Netwerkschool Twente Visie Kwalitatief Beter, Efficiënter & Uitdagender Opleiden in de Bouw & Infra in Twente! versie 1.1 d.d. 18-11-2010
Inhoud Samenvatting Visie .................................................................................................................................. 3 Visie Studenten 2014 .............................................................................................................................. 5 Visie Ouders 2014 ................................................................................................................................... 9 Visie Docenten 2014 ............................................................................................................................. 12 Visie Bedrijven 2014 .............................................................................................................................. 15 Bijlage: Geloofsbrief Netwerkschool in het ROC van Twente (d.d. maart 2010) .................................. 18
Versie 1.0 – 09-11-2010
2 van 21
Samenvatting Visie Visie Verbinden! Missie Kwalitatief Beter, Efficiënter & Uitdagender Opleiden in de Bouw & Infra in Twente! Kernwaarden Samenwerking & Betrokkenheid Professionaliteit & Ondernemerschap Verantwoordelijkheid & Kwaliteit
Citaat Rini Westrate landelijk projectleider Netwerkschool
‘De experimenten zullen de grondvesten van het onderwijs flink door elkaar schudden’ ‘De Netwerkschool heeft een andere insteek dan de traditionele school. De school wordt een kennisintensieve dienstverlener die inspeelt op de individuele leerwensen en leerstijl van de student. Elke student heeft een persoonlijk begeleider. Verder is de Netwerkschool het hele jaar open. Leerlingen en medewerkers nemen, net als elders in de maatschappij, in overleg vakantiedagen op. Naast onderwijs levert de school, via studentondernemingen, een scala aan diensten aan zijn omgeving. Dankzij digitaal en modulair opgebouwd onderwijs, leren studenten in hun eigen tempo. Zitten blijven is er dus niet bij.’
De Netwerkschool is geen modelschool, maar een model voor een school, bedoelt om uit te zoeken wat de beste inrichting van een mbo-school is. Centraal staat een slimme en flexibele organisatie van het competentiegericht onderwijs in de Bouw & Infra. Slimmer en flexibeler werken voor onderwijsprofessionals, praktijkopleiders, ondersteuners en managers om zo een perfecte leeromgeving voor onze studenten te krijgen. De beoogde productiviteitsverbetering komt vooral tot stand door efficiënt en effectief gebruik van ICT voor het leren zelf, het toetsen, volgen en begeleiden van de student en voor de organisatie van het leerproces.
Studenten De student wordt in de Netwerkschool uitgedaagd om intensiever met zijn opleiding bezig te gaan. Door eigen ondernemerschap van de student, zal het resultaat beter zijn, de opleiding uitdagender en de te lopen route efficiënter. Door gebruik van ICT-middelen, die passen bij de leef- en leeromgeving van de studenten, is het mogelijk dat zij flexibeler met de opleiding om kunnen gaan. Daar staat tegenover dat de persoonlijke begeleiding van de student intensiever wordt. Studenten worden direct betrokken bij de opleiding. Ze worden uitgedaagd om mee te werken aan en mee te denken over hun opleiding.
Versie 1.0 – 09-11-2010
Bron Netwerkschool 2.0
“De netwerkschool is geen modelschool, maar een model voor een school” & De netwerkschool gaat voor een sterke regionale band met alle betrokkenen”
3 van 21
Citaat Marja van Bijsterveldt demissionair staatssecretaris van OC&W
“De kracht van de Netwerkschool zijn de grensverleggende ideeën die uit het mbo-veld zelf komen. Ik verwacht veel van dit initiatief”
Onderwijsprofessionals en ondersteuners. Zij worden uitgedaagd om te boeien en te groeien binnen de Netwerkschool. Werken in een team dat zijn energie richt op de student en niet de administratie; werkdruk beter reguleren door slimmer te werken; werken aan een duurzame opleiding die bijna het gehele jaar open is; taken en werkafspraken worden samen bepaald, net als de vakantiedagen en een passende en flexibele beloning maken het werk extra uitdagend! Functiedifferentiatie binnen de teams is een methode binnen de Netwerkschool om te komen tot een duurzaam opleidingsteam.
Bedrijven De relatie tussen de opleiding en de bedrijven binnen de Bouw & Infra bedrijven is goed. Toch kunnen wij binnen de Netwerkschool meer voor elkaar betekenen. Het intensiever maken van de samenwerking tussen opleiders bij de bedrijven en de opleiding zelf zal uiteindelijk moeten leiden tot een verhoging van de betrokkenheid bij de opleiding, een betere communicatie en een efficiëntere werkwijze van opleiden in de praktijk. Ook het opzetten van een goed alumninetwerk en het betrekken van oud-studenten Bron bij ontwikkeling en uitvoering zal kwaliteit en rendement opleveren. Ouders De netwerkschool wil de ouders uitdagen om hen te betrekken bij de opleiding van hun zoon/dochter. Goede communicatie en informatie tussen opleiding, student en ouders is een voorwaarde binnen de Netwerkschool. Daarnaast is actieve betrokkenheid van de ouders bij het uitvoeren en meedenken over de opleiding een missie van de netwerkschool.
Netwerkschool 2.0
“De netwerkschool inspireert het MBO, werkt aan een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, en kijkt naar een beter rendement door slimme ICT toepassingen”
Netwerk In de Netwerkschool staat een goed en betrokken relatienetwerk garant voor de doelstellingen van de Netwerkschool. Het is onze basis. Alle betrokkenen spelen dan ook een rol in de ontwikkeling en uitvoering van de Netwerkschool. Daarom richt de netwerkschool zich ook op het uitbreiden van het netwerk. Intensieve en duurzame relaties worden gebouwd of verder ontwikkeld. Het is voor ons belangrijk om te investeren in de relatie met VMBO scholen, Saxion & de Universiteit Twente om zo kennis te verbinden in de regio. Maatschappelijke instellingen willen wij binden aan de Netwerkschool. Met als doel om onze opleidingen en haar mensen ook daadwerkelijk midden in de samenleving te laten groeien. De netwerkschool als een dienstbaar onderdeel van de regionale samenleving! De Netwerkschool Twente Innoveert, Inspireert en Motiveert!
