Nierstenen. Jan Jacops – 16 juli 2007
Wat zijn Nierstenen? Dat ga ik u proberen te vertellen, of beter, ik ga proberen te vertellen wat de gevolgen zijn.. Niet voor gevoelige lezers. Wat u nu gaat lezen is in feite een dagboek, een zo getrouw mogelijke weergave van wat ik meegemaakt, gezien, gehoord én geleerd heb. Bij mijn eerste ontslag uit de kliniek, ben ik bij het thuiskomen direct begonnen met opzoekingwerk via internet. Ik heb geprobeerd mij dan ook de bijhorende ‘terminologie’ eigen te maken. Op die manier hoopte ik de gesprekken met mijn uroloog op een ietwat hoger ‘niveau’ te brengen. Wat deels wel geslaagd is.
Een niercrisis of…? Dinsdagochtend 10 juli. 0740H de dag begint, en zoals later blijkt, zal een zeer lange worden… Ik schiet wakker met hevige kramp links onder in de rug. Onmiddellijk gaat het door mijn hoofd: niercrisis. Dat kan toch niet waar zijn. Nee toch. Nee, ik denk het niet. De pijn zit nog te hoog. In 1993, bij de vorige uitgave, zat de pijn veel lager, en ook in mijn testikels. Nu niet, dus het moet een soort van verschot zijn, rugpijn van één of andere soort. Na 5 minuten is het iets beter, intussen zit ik al op het toilet. Tegen 0800 is de pijn bijna weg, en begin ik te hopen dat het inderdaad één of andere kramp was. Om 0805 begint het weer. Heviger dan daarvoor. Intussen ben ik naar de living gesukkeld, en ga ik gewoon tegen de grond. Nu weet ik het zeker. Er is geen twijfel meer mogelijk. Het is wel degelijk een niercrisis. Dag twee van mijn groot verlof. Ik herinner mij nog dat ik daar mee in mijn hoofd zat. Ik weet dat mijn heel verlof er gaat aangaan. Ik heb toch ervaring in de materie wel? Tijdens de vorige uitgave in ’93 heeft dit feestje 6 weken geduurd. Ontelbare malen heb ik het relaas gedaan aan vrienden en familie. En aan iedereen die het wilde horen… zelfs een paar weken geleden nog. Sigrid, Sieegrid, Siiieeegrid…. Opstaan. Mijn vrouw is met de vroege schift gaan werken, mijn zoon is op vakantie, en mijn dochter ligt uiteraard nog in bed. En ik heb hulp nodig, en wel snel. Na wat roepen komt Sigrid uiteindelijk beneden aangestiefeld, en vraagt zich af wat er aan de hand is. Haar papa zit op handen en voeten in de living te schreien, probeert de doktor te bellen, maar vindt het telefoonboekje niet. Ik slaag er niet in om de kast open te doen. Sigrid bel de dokter, en geef vervolgens de hoorn aan mij. Dokter, tis DeSinte hier. Ik crepeer van de pijn. Niercrisis. Kunt gij onmiddellijk komen? Dat zal toch even moeten wachten jan, ik ben net bloed aan het trekken bij een patiënt. Als ik daar mee klaar ben kom ik onmiddellijk. En inderdaad, omstreeks 0820 is hij daar. Sigrid heeft de hond uitgelaten, want die wist het ook niet meer zo goed. Volgens mij weet een hond ook perfect wanneer zijn baasje pijn heeft, en vertoont dan ook gedwee gedrag. De dokter begint zijn spuitjes te etaleren op mijn salontafel. Buscopan, 75mg, daar gaat hij mee beginnen. Linker arm stel ik voor, want rechter is mijn ‘werkarm’. Ik had moeten weten dat het niks uitmaakt, deze prik is de eerste van ontelbare die nog volgen, in alle mogelijke ambetante plekken… Hij vindt geen ader.
Ook niet na drie keer verprikken… ik stel zelf voor van de andere arm te nemen, en dat gaat van de eerste keer goed. Nu nog voltaren, in een spier. Mijn achterwerk dus… de eerste van vele ‘zeer ambetante’ prikken. Later zal ik een quoteringssysteem van pijn en prikken opstellen, op een schaal van tien. Deze prik moet wel 7 zijn op de schaal dacht ik toen… Wat nu… zeer droge mond. Bijwerking van buscopan zegt de dokter. Later zal ik in de bijsluiter lezen dat ‘droge mond’ staat bij de verschijnselen die optreden bij een overdosis!?! De voltaren begint zijn werk te doen, en de pijn word iets draaglijker. De doktor doet het papierwerk, ik haal alvast een emmer. Ik heb het gevoel dat ik die nog ga nodig hebben. Ik herinner me de vorige uitgave nog… Tientallen keren heb ik toen overgegeven. Ook een bijwerking van buscopan vertelde men toen. Maar vandaag begin ik te twijflen of het wel alleen daarmee te maken heeft, misschien ga ik leren dat het niet zo is? Het overgeven is misschien het gevolg van de hevige pijn. Het heeft mogelijks niks te maken met de geneesmiddelen? Dus, zegt de doktor van een tweetal uurtjes aan te zien en dan te evalueren. Niks daarvan repliceer ik. Dit probleem gaat niet zomaar even weg. Schrijf mij een document voor de spoedafdeling van Heilig Hart ziekenhuis Lier. Waarom? Herentals is toch veel korter bij? Nee nee doktor, Lier. En meer bepaald Doktor Leonard. Daarover heb ik goede dingen horen vertellen. De tijd is nu gekomen om aan de lijve te ondervinden in hoeverre dat allemaal klopt. Na nog enige aarzeling begint hij dan toch te schrijven. Een opnamebriefje voor de spoedafdeling. Blijkbaar is dat nodig tegenwoordig… volgend probleem: hoe daar te geraken? Een ambulance bellen? Het rode kruis inschakelen? Of even mijn ouders opbellen? Ik opteer voor het laatste. Binnen de vijf minuten zijn zowel mijn vader als moeder ter plekke, en ongerust als ze zijn, komen ze met grote snelheid aanzetten. In twee woorden uitgelegd waar het over gaat. Tussendoor nog even overgeven, derde maal… En weg zijn we, mét emmer en sis kaart richting Lier.
