jan kassiesprijs 2007
jan kassiesprijs 2007
1 2 3
+
Inhoud
02
Wat is de Jan Kassiesprijs?
03
Jurysamenstelling
04
Juryafwegingen en criteria
06
Amateurkunst, onderwijs en kunsteducatie: wat kunnen ze voor elkaar betekenen?
09
Beleid en ontwikkelingen
10
1e prijs: Ik mis je zo van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam
16
2e prijs: Historische verhalen van Kunst Centraal in Bunnik
22
3e prijs: Lager van Stichting Dansnest in Oosterhout
28
eervolle vermelding: Gaten van Theatergroep Aardewerk & Hemelse Gerechten in Leiderdorp
Veel mensen, jong en oud, zijn actief in de kunsten. Sommigen als professioneel kunstenaar, maar het overgrote deel als amateurkunstenaar. Kinderen, jongeren en volwassenen zijn enthousiast en actief bezig met kunst, in al haar verschijningsvormen. Het besef dat amateurkunst een belangrijke maatschappelijke rol vervult en van grote waarde is voor de samenleving, wordt steeds groter. Niet alleen kreeg kunst- en cultuureducatie in de afgelopen jaren in het onderwijs een plek, maar ook in het verlengde van het onderwijs, zoals in de brede school. De relatie tussen amateurkunst en scholen is vanwege deze ontwikkelingen het thema van de Jan Kassiesprijs 2007. Er is aandacht voor: de rol die amateurkunst kan spelen in de relatie tot het onderwijs, wat de mogelijkheden zijn, hoe samenwerking tussen amateurkunst en scholen vorm kan krijgen en welke voorwaarden daarvoor noodzakelijk zijn. Kunstconnectie is ervan overtuigd dat samenwerking tussen amateurkunstenaars en scholen waardevol is. Het is een ontwikkeling die in de kinderschoenen staat en mede daarom van belang is om te ondersteunen. Met de Jan Kassiesprijs 2007 wil Kunstconnectie dit thema een stimulans geven. Want dat is de bedoeling van de Jan Kassiesprijs: vernieuwingen in de kunsteducatie bevorderen. Niet alleen door interessante praktijkvoorbeelden onder de aandacht te brengen, maar ook door antwoorden te vinden op vragen die ontstaan bij nieuwe ontwikkelingen. Deze brochure geeft daartoe een aanzet. Kunstconnectie hoopt van harte dat de genomineerde projecten een inspiratie zijn voor andere amateurkunstenaars, –verenigingen en scholen, maar ook voor instellingen voor kunsteducatie en –participatie. De instellingen kunnen met hun professionele inzet de samenwerking tussen amateurkunst en scholen vorm en inhoud geven. En wat is er mooier dan dat alle kinderen en jongeren de kans krijgen actief met kunst bezig te zijn, geïnspireerd door enthousiaste kunstenaars uit de eigen omgeving. Ap de Vries directeur Kunstconnectie
30
Overzicht inzendingen
jan kassiesprijs
0
Wat is de Jan Kassiesprijs?
De Jan Kassiesprijs is sinds 1988 dé prijs voor personen en instellingen die bijzondere activiteiten ontplooien in de kunsteducatie. De prijs is vernoemd naar Jan Kassies (1920-1995). Hij was jarenlang een toonaangevend figuur in de Nederlandse kunsteducatie. Hij was cultuurfilosoof, lid van de Eerste Kamer voor de PvdA en vervulde diverse bestuursfuncties op het gebied van de kunsten. In het verleden werd deze prijs uitgereikt door het Fonds Kunst en Educatie (FKE). Kunstconnectie reikt de prijs nu voor de tweede maal uit. Kunstconnectie hecht er waarde aan om nieuwe en goede praktijken van kunsteducatie te stimuleren door ze zichtbaar te maken. Zij wil daarmee een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kunsteducatie en wil centra voor de kunsten en provinciale instellingen voor kunsteducatie en -participatie stimuleren om – samen met andere partners – vernieuwingen in de kunsteducatie te entameren. Want daar gaat het om bij de Jan Kassiesprijs: het stimuleren en in de publiciteit brengen van eigentijdse en vernieuwende kunsteducatie voor kinderen, jongeren en volwassenen, onder schooltijd of in de vrije tijd.
Jurysamenstelling De jury van de Jan Kassies prijs 2007 bestaat uit de volgende leden:
Piet Roorda studeerde o.a. schoolmuziek en koor- en orkestdirectie aan de conservatoria in Groningen en Rotterdam. Hij was als docent betrokken bij cursussen van centra voor de kunsten en het kunstvakonderwijs. Ook was hij dirigent en muzikaal leider bij amateurkoren, orkesten en muziektheaterproducties. Als dirigent werkt hij nog steeds in het amateurveld. Bij Kunstfactor, het sectorinstituut voor de amateurkunst, is hij directiesecretaris en coördinator educatie. Jos Kooij kreeg al op jonge leeftijd teken- en schilderonderricht van een kunstenaar, na de middelbare school ging hij naar de Kweekschool in Beverwijk en startte daarna zijn loopbaan als leerkracht. In die periode haalde hij zijn tweedegraadsbevoegdheid voor teken- en handenarbeid. Na een aantal directiefuncties, zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs, stapte hij over naar de Algemene Vereniging Schoolleiders en werkt daar nu als beleidsadviseur met Grassroots Cultuur in zijn portefeuille.
Elke editie van de Jan Kassiesprijs heeft een bepaald thema of is gericht op een bepaalde doelgroep. Voor de Jan Kassiesprijs 2007 is het thema: samenwerking tussen amateurkunstenaars en –verenigingen en scholen (primair en voortgezet onderwijs) bij het vormgeven van kunsteducatie onder of na schooltijd. De prijs bestaat uit een geldbedrag, maar het gaat vooral om het stimuleren van nieuwe ontwikkelingen in kunsteducatie. Met de prijsuitreiking en brochure wordt het thema van deze prijs en de winnende good practices onder de aandacht gebracht bij een breed publiek.
Project: Lager
Nicolien van Vroonhoven-Kok (juryvoorzitter) studeerde Kunstgeschiedenis in Leiden, met als afstudeerrichting 19eeeuwse schilderkunst. Daarnaast studeerde ze Rechten; ze studeerde af op Internationaal Recht en Fiscaal Recht. In 1997 maakte ze de overstap naar de Tweede Kamer, waar ze aan de slag ging als beleidsmedewerker Financiën, in dienst van de CDA-fractie. In mei 2002 werd zij beëdigd als Tweede Kamerlid, waar ze onder andere cultuur in haar portefeuille heeft.