Versie 1.0 – 09-11-2010
4 van 21
Visie Studenten 2014 In 2014 stippelen de studenten van de Netwerkschool Twente individuele leerroute uit en volgen die route op die plekken en met die begeleiders en collega-studenten wat het beste resultaat voor hun loopbaan oplevert. Studenten zijn in de netwerkschool werknemers in opleiding. Zij werken in een omgeving waar ze leren om samen te werken en om persoonlijke doelen te halen. In de netwerkschool werk je samen met mensen uit het bedrijfsleven aan jouw opleiding. Je hebt de mogelijkheid om sneller te werken als je dat kunt. Je kunt je verder verdiepen binnen de netwerkschool, maar ook je competenties breder ontwikkelen. Je hebt een trajectbegeleider die je helpt met het plannen van de studieroute. Studenten in de netwerkschool hebben een goede en natuurlijke aansluiting tussen de vooropleiding, de netwerkschool en de vervolgopleiding. Ze leren ondernemend te denken en te werken. Voor hun inzet voor de opleiding en binnen de bedrijven worden ze beloond. De netwerkschool biedt studenten een digitale leeromgeving die altijd beschikbaar is. De omgeving is leuk om mee te werken en efficiënt. De netwerkschool is er voor jou en jij bent er voor de netwerkschool!
Voorbeelden Er zijn drie niveaus waarin een student kan werken. Basisniveau Gevorderdenniveau Examenniveau Bij aanvang van de opleiding beseffen de studenten dat zij gekozen hebben voor de Bouw & Infra branche en zijn op vanaf dag een medewerker in opleiding. Dit wordt vanaf begin duidelijk doordat ze naast een onderwijsovereenkomst met de school ook een overeenkomst tekenen met de branche. Deze overeenkomst is meteen de start van deelname in de studentenonderneming, waar de studenten zich tegen een vergoeding inzetten binnen de bedrijven en in de directe maatschappelijke omgeving. Bij aanmelding wordt naast een intake een assessment afgenomen. Dit assessment is het begin voor een persoonlijk ontwikkelingsplan. De student wordt gedurende de opleiding steeds meer zelf eigenaar van dit portfolio en ontwikkelingsplan. Hij krijgt hierbij hulp van een Trajectbegeleider. Elk kwartaal is er een gesprek tussen student en trajectbegeleider en wordt het ontwikkelingsplan geëvalueerd en bijgesteld. Alle betrokkenen hebben inzicht in dit ontwikkelingsplan van de student. De student zelf, docenten, praktijkopleiders(bedrijven), ouders/verzorgers.
Versie 1.0 – 09-11-2010
5 van 21
De student is betrokken bij de opleiding. Het hele opleidingsprogramma en alle informatie over de organisatie van de opleiding is plaats en tijd ongebonden beschikbaar, wordt via de digitale netwerkschool gepubliceerd. Daarnaast wordt de student via zijn mobiel op de hoogte gehouden van de meest actuele zaken middels Twitter, SMS en pushmail. De student levert van het eerste moment inspanning om binnen de opleiding bij te dragen aan de organisatie. Enerzijds door als deelnemer actief of als recensent indirect aan een van de volgende commissies een bijdrage te leveren: o o o o o o
Programmacommissie; Begeleidingscommissie; Beoordelingscommissie; Organisatiecommissie; Personeelscommissie; Communicatiecommissie.
Anderzijds verzorgt hij vanaf de tweede fase (gevorderdenfase) ondersteuning aan studenten uit een lager niveau. De student is uitgerust met een mobiele werkplek. Hij kan in elke omstandigheid, op elke plaats, werken aan zijn opleiding 24 uur per dag en 7 dagen in de week. Middels laptop, mobiel/Ipad en mobiel internet heeft hij overal toegang tot de benodigde programma‟s en de bestanden. Tevens zijn de voorzieningen zo, dat hij met alle betrokkenen kan communiceren. Telefoon, videocall, text messaging zijn enkele mogelijkheden hiervoor. Daarnaast is er ook een track and trace principe geïnstalleerd om de student de mogelijkheid te geven om makkelijk aan te kunnen tonen wanneer hij met zijn opleiding bezig is en ook werkelijk de gemaakte vlieguren heeft gehaald. De student kan kiezen uit een modulair programma. De modules zijn via de digitale netwerkschool beschikbaar en oproepbaar. De student bepaalt, in overleg met zijn trajectbegeleider, de leerroute en de modules. Ondersteunende leerstof is allemaal digitaal aanwezig en 24/7 beschikbaar. Voor bepaalde onderdelen van de opleiding worden instructielessen verzorgd. Hiervoor kan een student zich online inschrijven. Hij kan vrijwillig deze onderdelen volgen of de opleiding stelt op basis van het assessment – POP bepaalde onderdelen als verplicht om te volgen. In de studentenonderneming komt zijn opleiding pas volledig tot bloei. Binnen de studentenonderneming kan de student zijn geleerde kennis, houding en vaardigheden (competenties) toepassen in een sociale werkomgeving. Samenwerken, waarin het van en aan elkaar leren centraal staat, is de kernactiviteit van de opleiding. De digitale netwerkschool heeft een projectenbank, waarin de student kan deelnemen aan projecten om daar aan te tonen, dat hij een bepaald niveau heeft gehaald. Sommige projecten zijn betaald andere projecten niet. Voor elk project staat aangegeven wat het niveau is en wat de student ermee kan behalen. Zo bouwt de student zijn eigen portfolio op naar het examen en vervolgens naar HBO of werk.