Op naar de spoedafdeling De weg is lang. Zeer lang voor mij. Op de spoed aangekomen is de ergste pijn echter reeds geweken. De medicatie begint echt wel goed haar werk te doen. Voorlopig dan toch. Een bevallige jonge dame begeleidt mij naar box 5. Wat is het probleem meneer? Nierstenen? Ah, en doet het dan hier pijn? Of daar? Moment, ik haal de dokter. Even later staat daar een boom van een vent, die zijn naam wel zegt, maar ik had het niet begrepen. Even duwen en trekken overal aan mijn rug en buik, maar intussen is de koliek volledig weg, en heb ik helemaal geen pijn meer. De twijfel begint dus op te zetten, zowel bij Marijke (de verpleegster) als de dokter. Of meneer in het potje wil plassen? Ik zal mijn best doen. Ik kom dus terug van het toilet met een half potje, donkerrood gekleurd. Het lijkt onverdund bloed, zo donker. Nu heb ik plots hun volle aandacht. Onmiddellijk daarna begint ze een infuus aan te leggen. In de linkerarm…. Zeg ik: goeie raad hebben marijke? Probeer eens de rechterarm. Waarom? Ik zal toch wel een infuus kunnen aanleggen zeker? Het vervolg laat zich raden… drie prikken, maar uiteindelijk lukt het haar toch… mij was het niet opgevallen, maar mijn moeder, die mee in box 5 was gegaan, weet te vertellen dat het aanleggen van de infuus is gebeurd zonder dat marijke handschoenen aangedaan heeft? Ik kan mij niet voorstellen dat hier niks van in hun voorschriften staat. Uiteindelijk heeft ze ook serieus ‘gemorst’. Temeer daar ze halverwege ook nog eens telefoon kreeg, en met één hand de naald vasthad, en maar goed bewegen, en met de andere de telefoon… ze verdwijnt. Om even later terug te komen met de boodschap dat ze bloed moet trekken. Prik nr. ? ik ben de tel reeds kwijt. Vier op de schaal… en weg is ze alweer.
Om 10.20H komt de ‘grote’ dokter vertellen dat ze een MR scan gaan nemen, om te bepalen wat er precies aan de hand is. Of ik een rolstoel of het bed verkies? Bed zeg ik, ik lig nu goed. Dus naar de radiologie. Voor de eerste keer, maar lang niet de laatste…. Wachttijden vallen allemaal goed mee hoor. Als er vanuit de spoedafdeling een bed aankomt in de radiologie, heeft die blijkbaar voorrang op alles en iedereen? Ik heb een beetje medelijden met de ganse rij mensen die we achteloos voorbijrijden, en die daar misschien al uren aan het wachten zijn. Met die baxter in een scanner, ook nog zoiets. Nog nooit in een scanner geweest, ik weet dus niet wat er gaat gebeuren. Blijkbaar moet ik mijn handen boven mijn hoofd houden, en de fles zelf vasthouden. Uiteraard, want de meneer kruipt in zijn loden kamer. Terloops opgemerkt dat het een ding van Siemens is, althans dat staat toch op de enorm grote schakelkast. Geen pijn, geen ongemak. Dit is anders dan in ‘93. Toen heeft men röntgenfoto’s genomen met toediening van een contrastvloeistof. En dat lokte een crisis uit. Ik bedenk plots dat men toen waarschijnlijk nog geen scanner had. En toch zeker niet in Herentals. Dit is de eerste van de vele ‘verbeteringen’ in de medische beeldvorming en behandelingsmethodes die ik nog ga vaststellen. Enfin, omstreeks 11.00H ben ik terug in box 5. Blijkbaar heeft mijn dochter mijn vrouw kunnen bereiken op haar werk. Die is dan in allerijl gekomen, mét Sigrid. Daar lig ik dan, Wachten, eindeloos wachten. Na een anderhalf uur, 12.30 dus, komt de ‘grote’ er weer aan, ditmaal samen met Marijke. Meneer heeft inderdaad een niersteen, en behandeling is aangewezen. Aangewezen?? Of deze kliniek mijn voorkeur heeft? Ja uiteraard, anders was ik hier nu niet geweest. Maar ja, ik bedenk dat hij dat niet kan weten. Vermoedelijk betreft het een ingestudeerd nummertje, en is hij gewoon zelfs verplicht van deze vraag te stellen. Na het ondertekenen van een document, waarin ik de toestemming geef aan de kliniek om alle benodigde persoonlijke gegevens van mij te kunnen opvragen, krijg ik een kamer toegewezen. Kamer 324. blok D. De polikliniek dus. Later besef ik dat men het niet zo nauw neemt met de voorbestemde blokken en afdelingen. Het ga u goed zegt Marijke nog, en dat is de laatste keer dat ik haar zal zien. Ah, een nieuwe. Ik ben Jos. En wat is er met u aan de hand jongeman? Na wat over en weer gepraat, blijkt dat Jos hier al een hele maand ligt, maar vrijdag naar huis mag. Hij heeft een vrij zware operatie aan de rug ondergaan, maar is blijkbaar toch in redelijk goede doen. Naar mijn gevoel kan hij, gezien zijn leeftijd (75) en gelet op zijn ‘mankement’ betrekkelijk goed uit de voeten. Maar dat is weer een ander verhaal. Back on topic. Later zal mijn Euro vallen dat ze een erg zieke altijd ‘paren’ met iemand die goed uit de voeten kan. In dit geval ben ik de erg zieke, ik weet het alleen ‘nog’ niet.. Mijn vrouw profiteert van de rust om in het restaurant iets te gaan eten. Die is uiteindelijk al van 05:00 uit de veren. Wanneer zij terugkomt, heeft ze de krant meegebracht. Intussen ken ik het levensverhaal van Jos. En kom ik ook aan de weet dat ik zijn achtste kamergenoot ben, de vierde met nierstenen. Hij stelt mij gerust, dat ik morgen naar huis mag. Dat lijkt mij onwaarschijnlijk. Jawel, zegt hij, dat was bij die andere mannen ook zo, dus het zal nu weer wel zo zijn. Na nog wat gepalaver slaag ik er blijkbaar in om in te dutten. Op de baxter hangt een etiket met handgeschreven vermelding ‘papaveri 3*’ , klinkt opiumachtig…