Project: Historische verhalen
Edwin Jacobs is directeur van Museum de Lakenhal in Leiden. Daarvoor was hij curator voor de gemeente Tilburg en directeur van Museum Jan Cunen, Oss. Tevens is hij als curator verbonden aan Pleinmuseum. Jacobs is één van de auteurs van het Manifest voor een mondig museum. Jacob’s hart en ziel met betrekking tot zijn werk ligt bij: een zo breed mogelijk publiek op de best mogelijke wijze alle aspecten laten ervaren van het maken, presenteren en communiceren van visuele cultuur. Wim Fiselier volgde de opleiding zang aan het conservatorium. Hij zong als koorzanger bij de Reisopera in Enschede en maakte daar de overstap naar hoofd planning. Vervolgens richtte hij zich op kunsteducatie; hij was directeur van de muziekschool Hilversum, de muziekschool Deventer en het centrum voor de kunsten De Leeuwenkuil in Deventer. Sinds oktober 2007 is hij locatiedirecteur van ArtEZ Conservatorium in Zwolle. Femie Willems (jurysecretaris ) werkt als projectleider bij Kunstconnectie. Na een opleiding als docent audiovisuele vorming werkte zij als consulent en projectleider kunst- en cultuureducatie bij Kunstweb in Amsterdam en het UCK in Utrecht. Ze was medeoprichter van het Nederlands Instituut voor Filmeducatie, waar zij tussen 2002 en 2005 directeur was.
jan kassiesprijs
0
jan kassiesprijs
0
Juryafwegingen en criteria
Project: Lager
De Jan Kassiesprijs is een stimuleringsprijs bedoeld om belangrijke ontwikkelingen en bijzondere praktijken op het gebied van kunsteducatie te bevorderen. De inzendingen voor de Jan Kassiesprijs 2007 maken duidelijk dat samenwerking tussen amateurkunstenaars en –verenigingen en scholen een uitdagend onderwerp is. In de praktijk is het echter een vrij onontgonnen terrein. Het aantal inzendingen bleef beperkt tot 25 projecten. De diversiteit is daarentegen zeer groot. De inzendingen zijn afkomstig van scholen, instellingen voor kunsteducatie en –participatie, kunstinstellingen, individuele amateurkunstenaars en verenigingen. De samenwerkingsstructuren en inhoud van de projecten is divers. Alle kunstdisciplines zijn, in sommige gevallen gecombineerd, vertegenwoordigd: audiovisueel, beeldende kunst, dans, literair, theater en muziek. Eén ding hebben de inzendingen gemeen. Uit alle projecten spreekt een groot enthousiasme en een grote passie voor het actief bezig zijn met kunst en dit over te dragen op anderen. De inzendingen maken duidelijk dat veel projecten met beperkte middelen en menskracht worden uitgevoerd. Hieruit blijkt ook de keerzijde van de mogelijkheden van amateurkunst in relatie tot het onderwijs. Amateurkunst draait op de inzet van vrijwilligers en verenigingen hebben vaak een beperkte organisatiegraad. Hierdoor schieten bijzondere activiteiten, zoals projecten in samenwerking met scholen, er gauw bij in. Bovendien verschillen de wereld van het onderwijs en die van de amateurkunst. Dit maakt het organiseren van samenwerking op praktisch en inhoudelijk niveau niet altijd even makkelijk. De jury constateert dat zonder professionele ondersteuning nauwelijks vernieuwende en inspirerende activiteiten van de grond kunnen komen. En een bepaalde vorm van professionaliteit is essentieel voor een goede overdracht.
met het onderwijs te kunnen samenwerken . Deze kan vorm krijgen door samenwerking met een ondersteunende instelling voor kunsteducatie of amateurkunst. En wanneer het een grotere vereniging betreft, kan deze vorm krijgen door medewerkers die – op freelance basis – betaalde werkzaamheden uitvoeren. De jury heeft vier bijzondere projecten geselecteerd die zij graag – als inspirerende voorbeelden - onder de aandacht wil brengen bij amateurkunstenaars en verenigingen, scholen en instellingen voor kunsteducatie en –participatie. Aan de hand van de hiernaast vermelde criteria zijn de inzendingen van de Jan Kassiesprijs 2007 beoordeeld en de winnaars geselecteerd.
jan kassiesprijs
0
Hierbij wordt gekeken naar: • creativiteit. Is er een moment van ontdekking, gebeurt er iets bij de kinderen? • olievlekwerking. Is er sprake van een olievlekwerking waarbij het kind zijn ervaringen overdraagt op familieleden, vrienden en omgeving? • ‘vrije vormen’. Kunnen kinderen zich vrij uiten? • de mate van activiteit. Zijn kinderen actief bezig met kunst? • ontwikkeling. Op welke manier worden prille of aangewakkerde talenten verder ontwikkeld?’ 2. Het concept van het project is een inspirerend voorbeeld voor samenwerking op het gebied van kunsteducatie/kunstzinnige vorming tussen amateurkunst en scholen. Hierbij wordt in overweging genomen of de samenwerking: • een aanleiding heeft; • tot uitwisseling leidt; • een verdergaand effect heeft en leidt tot een versterking en verbreding van het amateurkunstcircuit.
Een keuze maken uit 25 projecten van heel verschillende organisaties, die elk hun eigen tradities, mogelijkheden en beperkingen hebben, is een moeilijke opgave. De jury heeft zich in de projecten verdiept en deze besproken en beoordeeld op basis van de vooraf vastgestelde criteria. Dit leidde tot discussies over de inhoud van het begrip amateurkunst. Ook kinderen op school kunnen amateurkunstenaars zijn, maar het oefenen van een kunstvorm op zich is nog geen amateurkunst. Essentieel voor amateurkunst is dat er sprake is van vrijwilligheid en een zelfgekozen kunstdiscipline en activiteit. De jury heeft bij de beoordeling gekeken of er sprake is van een situatie waarin overdracht plaatsvindt tussen amateurkunst en kinderen en jongeren. De jury heeft het zwaartepunt van haar beoordeling gelegd bij het ontwikkelen van de creativiteit bij kinderen en jongeren, originaliteit van de vorm en inhoud van het project en een samenwerkingsstructuur die recht doet aan alle partijen. Deze Jan Kassiesprijs maakt duidelijk dat de aanwezigheid van een bepaalde organisatiegraad een voorwaarde is om
1. In het project staan kinderen en jongeren tot 18 jaar centraal. Zij maken kennis met kunst en worden hiervoor enthousiast. Het project draagt bij aan de ontwikkeling van de creativiteit en aan talentontwikkeling van kinderen en jongeren.
3. Het project is origineel en speelt in op de mogelijkheden en ontwikkelingen in kunsteducatie/kunstzinnige vorming, actieve kunstbeoefening en de rol die de school in de buurt heeft. 4. De samenwerking in het project is zodanig dat er voor alle partijen ‘winst’ te behalen is, zowel voor de scholen, de amateurkunst als de gemeenschap. 5. De verhouding tussen menskracht en vorm van het project is in evenwicht.
Project: Ik mis je zo
jan kassiesprijs
6. Het project moet reeds uitgevoerd of lopende zijn, maar is niet ouder dan twee jaar. Projecten in planvorm komen niet in aanmerking.
0
Amateurkunst, onderwijs en kunsteducatie: wat kunnen ze voor elkaar betekenen?
