Oktober 2010
newton
Magazine ter inspiratie van E.ON-relaties in de Benelux • Interview Eurocommissaris Oettinger • Kan steenkool schoner? • Economische crisis vs duurzame ontwikkeling • ‘s Werelds beste zonnepanelen • Revolutie in aardgas
Albanië: Investeerders gezocht
Column Zelfbeschikking en zonne-energie Een volledig duurzame energievoorziening, hoe eerder hoe beter. Het kan mij niet snel genoeg gaan. Maar gaat dat ook lukken? Ik ben ervan overtuigd dat we op de goede weg zijn: windturbineparken op zee, opschaling naar grotere vermogens op land, de Stad van de Zon, Texel autarkisch, de elektrische auto, ga zo maar door. En VNO-NCW die het Nederlandse bedrijfsleven koploper ziet worden in duurzame oplossingen.
In elke uitgave van newton geven vooraanstaande personen hun visie op ontwikkelingen in de energiesector.
Toch is die positieve ontwikkeling niet voor iedereen duidelijk. Zowel in mijn persoonlijke omgeving als in die van het beleid, de markt en maatschappij zijn er twijfels. Niet over het doel, maar wel over het tempo, de inzet en uiteindelijk de haalbaarheid. Deels wordt dat gevoed doordat er ook volop geïnvesteerd wordt in grootschalig elektriciteitsvermogen. Een recente journaaluitzending, met een trotse baas van de Eemshaven, waar de komende jaren een paar grote centrales zullen verschijnen, roept gelijk reactie op. Kan dat geld niet beter gestopt worden in de duurzame energievoorziening?
Dit keer is dat Rob Boerée Directeur Energie & Klimaat Agentschap NL
We doen allebei, zeg ik dan. Kijk maar naar de gunning onlangs van twee windturbineparken van 300 MW elk, toevallig ook te bouwen in het Noorden, in de Waddenzee. En het kan ook niet anders. Het is onvermijdelijk dat fossiele centrales nog lange tijd in een deel van onze elektriciteitsbehoefte voorzien. Blijvend inzetten op maximale energiebesparing moet ervoor zorgen dat het er zo min mogelijk worden, maar komen zullen ze. Ook kolengestookte, met CO2-opslag. De discussie raakt meestal echt verhit als er kolen in het spel komen. Ik breng dan als argument in dat deze brandstof ruim beschikbaar is, bovendien in landen die het Westen welgezinder zijn dan de meeste olie- en gasleveranciers. Maar het overtuigt niet helemaal. Want het roept ook twijfels op of de maatschappelijke wil om een duurzame samenleving te realiseren wel voldoende in daden wordt omgezet.
Die wil om te komen tot meer duurzame energie is er overduidelijk. Klimaatverandering speelt daarbij een rol en nu de olieramp in de Golf van Mexico. Maar het gaat ook over de woonomgeving, de lokale milieukwaliteit, mobiliteit. De samenleving wil daar zélf invloed op hebben. En grijpt dan elke kans aan. Zowel bedrijven als burgers. Het grote beroep dat op de subsidieregelingen voor zonnecellen wordt gedaan, illustreert dat. Terwijl je er toch echt wel wat voor moet doen om de zonnepanelen op je dak te krijgen. Naast subsidie aanvragen, heb je een certificaat van CertiQ nodig, je moet de installateur regelen, etc. Het weerhoudt de vele tienduizenden niet om aan te vragen. Omdat het een schone technologie is, het er goed uit ziet, en er steeds meer architectonische oplossingen komen om het mooi in te passen. En het staat op je eigen dak, het is van jou. Het is jouw bijdrage aan een beter klimaat. Dit niet in geld uit te drukken aspect blijkt vaak doorslaggevend. Vanuit dat perspectief is het wezenlijk om die burger zoveel mogelijk te helpen. Het moet net zo comfortabel zijn om je eigen zonne-energie in je huis te krijgen als de fossiele. Vanuit hun natuurlijke positie spelen de energiebedrijven daarin een cruciale rol. Opvallend is in dit verband dat het vooral de vele lokale en regionale initiatieven tot oprichting van lokale duurzame energiebedrijven zijn die hierop inspelen. Nutsbedrijven nieuwe stijl, die proberen de kleinschaligheid van Nederland te gebruiken als kans. Die inspelen op de specifieke mogelijkheden van hun gemeenten, die het zijn burgers makkelijk maakt. De wil van consumenten, bedrijven en overheden om zelf invloed te hebben op de verduurzaming van de energie kan samen met de vooraanstaande technologische positie van Nederland zorgen voor een omvangrijke ontwikkeling van zonne-energie. Nederland als Calimero met een zonnehoed…
newton 3
Newton
Colofon newton is een uitgave van E.ON Benelux voor
Sir Isaac Newton, Brits natuurkundige, wiskundige, filosoof en alchemist (4 januari 1643 - 31 maart 1727). Tot zijn zestiende volgde Newton zijn lagere en middelbare schoolopleiding in Grantham, waar hij bekend werd door zijn fraaie mechanische modellen: poppenmeubels voor meisjes, een kar met handaandrijving voor de inzittende, zonnewijzers, windmolens en vliegers met lantarens die hij ‘s nachts opliet. Hij vertrok op zijn achttiende jaar (1660) naar Cambridge. De ontmoeting met de wiskundige Isaac Barrow maakte een diepe indruk op hem. Hij bestudeerde er onder andere de Elementen van Euclides, de Geometria van Descartes, de Arithmetica Infinitorum van Wallis en de Dialogo van Galilei.
zakelijke relaties
Redactie E.ON Benelux: Maxim Brouwer, Ellen Hoogerdijk Pilgrims:
Nico Blaauw, Jacinta Janmaat
Contactgegevens E.ON Benelux Postbus 8642 3009 AP Rotterdam www.eon-benelux.com
[email protected]
Inhoud
Fotografie & beeldmateriaal
“Grote investeringen in energiesector
4
ANP Photo, Pelamis Wave
zijn noodzakelijk” Interview met Günther H. Oettinger
Tekstbijdragen Hanno Bakkeren, Jan Bletz,Wilmie Geurtjens,
Albanië: Investeerders gevraagd
6
Maarten van der Schaaf, Michiel Zonneveld
4
Een revolutie in aardgas
10
Vijf vragen over methaanhydraten
12
Wie bouwt ’s werelds beste zonnepanelen?
14
Joep Bertrams
Steenkool – kan het schoner?
16
Productie
Landbouwafval in Kenia heeft enorme
18
Vormgeving LVB Networks, Amersfoort
Illustratie
Effector, Breda
energiepotentie Gaat de economische crisis ten koste van
20
duurzame ontwikkeling? In perspectief
23
Cartoon Joep Bertrams Aan bronnen geen gebrek
6
24
Over golfslagcentrale in Schotland English summaries
26 Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen of beeldmateriaal is toestemming nodig
24
van E.ON Benelux. In de meeste gevallen zal die graag worden verleend. De mening van personen of organisaties in de artikelen vertegenwoordigt niet het standpunt van E.ON Benelux, tenzij nadrukkelijk aangegeven.
newton 4
Interview met Eurocommissaris Günther H. Oettinger
investeringen noodzakelijk”
“Grote in energiesector zijn
Günther H. Oettinger beheert als lid van de Europese Commissie de portefeuille energie. Een cruciale positie. Want de behoefte om de komende jaren te investeren in de energie-infrastructuur, nieuwe technologe en de ontwikkelingen van nieuwe energiebronnen zal enorm zijn, zo legt de Duitse Eurocommissaris uit.
Kunt u een schatting van de noodzakelijke investeringen geven? “Alleen al voor het moderniseren en uitbreiden van de energiecentrales en de noodzakelijke energienetwerken zal tot het jaar 2030 niet minder dan een triljoen euro moeten worden uitgetrokken. In de ontwikkeling van het gasnetwerk zal 150 miljard worden geïnvesteerd en dan hebben we het nog niet eens over de kosten van pijpleidingen uit landen buiten de EU. Dit soort langetermijninvesteringen zijn nodig om de energievoorziening tot 2050 veilig te stellen.” De EU legt ook veel nadruk op het belang van duurzaamheid, kunt u iets meer zeggen over de doelen die de EU zich daarbij stelt? “We willen in 2020 de CO2 uitstoot met 20 procent verminderen. Verder willen we dat eenzelfde percentage duurzaam wordt opgewekt. Tot slot is het de bedoeling dat het energiegebruik 20 procent efficiënter is. Sinds januari 2008 is er een pakket aan wetgeving die de EU-lidstaten aan deze ambitieuze doelstellingen bindt.” Hoe betrekt u de private sector bij het realiseren van al deze ambities? “De belangrijkste voorwaarde waaraan wij kunnen bijdragen is een duidelijk en stabiel stelsel van wetten en regels. Dat is ook precies waarmee we op dit moment bezig zijn. We zijn nu bijvoorbeeld toe aan de eindfase van het realiseren van een interne EU-markt voor gas en elektriciteit.”
Eén van de prioriteiten voor de EU is de investeringen in de infrastructuur. Waarom is dit zo acuut? “De grote gascrisis van 2009 en de problemen met het stroomnet in Italië in 2003 en in Duitsland in 2006 maken duidelijk dat er iets moet gebeuren. Het Europese energienetwerk is niet in staat om dit soort situaties op te vangen. En helaas dreigt de situatie nog erger te worden. Onze gasleidingen zijn in sommige delen van Europa verouderd en de verbindingen tussen de lidstaten nog altijd onvoldoende. We kunnen ook minder vertrouwen op onze eigen energiebronnen. Onze natuurlijke voorraden raken op. Dat betekent dat we afhankelijker worden van energie van buiten de EU. Ongeveer 61 procent van ons gas wordt al geïmporteerd uit landen als Rusland, Noorwegen en Algerije. Ons toekomstige netwerk zal ervoor moeten zorgen dat de energievoorziening diverser en flexibeler wordt. Ook om beter gebruik te maken van nieuwe en duurzame energiebronnen. “ Dat vereist ook nieuwe technologie. Is die wel voldoende beschikbaar? “Zelfs als je moet vaststellen dat de noodzakelijke nieuwe technologie op de korte en middenlange termijn nog niet
newton 5
logy Plan) heeft de weg hiervoor geplaveid. We moeten het makkelijker maken om nieuwe technologieën te introduceren. Helaas blijken innovaties als het toepassen van fotosynthese, windparken op zee, nieuwe technologie om netwerken beter te doen opereren en het afvangen en scheiden van CO2 uitstoot vaak nog te duur en te inefficiënt.” De investeringen in de energiesector kregen door de economische crisis een klap. Heeft de EU daar een antwoord op? “Eén van de onderdelen van het economisch herstelplan is het verhogen van de investeringen in infrastructuur. In mei 2009 zijn de EU en de Raad van Ministers akkoord gegaan met een financieel investeringspakket van 2,98 miljard euro voor de energiesector. Nooit eerder heeft de EU zoveel bijgedragen aan de energiesector. Het gaat dan om gas- en elektriciteitsnetwerken, windparken op zee en het afvangen en scheiden van CO2. Op die manier helpt het economisch herstelplan dus onze energiedoelstellingen te bereiken.”
toepasbaar zal zijn, is het zaak er zo snel mogelijk mee aan de slag te gaan. Het duurt nu eenmaal vaak tientallen jaren voor ze worden toegepast en een substantiële plek in de markt hebben.” Bedrijven gaan pas investeren als ze voldoende winst zien. Wat zijn wat dat betreft de prognoses? “De verwachting is dat de wereldmarkt voor duurzame energie in de komende vier jaar 418 miljard euro zal genereren. Het lijkt me duidelijk dat investeerders daarvan willen profiteren. De komende decennia zal er ook een grote focus gaan bestaan op de reductie van CO2. De verwachting is dat de technologieën en diensten die daarmee samenhangen de komende decennia de grootste groeisectoren zullen zijn. Europese samenwerking is de beste manier om deze groei verder te stimuleren. Het Set-plan (The European Strategic Energy Techno-
In veel landen is het debat over kernenergie heropend. Welke rol ziet u hier voor de EU? “Veel burgers zijn overtuigd van de voordelen van kernenergie. Maar tegelijkertijd is men zich bewust van de risico’s. Daarom moeten we zorgen voor het opstellen en handhaven van maximale standaarden op het gebied van veiligheid. Hier ligt een uitdaging waarvoor de EU zichzelf moet stellen. Als EU zijn we bereid om in het kader van het Euratom-verdrag een stelsel te ontwikkelen waarmee op de beste mogelijke manier de bescherming tegen straling, de veiligheid en non-proliferatie kunnen garanderen. Vorig jaar hebben de lidstaten al unaniem een richtlijn aanvaard ten aanzien van de veiligheid van nucleaire installaties. Het is verder belangrijk dat het debat over de voor en nadelen transparant en zonder taboes wordt gevoerd. Daartoe hebben we als commissie een European nucleair energy forum opgezet waarin de verschillende stakeholders worden uitgenodigd om mee te debatteren. Overigens is het aan de lidstaten zelf de keuze te maken welke energiemix ze wensen te benutten.”
Meer informatie http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/oettinger
newton 6
E.ON World
Land in ontwikkeling
Albanië
Investeerders gevraagd
Albanië kampt met een nijpend energietekort. De regering van de voormalige socialistische heilstaat is naarstig op zoek naar investeerders die nieuwe energiecentrales willen bouwen in het land. Maar misschien heeft het wel meer zin om het illegaal aftappen van energie aan te pakken.
Onder leiding van premier Sali Berisha slaat Albanië een nieuwe weg in.
