecieerd door onze kiezers. Politici mogen niet enkel in Brussel actief zijn. In Antwerpen hebben we duidelijk voor de oppositie gekozen maar in andere steden zijn er coalities gevormd waarbij Groen in zee gaat met N-VA en Open VLD. Is dat erg? Helemaal niet. We mogen zelfs trots zijn op wat Groen, zowel rond groene als rond sociale thema’s, in Mechelen en in Gent uit de brand heeft gesleept. Het is een afweging die we maken. Als partij kan je nooit alles binnen halen. In sommige gevallen kan je beter wegen op het beleid vanuit de oppositie en soms is het makkelijker om een deel van je programma te verwezenlijken in de coalitie, ook al wordt die coalitie gevormd met partijen van een eerder rechts signatuur. Als partij reiken we de hand naar diegenen met wie we een eind op weg kunnen om wat ons ter harte gaat te kunnen realiseren. Ook in een niet klassiek inkse coalitie is het mogelijk goeie afspraken te maken over sociale woningen en kinderopvang. Maar er zijn natuurlijk breekpunten. Met politici als J. Ceder en K. Van Overmeire bak je geen zoete broodjes. zij hebben tientallen jaren meegedraaid in een fascistische partij, met een jaar ontluizing en zonder echte afstandsname is het moeilijk dat te negeren. Omwille van ons verzet tegen een N-VA burgemeester met een ex-Vlaams Belangsignatuur, zijn we daardoor in Beveren uit de coalitie gekegeld. Onze deelname aan het Gentse stadsbestuur wordt weinig of niet bekritiseerd terwijl er rond Mechelen wel vragen gesteld worden. Maar ik denk dat het ook daar goed zit. Zo is het nu al duidelijk dat Mechelen de eerste stad is waar de GAS-boetes grondig zullen geëvalueerd worden.
Antwerpen De ontwerpnota waarmee De Wever de onderhandelingen voor een nieuw stadsbestuur op gang wilde trekken was niet meer en niet minder dan een ramp. Er moest heel wat gecorrigeerd worden aan die harde en kille opstelling van de N-VA waarbij mensen tegen elkaar werden opgezet. Zat er dan echt niets goed in? Met de voorgestelde decentralisatie naar de districten kunnen wij leven. Maar zowel inzake het OCMW, veiligheid en diversiteit zullen wij nu vanuit de oppositie blijven hameren op onze eigen voorstellen. We zullen de Antwerpenaren laten zien dat er alternatieven zijn voor de aanpak van de N-VA. Tegen de verzuring in zullen wij aantonen dat je met een heel andere aanpak aan een warme en solidaire stad kunt werken en dat in tegenstelling tot de huidige sociale hardvochtige aanpak. We willen de Antwerpenaren laten zien dat onze voorstellen, onze politiek, het verschil kan maken en wel degelijk effect heeft op het dagelijkse leven. Maar de uitdagingen zijn niet gering. Nu al lijkt het er op, als we niet opletten, dat we in verband met ecologie, mobiliteit, gezondheidszorg en onderwijs van een kale reis zullen terug komen. De Wever schrijft zich helemaal in het verhaal van de Vlaamse regering in. Hij wil de stabiliteit van de Vlaamse regering niet in gevaar brengen. Met betrekking tot onderwijs betekent dat, dat hij zich neerlegt bij het tekort aan geld voor scholen vanuit Vlaanderen in plaats van er via het Vlaams Parlement voor te zorgen dat er voldoende scholen en budgetten zijn. Ik vind dat aberrant. In het kader van ontwikkelingssamenwerking zijn we het er allen over eens dat investeren in onderwijs een prioriteit is. In Antwerpen zegt de toekomstige burgemeester dat het een nobel idee is maar dat hij met handen en voeten gebonden is aan het Vlaams regeerakkoord. Idem dito voor de gezondheidsproblematiek van de Antwerpenaar. Die ga je niet oplossen door het verkeer doorheen de stad te loodsen. Zijn er alternatieven? Jawel, maar de toekomstige burgemeester vindt ook hier dat de afspraken die gemaakt zijn op het Vlaamse niveau voorrang hebben. De prioriteit van De Wever ligt dus ergens anders. Ik heb het daar moeilijk mee.