Als scholen en amateurkunst samenwerken met ondersteuning van instellingen voor kunsteducatie, komen daar vaak heel mooie projecten uit voort. Het is jammer dat die samenwerking nog zo mondjesmaat op gang komt. Maar er is hoop, nu ook de overheid dit op de agenda heeft staan. Al jarenlang maakt Nicolien van Vroonhoven, Tweede Kamerlid voor het CDA, zich sterk voor de amateurkunst. “In 2005 diende ik een motie in om amateurkunst op de agenda te krijgen. Toen was de tijd er duidelijk nog niet rijp voor. Het werd nog als stoffig gezien, in kranten werd mijn motie belachelijk gemaakt. Ik vond dat toen heel jammer. Het is toch normaal dat een kind niet alleen in aanraking komt met voetballen of andere sporten, maar ook met toneel, zingen of een instrument?” In april 2006 adviseerde de Raad voor Cultuur al dat er meer samenwerking zou moeten komen tussen onderwijs en amateurkunst. Van Vroonhoven: “Je ziet dat in de loop van 2006 mensen zijn gaan nadenken. De instellingen voor amateurkunst hebben een ommezwaai gemaakt en zijn nu verenigd in Kunstfactor. Ze zijn als één mond gaan spreken, in plaats van via allemaal kleine belangenorganisaties. Ook zijn ze veel meer op de politiek gericht.” In oktober 2006 diende Van Vroonhoven een tweede motie in. “Ik zag dat het aantal amateurkunstbeoefenaars de afgelopen twintig jaar dramatisch was afgenomen. Ik heb toen een tienpuntenplan gemaakt, om het weer op de kaart te zetten. Die motie is aangenomen. Ik was vervolgens verbaasd om te zien hoe goed het in het coalitieakkoord is opgepikt. Er is nu voor het eerst geld op de begroting gereserveerd voor amateurkunst.”
vertellen waar ze subsidies kunnen krijgen, hoe ze nieuwe leden kunnen werven, etc.” Piet Roorda, directiesecretaris en coördinator educatie van Kunstfactor, het sectorinstituut voor de amateurkunst, geeft aan dat zijn organisatie de amateurkunst graag verder wil helpen. “We willen stimuleren dat er verbanden ontstaan tussen scholen en amateur-kunstenaars. Voor kinderen vinden wij het heel belangrijk dat ze nog veel structureler dan nu met kunst en cultuur in aanraking komen. Ze moeten er niet alleen passief kennis mee maken, maar het actief beoefenen. Want dat is toch een heel andere beleving die vaak juist het enthousiasme aanwakkert.” Maar willen de amateurkunstverenigingen wel samenwerken met scholen? Roorda: “Dat geldt zeker niet voor alle verenigingen. Wij willen hen echter graag stimuleren om verbindingen aan te gaan. Er valt zoveel winst te halen. Voor verenigingen het halen van nieuw publiek en nieuwe leden en voor de scholen kunst uit de omgeving in de school.” Dat er nu nog weinig samenwerking is, ook tussen scholen en verenigingen die dat wel willen, wijt Roorda aan de nieuwigheid. “En er is niet één loket waar je kunt zien welke activiteiten er in je buurt mogelijk zijn. Ook dat willen we als Kunstfactor graag gaan stimuleren.”
Project: Gaten
Goed burgerschap Roorda vindt het zo belangrijk dat amateurkunstenaars en -verenigingen samenwerken met scholen, omdat het een positief effect heeft op de omgeving van de scholen. Jos Kooij, adviseur van de Algemene Vereniging Schoolleiders heeft een soortgelijke visie. Hij vindt de samenwerking vooral belangrijk vanuit het idee van het burgerschap. “In de wijk manifesteren zich onderwijs, gezinnen en amateurkunstverenigingen. Die zijn allemaal geworteld in de wijk. Er zijn allerlei mogelijkheden voor de verenigingen om iets te doen op de scholen, al dan niet in het kader van de brede school. Ze kunnen de kinderen laten zien waar hun ‘roots’ liggen, door ze mooie verhalen te vertellen of met hen archieven te bekijken waarin informatie te vinden is over de school of de wijk.” Kooij vindt het echt een meerwaarde om amateurs binnen te halen. “Een kunstenaar krijgen we toch wel binnen. En een beroepsverteller zou ook kunnen. Maar het gaat ons juist om die verteller uit de buurt: zowel oudere als jongere mensen die een mooi verhaal te vertellen hebben. Amateurverenigingen zijn daarmee een goede partij om het burgerschap omhoog te halen. En er ontstaat meer sociale cohesie in de wijk. Bovendien is het voor het voortbestaan van die amateurverenigingen ook goed.” Volgens Kooij zijn het vooral de praktische hobbels die genomen moeten worden om een goede samenwerking op gang te krijgen. “Amateurkunstenaars zijn niet allemaal pensionado’s. Dat betekent dat het niet altijd gemakkelijk zal zijn om overdag mensen te krijgen. Ook is het soms moeilijk voor amateurverenigingen om binnen te komen bij de scho-
Fonds Cultuurparticipatie Een van de belangrijkste wijzigingen is dat er een nieuw Fonds Cultuurparticipatie komt. Daarmee wordt het mogelijk om subsidie aan te vragen voor projecten. Van Vroonhoven is hier blij mee, maar ze vindt dat het initiatief vooral uit de partijen in het veld zelf moet komen. “Uiteindelijk kan de politiek hierin niet echt een actieve rol spelen. De scholen, amateurkunst en instellingen voor kunsteducatie zullen dit toch echt zelf moeten doen. Dit is wel hét moment voor amateurkunstverenigingen om hierop in te springen. Want met de opkomst van de brede school zullen ook steeds meer kinderen in en rond de scholen hangen.” Van Vroonhoven zou het goed vinden als de verenigingen hulp krijgen van ondersteunende instellingen. “Je moet ervoor zorgen dat ze niet allemaal zelf het wiel uitvinden. Kunstfactor zou ze bijvoorbeeld heel goed kunnen ondersteunen bij het regelen van hun financiën en door ze te
Project: Lager
jan kassiesprijs
0
jan kassiesprijs
0
len. Maar daar is voor de instellingen voor kunsteducatie juist een mooie rol weggelegd. Zij kunnen intermediair zijn tussen deze partijen.” Ook Roorda vindt het goed als centra voor de kunsten en andere professionals een rol hebben bij het verbinden van scholen en amateurkunst. “Zeker bij groter projecten kunnen zij van groot belang zijn als het gaat om coördinatie en aansturing. En ook om te zorgen dat het professioneel onderwijs is. Want als je amateurkunstenaars voor de klas zet, wil dat niet zeggen dat het goed onderwijs is.” Wim Fiselier, tot voor kort directeur van De Leeuwenkuil in Deventer, gaat zelfs een stap verder. Hij vindt dat centra voor de kunsten een belangrijke taak hebben als het gaat om samenwerking tussen scholen en amateurverenigingen. “Ik vind dat je als centrum voor de kunsten moet kijken hoe je de culturele infrastructuur van je plaats kunt verbeteren. Het amateurveld valt daar ook onder.”