Albanië is één van de armste landen van Europa. Meer dan de helft van de bevolking van de bergachtige staat, die ligt ingeklemd tussen Griekenland, Kosovo, Montenegro, Macedonië en de Adriatische zee, werkt op kleinschalige boerderijen op het platteland. De infrastructuur van het land is vrij slecht, corruptie komt veel voor en criminele netwerken zijn wijdverspreid. Sinds de overwinning van de Democratische Partij bij de verkiezingen van 2005 lijkt Albanië echter de goede weg te zijn ingeslagen. Onder leiding van premier Sali Berisha heeft de regering beloofd aan de slag te gaan met de aanpak van de georganiseerde misdaad en zijn er stappen gezet om economische groei aan te jagen. De hervormingen bleven niet onopgemerkt door de buitenwereld. In 2009 trad Albanië toe tot de NAVO en het land is inmiddels een potentiële kandidaat om toe te treden tot de Europese Unie. 12 uur per dag zonder stroom Eén van de speerpunten van de Albanese regering is het verbeteren van de energievoorziening. Traditioneel is Albanië sterk afhankelijk van waterkrachtcentrales voor zijn elektriciteitsproductie. Lange tijd produceerde het land op die manier meer dan voldoende goedkope energie om aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen en exporteerde het bovendien elektriciteit naar zijn buurlanden. Sinds de economie in de jaren negentig flink is gaan groeien, is de jaarlijkse energievraag verviervoudigd naar 6.800 GWh, terwijl de productie is gehalveerd tot circa 4.200 GWh (cijfers Wereldbank). De dalende elektriciteitsproductie is het gevolg van ontoereikende regenval en de verouderde staat van de Albanese waterkrachtcentrales. Maar liefst twintig jaar lang werd er niet geïnvesteerd in de ener-
Waterkrachtcentrales produceren nu maximaal 3.600 GWh per jaar in Albanië
giesector. Om het tekort aan te vullen moet nu elektriciteit worden geïmporteerd uit buurlanden, maar de oude transmissielijnen kunnen slechts een beperkte hoeveelheid energie transporteren. Bovendien worden de tekorten in andere landen in de Balkan ook groter waardoor het steeds lastiger en duurder wordt om elektriciteit te verkrijgen. In de zomer van 2007 leidde dit alles tot een ware energiecrisis. In hoofdstad Tirana lag ruim 4 uur per dag het elektriciteitsnetwerk plat. Daarbuiten zaten Albanezen de helft van de dag zonder stroom – dodelijk voor de ontwikkeling van het land. Daarop verklaarde premier Berisha dat “elk project dat bijdraagt aan het diversifiëren van de energievoorziening” steun zou krijgen van zijn regering. Behalve het opknappen van verouderde waterkrachtcentrales hoopt Berisha ook (buitenlandse) investeerders aan
te trekken die nieuwe waterkrachtcentrales willen bouwen en andere energiebronnen willen ontwikkelen, zoals kolen-, olie en gasgestookte energiecentrales, zonne-energiecentrales, windparken en biomassafabrieken. Voor investeerders liggen er volop kansen
newton 7
Grootschalig illegaal aftappen Verschillende buitenlandse bedrijven hebben de afgelopen jaren interesse getoond om te investeren in de Albanese energiesector. Het Italiaanse ENEL heeft een vergunning bemachtigd om een kolencentrale met een
In 2007 lag in de hoofdstad Tirana ruim 4 uur per dag het
elektriciteitsnetwerk plat
in het Zuidoost-Europese land. Albanië’s waterkrachtcentrales kunnen nu maximaal 3.600 GWh produceren, terwijl het potentieel 16.000 GWh per jaar is. Ook beschikt het land over onbenutte olie-, gas- en kolenreserves en is er een groot potentieel voor zonne- en windenergie.
capaciteit van 1.600 MW neer te zetten in Porto Romano, nabij de noordelijk stad Dürres. Een Sloveens consortium wil waterkrachtcentrales bouwen in de rivier de Shala en het Oostenrijkse elektriciteitsbedrijf EVN gaat samen met het Noorse Statkraft aan de slag met drie centrales in de rivier de Devol. Een andere >>
newton 8 Italiaanse investeerder, de Marseglia Groep, wil een onshore windpark en een biomassacentrale bouwen in het noorden van het land. Ook legt dit concern onderzeese elektriciteitskabels aan in de Adriatische zee tussen Albanië en Italië. De in Albanië opgewekte elektriciteit zal grotendeels worden verkocht aan de Italiaanse markt, omdat daar subsidies worden gegeven op duurzame energie. In Albanië kan windenergie niet concurreren met grijze stroom. Niet iedereen is blij met de komst van deze buitenlandse investeerders. Anisa Xhitoni van het Qendra Eden Center, een Albanese NGO in Tirana, vindt dat de Albanese regering
“Albanië kan zelfvoorzienend worden in zijn energievoorziening als de problemen met het netwerk worden opgelost” veel te ver gaat om buitenlandse investeringen aan te trekken. “Nergens in Europa is het zo makkelijk om een energiecentrale neer te zetten. Het hele systeem is nogal corrupt. Je mag zoveel vervuilen als je maar wilt, land kost slechts een euro per vierkante meter en de belastingen zijn heel laag.” De milieudeskundige vreest bovendien dat het Albanese energieprobleem niet wordt opgelost met de komst van buitenlandse energiecentrales. “De regering droomt ervan om de grootste energie-exporteur van de Balkan te worden,
In 2009 trad Albanië toe tot de NAVO
maar onze eigen energiezekerheid is daaraan ondergeschikt. De productie in deze nieuwe centrales is niet bestemd voor de Albanese markt, maar voor Italië of Griekenland. Daar schieten Albanezen niets mee op.” De regering stelt verkeerde prioriteiten, vindt Xhitoni. “Het elektriciteitsnetwerk is in dramatisch slechte staat, waardoor er veel energie wordt verspild. Daarin moeten we allereerst investeren. Daarnaast wordt er nu op grote schaal elektriciteit illegaal afgetapt en betalen veel gezinnen hun elektriciteitsrekening simpelweg niet. Die mensen gaan ook nog eens roekeloos om met hun energie: het is toch gratis.” De Wereldbank in Tirana bevestigt dat naar schatting 35 tot 40 procent van de opgewekte elektriciteit in Albanië wordt verkwist en dat slechts 80 procent van de elektriciteitsrekeningen die worden verstuurd daadwerkelijk worden voldaan. Dat betekent dat voor slechts de helft van de totaal geproduceerde energie wordt betaald. Omdat Albanese huishoudens goed zijn voor maar liefst 67 procent van het totale energieverbruik kan de aanpak van illegaal tappen grote energiebesparingen en extra inkomsten opleveren voor staatselektriciteitsbedrijf KESH. In een rapport over de Albanese energiesector in 2007 schrijft het Weense advocatenkantoor Wolf Theiss zelfs dat Albanië “weer zelfvoorzienend kan worden in zijn energievoorziening als alle problemen met het netwerk zouden worden opgelost.” Renewables of fossiel? Behalve het lokken van investeerders om nieuwe centrales te bouwen heeft de Albanese regering maatregelen
newton 9
genomen om het aftappen van elektriciteit aan te pakken. Staatselektriciteitsbedrijf KESH is vorig jaar opgesplitst in een distributie- en een productiebedrijf. Het distributiebedrijf, dat verantwoordelijk is voor het netwerk, is deels geprivatiseerd. Het verminderen van de verspilling met 3 tot 4 procent per jaar is een van de doelstellingen van het nieuwe bedrijf. Xhitoni: “De privatisering van het distributiebedrijf is op zich een positieve ontwikkeling, want kennelijk had KESH niet de capaciteit om het netwerk te verbeteren en betaling af te dwingen. Maar in de toekomst lopen we het risico dat het private elektriciteitsbedrijf de prijzen verhoogt. Bovendien kan de onderneming in buitenlandse handen vallen waardoor de winsten het land uit vloeien.” Xhitoni geeft niet alleen de Albanese regering de schuld van het huidige beleid. “Ons land
zwemt in de schulden, Berisha kan in zijn eentje niets doen. Elke grote nieuwe investering moet worden overlegd met de internationale financiële instituties. Wij pleiten er daarom voor dat de Wereldbank en andere financiële instituties alleen hun steun geven aan projecten die bijdragen aan het verbeteren van de energie-efficiency en investeringen in renewables ondersteunen.” Wat betreft de ontwikkeling van nieuwe duurzame energiebronnen denkt de milieudeskundige vooral aan kleine waterkrachtcentrales in rivieren waarin al andere centrales staan. Ook hoopt ze dat Albanië’s potentieel voor zonne-energie in de toekomst wordt benut. “Idealiter komt er een systeem zoals in Duitsland waarin gezinnen decentraal zonne-energie opwekken en terugleveren aan het net. Dan heb je veel minder grote vervuilende centrales nodig.” Of dat
een realistische droom is? “Waarom niet? Aan de zon op de Balkan ligt het in ieder geval niet. In Kroatië is nu ook al zo’n regeling.” Maar bij de Wereldbank geloven ze op korte termijn niet in de kansen van zonne-energie in Albanië. “Er wordt veel over gepraat, maar zo lang er subsidies nodig zijn om zonnestroom rendabel te maken gaat niemand er hier mee aan de slag,” zegt Gazmend Daci, energiespecialist bij de Wereldbank in Tirana. “De overheid kan die subsidies simpelweg niet betalen. Albanië is nog altijd een ontwikkelingsland. Zonne-energie klinkt natuurlijk prachtig, maar als we op een andere manier goedkopere elektriciteit kunnen opwekken moeten we daarvoor kiezen.” De Wereldbank is sinds 2000 betrokken bij de ontwikkeling van een olie- en gasgestookte energiecentrale nabij kustplaats Vlorë. De nieuwe centrale (97 MW) zal, zodra deze in werking treedt, 10 procent van de totale productie in Albanië voor zijn rekening nemen en het huidige energietekort met 20 procent terugbrengen. Vooral in het zuiden van Albanië zal de energiezekerheid verbeteren. De centrale zou begin 2009 energie gaan opwekken, maar halverwege 2010 werkt de energiebron nog niet. Daci verwacht dat de centrale nu begin 2011 in werking zal treden, maar Xhitoni moet dat nog zien. “De energiecentrale is op dit moment niet concurrerend omdat de olieprijs te hoog staat. Op gas kan de centrale ook niet draaien omdat Albanië niet is aangesloten op Europese gasnetwerken.” Tegen de bouw van de energiecentrale in Vlorë is lang geprotesteerd. Vlorë is een van de toeristische hotspots van het land. Inwoners van de stad vrezen dat toeristen de badplaats in de toekomst zullen mijden. De visserij, een andere belangrijke lokale bron van inkomsten, is bang dat de vervuilende industrie de wateren en de visstand aantast. Xhitoni: “De inwoners van Vlorë kregen weinig steun uit de rest van het land. Albanezen zijn weinig milieubewust. Ze willen ontwikkeling en wel zo snel mogelijk. Ze hopen dat de komst van buitenlandse bedrijven hun een baan oplevert. Helaas hebben de meeste mensen geen oog voor de gevolgen op de langere termijn.” •
Meer informatie www.kesh.com.al www.marsegliagroup.com www.eden-al.org
newton 10
Een revolutie in
aardgas
Een doorbraak in de winning van onconventioneel aardgas heeft de wereld op zijn kop gezet. ’s Werelds winbare gasvoorraden zijn vele malen groter dan eerder gedacht. Dat kan goed nieuws zijn voor de leveringszekerheid, de geopolitieke verhoudingen en het klimaat.
‘Een stille revolutie’, zo betitelde de gewezen topman van BP, Tony Hayward, vorig jaar de spectaculaire ontwikkelingen in de exploratie en productie van onconventioneel gas. Van stilte is nu geen sprake meer. Amerika haalt inmiddels meer dan de helft van zijn aardgas uit onconventionele bronnen, vooral schalie (een soort leisteen) en steenkoollagen. De Amerikaanse gaskoorts is nu naar Europa overgeslagen en ontaardt in een spelletje landjepik. In Duitsland, Frankrijk, Polen en tal van Oost-Europese landen buitelen de exploratiebedrijven over elkaar heen om concessies veilig te stellen. Polen, voorheen volledig gasafhankelijk van grote buur Rusland, waant zich na diverse succesvolle proefboringen een nieuwe gasgrootmacht. Reserves Hoeveel onconventioneel gas er in Europese bodem verstopt zit weet niemand, hoeveel er winbaar zal blijken is een nog grotere vraag. Het IEA schat de Europese onconventionele gasreserves op 35 biljoen m3, zeker zes keer de conventionele reserves. De Amerikaanse reserves zijn nog veel groter, ruim 200 biljoen m3. Waar de Amerikanen een paar jaar geleden nog dachten bijna door hun gas heen te zijn, kunnen ze plotseling meer dan vijftig jaar vooruit, misschien wel een paar eeuwen, zo denken velen. De Amerikaanse LNGterminals, gebouwd met het oog op de verwachte stijging van de gasimport, liggen er met een bezetting van slechts
10 procent veelal verlaten bij. Sommigen worden zelfs omgebouwd tot exportterminals. Vorig jaar passeerde de VS Rusland als grootste aardgasproducent. Groter aanbod Het bestaan van onconventioneel gas is bij geologen al decennia bekend. Probleem was dat het amper winbaar was, tenminste niet rendabel. Dat veranderde een paar jaar geleden door een combinatie van explosief stijgende olie- en gasprijzen en de ontwikkeling van nieuwe boortechnieken, afkomstig uit de olie-industrie. Een moderne boor kan onder de grond een knik maken, zodat er ook horizontaal in gashoudend gesteente geboord kan worden. Vervolgens wordt onder hoge druk een mengsel van water en chemicaliën in het boorgat gespoten om het gashoudende gesteente te kraken, waarna het gas vrijkomt. Door schaalvoordelen en verfijning van deze techniek is de winning van onconventioneel gas op sommige plekken zelfs goedkoper dan de winning van conventioneel gas. Het grotere aanbod van gas viel dankzij de crisis samen met een sterk geslonken vraag. In Europa daalde de vraag naar aardgas vorig jaar met 7 procent. En waar de Europese Commissie in 2005 nog voorspelde dat de Europese vraag de komende decennia met 1,5 procent per jaar zou stijgen, heeft het IEA dat cijfer inmiddels bijgesteld naar 0,8 procent. Hoewel de vraag in landen als China en India alweer aardig aantrekt, verwachten marktvolgers dat er nog jarenlang een overaanbod van gas zal zijn. Dit wordt nog versterkt door het grotere aanbod van LNG. Een land als Qatar, dat zijn enorme gasvoorraden in de vorm van LNG aan de VS dacht te kunnen slijten, moet op zoek naar nieuwe klanten en schuimt de wereldzeeën af met goedkoop gas. Olieprijs Het overaanbod heeft de prijs van aardgas behoorlijk gedrukt, tot zo’n 300 dollar per duizend m3. Waar de prijs van olie sinds het dieptepunt van anderhalf jaar geleden weer naar 80 dollar per vat is opgekrabbeld, is die van aardgas vooralsnog blijven hangen. Daarmee lijkt de koppeling van de olie- en gasprijs op losse schroeven komen te staan. Dat
newton 11
Boeken Ketensamenwerking Teun Hardjono, Robert van Brakel, Jan-Joost Kroon ISBN-13: 9789090252834
Het moet nog maar blijken welke
gasreserves daadwerkelijk winbaar zijn
worden bewezen. Het land beschikt over enorme reserves aan onconventioneel gas en verwacht binnen afzienbare tijd 30 miljard m3 te kunnen produceren. Dit is gelijk aan de helft van de binnenlandse vraag.