Mijn ergste aanval 15.40H ik schiet wakker, met zeer hevige pijn aan de linker kant. Daar gaan we weer. Al mijn ijdele hoop, dat ik misschien de steen toch al uitgewaterd had, is nu definitief vervlogen. En deze keer is het erg. Heel erg. Later zal blijken dat dit de ergste aanval is die ik tot op heden heb mogen meemaken. De koliek is aanhoudend, en geeft geen millimeter af. De verpleegsters beginnen direct met spuiten, spul allerlei. Ik weet niet wat, laat staan hoeveel. Maar aan het droge mond fenomeen herken ik zeker buscopan in grote hoeveelheid. Mijn gekerm is nu zo erg dat Jos gaat klagen bij de verpleegsters, en of hij eventueel bij hun in de koffiekamer mag plaatsnemen. Over de hele gang moet het geluid van gal overgeven nu te horen zijn. In de gele bakjes, op de grond, in de lavabo, in de wc, overal heb ik overgegeven. En aangezien ik de laatste keer iets gegeten heb de avond voordien, komt er ook bijna niks meer uit. Maagsap gemengd met speeksel ofzo. Bah… het wordt nu zo erg dat de hoofdverpleegster, Carine, de uroloog er dan toch maar bij haalt. Die bleek in het operatiekwartier bezig te zijn, want hij had zelfs zijn handschoenen nog aan toen hij op de kamer komt. Die ziet natuurlijk wel wat er aan de hand is. Hij voelt aan mijn rug, en stelt vast dat die ‘hard’ is. Ik hoor hem zeggen tegen Carine dat de nier voorzeker gestuwd is. Hij weet te vertellen dat er nog twee op de operatietafels liggen, en dat mijn beurt om 18.00 zal zijn. Hij verteld er ook nog bij dat ik zondermeer zal gestent worden, zodat daarna de kolieken zeker zullen gedaan zijn. De kolieken misschien wel, maar de pijn, dat is nog wat anders. Wishful thinking zal dus later blijken… Omstreeks 17.30H komen er twee verpleegsters mij ‘klaarmaken’ voor de operatie. Of ik nuchter ben? Ik zeg ‘nogal…’ een zogenaamd operatiekleed had ik al aan. Zo’n ding dat aan de achterkant helemaal op en is, en dicht aan de voorkant. Omdat het zo heet is in de kamer, en omdat ik niks anders doe dan op en neer lopen naar toilet, heb ik besloten om mijn onderbroek aan te houden. Het zou anders geen zicht geweest zijn. Onderweg naar het operatiekwartier zeg ik tegen één van de zusters ‘bakskes?’ - ‘shit vergeten’. Stoppen, één van hen schiet een willekeurige kamer binnen, maar te laat. Mijn gal ligt al op de grond. De kuisploeg mag ook komen.. In de gang voor operatiekwartier #3 laten ze mij achter. Hier is niks te zien, te horen of te beleven. de pijn wordt nu zo erg, dat ik begin te huilen als een kind. Ik ben intussen ook uit het bed. Bewegingsdrang. Die bewegingsdrang heeft neem ik aan als oorzaak dat de mens bij hevige pijn probeert een houding aan te nemen, of een lichaamsdeel in een positie probeert te brengen, waarbij de pijn het minst is. Bij nierkolieken is er zo geen positie, of ik vind er toch geen… ik weet niet hoelang het geduurd heeft, maar plots komt er een man uit dat operatiekwartier, wat achteraf de anesthesist blijkt de zijn, die zegt wat is dat hier allemaal? Dat kan zo niet meer. De uroloog komt erbij, en ook nog twee verpleegsters. Ik word op de operatietafel gezwierd, men probeert mijn benen vast te zetten met klittenband, wat maar gedeeltelijk lukt, vanwege mijn zeer hevige bewegingdrang. Ik hoor de anesthesist zeggen dat het nu snel gaat gedaan zijn. Hier is zuurstof, adem diep in. Ik voel onmiddellijk dat het blijkbaar geen zuurstof is, maar een mij onbekend gas? Na twee teugen ben ik weg. Of hebben ze toch ook langs die baxter er wat ingeduwd zonder dat ik het heb gezien? Who knows.
Dinsdagavond, uur onbekend. Ik ontwaak in de recovery room. Een onbekende man staat naast mijn bed en vraagt iets. Ik weet niet meer wat, ik herinner mij enkel dat ik het antwoord op zijn vraag wist, maar het niet kan gezegd krijgen. Ik herinner mij ook dat ik pijnloos ben die moment. Dat heb ik hem wel gezegd denk ik. Hij antwoord met ja, we hebben een dubbele J stent geplaatst, en de koliek is over. We hebben ook de steen kapotgeschoten. Je bent nu in de recovery room, en mag subiet terug naar uw kamer. Het laken gaat naar achter, en er ploft een spuit vooraan in mijn rechterbil. 4 op de schaal, en ik ben nog onder narcose… aan deze prik zal ik nog dagen plezier hebben. Ik had er dat moment geen erg in, maar het had tien op de schaal moeten zijn☺ Ik weet nog dat de telefoon regelmatig overging. Rechts naast mij ligt een mevrouw. Gaat het een beetje mevrouw? Zeer zachtjes ‘nee’. En ik hoor pssss. De klank van het masker met onbekende substantie? (Toch alleen maar zuurstof?) Ik heb ze niet meer gehoord. Links naast mij lagen er twee, die ik helemaal niet heb gehoord. Maar ik weet zeker dat ze er waren. Ik heb hem er tegen horen spreken. Het viel op dat er met korte tussenposen automatisch mijn bloeddruk werd gemeten. Een systeem om mijn rechterarm, dat opspant en vervolgens weer ontspant. Aan weerskanten naast mijn bed stonden karretjes met apparatuur. Ik hoor het getuut van de hartslagmonitor nog. Achteraf bekeken denk ik dat ik meerdere keren ben wakker geweest, maar al wat ik mij herinner staat hier geschreven.
Nacht van dinsdag op woensdag 00.10H Ik schiet wakker. Wat meteen opvalt: geen pijn. Niet het minste. Dadelijk zijn daar twee verpleegsters. Ik denk dat Jos ze gebeld heeft toen hij merkte dat ik wakker was. Ik zou anders niet weten hoe zij daar plotseling al waren. Hoe gaat het mijnheer? Goed, ik heb geen pijn. Onmiddellijk is daar een klein flesje dat bij aan de infuus wordt gehangen. Waar dient dat voor? Dat is voor de pijn mijnheer. Ik heb geen pijn. Voor de pijn die nog moet komen mijnheer. Er word ook nog een injectie in het infuus gespoten. Het begint mij nu ook te dagen dat ik een blaassonde heb. Zeer ongemakkelijk gevoel, maar op dat moment nog geen pijn. Of ik mag drinken? Ik heb zo’n dorst. Eigenlijk niet echt mijnheer, een klein slokje misschien. Volgende keer dat ik op de klok kijk is het al 02.00H. blijkbaar ben ik toch bijna onmiddellijk in slaap gevallen. Zullen de flesjes en de spuitjes iets mee te maken hebben denk ik. Ik erger mij aan de blaassonde. Het ongemak is nu al groter, en zal er niet op verbeteren de komende uren. Ik volg de darm, en zie nu ook de zak hangen. Ik schrik van het aanzicht. Het lijkt wel puur bloed. De komende uren is een opeenstapeling van indutten, ontwaken, drinken, en mijn gewicht verplaatsen tussen mijn linkerdij en rechterdij. Allebei hebben ze prikken gehad, en de pijn in mijn voorkant rechterdij begint zich nu echt te manifesteren. Het is nu dat ik mij herinner dat er een prik is ingegeven in de recovery. 4 was het zeker he… gedverdekke toch.