Project: Ik mis je zo
Beleid en ontwikkelingen
10-puntenplan cultuurparticipatie De nota Kunst van Leven, hoofdlijnen cultuurbeleid (22 juni 2007) van minister Plasterk zet amateurkunst en cultuureducatie hoog op de culturele agenda. De nota stelt dat een brede culturele basis een voorwaarde is voor de ontplooiing van talent. Voor het vergroten van de deelname aan cultuur en het verbreden van deze basis is het nodig amateurkunsten beter te ondersteunen, cultuureducatie stevig in het onderwijs te verankeren en cultuur toegankelijk te maken voor iedereen. Dit is uitgewerkt in een 10-puntenplan. Met dit plan wil de minister bewerkstellingen dat iedere jongere tot 18 jaar, actief of passief, vertrouwd dient te raken met één of meerdere kunstvormen. Elke Nederlander moet gebruik kunnen maken van goede voorzieningen op het gebied van kunst- en cultuurbeoefening; binnen het onderwijs, rondom het onderwijs (de brede school) en buiten het onderwijs. Meer informatie: www.cultuurbereik.nl/docs/AC/Kunstvanhetleven.pdf
Van voorstelling tot workshop Volgens Fiselier kan een centrum dan op verschillende vlakken iets betekenen voor een amateurvereniging. “In Deventer werkten wij samen met muziekverenigingen. Zij hadden bijvoorbeeld moeite om hun continuïteit van de lessen binnen de vereniging zelf te waarborgen. Daar hebben wij ze bij geholpen. We organiseerden ook dagen met een thema, bijvoorbeeld over houding: hoe hou je een muziekinstrument vast, wat is je houding erbij? En workshops over het creëren van een repertoire. Zo hebben we wel eens rap aan harmonie verbonden. Maar we hebben ook samen met de vrijwilligers centrale in Deventer cursussen voor het bestuur van amateur verenigingen opgezet om te zorgen voor betere publiciteit, communicatie etc. Dat zijn allemaal problemen die ook in andere verenigingen, zoals in de sportwereld, spelen. Maar ook buiten de muziekverenigingen organiseerden we dingen, zoals elk jaar een podium waar verenigingen kunnen laten zien wat ze doen. Ze konden dan allemaal een voorstelling geven van 20 minuten. De schouwburg puilt uit op dat soort dagen.” Fiselier vindt het belangrijk om de verenigingen te onder steunen, omdat die zelf moeite hebben om hun eigen functioneren op peil te houden. “Ze hebben vaak te weinig tijd om ook nog projecten voor op scholen te verzinnen. Ook daar kunnen we ze bij ondersteunen.” Volgens Fiselier zijn de amateurverenigingen waar een nietamateur aan verbonden is, als bijvoorbeeld regisseur of dirigent, vaak wel in staat om contact te leggen met de scholen. “Maar verenigingen die alleen bestaan uit amateurs slaan die brug niet. Het is dan de taak van het centrum voor de kunsten om ze hierbij te helpen. Want als er een goede samen werking is tussen scholen, amateurkunst en instellingen voor kunsteducatie, kunnen daar echt heel mooie projecten uit voortkomen.”
Programmafonds Cultuurparticipatie Voor de uitvoering van verschillende onderdelen van het 10-puntenplan is een belangrijke rol weggelegd voor het nieuw op te richten Programmafonds Cultuurparticipatie. Dit fonds heeft als doel de actieve kunst- en cultuurbeoefening gericht te ondersteunen. Op dit moment worden de criteria ontwikkeld waaraan de subsidieaanvragen moeten voldoen. Per 2009 zal het nieuwe fonds operationeel moeten zijn. Scholen, amateurkunst en instellingen voor kunsteducatie kunnen dan bijvoorbeeld geld voor gezamenlijke projecten aanvragen. Brede school De brede school is een belangrijke ontwikkeling en een kans voor scholen, amateurkunstverenigingen en kunsteducatie-instellingen om samenwerking vorm te geven. De amateurkunstverenigingen kunnen met hun activiteiten een belangrijke rol spelen bij het invullen van het brede school programma. Centra voor de kunsten kunnen amateurkunstenaars en -verenigingen daarbij ondersteunen bij het professionaliseren van deze activiteiten. Kunstfactor, het sectorinstituut voor de amateurkunst, en Kunstconnectie zijn hierover in gesprek. Meer informatie: www.bredeschool.nl
School als onderneming De Algemene Vereniging van Schoolleiders wil scholen stimuleren zichzelf meer als onderneming te zien. Zo’n school toont initiatief, is een spin in het web in een wijk of buurt en toont zich maatschappelijk betrokken. Meer informatie: www.avs.nl
Project: Ik mis je zo
jan kassiesprijs
0
jan kassiesprijs
0
Ik mis je zo: waar erfgoed en mooie verhalen samenkomen De eerste prijs gaat naar ‘Ik mis je zo’ van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR). De SKVR wilde een project opzetten voor scholen over afscheid nemen. Bij toeval stuitte ze op Stichting Verhalender-wijs, een organisatie van amateurvertellers. En de samenwerking is zeer goed bevallen.
jan kassiesprijs
10
jan kassiesprijs
11
Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam De SKVR biedt als centrum voor de kunsten lessen aan in verschillende kunstdisciplines. Daarnaast is de SKVR leverancier en bemiddelaar voor kunst- en cultuuractiviteiten in het onderwijs en werkt zij samen met diverse (amateur)organisaties, kunst- en cultuurinstellingen, Gemeentewerken en scholen in de Rotterdamse wijken aan diverse projecten.
ontwikkeld in samenwerking met Gemeentewerken Rotterdam. Vervolgens gaan ze naar een gemeentelijke begraafplaats toe. Daar worden ze rondgeleid door een van de beheerders. Van der Haven: “We hebben deze mensen gecoacht in hoe ze met kinderen om moeten gaan en hen rond moeten leiden. Ze zijn zo bezield, dat is echt bijzonder om te zien. Zij lopen met de kinderen onder meer langs kindergraven en de graven van de rijke stinkerds: mensen van adel die eerst in de kerk begraven lagen, maar daar weg moesten omdat het te hard begon te stinken.” Vervolgens komen de kinderen twee vertellers tegen. Die vertellen een mooi, persoonlijk verhaal over iemand die zij missen. Van der Haven: “Er zijn in totaal zo’n negen vertellers die om de beurt deelnemen vanuit de Stichting Verhalenderwijs. Dit zijn Rotterdammers in alle soorten, maten en nationaliteiten. Doordat de setting zo intiem is, krijgen de kinderen echt een soort opa/omagevoel bij ze. Dit slaat heel goed aan.”
Vertellers in hart en nieren De SKVR trainde de vertellers met behulp van een professioneel verteller, Winston Scholsberg. “We hebben ze ook auditie laten doen. Vervolgens hebben we ze getraind om met de kinderen om te gaan en om hun verhaal niet langer dan zeven minuten te maken. Want het blijven vertellers in hart en nieren, voor je het weet duurt het verhaal weer langer en langer.” Nadat de kinderen twee van deze vertellers hebben ontmoet, krijgen ze nog een workshop waarin ze filosoferen over missen en afscheid nemen. “We merkten dat de kinderen behoefte hadden om verder te praten. De kinderen hebben het op school al gehad over missen, hier gaan ze met de filosoof een stap verder. Deze vraagt kinderen zaken als: kun je missen leren? Uit die gesprekken komen de meest bijzondere gedachtes naar voren. Ook de leerkrachten vinden dit nagesprek heel bijzonder. Ze komen zo veel over de kinderen te weten. Vandaar dat we het project nu ook in september/oktober plannen. Het is bijna een soort teambuilding voor de klas.” Tot slot maken de leerlingen een bloem met daarop hun gedicht en een zin over wat ze het meest is bijgebleven van het bezoek op de begraafplaats. Van der Haven: “Een van de mooiste zinnen die ik las is: waarom kun je je zandloper niet vullen?” Het boeket van de klas blijft achter op de begraafplaats. De leerkracht krijgt vervolgens suggesties mee voor na het bezoek aan de begraafplaats, zoals bijvoorbeeld het maken van een kaart voor iemand die je mist. Van der Haven: “Al met al zitten er heel veel verschillende activiteiten in dit project. Bovendien is het goed overdraagbaar naar andere gemeentes. Een van de mooiste dingen vind ik zelf dat het met die amateurvertellers echt een project vanuit de Rotterdammers zelf is geworden.”