Door nieuwe gasboortechnieken lijken grote voorraden gas bereikbaar te worden.
is slecht nieuws voor een gasgrootmacht als Rusland. Niet alleen ziet het zijn geopolitieke machtspositie aangetast, het ziet ook zijn inkomsten dalen. Grote klanten hebben leveringscontracten met Gazprom heronderhandeld en geflexibiliseerd. Het verlies van Ruslands Gazprom is in de eerste plaats winst voor consument en industrie. Als gas de komende jaren inderdaad ruim voorradig en goedkoop blijft, zal dit onze energierekening flink drukken. Maar ook het klimaat zou wel eens van deze gasbel kunnen profiteren. Door de voorheen zo grillige en vaak hoge gasprijs verkozen elektriciteitsproducenten vaak steenkool boven gas. In de huidige situatie zal de keuze wellicht sneller op gas vallen, dat bij verbranding half zoveel CO2 produceert. Als bijvoorbeeld in China, waar nu wekelijks een nieuwe kolencentrale wordt geopend, een dergelijke ommezwaai gemaakt wordt, zou het wereldklimaat een grote dienst
Spannende jaren Toch waarschuwen deskundigen voor al te groot optimisme. Dat er in Amerika zulke enorme successen zijn geboekt, betekent niet automatisch dat dit elders ook lukt. Het moet nog maar blijken welke reserves daadwerkelijk winbaar zijn, want bij de winning van onconventioneel gas komt nogal wat kijken. Zo moeten er per veld relatief veel gaten geboord worden, hetgeen in dichtbevolkt Europa lang niet overal mogelijk is. Ook zetten burgers en milieuorganisaties grote vraagtekens bij de chemicaliën die bij het boren gebruikt worden. Zullen deze het grondwater niet vervuilen? En vergeet niet dat er heel wat tijd zit tussen proefboringen en daadwerkelijke productie. Naar verwachting zal onconventioneel gas in Europa pas over tien jaar een substantiële bijdrage leveren aan de gasproductie. Het worden in ieder geval spannende jaren. •
De mens is een sociaal wezen. Toch gaat samenwerken meestal niet vanzelf en het wordt niet eenvoudiger wanbeurt neer dit in een keten gebeurt. Mensen en organisaties kunnen daarbij elkaar - maar ook zichzelf - behoorlijk dwars zitten. Dit boek geeft inzicht in hoe duurzame ketensamenwerking wordt gerealiseerd en enorme resultaten kan opleveren binnen organisaties en netwerkverbanden. De hier samengebrachte kennis komt voort uit ervaringen met ketensamenwerking binnen het bedrijfsleven, de overheid, rampenbestrijding, de zorg en de wetenschap.
The Remedy Pascal Dennis ISBN-13: 9780470556856 In ‘The Remedy’ (Engelstalig) staan Tom Pappas en Rachel Armstrong centraal; senior leiders bij een wanhopige autoproducent. Ze proberen een systeem te implementeren voor een ‘groene’ auto. De toekomst van het bedrijf staat op het spel. Kunnen Tom en Rachel, ondersteund door een gepensioneerde, teruggetrokken Toyota executive, weer het vertrouwen en respect van de klant krijgen? Dit boek toont hoe u gebruikmaakt van de Lean-methode; niet alleen voor het productiesysteem, maar voor het voortbestaan en succes op de lange termijn van de gehele onderneming.
newton 12
Vijf vragen over…
methaanhydraten Het ziet er uit als ijs maar als je er een brandende lucifer bij houdt, vliegt het in brand. Methaanhydraten zijn bevroren watermoleculen waarin methaangas gevangen zit. Olie- en gasmaatschappijen zien dit goedje, dat veelvuldig voorkomt onder de oceaanbodem, als een potentiële nieuwe fossiele brandstof.
1.
Wat zijn methaanhydraten?
Methaanhydraten ontstaan wanneer natuurlijk gas in aanraking komt met water bij een lage temperatuur en onder hoge druk. Dit proces vindt voornamelijk plaats in aardlagen direct onder de oceaanbodem. Allerlei gassen vormen hydraten in de natuur, maar methaanhydraten komen verreweg het meeste voor. De koolstof die wereldwijd ligt opgeslagen in methaanhydraten wordt geschat op twee keer de bekende hoeveelheid van alle fossiele brandstoffen ter wereld, inclusief kolen. Daarmee vormen methaanhydraten mogelijk een immense energiebron. Ondanks de overvloed aan en het potentieel van methaanhydraten was er tot voor kort weinig bekend over hun samenstelling en de manier waarop deze energiebron zou kunnen worden gewonnen. Maar de interesse neemt de laatste jaren sterk toe. Vooral de Japanners, Indiërs en Amerikanen besteden veel geld aan onderzoek naar het winnen van energie uit methaanhydraten.
2.
Hoe kan gas worden geproduceerd uit methaanhydraten?
Het onderzoek naar en de kennis over hydraten is nog lang niet toereikend om grootschalige productie op korte termijn te kunnen starten. Het onderzoek van de geoloog Tim Collett van het United States Geological Survey (USGS) dat vorig jaar werd gepubliceerd in Science heeft de aandacht voor hydraten internationaal in een stroomversnelling gebracht. De voornaamste conclusie van Collet en zijn collega’s luidt dat de productie van gas uit gashydraten technisch mogelijk is met bestaande technologieën. Er zijn twee technieken waarmee methaan kan worden onttrokken uit hydraten. Collet: “Je kan de druk verlagen op de gebieden waar hydraten liggen opgeslagen, waardoor de hydraten bij wijze van spreken uit elkaar vallen in water en methaan. Het methaangas kan dan in theorie worden gewonnen met dezelfde conventionele technieken waarmee ook olie en gas wordt gedistilleerd. Een andere methode, die in het laboratorium succesvol is getest, behelst het onttrekken van methaangas door CO2 te injecteren in de hydraten. CO2 neemt dan als het ware de plaats in van de methaanmoleculen.”
3.
Injecteren van CO2? Kunnen we twee vliegen in een klap slaan – energie winnen en CO2 opbergen?
In Amerikaanse en Noorse laboratoria is dat inderdaad gelukt. Of de techniek ook in de praktijk werkt is nog de vraag. Het Amerikaanse Ministerie van Energie (DOE) voert in Alaska samen met Conoco-Philips en de Universiteit van Bergen, Noorwegen voor het eerst een experiment uit in de real world. Naast de onzekerheid of de techniek ook slaagt buiten het lab, zijn er grote vragen over de hoeveelheid methaangas die kan worden geproduceerd en over de hoeveelheid CO2 die hydraten kunnen opnemen. Verder onderzoek moet nog worden verricht naar de meest veelbelovende gebieden waar gashydraten in een geconcentreerd gebied bij elkaar liggen zodat deze op een commercieel interessante wijze kunnen worden gewonnen.
newton 13
Methaanhydraten vormen mogelijk een
immense energiebron
4.
5.
Hebben we een nieuwe duurzame brandstof gevonden?
In principe is methaan niet de groenste brandstof – bij het verbranden komt immers C02 vrij. De CO2-uitstoot is wel significant lager dan bij het verbranden van kolen of olie. Maar als de winningtechniek met CO2-injectie slaagt, dan kan methaan wel een CO2-neutrale fossiele brandstof worden. Dat wil zeggen: als de opgeslagen CO2 ook daadwerkelijk in de onderzeese hydraten blijft zitten. Het gas dat in de hydraten ligt opgeslagen komt namelijk vrij als de druk lager wordt of de temperatuur stijgt. Recent onderzoek heeft laten zien dat methaan ontsnapt uit smeltende hydraten als gevolg van de opwarming van de zeebodem. Een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Natalia Shakhova van de Universiteit van Alaska vond in de buurt van Spitsbergen meer dan 250 plekken waar het methaan naar boven kwam bubbelen uit de aardkorst onder de zee. De Russische onderzoekster concludeert dat methaangas uit hydraten vrij komt in steeds diepere gebieden in de oceaan en daardoor op steeds meer plekken. “Methaanhydraten zijn nu stabiel op 400 meter diepte, in ondieper water
smelten ze. Vroeger bleven hydraten nog intact op 360 meter diepte.” Onderzoekers vrezen dat die trend onomkeerbaar is. Shakhova: “Nergens warmt de aarde sneller op dan binnen de Noordpoolcirkel. Hierdoor komt er steeds meer methaan vrij, zowel uit de zeebodem als uit de permafrost, waardoor de aarde weer verder opwarmt.” Het vrijkomen van grote hoeveelheden methaan, een broeikasgas dat ruim 20 maal zo veel warmte vasthoudt per molecule dan CO2, wordt vaak gezien als een mogelijke oorzaak van klimaatverandering in het verleden.
Hebben methaanhydraten de toekomst?
Het energetisch potentieel is enorm. De technologie is veelbelovend. En het feit dat de wereldwijde interesse van olie- en gasmaatschappijen toeneemt is ook veelzeggend. De lopende onderzoeksprojecten zullen veel duidelijkheid scheppen over de mogelijkheden van de technologie en over de mogelijke opslag van CO2. •
Meer informatie Paper van Tim Collett (USGS): http://woodshole.er.usgs.gov/projects/29210FP.pdf
newton 14
Wie bouwt ’s werelds beste
zonnepanelen?
Zonnecelfabrikanten zijn in een heftige concurrentiestrijd beland om de beste zonnepanelen ter wereld te produceren. Grote uitdagingen: de kostprijs moet omlaag en de efficiëntie omhoog. “De technologische rat race houdt nooit op.”
De markt voor zonne-energie ontwikkelt zich in een razend tempo. In het eerste decennium van de 21ste eeuw schoten de fabrikanten van zonnepanelen als paddenstoelen uit de grond. Ondanks de economische recessie en de stop van het subsidieprogramma voor zonne-energie in Spanje groeide de wereldwijde productiecapaciteit in 2009 met 51 procent tot 10,7 GW. Chinese, Amerikaanse en Duitse producenten leiden de dans. Sinds 2008 is China de grootste producent van zonnepanelen ter wereld met een exportwaarde van 15 miljard dollar per jaar. Maar de race is nog lang niet gelopen. Het wemelt van de nieuwe technologieën en iedere producent schermt met aantrekkelijke kostenplaatjes en interessante energieprestaties van zijn zonnecellen. Ronald van Zolingen is emeritus hoogleraar aan de Universiteit Eindhoven. Sinds 1975 houdt hij zich bezig met
de ontwikkeling van zonneceltechnologie. “Ruim 80 procent van de zonnecellen die nu wereldwijd worden geproduceerd bestaan uit één- en multikristallijnsilicium,” vertelt Van Zolingen. “De rest van de markt bestaat uit dunnefilmzonnecellen. Die worden gemaakt van amorf silicium, cadmium-telluride of koper indium gallium diselenide. De komende jaren zullen daar ongetwijfeld nieuwe technologieën bijkomen.” Efficiëntie De dunnefilmzonnecellen gemaakt van cadmium-telluride zijn aan een enorme opmars bezig. Het Amerikaanse bedrijf First Solar heeft vol ingezet op deze technologie. First Solar is momenteel wereldmarktleider met een jaarlijkse productie van ruim 1 GW per jaar. Cadmium-telluride is minder efficiënt dan zonnecellen van mono- of multikris-
newton 15
tallijnsilicium, maar efficiënter dan amorf silicium. Door de lage kosten van het materiaal en het productieproces zakte de kostprijs voor cadmium-telluride zonnecellen in ijl tempo van 1,40 naar 0,87 dollar per watt. Daarmee is First Solar het eerste – en tot nu toe enige – bedrijf ter wereld dat erin is geslaagd de kostprijs per Watt onder de 1 dollar te brengen. Zonneceltechnologie
Rendement in %
PV Monokristallijn silicium Multikristallijn silicium
15-20 14-16
f Amorf en microkristallijn silicium Cadmium-telluride Koper Indium Gallium Diselenide
6-9 11 11-12
Hoewel dunnefilmtechnologie op basis van cadmiumtelluride op dit moment als voordeligste technologie uit de bus lijkt te komen gezien de lage marktprijs, is het volgens Van Zolingen onmogelijk om te stellen dat die techniek in alle omstandigheden de beste keus is. “Per locatie en toepassing verschillen de kosten. Uiteindelijk ontlopen de systemen elkaar momenteel niet veel. Daarom is het interessanter om de lange termijnperspectieven van de bestaande technieken te analyseren. Het rendement van één- en multikristallijnzonnecellen kan nog flink worden verbeterd en de kostprijs kan zeker nog omlaag. Ik verwacht dat kristallijnsilicium, dunnefilm en een nog onbekende nieuwe techniek in 2030 allemaal een derde van de markt voor hun rekening zullen nemen.”
Solar, een Limburgse speler die actief is in de hele keten van de internationale zonne-energiemarkt. “Daarom proberen wij te excelleren in bepaalde marktsegmenten. Behalve op kwaliteit en innovatie mikken we op een goede dienstverlening om klanten extra toegevoegde waarde te bieden. Wij hebben kantoren in alle landen waar we actief zijn. Daardoor kunnen we onze afnemers bijstaan door middel van financiering, logistiek en hulp aan installateurs.” De grootste uitdaging voor Scheuten Solar is om goed om te gaan met de volatiliteit van de markt. “Terwijl de kostprijs constant daalt als gevolg van de onomkeerbare technologische rat race, schommelt de marktprijs enorm omdat deze sterk afhankelijk is van nationale subsidieregimes. Het is de kunst om een goede balans te vinden tussen de ontwikkelingen in de markt en onze productiecapaciteit.” Thomas van der Zijden van Solland Solar bevestigt dat de zonne-energiemarkt behoorlijk onstuimig is. Volgens Van der Zijden zal de markt pas normaliseren zodra grid parity wordt bereikt – het moment waarop de kostprijs van zonne-energie zo ver is gedaald dat er geen subsidies meer nodig zijn om zonnestroom te laten concurreren met grijze stroom. “Grid parity is het toverwoord. Wanneer het zover is? Sneller dan de meeste mensen denken. In delen van Zuid-Europa is zonne-energie al min of meer concurrerend. In Nederland duurt het nog een jaar of vijf.” •
Meer informatie Op 11 november organiseert E.ON een Optics-bijeenkomst over het onderwerp zonne-energie.
Chinese concurrentie Bij de Limburgse fabrikant Solland Solar – dat zich specifiek richt op de multikristallijn siliciumtechnologie – laat sales- en marketingdirecteur Thomas van der Zijden zich niet van de wijs brengen door de opkomst van dunnefilmzonnecellen, die hij “niet schokkend” noemt. Van der Zijden beschouwt de concurrentie uit Azië als een grotere uitdaging. “Jaarlijks produceren wij 170 MW, terwijl in China nieuwe fabrieken uit de grond worden gestampt met een capaciteit van 600 MW tot 1.000 MW. Door de lagere loonkosten en de schaal waarop de Chinezen produceren kunnen we onmogelijk met hen concurreren op prijs.” Solland wil zich daarom onderscheiden met een product van superieure kwaliteit. Solland verwacht de moordende concurrentiestrijd te kunnen overleven met zijn gepatenteerde Sunweb technologie waarmee het bedrijf een rendement denkt te kunnen realiseren van 16,5 procent – een verbetering van 10 procent ten opzichte van conventionele modules gebaseerd op multikristallijnzonnecellen waarbij het rendement blijft steken op circa 15 procent. “Als je hetzelfde doet als de Chinezen trek je aan het kortste eind,” stelt Frans van den Heuvel, CEO van Scheuten
Wilt u meer informatie of een uitnodiging hiervoor ontvangen? Stuur dan een e-mail aan:
[email protected]
newton 16
Steenkool
Kan het schoner? Energie is de brandstof van onze maatschappij. Een groot deel is echter nog afkomstig van CO2-intensieve steenkolen, wat bijdraagt aan de klimaatopwarming. Menigeen is van mening dat steenkolen niet meer gebruikt zouden moeten worden. Maar E.ON is ervan overtuigd dat kolen ook op een klimaatvriendelijker manier gebruikt kunnen worden.