Een nieuwe dag in hel Omstreeks 06.00 staat Jos op. Hij gaat zich wassen en scheren. Ik herinner mij dat hij 40 minuten in de badkamer vertoefd, en vraag mij af wat hij daar al de tijd aan het doen is. Om 20 voor zeven is hij terug in zijn bed. We zijn beiden klaarwakker, en beginnen te praten over wat mij is overkomen. Jos zegt weer dat ik vandaag naar huis mag. Onmogelijk repliceer ik. Ik kan zelfs nog niet op mijn benen staan. De sonde doet nu wel erg vervelend. Een zeer branderig gevoel, en een constante drang om te plassen.
Ik durf het nu aan om het laken weg te doen, het hoofdeinde van mijn bed omhoog te zetten, en een poging te doen om over mijn te dikke buik mijn gereedschap te inspecteren. Het laken ziet er niet uit. Grijsachtige opgedroogde ‘harde’ vlekken. De darm die uit mijn geslachtsorgaan komt, is zo dik als een bic, maar ligt in tegenstelling tot ’93 niet vastgetaped aan de eikel. Ik herinner mij levendig hoe men toen die tape heeft verwijderd… het valt mij ook op dat er maar één buisje is. Direct bij het buitenkomen splits dit zich wel in verschillende. Dat was toen ook niet het geval. Toen lag de ureter scoop gewoon nog naast het bed. Nu wel vastgemaakt met een grote plakker aan mijn linkerdij. Nu weet ik waarom bewegen zo pijnlijk is. Bij elke beweging van mijn linkerbeen verplaatst de sonde zich. Erin/eruit. Leuk is anders. 07.55H Jos neemt plaats aan de tafel, in afwachting van zijn ontbijt. Hij heeft zo’n dunne pamper op de kop getikt, en gebruikt die als bavet. Dan moet ik maar om de drie dagen van pyjama vest wisselen repliceert hij op mijn lachje. Het eten laat op zich wachten. Plotseling krijg ik een erectie. Hoe kan dat nu? Moet dat nu echt? Achteraf bekeken begrijp ik nog altijd niet hoe dit kon. Dit is nu wel het meest onhebbelijke moment. U begrijpt dat de combinatie met de blaassonde voor een ‘ambetante’ situatie zorgt. Stilletjes blijven liggen en wachten tot het overgaat. 08.40H daar zijn ze met de Jos zijn eten. Ik vraag aan de verpleegster of ik ook iets ga krijgen. Ze weet het nog niet, en moet het even vragen. Toch wel blijkt, maar wat ze noemen een licht ontbijt. 4 kleine toastjes, met twee potjes jam en één potje margarine. Én een kruik met drie tassen thee. Geen koffie. Geen suiker. Jos gaat alweer op stap om suiker te vragen. Ja, dat mocht maar waren ze vergeten. Ik heb nu al meer dan 36 uur niks meer gegeten. Dit moet zowat het best ontbijt zijn dat ik in mijn leven heb gehad. Ik moet mezelf dwingen om niet te snel te eten, en alles zo goed mogelijk te kauwen. Ik beeld me onze hond in, die niet het verstand heeft om traag te eten… ik eindig door met een natte vinger de kruimels uit het bord op te eten… niveau… 09.00H De doktor komt op de kamer. Hij vertelt dat de operatie goed geslaagd is, dat ze de steen hebben kapotgeschoten, dat de steen een top van een duim groot was, en dat ze een stent hebben geplaatst. Geen complicaties. En dan vertelt hij iets dat ik niet graag hoor. De kleinste stent, 1,5 mm kreeg hij er maar juist in. Dat hij in zijn carrière nog zelden of niet heeft meegemaakt dat iemand zo’n kleine ureters heeft. Ik vul aan dat het dan opmerkelijk is dat ik ‘nog maar’ twee keer nierstenen heb gehad. Ik ben tenslotte al 42. Hij vraagt mij of ik vandaag naar huis wil. Maandag om 17.00H op controle bezoek komen, en indien geen steen meer, onder plaatselijke verdoving de stent eruit, en einde verhaal. Ja, die afloop zie ik helemaal zitten. Of die sonde er dan moet inblijven? Natuurlijk niet, die gaat vanmiddag eraf. 10.00H twee verpleegsters komen op de kamer. Één om mij te wassen, de ander om de lakens te verversen. Ik vermoed dat de hoofdverpleger hen opdracht heeft gegeven. Die was bij de dokter op ronde een uur daarvoor, en heeft één en ander geïnspecteerd terwijl wij aan het praten waren. En waarschijnlijk ook gezien dat het een zootje was. Vanaf mijn knieën tot aan mijn navel zie ik rood/bruin. Isobetadine of zo iets denk ik dan. Met een grote spons aangebracht? Mijn onderbroek is vermist. Kwijtgespeeld in de OR denk ik. Kunt u zelf naar de badkamer mijnheer? Of moeten we de wasbeurt in bed laten doorgaan? In de badkamer dus. Een eerste test of ik uit bed kan. De verpleegster helpt mij uit bed, en draagt mijn zakken… ik ben nog zeer zwak, en waggel zoals een gans. In de badkamer aangekomen wil ze wel mijzelf laten wassen, maar staat erop dat ze mijn getuig eigenhandig inspecteert én ontsmet. Blijkbaar hangt er nogal wat grijs slijm, etter denk ik, aan de sonde. En dat voorspelt niet veel goeds vrees ik.
