Nicolette van der Leeuw Manager Omgeving en Conditionering

WELKOM

Nicolette van der Leeuw Manager Omgeving en Conditionering

Opbouw van presentatie 1. Het Project: a. b. c. d. e. f.

Vroeger; toelichting (tot standkoming) van het project; doelen; wat gaan we bouwen; planning; het voortraject

2. Conditionerend omgevingsmanagement a. b. c.

Analyse (karakteristieken v/h project: 3 complexiteiten) Omgeving: actoren en categorieën; samenwerking;

Situatie vroeger

Situatie vroeger

Viaduct construction, early 1960s

Situatie vroeger

Situatie vroeger

Situatie vroeger

350 treinen per dag!

Huidige situatie spoor Spoor is barrière in

de stad en flessehals in dit trace

Phoenixstraat: verkeersriool

Stationsplein: krap

Station: te klein

Irenetunnel: barrière

emplacementterrein: loze ruimte

Doelen Spoorzone Delft  Het leefbaarheidsprobleem van het spoorviaduct oplossen  Verbinden van de vier stadsdelen van Delft  Herstel westelijke binnenstadsrand  Stedenbaan, binnenstedelijke uitbreiding van woningen en vastgoed  Een toekomstvaste spoorverbinding door Delft  Geschikt voor capaciteitsuitbreidingen  NS-station moderniseren en vergroten Dus: Win-Win situatie voor spoorsector en stad

Aaansluiting op ambities ProRail Onze ambities voor 2015 zijn:  50% meer treinen mogelijk maken op de drukste corridors in de brede Randstad  een 8 van onze klanten en omgeving  20% lagere life cycle kosten per treinkilometer  100% leveringsbetrouwbaarheid en nul ongevallen Aansluiting in Spoorzone Delft:  Reizigersvervoer gaat door tijdens de bouw  Kwaliteitsimpuls voor OV reiziger en binnenstad  Mogelijkheid tot capaciteitsuitbreiding spoor

Wat gaan we bouwen:        

Tunnel van 2300 meter lang Twee sporen in dienst in 2015 Twee sporen casco in 2017 Gebiedsontwikkeling: 1500 woningen 50.000 m2 kantoorruimte Ondergronds station met stadskantoor Ondergrondse parkeergarage Fietsenstalling

Planning (film):

Het voortraject 1988:

Rail 21 – toekomstvisie NS: 

1991:

studie Frits Palmboom  

1993:

2003: 2003: 2004: 2005: 2008:

Viersporige tunnel weliswaar duurst, maar enige oplossing met milieu- en ruimtewinst

Procesovereenkomst: V&W, VROM, Provincie ZH, Stadsgewest Haaglanden & Gemeente Delft Dreigend uitstel leidt tot actie Masterplan Spoorzone Minister Peijs: ‘spoortunnel komt er’ Bestuurlijke uitvoeringsovereenkomst, Delft neemt eindrisico Aanvulling BUOK; extra bijdragen; risico spoorinfrastructuur bij Rijk  

14 oktober 2011

‘Viersporige tunnel is enige duurzame oplossing’ Herontwikkeling levert geld op

Eindrapport SOVI, inclusief ‘case Delft’ 

2002:

Bovengrondse spoorverdubbeling in de randstad

Gunning aan aannemer Extra bijdrage van VROM, Provincie Zuid Holland, Stadsgewest Haaglanden, Stadsregio Rotterdam en gemeente Delft

20

Analyse: karakteristieken van het project en daarop gebaseerde aanpak

1. Complexe uitvoering  Veel contracten, opdrachtnemers  Veel deskundigheden en disciplines  Veel afhankelijkheden, lange doorlooptijd

2. Complexe organisatie  Meerdere bestuurslagen  Veel private partijen, stakeholders  Ingewikkelde risicoverdeling

3. Complex bouwomgeving  Binnenstedelijk en monumentaal  Open hart operatie, de winkel blijft open  Kritisch publiek (Delft Kennisstad) 14 oktober 2011

21

Complexe uitvoering o

o

o

14 oktober 2011

Analyse:  Veel afhankelijkheden (constructief, logistiek, veiligheid, etc)  Centrale regie noodzakelijk voor succes Risico’s:  Kans op suboptimalisatie zonder werkend geheel  Kans op verstoring van een balang, door optimalisatie op een ander  Dus: vertraging en kosten Lessons Learned:  Heldere Top-Eisen: CRS, Veiligheid, Veiligheid, ‘RAMS’  Eigen verantwoordelijkheden duidelijk houden, maar:  Sturen op overkoepelend belang  1 logistiek plan  1 testplan  1 veiligheidsplan  No change policy na gunning  Toch flexibiliteit voor nieuwe ontwikkelingen  Top-down analyses: vanuit oplevering terugredeneren