Project: Ik mis je zo
Eigenlijk was Yvonne van der Haven, projectcoördinator Primair Onderwijs van de SKVR, op zoek naar een goede voorstelling. Ze wilde een project ontwikkelen voor groep 7 en 8 met verhalen over leven en dood, missen en afscheid nemen. Die voorstelling zou daar dan een onderdeel van zijn. Van der Haven: “We hadden in eerste instantie een theatrale setting voor ogen, waarvoor we ook decor, licht en geluid hadden begroot. Maar wat ik zag aan voorstellingen vond ik allemaal veel te afstandelijk. Als je kinderen van die leeftijd persoonlijk wil raken, moet je dat niet met een groot spektakel doen. Bovendien was onze bedoeling om het ook met erfgoed te combineren. En een voorstelling op een begraafplaats leek me bij nader inzien ook niet heel geschikt.” Bij toeval kreeg Van der Haven een foldertje in handen van de Stichting Verhalenderwijs. Dit is een stichting met Rotterdamse verhalenvertellers van boven de vijftig. Zij wilden graag een project op scholen gaan doen en probeerden via de SKVR binnen te komen. “Het was bijna alsof het zo moest zijn. Dit was precies wat ik zocht. Met hen samen hebben we toen het project ‘Ik mis je zo’ ontwikkeld.”
Rijke stinkerds
Project: Ik mis je zo
jan kassiesprijs
In het project worden de leerlingen van groep 7 en 8 in drie lessen op school voorbereid. De lessen gaan over missen (wie mis jij?), over hoe je je gedraagt op een begraafplaats (mag je huppelen?) en daarna maken de leerlingen een gedicht in de klas over missen en afscheid nemen. Ook krijgen ze een lesbrief met dvd en een flyer over bijzonder erfgoed op begraafplaatsen in Rotterdam. Dit educatief materiaal is
12
Project: Ik mis je zo
jan kassiesprijs
13
Juryrapport
Ik mis je zo: waar erfgoed en mooie verhalen samenkomen “Op een creative manier emoties in taal leren omzetten”
‘Ik mis je zo’ is een bijzonder en inspirerend project. Het is origineel qua inhoud en vorm en sluit aan bij de leefwereld van de kinderen, de buurt en de omgeving van de school. Het project krijgt een extra dimensie door de bijdragen van de amateurverhalenvertellers die van diverse culturele achtergronden zijn. De authentieke locatie waar het project zich afspeelt - de gemeentelijke begraafplaats - versterkt het project. Het is bijzonder hoe in dit project kinderen leren hun emoties op een creatieve manier in taal om te zetten. In dit project staat een kunstdiscipline centraal die normaal binnen het onderwijs en in de amateurkunstwereld weinig in de belangstelling staat: literair, in de vormen vertellen en creatief schrijven.
Mooi opgezet en zorgvuldig uitgewerkt. Juryrapport ‘Ik mis je zo’
De jury vindt dat dit project door zijn inhoud en vorm een bijzondere ervaring voor kinderen oplevert en hen leert hun gedachten en emoties onder woorden te brengen en in creatief taalgebruik te uiten. Door het vormgeven van deze samenwerking tussen drie heel verschillende partijen – Gemeentewerken Rotterdam, Verhalenderwijs (een organisatie van amateurvertellers) en het onderwijs – heeft de SKVR een heel bijzonder project gerealiseerd dat bovendien mooi opgezet en zorgvuldig uitgewerkt is.
jan kassiesprijs
14
jan kassiesprijs
15
Historische verhalen brengen omgeving tot leven
De tweede prijs gaat naar ‘Historische verhalen’ van Kunst Centraal. Het project laat de geschiedenis van de eigen omgeving van kinderen herleven. Een goed voorbeeld van hoe mooi samen werking tussen scholen, culturele instellingen en amateurverenigingen kan zijn.
jan kassiesprijs
16
jan kassiesprijs
17
Kunst Centraal Kunst Centraal is het steunpunt voor kunstzinnige vorming in de provincie Utrecht, met uitzondering van de stad Utrecht. Kunst Centraal begeleidt scholen, van het primair onderwijs tot de ROC’s, bij het opzetten en uitwerken van hun binnenschoolse cultuureducatie. Kunst Centraal ontwikkelt zelf lesmateriaal waar docenten mee aan de slag kunnen en zet projecten op waarbij zij graag samenwerken met culturele instellingen en amateurverenigingen.
woonde. Hij zou op de dag van de storm een amoureuze ontmoeting hebben gehad.” Terug op school leest de leerkracht het verhaal voor. Daarna bezoeken de leerlingen het monument of de locatie waar dit verhaal zich heeft afgespeeld. Ze krijgen daar een rondleiding van gidsen die vaak van de plaatselijke historische kring of vereniging zijn. In Houten zijn er bijvoorbeeld vijftig klassen naar de Nederlands Hervormde kerk geweest. Hiervan is de torenspits afgewaaid, in dezelfde storm die ook de Domkerk deels heeft verwoest. Ze hebben de toren beklommen, de ommelanden kunnen zien, etc. Tot slot schrijven kinderen op school een dagboekfragment naar aanleiding van het verhaal dat ze gehoord hebben. Ze moeten daarbij het perspectief kiezen van één van de personages uit het verhaal. Per klas wordt het beste fragment uitgekozen. Dit wordt samen met fragmenten van andere klassen en scholen in die gemeente gebundeld tot een boekje. “Aan het eind van het project hebben alle leerlingen dan een mooi boekje dat we ze bij een feestelijke gelegenheid aanbieden.”
Maatwerk Project: Historische verhalen
Het project wordt door Kunst Centraal per gemeente op maat gemaakt. Samenwerkingspartners kunnen onder meer bibliotheken, musea, monumenten, landschapsbeheer, historische kringen en schrijversgilden zijn. Bol werkt graag samen met de amateurverenigingen. “Daar is zoveel kennis aanwezig. Ze hebben het onderwijs veel te bieden, maar ze hebben tegelijkertijd een intermediair nodig die wat zij in huis hebben goed vertaalt. Als wij bijvoorbeeld gebruik maken van plaatselijke gidsen, zorgen we dat die van tevoren goed getraind worden, zodat ze een spannend verhaal kunnen houden voor de kinderen. Dat doen ze overigens met veel enthousiasme. In Houten zouden er zoveel klassen de kerk bezoeken, dat verschillende gidsen een dag vrij moesten nemen om al die klassen te kunnen rondleiden. Maar dat doen ze met liefde. Ze staan nu al te trappelen om de volgende keer weer mee te doen.” Daarmee is een ander doel van het project ook gehaald: amateurverenigingen meer betrekken bij het onderwijs. “Die proberen vaak al jaren binnen te komen bij scholen, maar ze weten niet hoe. Het voordeel van deze combinatie van professionals en amateurs is dat scholen weten dat de kwaliteit gewaarborgd is, maar tegelijkertijd ook de knowhow van de amateurs kunnen gebruiken.” Volgens Bol waren ook de kinderen enthousiast. “Ze zijn zich veel bewuster van hun culturele omgeving. Je ziet ook dat ze met hun ouders terugkomen naar de plekken die ze bezocht hebben. En het stimuleert ze om verder te gaan schrijven. Zo worden verschillende vakgebieden toch mooi geïntegreerd in een project.”