Versie 1.0 – 09-11-2010
6 van 21
Een week uit het leven van een student in de NWS-BII Thijs zit op het examenniveau van de opleiding Middenkaderfunctionaris Bouw & Infra. Hij heeft dit niveau bereikt in ongeveer twee jaar. Dat is een half jaar korter dan wat er gemiddeld genomen voor staat. Dat heeft twee oorzaken: Thijs heeft ervoor gekozen om in de vakantieperiodes toch een aantal onderdelen van zijn opleiding af te ronden en Thijs heeft gewoon hard gewerkt om eerder klaar te zijn met de opleiding om zo eerder naar het HBO te kunnen. Thijs heeft in de beginfase van de opleiding een assessment gehad en deze heeft hij besproken met zijn trajectbegeleider. Daar kwamen heel duidelijk de sterke en zwakke kanten uit van Thijs. Op basis hiervan wordt per kwartaal gekeken naar zijn ontwikkeling. Thijs heeft zelf een inlogcode van de digitale netwerkschool die hij 24/7 kan benaderen. Niet alleen kan hij zijn portfolio bijhouden, maar ook alle leerstof, modules, communicatiemiddelen zijn verbonden via de digitale netwerkschool. Ook ouders kunnen, met goedkeuring van Thijs, de ontwikkelingen goed volgen via een eigen inlogcode. Als Thijs stage loopt via de studentenonderneming krijgt ook zijn praktijkbegeleider een inlogcode. In het begin van de opleiding heeft Thijs gewerkt in een opleiding en bij bedrijven in een redelijk vaste structuur. Gaandeweg heeft Thijs een hoger niveau bereikt en merkt hij dat de opleiding hem meer eigen verantwoordelijkheden heeft gegeven. Hij wordt meer gestimuleerd om zelf zaken te regelen en uit te zoeken. Omdat hij een hoger niveau heeft bereikt wordt hij ook betrokken bij de uitvoering van de opleiding. Zo hielp hij een jaar geleden een aantal basisstudenten bij de voorbereiding op hun stage. Hierdoor kon hij onderdelen halen van zijn gevorderdenniveau. Ook neemt Thijs deel als recensent bij de programmacommissie. Dit houdt in dat hij commentaar geeft op gepubliceerde stukken. Voor een onderdeel van zijn opleiding is hij actief betrokken bij de communicatiecommissie. Hij helpt daarin mee te denken over hoe de voorlichting naar VMBO-ers beter kan.
Versie 1.0 – 09-11-2010
7 van 21
Een opleidingsweek voor Thijs Thijs loopt stage via de studentenonderneming van de opleiding en krijgt daarvoor een vergoeding. Omdat Thijs op examenniveau zit is de vergoeding redelijk te noemen. De vergoeding op het basisniveau is stukken lager. week 12 7:30-16:00 Leerplaats via studentenondernemening bij bouwbedrijf Hegeman 10:00 Voortgangsgesprek via skype met trajectbegeleider 16:00 Voortgangsgesprek met praktijkopleider 19:00 Online Module Taalblokken Engels B1 afronden
betrokken uren 8 uur
7:30-16:00 Leerplaats via studentenondernemening bij Hegeman Werken aan het werkproces “maatvoeren en stelwerk” op de bouwplaats 15:30 In overleg met de praktijkbegeleider online portfolio bijwerken, aanvraag verzenden aan de examencommissie om te examineren op dit onderdeel
7 uur
woensdag
7:30–8:30 bouwvergadering. Notuleren en notulen na controle direct uploaden naar DigiNWS. Docent melden dat opdracht is gedaan. 8:30-16:00 Stage via studentenondernemening bij Hegeman
8 uur
donderdag
7:30–16:00 Leerplaats via studentenondernemening bij Hegeman Actielijst: Vanmiddag om 16:00-16:30 chatsessie met vakdocent Constructieleer over opdracht Detailtekenen. 19:00 Recensie schrijven op het nieuwe toetsplan van de opleiding
8,5 uur
vrijdag
7:30–16:00 Leerplaats via studentenondernemening bij Hegeman 10:30 Secr examencommissie mailt een voorstel voor een afspraak om te examineren op de bouwplaats.
8 uur
weekend
Module Rekenen afronden, verantwoording mailen ter goedkeuring aan de docent
1 uur
maandag
dinsdag
totaal betrokken week %: 43 van (7x24)
Versie 1.0 – 09-11-2010
1 uur
1 uur
0,5 min.
43 uur 25,5% opleidingstijd
8 van 21
Visie Ouders 2014 In 2014 zullen de ouders van studenten die zich hebben ingeschreven in de NWS-Bouw/Infra op veel manieren betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun zoon/dochter. De netwerkschool wil zich zo ontwikkelen dat wij ouders inspireren en motiveren om actief deel te nemen binnen de netwerkschool. Deelnemen als ouder in de netwerkschool van 2014 is geen verplichting, maar eerder een logisch gegeven. De netwerkschool is ook voor ouders van studenten een leuke en leerzame plek om te verblijven.
Voorbeelden Ouders kunnen online informatie krijgen over het onderwijsprogramma van de opleiding en het persoonlijke programma van hun zoon/dochter. Ook kunnen ze online informatie krijgen over de plaats en tijd waar hun zoon/dochter het onderwijsprogramma volgt en wie op dat moment de begeleider is. Ouders kunnen online inzicht krijgen in de ontwikkeling van hun zoon/dochter en welke programmaonderdelen nog gedaan moeten worden om af te studeren. Ouders kunnen altijd contact opnemen met de begeleiders van hun zoon/dochter. Dit kan digitaal, telefonisch en fysiek, individueel of in groepsverband, op de leerplek Ouders kunnen actief lid zijn van een van de volgende commissies: o o o o o o
Programmacommissie; Begeleidingscommissie; Beoordelingscommissie; Organisatiecommissie; Personeelscommissie; Communicatiecommissie.
Ouders kunnen ook lid zijn van de commissie van toezicht, waarin ook een student, een branchevertegenwoordiger en een personeelslid zitting hebben. Ouders kunnen ook actief deelnemen aan het onderwijsproces door het (betaald) ontwikkelen en verzorgen van onderwijseenheden, Ouders worden vooral ook actief betrokken bij het beoordelen van de studievoorgang. Ouders kunnen zich ook inschrijven voor onderwijseenheden, waar zij zelf interesse in hebben of belang bij hebben.