Na de wasbeurt een propere pyjama aangetrokken, die mijn vrouw meegebracht heeft. Terug aan mijn bed aangekomen blijkt dat al opgemaakt en in orde te zijn. Heerlijk, gewassen en propere lakens en pijnloos. Ik zie het weer helemaal zitten. Alleen die verdomde blaassonde. Als ik daar nu nog vanaf raak. Omstreeks 11.00 begint de verveling toe te slaan. Ik besluit om mijn gsm aan te leggen, en de belangrijkste klanten op te bellen waarom ik de laatste dagen van de planeet verdwenen ben. Met de standaard beterschapwensen en andere prietpraat afgesloten. Volgende week is ook nog een week.
Finally, raus damit 12.00H twee verpleegsters met een karretje gereedschap komen de kamer binnen. Ze moeten het niet vertellen, ik weet wat ze komen doen. De gordijn gaat dicht, Jos zegt niks. Hij weet het ook. Mijnheer, zegt Carine, ik ben gekomen om de blaassonde te verwijderen. Onmiddellijk is de tweede bezig al met het wegnemen van het infuus. Inclusief alle plakrommel. Carine is reeds bezig met de grote pleister op mijn dijbeen weg te nemen, en de darm af te koppelen. Ze haalt een vrij grote lege spuit boven, ik vraag mij af waar dat voor dient. Eerst denk ik nog om de laatste urine weg te zuigen uit de blaas, maar dan zie ik dat ze een soort van ventieltje wegneemt, waar ze de spuit opzet en begint te zuigen. Mijn frank valt. Tegen het wegzakken van de sonde is er blijkbaar één of ander systeem waarbij in de blaas een ballonnetje zit. Wist ik niet. Weeral wat geleerd. De sonde in een vlaag van zinsverbijstering zelf proberen uit te trekken zal dan een bijzonder slecht idee zijn…. We kunnen daar nu een uur aan prutsen, of we kunnen ze in één ruk wegnemen. Wat denkt ge? Ik probeer te antwoorden, maar ze is me voor. In één ruk dus. Man man man toch…. Een van die minder leuke momenten in het leven…. Enfin, het is voorbij. Ik ben verlost van alle slangetjes en sondes. Nog even naar het toilet en dan kunnen we gaan eten. Jos zit reeds aan de tafel te wachten. Op het toilet komt de volgende verassing. Plassen is erger dan ik had gedacht. Eerst is er de brandende pijn van de irritatie van de Urethra, maar dan, de pijn gerelateerd aan de stent in de ureter. Ongelooflijk hoe snel de invloed van papaveri ophoud. De baxter is amper 20 minuten weg…. 12.30H eten! Jawel, ik kan weer aan het tafeltje. Verlost van het bed. Ik ben nog dizzy, maar het gaat goed, en ik heb een enorme eetlust. Kipfilet met puree, en een bouillonsoepje. Weliswaar een kleine portie volgens mijn normaal stramien, maar ik ben toch gelukkig. In tegenstelling tot wat Jos beweert, vind ik de smaak zeer goed te doen. Gestoomd ja, maar toch pittig gekruid. Best wel lekker. Ik slaag er toch in om het volledige menuutje, inclusief de flan pudding op te eten. Dan valt het mij op, als Jos het lege bord bouillon neerzet, ben ik aan de pudding bezig. Ik had er niet aan gedacht, in tegenstelling tot deze morgen, om traag te eten. Zo snel vervalt en mens in zijn oude gewoontes…. 14.00H de papieren! Carine komt met de foto’s en het ontslagbriefje. Ik ben al aangekleed en kan niet wachten om te vertrekken. In de lange gangen kan ik wel mijn vrouw niet bijhouden. Ik ben nog traag.
Back Home Thuisgekomen ben ik al maar direct begonnen met een dutje in de zetel te doen. Toch nog papavers in mijn hoofd? Om 19.00H besluit ik om maar naar bed te gaan, want constant indutten met die onozele tv is ook niet mijn ding. Ik weet niet hoe dikwijls, maar minstens 8 keer ben ik opgestaan om te gaan plassen. En de pijn word steeds erger. Geen crisis, maar toch… Om 07.00 s ’morgens houd ik het niet meer, en besluit om de kliniek te bellen. Ik vraag naar de hoofdverpleger op de gang waar ik gelegen heb. Ik weet niet wie ik aan de telefoon had, maar ze kende mij nog. Na wat over en weer gepraat gaf ze me de raad om de uroloog op te bellen op zijn privé telefoon en ze gaf me dat nummer… ik krijg zijn vrouw aan de lijn. Of ik de dokter kan spreken. Net te laat mijnheer, hij is al vertrokken naar de kliniek. Dus, terug naar het hoofdnummer gebeld. De dokter is nog niet in de kliniek mijnheer. Jawel mevrouw, probeer me maar door te verbinden. En dat doet ze ook. Bij de eerste toon heb ik hem aan de lijn. Ik vertel hem over mijn woelige nacht. Hij stelt mij gerust. Ik kan geen crisis hebben, ik heb toch een stent. Na nog wat over en weer gepraat stelt hij voor dat ik naar zijn thuispraktijk kom, vanavond om 17.00H om een echografie te nemen, ter controle van de positie van de stent. 17.00H? zolang nog? Goed, ik leg er mij bij neer en probeer de dag door te komen. Pijnstillers en nog eens pijnstillers. Buscopan en dafalgan. Van 1gr dan nog wel…. Om 16.50H sta ik in Berlaar. 8 man in de wachtzaal. Het valt nog mee, na 40 minuten neemt hij mij ertussen. Achteraf blijkt dat de wachttijd 3 weken is.. Met de echograaf vastgesteld dat de stent nog op zijn plaats zit, en de nier niet gestuwd is. Maar omdat ik toch blijf doorgaan over die aanhoudende pijn besluit hij om mijn medicatie aan te passen. Ik krijg nu een ander pijnstiller voorgeschreven, Contramal. Nooit van gehoord. Na dat ik verteld heb over mijn koorts, heb ik echt zijn aandacht. Dat kan duiden op ontsteking, en dat willen we echt niet. Het ontstekingsremmende middel urfadyn dat ik al sinds gisteren neem, moet ik vervangen door een antibioticum. Ciprofloxacine. Ook nooit van gehoord. We spreken af dat we de afspraak van volgende maandag gewoon aanhouden. Die avond en nacht valt er best te leven met de pijn. Ik kan dan ook redelijk goed slapen. Weliswaar maximum 2 uur aan één stuk, want dan moet ik gaan plassen. En drinken.