22

Complexe organisatie

Complexe organisatie o

o

o

Analyse:  Wederzijdse afhankelijkheden (business case, draagvlak, etc.)  Geen ‘alleenheerser’; ingewikkelde besluitvorming  Belangenverschillen tussen en met stakeholders Risico’s:  Kans op (interne) strubbelingen en imagoschade  Dus: vertraging en kosten Lessons Learned:  Sturen op overkoepelende belangen  Een stuurparameter staat centraal: planning: Tijd kost geld EN tijd kost draagvlak  Werken aan commitment en teamgeest over grenzen heen  Duidelijke rapportagelijnen voor (bij)sturing  Gezamenlijk dashboard over gedeelde belangen  Tijdig inventariseren van belangen, eisen en wensen  Concretiseren in Client Requirments Specification (CRS)  Overeenkomsten met gezamenlijke incentive  Gamings, spelsimulaties om belangen te bespreken  CRS (klanteisen) doorvertalen in contracten  Alliantie, samenwerkingsteam, project start ups

Complexe bouwomgeving o

o

o

14 oktober 2011

Analyse:  Voortgang afhankelijk van draagvlak  Veel partijen met verschillende belangen Risico’s:  Verlies van draagvlak  Kans op schades  Dus: vertraging en kosten Lessons Learned:  Sturen op en meten van draagvlak  Competenties sensitiviteit, creativiteit, communicatie, besluitvaardigheid  ‘Van buiten naar binnen’ redeneren:  Omgevingseisen bepalen het acteren van alle disciplines  Geintegreerde teams voor omgevingsmanagement en communicatie  Zicht op de toekomst bieden, tussenstappen naar eindresultaat  Afstemmen van belangen en gezamenlijke ambitie formuleren  In Stuurgroepen met partners sturen (extra maatregelen) op ambitie  Belangen omgeving doorvertalen contracten aannemers  Vertrouwen is gebaseerd op betrouwbaarheid  Werkateliers met betrokkenen: scenario’s per locatie/fase 25

Omgeving: benadering naar actoren Indeling in 4 categorieën: 1. Afhankelijkheid van toestemming voor uitvoering of voortgang 2. Schade of nadeel en daardoor vertraging (bouwschade, omzetderving) 3. Overlast (bereikbaarheid, parkeren, vuil, geluid) 4. Geen overlast of schade maar kan invloed hebben op voortgang

Categorie 1: Overeenkomsten  Partijen zijn vaak eigenaar of toekomstig beheerder  zonder toestemming geen project Voorbeelden: • HTM • Vereniging De Hollandsche Molen • DSM • Leeuw&Stein • Prysmian Maar ook: NS, Gemeente als mede opdrachtgevers

Categorie 2: schade of nadeel leidt tot vertraging  Mogelijke bezwaarmakers en melders van schade  Raakvlakken afstemmen  Wederzijdse belangen erkennen door in gesprek te gaan, daardoor draagvlak  Reguliere overleggen Voorbeelden: MKB, HHS, hulpdiensten, eigenaren kritische panden, Veolia, Haring, CePeZed, Phoenixgarage ING, Delftstede, Recreatievaart

Categorie 3 en 4: overlast •

Leefbaarheid en veiligheid zorgen voor draagvlak

•

Samen met communicatie: aanpak gericht op tijdig en betrouwbaar informeren

•

Inzicht in omgeving door koppeling technische informatie aan omgevingsinformatie

Kernthema’s •

Veiligheid - sociale veiligheid, systeemveiligheid en bouwveiligheid

•

Leefbaarheid – overlast, bereikbaarheid, schadepreventie

•

Economie – economische belangen borgen

•

Toestemming – afspraken (vergunningen, overeenkomsten)

• Draagvlak

Samenwerking (alliantie) Samenwerking op onderwerpen die kritisch zijn in het project en specifieke inpassingsvraagstukken opleveren:  Tram  Molen  Vergunningen  Kabels en Leidingen  Dienstgebouwen  Recent: planning en bouwfasering

4. Vragen?

Stellingen – 1 discussie 1. De architectuur van het bestuurlijk landschap is vanuit bestuurskundig oogpunt goed georganiseerd! 1. Is dat zo, herkent u dit? 2. Hoe kan het ook volgens u? 3. Wat betekent dit voor u als toehoorder? 4. Welke rol speelt u bij dit soort ontwikkelingen?

Stellingen – 2 discussie 1. Succes van een project als Spoorzone Delft is met name afhankelijk van bestuurlijk draagvlak en commitment voor overkoepelend belang. 1. Herkent u dit? 2. Wat betekent dit voor betrokken partijen? 3. Wat betekent dit voor u als toehoorder? 4. Welke rol speelt u bij dit soort ontwikkelingen?

Stellingen – 3 discussie 1. Bestuurlijk Nederland is in haar organisatievorm, kennis, attitude en opleidingsvorm, goed geëquipeerd om dergelijke projecten succesvol te ondersteunen! 1. Herkent u dit? 2. Wat betekent dit voor betrokken partijen? 3. Wat betekent dit voor u als toehoorder? 4. Welke rol speelt u bij dit soort ontwikkelingen?