Enige tijd geleden constateerden consulent literaire vorming Jos Bol en zijn collega Carla Huisman van Kunst Centraal in Bunnik dat de scholen in hun regio maar weinig deden met hun eigen culturele omgeving. “Dat vonden we jammer. Wij vinden het heel belangrijk dat kinderen in aanraking komen met hun eigen culturele omgeving, omdat die ook hun eigen identiteit bepaald. Tegelijkertijd constateerden we dat in de kinderliteratuur de griezelverhalen, als die van Paul van Loon, en de realistische verhalen, als die van Carry Slee, de boventoon voeren. De historische verhalen van Thea Beckman die in de jaren ‘70 populair waren, worden nu veel minder gelezen. Terwijl met name die historische verhalen in relatie tot de eigen omgeving zo’n goede combinatie zouden kunnen zijn.”
Dagboekfragment Bol en Huisman bedachten daarom het project ‘Historische verhalen’. Dit project begint ermee dat een leerkracht in de klas een historisch verhaal voorleest van een professionele schrijver. Bij een school in de Grebbelinie wordt dan bijvoorbeeld een verhaal dat zich afspeelt in de oorlog in die regio voorgelezen. Daarna ontmoeten de leerlingen de schrijver. Dit gebeurt in de plaatselijke bibliotheek. Ze mogen hem vragen stellen over zijn schrijversschap, over hoe historische verhalen tot stand komen, etc. Bol: “Vervolgens vragen we een plaatselijke schrijver om een verhaal te maken met kinderen in de hoofdrol, waar een monument of locatie uit de gemeente in voorkomt. In het geval van Houten was dat een leerkracht die een verhaal geschreven heeft over een wagenmaker die naast de kerk
jan kassiesprijs
18
Project: Historische verhalen
jan kassiesprijs
19
Juryrapport
Historische verhalen brengen omgeving tot leven “Op een originele manier iets van het verleden van hun eigen leefomgeving leren”
‘Historische verhalen’ is een mooi, zorgvuldig uitgewerkt project waarbij kinderen op een originele manier iets leren van het verleden van hun eigen leefomgeving. Het project combineert geschiedenis (de eigen culturele omgeving leren kennen), lezen en taal (creatief schrijven). De relatie met amateurkunst ligt vooral op het vlak van erfgoed: de historische kring en historische vereniging en in sommige gevallen een amateurschrijver die de lokale verhalen schrijft.
Een mooie comnbinatie van creatief schrijven en erfgoededucatie. Juryrapport ‘Historische verhalen’
Het is een afgerond project waarbij kinderen het volledige proces doorlopen van oriëntatie op het onderwerp, research doen en informatie verzamelen, het eigen creatieve proces en het realiseren en presenteren van het eindproduct. In dit project werken veel partijen samen. Dat is een kracht maar tegelijk een zwakte. Het vraagt veel organisatie, medewerking van diverse partijen en de nodige financiële middelen. De jury vindt dit project een mooie combinatie van creatief schrijven en erfgoededucatie, waarbij de locale omgeving uitgangspunt is.
jan kassiesprijs
20
jan kassiesprijs
21
Een nieuwe wereld creëren op locatie jan kassiesprijs
De derde prijs gaat naar ‘Lager’ van Dansnest. Met het project wilde Dansnest skaters, moderne dans en scholen met elkaar verbinden. “We hadden niet verwacht dat de skaters zo open zouden staan voor onze ideeën en dat de scholen zo enthousiast zouden reageren.”
22
jan kassiesprijs
23
Gratis danstheatervoorstellingen, waarin zowel amateurdansers als professionals samenwerken, uitgevoerd in de openbare ruimte. Dat is het kenmerk van de producties van Dansnest uit Oosterhout. “We proberen de situatie te behouden, maar daar wel een nieuwe wereld te creëren”, zegt artistiek leider Nana van Moergestel, “we hebben bijvoorbeeld een voorstelling gedaan in een gemeentehuis, waarbij het personeel achter de balie deel uitmaakte van de voorstelling.” Van Moergestel vormt samen met Suzanne Drenth en Neel Brans Dansnest. Alledrie zijn ze professioneel dansmaker en dansdocent. Brans: “We willen onze kennis graag overdragen. Dat zit er gewoon in. Daarom werken we graag met amateurs.”
Oosterhout en het speelde zich af op een plek die ze kenden.” Toen er eenmaal contact was tussen de scholen en Dansnest, kwam het verzoek of er ook workshops op school gegeven konden worden. “Die workshops hebben we helemaal op de voorstelling afgestemd. We gingen dansen met de leerlingen, waarbij we muziek gebruikten uit de voorstelling en we lieten ze opdrachten doen die naar de voorstelling verwezen. Zonder al te veel weg te geven.” De leerlingen reageerden volgens Van Moergestel erg enthousiast. “Ze waren heel gemotiveerd. De combinatie dans en skate sprak zowel de jongens als de meisjes erg aan, waardoor iedereen zich vrij genoeg voelde om actief aan de workshops deel te nemen.” In 2007 gaf Dansnest 57 workshops in groep 7 en 8. En vervolgens hebben ze de voorstelling nog zes keer uitgevoerd voor in totaal 1200 leerlingen. “Dit was onze eerste grote opdracht op scholen. We hebben nu een goede band met ze opgebouwd en we zien een mogelijkheid om dit concept in de toekomst te intensiveren.”
Project: Lager
Kruisbestuiving De producties van Dansnest beginnen altijd met een brainstorm, waarin een locatie wordt gezocht. “Zo was Neel al tijden gefascineerd door een skatebaan hier in Oosterhout. Als we zo’n locatie hebben uitgekozen, gaan we eerst observeren. In dit geval zijn we ook op internet gaan zoeken. Er bleek een website te zijn van skaters in Oosterhout. We hebben de webmaster aangesproken, een jongen die hier ook elke dag op de skatebaan staat. Tot onze verbazing stonden ze open voor onze ideeën. Dat hadden we niet verwacht, moderne dans en skaten zijn zulke andere werelden.” Na een selectieronde werden vier skaters uitgekozen die meededen aan het project. Daarnaast was er een jongen die een adviserende functie had. “Hij vertaalde onze wensen naar de skaters. Die hebben zo hun eigen taal. Als zij iets niet begrepen, zei hij bijvoorbeeld: ‘Ze bedoelt een threesixty’. Ooo, was dan de reactie.” Dansnest probeert in de voorstellingen te werken in het grijze gebied tussen amateurdans en professionele dans. Brans: “We willen kijken wat we voor elkaar kunnen krijgen. In onze producties dansen amateurs en profs vaak door elkaar, zodat er een kruisbestuiving plaatsvindt. De cast wordt aangevuld met mensen die op de locatie aanwezig zijn of daarbij horen. In het geval van ‘Lager’ hebben de skaters niet gedanst, maar vormden ze met hun bewegingen een belangrijk onderdeel van de choreografie van de voorstelling.” Van Moergestel vond het geweldig om te zien dat deze skaters, die verder nog nooit eerder in aanraking waren geweest met kunstprojecten, er helemaal in op gingen. “Je zag dat ze gaandeweg het werkproces steeds meer gingen meedenken. Hun ideeën en inbreng zijn verwerkt in de voorstelling. Hij werd daarmee dus ook steeds meer van henzelf.”