E.ON gaat op drie manieren de uitdaging aan om de CO2-uitstoot afkomstig van kolen aanzienlijk te reduceren. 1)
Activiteiten concentreren zich op antraciet en niet op bruinkool, dat ongeveer 25 procent CO2-intensiever is dan antraciet
2) Alleen technologisch geavanceerde centrales bouwen die worden gestookt op antraciet en die een thermische efficiency hebben van meer dan 46 procent, hetgeen een stuk hoger is dan de gemiddelden in Europa (36 procent) en in de wereld (30 procent). 3) Ontwikkeling van technologieën om CO2 af te vangen en op te slaan (CCS)
Daarom investeert E.ON miljoenen om kolengestookte centrales een stuk minder vervuilend te maken. Ook neemt het bedrijf maatregelen om tegemoet te komen aan al haar verantwoordelijkheden als gebruikers van kolen, zowel in de mijnen zelf als ten opzichte van de lokale gemeenschap die in de buurt van onze centrales woont. Steenkolen zijn goedkoop, overvloedig aanwezig, makkelijk te winnen en worden bovendien wereldwijd gebruikt. 30 Procent van de in de wereld opgewekte elektriciteit is afkomstig van steenkool. En omdat kolengestookte energiecentrales 24 uur per dag, 7 dagen per week kunnen draaien, en dat maandenlang zonder oponthoud, zijn kolen de belangrijkste bron voor de basislast in het
elektriciteitsnetwerk, en dus een belangrijke pijler voor een zekere levering. Maar kolen zijn ook verantwoordelijk voor meer dan 80 procent van de uitstoot van kooldioxide in de energiebranche, een industrie die verantwoordelijk is voor 40 procent van de door de mens in de atmosfeer gebrachte CO2. Open dialoog Deze cijfers zijn voor veel mensen en NGO’s aanleiding om tegen het gebruik van kolen te zijn en met name tegen de bouw van nieuwe kolengestookte energiecentrales. E.ON deelt de zorg over het klimaat op deze aarde en neemt de bezwaren tegen steenkool serieus. En is actief op zoek naar mogelijkheden voor
newton 17
Verantwoord kolen delven: de eerste stappen in de periode tot 2015 zo’n 800 GW aan nieuwe uit kolen gewonnen capaciteit bij zal krijgen (dat komt overeen met ongeveer een nieuwe kolencentrale per week), en dat de wereldwijde productie van uit kolen opgewekte energie zal verdubbelen tot 16 triljoen kWh tot 2030. En aangezien kolen niet zomaar uit het beeld zullen verdwijnen, is het de uitdaging om de impact die het gebruik ervan heeft op het klimaat, systematisch terug te brengen door technologieën te ontwikkelen en te gebruiken die meer energie halen uit elke kilo steenkool en die ervoor zorgen dat het gros van de CO2uitstoot niet in de atmosfeer terecht komt.
Sommige tegenstanders van kolen richten zich vooral op de belasting van het milieu. Anderen focussen op regionale kwesties, met name bij steenkolen die buiten Europa gedolven worden. Het delven van kolen heeft negatieve sociale gevolgen en belast het milieu. Aspecten die niet meegeteld worden bij het berekenen van de prijs van steenkolen. Daaronder vallen luchtvervuiling, achteruitgang van de watervoorzieningen, verlies van landbouwareaal en risico’s voor gezondheid en veiligheid van de mijnbouwarbeiders. Critici voeren druk uit op regeringen en nutsbedrijven om deze factoren mee te nemen bij de besluitvorming over het delven van kolen en uiteindelijk ook bij de keu-
een eerlijke en open dialoog. Dat is ook de reden waarom E.ON discussiefora organiseert daar waar nieuwe energiecentrales gebouwd worden (of er plannen zijn die te bouwen). Het is van groot belang voor E.ON dat het publiek achter hen staat, zodat het hoogrenderende kolengestookte centrales kan bouwen die zullen helpen om de energielevering veilig te stellen en betaalbaar te houden in de periode dat de energie-industrie de transitie maakt naar een CO2-arme toekomst. E.ON is al een eind op weg met deze transitie. En steenkolen spelen daarbij een belangrijke rol. Harde feiten Het is een feit: steenkolen zullen de komende decennia deel uit blijven maken van de energiemix van E.ON, en van die van de hele wereld. Wereldwijd zijn er meer dan 2.000 kolengestookte elektriciteitscentrales. En twee van de snelst groeiende economieën – China en India – staan in de top vier van grootste producenten en gebruikers van kolen. Steenkolen stellen hen en andere opkomende markten in staat om hun transitie naar een hogere levensstandaard te realiseren dankzij een betaalbare en betrouwbare energiebron. Prognoses wijzen er op dat China en India er
Een voorlopige rol voor steenkolen E.ON heeft vanaf zoveel mogelijk verschillende kanten bekeken hoe het klimaatverandering aan kan pakken. En gelooft dat hoogrenderende kolencentrales en CCS een belangrijke rol moeten krijgen als overbruggende technologieën. Het zijn instrumenten die een essentiële rol kunnen spelen bij de opwekking van energie omdat zij de CO2-uitstoot zodanig kunnen reduceren dat de klimaatverandering beperkt kan blijven en tegelijkertijd de energietoevoer verzekerd en betaalbaar kan blijven. Steenkolen horen dus thuis in een uitgebalanceerde energiemix. Misschien niet voor altijd. Maar in ieder geval zolang de energie-industrie nog niet in staat is om genoeg capaciteit te leveren met duurzaam opgewekte energie en met behulp van andere technologieën zoals grootschalige energieopslag en slimme netwerken, en daarbij een constante energietoevoer kan blijven garanderen ook zonder fossiele brandstoffen. Belangrijk is het om niet te vergeten dat het nog tientallen jaren zal duren voordat deze capaciteit en infrastructuur in Europa gerealiseerd zullen zijn. •
ze van de energiemix. Het beleid van E.ON op het gebied van MVI (maatschappelijk verantwoord inkopen) is ook van toepassing op steenkolen. In het kader hiervan hebben wij onze medewerkers getraind en onze brandstofproductieketen onder de loep genomen. E.ON Energy Trading heeft in 2009 een uitgebreid CR-programma op touw gezet. Audits van de productieketen maken hier een essentieel onderdeel van uit. Een van de eerste audits voor steenkolen werd uitgevoerd in Cerrejón, een van de grootste dagbouwmijnen ter wereld. Cerrejon exporteert ongeveer 30 miljoen ton kolen per jaar, waarvan E.ON op dit moment circa 10 procent aankoopt.
Onafhankelijke beoordeling De audit werd in maart 2010 gehouden door E.ON in samenwerking met een onafhankelijk auditor. De audit bestond onder andere uit interviews met willekeurig gekozen werknemers en leidinggevenden. Hen werd gevraagd naar de prestaties van de mijn op het gebied van gezondheid en veiligheid, naar het hervestigingsbeleid, de werkomstandigheden, milieubeleid en landrehabilitatie, de impact op de lokale bevolking en naar allerlei andere onderwerpen. Bij de audit werd ook gekeken naar de invloed van de mijnwerkzaamheden op het omliggende gebied en in hoeverre de mijn
Meer informatie
betrokken is bij de lokale gemeenschap. E.ON werkt graag op een betrokken manier samen
www.eon.com/en/responsibility
met haar leveranciers omdat op die manier het
www.eon-benelux.com
delven van kolen op een verantwoorde manier het beste gegarandeerd kan worden.
newton 18
Landbouwafval in Kenia heeft enorme
energiepotentie Juist een nog grotendeels agrarische samenleving als Kenia zou met gemak in haar energiebehoefte kunnen voorzien. Charles Nzila berekende dat vergisting van het eigen landbouwafval evenveel stroom kan genereren, als driekwart van de huidige productie uit waterkracht en geïmporteerde aardolie.
Charles Nzila is een chemisch- en procesingenieur uit Nairobi. Voor het behalen van zijn doctorstitel, doet hij aan de faculteit bioingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent onderzoek naar tweede generatie biobrandstoffen uit restproducten van de landbouw. Wel organisch, maar niet geteeld voor energieopwekking. Daardoor is het geen aanslag op het gebruik van akkers voor voedsel en textiel. In zijn vaderland zag Nzila dat afval van bijvoorbeeld maïs, gerst, katoen, thee en suiker wordt ondergeploegd of verwerkt tot compost. Prima voor de kwaliteit van de grond natuurlijk. Geregeld wordt het echter ook gedumpt op stortplaatsen. En dat is zorgelijk, want daar gaat het gisten. Bij dat proces komt methaan vrij, een broeikasgas dat twintig keer sterker is dan CO2. Nzila wist dat dit methaan vrij gemakkelijk op een gecontroleerde manier op te vangen is in vergisters, waarna het bruikbaar is als hoofdbestanddeel van biogas.
newton 19
Ter plaatse kan biogas dienen als brandstof of voor elektriciteitsopwekking. Het kan ook verder gedistribueerd worden via het gasnet of in flessen. Zonder aardolie Nzila’s promotor in Gent is Jo Dewulf. Copromotor is Henri Spanjers, die in Wageningen werkt bij de Lettinga Associates Foundation (LeAF), een aan dezelfde universiteit gelieerd non-profit kenniscentrum voor duurzame technologie. In het laboratorium van LeAF kon Nzila het biogaspotentieel bepalen van onder andere monsters maïs, katoen en gerstafval. Daaruit kwamen verrassende cijfers naar voren. Een ton gerstafval levert 272 m3 methaan op, een ton maïsafval is goed voor 363 m3 en een ton katoenafval komt zelfs uit op 365 m3. In theorie kan Kenia jaarlijks 1.300 miljoen m3 methaan produceren uit de gecombineerde restproducten uit de landbouw. Hoewel tweederde daarvan nog te verspreid vrijkomt om makkelijk in te kunnen zamelen, is het resterende derde deel nu al direct beschikbaar. Het zou voldoende zijn om de aardolie die het land momenteel importeert te vervangen. Bovendien zou daardoor het ongecontroleerde gebruik van hout en houtskool, waarbij het gevaar van ontbossing op de loer ligt, substantieel kunnen verminderen. Niet zo gecompliceerd Vanuit LeAF is Spanjers betrokken bij een project van de SNV (Stichting Nederlandse Vrijwilligers), een ontwikkelingsorganisatie die als primair doel armoedebestrijding heeft. SNV bouwde al 250.000 kleine vergisters in Nepal. Eenvoudige gemetselde constructies in de grond, waar mest en keukenafval genoeg methaan produceren voor een gezin om te koken en een paar uur verlichting te laten branden. “Biogastechnologie is niet zo gecompliceerd. In ontwikkelingslanden weten ze er vaak meer van dan wij, omdat ze het op kleine schaal al langer gebruiken”, vertelt Spanjers. “In Kenia heb je bijvoorbeeld al zo’n 3.000 huishoudelijke installaties, en rond de honderd grotere. Zoals bij een suikerfabriek, die met de vergister de benodigde stroom voor haar eigen productie maakt.” Lokale mensen In Afrika lijkt ook het gebruik van zonne-energie voor de hand te liggen. Maar een zonnecel is nog altijd duur om te maken en doet ’s nachts niets. Henri Spanjers: “Bij een plant wordt de zonne-energie opgeslagen in het organisch materiaal. Vergisting tot biogas is dus een stuk goedkoper en effectiever. Wat Charles voor ogen staat is opschaling van de productie en toepassing van biogastechnologie in heel Oost-Afrika. We moeten nu gaan onderzoeken hoe je dat organisatorisch, institutioneel en logistiek aanpakt. In tegenstelling tot Nepal
heeft Kenia behalve platteland ook miljoenensteden. Daar zouden centrale vergisters stroom uit methaan in het net kunnen voeden, maar hoe ga je bij al die kleine boertjes inzamelen? Afval van heinde en verre naar zo’n vergister brengen is ook niet erg duurzaam. Een mogelijk ander punt is dat bestaande energieproducenten misschien tegen zijn. Naarmate je het groter opzet neemt het risico van tegenstrijdige belangen toe. Dit soort projecten moet je daarom doen met lokale mensen die verantwoordelijkheid dragen. Zonder hen en voldoende kennis gaat het mis.”
“Van twee kilo
plantaardig afval kan een familie van vijf
een dag koken” Kenniscentrum Om die kennis van grootschaliger vergistingstechnologie daar te krijgen waar hij nodig is, schreven Nzila, De Wulf en Spanjers een projectvoorstel voor het opzetten van een kenniscentrum in Kenia. Want dat is een van de doelstellingen van LeAF: de kloof dichten tussen onderzoek en praktijk. Nu al geven medewerkers cursussen over met name anaerobe (zuurstofloze) technologie, waar vergisting een voorbeeld van is. Het is een bijzonder duurzame manier van werken, waarmee hernieuwbaar gas gemaakt wordt en die een uitstekende kwaliteit compost oplevert. Het kenniscentrum wil die opleidingen institutionaliseren en een database ontwikkelen met alle gegevens van landbouwresiduen. Via internet kunnen boeren dan zien wat er uit hun afval te halen is. Spanjers: “Kennis neerleggen waar het nodig is, dat willen we. Van twee kilo plantaardig afval, en die heb je al gauw bij elkaar, kan een familie van vijf een dag koken. Maar wij kijken niet alleen naar de opbrengst en de korte termijn. Biodiesel uit palmolie klonk ook goed. Totdat bleek dat oerwouden worden afgebrand voor de palmplantages. Wij willen het meteen goed en duurzaam doen.” •
Meer informatie www.leaf-water.org www.snvworld.org
newton 20
Gaat de
economische
crisis ten koste van duurzame ontwikkeling?
Niet per se. Nog maar twee jaar geleden kondigden voormalig bankier en SER-voorzitter Herman Wijffels en historicus Frank Ankersmit aan dat de kredietcrisis ons uiteindelijk vooral voorspoed zou brengen. Op 4 oktober 2008, de crisis had zojuist Nederland bereikt, zeiden de twee in het dagblad Trouw dat de crisis een breuklijn in de westerse geschiedenis zou zijn, waarna een ‘nieuwe cultuurfase’ voor de mensheid kon aanbreken. Ze kregen in de maanden erna veel bijval. Het idee dat de crisis wellicht een nieuw tijdperk inluidde, won terrein. Hoe dat nieuwe tijdperk er uit zou komen te zien? Dat was nogal ongewis, maar het zou in elk geval sterk afwijken van het voorgaande tijdperk, waarin de ‘vrije markt’ en het Angelsaksische ‘aandeelhoudersdenken’ dominant waren geworden. Hierin werden bedrijven gezien als financiële vehikels waaruit op korte termijn zoveel mogelijk geld moet worden geperst. De gevolgen van dit denken waren rampzalig geweest. Niet alleen in de financiële sector, waar het een – misschien wel dé – belangrijke oorzaak van de kredietcrisis was geweest. Ook bijvoorbeeld in de energiesector raakte dit kortetermijndenken in zwang, getuige de boeken van oud-Shell- en -KLM-bestuurder Donald Kalff, Onafhankelijkheid voor Europa en Modern Kapitalisme.