Versie 1.0 – 09-11-2010
9 van 21
Een week uit het leven van een ouder in de NWS-BII
Piet is vader van drie kinderen waarvan de middelste, Jan, op de NWS-BII zit. De oudste, Peter, volgt een HBO-opleiding Milieukunde. Piet werkt als ambtenaar sociale zaken bij de gemeente Twenterand. Moeder Nel werkt twee dagen als doktersassistent bij de plaatselijke huisarts . De ouders van Jan kunnen op elk moment zien met welk leertraject hij bezig is, wat er deze week op het programma staat en kunnen, als Jan dat goed vindt, de ontwikkelkaart inzien. Jan heeft een eigen I-pad en via de contactmodule kan er contact gelegd worden met de begeleiders of een afspraak worden gepland. Piet heeft zich aangemeld om een onderwijseenheid “sociale zekerheid en gemeentelijke voorschriften” te geven. De module heeft hij samengesteld met een docent van de opleiding en moet hij ter goedkeuring voorleggen aan de programmacommissie. De trajectbeheerder van de opleiding bespreekt met Piet wanneer de onderwijseenheid kan worden aangeboden. Met de trajectbeheerder wordt vervolgens het contract gemaakt. Moeder Nel assisteert bij de VCA-cursus, die ieder half jaar wordt gegeven. De ouders krijgen elke maand een digitale krant over de opleiding. Nel heeft een artikel ingeleverd over EHBO op de bouwplaats, dat ze samen met haar huisarts heeft geschreven. Via de mobiele telefoon worden berichten verstuurd over activiteiten die plaatsvinden tijdens de opleiding. Deze week volgt Piet de beoordeling van zijn onderwijsmodule door de programmacommissie via de communicatietool op de I-pad. Hij heeft nog een planningsgesprek met de trajectbegeleider. Nel stuurt het artikel in en krijgt nog een verzoek van de communicatiecommissie voor een kleine correctie. Beiden kijken elk op een moment in de week naar het trajectplan van hun zoon en bespreken de voortgang in het weekend. Hun positieve/negatieve reacties geven ze via de I-Pad aan de begeleiders door.
Versie 1.0 – 09-11-2010
10 van 21
De weekplanning ziet er voor de ouders van Jan als volgt uit:
week 12
betrokken uren
Piet: Via computer volgen beoordeling/reactie door programmacommissie op onderwijsmodule Piet: Contact met co-auteur
1 uur
woensdag
Piet: Overleg met leidinggevende van de gemeente over scholingsinzet (deskundigheidsbevordering)
30 min.
donderdag
Nel: Artikel bewerken Nel: Trajectplan en voortgang Jan bekijken
1 uur 10 min.
vrijdag
Nel: Assisteren bij VCA-cursus in Hengelo
2 uur
weekend
Ouders bespreken voortgang met Jan
20 min.
maandag dinsdag
totaal betrokken week %: 4 van (7x24)
Versie 1.0 – 09-11-2010
1 uur
6 uur 3,5%
11 van 21
Visie Medewerkers 2014 In 2014 spreken wij over medewerkers Netwerkschool en niet meer over Docenten en Ondersteuners. Iedereen die bijdraagt aan de opleiding zet zijn of haar beschikbare competenties voor de studenten en de organisatie. Zo zullen de medewerkers die verbonden zijn aan de NWS-Bouw/Infra op diverse manieren en in verschillende rollen betrokken zijn bij het verzorgen en organiseren van het onderwijs. De netwerkschool is een plek waar medewerkers met plezier werken. Waar leren geen doel is, maar een middel om te groeien. Waar de werktijden flexibel ingedeeld kunnen worden. Waar afspraken worden gemaakt en nagekomen. Als individu en als team. Een omgeving waarin je zelf anderen inspireert en anderen jou inspireren. Een arbeidsverbinding aangaan met een werkgever die kiest om te belonen naar de inzet die je pleegt en de resultaten die je haalt. Persoonlijke ontwikkeling is een werkhouding die een uitgangspunt moet zijn voor elke medewerker. Voorbeelden Medewerkers werken vanuit een thuiswerkplek en gaan voor de uitvoering van diensten naar de leerplek. Er is dus sprake van een virtueel kantoor en er wordt vooral gewerkt in een sociaal netwerk. Werktijden en inzet worden individueel besproken en als team vastgesteld. De administratieve verwerking van gegevens is optimaal geautomatiseerd en zullen plaats en tijd ongebonden beschikbaar zijn. Dit betekent dat gegevens slecht eenmaal te hoeven worden ingevoerd en gebruiksvriendelijk gewijzigd kunnen worden. Medewerkers kunnen elkaar treffen in een gemeenschappelijke centraal gelegen kantoorruimte. Hier vindt overleg plaats en staan alle benodigde middelen voor uitvoering van de werkzaamheden. ICT en IM zijn in de netwerkschool zo ontwikkelt dat medewerkers 24 uur per dag en 7 dagen in de week kunnen beschikken over informatie. Ze kunnen op een efficiënte en leuke manier communiceren met studenten, andere medewerkers, ouders en bedrijven. Medewerkers kunnen een rol spelen in: o het overdragen van kennis en vaardigheden aan studenten; o het regisseren van leertrajecten voor studenten; o het begeleiden van leertrajecten van studenten; o het beoordelen van de ontwikkeling van studenten; o het ontwerpen van leermiddelen voor studenten;
Medewerkers werken vanuit diverse organisatievormen, te weten: o als zelfstandig ondernemer die zich laat inhuren voor diensten; o als lid van een maatschap van deskundigen die diensten verlenen; o als lid van een onderwijsorganisatie die onderwijs(eenheden) verzorgd en diensten verleend. o als lid van een kennisnetwerk, waarmee op contractbasis diensten worden uitgevoerd. Medewerkers kunnen actief lid zijn van een van de volgende commissies: o Programmacommissie; o Begeleidingscommissie; o Beoordelingscommissie; o Organisatiecommissie; o Communicatiecommissie; o Commissie van toezicht.