Project: Lager
Contact met scholen Het hele proces van het opzetten van de voorstelling is gefilmd. Van Moergestel: “Dat bleek een goede manier om bij scholen binnen te komen. Het was een thema dat jongeren en docenten erg aansprak, het ging over andere jongeren uit
Project: Lager
jan kassiesprijs
24
Komend jaar Dansnest Dansnest werd in 2002 opgericht. De stichting heeft als doel om amateurdansers alle kansen te geven op het gebied van podiumdans. Dansnest wil jongeren op een toegankelijke manier meer bekend maken met moderne dans. De voorstellingen op locatie worden altijd gehouden in de openbare ruimte en zijn gratis toegankelijk. Per jaar doet Dansnest één locatieproductie, waarbij amateurs actief zijn en geprobeerd wordt scholen te betrekken. Daarnaast maakt Dansnest met amateurdansers ook voorstellingen voor in het theater. Deze voorstellingen hebben als doel de gevorderde amateurdanser uit te dagen, door hen een actieve rol te geven in het creatieproces. De dansers leren op deze manier meer over de ontwikkelingen in de hedendaagse moderne dans en daardoor groeien zij als danser en als danskijker.
jan kassiesprijs
Dansnest wil graag voor het komende jaar een nieuwe productie maken. Maar of dat kan, hangt af van de vraag of ze wel of geen subsidie zullen ontvangen. “Als het door kan gaan, zullen we dit jaar wel meer moeten kijken naar de doelgroep. Oorspronkelijk hadden we ‘Lager’ bedacht voor CKV-leerlingen, maar uiteindelijk kwamen we uit op leerlingen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs en de bovenbouw van het primair onderwijs. Als we meer met scholen willen doen, zal dit wel in een eerder stadium duidelijk moeten zijn. Want dan weten zij waar ze aan toe zijn. Zelf vind ik dit wel moeilijk, want zo’n voorstelling ontstaat toch als je ermee bezig bent.” Van Moergestel vindt het belangrijk dat het project zowel jongens als meisjes aanspreekt. “Het moet herkenbaar zijn, prikkelen en enthousiasmeren. Zo’n project zou eigenlijk in elke gemeente moeten plaatsvinden. Oosterhoutse jongeren kunnen zich met de spelers identificeren omdat ze uit dezelfde gemeente komen. Omdat het project ook nog eens in hùn buurt gerealiseerd is, maakt het de betrokkenheid van de kijker groter en de afstand tot een podiumkunstproductie kleiner.”
25
Juryrapport
Lager: Een nieuwe wereld creëren op locatie “Op een vernieuwende manier amateur en professionele dans combineren”
Een niet makkelijk toegankelijke kunstvorm krijgt een plek in de samenleving. Juryrapport ‘Lager’
Lager is een prachtig project en een bijzonder mooie voorstelling waarbij een niet makkelijk toegankelijke kunstvorm – moderne dans – een plek in de lokale samenleving krijgt; door voorstellingen in de openbare ruimte, door workshops op scholen en door met amateurs te werken aan podiumproducties. Dans wordt op een aansprekende manier gepresenteerd, uitnodigend voor jongeren om zelf te gaan participeren. Bovendien biedt het project ook concreet mogelijkheden voor kennismaking (in de vorm van workshops) of verdieping (als amateurdanser). De jury waardeert de bijzondere en vernieuwende manier waarmee Dansnest amateur- en professionele dans combineert en hoe zij moderne dans – door verbindingen te zoeken met de jongerencultuur – bij een brede doelgroep onder de aandacht brengt. Met groot enthousiasme en gedrevenheid zet Dansnest zich in om jongeren te laten kennismaken met een niet makkelijk toegankelijke kunstvorm en geeft ze de gelegenheid – met workshops en door deelname aan projecten – hun talenten op dit gebied te ontwikkelen.
jan kassiesprijs
26
jan kassiesprijs
27
Amateurtheater met en voor de jeugd
jan kassiesprijs
De eervolle vermelding is voor ‘Gaten’ van Theatergroep Aardewerk & Hemelse Gerechten. De theatergroep maakt jeugdtheater waarin niet alleen maatschappelijke thema’s aan de orde komen, maar waardoor kinderen en jongeren zelf ook kunnen ervaren hoe het is om theater te maken.
28
jan kassiesprijs
29
Al ruim tien jaar maakt theatergroep Aardewerk & Hemelse Gerechten jeugdtheaterproducties. Er zijn wel eens uitstapjes naar bijvoorbeeld een zorginstelling, maar in bijna alle voorstellingen zit een link met de jeugd. “Spelen voor jongeren is echt mijn passie”, zegt regisseur en theaterdocent Helene Kok. “We spelen veel voor scholen en zien het als groep ook echt als een uitdaging om de jeugd iets mee te geven. Kinderen en jongeren krijgen niet alleen leuk toneel te zien, maar we hebben ze ook nog wat te zeggen. In onze voorstellingen zitten dan ook altijd thema’s verwerkt als de relatie tussen kinderen, jongeren en volwassenen.” In de voorstellingen spelen naast de vaste kern van spelers ook regelmatig kinderen en jongeren mee. Kok: “Wij hebben een paar jaar geleden voor een voorstelling een oproep gedaan via scholen en advertenties in de krant, omdat we kinderen zochten om mee te spelen in onze voorstelling. Daar zijn toen veel reacties op gekomen. Een aantal van die kinderen is blijvend enthousiast geraakt en speelt ook nu nog wel eens mee. Daarnaast krijgen we sindsdien regelmatig nieuwe aanmeldingen.”
Over Theatergroep Aardewerk & Hemelse Gerechten
is gebaseerd, gelezen, of de film ‘Holes’ gekeken. Het kan beter werken als ze er meer vanaf weten als ze komen.”
Theatergroep Aardewerk & Hemelse Gerechten is een amateurtheatergroep uit Leiderdorp die sinds 1996 bestaat. De groep bestaat uit een vaste kern van tien volwassenen die spelen onder leiding van regisseur en theaterdocent Helene Kok. De groep maakt jeugdtheater voor onder meer scholen en wil jongeren via theater thema’s meegeven en ze laten ervaren hoe het is om zelf theater te spelen.
Goede contacten
Juryrapport
‘Gaten’ is een bijzonder project van een bijzondere amateurtheatervereniging. Het project en de vereniging vallen op door hun ambitie om theater te maken voor een breed publiek, de maatschappelijke betrokkenheid en hun inzet om jongeren te bereiken als publiek en als acteur bij het gezelschap.