Ja hoor… terug naar de kliniek Vrijdagochtend om 09.30H opgestaan, wakker geworden van de telefoon. En met pijn. Niet overdreven, maar slepend, knagend. Niet alleen tijdens het urineren zoals gisteren, maar constant. Met het stramien van de voorgeschreven medicatie plus om de vier uur een dafalgan houd ik het min of meer uit. Om 14.00H komt mijn vrouw thuis, en vraagt of ik terug naar de kliniek wil. Zij ziet wat ik denk, ik bel hem. Weer wat over en weer gepraat, en met de boodschap dat ik het niet meer onder controle krijg, stelt hij voor dat ik mij terug laat opnemen. Onderweg naar de kliniek word de pijn zo hevig, dat ik vermoed dat het een niercrisis is, terwijl dat eigenlijk niet kan. Ginder aangekomen, direct naar een kamer. Weer twee verpleegsters, die echt wel compassie hebben met mij, en zo snel mogelijk mij op mijn buik rollen en in de achterkant linkerdij een spuit planten. Schaal 6. pijn is opgelopen tot schaal 7, minstens. Direct krijg ik een infuus, met de gekende toevoeging: papaveri 3*.
De doktor komt op bezoek, en beveelt om onmiddellijk weer terug naar de scanner te gaan. In de rolstoel deze keer. Mijn vrouw brengt en haalt me naar de radiologie. Even later is de dokter weer terug. Hij spreekt van na-kolieken, zoiets als naweeën, en laat de medicatie aanpassen. Dat gaat door tot 19.00H op dat moment is de pijn volle schaal 10. De verpleegster zit naast mijn bed en vertelt dat ze geen pijnstiller meer heeft die ze nog niet in maximum hoeveelheid heeft geprobeerd. Één ding heeft ze nog in haar arsenaal, een middel om te ontzwellen. Maar dat mag ze maar één keer in de 24H geven. Ik zeg als het kan helpen, now is the time,doen!! Zakje gaat eraan. Licht gelige vloeistof. Wonder boven wonder, de pijn neemt bijna onmiddellijk af. Na een kwartier is het zakje halfleeg, en de pijn gedaald tot schaal 2. Ik stel voor, aangezien van dat spul er maar één per 24H mag gegeven worden, om nu de kraan dicht te zetten en het resterende product te bewaren tot straks, als het weer eens misgaat. Algemeen gelach, mijn moeder zegt hij wil zuinig zijn. Maar de verpleegster wil niet. Tegen de regels waarschijnlijk. Laat het product nu maar eerst zijn werk doen. De rest van de nacht verloopt rustig, buiten dan de capriolen van mijn nieuwe kamergenoot. Leon, net tachtig geworden, Parkinson patiënt en geopereerd van een ‘abces’ aan zijn prostaat, volgens zijn vrouw. Hij ligt met een blaassonde. Ik voel met hem mee. Ik heb dat onlangs ook mogen ervaren, en weet hoe klote dat is. Bij elk bezoek van een verpleegster kan hij niet nalaten te vragen waneer dat ding eruit mag. Op een gegeven moment gaat hij naar de badkamer. Zijn onderlichaam helemaal naakt. Ik schrik van het feit dat hij zo mager is. Zijn benen, net borstelstelen. Enfin, back to topic. Zaterdag 08.30H net met het ontbijt bezig, de dokter op de kamer. Hoe gaat het vanmorgen? Zeer goed dokter, pijnvrij. Alleen, mijn rug voelt aan alsof ze er met een trein hebben overgereden, zo stijf. Niet moeilijk na zo’n middag krampensessie. Er zit nog één steentje van een centimeter of zowat. Maandag zullen we dan zien of er nog een steen is , en indien niet halen we onder plaatselijke verdoving de stent weg, Enfin, hij stelt voor dat ik wederom naar huis ga, en de afspraak van maandag aanhoud. Vrijwel direct komt de verpleegster om het infuus weg te nemen. Ik ken de procedure nu, en inderdaad, 20 minuten later bij het plassen, pijn. Idem zoals donderdag. Geen stuwing of koliek, gewoon pijn. Plassen gedaan, pijn weg. Daar kan ik nog mee leven denk ik dan maar. De hele voormiddag gelezen, gedronken, geplast. In die volgorde. Om 13.30H is mijn vrouw daar om mij weer op te halen. Huiswaarts. Olé.
Back Home (bis) De rest van de zaterdag gewoon niks gedaan en ondergaan. Intussen begint het wel te dagen dat ik stevig gewicht aan het verliezen ben. Vier kilogram intussen. Omdat ik wat last had van constipatie had de verpleegster mij vrijdagavond een zakje toegestopt, om de stoelgang te bevorderen. Één van de nevenwerkingen van buscopan is blijkbaar dat het de spijsvertering stillegt. De vrijdagnacht en zaterdagmorgen had ik dan ook last van overdreven winderigheid. Al een geluk dat Leon het allemaal niet meer zo bewust meemaakt… Dus de zaterdag in de loop van de middag, en ook nog een stuk van de zondag heb ik een soort van diaree. En ik ga daar nu voorlopig niks voor nemen. Ik ga er van uit dat de werking van dat zakje automatisch wel zal stoppen. En dat was ook zo. Zondagmorgen 07.30H klaarwakker. Opstaan dan maar. Ik kom mijn vrouw tegen in de zetel beneden. Die heeft ook niet veel geslapen blijkbaar. Mijn dochter gaan afhalen op één of andere fuif om 02.00H, en de rest van de nacht heb ik haar blijkbaar wakker gehouden met mijn plas uitstapjes… in de namiddag voor wat entertainment gezorgd. Een koffietje gaan drinken op de vliegclub. Eigenlijk zo weinig mogelijk verteld over mijn wedervaren. Ik zoek noch wens compassie. In de latere middag gaan eten bij mijn grootvader. In het dorp is het kermis, en dan komen
de kinderen en kleinkinderen eten. Dat is al zo sinds mensheugenis. Het valt iedereen op, en mezelf ook, hoe weinig eten ik naar binnen krijg. Dat zijn ze niet gewend. En ik ook niet… 19.30H ik besluit te vertrekken en bij een vriend langs te gaan, die zijn nichtje van 21 jaar oud is zaterdag begraven. Ik had eigenlijk op die begrafenis moeten zijn, maar lag in het hospitaal. Dus voelde ik mij wat ongemakkelijk, en was eigenlijk gegaan om mijn verontschuldigingen aan te bieden. Blijkbaar wisten ze al waarom ik afwezig was. De tamtam werkt goed… blijven hangen tot 22.00H, en dan direct gaan slapen.