Versie 1.0 – 09-11-2010
12 van 21
Een week in het leven van een medewerker die werkzaam is in de NWS-BII. Karin is moeder van twee kinderen die nog op de basisschool zitten en is zelfstandig docent/begeleider. Zij heeft zich aangesloten bij een onderwijsmaatschap voor de regio Twente. Deze maatschap bestaat uit deskundigen die op het gebied van onderwijs alle gewenste onderwijsrollen kunnen vervullen voor het lager-, middelbaar- en hoger beroepsonderwijs. Voor Karin is er een contract afgesloten met de trajectbeheerder van de NWS-BII voor de opleiding restauratiemedewerker niveau 4. Zij is regisseur van leertrajecten voor twintig studenten. Elk leertraject is anders van samenstelling, maar ze kan, evenals de student, gebruik maken van een softwareprogramma dat mobiel (via I-pad) te gebruiken is. Daarnaast zit Karin in de programma- en communicatiecommissie van de NWS-BII. Deze week heeft ze zeven afspraken met studenten die al begonnen zijn met hun leertraject. Ze bespreekt of het traject nog voldoet aan de gestelde individuele leerdoelen en stelt deze zonodig bij. Twee contacten vinden plaats op de leerplek bij een bouwonderneming en vijf gesprekken via de computer m.b.v. de communicatietool in het trajectprogramma. Deze week stelt Karin ook nieuwe trajecten samen voor twee volwassen studenten die een bijscholingstraject hebben ingekocht. Karin maakt ook deel uit van een studiegroep “bouwadvies”. Samen met de studenten neemt ze deel aan dit onderwijsproject om haar inhoudelijke deskundigheid voor de opleiding te vergroten. Er vindt ook een vergadering plaats van de programmacommissie, waar de onderwijseenheid “duurzame bouwtechnieken” beoordeeld wordt en zo mogelijk wordt vastgesteld. Aan het eind van de week heeft Karin nog een werkgesprek met de trajectbeheerder. Op vrijdag is er de wekelijkse social meeting van haar maatschap, dit keer via Linked-In.
Versie 1.0 – 09-11-2010
13 van 21
De weekplanning van Karin ziet er als volgt uit:
week 12 Studiegroep: “bouwadvies” Twee trajectbesprekingen via de computer
gewerkte uren 4 uur 2 uur
Drie trajectbesprekingen via de computer Eén trajectbespreking op de werkplek
3 uur 2 uur
donderdag
Eén trajectbespreking op de werkplek Vergadering programmacommissie Werkgesprek met trajectbeheerder op kantoor
2 uur 2 uur 1 uur
vrijdag
Verwerking gegevens Social-meeting met maatschap
2 uur 1 uur
weekend
Mailcontact met studentengroep en ouders
2 uur
Maandag
Dinsdag
woensdag
totaal gewerkt contract overuren
Versie 1.0 – 09-11-2010
21 uur 18 uur 3 uur
14 van 21
Visie Bedrijven 2014 In 2014 zijn de bedrijven op vele manieren passief en actief betrokken bij de Netwerkschool Twente. In 2014 werken bedrijven samen met de netwerkschool aan de opleiding van nieuwe studenten. Bedrijven nemen niet alleen af in de vorm van stagiaires en gediplomeerde deelnemers. Ze zijn ook zichtbaar in de opleiding zelf. De communicatie tussen de bedrijven en de netwerkschool is net als onze missie. Kwalitatief beter, efficiënt en effectief, maar vooral leuk om te doen. De netwerkschool is pro actief naar haar bedrijven toe. De netwerkschool faciliteert bedrijven en inspireert en motiveert om nauw betrokken te orden bij de netwerkschool. De student ervaart in de netwerkschool dat bedrijfsleven en opleidingsorganisatie samen zorg dragen voor zijn/haar persoonlijke ontwikkeling. Voorbeelden Bedrijven staan niet los van de opleiding, maar zijn een uitvoerende deel van de opleiding. Daarnaast zijn ze erg betrokken bij het opleidingsprogramma. Deelnemende bedrijven zijn aangesloten bij de studentenonderneming van de NWS. Dat wil zeggen dat de bedrijven stageplekken en/of projecten aanbieden op de digitale projectenbank. Zo wordt de opleiding actueel gehouden voor wat betreft de inhoud. De beheerder van de projectenbank screent en communiceert met diegene van het bedrijf die de onderdelen plaatst. Waar nodig haalt de beheerder expertise binnen van docenten of praktijkopleiders. Bedrijven proberen duidelijk in kaart te brengen welke werkprocessen op welk niveau in het project zitten. Daar waar een bedrijf er zelf niet uitkomt, kan men contact zoeken met de helpdesk van de Studentenonderneming. Via de telefoon, chat en per e-mail is deze dienst elke middag bereikbaar. Bedrijven hebben getrainde praktijkopleiders in dienst. Deze praktijkopleiders worden gecoacht door praktijkbegeleiders van de NWS. Daarnaast is er een online forum op de digi-NWS voor praktijkopleiders waar ze elkaar kunnen helpen met vragen. De moderator is een praktijkbegeleider van de NWS. Met behulp van videoconference (deze voorziening is voor elke student beschikbaar) kan er op afspraak een gesprek plaatsvinden met de praktijkbegeleider of trajectbegeleider. Elk bedrijf heeft een vaste praktijkbegeleider van de NWS. Deze praktijkbegeleider is de opleidingscoach van het bedrijf. Hij zorgt ervoor dat iedereen die bij de opleiding van de student in de praktijk betrokken is helemaal up-to-date is, goed geïnformeerd en geïnstrueerd. De praktijkopleider kan, met een inlogcode die de student hem geeft, altijd inzien op welk niveau een student zich bevindt.
Versie 1.0 – 09-11-2010
15 van 21
Elke praktijkopleider volgt jaarlijks een training bij de NWS. Daarnaast kan de praktijkopleider als volgt actief deelnemen in de opleiding: Als recensent op DigiNWS; Als lid van de o Programmacommissie; o Begeleidingscommissie; o Beoordelingscommissie; o Organisatiecommissie; o Communicatiecommissie; o Commissie van toezicht. In het uitwisselingstraject: De praktijkopleider kan in overleg met zijn leidinggevende deelnemen aan de uitvoering van het onderwijs als vakdocent (mogelijkheden worden aangeboden via DigiNWS). Bedrijven hebben het committment om dit mee te nemen in de POP van de bedrijven.