De theatergroep heeft zelf contacten met het onderwijs en speelt veel schoolvoorstellingen. De groep legt zelfs een voorstellingsweek vast waarbij de spelers vrij nemen om ook voorstellingen overdag te kunnen spelen. Daarnaast werkt Kok samen met een dramaconsulent van de onderwijsbegeleidingsdienst in Leiderdorp. Kok: “Zij is onze contactpersoon voor scholen en beveelt ons aan. ‘Gaten’ hebben we in totaal voor 1200 leerlingen gespeeld. Het is echt een kick dat we elk jaar zoveel publiek hebben. Nu nog maar hopen dat de scholen de workshops meer gaan ontdekken.”
Jongeren betrekken De voorstelling ‘Gaten’ gaat over een jongen die ervan beschuldigd wordt dat hij gymschoenen heeft gestolen. Voor straf moet hij naar een heropvoedingskamp in de woestijn, waar hij elke dag gaten moet graven in de grond. Zogenaamd om zijn karakter te vormen. Later blijkt de ware reden: de directrice van het kamp is op zoek naar een schat. “In die voorstelling zaten thema’s als jeugdcriminaliteit, vriendschap en of je zelf verantwoordelijk bent voor je daden of dat je zo geworden bent door je voorouders”, zegt Kok. De voorstelling werd gespeeld in het 50KV station in Leiderdorp, een oud elektriciteitsgebouw. In ‘Gaten’ speelden naast de vaste groep acteurs zeven jongeren. “Een deel van hen had nog geen ervaring met theater maken. Maar ze waren stuk voor stuk razend enthousiast en gemotiveerd om mee te doen. Een van hen is nu zelfs de jeugdtheaterschool gaan doen.” De reden dat er vaak ook kinderen en jongeren in de voorstellingen meespelen, heeft te maken met het feit dat de groep het ook echt als een missie ziet om hen te laten ervaren hoe zelf theater spelen je leven verrijkt. Kok: “We willen de kinderen en jongeren laten zien dat je jezelf en de wereld om je heen beter leert kennen, dat het je sociale vaardigheden vergroot en dat je er veel energie van krijgt.” Daarom geeft Kok ook graag workshops op scholen. In het geval van de voorstelling ‘Gaten’ werden die ook aangeboden maar helaas niet afgenomen door de scholen, met thema’s als: hoe ga je om met conflicten en hoe speel je dat? Kok geeft graag workshops, omdat ze de leerlingen dan kan laten ervaren wat theater maken is, maar ook omdat ze dan beter voorbereid naar de eigenlijke voorstelling komen. Kok: “Op verschillende scholen hadden ze gelukkig wel fragmenten uit het boek ‘Gaten’ van Louis Sacher, waar het stuk op
Project: Gaten
jan kassiesprijs
30
“Met beperkte middelen en menskracht een bijzonder project op een uitzonderlijke locatie gerealiseerd.”
jan kassiesprijs
Met inbreng van de jongeren is een bijzondere en mooi vormgegeven productie op een uitzonderlijke locatie ge realiseerd. De jury heeft veel waardering voor de manier waarop de theatergroep zich inzet om jongeren te bereiken. Dat is bijzonder gezien de veelal beperkte middelen en menskracht die een amateurvereniging ter beschikking staan. Gaten is een inspirerend voorbeeld. Veel scholen komen naar de voorstelling kijken. Des te jammer is het echter dat vanuit het onderwijs nauwelijks gebruik wordt gemaakt van het aanbod van theaterworkshops of andere manieren om jongeren actief te laten zijn op theatergebied.
31
Overzicht inzendingen Instelling
Titel
Postplaats
Basisschool De Baarzen Brede Bossche Scholen Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom Cultureel Centrum De Cirkel/Leonardusschool De Brede School Stedenwijk Almere Haanstra Basisschool Kantkring De Waaier Kunst Centraal Kunst Centraal Kunst Centraal/De Kom Kunstfactor Theater Kunstuitleen Bibliotheek Huizen Openbare basisschool Het Ruimteschip Stichting ArtBees Stichting Dansnest Stichting Jeugdfilmfestival Rotterdam Stichting Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam StudioLing Theatergroep Aardewerk & Hemelse Gerechten UpForMusic Veldhovense Muziekschool Vensterschool Oosterpark Villa Zebra Werkgroepen ‘Platteland Anders’ en ‘Cultuur’
Het is een Kunst BBS Wijktheater Samen Muziek Maken Geblazen Het kofferproject Kunstschilderen met de Brede School Almere Ars en het basisonderwijs Het schoolproject Feest met de fanfare Historische verhalen Symfonieproject ’t Jong: De Gelaarsde Kat Wat doe jij? (Ge)kunsteld Artotheek Alter-Vision 2007 Lager Het 2de Hollywood in de klas filmfestival Meespelen in Canterbury Tales Ik mis je zo De Rockband Gaten De dieren op de boerderij Mijn leren is spelen en mijn spelen is leren Wie Wat War Wereldtalenten uit Rotterdam Hoogvliet Kunst op het platteland
Vught Vlijmen Bergen op Zoom Heemskerk Almere Leiden Ulvenhout Bunnik Bunnik Bunnik Amsterdam Huizen Hoogezand Rotterdam Oosterhout Heinenoord Gouda Rotterdam Egmond a/d Hoef Leiderdorp Reusel Veldhoven Groningen Rotterdam Scherpenzeel
jan kassiesprijs
32
Redactie Femie Willems Suzanne de Groot Bijdragen van Maaike Severijnen Ap de Vries Femie Willems Fotografie Joost Grol (omslag, p. 5, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15) Peter Hilz (p. 16, 17, 21) Carla Huisman (p. 3, 18, 19) Rob van Leijsen (p. 2, 4, 24) Jan van Rongen (p. 7, 28, 29, 30) Ad Vermeulen (p. 6, 22, 23, 27) archief Stichting Dansnest (p. 24, 25) Vormgeving Kummer & Herrman
Kunstconnectie is de branchevereniging voor professionele instellingen met als hoofdtaak kunsteducatie, kunstbeoefening en/of bevordering van kunstparticipatie. Namens, voor en met haar leden neemt Kunstconnectie stelling en formuleert zij gevraagd en ongevraagd standpunten over actuele onderwerpen. Ze behartigt de belangen van haar leden. Ze motiveert, adviseert en faciliteert de aangesloten instellingen bij de ontwikkeling van hun werk. Kunstconnectie bouwt aan en maakt afspraken over arbeidsvoorwaarden die het cultureel ondernemerschap in de branche ten goede komen. Door het bundelen van krachten en samenbrengen van partijen biedt zij haar leden een breed scala aan voordelen. Kunstconnectie vergroot de bekendheid en kwaliteit van het werk van de sector en zorgt dat de branche een gekende en erkende partner is in het (cultuur)politieke debat, de beleidsvorming en uitvoering ervan.
Drukwerk Libertas, Bunnik
© Kunstconnectie, november 2007
Kunstconnectie Postbus 365 3500 AJ Utrecht t 030 230 3740 f 030 230 3649 e-mail:
[email protected] www.kunstconnectie.nl