Kalff stelt Shell in de jaren negentig werd omgevormd tot een Amerikaans bedrijf waarin investeringen hoe langer hoe vaker werden uitgesteld. Sweating the assets was het devies: eerst moest zoveel mogelijk winst uit bestaande investeringen worden gehaald. En dus trok Shell zich terug uit zonne- en windenergie, aangezien dit de aandeelhouders op korte termijn te weinig opleverde. Allemaal ondenkbaar in de wereld die na de crisis zou verrijzen, zo meenden optimisten toen de kredietcrisis om zich heen greep. Zij zagen een maatschappij ontstaan waarin de
TNT heeft laten weten de groene ambities even op een laag pitje te zetten
vrije markt beteugeld werd zodat duurzame ontwikkelingen voorrang zouden krijgen boven kortetermijngewin. “Niet terug naar de oude modellen, die juist de aanleiding van de crisis waren”, zoals voormalig vicepresident van de VS Al Gore het verwoordde. Laag pitje Bijna twee jaar later heeft de kredietcrisis zich verdiept tot een algehele economische crisis. De vrije markt heeft inderdaad enig terrein moeten prijsgeven, getuige de nationalisatiegolf in (vooral) de financiële sector. Maar helemaal ver-
dwenen is de vrije markt natuurlijk allerminst. En een duurzamere maatschappij? Die lijkt op het eerste gezicht verder weg dan ooit. Ga maar na. Voor bedrijven betekent de economische crisis voornamelijk besparen. Dit verdraagt zich slecht met maatschappelijk verantwoord ondernemen, aangezien investeringen gericht op winst voor milieu, bedrijf en samenleving al gauw op de lange baan worden geschoven. Peter Bakker, CEO van TNT, heeft bijvoorbeeld laten weten dat hij de groene ambities van zijn bedrijf even op een laag pitje zet. Ook overheden, zeker de Europese, voeren >>
newton 21
newton 22
bezuinigingen door. Bezuinigingen die ten koste kunnen gaan van een meer duurzame samenleving. Zo opende demissionair minister Van der Hoeven in april het vuur op de Nederlandse subsidieregeling voor duurzame energie. Ze gaf aan deze te duur en niet effectief genoeg te vinden. Ook elders wordt het mes gezet in subsidies voor duurzame energie. Voor banken, leasemaatschappijen en andere financiers vormt duurzaamheid een lastig onderwerp vanwege het grote aantal onzekerheden – en dat in deze toch al verwarrende tijden. Er is onzekerheid over de prijsontwikkeling van conventionele energie. Een hogere olieprijs leidt tot een betere businesscase voor alternatieve energiebronnen, maar de ontwikkeling van die prijs is grillig. Er is onzekerheid over de ontwikkeling van de prijs van CO2. Dat maakt de businesscase voor duurzame energie met beperkte CO2uitstoot lastig. En dan is er nog onzekerheid over de restwaarde van innovatieve productiefaciliteiten: dit leidt er al gauw toe dat een financier een risico-opslag rekent voor een bedrijf dat moderniseert. Toch is de opmars van duurzaam ondernemen allerminst gestuit. Zo bleek uit onderzoek van PricewaterhouseCoopers onder ruim 200 grote bedrijven in februari 2009 dat bijna 75 procent geen plannen had om duurzame investeringen te schrappen als gevolg van de financiële crisis. 20 procent had zelfs besloten om méér te investeren in duurzaam ondernemen. Ook kleine en middelgrote ondernemingen lijken nog steeds oog te hebben voor duurzaamheid. Uit onderzoek van de Koninklijke Metaalunie van vorig jaar bleek bijvoorbeeld dat de crisis voor driekwart van de aangesloten bedrijven geen effect had op hun duurzame activiteiten.
75 procent van de
bedrijven gaf aan geen duurzame Investeringen
te schrappen
Extra impuls Duurzame bedrijven doen sowieso niet onder voor bedrijven die weinig aandacht aan MVO besteden. Dit is ook zichtbaar op de beurs. Sinds de oprichting van de Dow Jones Sustainability World Index (DJSI World), volgt deze index de reguliere MSCI World index met alle fluctuaties. Waarom zou dat tijdens een crisis anders zijn? En waarom zouden ondernemers dus niet maatschappelijk verantwoord ondernemen?! Misschien dat de crisis zelfs een extra impuls kan geven aan duurzaam ondernemen. Immers, waarom zouden bedrijven niet juist nu op hun energieverbruik willen bezuinigen of
afval hergebruiken? En waarom zouden ze niet juist nu investeren in nieuwe, zuinige processen en technologieën? In crisistijd zijn dit manieren om kosten terug te dringen die tegelijkertijd een duurzaam karakter hebben. Goed gedragen Hier komt bij dat klanten in toenemende mate verwachten dat bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen. Veel multinationals en overheden stellen steeds nadrukkelijker duurzaamheidseisen aan hun leveranciers, ook tijdens de huidige crisis. Ook aan bedrijven die de consument bedienen worden hoge eisen gesteld. Een duidelijk effect van de economische crisis is dat het wantrouwen van veel consumenten jegens bedrijven is toegenomen. Willen bedrijven vertrouwen winnen, moeten ze zich haast wel goed gedragen. Er zijn natuurlijk ook bedrijven die milieuvriendelijke producten op de markt brengen – van zonnecollectoren en elektrische auto’s tot kleding en meubilair van recyclebaar materiaal – omdat afnemers daar behoefte aan hebben. Zeker duurzame producten en diensten die de financiële druk van veel bedrijven en consumenten kunnen verlichten doen het goed. Wat de consumentenmarkt betreft: denk aan vegetarisch eten (voorzover dit goedkoper is dan vlees dan), tweedehands spullen, wasmiddelen waarmee op lage temperaturen kan worden gewassen, of aan het autodelen, zoals dat wordt aangeboden door bedrijven als Greenwheels en Connect Car. Nog een factor die duurzaamheid kan stimuleren is de weten regelgeving die bedrijven dwingt zich van hun duurzame kant te laten zien. De komende tijd zullen de regels en verplichtingen alleen maar worden aangescherpt. Dit blijkt alleen al uit de vorig jaar gepubliceerde nieuwe langetermijnstrategie van de Europese Commissie, Europa 2020, de opvolger van de Lissabon-strategie uit 2000. Een van de doelstellingen hieruit is een reductie van de CO2-uitstoot met 20 procent – crisis of geen crisis. Samenvattend: er zijn geen nieuwe ‘modellen’ gekomen om de samenleving in te richten en om zaken te doen, geen nieuwe ‘cultuurfase’. Maar duurzaam ondernemen is onmiskenbaar in opmars. Soms ondanks de crisis, maar vaak ook dankzij de crisis.
Meer informatie http://ec.europa.eu/eu2020 www.sustainability-index.com
In Perspectief
newton 23
©
Joep Bertrams
newton 24
E.ON opent haar eerste golfslagcentrale
Aan bronnen geen gebrek Energie zit overal in en is in principe overvloedig beschikbaar. De grote vraag is alleen: hoe krijg je het eruit? Daarom onderzoekt E.ON sinds 2005 ook de mogelijkheden van energie uit getijden en golfslag van zeeën en oceanen. Half mei dit jaar was in het Schotse Orkney de officiële opening van Vagr at-Ferd, E.ONs eerste golfslagcentrale. De komende drie jaar wordt de installatie uitvoerig getest. “De marine-energiesector is op dit moment waar off shore wind ongeveer tien jaar geleden was”, zei Frank Mastiaux, CEO van E.ON Climate and Renewables, in zijn openingstoespraak. “De ontwikkeling van off shore windenergie sinds die tijd kun je zien als blauwdruk voor golfslagen getijdenenergie. Ook nu hebben we, naast uiteraard de energiebronnen zelf, politieke steun nodig, plus de juiste technologie en deskundige vakmensen om het werk uit te voeren.” Pelamis Aan bronnen is bij energiewinning uit zee geen gebrek.Volgens berekeningen kan het Verenigd Koninkrijk al in 2020 2.000 MW aan opgesteld vermo-
gen uit getijden en golven hebben. Genoeg voor 1, 4 miljoen huishoudens. Politieke steun is echter net zo onmisbaar, want de industrie kan het niet alleen. Zulke steun zorgt voor de benodigde financiële hulp bij de ontwikkeling van technologie, een werkbaar vergunningenstelsel en de vereiste infrastructuur. Ten derde zijn natuurlijk de technologie en vakkennis nodig. Daarvoor zorgt het in Edinburgh gevestigde ingenieursbureau Pelamis Wave Energy, dat zich sinds 1998 bezighoudt met methoden om marine energie te winnen. Focus op hernieuwbare bronnen De kracht van zeeën en oceanen werd al langere tijd als grote potentiële energiebron gezien. Daarom begon E.ON aan het begin van de 21ste eeuw haar onderzoek naar de mogelijkheden ervan. Vagr at-Ferd, oud Noors voor kracht van de golven, is E.ON’s eerste project en tevens eerste commerciële contract in de marine energiesector. Inmiddels denkt het bedrijf dat deze vorm van CO2-vrije stroom een belangrijke rol kan spelen in de energiemix van de toekomst. De winning past bij de focus van E.ON’s investeringsbeleid op hernieuwbare bronnen. Die focus lag ook ten grondslag aan het opzetten in 2007 van de aparte bedrijfspoot Climate & Renewables. Dat eerste jaar was de afdeling goed voor een capaciteit van 450 MW aan windenergie. Amper drie jaar later was dat al meer dan 3.200 MW. Voor 2015 is het doel om minstens 10.000 MW aan opgesteld vermogen uit hernieuwbare bronnen te hebben.Marine energie moet daarvan een substantieel deel uitmaken.
newton 25
Half onder water De realisatie van Vagr at-Ferd is onderdeel van het West Wave project. Hierin werkt E.ON samen met Ocean Prospect, een dochteronderneming van de Britse projectontwikkelaar Wind Prospect. West Wave is bedoeld om de ontwikkeling van marktrijpe technologieën voor golfslagenergie te stimuleren. Vagr at-Ferd gebruikt de Pelamis Wave Energy Converter. Deze installatie bestaat uit een 180 meter lange, half onder water hangende slang van stalen cilinders, die door scharnieren met elkaar verbonden zijn. Oceaangolven brengen de delen in beweging, hydraulische motoren drijven daarmee generatoren aan die vervolgens elektriciteit produceren. Via een dikke kabel gaat de stroom naar land, waar hij in het net wordt gevoed. De complete installatie is flexibel bevestigd aan boeien. Schotland loopt voorop Het eerste prototype, genoemd naar de zeeslang Pelamis Platurus, werd in 2004 getest bij het European Marine Energy Centre in Orkney, in het uiterste noorden van Schotland. Het Centre zit daar niet voor niets. Getijden en golfslag ter plekke zijn buitengewoon
gunstig voor het winnen van energie. Voor het Verenigd Koninkrijk zou het een schone, lokale energiebron kunnen zijn die nooit opgaat, want het totale potentieel rond de Britse eilanden is zelfs drie keer zo groot als de huidige vraag. Reden dat de Schotse overheid het land een leidende rol wil laten spelen bij de ontwikkeling van marine energie. Momenteel lopen grote onderzoeks- en ontwikkelingstrajecten bij de Shetlandeilanden, de buitenste Hybriden en de noordkust voor Sutherland. Vagr at-Ferd ligt op dezelfde locatie waar het eerste prototype in 2004 werd getest. De komende drie jaar wordt gewerkt met opvolger Pelamis 2. Een miljard omzet De eer van de eerste wave farm ter wereld komt desondanks Portugal toe. In 2008 werden drie van de rood geschilderde slangen vijf kilometer uit de kust voor Agouçadoura geplaatst. Sindsdien zorgen ze jaarlijks voor een capaciteit van 2,25 MW. Het is een bescheiden begin, maar de schone, onuitputtelijke golfslagenergie kan volgens deskundigen op termijn voorzien in de energiebehoefte van de hele wereldbevolking. Het aantal bruikbare sites is enorm, zowel
aan de Atlantische kusten van Europa als aan de Pacifische en Atlantische kusten rondom Noord en Zuid-Amerika Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Frank Mastiaux: “Bij E.ON zijn we blij dat Schotland in deze sector het voortouw heeft genomen. Het zou geweldig zijn als de rest van het Verenigd Koninkrijk snel volgt. Het is een gouden gelegenheid om leidend te worden in deze nieuwe technologiesector. Rond 2020 zou het al werkgelegenheid kunnen bieden aan 2.100 mensen, en tegen 2030 kan de omzet meer dan een miljard zijn.” •
Meer informatie • De golfslagcentrale in Orkney heeft een capaciteit van 750 kW. • Constructie en bouw vonden volledig plaats in Groot-Brittannië. Meer dan 200 mensen werkten mee. • Het gewicht van de installatie ligt rond de 1.300 ton. • Het European Marine Energy Centre ligt ongeveer 200 zeemijlen van Edinburgh • www.pelamiswave.com
newton 26
Summaries newton 4
newton 5
newton 10 Waterkrachtcentrales produceren nu maximaal 3.600 miljard GWh per jaar in Albanië
newton 6
OUFSWJFXãNFUãOUIFSããFUUJOHFSã
E.ON World
investeringen OPPE[BLFMJKL”
¢SPUFã in energiesector ã ã [JKO
logy Plan) heeft de weg hiervoor geplaveid. We moeten het makkelijker maken om nieuwe technologieën te introduceren. Helaas blijken innovaties als het toepassen van fotosynthese, windparken op zee, nieuwe technologie om netwerken beter te doen opereren en het afvangen en scheiden van CO2 uitstoot vaak nog te duur en te inefficiënt.” De investeringen in de energiesector kregen door de economische crisis een klap. Heeft de EU daar een antwoord op? “Een van de onderdelen van het economisch herstelplan is het verhogen van de investeringen in de infrastructuur. In mei 2009 zijn de EU en de Raad van Ministers akkoord gegaan met een financieel investeringspakket van 2,98 miljard euro voor de energiesector. Nooit eerder heeft de EU zoveel bijgedragen aan de energiesector. Het gaat dan om gas- en elektriciteitsnetwerken, windparken op zee en het afvangen en scheiden van CO2. Op die manier helpt het economisch herstelplan dus onze energiedoelstellingen te bereiken.”
OUIFSã ã FUUJOHFSã CFIFFSUã BMTã MJEã WBOã EFã VSPQFTFã PNNJTTJFã EFã QPSUFGFVJMMFã FOFSHJFãFOãDSVDJBMFãQPTJUJFãBOUãEFãCFIPFGUFãPNãEFãLPNFOEFãKBSFOãUFãJOWFTUFSFOã JOã EFã FOFSHJFJOGSBTUSVDUVVSã OJFVXFã UFDIOPMPHFã FOã EFã POUXJLLFMJOHFOã WBOã OJFVXFã FOFSHJFCSPOOFOã[BMãFOPSNã[JKOã[PãMFHUãEFãVJUTFãVSPDPNNJTTBSJTãVJUã
Kunt u een schatting van de noodzakelijke investeringen geven? “Alleen al voor het moderniseren en uitbreiden van de energiecentrales en de noodzakelijke energienetwerken zal tot het jaar 2030 niet minder dan een triljoen euro moeten worden uitgetrokken. In de ontwikkeling van het gasnetwerk zal 150 miljard worden geïnvesteerd en dan hebben we het nog niet eens over de kosten van pijpleidingen uit landen buiten de EU. Dit soort langetermijninvesteringen zijn nodig om de energievoorziening tot 2050 veilig te stellen.” De EU legt ook veel nadruk op het belang van duurzaamheid, kunt u iets meer zeggen over de doelen die de EU zich daarbij stelt? “We willen in 2020 de CO2 uitstoot met 20 procent verminderen. Verder willen we dat een zelfde percentage duurzaam wordt opgewekt. Tot slot is het de bedoeling dat het energiegebruik 20 procent efficiënter zijn. Sinds januari 2008 is er een pakket aan wetgeving die de EUlidstaten aan deze ambitieuze doelstellingen bindt.” Hoe betrekt u de private sector bij het realiseren van al deze ambities? “De belangrijkste voorwaarde waaraan wij kunnen bijdragen is een duidelijk en stabiel stelsel van wetten en regels. Dat is ook precies waarmee we op dit moment bezig zijn. We zijn nu bijvoorbeeld toe aan de eindfase van het realiseren van een interne EU-markt voor gas en elektriciteit.”