Een opleidingsweek voor moderator Johan (werkvoorbereider bij Bouwonderneming Hegeman). Behalve Thijs lopen er nog vier studenten stage. Twee studenten zitten in het basisniveau 3 op gevorderdenniveau en Thijs op examenniveau. In het basisniveau werken de studenten onder leiding van een collega op de werkvloer, waarbij Johan als moderator van de opleiding de regie in handen heeft. De studenten in de twee volgende niveaus werken via de studentenonderneming van de opleiding in het bedrijf. Zij worden ook meer benaderd als reguliere werknemer met opdracht. De moderator van het bedrijf is hun direct leidinggevende. Johan is lid van het bestuur van de studentenonderneming die een maal in de maand via DigiNWS contact heeft over de opdrachtportefeuille en organisatie van de onderneming. Elk kwartaal vindt er een rapportagebespreking plaats. Johan heeft iedere week (digitaal) contact met de studenten om het werk te bespreken wat moet worden uitgevoerd. Thijs werkt regelmatig zijn voortgang bij. Deze voortgangsrapportage kan worden ingezien en van commentaar voorzien door de trajectbegeleider van de opleiding, de moderator van het bedrijf en de ouders/verzorgers van Thijs. Johan verzorgt een module werkvoorbereiding voor een gevorderdenniveau. Deze week is de derde les van acht. Hij moet de afsluitende opdracht voorleggen aan de examencommissie, zodat hij deze opdracht kan klaarzetten in DigiNWS. Voor de collega’s die een basisstudent als werkmaat hebben, heeft Johan een werkoverleg gepland. Dit overleg geldt voor de betreffende werknemer tevens als activiteit in het kader van de eigen deskundigheidsbevordering.
Versie 1.0 – 09-11-2010
16 van 21
De weekplanning van Johan ziet er als volgt uit:
week 12-opleidingsweek Werkbespreking met de studenten van de NWS-Twente Contact via DigiNWS over studentenonderneming
betrokken uren 0,5 uur 0,5 uur
woensdag
Werkbespreking met collega‟s die basisstudenten begeleiden Module les 3 werkvoorbereiding voor studenten en medewerkers van het bedrijf in kantine van de zaak
0,5 uur 1,5 uur
donderdag
Inleveren examentoets voor module werkvoorbereiding
0,5 uur
vrijdag
Commentaar op voortgangsrapportage van de studenten
0,5 uur
weekend
Mail verwerken m.b.t. de NWS-Twente
0,5 uur
maandag
dinsdag
totaal betrokken week %: 4,5 van (5x8)
Versie 1.0 – 09-11-2010
4,5 uur 11,25% opleidingstijd in bedrijfstijd, waarvan 1,5 uur betaald door NWSTwente
17 van 21
Bijlage:
Geloofsbrief Netwerkschool in het ROC van Twente (d.d. maart 2010) Vooraf Het ROC van Twente is graag bereid en wil met volle overtuiging deelnemen aan het experiment “De Netwerkschool”. Dit concept biedt ons namelijk de mogelijkheid het hedendaagse beroepsonderwijs zodanig robuust in te richten, dat wij ook op de lange termijn kwalitatief hoogwaardig opgeleide werknemers kunnen afleveren, waardoor ons bestaansrecht is geborgd. Het MBO College voor Bouw, Infra & Interieur beschouwen wij als voorloper op deze ontwikkeling. Op dit moment is dit MBO College volop bezig de voorwaarden te scheppen om per 1 augustus te kunnen starten met de eerste groep nieuwe studenten. Deze studenten starten dan de opleiding Middenkaderfunctionaris Bouw & Infra. Dit is een BOL opleiding, niveau 4. Het scheppen van voorwaarden betreft niet alleen het organisatorisch realiseren van de experimentele en de controlegroep. De betrokken teams worden thans geïnformeerd over het gedachtegoed van de Netwerkschool. Nog veel belangrijker is dat men zich dit eigen maakt. Immers, het concept Netwerkschool vergt een omslag in denken. In onze visie nemen we namelijk afscheid van het „klassieke‟ opleiden van studenten. Studenten zullen in het voorjaar voor onze Netwerkschool gericht worden geworven(talentscouting) en zijn vanaf volgend schooljaar geen studenten meer, maar werknemers in opleiding (WIO). De docenten worden loopbaanregisseurs van deze WIO‟s. De WIO‟s en loopbaanregisseurs opereren binnen en vanuit een te starten studentenonderneming, waar kennisontwikkeling (R&D)- en loopbaanontwikkeling (HR) plaatsvinden. Deze studentenonderneming opereert doelmatig, staat midden in de maatschappij, staat borg voor een sociaal veilige werkomgeving en heeft een set van normen en waarden als het gaat om respect voor elkaar en elkaars opvattingen en het nakomen van afspraken. Ook worden thans de voorbereidingen getroffen om snel, maar weloverwogen, een nieuw team samen te stellen dat de komende 5 jaar een „vrijhavenstatus‟ zal hebben binnen het ROC van Twente. Voor nadere details over de opzet en de wijze waarop het experiment zal worden vormgegeven verwijzen we naar het projectplan.