Vind je dat niet straf voor iemand die zegt voor minstens zes jaar burgemeester van Antwerpen te willen worden? Is dat goed bestuur? Laat ons dus maar realistisch blijven. Het ziet er namelijk naar uit, om maar iets te noemen, dat er structureel te weinig geld zal zijn voor het onderwijs en dat de problemen rond mobiliteit en het vraagstuk van ‘de ring’ geen echte oplossing zullen krijgen.
De (christelijke) arbeidersbeweging Er is meer dan ooit nood aan een sterke arbeidersbeweging. Er is flagrant veel dat misgaat en waar bijna geen misbaar over gemaakt wordt. Neem nu de topvrouw van het IMF, C. Lagarde. Die ontvangt een eredoctoraat van de universiteit van Leuven en dringt bij die gelegenheid aan om komaf te maken met de index. Dat komt dan uit de mond van een dame die een riant loon opstrijkt, een loon dat tussen haakjes wel geïndexeerd is maar waarvoor ze geen belasting betaalt. Toen dacht ik bij mezelf: waarom breekt de revolutie niet uit? De arbeidersbeweging en het middenveld zijn erg belangrijk om in het parlement goed ons werk te kunnen doen. Onze tussenkomsten krijgen meer gewicht als we spreken namens de publieke opinie en over wat daar leeft. Heel vaak fungeert de arbeidersbeweging voor ons als doorgeefluik. Als we in het parlement tussenkomen naar aanleiding van besparingsmaatregelen of over de index bijvoorbeeld dan zeggen wij waar zijn jullie mee bezig en luister toch ook eens naar wat er leeft bij grote delen van de bevolking. De kracht van de vakbonden is dat de boodschap die ze brengen meer is dan het verhaal van alleenstaande mensen of van individuen. Vakbonden organiseren die mensen als een groep en maken de structuren zichtbaar achter vele (individuele) problemen. Zo word ik momenteel woest van de wijze waarop met werkloosheid wordt omgegaan. Werklozen zitten in de hoek waar de klappen vallen. Het is al straffen en sanctioneren wat de klok slaat. De teneur is: "Wie vindt er nu geen werk als hij dat echt zou willen!" Als je niet aan werk geraakt, ook niet in crisistijd, het blijft zogezegd je eigen verantwoordelijkheid en daar word je op afgerekend. Daarbij maakt men abstractie van het opleidingsniveau en van de conjuncturele context. Er gaapt een kloof tussen de beschikbare jobs en de capaciteiten die mensen moeten hebben met wat gevraagd wordt. Men ziet over het hoofd dat industriële tewerkstelling afbrokkelt en dat nieuwe jobs in de zogeheten kenniseconomie ook een hoge opleiding vragen. En zo zien we dat naast een grote groep werklozen weer anderen, in jobs waar hoge eisen worden gesteld, af te rekenen krijgen met stress, depressie en burn-out . En wie niet meer mee kan wordt uit de werkloosheidsstatistieken gehaald, krijgt een leefloon waaraan dan bijkomende eisen worden gesteld en verdwijnt uiteindelijk in de armoede. Er is dus werk genoeg aan de winkel. Van een structureel probleem maakt de overheid een probleem van individuele onwil. Om dat recht te zetten is de arbeidersweging meer dan ooit nodig. In de christelijke arbeidersbeweging zien wij veel gelijkenissen met wat ons als partij drijft. Wij zijn een waardegedreven partij en stellen ons niet materialistisch op. Wellicht mede onder invloed van de christelijke inspiratie zien we bij de christelijke arbeidersbeweging ook een sterke nadruk op een solidaire en warme samenleving. Ze spitst zich toe op de lange termijn en wil ook voor allen die ons nakomen een positieve erfenis achterlaten. De christelijke arbeidersbeweging wil een bijdrage leveren aan de samenleving en benadrukt dat we niet alleen als individu kunnen bestaan. Daar kunnen we mekaar goed in vinden, aan het belang dat gehecht wordt aan waarden die niet materieel uit te drukken zijn. Het leven is meer dan de jacht naar geld en winst. We worden maar pas mens als we ons inspannen voor de anderen, altruïsme en naastenliefde aan de dag leggen. Die opvattingen leven toch sterk bij christenen en natuurlijk ook even goed bij humanisten. Het besef dat we een bijdrage moeten leveren om van de wereld een betere plek te maken . Dat is ook mijn diepste persoonlijke overtuiging en mijn engagement en