Een van de prioriteiten voor de EU zijn de investeringen in de infrastructuur. Waarom is dit zo acuut? “De grote gascrisis van 2009 en de problemen met het stroomnet in Italië in 2003 en in Duitsland in 2006 maken duidelijk dat er iets moet gebeuren. Het Europese energienetwerk is niet in staat om dit soort situaties op te vangen. En helaas dreigt de situatie nog erger te worden. Onze gasleidingen zijn in sommige delen van Europa verouderd en de verbindingen tussen de lidstaten nog altijd onvoldoende. We kunnen ook minder vertrouwen op onze eigen energiebronnen. Onze natuurlijke voorraden raken op. Dat betekent dat we afhankelijker worden van energie van buiten de EU. Ongeveer 61 procent van ons gas wordt al geïmporteerd uit landen als Rusland, Noorwegen en Algerije. Ons toekomstige netwerk zal ervoor moeten zorgen dat de energievoorziening diverser en flexibeler wordt. Ook om beter gebruik te maken van nieuwe en duurzame energiebronnen. “ Dat vereist ook nieuwe technologie. Is die wel voldoende beschikbaar? “Zelfs als je moet vaststellen dat de noodzakelijke nieuwe technologie op de korte en middenlange termijn nog niet
toepasbaar zal zijn, is het zaak er zo snel mogelijk mee aan de slag te gaan. Het duurt nu eenmaal vaak tientallen jaren voor ze worden toegepast en een substantiële plek in de markt hebben.” Bedrijven gaan pas investeren als ze voldoende winst zien. Wat zijn wat dat betreft de prognoses? “De verwachting is dat de wereldmarkt voor duurzame energie in de komende vier jaar 418 miljard euro zal genereren. Het lijkt me duidelijk dat investeerders daarvan willen profiteren. De komende decennia zal er ook een grote focus gaan bestaan op de reductie van CO2. De verwachting is dat de technologieën en diensten die daarmee samenhangen de komende decennia de grootste groeisectoren zullen zijn. Europese samenwerking is de beste manier om deze groei verder te stimuleren. Het Set-plan (The European Strategic Energy Techno-
In veel landen is het debat over kernenergie heropend. Welke rol ziet u hier voor de EU? “Veel burgers zijn overtuigd van de voordelen van kernenergie. Maar tegelijkertijd is men zich bewust van de risico’s. Daarom moeten we zorgen voor het opstellen en handhaven van maximale standaarden op het gebied van veiligheid. Hier ligt een uitdaging waarvoor de EU zichzelf moet stellen. Als EU zijn we bereid om in het kader van het Euratom-verdrag een stelsel te ontwikkelen waarmee op de beste mogelijke manier de bescherming tegen straling, de veiligheid en non-proliferatie kunnen garanderen. Vorig jaar hebben de lidstaten al unaniem een richtlijn aanvaard ten aanzien van de veiligheid van nucleaire installaties. Het is verder belangrijk dat het debat over de voor en nadelen transparant en zonder taboes wordt gevoerd. Daartoe hebben als commissie een European nucleair energy forum opgezet waarin de verschillende stakeholders worden uitgenodigd om mee te debatteren. Overigens is het aan de lidstaten zelf de keuze te maken welke energiemix ze wensen te benutten.”
“Major investment in the energy sector” Interviewing Europe’s Energy Commissioner Günther Oettinger Modernization and expansion of power stations plus energy networks will require at least a trillion Euros up to 2030 – plus another 150 billion for the gas network. Sustainability is another priority and Europe aims to cut CO2 emissions by 20% in 2020, and boost efficiency by the same amount. Involving the private sector demands a stable system of legislation and regulation as evidenced by the final stages of an internal EU gas and electricity market. Why is infrastructure such a priority? “The 2009 gas crisis and problems in Italy and Germany make that clear. Our energy network must be robust. Right now we have elderly pipelines and poor connections between member states. Our natural resources are running out; with around 61% of our gas coming from outside the EU. Have we got the new technology needed? “Not in the short to medium term. But we expect sustainable energy to generate € 418 billion in the next four years. Meanwhile, the European Strategic Energy Technology has paved the way for joint initiatives. What’s your response to the economic impact on energy? “In 2009 the Council of Ministers agreed investments worth € 2.98 billion. This is a first - covering gas and electricity networks, ocean wind farms and CO2. issues.” And the nuclear debate? Safety is paramount. Under the Euratom treaty we must have an optimal system of protection against radiation while ensuring non-proliferation •
Een doorbraak in de winning van onconventioneel BBSEHBTãIFFGUãEFãXFSFMEãPQã[JKOãLPQãHF[FUãÇTãFSFMETã
gevraagd
XJOCBSFã HBTWPPSSBEFOã [JKOã WFMFã NBMFOã HSPUFSã EBOã FFSEFSã HFEBDIUã BUã LBOã HPFEã OJFVXTã [JKOã WPPSã EFã MFWFSJOHT[FLFSIFJEã EFã HFPQPMJUJFLFã WFSIPVEJOHFOã FOã
SFHFSJOHã WBOã EFã WPPSNBMJHFã TPDJBMJTUJTDIFã IFJMTUBBUã is naarstig op zoek naar investeerders die nieuwe energiecentrales willen bouwen in het land. Maar NJTTDIJFOã IFFGUã IFUã XFMã NFFSã [JOã PNã IFUã JMMFHBBMã BGUBQQFOãWBOãFOFSHJFãBBOãUFãQBLLFO
Onder leiding van premier Sali Berisha slaat Albanië een nieuwe weg in.
Ketensamenwerking Teun Hardjono, Robert van Brakel, Jan-Joost Kroon ISBN-13: 9789090252834
aardgas
OWFTUFFSEFSTã MCBOJmã LBNQUã NFUã FFOã OJKQFOEã FOFSHJFUFLPSUã Fã
Boeken
Een revolutie in
Albanië
Meer informatie IUUQ¬¬FDFVSPQBFV¬DPNNJTTJPO÷¬PFUUJOHFS
newton 11
newton 7
Land in ontwikkeling
Albanië is één van de armste landen van Europa. Meer dan de helft van de bevolking van de bergachtige staat, die ligt ingeklemd tussen Griekenland, Kosovo, Montenegro, Macedonië en de Adriatische zee, werkt op kleinschalige boerderijen op het platteland. De infrastructuur van het land is belabberd, corruptie tiert welig en criminele netwerken zijn wijdverspreid. Sinds de overwinning van de Democratische Partij bij de verkiezingen van 2005 lijkt Albanië echter de goede weg te zijn ingeslagen. Onder leiding van premier Sali Berisha heeft de regering beloofd aan de slag te gaan met de aanpak van de georganiseerde misdaad en zijn er stappen gezet om economische groei aan te jagen. De hervormingen bleven niet onopgemerkt door de buitenwereld. In 2009 trad Albanië toe tot de NAVO en het land is inmiddels een potentiële kandidaat om toe te treden tot de Europese Unie. 12 uur per dag zonder stroom Een van de speerpunten van de Albanese regering is het verbeteren van de energievoorziening. Traditioneel is Albanië sterk afhankelijk van waterkrachtcentrales voor zijn elektriciteitsproductie. Lange tijd produceerde het land op die manier meer dan voldoende goedkope energie om aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen en exporteerde het bovendien elektriciteit naar zijn buurlanden. Sinds de economie in de jaren negentig flink is gaan groeien, is de jaarlijkse energievraag verviervoudigd naar 6.800 GWh, terwijl de productie is gehalveerd tot circa 4.200 GWh volgens cijfers van de Wereldbank. De dalende elektriciteitsproductie is het gevolg van gebrekkige regenval en de verouderde staat van de Albanese waterkrachtcentrales. Maar liefst twintig jaar lang werd er geen
IFUãLMJNBBUã
cent geïnvesteerd in de energiesector. Om het tekort aan te vullen moet nu elektriciteit worden geïmporteerd uit buurlanden, maar de oude transmissielijnen kunnen slechts een beperkte hoeveelheid energie transporteren. Bovendien worden de tekorten in andere landen in de Balkan ook groter waardoor het steeds lastiger en duurder wordt om elektriciteit te verkrijgen. In de zomer van 2007 leidde dit alles tot een ware energiecrisis. In hoofdstad Tirana lag ruim 4 uur per dag het elektriciteitsnetwerk plat. Daarbuiten zaten Albanezen de helft van de dag zonder stroom – dodelijk voor de ontwikkeling van het land. Daarop verklaarde premier Berisha dat “elk project dat bijdraagt aan het diversifiëren van de energievoorziening” steun zou krijgen van zijn regering. Behalve het opknappen van verouderde waterkrachtcentrales hoopt Berisha ook (buiten-
landse) investeerders aan te trekken die nieuwe waterkrachtcentrales willen bouwen en andere energiebronnen willen ontwikkelen, zoals kolen-, olie en gasgestookte energiecentrales, zonne-energiecentrales, windparken en biomassafabrieken. Voor investeerders lig-
Grootschalig illegaal aftappen Verschillende buitenlandse bedrijven hebben de afgelopen jaren interesse getoond om te investeren in de Albanese energiesector. Het Italiaanse ENEL heeft een vergunning bemachtigd om een kolencentrale met een
OããMBHãJOãEFãIPPGETUBEãJSBOB ã ã ã SVJNã4 uur per dag het
elektriciteitsnetwerk plat
gen er volop kansen in het Zuidoost-Europese land. Albanië’s waterkrachtcentrales kunnen nu maximaal 3.600 GWh per jaar produceren, terwijl het potentieel 16 GWh per jaar is. Ook beschikt het land over onbenutte olie-, gas- en kolenreserves en is er een groot potentieel voor zonne- en windenergie.
capaciteit van 1.600 MW neer te zetten in Porto Romano, nabij de noordelijk stad Dürres. Een Sloveens consortium wil waterkrachtcentrales bouwen in de rivier de Shala en het Oostenrijkse elektriciteitsbedrijf EVN gaat samen met het Noorse Statkraft aan de slag met drie centrales in de rivier de Devol. Een andere >>
‘Een stille revolutie’, zo betitelde de gewezen topman van BP, Tony Hayward, vorig jaar de spectaculaire ontwikkelingen in de exploratie en productie van onconventioneel gas. Van stilte is nu geen sprake meer. Amerika haalt inmiddels meer dan de helft van zijn aardgas uit onconventionele bronnen, vooral schalie (een soort leisteen) en steenkoollagen. De Amerikaanse gaskoorts is nu naar Europa overgeslagen en ontaardt in een spelletje landjepik. In Duitsland, Frankrijk, Polen en tal van Oost-Europese landen buitelen de exploratiebedrijven over elkaar heen om concessies veilig te stellen. Polen, voorheen volledig gasafhankelijk van grote buur Rusland, waant zich na diverse succesvolle proefboringen een nieuwe gasgrootmacht. Reserves Hoeveel onconventioneel gas er in Europese bodem verstopt zit weet niemand, hoeveel er winbaar zal blijken is een nog grotere vraag. Het IEA schat de Europese onconventionele gasreserves op 35 biljoen m3, zeker zes keer de conventionele reserves. De Amerikaanse reserves zijn nog veel groter, ruim 200 biljoen m3. Waar de Amerikanen een paar jaar geleden nog dachten bijna door hun gas heen te zijn, kunnen ze plotseling meer dan vijftig jaar vooruit, misschien wel een paar eeuwen, zo denken velen. De Amerikaanse LNGterminals, gebouwd met het oog op de verwachte stijging van de gasimport, liggen er met een bezetting van slechts
10 procent veelal verlaten bij. Sommigen worden zelfs omgebouwd tot exportterminals. Vorig jaar passeerde de VS Rusland als grootste aardgasproducent. Groter aanbod Het bestaan van onconventioneel gas is bij geologen al decennia bekend. Probleem was dat het amper winbaar was, tenminste niet rendabel. Dat veranderde een paar jaar geleden door een combinatie van explosief stijgende olie- en gasprijzen en de ontwikkeling van nieuwe boortechnieken, afkomstig uit de olie-industrie. Een moderne boor kan onder de grond een knik maken, zodat er ook horizontaal in gashoudend gesteente geboord kan worden. Vervolgens wordt onder hoge druk een mengsel van water en chemicaliën in het boorgat gespoten om het gashoudende gesteente te kraken, waarna het gas vrijkomt. Door schaalvoordelen en verfijning van deze techniek is de winning van onconventioneel gas op sommige plekken zelfs goedkoper dan de winning van conventioneel gas. Het grotere aanbod van gas viel dankzij de crisis samen met een sterk geslonken vraag. In Europa daalde de vraag naar aardgas vorig jaar met 7 procent. En waar de Europese Commissie in 2005 nog voorspelde dat de Europese vraag de komende decennia met 1,5 procent per jaar zou stijgen, heeft het IEA dat cijfer inmiddels bijgesteld naar 0,8 procent. Hoewel de vraag in landen als China en India alweer aardig aantrekt, verwachten marktvolgers dat er nog jarenlang een overaanbod van gas zal zijn. Dit wordt nog versterkt door het grotere aanbod van LNG. Een land als Qatar, dat zijn enorme gasvoorraden in de vorm van LNG aan de VS dacht te kunnen slijten, moet op zoek naar nieuwe klanten en schuimt de wereldzeeën af met goedkoop gas. Olieprijs Het overaanbod heeft de prijs van aardgas behoorlijk gedrukt, tot zo’n 300 dollar per duizend m3. Waar de prijs van olie sinds het dieptepunt van anderhalf jaar geleden weer naar 80 dollar per vat is opgekrabbeld, is die van aardgas vooralsnog blijven hangen. Daarmee lijkt de koppeling van de olie- en gasprijs op losse schroeven komen te staan. Dat
FUãNPFUãOPHãNBBSã CMJKLFOãXFMLFã
gasreserves EBBEXFSLFMJKLã winbaarã[JKO
worden bewezen. Het land beschikt over enorme reserves aan onconventioneel gas en verwacht binnen afzienbare tijd 30 miljard m3 te kunnen produceren. Dit is gelijk aan de helft van de binnenlandse vraag.