Onze visie op “de netwerkschool”: verbinden De mogelijkheden die worden geboden door het concept “De Netwerkschool” beschouwen wij als een kans het hedendaagse beroepsonderwijs in al zijn facetten fundamenteel anders te organiseren. Dit is een evolutionair en iteratief proces dat om een lange adem vraagt, maar ook om doorzettingsvermogen en gedurfde vormen van sociale innovatie. Het verkennen van perspectieven en het aanpakken van uitdagingen met het oogmerk van duurzaamheid en behoud van kwaliteit en betaalbaarheid, is een uitgangspunt dat het ROC van Twente graag in en voor de eigen regio ter hand neemt. Samengevat, onze eigen invulling van het gedachtegoed van de Netwerkschool zien wij als dé uitdaging en tevens dé kans ons bestaansrecht blijvend te garanderen. In onze visie stappen wij af van het adagium dat uitsluitend meer geld per definitie leidt tot kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Wij gaan de krachten die bepalend zijn voor de loopbaan van onze WIO‟s binnen en buiten ons ROC doelmatiger en beter benutten, door ze veel nadrukkelijker en explicieter met elkaar te verbinden. Daarbij is niet alleen de werknemer in opleiding gebaat, maar ook de bedrijven waar deze werknemers definitief aan de slag gaan. We gaan dit niet voor de vuist weg en alleen doen. We gaan met alle belanghebbenden kijken op welke wijzen het doelmatiger en beter kan. Op deze wijze vinden we schatten in nieuwe kansrijke gebieden. Onze overtuiging is dat verhoging van de onderwijskwaliteit niet een kwestie is van meer geld erin pompen. Cruciaal is dat de beste kennis, ontdekkingen en oplossingen in handen komen van een dynamisch, gemotiveerd en samenwerkend werkveld. Die verbinding, mits op een doelmatige wijze afgestemd en georganiseerd, garandeert succes. Onze eigen inbreng in een weloverwogen ontwikkel- en implementatieproces is daarbij van wezenlijk belang. Het gaat er immers niet enkel om de bedrijfsvoering te optimaliseren, maar vooral om de inrichtingsonafhankelijke essentie van onze onderwijsorganisatie opnieuw te doordenken. Dit proces raakt niet alleen aan de kern èn legitimiteit van de wijze waarop we onderwijs inrichten en organiseren, maar tevens de cultuur van onze organisatie en de professionaliteit van medewerkers. Binnen de netwerkschool is het bezitten van een gedegen en stevige kennisbasis voor de WIO‟s van groot belang en derhalve een noodzakelijke vereiste. De kennisleerlijn (voor bouw en infra is dit met name natuurkunde, wiskunde en elementaire bouwtechnische kennis), neemt daarom bij aanvang van het traject een dominante plaats in. Deze kennis staat centraal in afzonderlijke online beschikbare modules, dat wil zeggen zinvolle zelfstandige eenheden, die ook online worden getoetst. Deze modulen zullen zoveel via de digitale leeromgeving worden aangeboden, zodat de WIO‟s deze plaats- en tijdonafhankelijk kunnen doorlopen. Iedere WIO ontvangt bij de start van de opleiding een laptop. De WIO‟s dienen eerst deze modules te volgen en te bewijzen deze basiskennis te bezitten, alvorens de route in de studentonderneming verder te kunnen vervolgen. Een belangrijke pijler binnen ons concept van de Netwerkschool is de waarde van informeel leren onderkennen en te borgen dat verbindingen tussen formeel en informeel leren op soepele wijze tot stand komen. Hierdoor wordt het leerproces in feite kennisproductiever. Onderzoek toont aan dat maar liefst 94 % van de tijd die werkenden aan leren besteden, op gaat aan informeel leren. Informeel leren heeft een significant groter effect qua kennisontwikkeling dan formeel leren en blijkt bij jongeren ongeveer 1 40% van de werktijd plaats te vinden (Bron: Borghans, 2009 ). Informeel leren doen WIO‟s onder werktijd vooral door de interactie met meer ervaren collega‟s en door de confrontatie met nieuwe werkzaamheden („leerzame taken‟). Formeel en informeel leren kennen binnen onze Netwerkschool een complementaire en wederzijdse relatie. Formeel leren is in die relatie vaak de katalysator voor informeel leren; informeel leren is vaak de „motivator‟ voor formeel leren. Zo kan de combinatie van een sequentie 2 van korte formele modulen in een binnenschoolse context (d.w.z. een boek, een vakdocent en een computer) met relevante buitenschoolse leerintensieve werkervaring (i.c. learning-by-doing, het leren van collega‟s, feedback van leidinggevenden e.d.) een grotere accumulatie van kennis en vaardigheden opleveren. Belangrijke instrumenten daarbij zijn persoonlijke opleidingsplannen, die de deelname aan formele modulen bevorderen, en functioneringsgesprekken, die het leren door uitdagende leerzame taken bevorderen (Borghans, 2009). Door een verbinding van de formele modulen (die via afstandsonderwijs maar ook fysiek buiten de studentenonderneming gevolgd kunnen worden) met nieuwe kennis voor de branche, wordt deze nieuwe kennis in bedrijven geïntroduceerd en door middel van informeel leren op een natuurlijke en organische wijze geadapteerd. Op deze wijze is ook de kennisontwikkelingsfunctie van de netwerkschool gewaarborgd.
Niet het curriculum maar de vragen van regionale bedrijven/instellingen als uitgangspunt Zoals in het begin van deze geloofsbrief gesteld nemen wij afscheid van het „klassieke‟ opleidingsdenken. Niet de inrichting van het kwalificatiedossier of een curriculum is het uitgangspunt, maar het werk dat bedrijven verrichten (in dit geval de bouw en infra gerelateerde bedrijven en instellingen, zoals bijvoorbeeld waterschappen) in de regio. Wij benaderen werk vanuit de volgende drie perspectieven: content, context en capaciteiten (de drie c‟s). Concreet vertaald voor de bouw- en infrabranche: alle werkprocessen binnen kleine en grote bedrijven vragen inhoudelijke kennis (content), worden binnen een bepaalde beroepseigen situatie uitgevoerd (context) en worden met de aanwezige know how, vaardigheden en attitude (de capaciteiten van het personeel) verricht. De drie C‟s vormen steeds de rode draad van het traject dat de werknemer in opleiding doorloopt. De drie C‟s vormen tevens de koppelvlakken voor de verbinding van onderwijs en arbeid. Dat wil zeggen dat de afspraken en activiteiten in de samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt worden uitgelijnd in de driehoek: content - context - capaciteit. De studentenonderneming, waar de werknemer in opleiding is gepositioneerd, beschikt over een database waarin allerlei vragen en opdrachten uit de branche zijn opgeslagen, waarmee een WIO aan de slag kan. Deze database wordt op basis van acquisitie actueel gehouden. De WIO, de loopbaanregisseur en een vertegenwoordiger van een bedrijf (bijvoorbeeld de personeelsfunctionaris of de begeleider) bepalen aan de hand van de gekozen vraag/opdracht de werkprocessen en taken. Door de afgeleide werkprocessen en taken te relateren aan de drie C‟s (content, context en capaciteiten) krijgen deze een weloverwogen en passende plaats in de (school)loopbaan van de WIO. In onze visie van de netwerkschool is dus de vraag van de markt leidend. Deze vraag wordt via de drie C‟s vertaald in een leervraag voor de WIO en is daarmee het vertrekpunt voor leeractiviteiten.