De afspraak op maandag Maandagochtend 09.20H de grote dag breekt aan, met pijn weliswaar. Raar, nu geen slepende pijn, maar veeleer stekende scherpe pijn. Ik denk direct dat het de steen is die zich heeft verzet. Mijn vermoeden word gesterkt door het feit dat ik vrij veel bloed verlies. Met de pijn gaat het van kwaad naar erger, en omstreeks 14.00H ben ik zover dat ik helemaal niet meer kan plassen. De pijn is té erg. Het gaat nu als volgt: overvolle blaas, op het toilet gaan zitten als een meisje, en gedurende minuten proberen om het kraantje open te krijgen, met een beetje urineverlies tot gevolg, en pijn. Veel pijn. Dus : kraan terug dicht, en seffens nog eens proberen. Dat gaat zo door tot ik in de kliniek op consultatie ben. 17.40H hoe gaat het met u mijnheer Jacops? Slecht dokter, en ik vertel hem over mijn wedervaren van de dag. Hij zet een betrekkelijk gezicht op en laat mij plaats nemen in de onderzoeksstoel. Met de echograaf stelt hij vast dat mijn blaas weliswaar zeer vol, maar nog niet in retentie is, zoals hij dat noemt. Dan is de blaas verlamd, en kan de inhoud van de gebruikelijke 400mL opgelopen zijn tot 2,5 L.!! Ik durf er niet aan te denken. Enfin, onmiddellijk naar de dienst radiologie, om een foto te nemen. De zoveelste… terug naar de consultatie wachtzaal in de polikliniek. Intussen is het buiten stevig aan het onweren, zo erg dat ons gesprek regelmatig onderbroken word door hevige donderslagen. Maar, meer slecht nieuws. De stent is uitgezakt. Duidelijk te zien op de foto. Hij ligt helemaal opgekruld in de blaas, en zit mijn inziens nog amper in de nier. Misschien nog net. Dat verklaart natuurlijk de onmenselijke pijn, schaal 7, tijdens het plassen. We besluiten dat de stent er zondermeer uitmoet. Op de röntgenfoto is echter geen spoor van een steen. Maar, in ‘93 konden ze op gewone röntgenfoto’s ook geen stenen waarnemen. Als hij niet is opgebouwd uit kalk, ziet ge hem ook niet. Op de scans was hij wel goed te zien. De dokter stelt voor om de stent er nu niet uit te halen, want in het geval er toch nog een steen moest zijn, dan riskeer ik een nieuwe crisis vannacht. En ik, maar ook hij, wil dat niet. En voor het verdere leven van mijn nier is het ook beter dat die niet moet gaan stuwen. Dus gezamenlijk beslissen we om de pijn te verbijten, en donderdagmorgen nuchter binnen te komen. Onder volledige narcose gaat hij dan de stent wegnemen, en dan een beetje contrastvloeistof opspuiten in de ureter, in een poging om de mogelijke steenrestant in beeld te krijgen. Moest die er dan toch nog zijn, wordt er aansluitend naar de niersteenvergruizer gegaan. En in het andere geval, houdt het op. Dinsdagmorgen 08.00H. nog steeds zelfde scenario dan gisteren. Constant volle blaas en in de onmogelijkheid om te plassen. Ik ben voor de rest wel redelijk vitaal. Ben andere remmen op de wagen laten monteren, en eigenlijk blijf ik goed overeind. In de namiddag krijg ik bezoek van Gert. We gaan samen wat papierwerk doen naar aanleiding van de contest waarin we hebben geparticipeerd nu twee weken geleden. Ik sukkel de dag door, en schrijf nog wat aan dit dagboek. Om 22.50H sluit ik af en ga naar bed.
Woensdag. De ganse dag wat aangemodderd, weinig gedaan. Het probleem van pijn bij het plassen is nog steeds aan de orde. Ik heb nu een ‘afknijppunt’ weten vast te leggen, dat het midden houd tussen nog te vol en te veel pijn. Ik hoop dat het morgen gedaan is. Met constant volle blaas lopen is volgens mij gevaarlijk voor infecties en de ‘rek’ kwijt te spelen. En daarbij, hoe gaat dat in de toekomst evolueren met mijn blaasspieren en dichtingmechanisme. Ik herinner me van de vorige keer dat het een jaar geduurd heeft vooraleer ik weer min of meer normaal was betreffende plasgedrag. Naar de onderdelenshop geweest voor spare parts voor onze vaatwasser. Die is al drie weken defect, en ik heb vanmorgen er werk van gemaakt en de fout gezocht. Hij heeft hetzelfde probleem als ik, een verstopte buis en ditto pressostaat. Ik heb nu de onderdelen, maar ben te lui om ze er in te steken. Ik kan mij ook niet concentreren, en ben bijzonder zwak. Heb zonet nog eens op de wegschaal gestaan, en ben sinds dinsdag vorige week 6 kilogram kwijt. Op acht dagen…. 21.40H ik zit voor de computer dit te schrijven, en ga nog wat fruit proberen te eten. Morgenvroeg moet ik om 09.00H nuchter binnenkomen. Dus profiteer ik om nu nog iets te eten en te drinken. Hoewel ik er niks van geloof dat ik ‘sterk’ genoeg zal zijn om vannacht niet te drinken. Nu het nieuwe narcose moment nadert, begin ik ook weer schrik te krijgen. Wat zal morgen brengen? Er kan zoveel mislopen. Wat als ze mijn ureter kapot doen? Of ik een nier kwijtspeel? Wat als er met de narcose iets misloopt? Wat als de contrastvloeistof weer een crisis uitlokt? Zal ik weer wakker worden met een blaassonde. Begint de shit weer van voor af aan? Wat als er toch nog een steen zit? Te veel vragen, ik moet stoppen met dat negativisme. Ik moet hopen op een goede afloop.