Door nieuwe gasboortechnieken lijken grote voorraden gas bereikbaar te worden.
is slecht nieuws voor een gasgrootmacht als Rusland. Niet alleen ziet het zijn geopolitieke machtspositie aangetast, het ziet ook zijn inkomsten dalen. Grote klanten hebben leveringscontracten met Gazprom heronderhandeld en geflexibiliseerd. Het verlies van Ruslands Gazprom is in de eerste plaats winst voor consument en industrie. Als gas de komende jaren inderdaad ruim voorradig en goedkoop blijft, zal dit onze energierekening flink drukken. Maar ook het klimaat zou wel eens van deze gasbel kunnen profiteren. Door de voorheen zo grillige en vaak hoge gasprijs verkozen elektriciteitsproducenten vaak steenkool boven gas. In de huidige situatie zal de keuze wellicht sneller op gas vallen, dat bij verbranding half zoveel CO2 produceert. Als bijvoorbeeld in China, waar nu wekelijks een nieuwe kolencentrale wordt geopend, een dergelijke ommezwaai gemaakt wordt, zou het wereldklimaat een grote dienst
Spannende jaren Toch waarschuwen deskundigen voor al te groot optimisme. Dat er in Amerika zulke enorme successen zijn geboekt, betekent niet automatisch dat dit elders ook lukt. Het moet nog maar blijken welke reserves daadwerkelijk winbaar zijn, want bij de winning van onconventioneel gas komt nogal wat kijken. Zo moeten er per veld relatief veel gaten geboord worden, hetgeen in dichtbevolkt Europa lang niet overal mogelijk is. Ook zetten burgers en milieuorganisaties grote vraagtekens bij de chemicaliën die bij het boren gebruikt worden. Zullen deze het grondwater niet vervuilen? En vergeet niet dat er heel wat tijd zit tussen proefboringen en daadwerkelijke productie. Naar verwachting zal onconventioneel gas in Europa pas over tien jaar een substantiële bijdrage leveren aan de gasproductie. Het worden in ieder geval spannende jaren. ¥
De mens is een sociaal wezen. Toch gaat samenwerken meestal niet vanzelf en het wordt niet eenvoudiger wanebeurt neer dit in een keten gebeurt. Mensen en organisaties kunnen daarbij elkaar - maar ook zichzelf - behoorlijk dwars zitten. Dit boek geeft inzicht in hoe duurzame ketensamenwerking wordt gerealiseerd en enorme resultaten kan opleveren binnen organisaties en netwerkverbanden. De hier samengebrachte kennis komt voort uit ervaringen met ketensamenwerking binnen het bedrijfsleven, de overheid, rampenbestrijding, de zorg en de wetenschap.
The Remedy Pascal Dennis ISBN-13: 9780470556856 In ‘The Remedy’ (Engelstalig) staan Tom Pappas en Rachel Armstrong centraal; senior leiders bij een wanhopige autoproducent. Ze proberen een systeem te implementeren voor een ‘groene’ auto. De toekomst van het bedrijf staat op het spel. Kunnen Tom en Rachel, ondersteund door een gepensioneerde, teruggetrokken Toyota executive, weer het vertrouwen en respect van de klant krijgen? Dit boek toont hoe u gebruikmaakt van de Lean-methode; niet alleen voor het productiesysteem, maar voor het voortbestaan en succes op de lange termijn van de gehele onderneming.
Albania: Investors welcome
Unconventional gas revolution
Albania’s government desperately seeks investors to plug its energy shortfall. Another option might be to tackle widespread power piracy.
The unconventional gas revolution is in full swing. New sources – mainly from shale and coal seams – account for over 50% of US gas consumption. In Europe this has unleashed a battle for production concessions, with Poland seeking to become a gas super power.
12 hours a day without electricity Energy demand has rocketed in Albania since 1990 to 6.800 GWh while production has halved to around 4.200 GWh. Twin causes are lower rainfall to run hydroelectric plants, plus the antiquated energy infrastructure. In 2007 there was a major crisis with mains electricity for only 12 out of 24 hours. The government launched a programme to refurbish the elderly hydroelectric plants and build new coal-, oiland gas-fired facilities – for which Albania has meaningful reserves. Power piracy Italian, Austrian, Slovenian and Norwegian energy companies are already active in Albania. Meanwhile, some Albanians are unhappy, citing how easy it is to get a permit, how cheap the land is, the channeling of supplies and revenues abroad, and the need to boost existing infrastructure - to say nothing of widespread illegal accessing of electricity. Indeed, the World Bank estimates that between 35% and 40% of the country’s electricity is wasted and only 80% of electricity bills get paid. Clearly, ending power piracy would boost revenues, while an independent report in 2007 stated, ‘Albania can be self-sufficient in energy supplies as soon as it solves network problems’. Renewables versus fossil Other stakeholders want the World Bank to confront the country’s massive debt by promoting projects around energy efficiency and renewables. In fact, the ‘bank’ has been involved in an oil- and gas-fired plant on the coast near Vlorë since 2000. •
Reserves/breakthrough The IEA estimates European unconventional gas reserves at 35 billion m3. US reserves are far greater - enough for at least the next 50 years. Indeed the US now outranks Russia as top producer. The breakthrough came recently with new ways to access these resources – prompted by rocketing fuel prices. Demand/price shifts Meanwhile, in 2009 Europe’s demand for natural gas dropped 7%. And despite recovering demand in countries like India and China market-watchers reckon that the supply side surplus for gas will be ongoing for some years – boosted by major resources of LNG. Meanwhile oil is back to $80 a barrel after last year’s low, and linkage with gas prices (currently drifting) is past. This is bad news for Russia and some major Gazprom clients. The upside is that electricity producers may shift to gas which makes half the CO2 emissions of coal. Given that China opens a new coal-fired power station every week a shift to gas - of which it has massive deposits - could be very healthy. Caution Meanwhile, there are drawbacks. The new resources require a greater drilling density which is problematic in Europe, where environmental stakeholders are on the lookout. And start-up and substantial production could take up to a decade. •
newton 27
newton 16
newton 17
FSBOUXPPSEã LPMFOãEFMWFOãEFã eerste stappen in de periode tot 2015 zo’n 800 GW aan nieuwe uit kolen gewonnen capaciteit bij zal krijgen (dat komt overeen met ongeveer een nieuwe kolencentrale per week), en dat de wereldwijde productie van uit kolen opgewekte energie zal verdubbelen tot 16 triljoen kWh tot 2030. En aangezien kolen niet zomaar uit het beeld zullen verdwijnen, is het de uitdaging om de impact die het gebruik ervan heeft op het klimaat, systematisch terug te brengen door technologieën te ontwikkelen en te gebruiken die meer energie halen uit elke kilo steenkool en die ervoor zorgen dat het gros van de CO2uitstoot niet in de atmosfeer terecht komt.
UFFOLPPM
Kan het schoner? OFSHJFã JTã EFã CSBOETUPGã WBOã PO[Fã NBBUTDIBQQJKã FOã HSPPUã EFFMã JTã FDIUFSã OPHã ãBGLPNTUJHã WBOã 2JOUFOTJFWFã TUFFOLPMFOã XBUã CJKESBBHUã BBOã EFã LMJNBBUPQXBSNJOHãã FOJHFFOãJTãWBOãNFOJOHãEBUãTUFFOãLPMFOãOJFUãNFFSãHFCSVJLUã[PVEFOãNPFUFOã ãXPSEFOã BBSã ãJTããFSWBOãPWFSUVJHEãEBUãLPMFOãPPLãPQãFFOãLMJNBBUWSJFOEFMJKLFSã NBOJFSãHFCSVJLUãLVOOFOãXPSEFO
ãHBBUãPQãESJFãNBOJFSFOãEFãVJUEBHJOHãBBOãPNã EFãVJUTUPPUãBGLPNTUJHãWBOãLPMFOãBBO[JFOMJKLãUFã reduceren. ±ãã DUJWJUFJUFOã DPODFOUSFSFOã [JDIã PQã BOUSBDJFUã FOãOJFUãPQãCSVJOLPPMãEBUãPOHFWFFSããQSPDFOUã CO2-intensiever is dan antraciet ±ãã MMFFOãUFDIOPMPHJTDIãHFBWBODFFSEFãDFOUSBMFTã bouwen die worden gestookt op antraciet en EJFã FFOã UIFSNJTDIFã FGaDJFODZã IFCCFOã WBOã NFFSãEBOããQSPDFOUãIFUHFFOãFFOãTUVLãIPHFSã JTãEBOãEFãHFNJEEFMEFOãJOãVSPQBã°ãQSPDFOU±ã FOãJOãEFãXFSFMEã°ãQSPDFOU± ±ãã OUXJLLFMJOHã WBOã UFDIOPMPHJFmOã PNã ã BGã UFãWBOHFOãFOãPQãUFãTMBBOã°±
Daarom investeert E.ON miljoenen om kolengestookte centrales een stuk minder vervuilend te maken. Ook neemt het bedrijf maatregelen om tegemoet te komen aan al haar verantwoordelijkheden als gebruikers van kolen, zowel in de mijnen zelf als ten opzichte van de lokale gemeenschap die in de buurt van onze centrales woont. Steenkolen zijn goedkoop, overvloedig aanwezig, makkelijk te winnen en worden bovendien wereldwijd gebruikt. 30 Procent van de in de wereld opgewekte elektriciteit is afkomstig van steenkool. En omdat kolengestookte energiecentrales 24 uur per dag, 7 dagen per week kunnen draaien, en dat maandenlang zonder oponthoud, zijn kolen de belangrijkste bron voor de basislast in het
elektriciteitsnetwerk, en dus een belangrijke pijler voor een zekere levering. Maar kolen zijn ook verantwoordelijk voor meer dan 80 procent van de uitstoot van kooldioxide in de energiebranche, een industrie die verantwoordelijk is voor 40 procent van de door de mens in de atmosfeer gebrachte CO2. Open dialoog Deze cijfers zijn voor veel mensen en NGO’s aanleiding om tegen het gebruik van kolen te zijn en met name tegen de bouw van nieuwe kolengestookte energiecentrales. E.ON deelt de zorg over het klimaat op deze aarde en neemt de bezwaren tegen steenkool serieus. En is actief op zoek naar mogelijkheden voor
Sommige tegenstanders van kolen richten zich vooral op de belasting van het milieu. Anderen focussen op regionale kwesties, met name bij steenkolen die buiten Europa gedolven worden. Het delven van kolen heeft negatieve sociale gevolgen en belast het milieu. Aspecten die niet meegeteld wordweid en veiligheid van de mijnbouwarbeiders. Critici voeren druk uit op regeringen en nutsbedrijven om deze factoren mee te nemen bij de besluitvorming over het delven van kolen en uiteindelijk ook bij de
een eerlijke en open dialoog. Dat is ook de reden waarom E.ON discussiefora organiseert daar waar nieuwe energiecentrales gebouwd worden (of er plannen zijn te bouwen). Het is van groot belang voor E.ON dat het publiek achter hen staat, zodat het hoogrenderende kolengestookte centrales kan bouwen die zullen helpen om de energielevering veilig te stellen en betaalbaar te houden in de periode dat de energie-industrie de transitie maakt naar een CO2-arme toekomst. E.ON is al een eind op weg met deze transitie. En steenkolen spelen daarbij een belangrijke rol. Harde feiten Het is een feit: steenkolen zullen de komende decennia deel uit blijven maken van de energiemix van E.ON, en van die van de hele wereld. Wereldwijd zijn er meer dan 2.000 kolengestookte elektriciteitscentrales. En twee van de snelst groeiende economieën – China en India – staan in de top vier van grootste producenten en gebruikers van kolen. Steenkolen stellen hen en andere opkomende markten in staat om hun transitie naar een hogere levensstandaard te realiseren dankzij een betaalbare en betrouwbare energiebron. Prognoses wijzen er op dat China en India er
newton 24
newton 25
crisis ten koste van
EVVS[BNFãPOUXJLLFMJOH¦ã
Niet per se.
keuze van de energiemix.
WBOãUPFQBTTJOHãPQãTUFFOLPMFOããOãIFUãLBEFSãIJFSWBOã IFCCFOã XJKã PO[Fã NFEFXFSLFSTã HFUSBJOEã FOã PO[Fã CSBOETUPGQSPEVDUJFLFUFOã POEFSã EFã MPFQã HFOPNFOã ãOFSHZãSBEJOHãIFFGUãJOããFFOã VJUHFCSFJEãQSPHSBNNBãPQãUPVXãHF[FUã Audits WBOãEFãQSPEVDUJFLFUFOãNBLFOãIJFSãFFOããFTTFOUJeel onderdeel van uit. Een van de eerste audits WPPSãTUFFOLPMFOãXFSEãVJUHFWPFSEãJOãFSSFKyOãFFOã WBOãEFãHSPPUTUFãEBHCPVXNJKOFOãUFSãXFSFMEãFSSFKPOã FYQPSUFFSUã POHFWFFSã ã NJMKPFOã UPOã LPMFOã QFSã KBBSã XBBSWBOã ã PQã EJUã NPNFOUã DJSDBã ã procent aankoopt.