gedrevenheid is niet ingegeven door geldgewin. Mijn levensmotto is: vervloek de duisternis niet, steek een kaars aan. Er is natuurlijk de duistere, donkere kant van de samenleving: het harde egoïsme. Maar er is ook een keerzijde: mensen die zich door andere waarden laten leiden. Daaraan trek ik mij aan op. Ook al is het maar één iemand. Dat is zoals het verhaal van de witte en de zwarte zwanen. Eén zwarte zwaan is voldoende om te zeggen dat niet alle zwanen wit zijn. Zo is één afwijking voor mij genoeg om te bewijzen dat niet iedereen gedreven is door geld. Er zijn dus nogal wat raakpunten tussen Groen en de christelijke arbeidersbeweging en toch hebben we mekaar nog niet echt gevonden. We hebben nogal wat leden die actief zijn in de christelijke arbeidersbeweging maar die ervaren soms dat Groen daar niet helemaal als een volwaardige partij wordt behandeld. Zie bijvoorbeeld het verschil in ruimte die de CD&V krijgt in 'Visie'. Eigenaardig toch, want het memorandum van het ACW leunt dichter aan bij het programma van Groen dan bij de standpunten van CD&V. In het parlement heb ik al verschillende keren de CD&V-mandatarissen op de standpunten van het ACW gewezen. Maar horen die dat wel? De relatie van Groen met het ACW zou gerust wat intenser mogen. We zien en horen mekaar nu wel via de studiediensten en via de top van de partijen, maar de frequentie mag opgedreven worden.
Christenen voor het Socialisme Ik vind dat schitterend. Een beweging die geloof en socialisme tegelijk in het vaandel draagt. Geloven is trouwens per definitie sociaal voor mij. Beide begrippen zijn onlosmakelijk verbonden. Een mens is per definitie sociaal. En de combinatie van beiden confronteert ons met de ruime leefomgeving, met ecologie, met respect voor mens dier en milieu. Hoe we daar concreet op inwerken op al die terreinen is niet eenduidig. We zullen een genuanceerd antwoord moeten geven want de samenleving is niet enkel zwart-wit. Wie vanuit een gelovig en een sociaal standpunt in de samenleving staat zal een brug moeten slaan naar andersdenkenden want de combinatie van geloof en sociale bewogenheid (in jullie geval socialisme) is voor hen niet altijd evident en behoeft toch enige uitleg. Ik ben wel overtuigd van de rol die religie kan spelen. Het is een drijfveer van hoe je in de samenleving staat, hoe mensen zich gedragen. Is geloven een privé aangelegenheid? Ja, in die zin dat het iedereen vrij staat te geloven wat hij of zij wil. Maar het is evident dat religie ook de publieke sfeer beïnvloedt en dat moet absoluut niet altijd negatief beoordeeld worden. Gelovige mensen nemen actief deel aan de samenleving en zijn een gemeenschapsvormende factor als ze zich ook inschrijven in de normen van die samenleving. Vandaar dat ik het belangrijk vind dat we ontmoetingsruimten creëren en blijven bruggen bouwen. En natuurlijk ben ik tegen elke vorm van fanatisme. Als mensen of religies denken dat zij alleen de waarheid in pacht hebben, dan zitten we met een groot probleem. Maar ik heb het ook moeilijk met het voortdurend bashen van gelovigen, van de islam, met religie als het mikpunt van spot. Akkoord dat we kritisch met mekaar moeten omgaan, dat we moeten leren aan zelfkritiek te doen, dat we moeten blijven twijfelen, dat er al eens mag gelachen worden en dat er het recht op beledigen bestaat. Toch moeten we leren aanvaarden als maatschappij dat geloof en religie van alle tijden zijn. En als de kritiek of de spot echt kwetsend wordt, zitten we met een probleem. Moeten we mensen telkens tergen, gewoon omdat het kan? Dat is een algemene vraag, niet alleen met betrekking tot geloven, en ik heb er het antwoord niet op. Maar het is de moeite om over na te denken.