Donderdagmorgen. Het uur van de waarheid. Opgestaan om 07.40H. douchen, wat rondhangen en wachten tot mijn vrouw beslist dat het tijd is om te vertrekken. Om 08:40 in het ziekenhuis goed op schema. Dacht ik. Tientallen mensen zitten te wachten aan het kantoor voor de opname. Heb ik nog tijd om gaan te plassen. Weer maar eens. Om 09.30 is het onze beurt. Nu zijn we echt te laat. Dacht ik… op de kamer aangekomen, 427, blijkt dat het koppel dat net voort ons was, nu op 428 staat. Dezelfde kamer als vrijdag. Bestaat er dan toch toeval… Mijn kamergenoot voor vandaag dus… Léon is blijkbaar naar huis. Niks in de kamer herinnert nog aan hem. Enkel in mijn geheugen… Wachten. Wachten. Wachten. Mijn kamergenoot heeft blijkbaar een te hoge prostaat PSA waarde in zijn bloed, en moet allerlei onderzoeken ondergaan. Waaronder een botscan.., en een foto van zijn longen. Spijtig genoeg weet ik wel waarom, maar hij blijkbaar nog niet.. Voorafgaand aan zijn operatie komende maandag. Hij is er nog redelijk gerust in, maar ik heb verleden week Léon gezien, en weet wat hij gaat moeten doormaken. Ik zwijg… wat ze met mij van plan zijn weet ik niet, maar het wordt 13.30 vooreerst de verpleegster binnenkomt en verteld dat ze mij moet klaarmaken om naar het operatiekwartier te gaan. Of ik nog nuchter ben? Tja, als het nog lang duurt pleeg ik een aanslag op de fles van mijn buurman. Algemeen gelach. Groen… 14:00H een stagiare komt mij met bed en al ophalen, en richting 2é gaat het.
Mijn vrouw gaat mee tot aan de deur van de operatievleugel. Vanaf dan moet ze achterblijven, en besluit om iets gaan te eten. Of ze niet van plaats wil wisselen? Blijkbaar niet… en daar lig ik weer. Op net dezelfde plek als verleden week. Voor de ingang van scrub3. Blijkbaar is men klaar met de vorige, en zijn ze het operatiekwartier aan het klaarmaken voor mij. De dokter komt even langs, en verteld dat ze vandaag zo weinig mogelijk gaan doen. Zeer zeker de stent eruit, en dan een klein beetje contrastvloeistof op spuiten in de ureter om te kijken of er nog iets zit, en dan afwerken. Gedaan. Ik vertel hem dat ik er op hoop dat het goed afloopt. Hij verzekerd mij van wel, en weg is hij. Het is onwaarschijnlijk hoeveel apparatuur dat de verpleegsters in het operatielokaal binnenrijden. Allemaal karretjes met monitors, een draagbaar röntgenapparaat, en ik weet niet wat nog allemaal. Allemaal voor mij? Vraag ik mij af. Blijkbaar wel. Als laatste duwen ze mijn bed binnen. Een grote blonde kerel met een raar, ik zou zeggen Slavisch accent, stelt zich voor als de anesthesist. Waarom ik geen infuus heb. Goede vraag. Op de kamer heeft men dat niet gedaan. Dus zult gij het moeten doen. Daar krijg ik al rap spijt van. Hij wil het persé, hoe kan het anders, in mijn linkerarm. Ik doe al geen moeite meer om hem te overtuigen. Hij houdt er alleen een rare methode op na, en probeert het in een ader te steken op de bovenkant van mijn hand. Pijnlijk. Maar dan begint hij het ‘product’ erin te spuiten. Ik vraag hem of het niet met gas is? Nee, nooit zegt hij. Raar, ik dacht nochtans… en toen pijn. Veel pijn. De verdovende stof, herkomst onbekend, verspreid zich over mijn heel lichaam, maar in tegenstelling tot de vorige keer duurt het nu een eeuwigheid vooraleer ik weg ben. Het begint mij te dagen dat de dokter gezegd heeft dat men mij maar net wil ‘onder’ houden. Misschien is dat de reden, geven ze maar een kleine hoeveelheid spul, en duurt het daarom zo lang... Aangenaam is anders, enfin, aan het eind van het verhaal ben ik toch ‘weg’. Uur onbekend. Recovery. Hier ben ik nog al eens geweest. Ik bedenk dat ik weer op exact dezelfde plek lig, en weer ligt er zeker 4 of 5 man. Ik zie niks, of toch weinig. Troebel. Pijn in de nierstreek. Machine naast mij die constant tuut. Mijnheer die zuurstof komt bijgeven en vraagt of ik rook? Nee, al drie jaar niet meer. Stilte, en psss. Blijkbaar de gevolgen van roken nog niet helemaal voorbij bedenk ik. Ze monitoren de hoeveelheid zuurstof in het bloed, en komen verschillende keren opnieuw met een masker telkenmale als dat machien tuut zegt. Ik ken de waardes wel niet, en wil het vragen maar het komt er niet uit. Mijn brein werkt beter dan mijn motoriek… het deken gaat naar achter, ik zet me schrap maar de verwachte prik in mijn dijbeen komt niet deze keer. De sondes gaan eraf en ik mag naar de kamer. Eerst u ogen nog proper maken, we hebben er zalf ingespoten tegen het uitdrogen. Waarschijnlijk stonden mijn ogen tijdens de narcose open? Ik weet het niet. Recovery is dus ontelbare keren wakker worden, en terug indutten, dat weet ik intussen. En telkenmale als iets of iemand u wakker maakt zijt ge teleurgesteld. Laat me met rust, is hetgeen door mij heengaat. Terug op de kamer is er mijn vrouw, die vraagt hoe het is geweest. Ik herinner mij dat de dames antwoorden dat zij maar van het transport zijn, en niks weten. Even later zijn daar de verpleegsters, die weten ook van niks, maar hebben de opdracht om mij binnen een uur laten te drinken, en als dat goed gaat om nog eens een uur later mij laten te eten. En als dat ook goed gaat, mag ik naar huis.
Drinken en eten gaan dan tussen de slaapbeurten tussenin. Ik ben wel al twee keer gaan plassen. De eerste keer, grote schrik. Bloed, maar géén pijn. Inderdaad, nog niet het minste. En er hangt geen papaveri meer aan, dus zou het dan toch gedaan zijn? Ik hoop het, maar wil voorlopig alleen maar slapen. Slapen. Slapen. Om 20.00H ben ik thuisgekomen. On 20.05 gaan slapen. Slapen slapen ….. 23.00H ik schiet wakker, en moet gaan plassen. Maar ik ben klaarwakker. Geen pijn, geen houten kop, niks. Gewoon klaarwakker. Op het toilet zit ik met schrik, maar tot mijn verbazing kan ik het laten lopen, zonder pijn of zelfs zonder branderig gevoel. Druk zetten is er vooralsnog niet bij. Ze zijn voorzichtig geweest vandaag. Dat doet mij er aan denken dat ik mijn medicatie nog moet pakken. In de keuken verslind ik mijn pilletje met een schijfje ananas. Tegen ik klaar ben is de ananas helemaal verdwenen. Verbazend hoe snel een mens opknapt, als de pijn maar weg is…. Its all over now. Maar in mijn geheugen zal deze ervaring nog even blijven bestaan bedenk ik..