Onafhankelijke beoordeling FãauditãXFSEãJOãNBBSUããHFIPVEFOãEPPSã ã JOãTBNFOXFSLJOHãNFUãFFOãPOBGIBOLFMJKLãBVEJUPSã Fã audit bestond onder andere uit interviews NFUãXJMMFLFVSJHãHFLP[FOãXFSLOFNFSTãFOãMFJEJOHgevenden. Hen werd gevraagd naar de prestaties WBOãEFãNJKOãPQãIFUãHFCJFEãWBOãHF[POEIFJEãFOãWFJMJHIFJEãOBBSãIFUãIFSWFTUJHJOHTCFMFJEãEFãXFSLPN-
ãPQFOUãIBBSãBMMFSFFSTUFãHPMGTMBHDFOUSBMF
PHãNBBSãUXFFãKBBSãHFMFEFOãLPOEJHEFOãWPPSNBMJHã CBOLJFSãFOãWPPS[JUUFSãFSNBOãJKGGFMTãFOãIJTUP-
Aan bronnen geen gebrek
SJDVTã SBOLã OLFSTNJUã BBOã EBUã EFã LSFEJFUDSJTJTã POTã VJUFJOEFMJKLãWPPSBMãWPPSTQPFEã[PVãCSFOHFOãQããPLUPCFSããEFãDSJTJTãIBEã[PKVJTUã FEFSMBOEãCFSFJLUã
Energie zit overal in en is in principe overvloedig be-
[FJEFOãEFãUXFFãJOãIFUãEBHCMBEãSPVXãEBUãEFãDSJTJTã
TDIJLCBBSãFãHSPUFãWSBBHãJTãBMMFFOãIPFãLSJKHãKFãIFUãFSVJU¦ã
FFOãCSFVLMJKOãJOãEFãXFTUFSTFãHFTDIJFEFOJTã[PVã[JKOã
BBSPNãPOEFS[PFLUã ãTJOETããPPLãEFãNPHFMJKL-
XBBSOBãFFOã OJFVXFãDVMUVVSGBTFÇãWPPSãEFãNFOTIFJEã
IFEFOãWBOãFOFSHJFãVJUãHFUJKEFOãFOãHPMGTMBHãWBOã[FFmOã
LPOãBBOCSFLFOãFãLSFHFOãJOãEFãNBBOEFOãFSOBãWFFMã
FOãPDFBOFOãBMGãNFJãEJUãKBBSãXBTãJOãIFUãDIPUTFãSLOFZã
CJKWBMãFUãJEFFãEBUãEFãDSJTJTãXFMMJDIUãFFOãOJFVXãUJKE-
EFãPGaDJmMFãPQFOJOHãWBOãBHSãBUFSEã TãFFSTUFãHPMG-
QFSLãJOMVJEEFãXPOãUFSSFJOã
TMBHDFOUSBMFãFãLPNFOEFãESJFãKBBSãXPSEUãEFãJOTUBMMBUJFã
TUBOEJHIFEFOããNJMJFVCFMFJEãFOãMBOESFIBCJMJUBUJFã EFãJNQBDUãPQãEFãMPLBMFãCFWPMLJOHãFOãOBBSãBMMFSMFJã BOEFSFãPOEFSXFSQFOãJKãEF audit werd ook gekeLFOãOBBSãEFãJOWMPFEãWBOãEFãNJKOXFSL[BBNIFEFOã PQãIFUãPNMJHHFOEFãHFCJFEãFOãJOãIPFWFSSFãEFãNJKOã CFUSPLLFOã JTã CJKã EFã MPLBMFã HFNFFOTDIBQã ã XFSLUã HSBBHã PQã FFOã CFUSPLLFOã NBOJFSã ãTBNFOã NFUãIBBSãMFWFSBODJFSTãPNEBUãPQãEJFãNBOJFSãIFUã EFMWFOã WBOã LPMFOã PQã FFOã WFSBOUXPPSEFã NBOJFSã
Meer informatie
newton 21
FDPOPNJTDIFã
FUã CFMFJEã WBOã ã PQã IFUã HFCJFEã WBOã ã °NBBUTDIBQQFMJKLã WFSBOUXPPSEã JOLPQFO±ã JTã PPLã
Een voorlopige rol voor steenkolen E.ON heeft vanaf zoveel mogelijk verschillende kanten bekeken hoe het klimaatverandering aan kan pakken. En gelooft dat hoogrenderende kolencentrales en CCS een belangrijke rol moeten krijgen als overbruggende technologieën. Het zijn instrumenten die een essentiële rol kunnen spelen bij de opwekking van energie omdat zij de CO2-uitstoot zodanig kunnen reduceren dat de klimaatverandering beperkt kan blijven en tegelijkertijd de energietoevoer verzekerd en betaalbaar kan blijven. Steenkolen horen dus thuis in een uitgebalanceerde energiemix. Misschien niet voor altijd. Maar in ieder geval zolang de energie-industrie nog niet in staat is om genoeg capaciteit te leveren met duurzaam opgewekte energie en met behulp van andere technologieën zoals grootschalige energieopslag en slimme netwerken, en daarbij een constante energietoevoer kan blijven garanderen ook zonder fossiele brandstoffen. Belangrijk is het om niet te vergeten dat het nog tientallen jaren zal duren voordat deze capaciteit en infrastructuur in Europa gerealiseerd zullen zijn.
TNT heeft laten weten de groene ambities even op een laag pitje te zetten
newton 20
BBUãEFã
het beste gegarandeerd kan worden.
XXXFPODPN¬FO¬SFTQPOTJCJMJUZ XXXFPOCFOFMVYDPN
A role for coal The world has some 2.000 coal-fired power stations. Fast growing economies like China and India cannot do without them and are opening a new plant every week. In short, coal is not going to go away anytime soon. The real challenge is to get more out of every kilo while drastically cutting carbon emissions – until such time as renewables are strong enough to take over. Meanwhile understand, that many people have concerns, both on the social level and in terms of sourcing. For instance, E.ON focuses on hard coal rather than lignite (which is 25 percent more carbon intensive). And they are building plants with 46 percent energy performance, while R&D is underway around carbon capture and storage (CCS) – where E.ON has invested 100 million euro to date. At the same time training and independent supply chain audits are being deployed around the coal mines that supply the group. And, back in Europe E.ON plans to build three major carbon capture and storage units in the UK, Netherlands and Sweden. The British and Dutch units will both be near depleted undersea oil fields which are ideal for permanent carbon storage. Testing of the capture system has been underway at Karlshama in Sweden since 2009 and there are plans to enlarge capacity to capture 30 metric tons of CO2 every day. Meanwhile E.ON will be working with policy makers to establish a meaningful, transparent system of regulation and investment incentives. •
uitvoerig getest. Hoe dat nieuwe tijdperk er uit zou komen te zien? Dat was nogal ongewis, maar het zou in elk geval sterk afwijken van het voorgaande tijdperk, waarin de ‘vrije markt’ en het Angelsaksische ‘aandeelhoudersdenken’ dominant waren geworden. Hierin werden bedrijven gezien als financiële vehikels waaruit op korte termijn zoveel mogelijk geld moet worden geperst. De gevolgen van dit denken waren rampzalig geweest. Niet alleen in de financiële sector, waar het een – misschien wel dé – belangrijke oorzaak van de kredietcrisis was geweest. Ook bijvoorbeeld in de energiesector raakte dit kortetermijndenken in zwang, getuige de boeken van oud-Shell- en -KLM-bestuurder Donald Kalff, Onafhankelijkheid voor Europa en Modern Kapitalisme.
Kalff stelt Shell in de jaren negentig werd omgevormd tot een Amerikaans bedrijf waarin investeringen hoe langer hoe vaker werden uitgesteld. Sweating the assets was het devies: eerst moest zoveel mogelijk winst uit bestaande investeringen worden gehaald. En dus trok Shell zich terug uit zonne- en windenergie, aangezien dit de aandeelhouders op korte termijn te weinig opleverde. Allemaal ondenkbaar in de wereld die na de crisis zou verrijzen, zo meenden optimisten toen de kredietcrisis om zich heen greep. Zij zagen een maatschappij ontstaan waarin de
vrije markt beteugeld werd zodat duurzame ontwikkelingen voorrang zouden krijgen boven kortetermijngewin. “Niet terug naar de oude modellen, die juist de aanleiding van de crisis waren”, zoals voormalig vicepresident van de VS Al Gore het verwoordde. Laag pitje Bijna twee jaar later heeft de kredietcrisis zich verdiept tot een algehele economische crisis. De vrije markt heeft inderdaad enig terrein moeten prijsgeven, getuige de nationalisatiegolf in (vooral) de financiële sector. Maar helemaal ver-
dwenen is de vrije markt natuurlijk allerminst. En een duurzamere maatschappij? Die lijkt op het eerste gezicht verder weg dan ooit. Ga maar na. Voor bedrijven betekent de economische crisis voornamelijk besparen. Dit verdraagt zich slecht met maatschappelijk verantwoord ondernemen, aangezien investeringen gericht op winst voor milieu, bedrijf en samenleving al gauw op de lange baan worden geschoven. Peter Bakker, CEO van TNT, heeft bijvoorbeeld laten weten dat hij de groene ambities van zijn bedrijf even op een laag pitje zet. Ook overheden, zeker de Europese, voeren >>
Crisis and sustainability crisis spells an end to sustainable development – or does it Two years back the authoritative Dutch daily Trouw carried an article suggesting that the credit crisis might be good for the Netherlands - a watershed for the west, and a cultural turnaround. It would signal the end of the dominant free-market mindset, with companies being squeezed for every last cent. Books and articles by Donald Kalff, a former director of Shell and KLM also blamed short termism and ‘sweating assets’. Now, to quote optimists like Al Gore, “there would be no return to old models that sparked the crisis”. Despite the rash of mainly bank nationalizations two years into the crisis a sustainable society seems as far away as ever with cuts and savings pushing environmentally tinted investment onto the back burner. Indeed, the Dutch economics minister recently attacked sustainable energy grants as costly and ineffective. Uncertainties here include the price of CO2 and the residual value of innovative production facilities – bad news for modernizers. However, according to a 2009 study by PricewaterhouseCoopers almost 75% of companies polled had no plans to scrap sustainable investment. Legislation Meanwhile, corporate social responsibility is less than dominant on the stock market, according to the Dow Jones Sustainability World Index. However, clients demand sustainability and the same goes for increasingly alert consumers. Legislation and regulation also have role as evidenced by the European Commission’s Europa 2020 strategy published last year; aims include a 20% cut in CO2 – crisis or no crisis. •
“De marine-energiesector is op dit moment waar off shore wind ongeveer tien jaar geleden was”, zei Frank Mastiaux, CEO van E.ON Climate and Renewables, in zijn openingstoespraak. “De ontwikkeling van off shore windenergie sinds die tijd kun je zien als blauwdruk voor golfslagen getijdenenergie. Ook nu hebben we, naast uiteraard de energiebronnen zelf, politieke steun nodig, plus de juiste technologie en deskundige vakmensen om het werk uit te voeren.” Pelamis Aan bronnen is bij energiewinning uit zee geen gebrek. Volgens berekeningen kan het Verenigd Koninkrijk al in 2020 tot 2.000 MW stroom produ-
ceren uit getijden en golven. Genoeg voor 1, 4 miljoen huishoudens. Politieke steun is echter net zo onmisbaar, want de industrie kan het niet alleen. Zulke steun zorgt voor de benodigde financiële hulp bij de ontwikkeling van technologie, een werkbaar vergunningenstelsel en de vereiste infrastructuur. Ten derde zijn natuurlijk de technologie en vakkennis nodig. Daarvoor zorgt het in Edinburgh gevestigde ingenieursbureau Pelamis Wave Energy, dat zich sinds 1998 bezighoudt met methoden om marine energie te winnen. Focus op hernieuwbare bronnen De kracht van zeeën en oceanen werd al langere tijd als grote potentiële energiebron gezien. Daarom begon E.ON aan het begin van de 21ste eeuw haar onderzoek naar de mogelijkheden ervan. Vagr at-Ferd, oud Noors voor kracht van de golven, is E.ON’s eerste project en tevens eerste commerciële contract in de marine energiesector. Inmiddels denkt het bedrijf dat deze vorm van CO2-vrije stroom een belangrijke rol kan spelen in de energiemix van de toekomst. De winning past bij de focus van E.ON’s investeringsbeleid op hernieuwbare bronnen. Die focus lag ook ten grondslag aan het opzetten in 2007 van de aparte bedrijfspoot Climate & Renewables. Dat eerste jaar was de afdeling goed voor 450 MW uit windenergie. Amper drie jaar later was dat al meer dan 3.200 MW. Voor 2015 is het doel om minstens 10.000 MW energie uit hernieuwbare bronnen te leveren. Marine energie moet daarvan een substantieel deel uitmaken.
Half onder water De realisatie van Vagr at-Ferd is onderdeel van het West Wave project. Hierin werkt E.ON samen met Ocean Prospect, een dochteronderneming van de Britse projectontwikkelaar Wind Prospect. West Wave is bedoeld om de ontwikkeling van marktrijpe technologieën voor golfslagenergie te stimuleren. Vagr at-Ferd gebruikt de Pelamis Wave Energy Converter. Deze installatie bestaat uit een 180 meter lange, half onder water hangende slang van stalen cilinders, die door scharnieren met elkaar verbonden zijn. Oceaangolven brengen de delen in beweging, hydraulische motoren drijven daarmee generatoren aan die vervolgens elektriciteit produceren. Via een dikke kabel gaat de stroom naar land, waar hij in het net wordt gevoed. De complete installatie is flexibel bevestigd aan boeien. Schotland loopt voorop Het eerste prototype, genoemd naar de zeeslang Pelamis Platurus, werd in 2004 getest bij het European Marine Energy Centre in Orkney, in het uiterste noorden van Schotland. Het Centre zit daar niet voor niets. Getijden en golfslag ter plekke zijn buitengewoon
gunstig voor het winnen van energie. Voor het Verenigd Koninkrijk zou het een schone, lokale energiebron kunnen zijn die nooit opgaat, want het totale potentieel rond de Britse eilanden is zelfs drie keer zo groot als de huidige vraag. Reden dat de Schotse overheid het land een leidende rol wil laten spelen bij de ontwikkeling van marine energie. Momenteel lopen grote onderzoeks- en ontwikkelingstrajecten bij de Shetlandeilanden, de buitenste Hybriden en de noordkust voor Sutherland. Vagr at-Ferd ligt op dezelfde locatie waar het eerste prototype in 2004 werd getest. De komende drie jaar wordt gewerkt met opvolger Pelamis 2. Een miljard omzet De eer van de eerste wave farm ter wereld komt desondanks Portugal toe. In 2008 werden drie van de rood geschilderde slangen vijf kilometer uit de kust voor Agouçadoura geplaatst. Sindsdien voeden ze jaarlijks 2,25 MW stroom aan het net. Het is een bescheiden begin, maar de schone, onuitputtelijke golfslagenergie kan volgens deskundigen op termijn voorzien in de energiebehoefte van de hele wereldbevolking. Het aantal bruikbare sites is enorm, zowel aan de Atlantische
kusten van Europa als aan de Pacifische en Atlantische kusten rondom Noord en ZuidAmerika Zuid-Afrika, Australië en NieuwZeeland. Frank Mastiaux: “Bij E.ON zijn we blij dat Schotland in deze sector het voortouw heeft genomen. Het zou geweldig zijn als de rest van het Verenigd Koninkrijk snel volgt. Het is een gouden gelegenheid om leidend te worden in deze nieuwe technologiesector. Rond 2020 zou het al werkgelegenheid kunnen bieden aan 2.100 mensen, en tegen 2030 kan de omzet meer dan een miljard zijn.” ¥
Meer informatie äãFãHPMGTMBHDFOUSBMFãJOãSLOFZãLBOã SPOEãEFããLãTUSPPNãPQXFLLFO äãPOTUSVDUJFãFOãCPVXãWPOEFOãWPMMFEJHã QMBBUTãJOãSPPUSJUUBOOJmã FFSãEBOã ãNFOTFOãXFSLUFOãNFF äãFUãHFXJDIUãWBOãEFãJOTUBMMBUJFãMJHUãSPOEã de 1.300 ton. äãFUãVSPQFBOã BSJOFãOFSHZãFOUSFãMJHUã POHFWFFSãã[FFNJKMFOãWBOãEJOCVSHI äãXXXQFMBNJTXBWFDPN
E.ON opens its first wave energy power station Endless reserves E.ON’s first wave-powered, marine energy device opened on the Orkney Islands in May 2010. Annual generating capacity is around 750 KW and studies show that by 2020 the UK will be able to generate enough offshore energy to serve 1.4 million households According to Frank Mastiaux, CEO of E.ON Climate and Renewables, “we have the energy resources –offshore wind – now we need political commitment plus dedicated know-how.” That means finance, plus viable technology, and an effective system of permits, and infrastructure. Renewable resources This CO2-free power production matches E.ON’s investment policy around renewable sources – as evidenced by the dedicated Climate & Renewables unit which produced over 3200 MW from wind energy in its third year. The Orkney operation is part of the West Wave project with E.ON and Ocean Prospect developing ready-for-market technology to boost wave power. The Pelamis Converter now in place comprises a 180-metre long, semi-submerged, hinged tube. Waves move the sections and hydraulic motors power the generators. Scotland first The European Marine Energy Centre has tested the prototype in the far north of Scotland. Meanwhile, potential around the British Isles is three times greater than demand; it’s hardly surprisng that the Scottish government seeks a leading role and that major R&D projects are underway around the Shetlands and Outer Hebrides. And there’s no shortage of potential sites for wave farms around the world. Portugal was first in 2008. Now Scotland is in the lead. •