De student wordt werknemer in opleiding We spreken in onze netwerkschool niet meer over deelnemers, leerlingen of studenten, maar over werknemers in opleiding. Deze werknemers in opleiding opereren in een deels virtueel studentenonderneming „Bouw en Infra‟. Deze studentenonderneming heeft een uitgebreid netwerk van bedrijven en bestaat uit een team van loopbaanregisseurs. Voordat de WIO met de werkzaamheden start, wordt een contract opgesteld, waarbij onder meer afspraken worden gemaakt over vergoedingen. Op drie manieren kan een WIO voor betaling van zijn werkzaamheden in aanmerking komen: (I) door werkzaamheden te verrichten binnen de studentenonderneming, (II) door collega WIO‟s te begeleiden en te adviseren (P2P-dienstverlening) en (III) door werkzaamheden te verrichten voor een bedrijf (productie). Nadat de WIO is begeleid naar een passende baan, wordt hij meteen actief ingezet als alumnus in de studentenonderneming. Hij is aanspreekpunt of contactpersoon ten behoeve van de acquisitie van nieuwe opdrachten, het actueel houden van de database en begeleidt en adviseert evt. nieuwe WIO‟s bij de opdrachten De inzet van alumni wordt beloond, bijvoorbeeld via vouchers die kunnen worden gebruikt voor bij- en nascholing in het kader van een leven lang leren. Een en ander wordt met iedere alumnus en het bedrijf waar deze werkzaam is contractueel vastgelegd.
Versie 1.0 – 09-11-2010
20 van 21
De docent wordt loopbaanregisseur De loopbaanregisseurs hebben als taak continu de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van bouwtechnologie en innovatie te volgen en te borgen dat deze in de loopbaan van de WIO‟s een plek krijgen. De loopbaanregisseur begeleidt de werknemer in de opleiding naar een baan of naar de juiste vervolgopleiding. Hoewel het face to face overleg tussen de WIO en de loopbaanregisseur van belang is, zal een belangrijk deel van de begeleiding op afstand plaatsvinden via de portal en andere vormen van modern digitaal verkeer. Daardoor is men weinig uren aan reistijd kwijt en kan toch intensief begeleid worden. Door de sterke en structurele vervlochtenheid van de loopbaanregisseur met de actuele beroepspraktijk binnen de studentenonderneming blijft hij of zijn vakgebied uitstekend op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Via apart te organiseren docentenstages wordt dit thans georganiseerd. Binnen onze netwerkschool is dit niet meer nodig, omdat de loopbaanregisseur iedere dag in aanraking is met de beroepspraktijk. Het structureel en continu samenwerken met de collega‟s uit het bedrijfsleven geeft een nieuwe impuls aan het docentschap. Niet het behalen van diploma, maar het vinden van een passende baan of een passende opleiding in het HBO is het enige criterium voor studiesucces. De weerslag van dit succes vormt het portfolio van de WIO, waarin ook de beoordelingen door bedrijven (werkgever dan wel opdrachtgever) zijn opgenomen. De loopbaanregisseur bepaalt de mijlpalen (de succesmomenten) en geeft richting aan de loopbaan van de WIO: helpen bij het maken van de juiste keuze, wijzen op deficiënties en mogelijkheden aangeven deze weg te werken. Het beoordelen van de WIO‟s vindt op dezelfde wijze plaats als dat dit bij de werknemers van een bedrijf gebeurt, namelijk via de methodiek van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Deze gesprekken vinden plaats op basis van een digitaal portfolio dat door de WIO zelf samen wordt bijgehouden. Op grond van deze gesprekken kan worden geconcludeerd dat bepaalde basisvaardigheden bijgespijkerd moeten worden (bijvoorbeeld rekenen of taal). Hiervoor zijn via de elektronische leeromgeving modulen beschikbaar. Nadat de module is behaald, ontvangt de WIO hiervan een bewijs, dat hij in zijn portfolio opneemt.
Tenslotte In deze geloofsbrief hebben wij onze visie op de Netwerkschool gepresenteerd en een eerste aanzet gegeven tot een nadere uitwerking. Wij beseffen ons terdege dat het realiseren van deze visie veel tijd, uithoudingsvermogen en energie zal vergen. Nogal wat gestaalde kaders moeten worden doorbroken. Het vraagt van docenten, studenten en bedrijven lef de komende jaren in de vrijhaven te gaan varen. Chapeau voor degene die deze uitdaging aan willen gaan. Hoewel de stroming soms wild zal zijn, is het eindpunt glashelder: onze netwerkschool leidt werknemers op met actuele, gedegen kennis en een goede werk- en leerhouding die meteen en optimaal inzetbaar zijn in het bedrijf waar zij aan de slag gaan. Wij zijn er bovendien van overtuigd dat onze visie op de netwerkschool volop kansen biedt om snel en slagvaardig te kunnen inspelen op vragen vanuit de markt en goed te concurreren met de private onderwijsmarkt die snel groeit. Door de onlosmakelijke verbinding tussen de opleiding en het afnemend werkveld biedt dit concept namelijk de mogelijkheid adequaat om te gaan met de economische ontwikkelingen binnen onze regio nu en in de toekomst. De netwerkschool leidt niet op voor werkloosheid, maar voor een baan. Dat is onze graadmeter. De onlosmakelijke verbinding tussen de opleiding en het afnemend werkveld stelt ons in staat snel en slagvaardig in te spelen op de huidige dalende vraag naar werknemers, de stijgende werkloosheid en de toenemende onderwijsvraag. Het optimaal benutten van krachten door deze effectief en doelmatig met elkaar te verbinden is naar onze vaste overtuiging de sleutel om kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan te blijven aanbieden. Laat dit experiment een vliegwieleffect hebben. Op deze wijze zijn wij in staat ook in de toekomst onze bijdrage te blijven leveren aan de sociale en economische ontwikkeling van onze regio. Hengelo, 31 maart 2010 College van Bestuur Hans Schutte (voorzitter) Gerrie van Sunder (lid)
Versie 1.0 – 09-11-2010
Directeur MBO College Bouw, Infra & Interieur Jan Ooms
21 van 21