Verkiezingsoverwinning een kans om het harde besparingsbeleid te counteren?
De besparingswoede van de regering loopt de spuigaten uit. Ook als het moeilijk is moeten mensen een perspectief kunnen hebben. Als vele mensen met de vraag zitten of ze ooit nog aan job zullen geraken dan is dat perspectief meer dan ooit weg. De bankencrisis koste de overheid handenvol geld, bracht die overheid en de economie op haar beurt in de gevarenzone en daar betalen mensen nu een zware prijs voor. Europa legt ons op de publieke sector af te slanken terwijl het de grootbankensector is die toch mee verantwoordelijk is. Voor een goed begrip, ik heb niks tegen een efficiënte overheid en er is niks mis mee om de schuldenlast niet te groot te laten worden, integendeel, maar de overheden en ook Europa moeten ook en vooral investeren in de toekomst. En dat perspectief mis ik helemaal. Wat er in Griekenland gebeurt, dat is toch schrijnend. Daar heeft men de hakbijl boven gehaald en maakt men slachtoffers bij degenen die er niks mee te maken hebben. Zoals kinderen bijvoorbeeld die in de schoolbanken flauw vallen omdat ze ’s morgens geen eten hebben gehad. Dat is een extreem voorbeeld maar het gebeurt. Iets dergelijks begint zich in meer Europese staten voor te doen. Politici, maar ook burgers, van die landen waar de crisis minder zwaar doorweegt, zeggen dan dat ze het nu eindelijk wel gehad hebben met geld in een bodemloze put van een ander land te storten. Maar neem nu de situatie rond Dexia in België. Als burger vinden wij toch ook dat wij niet mee verantwoordelijk mogen worden gesteld voor het failliet van de bank en voor de torenhoge schuldenlast die daardoor onze toekomst bedreigt. Wij hebben dat failliet niet veroorzaakt, wij zijn niet verantwoordelijk voor de schuldenlast. Het begrip dat we voor ons zelf vragen moeten we ook opbrengen voor anderen. We moeten dus echt weg van kortzichtigheid, durven denken op lange termijn, een visie formuleren. En dat ontbreekt te veel, ook in ons land. We weten al langer dan vandaag dat het oude industriële model aan hevige veranderingen onderhevig is en toch is daar niet op geanticipeerd. Neem de sector van de petrochemie. Daar had al veel langer een omslag, een transitie moeten gemaakt zijn van petroleum-based naar bio-based, naar het gebruik van biologische grondstoffen en de productie van diverse gebruiksvoorwerpen voor het leven van alledag. Op die manier dring je de vervuiling terug, blijf je met minder gevaarlijk afval zitten en kom je makkelijker aan herbruikbaar materiaal. We wisten al langer dat we met autoassemblage ooit in de problemen zouden komen. Tien jaar geleden hebben we een resolutie gestemd in het Vlaams parlement om in te zetten op een hybride auto. Heeft iemand daar nog iets over gehoord? En dan is er nog het pijnpunt van de loonkost. Wat ons betreft mag arbeid minder duur gemaakt worden en moet de loonlast naar beneden, zeker voor KMO’s. Maar let op, die verlaging van de loonlast betekent geenszins voor ons dat mensen minder gaan verdienen of dat de sociale zekerheid wordt aangetast. Er moet een verschuiving komen van lasten op arbeid naar vervuilers en de grote vermogens. En ook op dit vlak zijn we niet de beste leerling van de klas in Europa. Laten we die ‘switch’ dus gauw maken.
Interview: Jef Mariën 30.11.2012